Aan: Gedeputeerde Staten van Noord-Holland t.a.v. mevr. C.M. van Hoof Directie Beleid/sector Milieu Postbus 3007
Onderwerp: Reactie Ontwerp Milieubeleidsplan 2015-2018 Uw kenmerk: Ons kenmerk: Behandeld door: R. van Arendonk Datum: 23 oktober 2014
Stationsstraat 38 1506 DH Zaandam Telefoon: 075-635 15 98 Fax: 075-670 46 36 E-mail:
[email protected] Internet: www.mnh.nl
Geachte Gedeputeerde Staten , Hierbij ontvangt u onze reactie op het Ontwerp Milieubeleidsplan 2015-2018. Milieufederatie is overwegend positief, maar mist de burger en energieke samenleving in dit plan. De Milieufederatie is blij met dit nieuwe Milieubeleidsplan en kunnen ons in grote lijnen vinden in de hoofdlijnen van het beleid (de drie pijlers) en in de vier gekozen thema's (gezonde stad en mobiliteit, circulaire economie, visie op de ondergrond en transitie duurzame energie). Sommige thema's en onderdelen van dit milieubeleidsplan, zoals circulaire economie en visie op de ondergrond, zijn nog weinig concreet uitgewerkt, maar we nemen aan dit nog wel gaat gebeuren. We zijn ook verheugd dat gezondheid weer een centralere rol krijgt in dit milieubeleidsplan. De Milieufederatie heeft bij de totstandkoming van dit ontwerp zowel in woord als op papier met onze Notitie MNH Naar een nieuw milieubeleid (nogmaals bijgevoegd) een groot aantal ideeën aangeleverd en we constateren dat een aantal daarvan zijn terug te vinden in dit plan. Dat stemt ons tevreden. Te weinig aandacht voor energieke samenleving Het ontwerpplan kent wel één belangrijke tekortkoming en dat is het gemis van de rol van de burger en van de energieke samenleving in dit plan. Wij constateren op de eerste plaats dat de provincie de bewoner van deze provincie toch vooral ziet als een burger die voorgelicht, beschermd, geïnformeerd en wiens gedrag veranderd moet worden. De provincie zendt zogezegd vooral richting burgers (eenrichtingsverkeer). Dat is op zichzelf goed en dat moet de provincie blijven doen, maar er is meer momenteel van alles gaande in de samenleving. Steeds vaker neemt de ambitieuze burger en de startende ondernemer in de vorm van de energieke samenleving zelf het heft in handen en neemt het initiatief tot duurzaamheidsmaatregelen. Deze bottum-up beweging wordt steeds belangrijker voor de uitvoering van het milieubeleid en dat wordt ook door het Planbureau voor de Leefomgeving en de Staatssecretaris van Milieu erkend. Zij eigenen ook een belangrijke rol toe voor deze energieke samenleving ( voor meer informatie over de rol van de energie samenleving in zowel de ontwikkeling als uitvoering van het milieubeleid verwijs ik u naar onze bijgevoegde notitie). In dit milieubeleidsplan wordt slechts zeer summier in een enkele alinea de rol van de provincie in de energieke samenleving genoemd. Door milieugedeputeerde Talsma wordt in het voorwoord van dit plan nadrukkelijk benadrukt dat we samen dit plan
Milieufederatie Noord-Holland, Stationsstraat 38, 1506 DH Zaandam, 075 6351598, www.mnh.nl
moeten uitvoeren, maar als je dit plan leest dan wordt daar toch vooral de overheden (Rijk en gemeenten), RUD's en bedrijven mee bedoeld. De energieke samenleving en burger worden amper een rol in het beleid toebedeeld. En dat vinden wij een belangrijke tekortkoming van dit plan. De provincie zou juist op deze ontwikkeling moeten en de inspringen en de energieke samenleving actief moeten betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid. Daarbij komt ook nog dat de provincie een organisatie die juist op het vlak van burger en energieke samenleving zeer actief is, zoals de Milieufederatie Noord-Holland, voor 100% heeft wegbezuinigd. Onbegrijpelijk! De Milieufederatie kan enerzijds de provincie helpen en ondersteunen bij het bewustwordingsproces en de gedragsverandering van de burger. Maar bovenal kunnen wij de energieke samenleving helpen organiseren. De Milieufederatie vertegenwoordigt al een deel van die samenleving en dat kunt u bestendigen en uitbouwen. Zoals u voor de RUD's een positie creëert richting bedrijfsleven en voor het Servicepunt duurzame energie een positie creëert richting gemeenten, zo kunt u de Milieufederatie NoordHolland zien als loket voor burgers en energieke samenleving! Een trechter met de provincie aan de tuit. Samengevat zijn wij van mening dat de burger en energieke samenleving een prominentere rol toebedeeld moet krijgen in dit plan en dat de Milieufederatie NoordHolland als loket voor de energie samenleving in stand gehouden moet blijven! Dit alles geeft kracht bij de uitvoering van het Milieubeleidsplan. Opmerkingen per onderdeel Hoe werken we aan een duurzaam, gezond en veilig Noord-Holland, blz. 7 Onder Borgen van de basiskwaliteit wordt gesproken over het opstellen van een uitvoeringsbeleid waar de RUD' s mee kunnen werken. Dat willen wij van harte ondersteunen. Het is belangrijk dat de provincie een kader aangeeft richting RUD 's waar uitgangspunten in staan die voor de RUD' s richtinggevend zijn voor de (provinciale) vergunningverlening en handhaving. Zaken die hieraan aan de orde zouden moeten komen zijn maatregelen c.q. afspraken die voortkomen uit het Energieakkoord, zoals het voorschrijven in de vergunningen van bedrijven dat zij energiemaatregelen moeten nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Een geurbeleid en hoe een adequate handhaving vorm gegeven zou moeten worden, zou hierin ook opgenomen moeten worden. Wat ons betreft ook dat bij nieuwe activiteiten en/of bedrijven zoveel mogelijk vergund wordt aan de onderkant van de BREF-range (voor de probleemstoffen zoals fijn stof/NOx enz). Wij willen hier toch niet allerlei activiteiten/bedrijven ontvangen die met hun emissies niet mis zouden staan in een land als Roemenië? De BREF-range is tegenwoordig zo breed gemaakt dat ook de notoire achterblijvers hier nog in passen. Emissies aan de bovenkant van de BREF-range zouden niet vergund moeten worden. Vandaar dat wij pleiten voor het vergunnen aan de onderkant van de BREF-range. Op z’n minst zou dit uitgangspunt in het vooroverleg met het bedrijf aan de orde moeten komen. De Milieufederatie is graag bereid twee A4-tjes te leveren met uitgangspunten voor een dergelijk beleid. Dialoog, blz.8 Wij ondersteunen de Milieudialoog IJmond en dragen met de Dorpsraad Wijk aan Zee ook ideeën hiervoor aan. Nu hebben wij de Milieugedeputeerde in de krant en in de Cie Milieu en Ruimte horen zeggen dat hij dergelijke milieudialogen ook wil gaan opstarten voor het Havengebied Amsterdam en voor de Noordkop. Maar hierover lezen wij niets meer in dit plan (ook niet bij het onderwerp lucht). Worden deze milieudialogen ook nog opgestart? Voor de Milieudialoog Noordkop weten wij nog wel een onderwerp, namelijk een verantwoord bestrijdingsmiddelengebruik door de landbouw zodat bewoners en omwonenden van landbouwpercelen, inclusief sloten, gevrijwaard blijven van overwaaiende bestrijdingsmiddelen. Stimuleren technische innovaties, blz 10. In dit onderdeel wordt als voorbeeld melding gemaakt van de SolaRoad. In dit kader -2-
zouden we het volgende willen voorstellen. De provincie gaat de komende jaren waarschijnlijk nog een provinciale weg(en) aanleggen (A8/A9?). Zou het niet mooi zijn als de provincie samen met het Noord-Hollandse bedrijfsleven bij een dergelijk project alle technologische innovaties zogezegd uit de kast haalt en daar een Noord-Hollands icoonproject van maakt. Dat zou dan een eerste provinciale weg kunnen worden die energie oplevert, waar E- getankt wordt, waarbij een snelwegverlichting wordt gebruikt die geen energie kost (toepassen van lichtgevende verf) en waar planten langs de weg staan die fijn stof afvangen en weer biomassa opleveren! Het is maar een idee! Gezonde Stad en Mobiliteit, blz. 16 Het beleid en de activiteiten die in dit onderdeel worden genoemd kunnen wij allemaal onderschrijven en in z'n algemeenheid geldt dat wij met de provincie willen samenwerken om dit beleid verder uit te werken en invulling te geven. Inhoudelijk hebben we nog een enkele opmerking; ga meer (regionale) snelfietsroutes aanleggen! De provincie werkt al samen met anderen aan de snelfietsroute Amsterdam-Zaandam, maar wij pleiten voor de aanleg van meer snelfietsroutes in Noord-Holland. Voor suggesties hiervoor verwijs ik naar de nota Toekomstagenda voor snelfietsroutes uit 2013 van de Fietsersbond ( http://fietsfilevrij.nl/toekomstagenda.pdf). Visie op de ondergrond, blz.19 Het belang van een dergelijke visie onderschrijven wij want steeds vaker wordt door allerlei partijen aanspraak gemaakt op de ondergrond waarbij tegengestelde belangen in het geding kunnen zijn. Een beleidslijn en goede afstemming tussen alle activiteiten is dus nodig. Wat we wel afvragen, tot hoever reikt de visie op de ondergrond? De provincie heeft slechts een beperkte zeggenschap over de ondergrond. Gaat de visie alleen over het deel van de ondergrond waar de provincie zeggenschap over heeft of gaat de visie over de totale ondergrond ongeacht wie daar zeggenschap over heeft. Wij nemen het laatste aan. Kunnen wij dan in deze visie een provinciaal standpunt verwachten van hoe de provincie Noord-Holland denkt over mogelijke schaliegaswinning in deze provincie (waar in principe het Rijk overgaat)? Als invulling gegeven wordt aan de motie die PS hierover al heeft aangenomen, dan zouden wij een tegenstandpunt mogen verwachten van de provincie in deze visie. Circulaire economie, blz. 21 Dit onderdeel, wat wij overigens van harte ondersteunen en wat een grote potentie in zich heeft om zowel knellende milieuproblemen aan te pakken (o.a. grondstoffen schaarste) als nieuwe economische activiteiten kan initiëren (denk aan Cleantech) is nu nog weinig concreet uitgewerkt. We gaan er van uit dat dit nog nader uitgewerkt wordt in de verkenning waarover wordt gesproken in dit plan. Overigens missen wij een dergelijke verkenning wel bij de verwachte resultaten. Daar zou deze verkenning aan toegevoegd moeten worden zodat er een document komt te liggen wat voor een ieder duidelijk maakt van hoe de provincie invulling gaat geven aan de circulaire economie en welke middelen en instrumenten men daarvoor denkt in te zetten. Bij de suggestie “koplopers een podium bieden”, gaan wij ervan uit dat hier ook gedacht wordt aan koplopers uit de energieke samenleving (ambitieuze burgers en startende bedrijven). Ook daar zijn allerlei circulaire economie initiatieven gaande. In dit kader willen wij nog verwijzen naar een werkbijeenkomst over circulaire economie die de Milieufederatie begin 2015 gaat houden en waar een aantal van dergelijke initiatieven ook aan de orde zal komen. Mogelijk komen hier ook nog interessante initiatieven uit voort. Voor wat betreft meerdere suggesties voor acties, verwijzen wij graag naar onze bijgevoegde notitie naar een nieuw milieubeleid. Hierin staan een aantal suggesties genoemd: Maak van de Metropoolregio Amsterdam een Circulaire Metropoolregio; Stimuleer kringloopsluiting in het Noordzeekanaalgebied en/of bevorder zogezegd Keten overleggen om de grondstoffenkringlopen te optimaliseren en afval zoveel mogelijk te voorkomen. Dergelijke keten overleggen vinden momenteel ook al plaats in -3-
andere provincies (o.a. Zeeland). Waar we wel begrip voor kunnen opbrengen is dat bij circulaire economie niet in de eerste plaats gedacht wordt aan het inzetten van juridische middelen. Maar aan de andere kant is het wel zo dat het juridisch instrument, de wetgeving zogezegd, in sommige gevallen belemmerend werkt om deze circulaire economie te realiseren. Het zou goed zijn als deze belemmeringen, waar de provincie zelf iets aan zou kunnen doen, inzichtelijk worden gemaakt en aangepakt gaan worden. Wij wachten een nadere uitwerking van dit onderdeel van het plan met belangstelling af. Transitie Duurzame Energie, blz. 22 Borgen: De provincie gaat met betrekking tot dit thema en in het kader van dit PMP zich vooral richten op de ruimtelijke inpassing van energie en handhaving van Wet Milieubeheer zo lezen wij. Voor wat betreft de ruimtelijke inpassing, merken wij op dat indien dit zou betekenen dat de provincie gaat werken aan het opstellen van een ruimtelijk kader voor het opwekken van duurzame energie, dan willen wij dit van harte ondersteunen. Al eerder hebben wij hiervoor gepleit. Vraagstukken waar een dergelijk ruimtelijk kader antwoord op zou kunnen geven zijn o.a. waar kan in het algemeen in deze provincie wel, eventueel of juist geen zonne-akkers, windenergie en biovergistingsinstallies aangelegd worden. In het plan heeft men het wel over een dergelijk kader, maar het wordt niet duidelijk of de provincie dit daadwerkelijk ook gaat opstellen. Een dergelijke actie staat niet vernoemd onder de resultaten. Hier lezen we juist weer een weinig proactieve houding van de provincie; “bezien zal worden waar energietransitie ontwikkelingen in deze provincie ‘neerslaan”. Wij pleiten voor een meer actieve houding van de provincie in de vorm van het opstellen van een ruimtelijk kader. In dit verband willen we wijzen op de zeer recentelijk uitgekomen handreiking die de provincie Utrecht heeft gemaakt voor gemeenten: “duurzame energie ruimtelijk ingepast”. Verleiden: de verduurzaming van de gebouwde omgeving is volgens de provincie toch vooral een rol voor het rijk en de gemeenten om dit te realiseren. Dit vinden wij niet terecht. Ook de provincie heeft hier een rol in, vinden wij. Ook andere provincies zijn actief met verduurzaming van de gebouwde omgeving (o.a. Utrecht). En volgens ons vraagt ook het Energieakkoord een actieve rol van de provincie op dit vlak. Nog recentelijk heeft de provincie Noord-Holland besloten om 1 miljoen euro uit te trekken voor het stimuleren van Nul op de Meter woningen, hetgeen wij overigens toejuichen, en waar de Milieufederatie vorig jaar al voor heeft gepleit en graag aan mee zou willen werken. Dus waarschijnlijk moet dit punt aangepast worden. Mocht de provincie van mening blijven dat het verduurzamen van de gebouwde omgeving toch vooral een taak voor gemeenten is, dan vinden wij wel dat de provincie (proces)gelden moet vrijmaken om ervoor te zorgen dat gemeenten hier ook mee aan de slag gaan. De fondsen die er nu zijn zoals het Participatiefonds Duurzame Economie, zijn toch vooral bedoeld voor het nemen van daadwerkelijke maatregelen en niet voor het op gang brengen van een proces, wat veelal wel hard nodig is. Wij pleiten ervoor om ook voor het initiëren van processen, zodat er daadwerkelijk aan de slag gegaan wordt, financiële middelen vrij te maken. En tot slot: het verduurzamen van de gebouwde omgeving genereerd ook veel regionale economische ontwikkeling. Twee vliegen in een klap, zowel duurzaamheid als regionale economische ontwikkeling wordt hiermee gestimuleerd. Vooral doorgaan daarmee! Programma onderdeel Luchtkwaliteit, blz 27 Zoals in de inleiding al gezegd, wij juichen de centrale gedachte van de provincie om gezondheid meer centraal te stellen met betrekking tot de luchtkwaliteit in plaats van het alleen maar voldoen aan de norm van harte toe. Bijna maandelijks worden wij opgeschrikt door wetenschappelijke studies waaruit blijkt dat er tot ver onder de norm
-4-
gezondheidsschade optreedt. In dit kader ondersteunen wij ook de aandacht voor roet in dit plan. Sowieso ondersteunen wij voor het overgrote deel de activiteiten die in dit programma onderdeel opgesomd worden en willen wij graag meewerken aan de uitvoering van dit programma onderdeel. Toch nog een paar opmerkingen. Over de Milieudialoog hebben we eerder al het nodige opgemerkt, maar specifiek zouden we voor de Milieudialoog IJmond willen pleiten dat de provincie zich aansluit bij de visie Luchtkwaliteit van de IJmondgemeenten dat het uitgaat van het stand-still principe: de concentratie van luchtverontreinigende stoffen (o.a. fijn stof) mag in het IJmond gebied niet toenemen. Dit zou ook in de lijn zijn met hetgeen hierover staat in de Visie NZKG 2040 op blz. 46: “in het hele NZKG moet in het algemeen voldaan worden aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit en in de IJmond moet in het bijzonder de fijnstof belasting verminderd worden en de luchtkwaliteit verbeterd worden”. Dit is toch minimaal stand-still, zouden wij zeggen. In dit kader pleiten wij ook voor het niet meer toepassen van het NIBM-principe in de IJmondregio, maar voor het salderingsprincipe als uitgangspunt. Dit alles zou ook logisch zijn uitgaande van het gegeven dat de provincie de gezondheid weer meer centraal wil gaan stellen. Geluid, blz. 31 De geluidhinder van Schiphol krijgt wel erg weinig aandacht in dit plan, terwijl het nog steeds een van de grootste geluidhinder bron is in deze provincie. We ondersteunen het stiltegebiedenbeleid van de provincie. Het is goed en noodzakelijk dat er in deze provincie gebieden zijn waar het nog relatief stil is. Deze gebieden zijn het behouden waard, waarbij wij wel willen opmerken dat de provincie actiever zou mogen worden om deze stilte in deze gebieden te behouden. Ontwikkel daartoe voor aan aantal van deze gebieden samen met de lokale partijen een zogenaamd ontwikkelplan (zie IPO-rapport). Hoe kan de kwaliteit van het gebied behouden en verbetert worden waarbij naast aandacht voor stilte ook het behoud van duisternis/landschap en recreatie meegenomen kan worden. Doe dit aan de hand van het initiëren lokale processen. Geur, blz 36 Gezien het feit dat er nog steeds veel geklaagd wordt over geurhinder en de provincie niet echt een geurbeleid had, zijn wij verheugd dat de provincie met dit PMP een geurbeleid vaststelt. Wij ondersteunen dit beleid, zoals het werken aan een verbeterde klachtenafhandeling en de inzet van e-noses. Licht en Donkerte, blz 41 Ook zijn wij verheugd met het licht en donkerte beleid van de provincie. Het is goed dat in één van de meest lichte provincies van Nederland aandacht is voor donkerte. Deze oerkwaliteit verdient ook in deze provincie bescherming. Heel veel inwoners in deze provincie vinden dit ook belangrijk gezien de vele duizenden mensen die jaarlijks de Nacht van de Nacht activiteiten bezoeken van de gezamenlijke Milieufederaties. Gelukkig geeft de provincie met het in dit plan verwoorde Licht en Donkerte beleid hier serieus invulling aan. We onderschrijven dan ook het voorgestelde beleid. Wel hebben we nog een enkele opmerking/aanvulling. Onder stimuleren innovatie zegt de provincie dat zij de werkmethode “maatschappelijk verantwoord verlichten” actief gaan uitdragen. Dit juichen wij toe en wij nemen aan dat de provincie hiervoor ook geld beschikbaar stelt, maar onder de resultaten missen wij deze activiteit. Daar zou deze activiteit nog aan toegevoegd moeten worden. Wij hopen dat u bij het opstellen van uw definitieve milieubeleidsplan rekening wilt houden met onze ingebrachte reactie.
-5-
Hoogachtend,
Jos van de Pol, directeur Milieufederatie Noord-Holland
-6-