Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma Gemeente Sliedrecht 2010-2011 “Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente”
Datum: 15 december 2009
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
1
d.d. 15 december 2009
1. Algemeen In het Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010-2011 vormt duurzaamheid de rode draad. Bij het maken hiervan hebben wij ons laten inspireren en leiden door het ‘Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011’ en de in het verlengde hiervan opgestelde ‘Verkenning Klimaatbeleid in de Drechtsteden’. In het klimaatakkoord zijn gemeenten en rijk overeengekomen zich gezamenlijk in te spannen voor een duurzaam en klimaatbestendig Nederland. De verkenning klimaatbeleid, opgesteld in opdracht van het Bureau Drechtsteden, was en is bedoeld als opmaat om te komen tot een regionaal en lokaal klimaatbeleid. De gemeenteraad heeft op 2 maart 2009 met dit verkenningenrapport en de nadere uitwerking hiervan onder regie van de Drechtsteden ingestemd. Op basis van dit verkenningenrapport is in 2009 een aanvraag om een bijdrage ingediend en toegekend op grond van de regeling ‘Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven’ (SLOK). Bij het bepalen van onze ambitie en de hiervoor te verrichten activiteiten hebben wij ons tenslotte mede laten leiden door het ‘Masterplan duurzame energie gemeente Sliedrecht ’ van het CQ-team van HVC. In deze “Quickscan studie” zijn door deze adviestak van HVC de mogelijkheden tot verduurzaming van energieverbruik voor onze gemeente onderzocht en in beeld gebracht 2. Sliedrecht wil een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente worden We hebben de ambitie om op termijn te willen komen tot een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente. Onze ambitie is dat op termijn de volledige energievraag binnen onze gemeentegrenzen door duurzame bronnen wordt opgewekt. De opwekking van duurzame energie mag zowel binnen als buiten onze gemeente plaatsvinden. Om deze ambitie waar te maken zal bij alles extra aandacht moeten worden besteed aan het aspect duurzaamheid. Om deze ambitie waar te maken zal enerzijds het gezamenlijke energieverbruik structureel moeten worden verlaagd en zal anderzijds gewerkt moeten worden aan het opwekken van duurzame energie. Het streven is het energieverbruik door ‘huishoudens’en ‘industrie’ ten opzichte van 2008 jaarlijks respectievelijk met 3 % en 2 % te verminderen. We streven ernaar dat het aandeel duurzame energie opgewekt binnen onze eigen gemeentegrenzen in 2020 minimaal 25% bedraagt. Dit alles kunnen we overigens alleen in samenwerking met onze inwoners, bedrijven en instellingen bereiken. Wij beseffen dat we ook hierin moeten investeren en hiervoor als gemeente zelf het goede voorbeeld zullen moeten geven. 3. Masterplan duurzame energie gemeente Sliedrecht “Quickscan studie” In het masterplan vinden we de onderzoeksresultaten van de mogelijkheden tot verduurzaming van het energieverbruik voor de gemeente Sliedrecht. Door het CQ-team van HVC zijn de mogelijkheden tot verduurzaming van energieverbruik onderzocht aan de hand van twee scenario’s. Het autonome scenario, waarbij de gemeente landelijke afspraken nakomt en een intensief scenario, waarbij de gemeente extra inspanningen doet om te verduurzamen Hieruit blijkt dat bij gemeentelijke inspanningen volgens het autonome scenario de mate van verduurzaming geleidelijk toeneemt van circa 6% in 2015, 10 % in 2020 tot 33% in 2035. Het intensieve scenario zal kunnen leiden tot circa 10% in 2015, 42% in 2020 tot 73% verduurzaming in 2035. Bij het plaatsen van minder dan wel geen windmolens is de verduurzaming uiteraard lager. Indien 4 windmolens worden geplaatst en voor het overige alles wordt ingezet op een intensief scenario bedraagt de verduurzaming in 2020 35%. Zonder windmolens komt de verduurzaming op 28% in 2020. De extra winst in het intensieve scenario aan de besparingskant is gering. Gelet op onze belastende energie - en infrastructuur wordt vooralsnog niet gekozen voor het opwekken van windenergie binnen onze eigen gemeentegrenzen. De gemeentelijke ambitie dat het aandeel duurzame energie opgewekt binnen onze gemeentegrenzen in 2020 minimaal 25 % bedraagt is hierop bepaald.. Het streven van de gemeente naar energieneutraal wordt in het meest intensieve scenario overigens ook in 2035 nog niet bereikt: ingeval van het intensief scenario (excl. scheepvaart) kan maximaal een verduurzaming van 79% worden behaald. Alleen ingeval van een importscenario bijvoorbeeld door te investeren in ‘wind op zee’ kan gemeente Sliedrecht een energieneutrale gemeente worden.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
2
d.d. 15 december 2009
4 Gemeente heeft voorbeeldfunctie Op onze weg naar een energieneutrale gemeente is het essentieel dat de gemeente als eigenaar en gebruiker van gebouwen, voorzieningen, persoon- en bedrijfswagens, openbare verlichting, openbare wegen, openbaar groen, water, riolering etc. een voorbeeldfunctie vervult voor derden. Het streven is al die maatregelen te initiëren, voor te bereiden en/of te treffen die de duurzaamheid van al deze zaken kunnen vergroten c.q. optimaliseren en die economisch verantwoord zijn. Vanuit de voorbeeldfunctie is het steven in elk geval energiezuiniger te bouwen dan wettelijk voorgeschreven. Het eigen gebruik van de gemeente bedraagt bijna 1% van het totale energiegebruik binnen de gemeente. Als gemeente willen we onze verantwoordelijkheid nemen door enerzijds zelf het goede voorbeeld te geven door te investeren in energiezuinige openbare verlichting, scholen en eigen gebouwen en anderzijds door duurzame initiatieven van bedrijven, woningcorporaties en burgers te stimuleren. Met dit doel hebben wij ons als gemeente aangesloten bij het ‘Groen Akkoord’. Hiermee laten de overheden zien dat zij hun verantwoordelijkheid nemen met initiatieven voor een betere economie en klimaat. 5. Doelgroepen en thema’s Verkenningen Klimaatbeleid Drechtsteden leidend Bij de opzet van dit beleids- en uitvoeringsprogramma waren de in de ‘Verkenning Klimaatbeleid in de Drechtsteden’ gegeven doelgroepen en thema’s leidend. Voor de milieuonderwerpen waar niet dan wel onvoldoende aansluiting gevonden kon worden bij deze doelgroepen en thema’s is secundair aansluiting gezocht bij de in de Programmabegroting 2010 in het Thema Milieu gegeven overkoepelende thema’s van ‘Realiseren van een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving’ en ‘Verbeteren van de bestaande milieukwaliteiten’. Mede op basis en met inachtneming van de ‘Verkenning Klimaatbeleid in de Drechtsteden’, Programmabegroting 2010, de SLOK-aanvraag en het Masterplan wordt in de navolgende hoofdstukken aandacht besteed aan de volgende doelgroepen en overkoepelende thema’s: Doelgroepen: Gemeentelijke gebouwen, voorzieningen en inkoop; Woningen en utiliteit; Bedrijven; Verkeer en vervoer; Overkoepelende thema’s: Duurzame energie-infrastructuur Communicatie (educatie en voorlichting) Realiseren van een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving’; Verbeteren van de bestaande milieukwaliteiten 6. Gemeentelijke gebouwen, voorzieningen en inkoop 6.1 Doelstellingen Nieuwbouw van gebouwen Realisatie van energiezuinigere gebouwen dan wettelijk voorgeschreven; Realisatie van nieuwbouw met een 20% verscherpte EPC; Bestaande gebouwen Energiebesparing 3 % per jaar; 70% inkoop duurzame energie; Infrastructurele voorzieningen Energiebesparing 3 % per jaar; 70 % inkoop duurzame energie; Gemeentelijk wagenpark 5 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen Duurzaam inkopen Duurzaam inkopen 75 % in 2010; 100 % in 2015
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
3
d.d. 15 december 2009
6.2 Huidige situatie De gemeente draagt zelf 1 % bij het energieverbruik in de gemeente Sliedrecht. Wij willen dit energieverbruik vanuit ons opdrachtgeverschap voor de eigen gebouwen (nieuwbouw, herinrichting en beheer), voorzieningen (openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, pompen en gemalen, civiele kunstwerken) en inkoop verminderen en waar mogelijk verduurzamen. Wij onderkennen dat wij hiermee in absolute zin slechts een bescheiden bijdrage aan de verduurzaming kunnen leveren, maar wij hechten er belang aan onze voorbeeldfunctie optimaal uit te dragen. Dit is essentieel om ook bij onze inwoners, bedrijven en instellingen hiervoor draagvlak te verkrijgen. Zonder een breed en solide draagvlak voor verduurzaming zal Sliedrecht geen energieneutrale gemeente kunnen worden. Op grond van de Richtlijn EPBD moeten alle openbare gebouwen met een vloeroppervlakte van meer dan 1000 m2 per 1 januari 2009 een energielabel hebben. Hieraan is invulling en uitvoering gegeven. De volgende gemeentelijke gebouwen beschikken over het energiezuinigste label A: Gemeentekantoor; De Reling; De Lockhorst Zalencentrum en Zwembad; Sporthal De Stoep en Sportgebouw De Valk. Momenteel wordt alle elektriciteit voor gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting, pompen en rioolgemalen e.d. als ‘groene stroom’ ingekocht. Per 1 januari 2010 zal alle gas dat ingekocht wordt voor de gemeentelijke gebouwen ‘vergroend gas’zijn. In 2010 wordt bezien voor welke groeperingen, waarin de gemeente een belang heeft, ook onder deze contracten kunnen vallen. 6.3 Activiteiten Energieneutrale nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen en voorzieningen Bij de realisatie van nieuwbouw in opdracht van de gemeente wordt vanuit de voorbeeldrol energiezuiniger gebouwd dan wettelijk is verplicht. In de naaste toekomst wordt een nieuwe gemeentewerf en milieustraat in de Driehoek, een Bredeschool in Baanhoek West en een uitbreiding van de bestaande Sporthal de Stoep gebouwd. Het streven is deze gemeentelijke gebouwen innovatief en energiezuinig te bouwen. In 2010 wordt onderzocht op welke wijze de nieuwe Bredeschool in Baanhoek West en de nieuwe gemeentewerf annex milieustraat in de Driehoek energiezuinig en mogelijk zelfs energieneutraal kunnen worden gebouwd. Doorvoeren energiebesparende maatregelen voor bestaande en nieuw te bouwen gebouwen Bij nieuwbouw, onderhoud en renovatie van gemeentelijke gebouwen worden de mogelijkheden van energiebesparende maatregelen nader onderzocht. Het uitgangspunt is energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 tot 10 jaar te treffen. De financiering hiervan zal bij voorkeur moeten plaatsvinden via huurprijs, revolverend fonds of prestatiecontract. In geval van onderhoud of renovatie zullen de te treffen maatregelen worden opgenomen in de onderhoudsplanning. Verminderen energieverbruik openbare verlichting Verminderen energieverbruik openbare verlichting. In 2008 is door SenterNovem en CityTec, bedrijfsonderdeel van Eneco dat zich bezig houdt met de plaatsing en het onderhoud van de openbare straatverlichting, een energiescan uitgevoerd. Aanvullend is in 2009 nog onderzoek gedaan hoe de maatregelen het beste in de Sliedrechtse praktijk in te passen zijn. Dit is voorts doorvertaald in een beheerplan. In 2010 en 2011 zullen respectievelijk 244 en 439 lampen en armaturen worden vervangen door energiezuiniger en duurzamer exemplaren. Doorvoeren van energiebesparende maatregelen infrastructurele voorzieningen Het uitgangspunt is voor alle gemeentelijke voorzieningen, zoals openbare verlichting, pompen en gemalen en verkeerslichten onderzoek te doen naar reële energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 10 jaar.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
4
d.d. 15 december 2009
Met dit doel worden er jaarlijks regionaal en/of lokaal pilots uitgevoerd en geëvalueerd. Met dit wordt het energieverbruik gemonitord op basis van gegevens van netbeheerder Stedin. De financiering van de maatregelen komt ten laste van investerings- en onderhoudsbudgetten. Schoner en zuiniger wagenpark Bij de vervanging van ons wagenpark zal in het kader van onze voorbeeldfunctie zo mogelijk geopteerd worden voor een elektrisch voertuig. Bij de vervanging van het wagenpark wordt met name ook geselecteerd op het aspect energiezuinigheid. In 2009 is recent besloten ten behoeve van plantsoenen en reiniging één elektrisch voertuig aan te schaffen. In 2010 wordt deze geleverd. In het kader van het project Schone brandstoffen wordt er in 2010 een wagenparkscan uitgevoerd om te bezien of het gemeentelijke wagenpark op aardgas kan rijden. De kosten voor de scan worden gefinancierd door de Drechtsteden gezamenlijk. Duurzaam inkopen Beleidsregel 18 van de nota Aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden geeft aan dat bij het inkopen van producten en diensten zoveel als mogelijk sprake moet zijn van “duurzaam inkopen”. De VNG heeft zich op het volgende standpunt gesteld: o 75% duurzaam inkopen in 2010 o 100% duurzaam inkopen in 2015 Het bereiken van 75% duurzaam inkopen in 2010 vergt de nodige inspanning van de gemeente. Het VNG-standpunt wordt gevolgd. Het SCD wordt daartoe opdracht verstrekt Opwekking van duurzame zonne-energie Voor het opwekken van zonne-energie beschikken de gemeentelijke gebouwen (Gemeentekantoor en De Reling, Sporthal De Stoep, de obs De Wilgen en Gymlokaal ’t Crayenest) over een oppervlakte van ca. 5300 m2 dak en 600 m2 geveloppervlak. Dit kan ca. 590.000 kWh op jaarbasis opleveren, hetgeen neerkomt op 2,5% van het gemiddelde jaarverbruik. In Drechtstedenverband worden de mogelijkheden onderzocht om te kunnen komen tot een collectieve inkoop van zonnepanelen. Door collectieve inkoop en realisatie kan met een beduidend lager bedrag rekening worden gehouden. 7 Woningen en Utiliteit 7.1 Doelstellingen Woningen en utiliteit Handhaving EPC Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 40 % van de bouwvergunningen Nieuwbouw Realiseren van woningen met een 20 % verscherpte EPC Voor nieuwbouw wordt een norm gehanteerd van 0,5 Bestaande woningen en gebouwen Energiebesparing van 3% per jaar; Bij renovatie wordt een EPC-norm gehanteerd van 0,8 in 2015 Verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningen en gebouwen , uitgedrukt in het energielabel, met gemiddeld 2 % per jaar Bewonersgedrag Stimuleren dat minimaal 5 % van de bewoners van woningen energiezuinig gedrag vertoont 7.2 Huidige situatie De gebouwde omgeving nieuwbouw en bestaande woningen en utiliteitsbouw draagt voor ongeveer 50 % bij aan het energieverbruik in de gemeente Sliedrecht. Onze doelstelling is het energieverbruik van de bestaande woningen jaarlijks met 3 % te verminderen. Het gestandaardiseerde gebouwgebonden energieverbruik willen we in de volle breedte van de nieuwbouwproductie per 1 januari 2011 verlagen met 25 % en per 1 januari 2015 met 50 % ten opzichte van de op 1 januari 2007 geldende bouwregelgeving.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
5
d.d. 15 december 2009
In 2020 moet nieuwbouw energieneutraal worden gebouwd. Het energieverbruik van de in de woningen gevestigde huishoudens bedraagt circa 40% van het totale energieverbruik. Het stimuleren van energiezuinig gedrag van deze huishoudens verdient dan ook prioriteit. Landelijk is vastgelegd dat nieuwbouw minimaal aan een bepaalde EPC norm moet voldoen. Dit zegt iets over de energiezuinigheid van een woning of gebouw. Regionaal is in 2000 voor te realiseren nieuwbouw het convenant “Duurzaam bouwen regio Zuid-Holland Zuid” ook door Sliedrecht en Tablis Wonen ondertekend. In het convenant zijn vier checklisten opgenomen, namelijk: woningbouw, renovatie en onderhoud, utiliteitsbouw loodsen/hallen, en kantoren. In de checklisten zijn vier ambitieniveaus aangegeven. (D, C, B en A, waarbij A het hoogste niveau is). Met betrekking tot woningbouw is in het convenant vastgelegd dat voor projecten in de woningbouw minimaal niveau B gehaald moet worden en voor projecten in de utiliteitsbouw ten minste niveau C. Bij de behandeling van bouwaanvragen voor grootschalige woningbouw en/of utiliteitsplannen wordt invulling en uitvoering gegeven aan genoemd convenant. In het recente verleden zijn aan de Rivierdijk innovatieve energiezuinige woningen gerealiseerd, zogenaamde passiefwoningen. In 2004 was in Sliedrecht het eerste passiefhuisproject in Nederland een feit. Bij de noodzakelijke ophoging van de dijk zijn tegelijkertijd eigentijdse en toekomstgerichte woningen gebouwd. Het project bestond uit een bedrijfsruimte en drieëntwintig dijkwoningen, waarvan er twaalf als zonhuizen zijn gerealiseerd. In deze woningen is geen conventioneel verwarmingssysteem te vinden. De zon wordt optimaal gebruikt en er is sprake van extreme isolatie. Op de bouwplaats vindt bij grote projecten controle plaats van de bij de bouwaanvraag gegeven EPCberekeningen. Verkopers en verhuurders van woningen zijn sinds 1 januari 2008 verplicht om een energielabel te laten zien. Belangstellenden kunnen zo de energiekwaliteit van een woning meewegen in hun beslissing om die woning te huren of te kopen. Op het moment dat woningen van bewoner wisselen, dient de verkoper of verhuurder het energielabel te overhandingen aan de nieuwe eigenaar of nieuwe huurder. Professionele verhuurders (woningcorporaties) behoeven pas vanaf 1 januari 2009 te voldoen aan de verplichting. 7.3 Activiteiten Toetsing van EPC In het kader van de voorgestane intensivering van de toepassing van EPC-check ontvangen betrokken medewerkers extra scholing/training. Steekproefsgewijs wordt de EPC-check bij de behandeling van bouwaanvragen voor woningbouwprojecten toegepast. Op de bouwplaats vindt steekproefsgewijs een toetsing van de EPC-berekeningen plaats Projectmatige nieuwbouw energiezuiniger te bouwen Projectmatige nieuwbouw willen we energiezuiniger (doen) bouwen dan wettelijk is vereist door het maken van concrete afspraken met projectontwikkelaars en/of het inzetten van financiële instrumenten. Het streven is om nieuwbouw te voorzien van voorzieningen die zuiniger gebruik van energie mogelijk maken (b.v. warmwatertappunten t.b.v. (vaat-)wasmachines, gasaansluitingen t.b.v. wasdrogers). Nieuwbouw zal bij voorkeur mede geschikt moeten zijn voor (toekomstige) plaatsing van bv. pv-panelen. Energiebesparing bestaande woningvoorraad Tablis Wonen In het ‘Convenant energiebesparing bij renovatie’ zijn door de corporaties afspraken gemaakt over het versneld uitvoeren van renovaties met ambitieuze doelstellingen voor de te realiseren energiebesparing. Op dit moment werkt Tablis Wonen aan een (driejarig) programma om haar woningvoorraad beter thermisch te isoleren. Hierdoor wordt het energiegebruik van de woningen in belangrijke mate beperkt. Tablis Wonen brengt voor begin 2010 de energieprestatie van haar woningen in beeld.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
6
d.d. 15 december 2009
Op basis van die nulsituatie wordt de mogelijke energiebesparing tot 2011 berekend en worden zo nodig aanvullende energiebesparende maatregelen genomen. In de voor de periode 2010-2014 bestuurlijk vast te stellen prestatieafspraken tussen de gemeente en Tablis Wonen worden over de renovatie/energiebesparing van de bestaande woningvoorraad afspraken gemaakt. In 2010 zal tevens worden onderzocht in hoeverre hiervoor tevens financiële instrumenten ingezet kunnen worden. Nieuwe uniforme prestatiegerichte werkwijze van duurzaam bouwen van nieuwbouw In 2009 is gekozen voor het invoeren van GPR Gebouw als de nieuwe uniforme prestatiegerichte werkwijze van duurzaam bouwen, waarin de bestaande regionale toetsingslijsten van Duurzaam Bouwen en Kwaliteitseisen Nieuwbouw worden geïntegreerd. In 2010 zal GPR Gebouw worden geïnstalleerd en operationeel worden. Met de toepassing van een lagere EPC dan wettelijk voorgeschreven bij nieuwbouw en renovatie kan een reële bijdrage aan energiebesparing worden geleverd. In de voor de periode 2010-2014 bestuurlijk vast te stellen prestatieafspraken tussen de gemeente en Tablis Wonen worden hierover afspraken gemaakt. Energie op maat De successen van het project “Energie op Maat” (energiebesparingsadviezen aan inwoners) hebben er toe geleid dat gemeente Dordrecht, Leerpark en de woningcorporaties (Woonbron) gezamenlijk een uitwerking voor verdere opschaling hebben gemaakt. Het streven is vanaf 2010 aan maximaal 240 Sliedrechtse particuliere woningeigenaren dergelijke adviezen te verstrekken. Een energiezuinig gedrag wordt hiermee gestimuleerd. Voor en na het verstrekken van deze energiebesparingsadviezen vindt monitoring van het energieverbruik van de deelnemers plaats op basis van de gegevens van netbeheerder Stedin Voorlichting duurzaam bouwen aan particulieren Burgers worden gestimuleerd c.q. uitgedaagd om bij renovatie en uitbreiding van hun woning duurzaamheid te betrekken bij de te maken keuzes. Met dit doel wordt aan ‘duurzaam bouwen door en voor particulieren’ op de site van de gemeente Sliedrecht extra aandacht besteed en gevraagd met links naar sites van publiek en private organisaties die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan en hun hierover kunnen voorzien van adviezen, materialen etc. Duurzaamheidslening van SVn ( Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting) De SVn is een financiële partner van gemeenten. Zij ontwikkelt financieringsinstrumenten voor de verbetering van de stedelijke vernieuwing, zoals de ‘Starterslening’.In 2009 heeft zij in samenspraak met gemeenten de ‘Duurzaamheidslening’ ontwikkeld. De Duurzaamheidslening biedt gemeenten een eenvoudig en verantwoord financieringsinstrument dat particuliere woningeigenaren stimuleert tot het treffen van energiebesparende maatregelen aan de eigen woning. De Duurzaamheidslening maakt het voor de particuliere woningeigenaren mogelijk om op basis van zo’n dan wel vergelijkbaar energiebesparingsadvies tegen aantrekkelijke voorwaarden en een lage rente geld te lenen voor het treffen van energiebesparende maatregelen.De lening past uitstekend in het lokale beleid voor energiebesparing en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Met dit doel wordt uiterlijk voor 1 april 2010 een deelnemingovereenkomst gesloten met de SVn en een toereikend fonds geopend tot een bedrag van € 150.000,-, waaruit de leningen kunnen worden verstrekt. Het bedrag komt uit c.q. ten laste van het bestaande fonds ‘Gemeenterekening’ bij de SVn. 8 8.1 -
Bedrijven Doelstellingen Bij vergunningverlening, toezicht en handhaving extra aandacht te besteden aan en te vragen voor duurzaamheid, energiebesparing en reductie van broeikasgassen; Energiebesparing van 2% per jaar; Aanscherpen energie-efficiency programma in samenwerking met bedrijven
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
7
d.d. 15 december 2009
8.2 Huidige situatie Sliedrecht kent ongeveer 1300 bedrijven, waarvan ruim 90 % kleine bedrijven betreffen met een grote variatie aan activiteiten. Er zijn 13 bedrijven met meer dan 100 medewerkers. Vier van deze bedrijven behoren tot de categorie industrie. Van oudsher zijn in Sliedrecht ook scheepsbouw- en baggerbedrijven gevestigd . De bedrijven (incl. commerciële dienstverlening) nemen circa 25% voor hun rekening van het energieverbruik in Sliedrecht. Op dit moment wordt het bedrijventerrein Stationspark II uitgegeven en ontwikkeld voor de vestiging van zelfstandige kantoorgebouwen. In 2010/2011 wordt een ontwikkeling voor bedrijfsdoeleinden voorzien van de Driehoek en het Plaatje. De kaders voor de vergunningverlening aan en het toezicht op de bedrijven worden gegeven in de Wet milieubeheer en in het verlengde daarvan sinds 2008 in het Besluit Algemene regels inrichtingen milieubeheer (BARIM, ook wel Activiteitenbesluit genoemd). Vanaf 2008 heeft de vergunningverlening wel een verandering ondergaan vanwege het in werking treden van het activiteitenbesluit. De basisregel “vergunningplicht tenzij AMvB” is veranderd in “algemene regels tenzij vergunningsplicht”. Als gevolg hiervan komt de nadruk naar verwachting in 2010 meer liggen bij toezicht en handhaving dan bij vergunningverlening. Binnen de kaders van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit wordt in regionaal verband door het samenwerkingsknooppunt Zuid-Holland Zuid jaarlijks een regionaal handhavingprogramma gemaakt. Dit programma wordt vastgesteld in het Regionaal bestuurlijk Handhavingoverleg (RBHO). Het regionaal handhavingprogramma bevat minimaal alle landelijke prioriteiten die elk jaar door het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) worden aangedragen en door het Bestuurlijk LOM worden vastgesteld. De landelijke prioriteiten die in 2010 opgepakt worden, zijn de volgende: . -Asbest in bouw- en sloopafval -Bodem- en grondstromen -Illegaal consumenten vuurwerk -Natuurwetgeving -EVOA (export afval naar niet OESO-landen) 8.3 Activiteiten Vergunningverlening, toezicht en handhaving in teken duurzaamheid en energiebesparing Voor bedrijven waarvoor de gemeente bevoegd gezag is, wordt in het kader van vergunningverlening , toezicht en handhaving extra aandacht besteed aan en gevraagd voor duurzaamheid en energiebesparing. Deelname aan Campagne Stad en MKB Bedrijven zijn wettelijk verplicht tot het treffen van éénvoudige energiebesparende maatregelen die binnen 5 jaar worden terugverdiend. Via de campagne “Stad en MKB” willen we in 2010 met ondersteuning van SenterNovem hiervoor extra aandacht vragen bij onze midden- en kleinbedrijven. Doelgroepgerichte aanpak energiebesparing bij kleinere bedrijven; 4 doelgroepen In 2010/2011 wordt tevens in samenwerking met de Milieudienst gekozen voor een doelgroepgerichte aanpak energiebesparing bij kleinere bedrijven. Voor 2010/2011 wordt gedacht aan een doelgroepgerichte aanpak voor energiebesparing door supermarkten (afdekken vriesmeubels, overdadige nachtverlichting en open winkelpuien). In 2010 zal hiervoor een plan van aanpak worden gemaakt. Het plan van aanpak zal aansluitend in 2010/2011 moeten worden uitgevoerd Duurzaamheidsplan Bedrijventerrein Nijverwaard In 2009 heeft onder regie van de Drechtsteden voor de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein een pilot plaatsgevonden op bedrijventerrein Groote Lindt te Zwijndrecht. Dit heeft geresulteerd in een modelaanpak “Duurzaamheid op bedrijventerreinen in de Drechtsteden” voor de verduurzaming van bedrijventerreinen in de Drechtsteden.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
8
d.d. 15 december 2009
In 2010 willen we met regionale ondersteuning met deze resultaten en ervaringen aan de slag om in samenwerking met de Vereniging Sliedrechtse Ondernemingen te komen tot een plan voor de verduurzaming van de Nijverwaard. 9 9.1 -
Verkeer en vervoer Doelstellingen Besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 1 % per jaar; Energiebesparing door uitvoering Regionaal Programma Luchtkwaliteit 2006-2010 3 % minder autoverplaatsingen middels Hoogwaardig Openbaar Vervoersknooppunt Station Baanhoek-West
9.2 Huidige situatie De mogelijkheden voor een gemeente om het energieverbruik van het zakelijk transport (verkeer en vervoer) daadwerkelijk te beperken zijn minimaal. Voor ons als gemeente zien wij hier primair een faciliterende rol en een voorbeeldfunctie weggelegd. Het energieverbruik ten laste van verkeer en vervoer bedraagt ongeveer 34 % van het totale energieverbruik. Voor het bereiken van CO2-reductie bij verkeer en vervoer zijn de volgende factoren van belang: beїnvloeding van de voertuigkeuze (bijv. van auto naar bus/trein of fiets, van wegtransport naar water en railtransport) beїnvloeding van de brandstofkeuze (bijv. van benzine naar aardgas of biogas) beїnvloeding van het gedrag (bijv. aantal af te leggen kilometers of het energiezuinig besturen) Het Regionaal Programma Luchtkwaliteit bevat een pakket van regionale en lokale maatregelen die tevens effect hebben op het energieverbruik, zoals de voorgestane realisering van hoogwaardig openbaar vervoer, walstroomvoorzieningen voor aangemeerde binnenvaartschepen en vervoermanagement 9.3 Activiteiten Walstroomvoorzieningen Uit haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat de realisering van walstroomvoorzieningen in Sliedrecht zal leiden tot een verbetering van de luchtkwaliteit, een vermindering van CO2-uitstoot en vermindering van de geluidbelasting. In Sliedrecht zullen in 2010 3 walstroomkasten met bijbehorend kabelwerk worden gerealiseerd en in 2011 daadwerkelijk in gebruik worden genomen. Uitbreiding Hoogwaardig Openbaar Vervoer In Baanhoek West wordt een hoogwaardig openbaarvervoersknooppunt Station Baanhoek West worden gerealiseerd. De voorbereiding is in volle gang. Volgens de planning van Merwede-Lingelijn moet de oplevering in 2011 plaatsvinden. Vervanging wagenpark door elektrische voertuigen Vanuit onze voorbeeldfunctie en het feit dat het gebruik van elektrische voertuigen de toekomst heeft zal bij de vervanging van het bestaande wagenpark zo mogelijk gekozen worden voor een nieuw elektrisch en overigens gelijkwaardig voertuig. Een elektrisch wagenpark zal eveneens leiden tot een verbetering van de luchtkwaliteit, een vermindering van de CO2-uitstoot en een vermindering van de geluidsbelasting. Infrastructuur voor elektrisch rijden In het kader van de actualisering van het verkeerscirculatieplan zal tevens aandacht worden gevraagd voor de ontwikkeling van de benodigde infrastructuur voor elektrisch rijden Project schone transportbrandstoffen: aardgas Dit is een provinciaal project waar de Drechtsteden aan deelnemen. Het project richt zich op het bij elkaar brengen van pomphouders en wagenparkbeheerders door middel van intensieve communicatie en het geven van financiële prikkels.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
9
d.d. 15 december 2009
Voorzien wordt in de realisatie van 4 aardgas-vulpunten in de Drechtsteden, wagenparkscans en de introductie van aardgas in de gemeentelijke wagenparken. Het geheel wordt gefinancierd met provinciale en regionale gelden. Vervoersmanagement Uitvoeren van vervoersmanagementscans (kilometerreductie en brandstofbesparing) bij 90 bedrijven in de Drechtsteden. Hiervoor is binnen de Drechtsteden budget beschikbaar. 10 10.1 -
Duurzame energie-infrastructuur Doelstellingen Het aandeel duurzame energie opgewekt binnen de eigen gemeentegrenzen te verhogen tot 25 % in 2020 middels het realiseren van een warmtenet door middel van aardwarmte, een maximalisatie van de energiebenutting van biomassa en het benutten van zonne-energie.
10.2 Huidige situatie Het aandeel duurzame energie opgewekt binnen de eigen gemeentegrenzen is in 2008 nog minimaal . Op enkele particuliere initiatieven na wordt alle duurzame energie, die binnen de gemeente gebruikt wordt, geïmporteerd Het streven is dat het aandeel duurzame energie opgewekt binnen de eigen gemeentegrenzen duurzame energie in 2020 minimaal 25 % bedraagt. Het bronpotentieel voor de opwekking van duurzame energie binnen de eigen gemeentegrenzen bedraagt van aardwarmte, zon, wind en biomassa respectievelijk 42, 25, 18 en 16 %. 10.3 Activiteiten Duurzame energieproductie middels implementatie van collectief warmtenet Voor de productie van duurzame energie wordt ingezet op de implementatie van een collectief warmtenet voor geheel Sliedrecht, dat in eerste instantie gevoed wordt met restwarmte en op termijn met aardwarmte. Er wordt een implementatie voorgestaan in die mate dat in 2015-2025 een warmtenet kan worden aangelegd en dat uiteindelijk in 2025 alle mogelijke aansluitingen hierop zijn gerealiseerd. Voordat uiteindelijk op aardwarmte kan worden overgeschakeld zullen tussentijdse oplossingen voor de levering van warmte gekozen worden, hetzij op basis van restwarmte dan wel andere bronnen van duurzame aard. De gemeente speelt hier een stimulerende rol door met de benodigde partijen afspraken over de uitrol te maken. Voor de ontwikkeling hiervan kan Tablis Wonen niet worden gemist. Daarnaast zal de gemeente mogelijk een rol moeten spelen als mede-financier om de aanleg van de benodigde infrastructuur mogelijk te maken. Tenslotte zal hiervoor een aansluitplicht in de bouwverordening moeten worden opgenomen en zal de vergunningverlening voor de aanleg van het distributienet moeten worden geoptimaliseerd. Ter compensatie van de belastende energie - en infrastructuur is aan de provincie Zuid-Holland een inspanning gevraagd om de haalbaarheid van de aanleg van een wamtenet in Sliedrecht mede te ondersteunen en te faciliteren. De provincie is tevens verzocht financieel bij te dragen aan de haalbaarheidsstudie van geothermie. Dit ter bevestiging dat de aanleg van een warmtenet een goede investering is en hiermee een dubbele borging van leveringszekerheid wordt verkregen Uitwerking van industriële restwarmte Voor de Drechtsteden is een ‘Haalbaarheidsonderzoek industriële restwarmte Drechtsteden’ uitgevoerd waaruit blijkt dat in de Drechtsteden voor 30.000 aan woonequivalenten aan warmte wordt geloosd. Vervolgens is een marktscan uitgevoerd waaruit bleek dat partijen (warmte-aanbieders, energiebedrijven, corporaties en ontwikkelaars) positief zijn over verdere uitwerking. HVC heeft i.s.m. Eneco een marktinitiatief ingediend, waarbij zij starten met uitwerking van de meest kansrijke locatie (warmtelevering vanuit HVC naar nieuwbouwlocaties en bestaande bouw in Dordrecht). Na deze eerste fase zal restwarmtelevering in andere gebieden in de Drechtsteden worden uitgewerkt. In vervolg op het “haalbaarheidsonderzoek industriële restwarmte Drechtsteden” en de “Marktverkenning restwarmte Drechtsteden” heeft HVC in samenwerking met Eneco een voorstel gedaan voor uitwerking van warmte- (en koude-) levering aan de Drechtsteden.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
10
d.d. 15 december 2009
Mogelijkheden warmte- en koudeopslag Watertorenterrein In 2009 is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van warmte- en koudeopslag en/of collectieve warmwatervoorziening voor nieuwbouw op het Watertorenterrein. In 2010 worden de resultaten hiervan nader uitgewerkt. Mogelijkheden warmte- en koudeopslag Oude Uitbreiding West In 2010 worden de mogelijkheden onderzocht van warmte-koudeopslag en/of collectieve warmwatervoorziening in het kader van de herstructurering Oude Uitbreiding West. Maximalisatie energiebenutting biomassa De inzet van daarvoor geschikte biomassastromen (afkomstig uit zowel particuliere huishoudens, gemeentelijke en bedrijfsmatige activiteiten) voor energieopwekking wordt geoptimaliseerd. De gemeente werkt actief mee aan de oprichting van een vergistingsinstallatie voor de vergisting van mest, groen vergistbare biomassa en andere daarvoor in aanmerking komende biomassastromen. De afvalverwerker HVC beoogt om in Dordrecht een verwerker van GFT en/of houtachtig afval te realiseren. Met dit doel heeft een inventarisatie plaatsgevonden van bestaande en potentiële biomassareststromen en het beschikbaar stellen van eigen biomassastromen Geen inzet voor opwekking windenergie binnen eigen gemeentegrenzen In het project Merwedezone zijn de betrokken gemeenten met de provincie overeengekomen dat in de Merwedezone minimaal 40 MW aan duurzame energieopwekking wordt gerealiseerd, waarvan minimaal 18 MW windenergie. Voor de realisering van 18 MW windenergie zijn in de Merwedezone voorkeurlocaties aangewezen op bedrijventerrein Nieuwland (Alblasserdam), langs de Betuweroute (Giessenlanden), bedrijventerrein Oosteind (Papendrecht) en op het bedrijventerrein GorinchemNoord (Gorinchem) Deze locaties waren eerder opgenomen in de laatstelijk in 2006 geactualiseerde Nota Wervel. In deze nota waren tevens een drietal potentiële Sliedrechtse voorkeurslocaties voor windenergie opgenomen. De provincie is bezig met het actualiseren van haar beleid inzake windenergie. De realisering van één windmolen staat gelijk aan de realisering van een energievoorziening voor circa 2000 huishoudens. Gelet op onze belastende energie - en infrastructuur wordt vooralsnog niet gekozen voor het opwekken van windenergie binnen onze eigen gemeentegrenzen. Inzet zonne-energie Vooruitlopend op het “economisch omslagpunt” worden vanuit de voorbeeldfunctie in 2010/2011 de mogelijkheden onderzocht om in samenwerking met ENECO na 2011 over te gaan tot een introductie van zon-PV op en ten behoeve van eigen gebouwen en voorzieningen. Voor de haalbaarheid van zonnepanelen op de bestaande geluidsschermen van de A15-Betuweroute wordt met belangstelling uitgezien naar het rapport dat Keyrail en Eneco opstellen over de mogelijkheden om deze geluidsschermen hiervan te voorzien. 11 11.1 -
Communicatie en voorlichting Doelstellingen Stimuleren energiebesparend gedrag eigen inwoners en bedrijven Stimuleren deelname en bijdrage aan Lokale Duurzaamheidsmeter Bewust maken van onze jonge inwoners van hun leefomgeving en de mogelijkheden tonen hoe zij hieraan zelf een positieve bijdrage kunnen leveren
11.2 Huidige situatie De gemeente Sliedrecht heeft de ambitie dat het aandeel duurzame energie opgewekt binnen de gemeentegrenzen in 2020 minimaal 25 % bedraagt en streeft ernaar dat het energieverbruik in ‘huishoudens’en ‘industrie’ten opzichte van 2008 jaarlijks respectievelijk met 3 % en 2 % vermindert. Om dit alles te bereiken kan een deugdelijke communicatie en voorlichting hierover niet worden gemist. In 2009 wordt in Dordrecht invulling en uitvoering gegeven aan het project “Energie op Maat”.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
11
d.d. 15 december 2009
Vanaf 2010 vindt hiervan een opschaling plaats richting de diverse gemeenten. Dit biedt kansen biedt voor een verdere integratie van duurzaamheid in de persoonlijke advisering over energiebesparing aan de inwoners en het onderwijs. Binnen Sliedrecht wordt al sinds jaar en dag aan de leerlingen van de basisscholen intensief voorlichting verstrekt over duurzaamheid vanuit NME-centrum ‘De Hooizolder’. Met ‘De Hooizolder’ beschikt Sliedrecht over een eigen NME-centrum. Vanaf het schooljaar 2008/2009 worden door haar themalessen over duurzaamheid verzorgd en aangeboden aan alle Sliedrechtse basisscholen. Op deze manier komt de Sliedrechtse jeugd al op jonge leeftijd in aanraking met onderwerpen als milieu en duurzaamheid. 11.3 Activiteiten Serie portretten van energiezuinige woningen en bedrijven in Sliedrecht In 2010 zullen in samenwerking met communicatie en voorlichting maximaal 10 portretten worden gemaakt van energiezuinige woningen en bedrijven in de gemeente Sliedrecht. Op deze wijze willen we eigen inwoners en bedrijven die iets bijzonders hebben gerealiseerd op gebied van energiebesparing als inspirerend voorbeeld in het zonnetje zetten Lokale Duurzaamheidsmeter In het recente verleden heeft de gemeente Sliedrecht deelgenomen aan de Lokale Duurzaamheidsmeter. Met dit doel zijn antwoorden verstrekt op vragen over de thema’s duurzaam inkopen, klimaat en water, duurzaamheid en ondernemen en sociaal en mondiaal. Deze antwoorden geven een beeld van de gemeentelijke inspanningen op het vlak van duurzame ontwikkeling. De scores van gemeenten kunnen zo met elkaar worden vergeleken. Het instrument is bij uitstek ook geschikt om duurzaamheid onder de aandacht van onze burgers te brengen. De nieuwe editie van de Lokale Duurzaamheidsmeter is inmiddels weer beschikbaar. In 2010 wordt intern en extern bevorderd dat ook aan de nieuwe editie onze medewerking wordt verleend. Themalessen Duurzaamheid De natuur en milieulessen met het thema duurzaamheid worden ook in 2010 voortgezet. 12 Realiseren van een veilige, gezonde en schone leefomgeving 12.1 Doelstellingen Voorkomen en verminderen milieuhinder “overkant” Het voorkomen, verminderen en/of corrigeren van foutief milieuhygiënisch handelen van bedrijven en instellingen gevestigd aan de ‘overkant’; Werken aan schone leefomgeving door gescheiden afvalinzameling Voor 1 januari 2012 minimaal 55% van het afval gescheiden in te zamelen; Gefaseerd vervangen van bovengrondse afvalcocons door ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen; Werken aan een veilige leefomgeving Risico’s zoveel mogelijk te beperken mede ter verkrijging planologische ontwikkelingsruimte; Alle vergunningen van voor veiligheid relevante bedrijven actueel te houden en deze bedrijven vanaf 2008 systematisch volgens een door de veiligheidsregio geaccordeerde minimumfrequentie te controleren; Alleen toename van groepsrisico indien één en ander afdoende gemotiveerd is; Geen kwetsbare bestemmingen binnen de 10-6 contour; Vervoer gevaarlijke stoffen alleen toegestaan op daartoe aangewezen wegen Externe integratie gezondheid, milieu, duurzaamheid bij ruimtelijke ontwikkelingen De integratie van gezondheid bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen te bevorderen door middel van het instrument Gezondheids Effect Screening (GES); De integratie van het milieu en duurzaamheid bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen te bevorderen door middel van het instrument Milieukansenkaart; Grootschalige ruimtelijke projecten altijd te voorzien van een milieu-, energie- en gezondheidsparagraaf .
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
12
d.d. 15 december 2009
12.2 Huidige situatie Voorkomen en verminderen milieuhinder “overkant” De bedrijfsvoering van bedrijven aan de ‘overkant’ is direct van invloed op de leefomgeving van Sliedrecht. Om die reden wordt door de gemeente in samenwerking met de Werkgroep Derde Merwedehaven al gedurende een groot aantal jaren tijd en geld geïnvesteerd om foutief milieuhygiënisch handelen van bedrijven en instellingen aan de overkant te voorkomen, te verminderen en/of te corrigeren. De leefomgeving van Sliedrecht is hierdoor onmiskenbaar beter en gezonder. In 2009 is hieraan onverminderd een bijdrage geleverd . Verder heeft in 2009 een evaluatie plaatsgevonden over het functioneren van het Meerpartijenoverleg en de Technische Commissie aan de hand van een update van het rapport Luchtkwaliteit. Daaruit is naar voren gekomen dat de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving door de provincie Zuid-Holland alsmede het functioneren van de Awb-commissie nog steeds onbevredigend is. Partijen hebben uitgesproken het overleg een nieuwe kans te willen geven en harde afspraken te maken over te realiseren verbeterpunten. Werken aan een schone leefomgeving Een deugdelijke afvalinzameling draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Het inzamelen van afval is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Ook ondergrondse afvalinzameling draagt bij aan een schone leefomgeving. Het afval wordt deels opgehaald door de eigen reinigingsdienst, namelijk grijs, groen en papier. Bij de realisatie van ondergrondse inzameling bij hoogbouw worden alleen restafval en papier gescheiden ingezameld. Door het ontbreken van tuinafval is de hoeveelheid GTF te beperkt om, gelet op de investeringen in relatie met het milieu-effect, hiervoor aparte ondergrondse containers te realiseren. Ook wordt op verzoek grofvuil opgehaald bij de mensen thuis. Verspreid op verschillende locaties in de gemeente wordt eveneens glas en textiel gescheiden ingezameld. Dit is een combinatie van brengen en halen. Verder worden verscheidene afvalstromen gescheiden ingezameld op het milieupark. Dit zijn onder andere bouw en sloopafval, klein chemisch afval (kca), gescheiden grofvuil en ongescheiden grofvuil. Halverwege 2007 is er een akkoord bereikt tussen Minister Cramer, de VNG en het verpakkende bedrijfsleven voor het gescheiden inzamelen van plastic verpakkingen. Ter verbetering van de leefomgeving wordt voorts in samenwerking met Tablis Wonen gewerkt aan het vervangen van bovengrondse afvalcocons door ondergrondse milieuparken. Werken aan een veilige leefomgeving Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede en de brand in Volendam is de wetgeving rond externe veiligheid de laatste jaren flink aangescherpt. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de daarbij behorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) zorgen voor de kaders waaraan we gehouden zijn. Het Besluit legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het Bevi heeft als doel zowel groepen als individuele burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hiervoor zijn risicocontouren van 10-5 en 10-6 vastgesteld waarbinnen zich geen kwetsbare objecten mogen bevinden. Hierbij valt te denken aan scholen, kinderdagverblijven, verzorgingshuizen etc. Vanaf 2008 worden alle vergunningen voor bedrijven die voor de veiligheid relevant zijn, volgens een door de veiligheidsrisico’s geaccordeerde minimumfrequentie gecontroleerd Bij nieuwe planologische ontwikkelingen wordt voorts ook voldoende rekening gehouden met externe veiligheid. Alle grootschalige ruimtelijke plannen en vergunningen worden getoetst op externe veiligheid. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de regio is de MZHZ een voorstel aan het voorbereiden voor een routering gevaarlijke stoffen door de gemeente. In 2010 zal deze vastgesteld worden. Integratie gezondheid, milieu en duurzaamheid bij ruimtelijke ontwikkelingen Bij ruimtelijke planvorming wordt doorgaans uitsluitend rekening gehouden met de milieufactoren op basis van wettelijke milieunormen. Voor een aantal milieufactoren geldt dat ook beneden de wettelijke (grens)waarden gezondheidsrisico’s bestaan. Met de Gezondheids Effect Screening (GES)-Methodiek wordt de milieugezondheidsproblematiek zodanig in beeld gebracht dat duidelijk zichtbaar is waar de kansen en knelpunten liggen ten aanzien van gezondheid in relatie tot de milieukwaliteit in een betreffend gebied.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
13
d.d. 15 december 2009
Voor een gezonde leefomgeving is het essentieel dat het gezondheidsaspect met name bij nieuwe grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen vanaf aanvang nadrukkelijk wordt betrokken. In opdracht van de gemeente Sliedrecht is door de GGD Zuid-Holland Zuid een dergelijke gezondheidseffectscreening uitgevoerd. Het hiervan vervaardigde GES-rapport d.d. januari 2007 biedt inzicht in de milieugezondheidskundige situatie. Daarmee wordt de mogelijkheid gegeven bij de voorbereiding en uitwerking van grootschalige ruimtelijke projecten tevens rekening te houden met de invloed van de milieubelasting op de gezondheid. Daarmee wordt tevens invulling gegeven aan de verplichting om op basis van de Wcpv (Wet collectieve preventie volksgezondheid) te waken over de gezondheidsaspecten van bestuurlijke beslissingen. Voor de integratie van milieu en duurzaamheid is in het verleden in Drechtstedenverband een zogenaamde milieukansenkaart ontwikkeld. Deze milieukansenkaart stelt gemeenten in staat een overzicht op te stellen van de kansen en mogelijkheden die er op milieugebied/duurzaamheid zijn in een te (her)ontwikkelen gebied. Het biedt gemeenten een handelingsperspectief voor de manier waarop duurzaamheid ingebracht kan worden in een grootschalig ruimtelijk project. De milieukansenkaart stelt gemeenten in staat de milieukansen concreet te maken en een wisselwerking tussen de ruimtelijke ontwikkelingskansen en de daadwerkelijke verbetering van de leefomgevingskwaliteit te bewerkstelligen. 12.3 Activiteiten Voorkomen en verminderen milieuhinder “overkant” In 2010 zal een doorstart worden gemaakt met het meerpartijenoverleg met provincie, gemeenten Dordrecht en Papendrecht en Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven. Hierbij wordt ingezet wordt op verbetering van de communicatie, de kwaliteit van de handhaving en vergunningverlening alsmede het verbeteren van functioneren van de Awb bezwarencommissie bij de provincie.In 2010 zullen vergunningprocedures van bedrijven aan ‘de overkant’ onverminderd nauwlettend worden gevolgd. Werken aan schone leefomgeving door gescheiden afvalinzameling In november 2009 is een aanvang gemaakt met het gescheiden inzamelen van plastic verpakkingen Afhankelijk van de eerste ervaringen zullen hiervoor in 2010 eventueel aanvullende maatregelen worden getroffen. Met de extra gescheiden inzameling van plastic moet de doelstelling om 55% van het huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen kunnen worden gerealiseerd te realiseren zijn. In 2010 wordt in samenwerking met Tablis Wonen voorts uitvoering gegeven aan het meerjarenplan 2008-2011 voor de vervanging van bovengrondse afvalcocons door ondergrondse milieuparken. De kosten voor plaatsing en bestrating komen voor rekening van de gemeente. De kosten van de levering van de ondergrondse afvalcontainers voor rekening van Tablis Wonen. Verder is er in 2008 met ondersteuning van de gemeente een Wecycle scholenactie gehouden voor het inzamelen van kleine elektronische apparatuur. De scholen gaan hier de komende jaren mee verder. De kinderen zamelen in en de school krijgt punten om te besteden in de Wecycle Webshop. Tenslotte willen we onverminderd het zwerfvuil blijven bestrijden. In 2010 willen we hiervoor verbeteracties uitvoeren met steun van de subsidieregeling aanpak Zwerfafval - Plusproject. Realisering nieuwe gemeentewerf en milieustraat voor schonere leefomgeving De Transformatievisie Merwedezone biedt ruimte aan de door de gemeente Sliedrecht voorgestane realisering van een nieuwe gemeentewerf annex milieustraat in de Driehoek. Naar verwachting zal deze ruimte ook worden geboden in de nieuwe provinciale structuurvisie. Met de realisering van een nieuwe gemeentewerf annex milieustraat zal de gescheiden afvalinzameling verder kunnen worden geoptimaliseerd. Werken aan veilige leefomgeving Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de regio is de MZHZ een voorstel aan het voorbereiden voor een routering gevaarlijke stoffen door de gemeente. In 2010 zal deze vastgesteld worden. Op dit moment is er nog geen route voor gevaarlijke stoffen.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
14
d.d. 15 december 2009
Regionaal wordt voorts een strategie ontwikkeld waarin de gezamenlijke bestuurlijke inzet wordt geformuleerd met betrekking tot: - de resp. vervoersmodaliteiten (weg, water, spoor) - aan externe veiligheid gerelateerde regionale projecten Integratie gezondheidsaspect bij ruimtelijke ontwikkelingen Op basis van het GES-rapport d.d. januari 2007 is een lokaal gezondheidsbeleidsplan opgesteld, waarin 13 actiepunten zijn opgenomen. Deze actiepunten maken integraal onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma. Het GES-rapport en uitvoeringsprogramma worden vanaf aanvang betrokken worden bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen. Bij aanvang van grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen worden zo nodig randvoorwaarden ter borging van het gezondheidsaspect gegeven. Integratie milieu en duurzaamheid bij ruimtelijke ontwikkelingen Burgemeester en wethouders hechten er waarde aan dat voor de concretisering van de milieubijdrage in een grootschalig ruimtelijk project gebruik gemaakt wordt van de milieukansenkaart en bijbehorende wegwijzer. Bij de start van een grootschalige ruimtelijke ontwikkeling en/of een grootschalige herstructureringsopgave wordt per milieuthema het ambitieniveau bepaald via de DCBA-methode uit de milieukansenkaart. Bij een grootschalige herstructureringsopgave worden minimaal 3 onderdelen (duurzaamheidaspecten) uit de milieu-kansenkaart nader ingevuld . 13. Verbeteren van de bestaande milieukwaliteit 13.1 Doelstellingen Waterkwaliteit en –kwantiteit Waterkwaliteit van het oppervlakte- en grondwater moet voor 2015 voldoen aan de KRW. Waterkwantiteit moet voor 2015 voldoen aan het NBW; Groenkwaliteit Groenkwalteit te vergroten met realisering van een regiopark met ruimte voor een recreatief knooppunt (inclusief verplaatsing bestaande sportvelden en extra waterberging); Bodemkwaliteit Actueel houden en optimaal ontsluiten van het Geografisch Bodeminformatiesysteem; Tot 2010 20% van de lokale werkvoorraad bodemverontreiniging aanpakken (bron: MOP Dordrecht/Drechtsteden); Alle locaties waar sprake is van risico’s als gevolg van bodemverontreiniging voor 2030 saneren en/of beheersen; Op grond van de Wet bodembescherming alle nieuwe gevallen (na 1987) van bodemverontreiniging zo snel mogelijk (liefst binnen een jaar) volledig saneren; De grond en baggeropgave in de regio zoveel mogelijk neutraal maken, waarbij getracht wordt de grond en bagger zo dicht mogelijk bij de vrijgekomen locatie toe te passen; Voorkomen en verminderen geluidshinder Uiterlijk 1 januari 2012 80% van de Sliedrechtse A-lijst en raillijstwoningen te saneren; De problematiek in Sliedrecht door industrieterrein De Staart in Dordrecht oplossen De geluidsproblematiek van Sliedrechtse gezoneerde industrieterreinen uiterlijk 1 januari 2011 op te lossen Het bereiken van het streefbeeld van de akoestische kwaliteit in 2030. Om dit te bereiken zijn de volgende geluidsdoelstellingen vastgesteld: o In 2010 wordt de grenswaarde van 70 dB(A) (nieuw 68 dB(A)) bij woningen niet meer overschreden o In 2010 is een forse verbetering van de akoestische kwaliteit in het stedelijk gebied gerealiseerd, mede door aanpak van de (rijks)infrastructuur Luchtkwaliteit Voldoen aan de geldende grenswaarden uit het Besluit luchtkwaliteit; Verbetering van de luchtkwaliteit (minder stikstofdioxide en fijn stof); Bevordering van toepassing groen ter verbetering van luchtkwaliteit.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
15
d.d. 15 december 2009
13.2 Huidige situatie Waterkwalteit en waterkwantiteit De waterkwaliteit en waterkwantiteit zijn belangrijke onderwerpen voor de gemeente Sliedrecht. Voor de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater is de Kader Richtlijn Water (KRW) leidend. Voor de kwantiteit is dit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De Europese en landelijke richtlijnen liggen aan de basis van het vigerende Stedelijk Water Plan (SWP) en het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). De waterkwantiteit en waterkwaliteit zijn overigens primair de zorg van Waterschap Rivierenland. De waterkwaliteit moet met name worden geoptimaliseerd door een betere watercirculatie, zuurstoftoevoeging, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het afkoppelen van verhardingen van het vuilwaterriool. Het doel hiervan is te voorkomen dat er bij hevige regenval een hydraulisch capaciteitstekort is en de rioolwaterzuivering onnodig wordt belast wordt met schoon water. Als dit lukt kan de hoeveelheid overstorten vanuit het vuilwaterriool drastisch worden verminderd. In de afgelopen jaren is een flink deel van de riolering binnen de gemeente in dit kader afgekoppeld. Dit komt niet alléén de waterkwaliteit ten goede maar draagt ook bij aan een grotere biodiversiteit (de natuurvriendelijke oevers) en het niet belasten van de zuivering met schoon water helpt in het streven duurzamer om te gaan met energie. Om de afvoer van water ook na de verwachte klimaatveranderingen adequaat te kunnen laten verlopen, zonder wateroverlast te krijgen, zal voor 2015 er nog 10,4 ha oppervlakte water voor waterberging gerealiseerd worden. Dit aantal hectare is aan de hand van het op 3 juli 2003 vastgestelde Nationaal bestuursakkoord water in 2004 bepaald. Van deze 10,4 ha zal 8,2 ha in de polder moeten worden gerealiseerd en 2,2 ha binnen de bebouwde kom. Inmiddels is er van de benodigde 2,2 ha binnen de bebouwde kom al 1,2 ha gerealiseerd. Groenkwaliteit De Drechtsteden willen een samenhangend stelsel van groenblauwe gebieden in en rond het stedelijk gebied realiseren. Hiermee wordt een plezierige en gezonde leefomgeving voor inwoners en bezoekers gecreëerd. Meer specifiek gaat het dan om de volgende speerpunten. Voor de groenontwikkeling in de Drechtsteden in het algemeen en Sliedrecht in het bijzonder biedt met name de mogelijke realisering van een regiopark ten noorden van de Betuweroute kansen. Een regiopark met ruimte voor de aanleg van een recreatief knooppunt. Op 8 mei 2009 heeft de Stuurgroep Transformatie Merwedezone de Transformatievisie Merwedezone met daarin tevens een aanzet voor een uitvoeringsprogramma formeel vastgesteld. Bij alles wordt een duurzame en kwaliteitsrijke inrichting voorgestaan. De inzet is water, stad en land in in kwalitatieve zin optimaal met elkaar te verbinden. Het in de transformativisie geschetste gezamenlijke toekomstbeeld biedt voor zover voor de groenkwaltiet relevant ruimte aan de door de gemeente Sliedrecht bestuurlijk voorgestane realisering van een regiopark met ruimte ook voor een recreatief knooppunt en extra waterberging Bodemkwaliteit De Wet bodembescherming en het daarop gebaseerde Besluit bodemkwaliteit is voor het gemeentelijke bodembeheer leidend. Het Besluit Bodemkwaliteit is op 1 januari 2008 gedeeltelijk in werking getreden. Op 1 juli 2008 is ook het andere gedeelte uit het Besluit in werking getreden en heeft nu betrekking op zowel grond als bagger, alsook bouwstoffen. Het Bouwstoffenbesluit is daarmee vervallen. Het Besluit biedt de ruimte voor gebiedsspecifiek bodembeleid. Waardoor er meer mogelijkheden gecreëerd kunnen worden om grond en bagger in de regio kwijt te kunnen. Op deze manier kunnen veel afvoerkosten worden bespaard. Dit is in Drechtsteden-verband opgepakt. Voor het actief bodembeheer beschikt de gemeente in regionaal verband over een actueel geografisch bodeminformatiesysteem, een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheersplan. In het kader van het Besluit bodemkwaliteit wordt gewerkt aan een bodemfunctiekaart.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
16
d.d. 15 december 2009
In 2008 is voorts een begin gemaakt met het komen tot regionaal gebiedsspecifiek bodembeleid op basis van het Besluit bodemkwaliteit. Hiermee worden de mogelijkheden uit het Besluit optimaal benut. Het nieuwe gebiedsspecifieke beleid wordt in regionaal verband opgepakt waarbij nog nader wordt bezien of het noodzakelijk is om de regio nog te splitsen. De ene gemeente heeft namelijk met meer landelijk gebied en samenhangende baggerkwaliteit te maken dan de andere. Om tot 2010 het benodigde percentage bodemverontreiniging aan te pakken is, buiten de reguliere aanpak van verontreinigingen bij bouw en reconstructiewerkzaamheden, in 2008 gestart met het project “Wegwerken werkvoorraad Drechtsteden”. De verschillende bodeminformatiesystemen van de MZHZ en de provincie worden hierbij naast elkaar gelegd en de locaties waar in het verleden mogelijk bodembedreigende activiteiten hebben plaats gevonden worden nader bekeken om te bezien in hoeverre er echt sprake is van een verontreinigde locatie. Voor het opheffen hiervan is de provincie bevoegd gezag. Voorkomen en beperken van geluidshinder Voor wat betreft geluidhinder hebben we te maken met de Europese Richtlijn Omgevingslawaai en de Wet geluidhinder. Hierin is de verplichting opgenomen om geluidskaarten op te stellen. Dit is in 2006 in Drechtstedenverband opgepakt. De geluidskaarten zijn in juni 2007 vastgesteld en zijn een weergave van de geluidsbelasting die veroorzaakt wordt door de wegen, spoorwegen en bedrijven in of nabij de gemeente. Deze geluidskaarten vormden de basis voor het opstellen van een actieplan met maatregelen voor terugdringen van de geluidsbelasting door wegverkeerslawaai bij woningen en andere geluidsgevoelige objecten met een geluidbelasting van meer dan 65 dB (A). In 2009 is het ‘Actieplan richtlijn omgevingslawaai’ vastgesteld. Door het ministerie van VROM is in 1986 een zogenoemde A-lijst gemaakt waar woningen op staan die direct gelegen zijn aan verkeerswegen met een geluidsbelasting >65 dB(A) ten gevolge van het wegverkeer. Woningen die op deze lijst staan komen in principe in aanmerking voor subsidie voor gevelmaatregelen. In Sliedrecht gaat het om 520 woningen. Tot en met 2008 zijn van de A-lijst 226 woningen gesaneerd. De geluidssanering van de 139 woningen aan de Rivierdijk wordt in 2009 afgerond. Tevens vond er voor 1 januari 2009 een zogenaamde eindmelding wegverkeerslawaai bij het ministerie van VROM plaats. Verder is door een wijziging in de Wet geluidhinder de bevoegdheid om besluiten te nemen op verzoeken om hogere grenswaarden, deze bevoegdheid was tot 1 januari 2007 in handen van de provincie. Ook geldt door de wijziging in de Wet geluidhinder sinds 1 januari 2007 voor wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai een nieuwe dosismaat Lden (day-evening-night), dit is een soort etmaalgemiddelde waarde. De geluidzone rond het industrieterrein De Staart in Dordrecht ligt voor een deel ook in Sliedrecht. In het kader van het zonebeheer is vast komen te staan dat er overschrijdingen van de geluidsbelasting op de zonegrens zijn en het industrieterrein voor geluid daardoor op slot zit. Door fouten in het zoneberekeningmodel is de zone destijds te krap vastgesteld waardoor zich geen bedrijven meer op dit terrein kunnen vestigen of kunnen uitbreiden. Om dit knelpunt op te lossen is besloten tot aanpassing van de geluidzone. Voor Sliedrecht betekent dit dat de geluidzone zal worden aangepast en worden meegenomen in de partiële herziening van de bestemmingsplannen Baanhoek-West en Westwijk II 1969. Met de wetswijziging rond de bevoegdheid om op verzoeken om hogere grenswaarden te besluiten zijn tenslotte ook de ontheffingscriteria voor de verlening vervallen. Daarom bestond er behoefte aan eenduidig beleid waaraan verzoeken kunnen worden getoetst. In 2009 is dit beleid vastgesteld. Het vastgestelde hogere grenswaardenbeleid sluit aan bij het beleid van de Drechtsteden. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer van kracht geworden. Dit wordt ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Deze nieuwe regelgeving vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Op grond van de nieuwe Wet luchtkwaliteit is de gemeente Sliedrecht gehouden jaarlijks een rapportage luchtkwaliteit te vervaardigen.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
17
d.d. 15 december 2009
De gemeenten in de Drechtsteden worden in belangrijke mate geconfronteerd met de effecten van de grote doorgaande infrastructuur zoals de A15 en de A16. Uit de rapportage luchtkwaliteit 2006 blijkt dat er in delen van de gemeente nu en in de toekomst overschrijdingen optreden van de norm voor de daggrenswaarde fijn stof en op enkele plaatsen nabij de A15 ook van de norm voor stikstofdioxide. Deze overschrijding wordt in hoofdzaak bepaald door de achtergrondconcentratie wat van buiten de gemeente komt. De lokale toevoeging vooral door het wegverkeer is beperkt. Niettemin heeft de gemeente, naast het Rijk, ook een eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om maatregelen die de kwaliteit van de lucht in de openbare ruimte kunnen verbeteren. Die maatregelen zijn opgenomen in het Regionaal Programma Luchtkwaliteit 2006-2015. Het betreft onder meer verbetering van het openbaar vervoer (HOV-D), schoon gemeentelijk wagenpark en aanleg walstroomvoorziening. In verband met de beperkte nauwkeurigheid van prognoses vinden er momenteel luchtmetingen plaats op een aantal geselecteerde punten langs lokale wegen, de Beneden-Merwede en de A15. Toepassing groen ter verbetering luchtkwaliteit In het gezondheidsbeleid is als één van de actiepunten een onderzoek opgenomen naar de mogelijkheden om door specifieke beplanting de negatieve gezondheidseffecten van fijn stof te verminderen. Dit deelonderzoek is inmiddels uitgewerkt. Ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar de invloed van beplantingsstructuren voor luchtkwaliteit zullen de komende jaren gevolgd worden. De toepassing van beplantingsstructuren voor luchtkwaliteit in het project reconstructie Stationsweg-zuid wordt binnen de uitwerkingen nader belicht. 13.3 Activiteiten Waterkwalteit en waterkwantiteit In 2010 wordt de afkoppeling van de riolering voortgezet . In de recent vastgestelde Transformatievisie Merwedezone wordt ruimte geboden aan een waterberging met een oppervlakte van 8,2 ha als onderdeel van het ten noorden van de Betuweroute te realiseren Regiopark Merwede. Regiopark Merwede ter vergroting groenkwaliteit In de door de Stuurgroep Transformatievisie Merwedezone vastgestelde Transformatievisie Merwedezone wordt voldoende rekening gehouden met de voorgestane Sliedrechtse ruimtelijke ontwikkelingen van een recreatief knooppunt met open waterberging. Het is overigens geen gelopen koers. De gemeente Sliedrecht blijft hiervoor mede dan wel in hoofdzaak afhankelijk van de medewerking van de provincie Zuid-Holland. Aan bovengenoemde zaken zal eerst en uitsluitend medewerking kunnen worden verleend, indien hiervoor ook in de onder regie van de provincie ZuidHolland bestuurlijk vast te stellen nieuwe provinciale structuurvisie daadwerkelijk ruimte wordt geboden. In 2009/2010 zal hierop regionaal en lokaal worden ingezet. Bodemkwaliteit In 2010 wordt onverminderd gewerkt aan het in stand houden van een actueel geografisch bodeminformatiesysteem. In 2010 wordt het instrumentarium voor het voorkomen en de aanpak van bodemverontreiniging verder geoptimaliseerd. In 2010 en verder wordt gewerkt aan het opheffen van de werkvoorraad urgente verontreinigingen. De provincie is hiervoor bevoegd gezag. In het kader van het Landsdekkend beeld zijn in de periode 2008-2009 binnen de Drechtsteden 125 historische onderzoeken uitgevoerd. Hieruit zijn 24 verdachte locaties naar voren gekomen. Hiervan zijn er 11 in Sliedrecht. Deze zullen in de eerste helft van 2010 nader onderzocht worden. Zo ontstaat er een lijst met locaties met een humaan risico. Dit dient voor 31-12 2010 gebeurd te zijn. Deze locaties dienen voor 2015 gesaneerd te zijn. De locaties met ecologische risico’s dienen voor 2020 gesaneerd te zijn. Voorkomen en beperken geluidshinder In 2010 wordt uitvoering gegeven aan de maatregelen uit het in 2009 vastgestelde actieplan richtlijn omgevingslawaai met doorloop naar volgende jaren. In het kader van het wegwerken van de A-lijst worden in 2009/2010 45 A-lijstwoningen aan de Geulstraat in Sliedrecht door middel van gevelmaatregelen gesaneerd.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
18
d.d. 15 december 2009
In 2009/2010 wordt het zonebewakingsmodel van het industrieterrein Molendijk/Industrieweg geactualiseerd, waarbij de zone van het slot wordt gehaald en de zone via bestemmingsplanherziening wordt verruimd in verband met bedrijfsvestiging op Het Plaatje. In 2009/2010 vindt een actualisatie van het zonebewakingsmodel en opsplitsing van het industrieterrein Rivierdijk/DePeulen plaats in terreinen met aparte geluidzones in verband met woningbouw op Het Watertorenterrein. Luchtkwaliteit In het kader van het regionale programma luchtkwaliteit 2006-2015 worden ter verbetering van de luchtkwaliteit in 2010/2011 3 walstroomkasten voor de binnenvaart gerealiseerd. Ruimtelijke besluiten en vergunningen worden getoetst op luchtkwaliteit Toepassing van groen ter verbetering luchtkwaliteit Stationsweg De toepassing van beplantingsstructuren voor luchtkwaliteit in het project reconstructie Stationswegzuid wordt binnen de uitwerkingen nader belicht. 14 Overzicht Klimaat - en Milieuactiviteiten 2010-2011 Bij het milieubeleids- en uitvoeringsprogramma 2010-2011 wordt in een afzonderlijke bijlage een beknopt overzicht gegeven van alle in 2010-2011 per thema te verrichten klimaat- en milieuactiviteiten, wie hiervoor ambtelijk en bestuurlijk intern primair verantwoordelijk zijn en hoe dit gefinancierd wordt. 15 Verankering ambitie en uit te voeren klimaat- en milieuactiviteiten De weg naar een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente vraagt om een lange adem. Om ervoor te zorgen dat de ambitie en de hiervoor uit te voeren milieuactiviteiten ambtelijk en bestuurlijk intern de aandacht krijgen en behouden die zij verdienen en behoeven wordt de ‘Werkgroep Klimaatbestendige en Energieneutrale Gemeente’ ingesteld. Voor het waarborgen van de voortgang van dit integrale beleids- en werkdocument en de hiervoor noodzakelijke afstemming zullen alle hierbij betrokken afdelingen en bestuurders hierin zitting nemen. De Portefeuillehouder Milieu en Beleidsmedewerker Milieu zullen respectievelijk als voorzitter en secretaris van deze werkgroep fungeren. De secretaris zal hierbij inhoudelijk worden ondersteund door de gemeentelijk energiecoördinator. De werkgroep zal maximaal 4 keer per jaar vergaderen. Het milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010-2011 wordt in het derde kwartaal van 2010 geëvalueerd. Door de werkgroep zal hiervan kort verslag worden gedaan. Op basis van deze evaluatie zal de werkgroep zo nodig tevens met voorstellen tot wijziging en/of aanvulling van het geheel komen
Bijlagen behorende bij Milieubeleidsplan- en uitvoeringsprogramma 2010-2011: 1. 2. 3. 4.
Overzicht van Klimaat en Milieuactiviteiten 2010-2011 d.d. 15 december 2009 Masterplan duurzame energie gemeente Sliedrecht “Quickscan studie” d.d. november 2009 Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011; Verkenning Klimaatbeleid in de Drechtsteden.
Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010- 2011
19
d.d. 15 december 2009
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Thema
Klimaat - en milieuactiviteiten
Ambtelijk trekker
Verantwoordelijk bestuurder
Financiering
Gemeentelijke gebouwen, voorzieningen en inkoop
Energiezuinig bouwen van nieuwe gemeentelijke gebouwen, zoals nieuwe Brede School en nieuwe Gemeentewerf
PZ /GB
Lavooi
Investeringskrediet
Energiebesparing Bronbad ‘De Lockhorst’ door vervanging verlichting
PZ /GB
Lavooi
Onderhoudsbudget
Energiebesparing openbare verlichting door vervanging 244 lampen en armaturen in 2010 en 439 in 2011.
WW
Van de Ven
Onderhoudsbudget (Beheersplan openbare verlichting)
Vervanging feestverlichting door LED in 2010
WW
Van de Ven
Investeringskrediet (Uit overschot energielasten)
Levering van elektrisch voertuig in 2010 en toepassen schone brandstoffen
PR
Van de Ven
Investeringskrediet Exploitatiebudget
Wagenparkscan tbv rijden op aardgas gemeentelijk wagenpark
PR
Van de Ven
Regionaal budget Drechtsteden
Bij inkopen duurzaamheidscriteria meenemen bij selectie en besluitvorming
Directie
B&W
Exploitatiebudget
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
d.d 15 december 2009
Opmerkingen
80% lager energieverbruik
Opnemen in adviesnota
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Woningen en Utiliteit
Uitbreiding inkoop en toepassing duurzame energie (zonnecollectoren op gemeentelijke gebouwen)
PZ/GB
B&W
PM
Toetsing bouwplannen op EPC
ROBM
Lavooi
Exploitatiebudget
Aandacht voor projectmatige energiezuiniger nieuwbouw
Projecten
B&W
Exploitatiebudget
Opnemen in uitgangspunten
Prestatieafspraken Gemeente/ Tablis Wonen over energiebesparing nieuwbouw en bestaande woningvoorraad
ROBM
Lavooi
Exploitatiebudget
Prestatieafspraken 2010-2014
Invoeren GPR- gebouw als nieuwe werkwijze voor duurzaam bouwen
ROBM/ Tablis Wonen
Lavooi
Exploitatiebudget
Verstrekken digitale voorlichting over duurzaam (ver)bouwen
ROBM
Lavooi
Exploitatiebudget
Verstrekken van 240 energiebesparingsadviezen aan particulieren in 2010/2011
ROBM
Boevée
Duurzaamheidskrediet
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
In samenwerking met Eneco en anderen
d.d 15 december 2009
Uitvoering i.s.m.. Da Vinci College
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Bedrijven
Verkeer en vervoer
Verstrekken van duurzaamheidsleningen aan particulieren
ROBM
B&W
SVn Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
Uitvoering SVn
Werken aan actuele milieuvergunningen op gebied van energie
ROBM / MZHZ
Boevée
MZHZ-budget
Uitvoering MZHZ
Handhaven vergunningen en BARIMbedrijven op het gebied van energie
ROBM/MZHZ
Boevée
MZHZ-budget
Uitvoering MZHZ
Deelname Campagne Stad en MKB
ROBM/MZHZ
Boevée
Exploitatiebudget
Doelgroepgerichte aanpak voor energiebesparing kleinere bedrijven
ROBM/MZHZ
Boevée
Duurzaamheidskrediet
Uitvoering MZHZ
Maken duurzaamheidsplan voor bedrijventerreinen
Projecten
Boevée
Exploitatiebudget
In samenwerking met VSO
Realisering van 3 walstroomkasten + 2 bij bedrijven
WW
Van de Ven
Regionaal budget Structurele exploitatiekosten opgenomen in begroting (€ 0,33 per inwoner)
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
d.d 15 december 2009
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Duurzame energie Infrastructuur
Voorbereiding tbv realisatie HOV knooppunt Station Baanhoek-west
WW
Van de Ven
Investeringskrediet Merwede-Lingelijn
Vervanging wagenpark door elektrische voertuigen
PR
Van de Ven
Investeringskrediet
Onderzoek naar infrastructuur voor elektrisch rijden
WW
Van de Ven
Exploitatiebudget
Deelname aan provinciaal ‘Project schone transportbrandstoffen: aardgas’
WW
Van de Ven
Provinciale subsidie en regionaal budget
Vervoersmanagement
WW
Van de Ven
Regionaal budget Drechtsteden
Duurzame energiescan
ROBM en PZ/GB
Boevée
HVC
Uitvoering HVC
Uitwerken van mogelijkheden toepassen industriële restwarmte voor warmtenet
PZ/GB
Boevée/ Lavooi
PM
In samenwerking met HVC en Provincie Z-H
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
d.d 15 december 2009
Provinciaal project met deelname Drechtsteden
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Communicatie en voorlichting
Haalbaarheidsonderzoek toepassen Geothermie voor warmtenet
PZ/GB
Boevée
PM
Provincie Z-H verzocht dit inhoudelijk en financieel te faciliteren
Onderzoek/Uitwerking warmte- en koudeopslag en/of collectieve Warmtevoorziening Watertorenterrein
PZ/GB
Lavooi
HVC
In samenwerking met HVC en projectontwikkelaar
Onderzoek /Uitwerking warmte- en koudeopslag en/of collectieve warmtevoorziening Herstructurering Oude Uitbreiding West
PZ/GB
Tanis
HVC
In samenwerking met HVC, Tablis Wonen, Waerthove en Grote Rivieren etc.
Maximalisatie energiebenutting biomassa
PR
Van de Ven
PM
Zoeken naar samenwerking en/of bijdrage van derden
Inzet zonne-energie
PZ/GB
B&W
PM
In samenwerking met derden, zoals Eneco
Serie portretten van maximaal 10 energiezuinige woningen en bedrijven, als voorbeeld
PZ/GB
B&W
Duurzaamheidskrediet
Themalessen duurzaamheid aan scholieren door NME-centrum de Hooizolder
PR
Van de Ven
Exploitatiebudget NME-centrum
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
d.d 15 december 2009
Uitvoering NME-Centrum
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
Realiseren veilige, gezonde en schone leefomgeving
Deelname aan Lokale duurzaamheidsmeter
PZ/GB
Boevée
Exploitatiebudget
Meerpartijen overleg voortzetten en intensiveren
ROBM
Boevée
Exploitatiebudget
Vanaf 01-01-2010 gescheiden inzamelen van kunststof
PR
Van de Ven
Bijdrage uit afvalfonds Nedvang
Wecycle inzameling kleine elektronische apparatuur door scholen
PR
Van de Ven
Extern budget
Aanpak zwerfafval
PR
Van de Ven
Subsidieregeling Aanpak Zwerfafval – Plusproject
Uitvoering meerjarenplan uitbreiding ondergrondse afvalinzameling 2008-2011
PR
Van de Ven
Investeringskrediet Meerjarenplan 2008-2011
Aanwijzen/invoeren routering vervoer gevaarlijke stoffen vaststellen in 2010
WW
Van de Ven
Exploitatiebudget MZHZ-budget
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
d.d 15 december 2009
In 2008 met steun van gemeente gestart. Scholen zetten dit voort.
In samenwerking met en een bijdrage van Tablis Wonen
Bijlage 1 OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011 Verbeteren bestaande milieukwaliteit
Voortzetten afkoppeling riolering
WW
Van de Ven
Regulier budget € 100.00,- voor afkoppelen bij herstraten
Subsidie van € 288.000,- van WSRL voor extra afkoppelen.
Realiseren 8.2 ha waterberging in buitengebied en 1 ha binnen bebouwde kom voor 01-01-2015
WW
Van de Ven
Bijdrage Waterschap PM
Waterberging te realiseren in Recreatief Knooppunt Sliedrecht
Vaststellen gebiedsspecifiek bodembeleid in 2010
ROBM
Boevée
VROM Subsidie
Regionaal opgepakt met MZHZ als trekker.
Toepassing groen voor verbetering luchtkwaliteit Stationsweg/ Reconstructie stationsweg –Zuid (Aanleg rotonde)
WW
Van de Ven
Investeringskrediet
Uiterlijk 1-1-2012 80% A-lijst en raillijstwoningen saneren
ROBM
Boevée
ISV Subsidie
Uitvoering maatregelen Actieplan Geluid
ROBM
Boevée
PM
OVERZICHT van KLIMAAT - en MILIEUACTIVITEITEN 2010-2011
In samenhang uit te voeren met reconstructie
d.d 15 december 2009