Milieubeleidsplan 2013 – 2016 ‘Ambities en speerpunten voor de toekomst’
Voorwoord
Geachte leden van de raad. Voor u ligt het milieubeleidsplan 2013 – 2016, verder: milieubeleidsplan. Het plan is op verzoek van de Commissie van Advies opgesteld. Het college van burgemeester en wethouders heeft geen definitief standpunt over dit plan ingenomen. Het milieubeleidsplan kent een visiegedeelte (speerpunten) en bevat beleidsambities voor de periode 2013 – 2016. Afstemming is gezocht en gevonden bij uw raadsinitiatief om tot een ontwikkeling van een milieubeleidsplan te komen. Vanwege de beperkte financiële ruimte voor de komende jaren en de beoogde herindeling heeft het milieubeleidsplan een overwegend sober en consoliderend karakter. Voor de meeste milieuaspecten zijn de kaders in wetten omschreven. Voor bijna elke milieuwet geeft gemeenten (meer) ruimte voor lokale afwegingen. Ruimte betekent echter ook verantwoordelijkheid nemen en keuzes maken. De uitdaging voor de komende jaren is om een duurzame leefkwaliteit in de gemeente Millingen aan de Rijn te behouden en zo mogelijk verbeteren. Samen werken aan een duurzame toekomst. Dat gaat niet alleen over milieu of natuur & landschap, dat gaat ook over hoe we een gemeenschap kunnen zijn waarin iedereen tot zijn recht komt en waar mensen wat met elkaar te maken willen hebben en het gaat tenslotte ook over een bloeiende gemeentelijke economie om te kunnen investeren in die duurzame toekomst. In ons milieubeleid richten we ons op zeven speerpunten waarbij de beste kansen liggen voor Millingen aan de Rijn. Hierbij wordt gekeken naar wat we willen bereiken over vier jaar. Deze milieuvisie brengt de kaders in beeld en dient daarmee de komende jaren als onderliggend beleidsstuk voor de milieujaarplannen. Vanuit verschillende invalshoeken wordt het beleid in termen van ambities en speerpunten beschreven. Een beleidscyclus is daarbij een continu proces. Na het opstellen van het beleid (“plan”) volgt het uitvoeren ervan in een milieujaarplan (“do”). Daarop volgt in de ideale situatie een evaluatie waarin bekeken wordt of de gestelde doelen daadwerkelijk zijn bereikt via een milieujaarverslag (“check”). Dit kan leiden tot het bijstellen van de beleidsdoelstellingen of van het uitvoeringsprogramma (“act”). Dit milieubeleidsplan gaat over een periode van vier jaar. Maar daarna stopt het natuurlijk niet. Wat we nu doen, is ook in de toekomst nog steeds zichtbaar. Na een tussenevaluatie in 2015 is het daarom van belang om begin 2016 een doorkijk te maken voor de periode na 2016. Er is niet concreet opgenomen in welk jaar welke ambities opgepakt zullen worden.
INHOUDSOPGAVE Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
2
Samenvatting..........................................................................................................................2 1. Inleiding ................................................................................................................................................3 1.1 Waarom een milieubeleidsplan?........................................................................................3 1.2 Hoe tot stand gekomen......................................................................................................3 1.3 Leeswijzer.........................................................................................................................3 2 Milieuthema’s (2013 – 2016)................................................................................................4 2.1 Algemeen..........................................................................................................................4 2.2 Milieuthema’s....................................................................................................................4 2.3 Speerpunten.......................................................................................................................5 3 Ambitiekeuzen per gebiedstype (2013 – 2016)....................................................................8 3.1 Algemeen..........................................................................................................................8 3.2 Buitengebied.....................................................................................................................9 3.3 Bedrijventerrein..............................................................................................................10 3.4 Woongebied.....................................................................................................................10 3.5 Millingerwaard................................................................................................................11 4. Samenvatting Speerpunten, Ambitiekeuzen & Toetsingscriteria 2013-2016 .................13 4.1 Inleiding..........................................................................................................................13 4.2 Inventarisatie speerpunten en ambitiekeuzen..................................................................13 5. Uitvoering en monitoring ..............................................................................................................................................13 5.1 Uitvoering.......................................................................................................................13 5.2 Monitoring......................................................................................................................13 5.3 Personeel en financiën....................................................................................................13 Colofon.................................................................................................................................14
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
3
Samenvatting In de gemeente Millingen aan de Rijn is het prettig wonen, werken en recreëren. Omdat deze ambities ook de toekomst moeten gelden, wil Millingen aan de Rijn zich richten op het realiseren van een hoge milieuambitie, maar plaatst de milieuambitie in het breder perspectief voor het behalen van een goede leefomgeving. Het centrale doel van het milieubeleid is het behouden en zo mogelijk verbeteren van een duurzame leefomgevingskwaliteit in Millingen aan de Rijn; dit is de uitdaging voor de komende jaren. Er wordt in dit milieubeleidsplan op een themagerichte manier en ook op een gebiedsgerichte manier invulling gegeven aan duurzaamheid. De gemeente Millingen aan de Rijn zet zich in op de volgende thema’s: Afval Water Bodem Vergunningverlening en handhaving Groen en natuurbeleid Communicatie en voorlichting (bewustwording) Duurzaam bouwen Daarnaast wil de gemeente Millingen aan de Rijn invulling geven aan het toepassen van gebiedsgericht milieubeleid. Dit gebiedsgerichte milieubeleid heeft als doel milieu te integreren in het ruimtelijke planvormingsproces en daarmee de huidige kwaliteit te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Het gaat hierbij om de volgende gebieden:
Buitengebied Bedrijventerrein Woongebied Millingerwaard
Dit heeft geresulteerd in een aantal ambities en speerpunten voor de komende 4 jaar. Het milieubeleidsplan 2013-2016 is een overkoepelend beleidsdocument dat richting geeft aan het beleid en het handelen van de gemeente Millingen aan de Rijn tot 2017. Het is hét vertrekpunt voor het opzetten en uitwerken van nieuwe uitvoeringsplannen.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
4
1. Inleiding 1.1 Waarom een milieubeleidsplan? Millingen aan de Rijn had tot op heden geen milieubeleidsplan. De milieujaarplannen kwamen daardoor zonder onderliggend integraal beleid tot stand. Voor burgers, bedrijven en de gemeenteraad riep dit soms vragen op. Vanuit de gemeenteraad en de Commissie van Advies kwam daarom begin 2011 het verzoek voor een milieubeleidsplan, om daarmee een onderliggend beleidsstuk te hebben voor de komende milieujaarplannen. Het college van burgemeester en wethouders heeft geen standpunt ingenomen m.b.t. dit plan. Eind 2011 heeft de Commissie van Advies in een workshop speerpunten en ambities van het nieuwe milieubeleid bepaald; de ambities en speerpunten hebben uiteindelijk geleid tot dit milieubeleidsplan. In dit milieubeleidsplan zijn de beleidsambities en speerpunten zo concreet mogelijk benoemd. De hoofdfunctie van dit milieubeleidsplan is dat het de kaders, de hoofdlijnen en de richting aangeeft van te voeren milieubeleid. Het plan beschrijft de samenhang met het beleidsveld ruimtelijke ontwikkeling en stemt het eigen milieubeleid af met het milieubeleid van andere overheden. Details zijn verder niet in dit plan opgenomen; deze moeten vooral worden uitgewerkt in de komende milieujaarplannen. 1.2 Hoe tot stand gekomen De gemeentelijke inspraakverordening en de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Het milieubeleidsplan is met input van de Commissie van Advies opgesteld. Het ontwerp-milieubeleidsplan zal besproken worden in de raad van december 2012. Vervolgens wordt het plan vrijgegeven voor advies en inspraak door direct belanghebbende bestuursorganen en andere belanghebbenden en de ingezetenen. Inspraakreacties en adviezen worden verwerkt in de definitieve versie die door de raad wordt vastgesteld. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk twee start met een algemene inleiding over de gemeentelijke milieuspeerpunten voor de periode 2013-2016. Onder andere met het oog op samenhang tussen een aantal beleidsthema’s zijn deze in groepen bijeengebracht. Voor de periode 2013-2016 zijn de speerpunten bepaald. In hoofdstuk drie zijn per gebiedstype de ambities en speerpunten verder uitgewerkt. In hoofdstuk vier is een opsomming weergegeven van alle speerpunten, ambitiekeuzen en toetsingscriteria voor de periode 2013 - 2016. In hoofdstuk 5 Is de uitvoering en monitoring opgenomen.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
5
2 Milieuthema’s (2013 – 2016) 2.1 Algemeen Een milieubeleidsplan moet eenduidig zijn over welke aspecten onder het begrip ‘milieu’ vallen en welke niet. Het Nationaal Milieubeleidsplan geeft een definitie voor milieu: “Het milieubeleid moet een bijdrage leveren aan een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke leefomgeving, te midden van vitale natuur, zonder mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten, hier en nu en elders en later” In de workshop is met de milieumedewerkers gesproken over de te onderscheiden milieuaspecten. Deze milieuaspecten zijn vervolgens ingedeeld waarbij is gezocht naar een praktische indeling van de aspecten: duurzaamheid, milieuhygiëne en ecologie. Deze indeling maakt het eenvoudiger om keuzes te maken binnen milieu en helpt bij het communiceren over milieu. 2.2 Milieuthema’s Milieuaspecten zijn te ordenen onder drie thema’s: duurzaamheid, ecologie en milieuhygiëne. Onderstaande milieuaspecten zijn met de leden van de Commissie van Advies besproken en dit heeft geleid tot 7 speerpunten, zie paragraaf 2.3. De overige aspecten zijn niet verder uitgewerkt. 1. Duurzaamheid Aspect Doel (m.n. toekomstige generaties) Afval Voorkomen of afval als grondstof Energie Besparen of duurzame alternatieven Mobiliteit Beperken automobiliteit, stimuleren ‘schone’ alternatieven Water Besparen en vasthouden; bescherming tegen water Grondstoffen Besparen, hergebruik Compact bouwen Besparen buitengebied, verkleinen afstanden voorzieningen Klimaat Voorkomen van het opwarmen van de aarde 2. Ecologie Aspect Flora & Fauna Leefgebieden
Doel (huidige en toekomstige generaties) Diversiteit en stabiliteit Duurzame kwaliteit in leefomstandigheden
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
6
3. Milieuhygiëne Aspect Doel (m.n. huidige generaties) Geluid Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid Trilling Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid Lucht Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid Geur Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid Externe veiligheid Voorkomen van ernstige gevolgen gezondheid (overlijden) Bodemverontreiniging Voorkomen van ernstige gevolgen gezondheid Afval Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid Licht Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid VV en handhaving Voorkomen van hinder en gevolgen gezondheid
2.3 Speerpunten 2.3.1 Algemeen Uit de workshop zijn de volgende speerpunten voor Millingen aan de Rijn bepaald voor de periode 2013-2016: 1. Afval 2. Water 3. Bodem 4. Vergunningverlening en handhaving 5. Groen en natuurbeleid 6. Communicatie en voorlichting (bewustwording) 7. Duurzaam bouwen 2.3.2 Afval Algemeen Het ontstaan van afval is niet te voorkomen. Afval is naast bouwstof steeds vaker een grondstof. Afvalbeleid draagt bij aan het zoveel mogelijk sluiten van kringlopen, maar heeft ook een directe invloed op de openbare ruimte. Zwerfafval Millingen aan de Rijn is een mooie en schone gemeente. En dat willen we graag zo houden. Zwerfafval past niet in het landschap. Daarom moet zwerfafval zo veel mogelijk worden voorkomen. In 2008 heeft Millingen aan de Rijn deelgenomen aan het plusproject waarbij geïnventariseerd is in wat de schoonheidsgraad van de diverse gebieden is en in welke mate sprake is van zwerfafval. Dit heeft geresulteerd in met name een aparte inzet om overlast door hondenpoep te beperken. Zwerfvuil is echter een hardnekkig probleem dat met regelmatige voorlichting en met toezicht & handhaving bestreden dient te worden.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
7
Speerpunt 1 Zwerfafval dient blijvend te worden opgeruimd en te worden voorkomen Afvalscheiding Millingen aan de Rijn is al jaren koploper op het gebied van afvalscheiding. In de afgelopen jaren is Millingen aan de Rijn op het gebied van de inzamelpercentages van textiel en kunststof-verpakkingen in de prijzen gevallen. Als koploper is het van belang om enerzijds het verkregen scheidingspercentage blijvend hoog te houden en anderzijds om voor alle andere afvalstromen al het mogelijke te doen om het scheidingspercentage te verhogen. Voorlichting is hierbij van primair belang (naast facilitering en motivering).
Foto: prijsuitreiking inzameling textiel
Uit oogpunt van milieuduurzaamheid wordt naast preventie van het ontstaan van afval ingezet op het voorkómen van afvalstromen door een goede scheiding ter hergebruik van afval als bouwstof, als grondstof of als brandstof, met als laatste optie het storten. (Her)gebruik van groen afval (hout) is primair gericht op productie van (bio)energie en de productie van compost bij de ARN. Er liggen nog steeds kansen voor de afvalscheiding van KCA en luiers. Speerpunt 2 De afvalscheiding dient geoptimaliseerd te worden en te blijven 2.3.3 Water Algemeen Een adequaat waterbeleid op basis van de Waterwet is van levensbelang met het oog op diverse klimaatscenario’s inclusief overstromingsrisico’s en de taken op het gebied van vuilwater, hemelwater en grondwater. Een vitaal en robuust watersysteem en waterketen is onmisbaar voor de instandhouding en ontwikkeling van natuur. Zichtbaar water en beleving van water dragen bij aan een positieve beleving van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) maakt de gemeente beleidskeuzes over hoe om te gaan met afvalwater, regenwater en grondwater. Een Gemeentelijk Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
8
Rioleringsplan geeft het gemeentebestuur de mogelijkheid om op verantwoorde wijze belangen af te wegen en besluiten te nemen over toekomstig rioleringsbeleid. Gemeentelijk Rioleringsplan Op 26 april 2011 heeft de gemeenteraad het 'Gemeentelijk Rioleringsplan Millingen aan de Rijn 2011-2015' vastgesteld. Met het GRP zijn de beleidskeuzes voor de komende periode voldoende vastgelegd. 2.3.4 Bodem Algemeen De bodem is een productiemiddel, een opslagvoorziening, een warmtebron en een archeologische schatkamer. Voor het milieudeel is het noodzakelijk om een goed bodembeleid te hebben. Millingen aan de Rijn heeft in 2006 een bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Het doel van de bodemkwaliteitskaart is het vastleggen van de diffuse bodemkwaliteit voor het grondgebied van de gemeente zodat op een verantwoorde wijze grondverzet kan plaatsvinden op basis van de Ministeriële Vrijstellingsregeling grondverzet. Nieuw bodembeleid In samenwerking met een achttal gemeenten binnen het samenwerkingsverband MARN is in 2009 een bodemvisie opgesteld. In deze visie is opgenomen welke gezamenlijk doelen de gemeenten hebben voor de bodemthema's en hoe die punten opgepakt worden. In de bodemvisie zijn negen projecten geprogrammeerd die zijn uitgewerkt in activiteitenbladen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Regionaal invulling geven aan Besluit bodemkwaliteit: is inmiddels afgerond in de nieuwe bodemnota en bodemkwaliteitskaart; Versterken handhaving grondverzet: vraagt doorlopend aandacht, wordt mogelijk door ODRN uitgevoerd; Optimaliseren grondstromen: is wel onderzoek naar gedaan, nog geen concreet resultaat; Opstellen van regionale werkprocedures voor meldingen van nieuwe gevallen van bodemverontreiniging: is inmiddels opgenomen in de bodemnota; Opstellen regionale regels voor bouwen op verontreinigde locaties: is inmiddels opgenomen in de bodemnota; Stimuleren aanpak bodemverontreiniging door marktpartijen: nog niet concreet opgepakt, in de bodemnota zijn wel richtlijnen opgenomen; Organiseren regionale bijeenkomst over archeologie: bijeenkomst is georganiseerd, wordt verder opgepakt door de regionale archeoloog die inmiddels is aangesteld; Ontwikkelen regionaal beleid ten aanzien van warmte- en koudeopslag: project loopt in 2012 en 2013; Actief stimuleren van warmte- en koudeopslag: project loopt in 2012 en 2013.
2.3.5 Vergunningverlening en handhaving Algemeen Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
9
Alle taken omtrent vergunningverlening en handhaving worden sinds 1 juli 2009 uitgevoerd door de gemeente Groesbeek. Het college van burgemeester en wethouders van Millingen aan de Rijn heeft besloten dat onder voorwaarden de milieutaken naar een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD), de Omgevingsdienst Regio Nijmegen overgedragen zullen worden. Op woensdag 7 november 2012 heeft de oprichtingsvergadering van het Algemeen Bestuur van de ODRN plaatsgevonden. Vergunningverlening Millingen aan de Rijn heeft een inrichtingenbestand van 125 bedrijven. Adequate Wabo-vergunningverlening is een onmisbare schakel in de beleidscyclus om invulling te kunnen geven aan de milieuduurzaamheidsgedachte van dit beleidsplan. Bij Wabo-vergunningverlening en het verbinden van nadere eisen aan milieumeldingen wordt getoetst aan het preventie- en voorzorgsbeginsel en worden de best beschikbare technieken voorgeschreven die in de betreffende branche als haalbaar en betaalbaar worden beschouwd. Speerpunt 3 Milieuvergunningverlening moet op een adequaat niveau blijven Handhaving Millingen aan de Rijn heeft in 2007 het ‘Handboek protocollen en werkinstructies per januari 2007’ alsmede het ‘Document milieuhandhaving Gemeente Millingen aan de Rijn’ vastgesteld. In deze beleidsstukken is het niveau van de handhaving alsmede de handhavingsfrequentie van bedrijven opgenomen. De milieuhandhaving voor Millingen aan de Rijn is in eerste instantie gebaseerd op een vaste controlecyclus die afhankelijk is van de aard en omvang van de bedrijven, de zogeheten categorieën. Na een cyclus van 7 jaar zijn zodoende alle inrichtingen minstens één keer gecontroleerd. Op 30 oktober 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om het handhavingsbeleid milieu voor wat betreft de prioritering van de handhaving via de risicomodule van Oranjewoud aan te passen.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
10
Speerpunt 4 Milieuhandhaving moet op een adequaat niveau blijven. Dit niveau is ‘voldoen aan de wettelijke taken’ 2.3.6 Groen en natuurbeleid Algemeen Groen zorgt voor een gezond, leefbaar, schoon en mooi leefklimaat in de stad en op het platteland. Millingen aan de Rijn grenst aan de noordzijde aan de Waal en daarmee aan de Gelderse Poort, een Natura 2000 gebied. De Gelderse Poort is een prachtig natuurgebied en tevens hét visitekaartje voor Millingen aan de Rijn. Daarnaast is Millingen aan de Rijn omringd door agrarisch buitengebied en de uiterwaarden.
Afbeelding: De Gelderse Poort Voor Millingen aan de Rijn is het van belang dat het groen en de natuur in de gehele gemeente geïntensiveerd wordt, zodat dit ook voor de toekomst een grote rol blijft spelen.
Speerpunt 5 Natuur en groen moet blijvend geïntensiveerd worden 2.3.7 Communicatie en voorlichting Algemeen Milieucommunicatie wordt gezien als een belangrijk instrument om burgers en bedrijven te informeren over de manier waarop zij kunnen bijdragen aan de realisatie van een duurzame milieuleefomgeving.
Voorlichting Diverse doelgroepen (burgers, scholen en bedrijven) worden via voorlichting, geïnformeerd over de achtergronden van en mogelijkheden voor energiebesparing, Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
11
benutting van duurzame energie en de mogelijke maatregelen voor adaptatie op klimaatverandering. Voorlichting komt bij voorkeur tot stand in samenwerking met andere overheden, belangenorganisaties, standsorganisaties en energiebedrijven door het plaatsen van artikelen in kranten en via de website van de gemeente. Speerpunt 6 Door communicatie en voorlichting moet de bewustwording en burgerparticipatie worden versterkt 2.3.8 Duurzaam bouwen Algemeen Duurzaam bouwen (dubo) is een ruim begrip. Het heeft betrekking op het effect van de bouw, gebruik en sloopfase van een gebouw of inrichting buitenruimte op de voorraad natuurlijke hulpbronnen en voorraden (vruchtbare bodem, water, tropisch hout, ertsen, etc.). Onder duurzaam bouwen en leven behoort ook duurzaam inkopen. Handhaving De praktijk van toepassing van duurzaam en energiezuinig bouwen is dat op de uitvoering onvoldoende wordt gecontroleerd, waardoor de werkelijke energiebesparing lager kan uitvallen. Controle en handhaving op de uitvoering is daarom noodzakelijk voor zowel het milieu als voor de burger. Speerpunt 7 Controle en handhaving op duurzaam bouwen
3 Ambitiekeuzen per gebiedstype (2013 – 2016) 3.1 Algemeen Het centrale doel van het milieubeleid is het behouden en zo mogelijk verbeteren van een duurzame leefomgevingskwaliteit in Millingen aan de Rijn. Om beleidsdoelstellingen te bereiken, kunnen juridische (regelgeving, convenanten), economische (subsidie/belasting) en communicatieve (voorlichting, educatie) instrumenten worden ingezet. Deze kunnen ontwikkelingen stimuleren of juist ontmoedigen. De gemeente Millingen aan de Rijn kan hiermee een duurzame ontwikkeling bevorderen In de workshop in 2011 zijn voor de 4 gebiedstypen (buitengebied, bedrijventerrein, woongebied en de Millingerwaard) de ambitiekeuzes bepaald.
3.2 Buitengebied 3.2.1 Algemeen Millingen aan de Rijn kent een beperkt buitengebied, waarin een aantal agrarische bedrijven zijn gelegen alsmede een aantal niet-agrarische woningen. De doorgaande Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
12
wegen in het buitengebied dienen vooral als doorgangsweg naar Duitsland en Ubbergen voor forensisch verkeer en schoolgaand verkeer. 3.2.2 Energie Naast energiebesparing (minder energie gebruiken) zal de nadruk komen te liggen op het stimuleren van duurzame energie (gebruik oneindige ‘brandstoffen’, zoals zon, wind en water) en de efficiëntere omzetting van fossiele brandstoffen. Agrarische bedrijven in het buitengebied zijn vaak een combinatie van grote dakoppervlakken (stallen), meststoffen (veeteelt) en biologische afvalstoffen. Deze uitgangspunten lenen zich voor het toepassen van nieuwe mogelijkheden. Landelijke ontwikkelingen richten zich vaak op agrarische bedrijven, waar zonnecellen en allerlei technische innovaties met biovergisting e.d. mogelijk zijn. Toepassing van nieuwe ontwikkelingen beginnen met goede voorlichting. Ambitiekeuze 1 Agrarische bedrijven moeten gestimuleerd worden om energiekansen te pakken en toe te passen Ambitiekeuze 2 Voorlichting voor energiemaatregelen moet geïntensiveerd worden Ambitiekeuze 3 Energiekansen mogen geen verrommeling van het buitengebied tot gevolg hebben Ambitiekeuze 4 Het buitengebied van Millingen aan de Rijn leent vanwege landschappelijke aspecten zich niet voor windmolens 3.2.3 Groen en natuurbeleid Millingen aan de Rijn heeft geen groot buitengebied. Het buitengebied typeert zich als ‘open met her en der agrarische bedrijven en woningen’. Groen in het buitengebied moet in ieder geval worden behouden en zonodig worden versterkt. Ambitiekeuze 5 Het groen in het buitengebied moet worden behouden en versterkt, bijvoorbeeld door herplantplicht 3.2.5 Afval Ondanks een goede milieustraat, met lage kosten (asbest kan zelfs gratis worden afgegeven) wordt regelmatig afval in het buitengebied gestort; van asbest tot gewoon afval en zelfs grof vuil. En zwerfvuil trekt ander zwerfvuil aan. Om zwerfvuil in het buitengebied tegen te gaan, maar ook om de afvalkosten laag te houden, moet met name het accent komen bij voorlichting en handhaving. Ambitiekeuze 6 Zwerfvuil in het buitengebied moet worden voorkomen door voorlichting en handhaving Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
13
Foto: zwerfvuil buitengebied
3.3 Bedrijventerrein 3.3.1 Algemeen Millingen aan de Rijn heeft een eigen bedrijventerrein ‘Molenveld’ met ongeveer 25 bedrijven. Op dit bedrijventerrein zijn veel bedrijven van de zwaarste milieucategorie gevestigd, waaronder 2 afvalverwerkende bedrijven en een LPG-tankstation. In provinciaal beleid is vastgelegd dat uitbereiding van het bedrijventerrein niet mogelijk is. 3.3.2 Energie Op het industrieterrein zijn kansen voor een gezamenlijke aanpak van diverse zaken, zoals energie-inkoop en –besparing. Deze gezamenlijke zaken zijn samen te vatten onder ‘revitalisering’. Een gezamenlijke energie-inkoop alsmede een gezamenlijke Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
14
aanpak voor energie-onderzoek en –besparing heeft een positieve invloed op het imago van de gemeente en leidt tot een kostenbesparing.
Ambitiekeuze 7 Revitalisering bedrijventerrein 3.3.3 Bodem Op het bedrijventerrein is een groot deel van de bedrijven van Millingen aan de Rijn gesitueerd. Qua bodembedreigende activiteiten zijn hier de grootste bronnen te vinden (tankstation, autoschadebedrijven, metaalbewerkende bedrijven, wasplaatsen, opslag gevaarlijke (afval)stoffen e.d.). De bodemkwaliteit dient ook op het bedrijventerrein behouden worden; dit kan worden bereikt door adequate vergunningverlening en handhaving. Ambitiekeuze 8 Behoud bodemkwaliteit 3.3.4 Externe veiligheid Het bedrijventerrein in Millingen aan de Rijn is vrij compact. Op het terrein zitten diverse bedrijven waarbij externe veiligheid aan de orde is, zoals een LPGtankstation. Om nieuwe ontwikkelingen niet te belemmeren, is een stand-still noodzakelijk waarbij geen toename is van het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). In provinciaal beleid is vastgelegd dat uitbereiding van het bedrijventerrein niet mogelijk is. Ambitiekeuze 9 Stand-still principe externe veiligheid op het bedrijventerrein 3.3.5 Afval Het bedrijventerrein van Millingen aan de Rijn ligt direct aan de westelijke ingang van de gemeente. Het terrein wordt regelmatig gebruikt als stallings- en overnachtingslocatie. Faciliteiten voor afvalinzameling ontbreken en kunnen daardoor leiden tot zwerfvuil, hetgeen onwenselijk is. Ambitiekeuze 10 Zwerfvuil op het industrieterrein moet worden tegengegaan Op het industrieterrein wordt door diverse inzamelaar (gevaarlijke) afvalstoffen ingezameld. Diverse inzamelaars betekent een veelvoud van transportbewegingen. Als dit wordt teruggebracht tot 1 inzamelaar, betekent dit enerzijds minder milieukilometers, maar ook een beter scheidingsresultaat en lagere kosten. Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
15
Eén inzamelaar betekent tevens dat bedrijfsafvalstoffen niet meer worden ingezameld met particuliere afvalstoffen (glas, papier, kunststof en restafval) wat een gunstig effect zal hebben op de gemeentelijke afvalkosten. Ambitiekeuze 10 Gezamenlijke inzameling van afval op het bedrijventerrein stimuleren en optimaliseren. In overleg met bedrijven de mogelijkheden te bespreken. 3.4 Woongebied 3.4.1 Algemeen Millingen aan de Rijn heeft een compact woongebied met sportvelden en een verspreid liggende winkels. Belangrijkste weg is de Heerbaan, die vooral dient als doorgangsweg naar Duitsland en Ubbergen voor forensisch- en vrachtverkeer. 3.3.2 Biodiversiteit en natuur Er is weinig groen/natuur in het woongebied van Millingen. Behoud en optimalisatie van het reeds aanwezige groen is daarom noodzakelijk. Behoud begint bij goede voorlichting en educatie. Ambitiekeuze 11 Optimalisatie groen in woonwijken Ambitiekeuze 12 Voorlichting/educatie van groen en natuur 3.3.3 Afval De afvalinzameling in het woongebied is enerzijds de haalmethode (huis-aan-huis inzameling) van restafval, GFT, metaal en kunststofverpakkingen en anderzijds de brengmethode (textiel-, glas- en papiercontainers en de milieustraat/gemeentewerf). In de afgelopen jaren is met name de inzameling van glas en textiel door betere faciliteiten en voorlichting geoptimaliseerd en daardoor sterk verbeterd. Diverse afvalstromen kunnen echter nog worden verbeterd. De huidige inzamelbrengcontainers zijn soms de bron voor zwerfvuil zodat blijvende aandacht hiervoor noodzakelijk is. Ambitiekeuze 13 Zwerfvuil in de woonwijken moet worden tegengegaan. In overleg met school bekijken of voorlichting over zwerfafval gegeven kan worden. Ambitiekeuze 14 De inzameling van afval in de woonwijken moet worden gestimuleerd en geoptimaliseerd Ambitiekeuze 15 Blijvende voorlichting voor afvalscheiding Ambitiekeuze 16 De mogelijkheid van een kringloopbedrijf moet worden onderzocht Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
16
3.3.4 Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen is noodzakelijk om bij te dragen aan het beperken van het gebruik van op termijn eindige en niet hernieuwbare grondstoffen. De gemeente maakt bij alle planvorming voor het woningbouwprogramma gebruik van het Nationaal Pakket Stedenbouw waarbij per bouwproject de kansen voor milieuduurzaamheid in beeld worden gebracht. De gemeente wil duurzaam en energiezuinig bouwen stimuleren; dat kan enerzijds door de voorlichting te intensiveren en anderzijds door verlaging van de bouwleges. Ambitiekeuze 17 Voorlichting van duurzaam bouwen intensiveren Ambitiekeuze 19 Duurzaam bouwen moet dusdanig worden gestimuleerd door leges te koppelen aan prestaties dat meer wordt bereikt dan de landelijke prestatie-eisen
3.5 Millingerwaard 3.5.1 Algemeen De Millingerwaard is als natuurgebied de trots van de gemeente Millingen aan de Rijn en maakt deel uit van de Gelderse Poort dat aangewezen is als Natura 2000gebied. De Millingerwaard wordt beheerd door het Wereld Natuur Fonds en Staatsbosbeheer en het is een gebied waar de natuur zoveel mogelijk haar gang kan gaan. Enerzijds willen we bevorderen dat de Millingerwaard een gebied is waar toeristen graag vertoeven, maar anderzijds is behoud en versterking van de Millingerwaard als natuurgebied zeer gewenst. Dit kan echter een conflicterende situatie opleveren.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
17
Foto: ingang Millingerwaard
Ambitiekeuze 18 Uitbreiding en versterking van natuur/biodiversiteit Ambitiekeuze 19 Bescherming van groen en natuur in de Millingerwaard Ambitiekeuze 20 Toerisme in Millingerwaard mogelijk met maatregelen 3.3.2 Afval Toerisme in de Millingerwaard brengt ook de nodige problemen op afvalgebied met zich mee. Voorlichting, motivatie maar ook een goede facilitering voor afvalinzameling is daarom noodzakelijk. Ambitiekeuze 20 Geen zwerfvuil in de Millingerwaard 3.3.3 Externe veiligheid De Millingerwaard is een vrij groot gebied waarin in het verleden diverse bedrijven waren gevestigd. Nieuwe ontwikkelingen maar ook een toename van het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) zijn ongewenst om het karakter van het natuurgebied te waarborgen. Ambitiekeuze 22 Geen toename van bronnen externe veiligheid
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
18
4. Samenvatting Speerpunten, Ambitiekeuzen & Toetsingscriteria 2013-2016 4.1 Inleiding De leden van de Commissie van Advies hebben in twee sessies de speerpunten en het ambitieniveau geformuleerd. In de op te stellen jaarplannen zal concreet bekeken worden welk ambitieniveau (o.a. kostenaspect) haalbaar is. Hieronder treft u een overzicht aan. 4.2 Inventarisatie speerpunten en ambitiekeuzen Beleidsthema Afval
Vergunningverlening en handhaving
Groen en natuurbeleid Communicatie en voorlichting Duurzaam bouwen Gebied Buitengebied
Speerpunt: 1. Zwerfafval dient blijvend te worden
opgeruimd en te worden voorkomen 2. De afvalscheiding dient geoptimaliseerd te worden en te blijven 3. Milieuvergunningverlening moet op een adequaat niveau blijven. 4. Milieuhandhaving moet op een adequaat niveau blijven. Dit niveau is ‘voldoen aan de wettelijke taken’. Op 30 oktober 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om het handhavingsbeleid milieu voor wat betreft de prioritering van de handhaving via de risicomodule van Oranjewoud aan te passen. 5. Natuur/groen moet blijvend geïntensiveerd worden 6. Door communicatie en voorlichting moet de bewustwording en burgerparticipatie worden versterkt 7. Controle en handhaving op duurzaam bouwen (waar dit wettelijk mogelijk is) Ambitiekeuze: 1. Agrarische bedrijven moeten gestimuleerd worden om energiekansen te pakken en toe te passen 2. Voorlichting voor energiemaatregelen moet geïntensiveerd worden 3. Energiekansen mogen geen verrommeling van het buitengebied tot gevolg hebben 4. Het buitengebied van Millingen aan de Rijn leent zich vanwege landschappelijke aspecten niet voor windmolens
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
19
5. Het groen in het buitengebied moet
Bedrijventerrein
Woongebied
Millingerwaard
worden behouden en versterkt, bijvoorbeeld door herplantplicht 6. Zwerfvuil in het buitengebied moet worden voorkomen 7. Revitalisering bedrijventerrein 8. Behoud bodemkwaliteit 9. Stand-still principe externe veiligheid op het bedrijventerrein. In provinciaal beleid is vastgelegd dat uitbereiding van het bedrijventerrein niet mogelijk is. 10. Gezamenlijke inzameling van afval op het bedrijventerrein stimuleren en optimaliseren 11. Optimalisatie groen in woonwijken 12. Voorlichting/educatie van groen en natuur 13. Zwerfvuil in de woonwijken moet worden tegengegaan. In overleg met school bekijken of voorlichting over zwerfafval gegeven kan worden. 14. De inzameling van afval in de woonwijken moet worden gestimuleerd en geoptimaliseerd 15. Blijvende voorlichting voor afvalscheiding 16. De mogelijkheid van een kringloopbedrijf moet worden onderzocht 17. Voorlichting van duurzaam bouwen intensiveren 18. Uitbreiding en versterking van natuur/biodiversiteit 19. Bescherming van groen en natuur in de Millingerwaard 20. Geen zwerfvuil in de Millingerwaard
5. Uitvoering en monitoring 5.1 Uitvoering Uitvoering van de beleidsnota vindt plaats via het jaarlijks door de raad vast te stellen milieuprogramma op voordracht van het college van burgemeester en wethouders. Het milieuprogramma wordt daarbij zoveel mogelijk afgestemd op de in de programmabegroting benoemde acties op milieugebied.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
20
5.2 Monitoring Het milieujaarverslag wordt jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders opgesteld met als leidraad de milieuacties uit de programmabegroting en milieuprogramma. Het milieujaarverslag wordt aangevuld met relevante informatie over uitgevoerde milieuacties die zich hebben voorgedaan en niet waren voorzien. Een verbijzondering van de uitvoering van de handhaving vindt plaats via het jaarverslag handhavinguitvoeringsprogramma dat door het college wordt vastgesteld en als raadsinformatie wordt aangeboden aan de raad.
5.3 Personeel en financiën Uitgangspunt in het milieubeleidsplan is dat uit te voeren activiteiten in beginsel worden gedaan met de beschikbare financiële middelen binnen de begroting en binnen de bestaande formatie. Door aan te sluiten bij andere/bestaande projecten blijven de meerkosten van de te nemen maatregelen zo laag mogelijk.
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
21
Colofon Foto voorzijde: Activiteitenbord Rijndijk Auteurs Tony Agterberg, gemeente Groesbeek Karo Velthoven, gemeente Groesbeek Foto’s Sjaak Neijenhuis, gemeente Groesbeek Vormgeving Hedi Delheij, gemeente Groesbeek Informatie Karo Velthoven, e-mail:
[email protected] .
Concept Milieubeleidsplan Millingen aan de Rijn 2013-2016
22