Ontwerp milieubeleidsplan 2011-2015
Openbaar onderzoek 10-05-2011 tot en met 18-07-2011
Gemeentebestuur Diepenbeek Dorpsstraat 14 3590 Diepenbeek
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Duurzame ontwikkeling........................................................................................................................... 6 (Ver)bouwen en wonen......................................................................................................................... 10 Energie................................................................................................................................................... 15 Afvalpreventie en selectieve inzameling............................................................................................... 20 Biodiversiteit ......................................................................................................................................... 24 Actietabel duurzame ontwikkeling........................................................................................................ 27 Actietabel (ver)bouwen en wonen........................................................................................................ 28 Actietabel energie ................................................................................................................................. 30 Actietabel afvalpreventie en selectieve inzameling.............................................................................. 32 Actietabel biodiversiteit ........................................................................................................................ 34
Inhoudsopgave
3
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
INLEIDING Voor u ligt het derde milieubeleidsplan van de gemeente Diepenbeek. Het eerste milieubeleidsplan (2000-2004) tekende de krijtlijnen voor het milieubeleid in Diepenbeek uit aan de hand van verschillende thema’s. Zijn opvolger, het milieubeleidsplan 2005-2009, volgde strikt de opbouw en de verplichte acties uit de samenwerkingsovereenkomst 2002-2007. Met dit nieuwe milieubeleidsplan willen we het anders aanpakken. Geen dik boek meer met een opsomming van acties en projecten die we willen uitvoeren, maar wel kort en krachtig een aantal doelstellingen die we tijdens de planperiode 2011-2015 willen bereiken. Het is dan ook niet de bedoeling om met dit plan het volledige milieu- en natuurbeleid van de gemeente te beschrijven. Eerder dan dat willen we een aantal thema’s in de kijker plaatsen waaraan we de komende jaren extra aandacht willen besteden. De uiteindelijke doelstellingen moeten ambitieus, maar ook haalbaar zijn, rekening houdend met de budgettaire beperkingen. De gemeente wil in de eerste plaats een voorbeeldfunctie opnemen. Daarnaast wil ze haar inwoners stimuleren om mee inspanningen te leveren om die voorbeeldfunctie waar te maken. Op basis van de aandachtspunten uit het algemeen beleidsplan en de samenwerkingsovereenkomst werden volgende thema’s gekozen:
Duurzame ontwikkeling (Ver)bouwen en wonen Energie Afval Biodiversiteit
Om een vlot leesbaar document te maken geven we per thema een antwoord op de volgende vragen:
Waar gaat het over? Wat wil de gemeente bereiken? Hoe gaan we dit bereiken? Hoe gaan we het meten?
Met deze opbouw geven we een algemene beschrijving van het thema en de problematiek, een stand van zaken binnen onze gemeente en heldere, meetbare doelstellingen. Het gaat om vijf algemene thema’s met belangrijke uitdagingen voor de toekomst. Thema’s die we vertalen naar onze Diepenbeekse realiteit. We gaan na wat het thema voor ons precies inhoudt, wat we er al rond gedaan hebben, welke doelen we onszelf stellen, hoe we die willen bereiken, en hoe we die kunnen meten. Aan het einde van het milieubeleidsplan vindt u een tabel met alle acties en bijhorende timing en budget.
Inleiding
5
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
DUURZAME ONTWIKKELING Waar gaat het over? Onder duurzaam ontwikkeling verstaan we een toekomstgericht beleid waarbij gezocht wordt naar een evenwichtige balans tussen economische, maatschappelijke, politieke en ecologische belangen met respect voor het leven, de veiligheid en behoeften van mens, dier en natuur nu en in de toekomst, lokaal, regionaal en (inter)nationaal. Het beleid moet leiden tot een duurzame en veilige leefomgeving met een beperkte aantasting van natuur en natuurlijke hulpbronnen en waar mogelijk herstel hiervan. Milieu en duurzaamheid worden hierbij volwaardig geïntegreerd in andere beleidsvelden (bijvoorbeeld het ruimtelijk en economisch beleid). Om de weg naar een duurzame samenleving te realiseren, kunnen lokale besturen een belangrijke rol op zich nemen. Als gemeentebestuur staan we het dichtst bij de bevolking. Door deze positie kunnen we maatschappelijke veranderingen stimuleren.
Wat wil de gemeente bereiken? Duurzaamheid moet de rode draad vormen in het hele beleid van de gemeente. Hiervoor willen we duurzame ontwikkeling nog meer integreren in andere beleidsdomeinen. Daarnaast willen we de bevolking van Diepenbeek zo veel en zo goed mogelijk sensibiliseren en informeren over duurzame ontwikkeling.
We zijn al goed op weg … De gemeente heeft sinds 2006 een duurzaamheidsambtenaar en sinds 2008 een noord-zuid ambtenaar. Sindsdien wordt er al meer aandacht besteed aan duurzaamheids- en sociale aspecten bij aankopen en werden de eerste stappen gezet in de FairTradeGemeente-campagne en de SchoneKleren-campagne.
… maar we zullen beter. Doelstellingen voor deze planperiode:
De gemeente Diepenbeek behaalt het FairTradeGemeente-label. Er worden duurzaamheidscriteria opgenomen in de bestekken , indien dit relevant is. Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij de bevolking. Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij handelaars en horeca.
Duurzame ontwikkeling
6
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Hoe willen we dit bereiken? De gemeente Diepenbeek behaalt het FairTradeGemeente-label Eerlijke handel is een handelspartnerschap, gebaseerd op dialoog, transparantie en respect, dat streeft naar meer rechtvaardigheid in de internationale handel. Eerlijke handel draagt bij tot duurzame ontwikkeling door betere handelsvoorwaarden te bieden aan en de rechten veilig te stellen van achtergestelde producenten en arbeiders vooral in het Zuiden. De thematiek van fair trade raakt aan verschillende beleidsdomeinen, namelijk: duurzame ontwikkeling, milieu en noord-zuid. De ‘FairTradeGemeente campagne’ wordt dan ook ondersteund door de respectievelijke diensten. Om de titel ‘FairTradeGemeente’ te bekomen, moet er voldaan worden aan 6 criteria: 1. Het lokale bestuur keurt een resolutie goed die FairTrade ondersteunt en beslist om koffie en nog minstens één ander product dat gecertificeerd is door Max Havelaar aan te kopen voor vergaderingen, op kantoor en in de cafetaria’s. Verder verplichten ze zichzelf om het bewustzijn rond FairTrade op regelmatige basis te promoten via hun eigen informatiekanalen en andere lokale media. 2. Minstens twee FairTradeproducten moeten duidelijk beschikbaar zijn in minstens vier plaatselijke winkels in Diepenbeek. FairTrade-producten moeten ook geserveerd worden in minstens twee Diepenbeekse horecazaken. 3. FairTradeproducten worden gebruikt door een aantal lokale bedrijven en in organisaties (scholen, verenigingen, kerken, enz.). Hier worden educatieve campagnes georganiseerd om de kennis en de betrokkenheid met FairTrade te vergroten. 4. Het verkrijgen van regelmatige media-aandacht voor de campagne. 5. Er is een lokale trekkersgroep actief die de nodige initiatieven neemt om de titel te behalen. Nadien zorgt hij voor de continuïteit van de FairTradeGemeente. De groep is verantwoordelijk voor een jaarlijkse beoordeling waaruit moet blijken dat de gemeente nog steeds voldoet aan de zes criteria. 6. Er wordt in Diepenbeek een nieuw initiatief gelanceerd dat lokale consumptie en productie van duurzame voedingsproducten stimuleert. Er wordt over dit initiatief duidelijk gecommuniceerd. Deze campagne heeft enerzijds een sensibiliserend doel, maar vereist ook verandering in het aankoop- en consumptiegedrag van bepaalde instanties, zoals het gemeentebestuur, scholen, verenigingen, bedrijven en horeca. Het gaat hier zowel om FairTrade-producten als om lokaal geproduceerde producten. Een lokale trekkersgroep neemt de nodige initiatieven om het label te behalen.
Duurzame ontwikkeling
7
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Er worden duurzaamheidscriteria opgenomen in de bestekken, indien dit relevant is Op dit moment geeft de duurzaamheidsambtenaar advies over quasi alle bestekken. Afhankelijk van het advies worden de bestekken aangepast en worden duurzame criteria opgenomen. Voor eenvoudig haalbare eisen geldt de duurzame norm als minimale norm. Voor moeilijk haalbare criteria tellen de duurzame criteria als ‘plus’ of als wegingsfactor. Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij de bevolking Om deze doelstelling te bereiken wordt de e-portemonnee ingevoerd. De e-portemonnee is een elektronisch spaar- en beloningssysteem waarmee je door duurzaam en milieuvriendelijk gedrag punten kan verdienen. Deze punten kan je gebruiken als betaalmiddel voor milieuvriendelijke producten, maar in de toekomst ook voor korting op voorstellingen, … De e-portemonnee wil dagdagelijks gedrag dat een verschil kan maken in de kijker zetten én belonen. Dit systeem wordt al in enkele gemeenten toegepast en wordt ondersteund door Bond Beter Leefmilieu en Limburg.net. De e-portemonnee kan ook gebruikt worden om bestaande initiatieven of activiteiten extra in de verf te zetten door ook hier punten voor te geven. In dit beleidsplan zijn een aantal acties opgenomen waarvoor men punten kan verdienen via de e-portemonnee. Daarnaast zullen nog andere verdienacties opgenomen worden in deze e-portemonnee. Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij handelaars en horeca We willen rond deze doelgroep werken omdat handelaars en horeca een rechtstreekse invloed hebben op het consumptiegedrag van de Diepenbekenaren. In eerste instantie willen we in kaart brengen wat de handelaars en horeca-uitbaters al doen op gebied van duurzaamheid. We denken hierbij aan het aanbieden van lokale en FairTrade-producten, keuze tussen kleine en grote porties om voedselverspilling te vermijden, gebruik van gesloten diepvriezers, … Nadien willen we door gerichte acties de handelaars en horeca-uitbaters aansporen om extra inspanningen te leveren.
Hoe gaan we het meten De gemeente Diepenbeek behaalt het FairTradeGemeente-label De vooruitgang van deze doelstelling is eenvoudig te bepalen aan de hand van het behalen van de 6 verschillende criteria. Indien de gemeente Diepenbeek effectief het label verkregen heeft aan het einde van deze planperiode is deze doelstelling bereikt. Er worden duurzaamheidscriteria opgenomen in alle bestekken, indien dit relevant is Maandelijks worden de geagendeerde bestekken vergeleken met de gescreende bestekken. Indien er bestekken niet behandeld werden door de duurzaamheidsambtenaar, wordt dit besproken met de dienst overheidsopdrachten. Steekproefsgewijs worden de bestekken bekeken om na te gaan of de duurzame adviezen verwerkt werden.
Duurzame ontwikkeling
8
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij de bevolking De vooruitgang van deze doelstelling wordt beoordeeld aan de hand van de respons op de eportemonnee. Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij handelaars en horeca De vooruitgang van deze doelstelling wordt gemeten door een vergelijking van de nulmeting (eerste inventarisatie) met eenzelfde inventaris op het einde van deze planperiode.
Duurzame ontwikkeling
9
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
(VER)BOUWEN EN WONEN Waar gaat het over? (Ver)bouwen en wonen heeft een grote impact op het milieu. Zowel de bouwfase als het gebruik van een gebouw heeft invloed op het milieu. Dit hoofdstuk gaat over verschillende types gebouwen: zoals woningen, kantoorgebouwen, … Om de leesbaarheid te bevorderen worden steeds de termen woning en bewoner gebruikt. Ruimte Nieuwbouw zorgt voor ruimte-inname. Deze ruimte is niet meer beschikbaar voor andere toepassingen. Bovendien zorgt dit voor een extra verharding van de bodem waardoor er lokaal minder hemelwater in de bodem kan dringen. Dit kan wateroverlast tot gevolg hebben. Materialen Voor de bouw van een woning zijn verschillende materialen nodig. De klassieke bakstenen woning is voornamelijk opgetrokken uit eindige materialen. De voorraad aan deze materialen is beperkt. Bovendien betekent de winning ervan vaak een roofbouw op de natuur. Er worden echter steeds meer woningen opgetrokken uit hergroeibare materialen zoals hout voor een houtskeletbouw of stro voor een strobalenwoning. Ook binnen het gamma hergroeibare materialen zijn er nog gradaties in milieuvriendelijkheid. Zo kan men hout winnen uit duurzaam beheerde bossen, wat men aantoont door o.a. een FSC-label of PEFC-label, maar het hout kan ook roofhout zijn dat gewonnen werd in natuurgebieden. Water Door de ruimte-inname van een nieuwe woning of uitbreiding van een woning is er minder grondoppervlak beschikbaar om het hemelwater in de bodem te laten indringen. Dit kan lokaal voor wateroverlast zorgen. Bovendien verbruikt men in Vlaanderen per persoon zo’n 110 liter water per dag, wat de grondwaterreserves onder druk zet. Door water rationeel te gebruiken (spaardouchekop, spaartoetsen op het toilet, …) kan men al heel wat besparen. Hemelwater opvangen en gebruiken heeft een dubbel voordeel: de overlast ter plaatse wordt beperkt en het verbruik van leidingwater daalt, zodat de waterreserves minder snel uitgeput geraken. Het hemelwater kan voor verschillende nuttige toepassingen gebruikt worden. In de zomer is het ideaal om de tuin mee te sproeien. Met een filter kan het water ook gebruikt worden om de toiletten mee door te spoelen (gemiddeld 1/3e van het waterverbruik) en voor de was (gemiddeld 1/5e van het waterverbruik). Voor persoonlijke hygiëne (douche en afwas) is het niet geschikt.
(Ver)bouwen en wonen
10
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Energie Zowel het plaatsen van een gebouw als het gebruiken nadien vereist energie. In de bouwfase kan men verschillende maatregelen nemen om het energiegebruik, zowel tijdens de bouwfase als tijdens de bewoningsfase, te beperken. Bij de bouw wordt energie verbruikt om de toestellen aan te drijven die op de werf aanwezig zijn. De winning en de productie van de gebruikte materialen zelf vergen vaak veel energie (gebakken bakstenen, aluminium raamprofielen, …). De aanvoer van materialen en de afvoer van bouwafval vereist brandstoffen. Sommige materialen hebben een hele weg afgelegd vooraleer ze in een woning terecht komen. Door te kiezen voor lokale producten en natuurlijke materialen (bijv. hout) daalt de energiebehoefte tijdens de bouw. Verschillende maatregelen tijdens het bouwen, kunnen in de toekomst het verbruik doen zakken. De Vlaamse overheid legt hier ook eisen voor op. Oorspronkelijk werd aan woningen enkel een isolatienorm (K-waarde) opgelegd. Deze norm houdt rekening met de isolerende waarde van muren, daken, vloeren en ramen. Isolatie heeft echter enkel invloed op het verbruik voor verwarming en koeling. Onder invloed van Europese regelgeving werden de normen uitgebreid en werd op 1 januari 2006 de energieprestatieregelgeving ingevoerd. Deze regelgeving houdt naast het isolatiepeil ook rekening met ventilatie, verwarmingsinstallatie, maatregelen tegen oververhitting, … Voor kantoorgebouwen houdt men bovendien ook rekening met de verlichting. Dit leidt allemaal samen tot één cijfer, met name het e-peil. Bij de aanvraag van een bouwvergunning sinds 1 januari 2010 mag het e-peil van een woning maximaal 80 bedragen. Het maximale e-peil zal stelselmatig dalen in de komende jaren. Het verbruik van elektriciteit door apparaten kan men beperken door zuinige toestellen te kiezen en deze correct te gebruiken. Dit wordt besproken in het hoofdstuk energie.
Wat wil de gemeente bereiken? De gemeente wil een duurzaam gebouwenbestand waarbij zowel in de bouwfase als in de gebruiksfase het verbruik van grondstoffen, water en energie tot een minimum beperkt is, zonder hierbij aan comfort in te boeten. De gemeente wil de bestaande acties minstens behouden en uitbreiden met nieuwe doelstellingen en acties. Aangezien er ook gemeentelijke bouwprojecten uitgevoerd worden door het Autonoom GemeenteBedrijf (AGB) dienen de doelstellingen van het hoofdstuk (Ver)bouwen en wonen onderschreven te worden door het AGB.
We zijn al goed op weg … De gemeente heeft al enkele stappen in de goede richting gezet. Percelen van de verkaveling Dorpheide IV werden goedkoper verkocht met als voorwaarde dat men aan enkele duurzame voorwaarden moet voldoen zoals een strenger e-peil (75 en 60), beperking van waterdichte verhardingen, groene erfafsluitingen, …
(Ver)bouwen en wonen
11
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Voor eigen nieuwbouw doet de gemeente beroep op het Steunpunt Duurzaam Bouwen en haar Platform Duurzaam Bouwen. Zij begeleiden de gemeente naar een duurzamer ontwerp. Voor inwoners biedt de gemeente een tussenkomst aan voor een planadvies bij nieuwbouw en verbouwing. De gemeente geeft al verschillende jaren een subsidie voor de aanleg van een hemelwaterput bij een bestaande woning en voor de aanleg van een groendak.
… maar we zullen beter. Doelstellingen voor deze planperiode: Eigen werking
Bij nieuwbouw wordt de voorkeur gegeven aan passiefbouw. Indien dit technisch niet mogelijk is, moet het e-peil voor de nieuwbouw minimum 20 e-peilpunten lager liggen dan de op dat moment geldende norm voor dat type gebouw Vanaf de beginfase van gemeentelijke bouwprojecten wordt er rekening gehouden met duurzaamheidscriteria. Alle gemeentelijke gebouwen worden gescreend op de haalbaarheid van hergebruik van hemelwater en dit wordt toegepast waar mogelijk.
Bevolking
Het gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen in het (ver)bouwproces wordt aangemoedigd. Het gemiddeld e-peil van alle ingediende EPB-aangiftes ligt lager dan de op het moment van de bouwaanvraag geldende norm. Voor het eerste jaar van de invoering van een nieuwe norm ligt dit e-peil 10 punten lager, nadien 5 punten per jaar lager (zie tabel). jaar aanvraag 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
(Ver)bouwen en wonen
e-peil-eis E100 E100 E100 E100 E80 E80 E70 (ontwerpbesluit) E70 (ontwerpbesluit) E60 (ontwerpbesluit) E60 (ontwerpbesluit)
doel max. e-peil E90 E85 E80 E75 E70 E65 E60 E55 E50 E45
12
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Hoe gaan we dit bereiken. Bij nieuwbouw wordt de voorkeur gegeven aan passiefbouw. Indien dit technisch niet mogelijk is, moet het e-peil voor de nieuwbouw minimum 20 e-peilpunten lager liggen dan de op dat moment geldende norm voor dat type gebouw
Bij nieuwe ontwerpen maximaal gebruik maken van beschikbare begeleidingen door het Steunpunt Duurzaam Bouwen of andere geschikte instanties. Bij elke keuze voor het planontwerp consequent kiezen voor de meest e-peil-gerichte oplossing. Bij de budgetraming wordt voldoende ruimte gelaten voor het implementeren van duurzame technieken en oplossingen. De aankoop/bouw van nieuwe gebouwen is in handen van het Autonoom Gemeente Bedrijf (AGB). We willen bereiken dat het AGB onze doelstellingen onderschrijft. Er worden processen uitgewerkt waarbij duurzaamheidscriteria reeds mee opgenomen worden vanaf de beginfase van gemeentelijke bouwprojecten.
Vanaf de beginfase van gemeentelijke bouwprojecten wordt er rekening gehouden met duurzaamheidscriteria.
Via een vaste procedure worden de dienst duurzaam beleid en andere diensten in een vroeg stadium van een project betrokken zodat ze tijdig hun advies kunnen geven. De aankoop/bouw van nieuwe gebouwen is in handen van het Autonoom Gemeente Bedrijf (AGB). We willen bereiken dat het AGB onze doelstellingen onderschrijft. Er worden processen uitgewerkt waarbij duurzaamheidscriteria reeds mee opgenomen worden vanaf de beginfase van gemeentelijke bouwprojecten.
Alle gemeentelijke gebouwen worden gescreend op de haalbaarheid van hergebruik van hemelwater en dit wordt toegepast waar mogelijk.
Alle gemeentelijke gebouwen worden gescreend op de mogelijkheid van de installatie van een hemelwaterput. Waar mogelijk worden deze putten geïnstalleerd en in gebruik genomen voor minstens enkele toiletten.
Het gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen in het (ver)bouwproces wordt aangemoedigd.
Planadvies gedeeltelijk subsidiëren i.s.m. de provincie, zolang dit aanbod beschikbaar blijft en verplichten via de verkoopsovereenkomst voor gemeentegronden. In dit laatste geval wordt het planadvies volledig gesubsidieerd door de gemeente. Voor het gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen worden punten gegeven binnen de e-portemonnee.
Een gemiddeld e-peil van alle ingediende EPB-aangiftes dat lager ligt dan de op het moment van de bouwaanvraag geldende norm. Voor het eerste jaar van de invoering van een nieuwe norm ligt dit e-peil 10 punten lager, nadien 5 punten per jaar lager
Planadvies gedeeltelijk subsidiëren i.s.m. de provincie, zolang dit aanbod beschikbaar blijft en verplichten via de verkoopsovereenkomst voor gemeentegronden. In dit laatste geval wordt het planadvies volledig gesubsidieerd door de gemeente.
(Ver)bouwen en wonen
13
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Voor alle gemeentelijke bouwgronden die verkocht worden, geldt een maximale e-peilwaarde van minstens 20 punten lager dan de op dat moment geldende e-peileis. Maximale verwijzing naar infopunt voor duurzaam bouwen en informatie over subsidies, ondersteuning, ....
Hoe gaan we het meten? Bij nieuwbouw wordt de voorkeur gegeven aan passiefbouw. Indien dit technisch niet mogelijk is, moet het e-peil voor de nieuwbouw minimum 20 e-peilpunten lager liggen dan de op dat moment geldende norm voor dat type gebouw Het juiste e-peil kan berekend worden via de epb-databank. De invoer in deze databank is bovendien verplicht. Vanaf de beginfase van gemeentelijke bouwprojecten wordt er rekening gehouden met duurzaamheidscriteria Deze doelstelling is niet meetbaar. We moeten er wel voor zorgen dat de voorgestelde procedure steeds gevolgd wordt. Alle gemeentelijke gebouwen worden gescreend op de haalbaarheid van hergebruik van hemelwater en dit wordt toegepast waar mogelijk. Deze doelstelling wordt opgevolgd via het aantal gescreende gebouwen en het aantal toegepaste hemelwaterinstallaties. Het gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen in het (ver)bouwproces wordt aangemoedigd. Deze doelstelling wordt opgevolgd via het aantal afgeleverde planadviezen en het aantal aanvragen binnen de e-portemonnee. Een gemiddeld e-peil van alle ingediende EPB-aangiftes dat lager ligt dan de op het moment van de bouwaanvraag geldende norm. Voor het eerste jaar van de invoering van een nieuwe norm ligt dit e-peil 10 punten lager, nadien 5 punten per jaar lager Voor het bepalen van de waarde van de doelstelling dient het jaar van de bouwaanvraag als referentie. Voor de opvolging van deze doelstelling worden de gegevens van de ingediende eindverklaringen jaarlijks opgevraagd bij VEA. Omdat men de eindverklaring soms pas verschillende jaren na de bouwaanvraag indient, zullen deze getallen jaarlijks fluctueren.
(Ver)bouwen en wonen
14
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ENERGIE Waar gaat het over? Energie is niet meer weg te denken in de huidige westerse maatschappij. Alle processen draaien op energie. Dit is enerzijds elektriciteit en anderzijds fossiele brandstoffen voor de verwarming en het vervoer. Energie is noodzakelijk voor productie, mobiliteit, huishoudens, administraties, … De opwekking en het verbruik van energie brengen vervuiling, broeikasgassen (en dus opwarming van de aarde) en/of (kern)afval met zich mee. Bovendien zijn de meeste gangbare bronnen van energie eindig. Dit kan op termijn, als er geen maatregelen genomen worden, leiden tot ‘piekolie’. Piekolie is het punt waar de aanvoer van olie niet meer kan voldoen aan de vraag ernaar. Energie blijft noodzakelijk om het maatschappelijk apparaat draaiende te houden. De piekolie is een reëel gegeven, maar kan uitgesteld worden. De twee belangrijkste mogelijkheden om het verbruik van energie via fossiele brandstoffen en kernenergie te doen dalen zijn het beperken van de energievraag en de alternatieve energieopwekking. Beperken van de vraag Het beperken van de vraag moet altijd het eerste aandachtspunt zijn. Energie die men niet nodig heeft, moet men immers niet opwekken. Verschillende (inter)nationale labels helpen de consument bij zijn aankopen. De A++ tot F-labels zijn een indicatie voor het verbruik van huishoudelijke apparaten. Energystar is een label voor verschillende elektronische apparaten. Andere labels, zoals het Blaue Engel-label en het Ecolabel, houden ook rekening met andere milieuaspecten naast energie. Het is stilaan de weg zoeken door het labelbos. Op websites als www.energievreters.be en www.topten.be kan men zich voorbereiden bij de aankoop van nieuwe toestellen. Verwarming neemt zo’n 75 % van de energievraag van een huishouden voor zich. De warmtevraag kan beperkt worden door een goede isolatie en beglazing, een efficiënt verwarmingssysteem en het juiste gebruik van de verwarming. Ook hier biedt een bos aan subsidies en acties de nodige stimulansen om maatregelen te nemen. Alternatieve energieopwekking Verschillende alternatieve energiebronnen zijn aan een opmars begonnen en de pv-panelen nog het meest. Door het huidige subsidieklimaat zijn PV-panelen een veiligere investering dan de beurs want ze bieden immers 20 jaar lang een gegarandeerde opbrengst. Deze oversubsidiëring leidt echter tot overproductie, wat de eerste stap in gevaar brengt, met name het beperken van de vraag. Wat men produceert mag immers op. Op huishoudelijk niveau kan men ook kiezen voor een zonneboiler of een warmtepomp, maar ook hier mag men niet uit het oog verliezen dat de eerste stap het beperken van de vraag is, waardoor men mogelijk zelfs een kleinere installatie kan plaatsen. Op grotere schaal zijn er alternatieve energiebronnen en technieken zoals warmtekrachtkoppeling, biomassa en hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie. Energie
15
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Mobiliteit Om zich te verplaatsen heeft men energie nodig. Dit kan zowel menselijke energie (te voet of per fiets) zijn, als fossiele of elektrische energie. De voorkeur gaat steeds naar niet-gemotoriseerde verplaatsingen. Per fiets of te voet is de actieradius echter beperkt tot zo’n vijf kilometer. Voor verdere verplaatsingen gaat de voorkeur naar collectief vervoer, met de trein of met de bus. Voor heel verre verplaatsingen heeft de trein de voorkeur boven het vliegtuig. Voor de gemotoriseerde verplaatsingen zijn diesel en benzine de populairste energiebronnen en ook het meest verspreid en makkelijk toegankelijk. Het nadeel van deze fossiele brandstoffen is dat de vervuiling gebeurt op de plaats waar het voertuig gebruikt wordt en dat deze energiebron eindig is. Bij elektrische voertuigen is er geen plaatselijke vervuiling, maar is de actieradius kleiner. Bovendien treedt er verlies op bij de omzetting van brandstof naar elektriciteit en het transport over het elektriciteitsnet. Opkomende alternatieven zijn hybride modellen, biobrandstoffen en waterstof als brandstof.
Wat wil de gemeente bereiken? Het verbruik van de traditionele energiebronnen fossiele energie en kernenergie doen dalen door enerzijds de energievraag te beperken en anderzijds alternatieve bronnen van energieopwekking aan te moedigen en hierbij de Lokale Kyotonorm te halen die de gemeente op 28 februari 2008 ondertekend heeft.
We zijn al goed op weg … In 2008 heeft de gemeente Diepenbeek het Kyoto-protocol ondertekend. Hiermee engageert ze zich om 7,5% minder energie te verbruiken tegen 2012. Hiervoor moet zij intern stappen ondernemen om haar eigen energieverbruik te verminderen. Daarnaast speelt de sensibilisatie van de burger een belangrijke rol en moet zij jaarlijks rapporteren over haar energieverbruik voor gebouwen, openbare verlichting en het wagenpark. In haar beleidsplan 2008-2013 heeft de gemeente volop de kaart van hernieuwbare energie getrokken. De geplande jaarlijkse investering in pv-panelen over de hele planperiode werd zelfs, onder invloed van de gewijzigde subsidieregeling, naar voor getrokken tot 2009 zodat alle geplande installaties reeds geplaatst zijn. Voor de aankoop van dienstvoertuigen houdt de gemeente rekening met de milieuvriendelijkheid van een wagen. Hiervoor wordt de ecoscore als vergelijkingsinstrument gebruikt. Het provinciebestuur Limburg heeft de ambitie om CO2 neutraal te worden tegen 2020. Omdat de gemeenten belangrijke partners zijn voor het realiseren van deze doelstelling, biedt de provincie ondersteuning bij het opzetten en het uitvoeren van een klimaatbeleid. In het kader hiervan zal de gemeente een gemeentelijk klimaatplan opstellen. Dit plan heeft tot doel de CO2-uitstoot te beperken. Bovendien werkt de gemeente, samen met de provincie, aan het uitwerken van een Duurzame Energiescan die dient na te gaan wat de potenties zijn van hernieuwbare energie in de gemeente. Energie
16
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
… maar we zullen beter. Doelstellingen voor deze planperiode: Eigen werking
Daling van het totale elektriciteits- en gasverbruik van de gemeentelijke gebouwen met 1 % per jaar, rekening houdende met de buitentemperatuur via graaddagen en de bezetting van het gebouw. Omschakeling naar 100 % groene stroom uiterlijk eind 2013. Stijging van de gemiddelde ecoscore van de gemeentelijke voertuigenvloot tot 45 tegen 2013. De huidige ecoscore is 37,27 (2008).
Bevolking
Daling van het gemiddelde elektriciteitsverbruik per inwoner met 0,5 % per jaar Daling van het gemiddelde gasverbruik per aangesloten gezin met 0,5 % per jaar Daling van het aantal autoverplaatsingen
Hoe gaan we dit bereiken. Eigen werking Daling van het totale elektriciteits- en gasverbruik van de gemeentelijke gebouwen met 1 % per jaar, rekening houdende met de buitentemperatuur via graaddagen en de bezetting van het gebouw.
Jaarlijks wordt één gemeentelijk gebouw doorgelicht op energieprestatie en aangepast waar nodig. Hiervoor wordt maximaal gebruik gemaakt van het aanbod van de netbeheerder. Energie-efficiëntie als criterium bij overheidsaankopen. Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie voor rationeel energiegebruik op het werk. Handhaven bestaande energieboekhouding en uitbreiden naar alle bestaande gemeentelijke gebouwen en de gebouwen die gedurende de planperiode bijkomend in gebruik genomen worden. De registratie van de meterstanden gebeurt uiterlijk eind 2013 voor alle gebouwen automatisch. Hiervoor zal de gemeente aansluiten bij het ESCO-project van Infrax. Hierbij wordt voor alle gebouwen met een verbruik van meer dan 10000 kWh elektriciteit en meer dan 30000 kWh gas telemetrie voorzien door Infrax. Voor de gebouwen met een lager verbruik zal de gemeente zelf telemetrie moeten voorzien. Hierbij zal per gebouw bekeken worden of de mogelijke besparing opweegt tegen de investering. Uitwerken en uitvoeren klimaatplan.
Omschakeling naar 100 % groene stroom uiterlijk eind 2013.
De aanbesteding voor elektriciteit gebeurt via de provinciale aanbesteding. We zullen bij de provincie lobbyen voor het toevoegen van een optie 100% groene stroom bij de provinciale aanbesteding.
Energie
17
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Stijging van de gemiddelde ecoscore van de gemeentelijke voertuigenvloot tot 45 tegen 2013
Jaarlijkse registratie en update van het voertuigenpark via MTV-web. Ecoscore blijvend als voorwaarde opnemen in bestekken voor de aankoop van voertuigen. Systematisch te verouderde voertuigen vervangen door nieuwe, milieuvriendelijkere types. Aankoop van een elektrisch voertuig.
Stijging van het aantal woon-werkverplaatsingen per fiets met 5% tijdens het eerste jaar en nadien 1% per jaar
Fietsproject opstarten met goedkoper fietsmateriaal voor fietsende personeelsleden Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie organiseren voor duurzaam woon-werkverkeer voor het personeel.
Bevolking Daling van het gemiddelde elektriciteitsverbruik per inwoner met 0,5 % per jaar Het gemiddelde energieverbruik voor een gezin van vier personen ligt rond 3500 kWh/jaar. Een grote verbruiker (met o.a. een elektrische boiler) zal rond 7500 kWh verbruiken. Indien er ook elektrisch verwarmd wordt, ligt het gemiddelde verbruik nog een stuk hoger, met name rond 20 000 kWh per jaar. Kleinere gezinnen zullen in verhouding meer verbruiken. (VREG – http://www.vreg.be/welkeverbruiker-bent-u)
Jaarlijks minstens één actieve sensibilisatieactie rationeel energiegebruik organiseren voor de inwoners. Het uitlenen van energiemeters aanmoedigen door deze op te nemen als verdienactie in de eportemonnee. Energiebesparende maatregelen aanmoedigen via punten op de e-portemonnee op basis van de uitgereikte energiepremies van Infrax. Binnen de wettelijke voorschriften een flexibel vergunningsbeleid hanteren voor het plaatsen van zonnepanelen voor de opwekking van elektriciteit en de captatie van warmte. Uitwerken en uitvoeren klimaatplan.
Daling van het gemiddelde gasverbruik per aangesloten gezin met 0,5 % per jaar Het gemiddelde gasverbruik voor een gezin dat verwarmt op gas ligt op 23260 kWh per jaar. (VREG – http://www.vreg.be/welke-verbruiker-bent-u)
Jaarlijks minstens één actieve sensibilisatieactie rationeel energiegebruik organiseren voor de inwoners. Energiebesparende maatregelen aanmoedigen via punten op de e-portemonnee op basis van de uitgereikte energiepremies van Infrax. Uitwerken en uitvoeren klimaatactieplan.
Daling van het aantal autoverplaatsingen
Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie duurzame mobiliteit organiseren. Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie duurzame mobiliteit organiseren specifiek voor woonschoolverkeer.
Energie
18
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Derdebetalerssysteem handhaven zolang De Lijn dit aanbiedt.
Hoe gaan we het meten? Daling van het totale elektriciteits- en gasverbruik van de gemeentelijke gebouwen met 1 % per jaar, rekening houdende met de buitentemperatuur via graaddagen en de bezetting van het gebouw. De controle van deze doelstelling is mogelijk via de energieboekhouding. Bij uitbreiding van de energieboekhouding moeten alle nieuwe gebouwen uit de berekening gelicht worden om een vergelijking met het referentiejaar mogelijk te maken. De meetwaarde voor de administratieve gebouwen is het aantal kWh/VTE. De meetwaarde voor de gemeenteschool is het aantal kWh/leerling + VTE. De meetwaarde voor de ontmoetingscentra is het aantal kWh/bezettingsdag. Stijging van de gemiddelde ecoscore van de gemeentelijke voertuigenvloot tot 45 tegen 2013 De gemiddelde ecoscore wordt jaarlijks berekend via MTV-web (via www.ecoscore.be). Stijging van het aantal woon-werkverplaatsingen per fiets met 5% tijdens het eerste jaar en nadien 1% per jaar De berekening van de stijging gebeurt a.d.h.v. het gemiddeld aantal ingediende fietsdagen per personeelslid. Daling van het gemiddelde elektriciteitsverbruik per inwoner met 0,5 % per jaar De berekening van de daling gebeurt via de milieubarometergegevens van de netbeheerder en de inwonersaantallen van de eerste januari van het betreffende jaar. In 2008 bedroeg het gemiddelde elektriciteitsverbruik 1884 kWh/inwoner. Daling van het gemiddelde gasverbruik per aangesloten gezin met 0,5 % per jaar De berekening van de daling gebeurt via de milieubarometergegevens van de netbeheerder en het aantal aangesloten klanten (gegevens netbeheerder) van de eerste januari van het betreffende jaar. Daling van het aantal autoverplaatsingen Deze doelstelling is niet concreet meetbaar. Daarom werden bij deze doelstelling ook geen specifieke waardes opgegeven. Een indicatie is mogelijk via voertuigtellingen, het gebruik van het derdebetalerssysteem en de respons op mobiliteitsacties.
Energie
19
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
AFVALPREVENTIE EN SELECTIEVE INZAMELING Waar gaat het over? We leven in een consumptiemaatschappij waarbij enorme hoeveelheden afval worden geproduceerd. Al dit afval moet nadien ingezameld en verwerkt worden wat de gemeente handenvol geld kost. In 2009 produceerde elke Diepenbekenaar gemiddeld 545 kg afval. De inzameling en verwerking van dit afval kost de gemeente ongeveer 7 % van al haar uitgaven. De belangrijkste stap is afvalpreventie. Afvalpreventie betekent het voorkomen van afval. Dit kan men het beste bereiken door geen afval te kopen, dus geen voorverpakte groenten en fruit, duurzame voorwerpen die men eenvoudig kan herstellen of die zelfs minder snel stuk gaan. Afval dat niet geproduceerd wordt, moet men immers niet inzamelen en verwerken Wat niet voorkomen kan worden, moet men zo goed mogelijk geselecteerd inzamelen. Selectieve inzameling betekent het sorteren van afval zodat men het kan recycleren tot nieuwe materialen. Zo maakt men van petflessen fleecestof, van blikjes een fiets, van papier nieuw papier, van gemengde plastiek zitbanken en verkeerspaaltjes. De Belg staat bekend als de beste sorteerder, maar het kan uiteraard altijd beter.
Wat wil de gemeente bereiken? Een groot deel van het afvalbeheer gebeurt in Diepenbeek via de afvalintercommunale Limburg.net, dit neemt niet weg dat de gemeente ook nog inspanningen kan en moet leveren. Er zijn twee manieren waarop we als gemeente impact hebben op de inzameling van afval
Door binnen de eigen werking afval zo veel mogelijk te voorkomen en selectief in te zamelen. Door consumenten door sensibilisering en het principe ‘de vervuiler betaalt’ aan te zetten om afval te voorkomen en selectief in te zamelen.
De gemeente Diepenbeek wil enerzijds de totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval verminderen en anderzijds de recuperatiegraad minstens behouden door het afval zo veel mogelijk selectief in te zamelen.
We zijn al goed op weg … Met in 2009 109 kg restafval per inwoner voldoet de gemeente Diepenbeek al ruimschoots aan de Vlaamse doelstelling van 150 kg restafval per inwoner tegen 2010. Met een totaal ingezamelde hoeveelheid afval van 545 kg/inwoner maakt dit dat er in 2009 een recuperatiegraad van 80% behaald werd. Dit is ook al beter dan de Vlaamse doelstelling voor 2010 van 560 kg huishoudelijk afval per inwoner en een recuperatiegraad van 75%. Afvalpreventie en selectieve inzameling
20
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
… maar we zullen beter. Doelstellingen voor deze planperiode:
Tegen 2015 10% minder inzamelen van de fracties groenafval, plastiek, PMD en papier en karton (in kg per inwoner) Tegen 2015 10% minder restafval inzamelen (in kg per inwoner) en de recuperatiegraad van 80% minstens behouden Ontwijkgedrag strenger aanpakken
Hoe gaan we dit bereiken. Tegen 2015 10% minder inzamelen van de fracties groenafval, plastiek, PMD en papier en karton (in kg per inwoner) Eigen werking Binnen de eigen gemeentelijke diensten wordt er heel wat afval, met als belangrijkste fractie papier en karton, geproduceerd. Het afval van de gemeentelijke diensten wordt tot nu toe niet apart geregistreerd toch willen we tijdens deze planperiode een merkelijke daling van het papier- en kartonafval bekomen.
Papier voor intern verbruik zo veel mogelijk vermijden Overbodige tijdschriftabonnementen opzeggen Herbruikbare bekers gebruiken bij eigen evenementen en bij activiteiten van (jeugd)verenigingen in gemeentelijke infrastructuur
Huishoudens We willen de huishoudens door sensibilisering en door het principe ‘de vervuiler betaalt’ aanzetten tot een duurzamer aankoopgedrag en productgebruik.
Het principe ‘de vervuiler betaalt’ beter toepassen bij inzameling van GFT- en groenafval, bv. Door diftarsysteem bij GFT-inzameling en verminderen van het jaarlijks tegoed voor groenafval (van 600 kg naar 400 kg) Uitbouwen compostmeesterwerking om thuiscomposteren en kringlooptuinieren bekend te maken bij de bevolking Promoten anti-reclamesticker en Robinsonlijst Sensibiliseren om verpakkingsafval te vermijden
Tegen 2015 10% minder restafval inzamelen (in kg per inwoner) en de recuperatiegraad van 80% minstens behouden Eigen werking Om het sorteergedrag binnen de eigen werking (gemeentehuis, gemeentemagazijn, gemeentelijke zalen, jeugdlokalen en evenementen) te verbeteren wordt de afvalinzameling doorgelicht en waar nodig aangepast. Alle gebruikers worden geïnformeerd over de sorteerwijze.
Aankoop van sorteermodules voor gemeentelijke zalen, jeugdlokalen en evenementen Doorgedreven sensibilisering van de gebruikers
Afvalpreventie en selectieve inzameling
21
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Bepalingen over afval opnemen in gebruikersreglementen
Bevolking De huishoudens worden door sensibilisering en het ‘principe de vervuiler betaalt’ aangezet om het huishoudelijk afval beter te sorteren.
Retributie en werkelijke kostprijs voor restafval worden beter op elkaar afgestemd Sensibilisering van de huishoudens
Ontwijkgedrag harder aanpakken Omdat afval extra afval aantrekt en omdat sluikstorten en zwerfvuil een belangrijke bron van ergernis zijn voor de inwoners wordt ontwijkgedrag strenger aangepakt. Bij elke overtreding waarvan de overtreder te achterhalen is, wordt een actie ondernomen. Er wordt minstens een verwittiging gegeven en indien nodig wordt er een belasting geheven op het achterlaten van afvalstoffen. Sluikstorters betalen nu enkel de opruimkosten met een minimumbedrag van 50,00 EUR. Dit minimumbedrag zal verhoogd worden zodat het ontradend effect groter wordt. Daarnaast wordt door sensibilisatie (opruimactie, borden, …) de aandacht gevestigd op zwerfvuil en sluikstorten. Een andere, minder voor de hand liggende, vorm van sluikstorten is het achterlaten van hondenpoep en paardenmest. Door doorgedreven sensibilisatie, o.a. met borden, trachten we het probleem terug te dringen. Vermoedelijke overtreders worden op hun gedrag aangesproken door de politie of door het gemeentebestuur. Daarnaast bekijken we de mogelijkheid om uitlaatweiden en/of losloopzones te voorzien. De hondenpoep- en straatvuilbakken zullen ingegeven worden in het GIS-systeem zodat duidelijk wordt op welke plaatsen er nood is om vuilbakken bij te plaatsen. Ook het verbranden van afval in openlucht en in haarden en kachels is ontwijkgedrag. Bij klachten over het stoken van afval wordt de stoker geïnformeerd over de gezondheidsproblemen die dit met zich meebrengt en de wetgeving hieromtrent. De meldingen en klachten worden doorgegeven aan de politie.
Hoe gaan we het meten? Tegen 2015 10% minder inzamelen van de fracties groenafval, plastiek, PMD en papier en karton (in kg per inwoner) De vooruitgang van deze doelstelling is eenvoudig te meten door de cijfers van het ingezamelde huishoudelijk afval in de gemeente. Om de vooruitgang binnen de eigen werking te kunnen evalueren, zoeken we een manier om het afval afkomstig uit de eigen werking apart te registreren. Tegen 2015 10% minder restafval inzamelen (in kg per inwoner) en de recuperatiegraad van 80% minstens behouden De vooruitgang van deze doelstelling is eenvoudig te meten door de cijfers van het ingezamelde huishoudelijk afval in de gemeente. Om de vooruitgang binnen de eigen werking te kunnen evalueren, zoeken we een manier om het afval afkomstig uit de eigen werking apart te registreren.
Afvalpreventie en selectieve inzameling
22
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Ontwijkgedrag harder aanpakken Om het effect van het strenger aanpakken van ontwijkgedrag te evalueren moeten opgeruimde sluikstorten en zwerfvuil ook apart geregistreerd worden.
Afvalpreventie en selectieve inzameling
23
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
BIODIVERSITEIT Waar gaat het over? Biodiversiteit, een afkorting van ‘biologische diversiteit’, staat voor de verscheidenheid aan levensvormen, genen en ecosystemen op onze planeet. Het gaat over natuur in al haar vormen: vogels, insecten, algen, planten, vissen, paddenstoelen, reptielen, amfibieën, … Biodiversiteit kan op drie niveaus beschouwd worden:
Diversiteit aan soorten: de variatie van alle soorten dieren, planten, zwammen en microorganismen. Diversiteit aan ecosystemen: het geheel van relaties tussen soorten en het leefgebied waarin ze voorkomen. Diversiteit aan genen: de verscheidenheid in genetische opmaak van dieren, planten, zwammen en micro-organismen.
Hoe meer biodiversiteit, hoe beter. De natuur voorziet in een belangrijk aandeel basisbehoeften zoals gezond voedsel, zuivere lucht, natuurlijke grondstoffen, proper water, bescherming tegen virussen en klimaatsverandering, beschutting en geneesmiddelen. Biodiversiteit is bijgevolg een soort levensverzekering. Maar planten en dieren sterven aan een steeds sneller tempo uit door onze natuurbelastende manier van leven. Op lange termijn betekent dit een achteruitgang in de levering van de ecosysteemdiensten. De voornaamste bedreigingen voor de biodiversiteit zijn verzuring, verdroging en vermesting van onze gronden. De laatste decennia hebben ook overexploitatie van ruimte en grondstoffen, zware vervuiling, exoten en klimaatsverandering er toe bijgedragen dat steeds meer soorten en leefgebieden onder druk staan.
Wat wil de gemeente bereiken? Door soortgericht beleid, het creëren van natuurverbindingen en natuur- en bosbehoud en – uitbreiding willen we het verlies aan biodiversiteit een halt toeroepen. Daarnaast willen we meer Diepenbekenaren in contact brengen met natuur.
We zijn al goed op weg … De gemeente geeft ondersteuning aan terreinbeherende natuurverenigingen voor aankoop van gronden en uitvoering van beheerswerken. Er is eveneens financiële ondersteuning voor jeugdverenigingen die natuurbeheerswerken uitvoeren in samenwerking met natuurverenigingen. Voor het project ‘Gemeenten adopteren Limburgse soorten’ heeft de gemeente Diepenbeek de boomkikker geadopteerd. In de Dauteweyers werden er door Natuurpunt, met steun van de gemeente, al heel wat beheerswerken uitgevoerd om het leefgebied van de boomkikker te verbeteren.
Biodiversiteit
24
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015 Er bestaat al een aantal jaren een subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen. De gemeente Diepenbeek heeft een aantal jaren geleden een bosbeheerplan opgemaakt voor de openbare bossen. Voor de uitvoering van het bosbeheerplan zijn er nog wel extra inspanningen nodig.
… maar we zullen beter. Doelstellingen voor deze planperiode:
De bestaande boomkikkerpopulatie in Diepenbeek veilig stellen en versterken. Bosuitbreiding Natuurverbindingen creëren Meer mensen in contact brengen met natuur
Hoe gaan we dit bereiken? De bestaande boomkikkerpopulatie in Diepenbeek veilig stellen en versterken. In eerste instantie zijn hiervoor acties nodig binnen het kerngebied van de Dauteweyers. Zowel terreinacties in de voortplantingsbiotoop als beheerswerken in de landleef- en overwinteringsbiotoop kunnen de bestaande populatie veilig stellen. Daarnaast is het belangrijk het kerngebied te vergroten en de kwaliteit ervan te verbeteren. Ontwikkeling en herstel van leefgebieden die direct aansluiten op het huidige kerngebied zijn hiervoor nodig. Nadien is het belangrijk om de boomkikkers zich te laten verspreiden buiten het kerngebied in de Dauteweyers. Via stapstenen in het landschap kan het leefgebied van de boomkikker uitgebreid worden richting de Dorpsbemden en de Demervallei.
Subsidie van de gemeente aan terreinbeherende verenigingen voor aankoop van gronden en uitvoering van beheerswerken Opmaak subsidiereglement voor aanleg van amfibievriendelijke tuinvijvers in de omgeving van de Dauteweyers Opmaak groen RUP Dauteweyers
Bosuitbreiding Gemeente-eigendommen worden gescreend op de wenselijkheid om deze te bebossen. We streven er naar om jaarlijks 2 ha te bebossen. In 2011 en 2012 is er jaarlijks een budget voorzien op de begroting voor bosuitbreiding. Hiermee zullen ook gronden aangekocht worden waarop later bosuitbreiding kan gebeuren. Daarnaast zijn ook de aankoop van bomen, acties als ‘1 boom per gezin’, aanplanten geboortebos, … in dit budget opgenomen. Natuurverbindingen creëren Om versnippering en verlies aan biodiversiteit tegen te gaan, moeten er natuurverbindingen gecreëerd worden. Natuurverbindingen kunnen o.a. bestaan uit beekvalleien en clusters van kleine landschapselementen. Zelfs het openbaar groen kan een rol spelen als natuurverbinding.
Biodiversiteit
25
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Inrichtingsplan Stiemerbeekvallei Opmaak groen RUP Dauteweyers en starten met het effectief creëren van natuurverbindingen (bv. Amfibietunnel Ganzebroekstraat) Inventaris waardevolle KLE’s Herinrichting doortocht Dautenbeek tussen Wijerstraat en Sint-Servatiusstraat
Meer mensen in contact brengen met natuur Open landschappen en natuur dragen bij tot een verbetering van de leefomgeving. Parken en groenstructuren zijn belangrijk om de levenskwaliteit van de burger te verbeteren. Het is belangrijk dat de inwoners en in het bijzonder kinderen en jongeren in contact komen met natuur.
Speelpleinen natuurlijk inrichten Opmaak toegankelijkheidsreglement voor alle openbare bossen Inrichting van park Rooierheide Creëren van speelbossen voor de Diepenbeekse jeugd Inrichting parkgebied Nieuwstraat Boomkikkerspel aanbieden aan lagere scholen
Hoe gaan we het meten? De bestaande boomkikkerpopulatie in Diepenbeek veilig stellen en versterken. De vooruitgang van deze doelstelling kunnen we meten aan de hand van het aantal roepende mannetjes. Bosuitbreiding Deze doelstelling is op te volgen aan de hand van de oppervlakte nieuw aangeplant bos. Natuurverbindingen creëren Deze doelstelling is niet concreet meetbaar en zal opgevolgd worden aan de hand van de realisatie van de individuele acties. Meer mensen in contact brengen met natuur Deze doelstelling is niet concreet meetbaar en zal opgevolgd worden aan de hand van de realisatie van de individuele acties.
Biodiversiteit
26
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ACTIETABEL DUURZAME ONTWIKKELING De gemeente Diepenbeek behaalt het FairTradeGemeente-label Actie Voldoen aan de criteria om het FairTradeGemeentelabel te halen: 1. Lokaal bestuur overtuigen 2. Winkels en horec zaken overtuigen 3. Bedrijven en organisaties overtuigen 4. Fair Trade onder de aandacht van de (lokale) media brengen 5. Trekkersgroep samenstellen 6. Duurzaam produceren en consumeren promoten Er worden duurzaamheidscriteria opgenomen in de bestekken Actie - Systematische screening van bestekken door de duurzaamheidsambtenaar voor agendering op CBS en GR - Overleg bij opmaak bestekken en opvolging na toewijzing met dienst overheidsopdrachten en technische dienst Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij de bevolking Actie E-portemonnee - Opstarten actie - Promotie via infoavonden, milieuacties en aanschrijven bij premies - Uitbreiding aantal verdienitems - Verzilverlijst indienen ter subsidiëring door het preventiefonds Er is een algemeen verhoogd bewustzijn voor duurzame ontwikkeling bij handelaars en horeca Actie - opstellen vragenlijst voor inventaris - toelichting aan handelaars en horeca - opmaak inventaris - gerichte acties op basis van inventaris - evaluatie aan de hand van vragenlijst
Actietabel duurzame ontwikkeling
Timing
Betrokken actoren Intern: noord-zuid, duurzaam beleid, milieu, aankoopdienst, mandatarissen CBS en GR, dienst lokale economie, dienst vrije tijd Extern: scholen, trekkersgroep, bedrijven, horeca, handelaars
Budget 2011 4.000,00 EUR
Budget 2012 4.000,00 EUR (acties voor behoud label)
Timing continu
Betrokken diensten Intern: duurzaam beleid, noord-zuid, overheidsopdrachten
Budget 2011
Budget 2012
Timing
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid, vrije tijd Extern: Bond Beter Leefmilieu, Limburg.net
Budget 2011 5.000,00 EUR
Budget 2012 5.000,00 EUR
Betrokken actoren Intern: lokale economie, noord-zuid, milieu, duurzaam beleid Extern: handelaars en horeca
Budget 2011
Budget 2012 1.500,00 EUR
1. ok, 2010 2. eind 2011 3. eind 2011 4. continu 5. samengesteld in 2009 6. eind 2011
1 januari 2011 Continue na opstart Vanaf 1 januari 2012 Jaarlijks
Timing - najaar 2011 - najaar 2011 - 2012 - 2012-2015 - 2015
27
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ACTIETABEL (VER)BOUWEN EN WONEN Bij nieuwbouw wordt de voorkeur gegeven aan passiefbouw. Indien dit technisch niet mogelijk is, moet het e-peil voor de nieuwbouw minimum 20 e-peilpunten lager liggen dan de op dat moment geldende norm voor dat type gebouw. Actie Timing Betrokken actoren Budget 2011 Budget 2012 Bij nieuwe ontwerpen maximaal gebruik maken van beschikbare begeleidingen door het Steunpunt Duurzaam Bouwen of Alle nieuwe projecten vanaf de Intern: grondgebiedzaken, AGB, andere geschikte instanties. inwerkingtreding van het MBP technische dienst Extern: ontwerpers, Steunpunt Duurzaam Bouwen Bij elke keuze voor het planontwerp consequent kiezen voor de meest e-peilgerichte oplossing. Alle reeds lopende en toekomstige Intern: grondgebiedzaken, AGB, projecten technische dienst Bij de budgetraming wordt voldoende ruimte gelaten voor het implementeren van duurzame technieken en oplossingen. Alle nieuwe projecten Intern: grondgebiedzaken, financiële dienst, technische dienst, AGB Alle gemeentelijke gebouwen worden gescreend op de haalbaarheid van hergebruik van hemelwater en dit wordt toegepast waar mogelijk. Actie Timing Screenen van alle gemeentelijke gebouwen 2012 Jaarlijks één gebouw aanpassen voor hergebruik van regenwater
Vanaf de beginfase van grote projecten wordt er rekening gehouden met duurzaamheidscriteria. Actie Via een vaste procedure worden de dienst duurzaam beleid en eventueel andere diensten in een vroeg stadium van een project betrokken zodat ze tijdig hun advies kunnen geven. - procedure uitschrijven
Actietabel (ver)bouwen en wonen
Budget 2011
vanaf 2012
Het gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen in het (ver)bouwproces wordt aangemoedigd. Actie Timing Planadvies subsidiëren i.s.m. de provincie, zolang dit aanbod beschikbaar blijft en verplichten via de continu verkoopsovereenkomst voor gemeentegronden. In dit laatste geval wordt het planadvies volledig gesubsidieerd door de gemeente. Gebruik van milieuvriendelijke materialen en grondstoffen in het (ver)bouwproces aanmoedigen via de e-portemonnee. - uitwerken voorwaarden – in aanmerking komende materialen - opname in e-portemonnee en toekenning punten
Betrokken actoren Intern: technische dienst
Budget 2012
4.000,00 EUR
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid Extern: Steunpunt Duurzaam Bouwen
Budget 2011 500,00 EUR
Budget 2012 1.000,00 EUR
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid, milieu, mobiliteit, technische dienst, ruimtelijke ordening, AGB Extern: ontwerpers en projectontwikkelaars, Steunpunt Duurzaam Bouwen
Budget 2011
Budget 2012
Najaar 2011 Januari 2012
Timing continu eind 2011
28
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Een gemiddeld e-peil van alle ingediende EPB-aangiftes dat lager ligt dan de op het moment van de bouwaanvraag geldende norm. Voor het eerste jaar van de invoering van een nieuwe norm ligt dit e-peil 10 punten lager, nadien 5 punten per jaar lager. Actie Timing Betrokken actoren Budget 2011 Budget 2012 Planadvies subsidiëren i.s.m. de provincie, zolang dit aanbod beschikbaar blijft en verplichten via de Continue Intern: duurzaam beleid, ruimtelijke 500,00 EUR 1.000,00 EUR verkoopsovereenkomst voor gemeentegronden. In dit laatste geval wordt het planadvies volledig gesubsidieerd door de ordening gemeente. Extern: Steunpunt Dubolimburg Voor alle gemeentelijke bouwgronden die verkocht worden, geldt een maximale e-peilwaarde van minstens 20 punten Bij verkoop gemeentelijke Intern: duurzaam beleid, lager dan de op dat moment geldende e-peileis. bouwgronden patrimonium Maximale verwijzing naar infopunt voor duurzaam bouwen en informatie over subsidies, ondersteuning, …. Continue Intern: duurzaam beleid, ruimtelijke ordening
Actietabel (ver)bouwen en wonen
29
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ACTIETABEL ENERGIE Daling van het totale elektriciteits- en gasverbruik van de gemeentelijke gebouwen met 1 % per jaar , rekening houdende met de buitentemperatuur via graaddagen en de bezetting van het gebouw. Actie Timing Betrokken actoren Budget 2011 Budget 2012 Jaarlijks wordt één gemeentelijk gebouw doorgelicht op energieprestatie en aangepast waar nodig. Hiervoor wordt Intern: technische dienst maximaal gebruik gemaakt van het aanbod van de netbeheerder. - gebouw te selecteren op basis van resultaten ESCO en energieboekhouding Jaarlijks Energie-efficiëntie als criterium bij overheidsaankopen. Continue Intern: duurzaam beleid, - opnemen criteria bij systematische screening bestekken overheidsopdrachten Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie voor rationeel energiegebruik op het werk. Jaarlijks in oktober Intern: duurzaam beleid 500,00 EUR 500,00 EUR Handhaven bestaande energieboekhouding en uitbreiden naar alle bestaande gemeentelijke gebouwen en de gebouwen Intern: technische dienst die gedurende de planperiode bijkomend in gebruik genomen worden. Uiterlijk eind 2015 zijn alle gemeentelijke gebouwen opgenomen in de energieboekhouding (eventueel in ESCO). - project uitwerken (welke gebouwen ESCO – welke blijven binnen energieboekhouding) 2011 - project uitvoeren (verschuiving en uitbreiding) 2012 Aansluiten bij ESCO-project van Infrax. Intern: technische dienst - project uitwerken met Infrax 2011 Extern: Infrax (ESCO) - gebouwen aansluiten op telemetrie Vanaf 2012 Opstellen klimaatactieplan Vanaf 2011 Intern: verschillende diensten Extern: provincie Limburg, Steunpunt DuBoLimburg, Infrax Omschakeling naar 100 % groene stroom uiterlijk eind 2013. Actie De aanbesteding voor elektriciteit gebeurt via de provinciale aanbesteding. Lobbyen bij de provincie voor het toevoegen van een optie 100% groene stroom bij de provinciale aanbesteding. - aanschrijven provincie om te pleiten voor opname 100% groene stroom in provinciale aanbesteding Stijging van de gemiddelde ecoscore van de gemeentelijke voertuigenvloot tot 45 tegen 2013 Actie Jaarlijkse registratie en update van het voertuigenpark via MTV-web. Ecoscore blijvend als voorwaarde opnemen in bestekken voor de aankoop van voertuigen. Systematisch te verouderde voertuigen vervangen door nieuwe, milieuvriendelijkere types. - Elke drie jaar systematisch het minst milieuvriendelijke voertuig vervangen Aankoop van een elektrisch voertuig - projectaanvraag samenweringsovereenkomst - aankoop voertuig
Actietabel energie
Timing
2011
Timing Jaarlijks bij rapportage voor de samenwerkingsovereenkomst Onmiddellijk
Eerste voertuig in 2012 eind 2011 2012
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid, overheidsopdrachten Extern: provincie Limburg
Budget 2011
Budget 2012
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid
Budget 2011
Budget 2012
Intern: duurzaam beleid, overheidsopdrachten Intern: duurzaam beleid, overheidsopdrachten Intern: duurzaam beleid, mobiliteit, overheidsopdrachten
10.000,00 EUR 45.000,00 EUR
30
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Stijging van het aantal woon-werkverplaatsingen per fiets met 5% tijdens het eerste jaar en nadien 1% per jaar Actie Timing Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie organiseren voor duurzaam woon-werkverkeer voor het personeel. Jaarlijks in het voorjaar - zo mogelijk inpikken op bestaande aanbod mobiliteitsacties Fietsproject opstarten met goedkoper fietsmateriaal voor fietsende personeelsleden - Indienen voor subsidiëring binnen SO voor projectenjaar 2012 Voor 1 januari 2012 - Uitwerken puntensysteem Januari 2011 - Uitwerken prijzenkorf Februari 2011 - Communicatie aan medewerkers (affiches en brochure) April 2011 - Invoering puntensysteem Mei 2011 Daling van het gemiddelde elektriciteitsverbruik per inwoner met 0,5 % per jaar Actie Jaarlijks minstens één actieve sensibilisatieactie rationeel energiegebruik organiseren voor de inwoners. - zo mogelijk inpikken op bestaande aanbod energieacties Energiebesparende maatregelen aanmoedigen via punten op de e-portemonnee op basis van de uitgereikte energiepremies van Infrax. - indien met niet zelf de punten aanvraagt – personen aanschrijven op basis van de premielijst van Infrax Het uitlenen van energiemeters aanmoedigen door deze op te nemen als verdienactie in de e-portemonnee.
Daling van het gemiddelde gasverbruik per aangesloten gezin met 0,5 % per jaar Actie Jaarlijks minstens één actieve sensibilisatieactie rationeel energiegebruik organiseren voor de inwoners. (zie hierboven – elektriciteitsverbruik) Energiebesparende maatregelen aanmoedigen via punten op de e-portemonnee op basis van de uitgereikte energiepremies van Infrax. (zie hierboven – elektriciteitsverbruik) Daling van het aantal autoverplaatsingen Actie Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie duurzame mobiliteit organiseren. - zo mogelijk inpikken op bestaande aanbod mobiliteitsacties Jaarlijks minstens één sensibilisatieactie duurzame mobiliteit organiseren specifiek voor woon-schoolverkeer. - zo mogelijk inpikken op bestaande aanbod mobiliteitsacties Derdebetalerssysteem handhaven zolang De Lijn dit aanbiedt.
Actietabel energie
Betrokken actoren Intern: mobiliteit, duurzaam beleid
Budget 2011 1.050,00 EUR
Intern: mobiliteit, duurzaam beleid, personeel
Timing Jaarlijks gedurende de winter
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid
Vanaf opstart e-portemonnee, zolang de Infrax-subsidies gelden
Intern: duurzaam beleid
Vanaf opstart e-portemonnee
Intern: duurzaam beleid
Timing
Budget 2012 1.050,00 EUR 5.000,00 EUR
Budget 2011 2.000,00 EUR
Budget 2012 2.000,00 EUR
Betrokken actoren Intern: duurzaam beleid
Budget 2011
Budget 2012
Betrokken actoren Intern: mobiliteit, duurzaam beleid
Budget 2011 1.500,00 EUR
Budget 2012 1.700,00 EUR
Intern: mobiliteit, duurzaam beleid Extern: scholen Intern: mobiliteit
2.600,00 EUR
2.600,00 EUR
3.500,00 EUR
3.500,00 EUR
Jaarlijks gedurende de winter Vanaf opstart e-portemonnee, zolang de Infrax-subsidies gelden
Timing Jaarlijks in het voorjaar Jaarlijks in het voorjaar Doorlopend
31
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ACTIETABEL AFVALPREVENTIE EN SELECTIEVE INZAMELING Tegen 2014 10% minder inzamelen van de fracties groenafval, plastiek, PMD en papier en karton (in kg per inwoner) Actie Timing Papier voor intern verbruik zo veel mogelijk vermijden Continu - zuinigere printinstellingen promoten - gebruik van kladpapier aanmoedigen Overbodige tijdschriftabonnementen opzeggen - per dienst oplijsten welke tijdschriften aankomen + aantal exemplaren - 2011 - 2011 - lijst overmaken aan MT - 2012 - elke dienst bekijkt welke tijdschriften overbodig zijn - overbodige abonnementen (ook gratis) worden opgezegd - continu Gebruik herbruikbare bekers promoten bij de jeugdverenigingen en voor eigen evenementen - inventaris nog bruikbare bekers - april 2011 - aantal vereiste bekers voor eigen evenementen bepalen - mei 2011 - aankoop bijkomende bekers, indien nodig - juni 2011 - gebruik en afwassysteem uittesten bij Fiesta del Plaza - september 2011 - evaluatie - eind 2011 - uitbreiden naar verenigingen - vanaf 2012 Het principe ‘de vervuiler betaalt’ beter toepassen bij inzameling van GFT en groenafval, - GFT-inzameling met DIFTAR volgens Limburg.net systeem - vanaf 2013 - aanpassen retributiereglement tegoed groenafval (van 600 kg naar 400 kg) - december 2011 Uitbouwen compostmeesterwerking om thuiscomposteren en kringlooptuinieren bekend te maken bij de bevolking Start in 2010 - actie(s) tijdens juni compostmaand Jaarlijks - vrijwilligersvergoeding voor compostmeesters Voor activiteiten - infostand bij opendeurdagen Diepenbeekse verenigingen, … Bij aanvraag Promoten anti-reclamesticker en Robinsonlijst - via Teng, website en e-portemonnee Jaarlijkse communicatie Sensibiliseren om verpakkingsafval te vermijden - statiegeldflessen als verdienactie in de e-portemonnee Voorjaar 2011 Tegen 2014 10% minder restafval inzamelen (in kg per inwoner) en de recuperatiegraad van 80% minstens behouden Actie Timing Sorteergedrag binnen de eigen werking verbeteren - onderzoeksronde gemeentelijke zalen met conciërges + kostprijs bepalen sorteermodules 2010 - aankoop sorteermodules 2011 - aankoop afvalstraatjes voor evenementen 2011 - sensibilisering gebruikers door middel van infoborden 2011 - bepalingen over afvalinzameling opnemen in gebruikersreglement 2012 Retributie en werkelijke kostprijs voor restafval worden beter op elkaar afgestemd - overschakelen naar Limburg.net systeem voor huis-aan-huis inzameling restafval - vanaf 2013 Sensibilisering van de huishoudens rond sorteergedrag via Teng, website jaarlijks
Actietabel afvalpreventie en selectieve inzameling
Betrokken actoren Intern: alle gemeentelijke diensten
Budget 2011
Budget 2012
1.000,00 EUR
Afhankelijk van evaluatie
Intern: alle gemeentelijke diensten
Intern: milieudienst, jeugddienst, cultuurdienst Extern: Limburg.net, verenigingen
Intern: milieudienst, containerpark, financiële dienst Extern: Limburg.net Intern: milieu, groendienst, duurzaam beleid Extern: compostmeesters Intern: milieu, onthaal, duurzaam beleid Intern: milieu, duurzaam beleid
Betrokken actoren Intern: milieu, jeugd, cultuur, conciërges
1.000,00 EUR
Budget 2011 4.000,00 EUR
Budget 2012
Intern: milieu Intern: milieu
32
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Ontwijkgedrag harder aanpakken Actie Aanpakken zwerfvuil en sluikstorten - verhogen belasting op het achterlaten van afvalstoffen - sensibilisatie via Teng Aanpakken hondenpoep - sensibilisatie via Teng - hondenpoepvuilbakjes bijplaatsen - locaties kiezen op basis van GIS Aanpakken sluikstoken - sensibilisatie via Teng - klachten doorgeven aan politie
Actietabel afvalpreventie en selectieve inzameling
Timing - december 2011 - jaarlijks - jaarlijks - continu
- jaarlijks - continu
Betrokken actoren Intern: milieu, groendienst Extern: politie
Budget 2011
Budget 2012
Intern: milieu, groendienst, GIS Extern: politie
600,00 EUR
600,00 EUR
Intern: milieu Extern: politie
33
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
ACTIETABEL BIODIVERSITEIT De bestaande boomkikkerpopulatie in Diepenbeek veilig stellen en versterken. Actie Subsidie van de gemeente aan terreinbeherende verenigingen voor aankoop van gronden en uitvoering van beheerswerken en subsidie aan jeugdverenigingen die natuurbeheerswerken uitvoeren in samenwerking met natuurverenigingen
Opmaak subsidiereglement voor aanleg van amfibievriendelijke tuinvijvers in de omgeving van de Dauteweyers Opmaak groen RUP Dauteweyers en opmaak beheersplan - openbaar onderzoek ontwerp RUP Dauteweyers - goedkeuring RUP - opmaak actieplan/beheersplan Beheerswerken Dauteweyers om boomkikkerpopulatie te versterken - verwijderen wilgenopslag en vijver uitdiepen - houtopslag verwijderen rond vijver Bosuitbreiding Actie Bosuitbreiding gemeentegrond - gemeente-eigendommen screenen - subsidieaanvraag bebossing - samenwerking met Vereniging voor Bos in Vlaanderen ( 1 miljoen bomen-campagne) - aanplanten Aankoop gronden voor bosuitbreiding - inventariseren geschikte terreinen - eigenaars contacteren - aankoop geschikte gronden 1 boom per gezin - plantenkeuze maken - oproep in Teng en op website - plantgoed bestellen - afhaaldag organiseren
Actietabel biodiversiteit
Timing Continu
Betrokken actoren Intern: milieu, financiële dienst Extern: Natuurpunt, jeugdverenigingen
GR maart 2011
Intern: milieu Intern: ruimtelijke ordening, milieu Extern: Natuurpunt
- 26 april tot 27 juni 2011 - december 2011 - 2012
Budget 2011 1.000,00 EUR (aankoop gronden) 2.000,00 EUR (natuurbehe erswerken) 2.500,00 EUR
Budget 2012 4.000,00 EUR (aankoop gronden) 2.000,00 EUR (natuurbehe erswerken) 2.500,00 EUR
Extern: Natuurpunt
7.000,00 EUR
7.000,00 EUR
Betrokken actoren Intern: patrimonium, milieu, GIS, ruimtelijke ordening, groendienst Extern: ANB
Budget 2011 50.000,00 EUR
Budget 2012 50.000,00 EUR
Intern: patrimonium, milieu, GIS, ruimtelijke ordening, groendienst Extern: ANB
(50.000,00 EUR)
(50.000,00 EUR)
Intern: milieu, groendienst, communicatie
(50.000,00 EUR)
(50.000,00 EUR)
- 2011 - 2012
Timing - 2010-2011 - eerste aanvraag december 2010 - najaar 2011 - na goedkeuring subsidieaanvraag 2011-2015 (volgens kansen)
najaar 2011
34
Ontwerp milieubeleidsplan Diepenbeek 2011-2015
Natuurverbindingen creëren Actie Inrichtingsplan Stiemerbeekvallei - mogelijke acties oplijsten - opmaak inrichtingsplan Opmaak groen RUP Dauteweyers en starten met het effectief creëren van natuurverbindingen - openbaar onderzoek ontwerp RUP Dauteweyers - goedkeuring RUP - aanleg amfibietunnel Ganzebroekstraat - aanleg ecotunnels N76 Inventaris waardevolle KLE’s
Herinrichting doortocht Dautenbeek tussen Wijerstraat en Sint-Servatiusstraat Meer mensen in contact brengen met natuur Actie Speelpleinen natuurlijk inrichten - tijdens ontwerpfase speelpleinen overleg met jeugddienst Opmaak toegankelijkheidsreglement voor alle openbare bossen - opmaak ontwerpreglementen openbare bossen (7 bosplaatsen) - inspraakmoment met gebruikers organiseren - advies milieuraad en jeugdraad - goedkeuring reglement door gemeenteraad Inrichting van park Rooierheide - beleidsbeslissing over Amerikaanse eiken Creëren van speelbossen voor de Diepenbeekse jeugd - speelbossen voorzien in toegankelijkheidsreglementen - inrichting speelbossen Inrichting parkgebied Nieuwstraat - opmaak ontwerp - kostenraming - indienen subsidie samenwerkingsovereenkomst - beslissing subsidie samenwerkingsovereenkomst - uitvoering inrichtingswerken Boomkikkerspel aanbieden aan lagere scholen - boomkikkerspel opnemen in aanbod MOS-scholen - boomkikkerspel voorstellen op facturatievergadering scholen - boomkikkerspel verdelen aan geïnteresseerde scholen
Actietabel biodiversiteit
Timing - eerste helft 2011 - 2012-2013
- 26 april tot 27 juni 2011 - december 2011 - 2011-2012 - AWV Indien er een mogelijkheid is om samen te werken met een eindwerkstudent provincie
Timing continu
- eind 2011 - voorjaar 2012 - voorjaar 2012 - eind 2012
- 2011-2012 - 2013 - najaar 2011 - najaar 2011 - december 2011 - eind 2012 - 2013 - april 2011 - begin schooljaar 2011-2012 - begin schooljaar 2011-2012
Betrokken actoren Intern: milieu, ruimtelijke ordening, mobiliteit Extern: leden planbegeleidingsgroep, Natuurpunt Intern: ruimtelijke ordening, milieu Extern: Natuurpunt, AWV
Budget 2011
Budget 2012
7.500,00 EUR (amfibietunn el Ganzebroeks traat)
20.000,00 EUR (voorkooprec ht)
Provincie
provincie
Betrokken actoren Intern: milieu, groendienst, jeugd, studie en planning Intern: milieu, groendienst, jeugddienst, communicatie Extern: ANB, milieuraad, jeugdraad
Budget 2011 25.000,00 EUR 1.000,00 EUR
Budget 2012 25.000,00 EUR 1.000,00 EUR
Intern: milieu, groendienst, technische dienst Extern: ANB Intern: milieu, groendienst, jeugd Extern: ANB
50.000,00 EUR
Intern: GIS, milieu Extern: Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, eindwerkstudent Extern: provincie
1.000,00 EUR
Intern: milieu, groendienst, jeugddienst Extern: Natuurpunt, ANB
Intern: duurzaam beleid, milieu Extern: scholen
35