Module 4
Blogfictie en blovels
Tekst & samenstelling: Steven Vanhooren & André Mottart
1
1. Inleiding Een vaakgehoorde klacht is dat mensen vandaag nauwelijks nog de tijd nemen om een boek te lezen (Raukema, Schram & Stalpers, 2002). Uit een onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat zes op tien Belgen gedurende het afgelopen jaar geen enkel boek ter hand genomen hebben. Bovendien is in Vlaanderen slechts een kwart van de bevolking lid van een openbare bibliotheek (Stichting Lezen, 2008). Deze resultaten geven een niet al te positief beeld van de lezende Vlaming. Vaak worden de audiovisuele en digitale media met de vinger gewezen. Ondertussen heeft zich een debat op gang getrokken over hoe de ‘oude’ en ‘nieuwe’ media zich ten opzichte van elkaar verhouden. In zijn boek De Apencultuur (2008) stelt Keen dat de digitale cultuur onze beschaving – en dus ook onze leescultuur – ondermijnt: “Miljoenen mensen zetten filmpjes online, publiceren blogs en halen gratis liedjes van het internet. Die amateurs bedreigen het voortbestaan van professionele cultuurinstellingen zoals platenmaatschappijen, uitgeverijen en kranten” (Keen, 2008). In E-cultuur. Bouwstenen voor praktijk en beleid (2006) laten De Wit en Esmans (2006) een gematigder geluid horen. Zij tonen aan dat de nieuwe media net een verrijking kunnen zijn voor onze cultuur. Volgens hen dienen zich met de komst van die media dan ook tal van nieuwe mogelijkheden en perspectieven aan, maar tegelijk ook nieuwe vragen en uitdagingen (§ 2). In De cultuur van het lezen (2006) wijst Soetaert op de rijkdom van de digitale media voor de huidige leescultuur. Hierbij heeft hij onder meer aandacht voor weblogs, videogames, social software... In deze bundel staan we stil bij het genre van de weblog, met speciale aandacht voor de literaire blog. We willen de lezer kennis laten maken met dit genre en laten zien welke mogelijkheden blogs in zich dragen om mee aan de slag te gaan in het (literatuur)onderwijs.
2. Definiëring De weblog of kortweg blog is een digitale omgeving – op het net – waarin mensen zichzelf en/of bepaalde onderwerpen kunnen presenteren. Een blog is opgebouwd uit een reeks berichten die elkaar chronologisch opvolgen – het meest recente bericht staat steeds bovenaan – en omvat links, verschillende vormen van media, commentaren en kritische reflecties en verder ook, essays, papers, discussies en persoonlijke verhalen. (Blood, 2002; Soetaert, 2006). Hoewel de term ‘weblog’ gebruikt wordt als verzamelnaam voor een bepaalde soort van digitale teksten, is het werkelijke blogaanbod veel minder homogeen. Er bestaan immers talloze soorten blogs met de meest uiteenlopende inhouden. Er kan ook gebruik gemaakt worden van verschillende media, bijvoorbeeld teksten, mp3bestanden, video`s, enzovoort. Op de website van Blogger wordt dit heterogene karakter duidelijk omschreven: “A blog is a personal diary. A daily pulpit. A collaborative space. A political soapbox. A breaking-news outlet. A collection of links. Your own private thoughts. Memos to the world. Your blog is whatever you want it to be”. Het geheel van blogs en websites die gerelateerd zijn aan blogs wordt de blogosfeer genoemd. Hoeveel weblogs de blogosfeer vandaag exact telt, is onbekend. Wel wordt aangenomen dat het om enkele tientallen miljoenen gaat. Volgens De Wit & Esmans (2006) telt de blogosfeer ruim 700 000 blogs in het Nederlands.
3. Geschiedenis Begin jaren 1980 ontstond Usenet, de allereerste digitale voorziening die de mogelijkheid bood om nieuwsgroepen op te zetten, gemodereerd door een kleine groep personen. De meeste nieuwsgroepen waren niets meer dan eenvoudig gemodereerde discussiefora. Eén nieuwsgroep
2
vormde hierop echter een uitzondering: mod.ber, de groep van Brian Redman. Redman deelde zijn nieuwsgroep met vrienden en collega’s en vulde die, samen met hen, met 9 samenvattingen en besprekingen van interessante bijdragen die hij op het net vond (Paterson, 2007). Mod.ber vertoonde heel wat gelijkenissen met de blogs zoals we die vandaag kennen. De nieuwsgroep hield na ongeveer acht maanden op te bestaan, maar rec.humor.funny (http://www.netfunny.com/rhf), een soortgelijke groep van Brad Templeton, bestaat nog steeds. Nadat in 1990 het TCP/IP1 in het leven was geroepen en het internet toegankelijk was voor het grote publiek, ontstond een nieuw internetgenre, namelijk dat van het online dagboek. De makers ervan noemden zichzelf ‘diarists’ of ‘escribitionists’. Justin Hall wordt algemeen beschouwd als de eerste diarist en gaat daardoor meteen ook de geschiedenis in als de pionier van de bloggers (Harmanci, 2005). Het toenmalige online dagboek had immers veel gemeen met de huidige ‘lifelog’– een weblog met berichten over gebeurtenissen uit het leven van de maker ervan – en wordt vaak bestempeld als een vroegtijdige blog. Het onderscheidde zich echter van de huidige blogs doordat enkel mensen met een vergevorderde kennis van programmeertaal in staat waren om een dergelijke blog te maken. Tegenwoordig zijn er webtools voorhanden die in principe iedereen in staat stellen om een weblog op een eenvoudige manier vorm te geven. De vroegtijdige blogs kenden een bredere verspreiding via Wearable Wireless Webcam, een online omgeving waar meerdere dagboekhouders zich konden op intekenen (Mann, 2006). Het merendeel ervan is echter niet langer toegankelijk op het net. Vanaf 1995 werden de eerste tools ontwikkeld die het voor het grote publiek eenvoudiger moesten maken om op het internet te publiceren: WordPress, Movable Type, LiveJournal, enzovoort. (Blood, 2002). De term ‘weblog’ werd voor het eerst gebruikt door Barger (Van der Ploeg, 2007). Hiermee omschreef hij de lijst met links die hij verzameld had op zijn website Robot Wisdom en die hij beschouwde als een logboek van zijn zoektochten op het internet (Wortham, 2007). De termen ‘blog’ en ‘bloggen’ ontstonden in 1999 naar aanleiding van een grap van Merholz, die het woord ‘weblog’ opsplitste tot de zin ‘we blog’ en zo, zonder het te beseffen, een zelfstandig naamwoord en een werkwoord had gelanceerd om het medium van de weblog enerzijds en de activiteit van het maken en onderhouden ervan anderzijds, te benoemen (Merholz, 2002). Vanaf 1999 nam de populariteit van blogs exponentieel toe. Dit onder andere door de opkomst van webhosts, die alle potentieel geïnteresseerde bloggers gratis webruimte en toegankelijke blog software ter beschikking stelden. Zo bood Open Diary (http://www.opendiary.com) duizenden mensen de kans om een lifelog bij te houden. Tevens was het de eerste omgeving die haar gebruikers in staat stelde om commentaren te schrijven op teksten die door anderen online waren geplaatst. Vergelijkbare hosts waren Pitas.com (http://www.pitas.com), Diaryland (http://www.diaryland.com) en – ongetwijfeld de bekendste – Blogger (https://www.blogger.com/start), de blogcommunity die ontworpen werd door Evan Williams & Meg Hourihan van Pyra Labs. In 2003 werd Blogger overgekocht door Google. Momenteel host ze miljoenen weblogs. Vanaf 2001 ontdekten ook politici en politieke commentatoren de blog. In de Verenigde Staten hielden onder andere commentatoren als Sullivan (http://andrewsullivan.theatlantic.com), Gunzburger (http://politics1.com) en Goddard (http://politicalwire.com) er pittige weblogs op na waarin ze onder meer – vaak met het nodige cynisme – politieke besluitvormingen in twijfel trokken en bewijsmateriaal verzamelden over corruptie. Ook politici maken sinds 2001 meer en meer gebruik van de weblog.
1
TCP/IP staat voor ‘Transfer Control Protocol/Internet Protocol. TCP/IP is een afspraak over hoe computers informatie uitwisselen. De afspraak bepaalt dat (1) elke computer een adres heeft; (2) informatie – i.e. bestanden – wordt verzonden van en naar een adres; (3) de informatie bij het verzenden in kleine pakketjes wordt verdeeld die bij aankomst terug samengevoegd worden tot 1 groot packet; (4) de pakketjes een verschillende weg kunnen volgen om hun bestemming te bereiken (U&L Learning, 2008).
3
Enerzijds als propagandamiddel om zich te profileren bij het volk, onder andere via persoonlijke verhalen, anderzijds als tool om kritiek te spuien tegen bepaalde politieke partijen en hun beslissingen. Sinds 2002 spelen weblogs ook een steeds belangrijker wordende rol bij nieuwsberichtgeving (Lasica, 2003). Tal van blogs herbergen immers ‘kleine verhalen’ die de kranten of het journaal niet halen of die een ander perspectief bieden op maatschappelijk problemen dan het perspectief dat in de reguliere media aan bod komt. Prototypisch zijn de veelgelezen weblogs van Irakese inwoners en soldaten waarop een alternatieve berichtgeving verscheen over ‘the war on terror’ in Irak. Sinds 2004 zijn blogs ‘mainstream’ geworden. Vandaag zijn er wereldwijd tientallen miljoenen weblogs die handelen over de meest uiteenlopende thema’s en gebruikt worden voor de meest verschillende doeleinden. Door de laagdrempeligheid en de brede toegankelijkheid van het medium kunnen ook taboeonderwerpen of moreel discussieerbare onderwerpen het thema zijn van een weblog. Begin 2007 verschenen in diverse kranten artikels waarin de weblog werd aangevallen, omdat het medium aan iedereen de mogelijkheid biedt om expliciet pornografisch materiaal te publiceren, om racistische inhouden te verspreiden en om een bepaalde persoon of een bepaalde groep personen te schandaliseren. O’Reilly (2007) stelde voor om die mogelijkheid tegen te gaan door een ‘code of conduct’ samen te stellen die kracht van wet heeft en waar elke individuele blogger zich aan dient te houden. Of het voorstel van O’Reilly ook realiteit zal worden, valt te betwijfelen. Het druist immers in tegen wat een blog de dag van vandaag hoopt te zijn: een sociaal medium dat alle mensen ‘een stem geeft’ en de kans biedt om berichten te publiceren over om het even welk onderwerp.
4. Kenmerken Sinds 2001 zijn bloggers zowel op als naast hun blog in toenemende mate beginnen reflecteren over de weblog. Zowel bloggers in een academische context, als zij die louter bloggen als hobby, stellen zich de vraag wat het medium precies betekent. Bovendien beginnen bepaalde communities prijzen uit te reiken voor de ‘beste’ blog van de maand of van het jaar. Zo worden in Vlaanderen en Nederlands jaarlijks de Bwards en de Dutch Bloggies uitgereikt, respectievelijk de Vlaamse en de Nederlandse ‘oscars’ van de blogosfeer. Mede dankzij dergelijke prijzen worden criteria bepaald waaraan een goede blog moet voldoen. Door middel van reflectie wordt het medium vormgegeven en worden de contouren vastgelegd van wat een weblog wel is en wat niet en van wat kan en wat niet. We bespreken hieronder de belangrijkste kenmerken. 4.1 Inhoudelijke kenmerken In principe komt elke topic in aanmerking om onderwerp te zijn van een weblog: van heel algemene tot heel specifieke topics en van filosofische onderwerpen tot gossip. Precies door die heterogeniteit is het onmogelijk om op het inhoudelijke niveau algemene kenmerken te formuleren. 4.2 Structurele kenmerken Op het internet treffen we verschillende soorten blogsoftware aan, onder andere Blogger (https://www.blogger.com/start), Movable Type (http://www.movabletype.org/), Pitas (http://www.pitas.com/), Bloggen (http://www.bloggen.be/), Radio Userland (http://radio.userland.com/)... Het merendeel van die software is gratis en vereist slechts heel basale computervaardigheden. Hoe een weblog precies wordt vormgegeven, bijvoorbeeld met of zonder foto’s en videobeelden, is afhankelijk van de softwarekeuze die wordt gemaakt. Niet alle software biedt immers evenveel mogelijkheden. Algemeen wordt een blog met standaardvoorzieningen
4
aangeboden die verder gepersonaliseerd kan worden door de gebruiker – i.e. keuze van de interface, maar ook toevoegen of verwijderen van voorzieningen. Precies dat laatste zorgt ervoor dat weblogs er vaak heel verschillend uitzien. Wat structuur betreft, hebben alle blogs echter twee aspecten met elkaar gemeen: stuk voor stuk bevatten ze een homepage – de webpagina waar een bezoeker op terechtkomt na het intypen van de url van de blog – en zijn ze opgebouwd uit blogberichten waarbij het meest recente bericht bovenaan de webpagina staat. 4.2.1 De homepage Volgens Herring et al. (2004) is de homepage van een weblog grosso modo opgebouwd uit 10 onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
een archief een blogroll met links naar verwante blogs en websites badges (van een vlag tot een wapenschild) afbeeldingen een voorziening om de blog te beoordelen (zowel vormelijk als inhoudelijk) een link naar het emailadres van de auteur van de blog reclame en advertenties een zoekfunctie een kalender een gastenboek
Afhankelijk van het type blogsoftware dat gebruikt wordt, bevat de homepage verder voorzieningen zoals ‘een klok’, ‘een bezoekersteller’, enzovoort. De prototypische interface van een weblog bestaat uit één tot drie kolommen, waarbinnen de bovenstaande voorzieningen een plaats krijgen.
Figuur 1: homepage met archief, blogroll met links naar verwante blogs en websites, afbeelding(en), een voorziening om de blog te beoordelen en een bezoekersteller. (bron: http://www.bloggen.be/tinemortier/)
5
4.2.2 Blogberichten De blogberichten vormen ‘het hart’ van de weblog en herbergen de inhoudelijke bijdragen van de blogauteur. De lengte van de blogberichten hangt af van de auteur en kan variëren van één zin tot enkele tientallen bladzijden (Herring et al., 2004). Een blogbericht is in principe opgebouwd uit drie aspecten: een kop (of header), een tekstvak en een voet. De kop omvat meestal de titel van het blogbericht en de datum waarop het bericht is gemaakt. Het tekstvak omvat de ‘content’ of eigenlijke inhoud. In de voet van het blogbericht staat doorgaans de naam van de auteur. Niet zelden wordt de datum waarop het bericht is gemaakt in de voet herhaald en aangevuld met informatie over het uur waarop het bericht werd gepubliceerd. Over welke informatie in de kop of de voet van een blogbericht moet verschijnen, bestaan geen bindende regels. Ook dat wordt grotendeels bepaald door de specifieke software waar de blogauteur gebruik van maakt.
Figuur 2: Blogbericht met kop, tekstvak en voet (http://janienbenaets.wordpress.com/)
4.2.3 Updatefrequentie Er bestaan geen vaste criteria voor de updatefrequentie – i.e. het toevoegen van nieuwe blogberichten – van weblogs. Volgens Blood (2002) worden de meeste ‘serieuze’ blogs dagelijks geüpdatet. Uit de studie van Herring et al. (2004) blijkt echter dat slecht een uiterst miniem aantal blogs daadwerkelijk dagelijks van een nieuw bericht wordt voorzien. Bovendien is de updatefrequentie bijzonder variabel zowel binnen één en dezelfde weblog als tussen verschillende blogs onderling.
6
4.2.4 De blogauteur Uit een studie van Herring et al. (2004) blijkt dat het merendeel van de bloggers hoger opgeleide – of studerende – mannen tussen 20 en 25 jaar zijn. Slechts in een minderheid van de gevallen gaat het om jongeren – tieners. Dat laatste wordt ook bevestigd in een studie van Mediappro (2006) waaruit blijkt dat slechts 18% van de Europese jongeren tussen 12 en 18 jaar een eigen blog heeft. Wat de Belgische jongeren betreft, gaat het om 38%.
5. De blog: een populair medium? In onze huidige samenleving zijn weblogs niet langer weg te denken. De grote populariteit van blogs kan toegeschreven worden aan een viertal factoren (Janssen, 2005): 1. Een weblog maken is gratis. Zo zijn er tal van hosts die kosteloze, toegankelijke software aanbieden om een weblog vorm te geven. In sommige gevallen wordt een klein, maandelijks bedrag gevraagd voor extra faciliteiten, zoals meer webruimte, speciale kleuren, enzovoort. 2. De blogosfeer biedt een plek voor iedereen die geen stem vindt in de traditionele media 3. Blogs hebben een laagdrempelig karakter. Wie wil, kan immers op om het even welk moment content publiceren op een weblog, zonder de strenge selectie van 4. bijvoorbeeld een eindredacteur die op basis van zijn specialistische achtergrond de content goedof afkeurt. 5. Blogschrijvers en –bezoekers ervaren onder elkaar een sterk communitygevoel. Ze gaan op zoek naar andere bloggers waar ze interesses mee delen. Bovendien bevatten hun blogs meestal links naar andere interessante plaatsen op het internet, waardoor ze onmiddellijk toegang hebben tot een brede waaier aan informatie, opinies en stijlen. Ondanks de grote populariteit van weblogs, is lang niet iedereen even enthousiast over het medium. Zo stelt Mooney (2005) dat de huidige – en voorlopig onophoudelijke – groei van de blogosfeer illustratief is voor de toenemende trivialisering van onze maatschappij. Schrijvers van weblogs publiceren volgens hem immers inhouden die er nauwelijks iets toe doen. Bovendien hekelt hij het feit dat steeds meer niet-specialisten hun mening spuien over heel specialistische onderwerpen en onvermijdelijk foutieve informatie de wereld insturen. Hiermee sluit hij aan bij Carr (2005) die stelt dat de blogcultuur zich kenmerkt door verheerlijkt amateurisme. Ook Lovink (2008) problematiseert het medium van de blog. In zijn werk, Zero Comments, benadert hij het medium vanuit een filosofisch perspectief en verdedigt hij de stelling dat “blogs are a gift to humankind that no one needs” (13-14). Bovendien stelt hij dat weblogs nauwelijks iets bijdragen op het vlak van kennis en informatie, maar integendeel gevestigde kennisstructuren uithollen. Bovenstaande klachten zijn slechts een greep uit het arsenaal aan klachten dat de afgelopen jaren de wereld werd ingestuurd. Desondanks blijft het medium razend populair en blijven bloggers dagelijks talloze blogberichten lezen en creëren.
6. De blog als genre Binnen de discipline van de retorica wordt het concept ‘genre’ omschreven als een categorisering van communicatieve handelingen. Die categorisering kan gebeuren op basis van gemeenschappelijke communicatieve doelen enerzijds en analoge inhouden, structuren en stilistische kenmerken anderzijds (Swales, 1990). Bovendien is het zo dat een categorisering doorgaans
7
benoemd en erkend wordt door de gemeenschap waar ze ontstaat. Een genre ontstaat dus met andere woorden wanneer gebruikers bepaalde doelstellingen, praktijken en codes met elkaar delen. In hun studie ‘Genres of organizational communication’ (1991) tonen Yates & Orlikowski aan dat ook elektronische communicatiehandelingen gecategoriseerd kunnen worden tot een genre. Op basis van bovenstaande criteria kunnen we dus stellen dat weblogs in aanmerking komen om als genre benaderd te worden. Eerder hebben we immers aangetoond dat bloggers ‘communities’ vormen waarin ze reflecteren over de definiëring van het concept ‘blog’ en over de praktijk van het bloggen, dat blogs heel wat gemeenschappelijke kenmerken hebben, en dat er binnen binnen bepaalde communities prijzen worden uitgereikt voor ‘de beste blog’ van de maand of van het jaar waardoor indirect criteria worden opgesteld waaraan een goede blog moet voldoen. Bovendien verschijnt steeds meer onderzoek waarin bloggers hun eigen geschiedenis beschrijven, ingebed in een traditie (Soetaert, 2006). Geleidelijk aan groeien blogs dus uit tot een legitiem genre dat zich profileert naast offline en online genres. Over hoe het genre van de blog zich verhoudt ten opzichte van die off- en online genres zijn de meningen verdeeld. Volgens Blood (2002) behoren weblogs exclusief toe aan het internet en moeten ze beschouwd worden als een geavanceerde vorm van de ‘hotlist’ – i.e. een thematische webpagina met links naar websites die de maker van de hotlist interessant vindt – en de digitale krant die respectievelijk in de eerste helft van de jaren 1990 en halfweg de jaren 1990 een opmars kenden. Lovink (2008) daarentegen stelt dat weblogs niet als een nieuw genre kunnen beschouwd worden. Hij meent dat ze hoogstens nieuwe dragers van oude traditionele genres zijn, die deze bovendien grotendeels uithollen. De stellingen van Blood en Lovink lijken echter niet conform de realiteit van de huidige blogosfeer. Naast kenmerken van de hotlist hebben tal van blogs ook gemeenschappelijke kenmerken met andere online genres. We denken hierbij aan het genre van de homepage dat zich kenmerkt door het feit dat de maker ervan zichzelf en zijn denken heel expliciet presenteert op het web. Of we denken aan het online discussieforum, een genre waarbij een op tekst gebaseerde vorm van online communiceren centraal staat. Bovendien zijn blogs ook schatplichtig aan traditionele offline genres. Zo hebben blogs waarin nieuwsfeiten worden becommentarieerd veel gemeen met het genre van de nieuwsbrief. Daarnaast zijn er opvallende gelijkenissen tussen blogs waarin reisverhalen worden beschreven en het genre van het log- en fotoboek. Verder hebben blogs die het doel hebben de conversaties tussen twee of meer individuen te stimuleren tal van gemeenschappelijke kenmerken met het genre van de brief. Dat weblogs exclusief aan het internet toebehoren of dat ze nieuwe uithollende dragers van traditionele genres zijn, lijkt ons dan ook niet geheel correct. Integendeel, de blog moet volgens ons beschouwd worden als een nieuw genre dat een bemiddelende positie inneemt tussen off- en online genres, aangezien het kenmerken van beide verbindt tot een uniek geheel. In De Cultuur van het Lezen (2006) benadrukt Soetaert dat het genre van de blog bovendien mede bepaald wordt door de mogelijkheden van de software waarmee weblogs gemaakt worden. Software die trouwens nog steeds bijgestuurd wordt met het oog op een grotere toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid. Verder dient benadrukt te worden dat het genre van de blog niet enkel beschouwd kan worden als een bemiddeling tussen traditionele offline genres en nieuwe online genres, maar dat de weblog ook een tussenpositie inneemt op het internet (zie o.a. Herring et al., 2004). Vanuit een communicatiewetenschappelijk perspectief kunnen de genres die zich op het internet ontwikkeld hebben, benaderd worden als een continuüm dat zich kenmerkt door een binaire oppositie tussen het genre van de webpagina en dat van de asynchrone CMC (Computer-Mediated Communication) – bijvoorbeeld: het discussieforum. De tussenpositie van het genre van de weblog uit zich op verschillende manieren:
8
•
•
•
m.b.t. updates: De informatie op een webpagina wordt in het beste geval een tweetal keer per jaar geüpdatet. Bij CMC-toepassingen, daarentegen, vinden dagelijks meerdere updates plaats, namelijk telkens wanneer een bezoeker een nieuw bericht aan het forum toevoegt. De weblog neemt hier een tussenpositie in. Aan een weblog wordt doorgaans meermaals per week nieuwe informatie toegevoegd. m.b.t. de relatie tussen de auteur en de lezer: De relatie tussen de auteur van een webpagina en de lezer ervan is bijzonder asymmetrisch. Hoe een webpagina inhoudelijk vormgegeven wordt, wordt immers bijna uitsluitend bepaald door de auteur. Slechts in uitzonderlijke gevallen krijgt de lezer de kans om de auteur – via mail – te attenderen op onregelmatigheden of fouten. De auteur blijft echter bepalen of de suggesties en/of opmerkingen van de lezer al dan niet verwerkt worden. Bij CMC-toepassingen is de relatie tussen de auteur en de lezer net heel symmetrisch. Het feit dat dergelijke omgevingen nauwelijks of zelfs niet gemodereerd worden, zorgen ervoor dat de informatie die een auteur aanbiedt onmiddellijk bijgestuurd of weerlegd kan worden. Het genre van de blog neemt hier een tussenpositie in. Enerzijds bieden blogs de lezer meestal een mogelijkheid om op de inhoud te reageren. Anderzijds blijft de auteur de controle houden over de inhoud van de blog, aangezien de commentaren slechts een marginale positie innemen. m.b.t. het verwerken van andere media: Op webpagina’s kunnen naar believen verschillende media en toepassingen geïncorporeerd worden – van geluid- tot beeldfragmenten en van demo’s van videogames tot softwareapplicaties. CMC-toepassingen zijn daarentegen grotendeels tekstueel. Opnieuw neemt het genre van de blog hier een tussenpositie in. Bij een gemiddelde blog is er immers een goede verhouding tussen het tekstuele en het multimediale aspect. Bij bepaalde subgenres van de blog domineert echter één van beide aspecten. Dat impliceert dat sommige subgenres zich op dat vlak dus of dichter, dan wel verder bij één van de polen van het continuüm bevinden.
Volgens Herring et al. (2004) maakt het hybridische en intermediaire karakter van weblogs het genre precies aantrekkelijk voor de gebruiker. Binnen het genre van de blog hebben zich intussen tal van subgenres ontwikkeld die zich vormelijk en/of thematisch van elkaar onderscheiden. In wat volgt, geven we een overzicht van een aantal dominante subgenres. Hierbij streven we niet naar volledigheid. Dat is ook onmogelijk. Tijdens het schrijven van ons rapport ontstaan immers nieuwe subgenres die nu nog moeilijk te vatten zijn. Het genre van de blog is immers in volle ontwikkeling en deint nog steeds verticaal uit. Een overzicht: •
De nieuwslog: Een nieuwslog is een online krant in blogvorm. Deze wordt meerdere keren per dag geüpdatet en speelt in op de actualiteit, vaak met een heel specifieke focus op één onderwerp. Door de keuze om nieuwsberichten in blogvorm aan te bieden, wordt de lezer de kans geboden om op een eenvoudige manier te reageren op actuele gebeurtenissen. Dat vertaalt zich in interactie over en betrokkenheid bij wat er zich in de wereld afspeelt. Vaak zien we op nieuwsblogs dan ook discussies ontstaan over uiteenlopende topics tussen mensen met de meest diverse achtergronden. Voorbeelden: Nieuwsblog Buitenland (http://nbbuitenland.blogspot.com/); Israel & Palestijnen Nieuwsblog (http://israel-palestijnen.blogspot.com/); Solliciteren en Employment Screening (http://www.sollicitant.com/).
•
De lifelog: Een lifelog is een weblog waarop berichten geplaatst worden die betrekking hebben op gebeurtenissen die zich afspelen in het leven van de maker van de blog. De lifelog heeft veel
9
gemeen met het genre van het dagboek, met dat verschil echter dat het dagboek in principe een document is dat is voorbehouden aan één persoon, terwijl de lifelog een publiek karakter heeft. Voorbeelden: Vendetta (http://www.vendetta.org/category/lifelog/); Peter’s Lifelog (http://www.peterverbrugge.nl/); TussenpoZEN (http://www.tussenpozen.com/). •
De linklog: Een linklog is een weblog die hoofdzakelijk is opgebouwd uit links naar websites en blogs met inhouden die betrekking hebben op één heel specifiek thema.Linklogs bevatten doorgaans weinig berichten waarin de auteur een eigen inhoudelijke bijdrage levert. In sommige gevallen worden de links echter wel van persoonlijke commentaren voorzien. Dit subgenre wordt ook vaak benoemd met de term linkdump. Voorbeelden: Alek Links Etc. (http://alek.xspaces.org/LinkLog/); Mijn linklog (http://bart.vanherreweghe.com/aggregator/sources/3); Netfysio (http://www.netfysio.nl/weblog/).
•
De shocklog: Een shocklog is een weblog met schokkende en agressieve inhouden. Dergelijke blogs zijn vaak opgebouwd uit berichten met sarcastische opmerkingen over actuele gebeurtenissen. De makers ervan hopen met hun expliciete inhouden veel bezoekers aan te trekken. Vaak zijn ze dan ook meer bekommerd over het bezoekerscijfer dan om de accuraatheid en eerlijkheid van de berichten. Voorbeelden: Volkomen Kut (http://www.vkmag.com/); ReteCool (http://retecool.com/); Geen Stijl (http://www.geenstijl.nl/).
•
De stadsblog: Een stadsblog is een weblog met berichten die betrekking hebben op een bepaalde gemeente of stad. Een dergelijke blog is doorgaans opgebouwd uit berichten met beschrijvingen van culturele of sportieve gebeurtenissen in de stad/gemeente of met aankondigingen van evenementen. Sporadisch verschijnen ook persoonlijke verhalen van inwoners op de blog. Een gelijkaardig subgenre is de wijkblog, een blog met berichten die betrekking hebben op een bepaalde wijk. Voorbeelden: Gent Blogt (http://www.gentblogt.be/); Sint-Amandsberg in woord & beeld (http://www.bloggen.be/sint_amandsberg_inbeeld/); Het Kiel blogt (http://www.hetkielblogt.be/).
•
De edublog: Een edublog is een weblog die gebruikt voor educatieve doeleinden. De verschillende types edublogs worden verder in dit rapport gedetailleerd besproken Voorbeeld: The Sausage Machine (http://janien.wordpress.com/); Contact Zone Rhetoric (http://contactzonerhetoric.blogspot.com).
•
De fotoblog: Een fotoblog is een weblog die opgebouwd is uit berichten met foto’s. In sommige gevallen worden de foto’s van een korte beschrijving of commentaar voorzien. Voorbeelden:Wannabes (http://wannabes.be/); X-pose (http://www.x-pose.be/blog/); Drieduizend (http://www.drieduizend.be/).
•
De audioblog: Een audioblog is een weblog die opgebouwd is uit berichten met muziek en/of geluiden. Vaak worden de aangeboden songs, muziekfragmenten of geluiden voorzien van een korte beschrijving. Voorbeelden: Nickbrendon.com (http://nickbrendon.com/category/audioblog); Ten Songs (http://tensongsamonth.blogspot.com).
•
De reisblog: Een reisblog is een weblog die gewijd is aan een specifieke reis die de maker ervan ondernomen heeft. De reisblog kan beschouwd worden als de digitale equivalent van het reisdagboek. Soms wordt de reisblog al tijdens de reis bijgehouden. Heel vaak wordt de blog echter pas na de reis opgezet.
10
Voorbeelden: Martine’s weblog (http://martine-tysmans.skynetblogs.be/post/1034873); Mark en Barbara in Zuid Oost Azië (http://reis.heijblok.com/); Marleen goes Namibië (http://marleengoesnamibie.punt.nl/). •
De babyblog: Een babyblog is een weblog die ouders maken naar aanleiding van de geboorte van hun kind. Dergelijke blogs bevatten foto’s van en informatie over het doen en het laten van het kind. De babyblog vormt een online alternatief voor het klassieke geboorteboek. Voorbeelden: Babyblog (http://www.bloggen.be/babyboom/); Baby Vanhoutte (http://www.bloggen.be/baby_vanhoutte); Elisabeth’s Baby Blog (http://www.dreft.com/elisabeth_hasselbecks_journal/).
•
De business blog: De business blog of corporate blog is een weblog die betrekking heeft op – bepaalde aspecten – van een organisatie of bedrijf.
•
De Clublog: Ook clubs of verenigingen houden vaak een weblog bij met weetjes en informatie. Dergelijke blogs worden Clublogs genoemd. Voorbeeld: Regentville Tennis Blog (http://www.regentville.com/).
•
De politieke weblog: Een politieke weblog is een weblog die geschreven wordt door een politicus of door een politieke partij. Vaak wordt de blog gebruikt als tool om te reflecteren over politieke, sociale of culturele gebeurtenissen. Bovendien biedt een dergelijke blog de politicus of politieke partij een eenvoudig middel om rechtstreeks – zij het digitaal – contact te hebben met de kiezers en aanhangers. Voorbeeld: Berts Website (http://www.bertanciaux.be/).
•
De moblog: een moblog is een recent ontwikkeld subgenre van de weblog dat zich kenmerkt door het feit dat het gemodereerd wordt vanaf een mobiele telefoon. Het merendeel van de moblogs bestaat hoofdzakelijk uit beeld- en geluidmateriaal zoals foto’s, videofragmenten en gespreksopnames. Voorbeelden: Clolilde’s moblog (http://chocolateandzucchini.com/moblog/); Polskaya (http://www.polskaya.be/moblog/); Alfies moblog (http://moblog.co.uk/blogs.php?show=13).
•
De jaglog: Een jaglog is een weblog die opgebouwd is uit berichten met een nietszeggende inhoud waarin vaak heel triviale handelingen beschreven worden. De berichten overstijgen zelden mededelingen in de trant van “ik laat de hond uit” of “ik ga even naar toilet”. Voorbeelden: Doelloost (http://doelloost.web-log.nl/doelloost/2005/11/index.html); De Scherpschutter (http://de-scherpschutter.spaces.live.com/).
•
De facelog: Een facelog is een weblog die geïntegreerd is in sociale netwerkomgevingen zoals MySpace, Hyves, etc. De facelog bevindt zich momenteel nog in een prototypische fase.
•
De themablog: Een themablog is een weblog met berichten die handelen over een heel specifiek onderwerp. Vaak is de maker ervan iemand met een passie voor of met een specialistische kennis over het thema. Elk thema komt in principe in aanmerking om een weblog rond op te zetten. Voorbeelden: Mr. William Shakespeare and the Internet: the blog (http://mrshakespeare.typepad.com/mrshakespeare/2007/11/shakespeare-in.html); ipodtouchblog (http://www.ipodtouchblog.nl/); Postzegelblog (http://www.postzegelblog.nl/).
11
7. De literaire blog 7.1 Definiëring Literaire blogs – kortweg ‘litblogs’ – zijn een relatief recent fenomeen. Het genre als dusdanig werd voor het eerst benoemd door Almond (2005). Dergelijke blogs zijn, grotendeels, gewijd aan onderwerpen die betrekking hebben op de literaire cultuur. Aanvankelijk waren litblogs vooral weblogs voor en door debuterende schrijvers. Ondertussen telt de blogosfeer tal van literaire blogs die focussen op alle facetten van de literaire cultuur. Zo zijn er naast litblogs met een strikt literaire content – dragers van proza, gedichten, etc. – ook literaire blogs met persoonlijke reflecties over literatuur of blogs waarin literaire werken benaderd worden vanuit een heel specifiek perspectief: blogs van leesgroepen, bibliothecarissen, literaire critici, enzovoort. Bovendien bieden sommige litblogs een platform om over literatuur te reflecteren en te debatteren. De verschillen tussen literaire blogs onderling laten zich niet enkel inhoudelijk gevoelen. Ook wat de professionele status van de makers betreft, evenals hun affiniteit met literatuur en literaire thema’s, is er een grote diversiteit. Naast professionals plaatsen ook talloze jongeren en ‘gewone’ lezers dagelijks hun literaire verzuchtingen op het net. Bloggen over literatuur werd aanvankelijk beschouwd als een triviale, zinloze en amateuristische bezigheid. Zo stelt Almond (2005) in ‘The blogger who loathed me’ dat literaire blogs zich vooral kenmerken door het feit dat ze opgebouwd zijn uit irrelevante weetjes over literatuur. Slechts in uitzonderlijke gevallen is er volgens hem sprake van degelijke informatie en van een goed debat. Bovendien vindt hij het frappant dat een aantal schrijvers het boek ruilen voor het web en er voor kiezen om hun verhaal in blogvorm te publiceren. Het merendeel ervan beschouwt hij dan ook als “terrific writers […] [who are] too lazy and insecure to risk making art […] [and] launch a blog instead” (§ 6). Ook Kirsch (2007) voert een soortgelijk ‘antilitblogbetoog’. Hoewel hij aangeeft dat blogs aanvankelijk het potentieel hadden om een breed en democratisch debat te voeren over literatuur, meent hij vast te stellen dat het merendeel van de literaire bloggers gefrusteerde schrijvers en critici zijn die naar het medium grijpen om hun frustraties te ventileren. In hun werk The Bookaholics’ Guide to Book Blogs (2007) verdedigen Gillieron & Kilgariff het genre van de literaire blog. Uit hun onderzoek blijkt immers dat op heel wat literaire blogs interessante discussies over literatuur te vinden zijn, zowel van professionals als van hobbyisten. Bovendien blijken veel bloggers te bloggen omdat de weblog hen een interessant en toegankelijk medium biedt om over bepaalde onderwerpen – en dus ook literatuur – te discussiëren. Over de toekomstige impact van litblogs op de literaire cultuur durven Gillieron & Kilgariff geen definitieve uitspraken te doen. Wel vermoeden ze dat ze de komende jaren een niet onbelangrijke rol zullen spelen binnen het literaire circuit. 7.2 Literaire blogs en de literaire cultuur De komst van de literaire blog zorgde voor een aantal veranderingen binnen de literaire communicatie die zich grosso modo kenmerken door een grotere inspraak van de recipiënt van literatuur, i.e. de lezer. Dit sluit aan bij een reeds bestaande trend binnen de traditionele literaire communicatie waarbij de receptie van de gewone lezer steeds meer aandacht krijgt en geleidelijk aan een gelijkwaardige positie vervult naast de receptie van professionele lezers. Door de opkomst en de bloei van literaire blogs is deze trend echter in een stroomversnelling gekomen. Het feit dat meer aandacht is voor de gewone lezer laat zich niet enkel gevoelen op het niveau van de receptie van literatuur, maar ook op het vlak van productie, bemiddeling en bewerking. Via de literaire blog krijgt de lezer plots de kans om zelf literaire werken te produceren – als auteur of als medeauteur
12
– en deze ter beschikking te stellen voor het grote publiek zonder bemiddelende instanties zoals de uitgeverij, de boekhandel en de bibliotheek. Bovendien krijgt hij/zij kansen om op een blog als literaire criticus op te treden en om de literaire werken van anderen te becommentariëren. De mate waarin en de manier waarop gebruik gemaakt wordt van literaire weblogs verschilt naargelang de specifieke actor binnen het literaire veld. Terwijl in bibliotheken volop geëxperimenteerd wordt met de mogelijkheden van het medium, maken boekhandels en uitgeverijen weinig gebruik van weblogs. Mogelijk houden ze het medium voorlopig af uit commerciële overwegingen. Weblogs hebben immers het potentieel om een aantal taken van de uitgeverij en de boekhandel over te nemen, waardoor hun functie en aandeel binnen het literaire veld geherdefinieerd dreigt te worden. Binnen de journalistiek en de literaire kritiek wordt dan weer heftig gedebatteerd over de mogelijke nefaste gevolgen van een verdere opmars van de literaire blog. Tegelijkertijd zien we echter trend ontstaan waarbij sommige journalisten en critici ook inspelen op het blogfenomeen en met hun berichtgevingen en kritieken uitwijken naar de weblog. Ondertussen heeft de (literaire) blog ook geleidelijk aan haar weg gevonden naar het onderwijs. In toenemende mate experimenteren leerkrachten met het medium en reflecteren ze over wat weblogs kunnen betekenen voor de onderwijspraktijk. 7.3. Blogfictie Voor het internettijdperk kon een literair schrijver zich pas een échte auteur noemen als hij een literair product op de markt had gebracht dat de kritische toets van een uitgever had doorstaan. Aspirantauteurs stuurden hun manuscripten op naar uitgeverijen in de hoop dat hun werk goed genoeg werd bevonden voor publicatie. Tegenwoordig is 'publiceren' veel eenvoudiger: om het even welke internetgebruiker is immers slechts enkele muisklikken verwijderd van een publicatie op het net, ook als het om fictie gaat. Eén manier van fictie publiceren op het net, is op een blog. In dergelijke gevallen spreken we van blogfictie. Blogfictie is erg divers en bestaat in vele vormen: van een fictief dagboek tot een roman. In wat volgt wordt ingegaan op 3 types van blogfictie: de roman-in-progress, micro fictie en de blovel. 7.3.1 De roman-in-progress In de blogosfeer is een trend waarneembaar waarbij (niet)-professionele auteurs minstens wekelijks een fragment uit hun roman-in-progress publiceren en eindigen met een zogenaamde 'cliffhanger', waardoor de bloglezer telkens opnieuw reikhalzend uitkijkt naar het volgende bericht. Hun verhalen noemen ze blovels (samentrekking van ‘blog’ en ‘novel’). Blovels doen denken aan het genre van het feuilleton. Een schrijver als Charles Dickens bijvoorbeeld verdiende de kost met maandelijkse (en later: wekelijkse) schrijfsels in kranten. Zo zijn de romans Oliver Twist, Nicholas Nickleby, The Old Curiosity Shop en Barnaby Rudge stuk voor stuk bundelingen van feuilletons die enkele jaren in de krant verschenen. Een opmerkelijk fenomeen bij blogromans is het feit dat de lezers de kans krijgen om de online gepubliceerde fragmenten te becommentariëren en om suggesties aan te leveren die het plot aantrekkelijker maken. Sommige lezers maken duchtig gebruik van die kansen en geven met plezier aan wat de sterktes en zwaktes zijn van een bepaald fragment. Bovendien kan worden vastgesteld dat de commentaren de auteur niet zelden onberoerd laten dat hij er alles aan doe om het verhaal alsnog een wending te geven die de lezer wel weet te appreciëren. In deze gevallen werken de lezer en de auteur in feite samen aan een roman.
13
7.3.2 Micro fictie Ook aanwezig in het bloggerslandschap is de zogenaamde micro fictie. Op haar website/blog http://www.365tales.com zegt Alexandra Erin dat “Microfiction, also sometimes called ‘flash fiction’, is essentially an ultrashort story, usually written with a specific word count target in mind. It’s the literary equivalent of a snack, yet is often strangely satisfying”. Volgens Erin is microfictie schrijven ook niet echt moeilijk, omdat “it presents a specific goal to work towards, a goal that is in reach of almost any would-be author”. Karakteristiek voor microfictie is dus de kortheid ervan. Op http://www.365tales.com is het maximum aantal woorden 365, op http://www.400words.com geldt een limiet van 400 woorden. Verder kan iedereen inzenden en zijn er geen restricties buiten dan het respecteren van de publieke eerbaarheid. 7.3.3 Blooks/blovels In sommige gevallen wordt blogfictie ook uitgegeven in boekvorm. Meestal is echter sprake van een (lichte) bewerking van de originele blogteksten. Slechts uitzonderlijk worden de blogberichten exact in boekvorm gepubliceerd zoals ze op de weblog zijn verschenen. Een boek, gebaseerd op een blog wordt een blook (samentrekking van ‘’blog’ en ‘book’) of een blovel (samentrekking van ‘blog’ en ‘novel’) genoemd. Aanvankelijk speelde het fenomeen van printing-ondemand een belangrijke rol in het ontstaan van blooks. Concreet lieten schrijvers van blogteksten hun schrijfproducten als boek bundelen via de diensten van printing-on-demand. En in de beste gevallen lieten ze een 10-tal exemplaren drukken om te verspreiden onder vrienden of collega’s. Tegenwoordig zien ook grotere commerciële uitgevers brood in het drukken van weblogs. Een aantal jaren geleden beslisten ze of ze een blog al dan niet als boek zouden publiceren op basis van de bezoekerscijfers. Ondertussen bleek dat een goedbezochte weblog geen garanties biedt voor een goede verkoop. Vandaag wordt dan ook voornamelijk de inhoudelijke kwaliteit als publicatiecriterium gehanteerd. Ondanks de aandacht die er voor blogfictie is geweest vanuit de literaire kritiek, blijft blogfictie schrijven een relatief kleinschalige activiteit binnen de wereld van de blogs en is het nog steeds grotendeels geïsoleerd. Een aantal critici en literaire specialisten veroordelen blogfictie bovendien tot een inferieure literaire vorm van de hand van amateuristische schrijvers. Daartegenover staat een geleidelijke erkenning van blogs als een legitieme omgeving om fictie te produceren. Sinds 2006 sponsort Lulu de ‘Lulu Blooker Prize’, een award voor de beste blook van het jaar en op de ‘Dutch Bloggies’ wordt elk jaar de beste literaire blog bekroond. En het klopt dat niet alle blogfictie van even goede literaire kwaliteit is. Maar hetzelfde geldt ook voor het gedrukte boek.
8. Literaire blogs en het literatuuronderwijs In de blogosfeer treffen we van bloggende professoren, leerkrachten, lerarenopleiders, nascholers, onderwijsbegeleiders… Zij zetten blogs in als leermiddel in een educatieve context. Dergelijke blogs noemen we educatieve blogs (kortweg: edublogs). In de meeste gevallen gaat het om zelfgemaakte weblogs Niet enkel de forse toename van het aantal edublogs bewijst de populariteit ervan, ook initiatieven zoals “The Eddies”, een prijsuitreiking voor de beste educatieve internetvoorziening en “het Edublog diner”, een jaarlijks diner in het Nederlandse Utrecht, waarbij gezellig tafelen gepaard gaat met gesprekken over onderwijs in het algemeen en weblogs in het onderwijs in het bijzonder, laten zien dat edublogs geleidelijk aan een plek weten te veroveren in de klas en onderwijspraktijk.
14
In de blogosfeer treffen we grosso modo drie soorten edublogs aan: 1. leerkrachtenblogs 2. leerling- en studentenblogs 3. klasblogs Leerkrachtenblogs zijn blogs die gemaakt worden door leerkrachten. Ze worden op verschillende manieren ingepast in het onderwijsveld: naast blogs die fungeren als actieve ‘teaching tools’ (zowel blogs met een theoretische inhoud als blogs met praktijkvoorbeelden) vind je ook blogs die dienen als omgevingen voor leerkrachten om er te reflecteren over hun lessen en hun ambt. Verder zijn er leerkrachtenblogs waarop feedback gegeven wordt op oefeningen of op taken of blogs om te ventileren over onderwijs en na te denken over de rol van het onderwijs in de wereld van morgen. Leerlingen- en studentenblogs zijn blogs die gemaakt worden door leerlingen en/of studenten. Net zoals bij leerkrachtenblogs zijn de toepassingen ook bij dit type edublog erg uiteenlopend. Naast persoonlijke blogs waarop leerlingen iets over zichzelf vertellen, zijn er bijvoorbeeld ook blogs waarop ze reflecteren op hun schoolwerk. Soms worden leerlingen ook gestimuleerd om werkstukken te maken in de blogsvorm. In het bijzonder in het hoger onderwijs worden studenten meer en meer gestimuleerd om te bloggen. Aan de Katholieke Hogeschool Limburg, bijvoorbeeld, worden studenten van de opleiding ‘Communicatie & MultimediaDesign’ gevraagd om in het kader van hun afstudeerscriptie een weblog op te zetten en te onderhouden. Die blogs fungeren als een logboek van het schrijfproces. Klasblogs worden gemaakt door een hele klasgroep. Ze bestaan in een aantal varianten. Zo heb je het klasdagboek waarin leerlingen, in samenwerking met hun leerkracht, vertellen over hun ervaringen in de klas en de school. Daarnaast heb je ook klasblogs die worden opgezet om te corresponderen met leerlingen uit een ander land. Verder kunnen ze ook gebruikt worden om klasprojecten voor te stellen. En wat met het literatuuronderwijs? Ondanks de populariteit van literaire weblogs en het feit dat nogal wat litblogs dragers zijn van interessante literatuur, worden ze nog maar weinig gebruikt in het Vlaamse literatuuronderwijs. Dit kan enerzijds toegeschreven worden aan het feit dat in de meest gebruikte Vlaamse schoolboeken (Markant, Nieuw Netwerk Nederlands, Vitaal en Talent voor Taal) geen aandacht is voor literaire blogs. Anderzijds blijken de meeste Vlaamse literatuurleerkrachten niet vertrouwd met dit genre of zijn ze niet overtuigd van de literaire waarde van literaire blogs. En aangezien de meeste schoolboeken nog steeds gemaakt worden door (ex-)leraren, wordt het een door het ander versterkt. Een beperkte studie van 70 willekeurig opgevraagde leeslijsten uit het vijfde leerjaar van het secundair onderwijs liet bovendien zien dat blogs geen deel uitmaken van de keuzeleeslijst van jongeren. Deze trend wordt voor een deel ook versterkt door de lerarenopleidingen, waar vaak nog een traditionele literatuurdidactiek wordt aangereikt en bijgevolg nauwelijks of zelfs geen aandacht is voor nieuwe vormen van literatuur, zoals blogs. Helemaal afwezig zijn ze echter niet. Een typevoorbeeld van een leerkrachtenblog rond literatuur uit ons taalgebied is The Sausage Machine, een weblog van Janien Benaets (zie: http://janien.wordpress.com). Haar blog begon als excursus op de literaire lesinhouden die ze in haar onderwijs aanbood en is ondertussen uitgegroeid tot een heuse inventaris van al wat de laatste jaren aan belangwekkend is gebeurd en verschenen in het literaire veld: van samenvattingen van interessante lezingen en aankondigingen van literaire evenementen tot reflecties op het literatuuronderwijs en zelfs concrete lestips. Daarnaast zien we in beperkte mate ook blogs van leerlingen ontstaan over een literaire figuur of gebeurtenis. Maar van structureel gebruik van blogs in het literatuuronderwijs is eigenlijk geen sprake. Nochtans zijn er verschillende mogelijkheden om dat wel te doen :
15
passief gebruik • als alternatief leesmateriaal, naast canonieke werken; actief gebruik • als alternatief voor de klassieke boekbesprekingen; • als variant op het leesportfolio Bovendien kunnen ze leerlingen op een eenvoudige manier kennis laten maken met de belangrijkste spelers binnen het socio-culturele veld (bibliotheken, uitgeverijen, literaire tijdschriften…). Interessante materialen zijn er al. Het is nu aan de leerkrachten om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan in de onderwijspraktijk. Elk op een eigen manier.
16