Supplement betreffende
Mn Services Levensloop Fonds
Subfonds: Brons Metaal & Techniek
Inhoudsopgave
2
1. Belangrijke informatie
3
1.1 Inleiding
3
4
1.2.
Algemene informatie
2. Subfonds: Brons Metaal & Techniek
6
2.1 Beleggingsdoelstelling
6
2.2 Beleggingsbeleid
6
2.3 Bandbreedtes
7
3. MN Beleggingsfondsen
8
3.1.
Mn Services Obligatiefonds Europa II
3.2
Mn Services Geldmarktfonds
9 12
4. Risicoprofiel
15
5. Rendement
19
6. Kosten
20
6.1.
Beheerkosten van het Subfonds
20
6.2
Algemene kosten van het Subfonds
20
6.3
Kosten MN Beleggingsfondsen
21
7. Informatie over het Subfonds
23
8. Mededeling Beheerder
24
1.
Belangrijke informatie 1.1 Inleiding Dit Supplement moet worden gelezen in samenhang met en is onderdeel van het Prospectus van Mn Services Levensloop Fonds (het Fonds). Tenzij anders is bepaald hebben alle gedefinieerde begrippen de betekenis die hieraan is toegekend in het Prospectus. Brons Metaal & Techniek (het "Subfonds") is een subfonds van het Fonds. Participanten en Deelnemers van het Fonds worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële kansen, maar ook financiële risico's zijn verbonden. Participanten en Deelnemers dienen goede nota te nemen van de volledige inhoud van het Prospectus alsmede van dit Supplement, alvorens te beleggen in één of meer Subfondsen. De afgifte en verspreiding van het Prospectus en dit Supplement, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van elke serie Participaties kunnen in bepaalde rechtsgebieden onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. Personen die in het bezit komen van het Prospectus en/of dit Supplement, worden verzocht zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Het Prospectus en/of dit Supplement, is eveneens geen aanbod van, of een uitnodiging tot aankoop van, of verzoek om in te schrijven op Participaties van het Fonds in enig rechtsgebied waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet geoorloofd is. Het Fonds, de Stichting, de Beheerder, de Bewaarder en/of enigerlei gelieerde rechtspersoon hiervan zijn niet aansprakelijk voor enige schending van enige zodanige beperking door wie dan ook, ongeacht of deze persoon een mogelijke koper van Participaties is of niet. Ten aanzien van alle eventueel in dit Prospectus en dit Supplement – opgenomen verwijzingen naar – vermelde (verwachte) rendementen geldt dat de waarde van een Participatie kan fluctueren en dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Ten aanzien van toekomstgerichte verklaringen geldt dat deze naar hun aard risico's en onzekerheden inhouden aangezien ze betrekking hebben op gebeurtenissen en omstandigheden die zich in de toekomst al dan niet zullen voordoen.
Belangrijke informatie
3
Met uitzondering van de Beheerder is niemand gemachtigd informatie te verschaffen of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus of in dit Supplement zijn opgenomen. Indien zodanige informatie is verschaft of zodanige verklaringen zijn afgelegd, dient op dergelijke informatie of dergelijke verklaringen niet te worden vertrouwd als zijnde verstrekt of afgelegd door de Beheerder. De afgifte van het Prospectus en dit Supplement en toekenning, inkoop of omwisseling van Participaties op basis hiervan houden onder geen enkele omstandigheid in dat de in het Prospectus en dit Supplement vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum van het Prospectus en dit Supplement nog juist is, met dien verstande dat de gegevens die van wezenlijk belang zijn zullen worden geactualiseerd zodra daartoe aanleiding bestaat. Informatie hierover kunt u inwinnen bij de Beheerder. Voor inzicht in de specifieke fiscale gevolgen van het participeren in het Subfonds wordt Participanten en Deelnemers aangeraden zonodig contact op te nemen met de eigen belastingadviseur. Op het Prospectus alsmede op dit Supplement is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
1.2.
Algemene informatie
Het Fonds is een fonds voor gemene rekening met een open-end structuur. Dit betekent dat het Fonds, behoudens bijzondere omstandigheden, één keer per maand Participaties zal kunnen toekennen, omwisselen of inkopen. Het Fonds is een beleggingsfonds in de zin van de Wft. Het Fonds heeft een zogenaamde paraplustructuur, hetgeen inhoudt dat het Fonds is onderverdeeld in Subfondsen. Mn Services Fondsenbeheer B.V. is de Beheerder van het Fonds. Als Bewaarder van het Fonds treedt op Citibank International Plc, Nederlands bijkantoor. Juridisch eigenaar van het belegd vermogen is Stichting Juridisch Eigendom Mn Services Levensloop Fonds. Aan de Beheerder van het Fonds is op 30 juni 2006 door de AFM een vergunning verleend als bedoeld in artikel 2:65 Wft (oud), welke vergunning per 22 juli 2014 van rechtswege wordt omgezet in een vergunning als bedoeld in artikel 2: 65 Wft (nieuw). De Beheerder en de Stichting hebben niet het voornemen Participaties in het Fonds of daarvan afgeleide effecten aan een gereglementeerde markt of een andere markt in financiële instrumenten te noteren.
4
Belangrijke informatie
Leeftijdsafhankelijke Subfondsen De Subfondsen zijn hoofdzakelijk leeftijdsafhankelijk ingesteld, vanuit de basisgedachte dat naarmate een Deelnemer ouder wordt, het beleggingsrisico af dient te nemen om meer zekerheid over het eindkapitaal te hebben. Van een jonge Deelnemer, zonder een duidelijk aangegeven verlofdoel, wordt aangenomen dat de beleggingshorizon langer is. Indien een Deelnemer op een gegeven moment wel een verlofdoel kiest waardoor de beleggingshorizon korter wordt, dan vindt, tenzij de Deelnemer anders aangeeft, omwisseling van zijn Participaties plaats naar Participaties van het bij het alsdan opgegeven verlofdoel passende Subfonds. De relatie tussen de leeftijd van de Deelnemer en het Subfonds waarin belegd wordt, is als volgt:
Leeftijd:
Subfonds:
tot 40
vanaf 40 tot 55 vanaf 55 tot 61
vanaf 61 tot OP
Rentefonds
Platina
Goud
Zilver
Brons
Staal
Metaal &
Metaal &
Metaal &
Metaal &
Metaal &
Techniek
Techniek
Techniek
Techniek
Techniek
Indien de Deelnemer heeft gekozen om in het standaard leeftijdsfonds deel te nemen, zullen de Participaties van het betreffende Subfonds worden omgewisseld in de Participaties van het volgende Subfonds wanneer een Deelnemer in de volgende leeftijdscategorie terecht komt, tenzij de Deelnemer anders aangeeft.
Besteding levenslooptegoed 1 Als een Deelnemer aangeeft gebruik te willen maken van zijn aanwezige levenslooptegoed voor een bestedingsdoel van de levensloopregeling (bijvoorbeeld tussentijds verlof of vervroegde pensionering), dan worden zijn Participaties in het desbetreffende Subfonds omgewisseld in Participaties van het Subfonds met het laagste rendement-risicoprofiel.
Keuzemogelijkheid en Omwisseling Een Deelnemer is vrij om te kiezen in welk Subfonds de ingelegde gelden belegd worden. Tevens heeft een Deelnemer de mogelijkheid om eenmaal per kwartaal van Subfonds te wisselen . Indien de Deelnemer hiervan gebruik maakt, dan worden zijn Participaties in een Subfonds omgewisseld in Participaties van het nieuw gekozen Subfonds.
1 Met betrekking tot de bestedingsmogelijkheden van het levenslooptegoed wordt verwezen naar het prospectus.
Belangrijke informatie
5
2.
Subfonds: Brons Metaal & Techniek 2.1 Beleggingsdoelstelling Het Subfonds beoogt deelnemers met een leeftijd vanaf 61 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd of Deelnemers die expliciet voor het Subfonds gekozen hebben een beleggingsmogelijkheid te bieden. Het beleggingsbeleid is erop gericht op langere termijn rendement te behalen en richt zich met name op het behalen van vermogensgroei.
2.2 Beleggingsbeleid Het Subfonds richt zich primair op het behalen van vermogensgroei op de lange termijn. De Beheerder streeft hierbij naar een optimale verdeling over de verschillende beleggingscategorieën aandelen, obligaties alsmede liquiditeiten. De Beheerder beheert vijf levensloopfondsen met een oplopend risicoprofiel, van Staal, Brons, Zilver, Goud tot Platina.Het Subfonds belegt haar vermogen door te participeren in de volgende MN Beleggingsfondsen: het Mn Services Obligatiefonds Europa II en het Mn Services Geldmarktfonds. Het beleggingsbeleid van het Subfonds is altijd gericht op een zorgvuldige afweging tussen het (verwachte) rendement en het (verwachte) risico en is specifiek afgestemd op de lange horizon. Hierbij geldt normaliter dat een hoger/lager verwacht rendement meer/minder risico met zich mee brengt. Het Subfonds is in beginsel vol belegd; het aanhouden van kastegoeden is slechts toegestaan tot maximaal 10% van het beheerde vermogen. Het Subfonds is niet bevoegd als debiteur geldleningen aan te gaan. De strategische samenstelling van het Brons Metaal & Techniek Subfonds is als volgt: Brons Metaal & Techniek
Weging
Obligatiefonds Europa II
40%
Geldmarktfonds
60%
De stortingen op de Participaties in het Subfonds worden, op de eerstvolgende Handelsdag na de storting, verdeeld over het Mn Services Obligatiefonds Europa II en het Mn Services Geldmarktfonds.
6
Subfonds: Brons Metaal & Techniek
2.3 Bandbreedtes De exacte verhouding tussen het Mn Services Obligatiefonds Europa II en het Mn Services Geldmarktfonds kan in de tijd fluctueren omdat de behaalde rendementen op de verschillende fondsen niet gelijk zijn. Op den duur zou dit kunnen leiden tot een ander risicoprofiel van het Subfonds dan gewenst is. Om dit te voorkomen, zijn de onderlinge verhoudingen aan bandbreedtes gebonden. De maximum- en minimumgewichten van het Mn Services Obligatiefonds Europa II en het Mn Services Geldmarktfonds zijn:
MN Beleggingsfonds
Minimum
Standaard
Maximum
Obligatiefonds Europa II
35%
40%
45%
Geldmarktfonds
55%
60%
65%
Indien het maximum of minimum van een van de onderliggende fondsen wordt overschreden, vindt er binnen een redelijke termijn een herschikking plaats, zodat deze weer binnen de bandbreedtes komen. Naast deze herschikking op basis van bandbreedtes is er een periodieke herschikking aan het begin van elk kalenderjaar.
Subfonds: Brons Metaal & Techniek
7
3.
MN Beleggingsfondsen De MN Beleggingsfondsen zijn besloten fondsen voor gemene rekening en zijn niet genoteerd op een gereglementeerde markt of andere markt in financiële instrumenten. De MN Beleggingsfondsen worden beheerd door Mn Services Fondsenbeheer B.V. die daartoe over een vergunning beschikt als bedoeld in artikel 2:65 Wft. Elk MN Beleggingsfonds heeft zijn eigen specifieke beleggingsbeleid. Het vermogen van elk MN Beleggingsfonds wordt ten behoeve van de participanten in dat MN Beleggingsfonds ten titel van beheer gehouden door een daarvoor opgerichte stichting. Mn Services Fondsenbeheer B.V voert het beheer over het betreffende MN Beleggingsfonds. De participaties in de MN Beleggingsfondsen zijn, behoudens inkoop door de MN Beleggingsfondsen, niet of slechts beperkt (tussen participanten onderling) overdraagbaar, een en ander afhankelijk van de fiscale status van het betreffende MN Beleggingsfonds. De participaties mogen niet worden verpand of bezwaard met enig ander beperkt recht van welke aard dan ook. Mn Services Fondsenbeheer B.V. is de Beheerder van de MN Beleggingsfondsen. Mn Services Fondsenbeheer B.V. kan de vermogensbeheerwerkzaamheden ook uitbesteden aan externe vermogensbeheerders. Het inhuren van een externe vermogensbeheerder door Mn Services Fondsenbeheer B.V., vindt alleen plaats wanneer deze externe vermogensbeheerder een wezenlijke toevoeging aan het product kan bieden. Pas na een zorgvuldig selectieproces, waarbij tevens de externe vermogensbeheerder wordt bezocht, vindt er inhuur plaats. De aan de externe vermogensbeheerder uitbestede vermogensbeheeractiviteit blijft de verantwoordelijkheid van Mn Services Fondsenbeheer B.V. De kosten verbonden aan het inhuren van een externe vermogensbeheerder zullen worden vergoed uit de door de beheerder van het MN Beleggingsfonds ontvangen beheervergoeding (zoals in dit Supplement vermeld).
8
MN Beleggingsfondsen
3.1.
Mn Services Obligatiefonds Europa II
De beheerder van het Mn Services Obligatiefonds Europa II is Mn Services Fondsenbeheer B.V. Stichting Mn Services Obligatiefonds Europa II is juridisch eigenaar van het belegd vermogen van Mn Services Obligatiefonds Europa II. Het Subfonds belegt (een deel van) zijn vermogen door te participeren in het Mn Services Obligatiefonds Europa II. Het hierna beschreven beleggingsbeleid is het beleid dat door het Mn Services Obligatiefonds Europa II wordt gehanteerd.
Beleggingsbeleid De beheerder heeft ervoor gekozen het beheer van de portefeuille geheel te delegeren aan één of meer externe vermogensbeheerders door deel te nemen in al dan niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen of samenwerkingsverbanden (partnerships) die gespecialiseerd zijn in de betreffende beleggingscategorie (“multi-management”).
Beleggingsstrategie en doelstellingen Het Mn Services Obligatiefonds Europa II heeft ten doel het collectief en voor rekening en risico van de participanten beleggen van het fondsvermogen in overeenstemming met de beleggingsrichtlijnen en doelstellingen die zijn opgenomen in het prospectus, met inachtneming van een door de Beheerder aanvaardbaar geacht risico en gericht op het behalen van een zo goed mogelijk resultaat. Bij de vervulling van haar taken en bevoegdheden zal de beheerder zich uitsluitend richten op de belangen van de participanten. Het Mn Services Obligatiefonds Europa II belegt indirect via een of meerdere beleggingsinstellingen voornamelijk in euro gedenomineerde investment grade staats- en bedrijfsobligaties, luidend in euro, met een creditrating groter of gelijk aan investment grade, toegekend door minimaal één van de gerenommeerde ratingbureaus. Als de kredietwaardigheid van een obligatie, welke in de portefeuille is opgenomen, wordt verlaagd mag deze in portefeuille blijven, totdat het mogelijk is deze positie te verkopen uit hoofde van efficiënt portefeuille onderhoud.
MN Beleggingsfondsen
9
De “benchmark” van het Mn Services Obligatiefonds Europa II is Barclays EuroAggregate Bond Index. De Barclays Capital Euro Aggregate Bond Index bevat posities in investment grade obligaties die luiden in euro die openbaar zijn uitgegeven op de binnenlandse markten van de Eurobond en Eurozone. Het Mn Services Obligatiefonds Europa II heeft ten tijde van opstellen van dit Prospectus het Credit Suisse Institutional Fund (CSIF) Bond Aggregate EUR Index fonds geselecteerd.
Beleggingsbeleid van het Credit Suisse Institutional Fund Bond Aggregate EUR Index fonds Het Credit Suisse Institutional Fund (CSIF) Bond Aggregate EUR Index fonds volgt de Barclays Global Aggregate Index EUR als referentie index. In sommige gevallen kan het in plaats van te beleggen in alle effecten in de index beleggen in een representatieve selectie van effecten van de referentieindex (geoptimaliseerd “sampling”) . Bij de selectie wordt gebruik gemaakt van een systeem dat rekening houdt met zowel kwantitatieve factoren als factoren die het rendement bepalen. De portefeuille kan worden beperkt tot een representatieve selectie van effecten van de referentie-index als gevolg van de beleggingsbeperkingen hieronder uiteengezet of als gevolg van andere wettelijke of statutaire beperkingen of om de kosten en uitgaven te beperken of vanwege de illiquiditeit van bepaalde effecten. Het Credit Suisse Institutional Fund (CSIF)Bond Aggregate EUR Index fonds: a) belegt in obligaties uitgedrukt in euro, evenals andere vaste of variabele rente schuld instrumenten en rechten van publieke, semi-publieke en private emittenten die zijn opgenomen in de benchmark; b) an tijdelijk beleggen in in euro luidende obligaties en andere vastrentende of niet-vastrentende schuldinstrumenten en rechten die niet zijn opgenomen in de benchmark, maar waar er een grote kans bestaat dat deze effecten zullen worden opgenomen in de Barclays Global Aggregate Index EUR op basis van de acceptatiecriteria; c) hanteert een duration die niet meer dan zes maanden kan verschillen van die van de benchmark; d) belegt in derivaten (met inbegrip van warrants) van de voornoemde beleggingen Beleggingen (inclusief derivaten op deze beleggingen) die uit de benchmark zijn verwijderd moeten worden verkocht binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de belangen van de beleggers. Echter, effecten die uit de benchmark zijn verwijderd, vanwege het feit dat ze een resterende looptijd van minder dan een jaar hebben hoeven niet te worden verkocht. Bovendien mag niet meer dan 5% van de activa van het Credit Suisse Institutional Fund (CSIF) Bond Aggregate EUR Index fonds worden belegd in futures: ∆∆ Op de genoemde benchmark ∆∆ Op de benchmarks van de afzonderlijke landen en regio's die worden weerspiegeld in de benchmark ∆∆ Op benchmarks die voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde markten als referentie-index van het compartiment
10
MN Beleggingsfondsen
Beleggingsrichtlijnen In het belang van de participanten belegt de beheerder volgens duidelijk gedefinieerde beleggingsrichtlijnen die betrekking hebben op de inrichting van het beleggingsproces voor wat betreft de selectie, het monitoren en de aan- en verkoop van financiële instrumenten. Indien de beheerder te eniger tijd mocht besluiten taken aan externe partijen uit te besteden, dan zullen deze externe partijen werken op basis van vooraf vastgestelde richtlijnen die niet ruimer zijn dan de richtlijnen van het Mn Services Obligatiefonds Europa II. De beheerder is verantwoordelijk voor een goede vastlegging van het proces en het onderhoud ervan. Ook heeft de beheerder criteria opgesteld ten aanzien van marktpartijen waarmee mag worden gehandeld.
Valutabeleid Het Mn Services Obligatiefonds Europa II voert een neutraal valutabeleid ten opzichte van de “benchmark” wat inhoudt dat alle beleggingen zullen luiden in euro.
Beleid inzake gebruik afgeleide instrumenten Mn Services Obligatiefonds Europa II zal zelf geen derivatentransacties verrichten. Voor zover het Mn Services Obligatiefonds Europa II belegt in andere beleggingsinstellingen, kunnen deze beleggingsinstellingen gebruik maken van derivatentransacties en hebben deze beleggingsinstellingen ook de mogelijkheid om gebruik te maken van afgeleide instrumenten die op OTCbasis worden verhandeld.
Kasbeleid Het Mn Services Obligatiefonds Europa II is in principe vol belegd; het aanhouden van kastegoeden of het aangaan van leningen is slechts toegestaan tot maximaal 10% van het beheerde vermogen. Uitzonderingen daarop vormen de tijdelijke kasposities die worden aangehouden met betrekking tot de in- en uitstroom van gelden als gevolg van de in- en verkoop van participaties en eventuele kasposities die worden aangehouden door onderliggende beleggingsstellingen.
Beleggen in andere beleggingsinstellingen Het Mn Services Obligatiefonds Europa II zal - met inachtneming van de hiervoor genoemde beleggingsrestricties - in andere beleggingsinstellingen beleggen (‘fund of funds’ beleggingen). In de jaarverslaggeving van het Mn Services Obligatiefonds Europa II zal informatie over die onderliggende beleggingsinstellingen worden opgenomen conform de alsdan geldende wet- en regelgeving.
Vestigingsplaats van onderliggende beleggingsinstellingen De beleggingsinstelling waarin Mn Services Obligatiefonds Europa II ten tijde van opstellen van het prospectus belegt heeft als vestigingsplaats Zwitserland. Mocht Mn Services Obligatiefonds Europa II op enig moment een allocatie doen naar een beleggingsinstelling met een andere vestigingsplaats, dan zal de Beheerder het Prospectus als zodanig aanpassen, zonder voorafgaande mededeling aan de Participatiehouders.
MN Beleggingsfondsen
11
3.2
Mn Services Geldmarktfonds
De beheerder van het Mn Services Geldmarktfonds is Mn Services Fondsenbeheer B.V. Stichting Mn Services Geldmarktfonds is juridisch eigenaar van het vermogen van Mn Services Geldmarktfonds. Het Subfonds belegt (een deel van) zijn vermogen door te participeren in het Mn Services Geldmarktfonds. Het hierna beschreven beleggingsbeleid is het beleid dat door het Mn Services Geldmarktfonds wordt gehanteerd.
Beleggingsbeleid De beheerder kan het beheer van de portefeuille geheel of gedeeltelijk delegeren aan één of meer externe vermogensbeheerders, hetzij door de benoeming van hen als manager van (een gedeelte van) de portefeuille of door deel te nemen in al dan niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen of samenwerkingsverbanden (partnerships) die gespecialiseerd zijn in de betreffende beleggingscategorie (“multi-management”). Als onderdeel van het multi-management proces kan de beheerder er ook voor kiezen zelf de gehele of een deel van de portefeuille te beheren. Voor het Mn Services Geldmarktfonds heeft de beheerder er voor gekozen zelf een deel van de portefeuille te beheren en een deel te delegeren aan één of meer externe vermogensbeheerders.
Beleggingsstrategie en doelstellingen Het Mn Services Geldmarktfonds heeft ten doel het collectief en voor rekening en risico van de participanten beleggen van het fondsvermogen in overeenstemming met de beleggingsrichtlijnen en doelstellingen die zijn opgenomen in het prospectus, met inachtneming van een door de beheerder aanvaardbaar geacht risico en gericht op het behalen van een zo goed mogelijk resultaat. Bij de vervulling van haar taken en bevoegdheden zal de beheerder zich uitsluitend richten op de belangen van de participanten. Het Mn Services Geldmarktfonds belegt direct en/of indirect via beleggingsinstelling(en) voornamelijk in geldmarktinstrumenten die luiden in euro’s. De portefeuille bestaat hoofdzakelijk uit deposito’s. De “benchmark” van het Mn Services Geldmarktfonds is op de publicatiedatum van het prospectus het 1-maands Euribor rentetarief. De portefeuille dient hoofdzakelijk (meer dan 50%) te bestaan uit deposito’s en geldmarktfondsen. Het Mn Services Geldmarktfonds mag tot op zekere hoogte ook beleggen in andere financiële instrumenten en kasgelden. De visie op de korte rente (in beginsel < 1 jaar) vormt een belangrijke basis voor zowel de looptijden- als de instrumentenselectie. Het Mn Services Geldmarktfonds heeft als richtlijn louter met instellingen te handelen die een credit rating van minimaal “BBB1 long term issuer rating” of vergelijkbaar hebben van tenminste één van de gerenommeerde rating agencies. Als de kredietwaardigheid van een instelling waarmee is gehandeld wordt verlaagd, mag deze in portefeuille blijven totdat het mogelijk is deze positie te verkopen.
12
MN Beleggingsfondsen
Beleggingsrichtlijnen In het belang van de participanten belegt de beheerder volgens duidelijk gedefinieerde beleggingsrichtlijnen die betrekking hebben op de inrichting van het beleggingsproces voor wat betreft de selectie, het monitoren en de aan- en verkoop van financiële instrumenten. Indien de beheerder te eniger tijd mocht besluiten taken aan externe partijen uit te besteden, dan zullen deze externe partijen werken op basis van vooraf vastgestelde richtlijnen die niet ruimer zijn dan de richtlijnen van het Mn Services Geldmarktfonds. De beheerder is verantwoordelijk voor een goede vastlegging van het proces en het onderhoud ervan. Ook heeft de beheerder criteria opgesteld ten aanzien van marktpartijen waarmee mag worden gehandeld.
Valutabeleid Het Mn Services Geldmarktfonds voert een neutraal valutabeleid ten opzichte van de Benchmark, wat inhoudt dat alle beleggingen zullen luiden in euro.
Beleid inzake gebruik afgeleide instrumenten De beheerder heeft de mogelijkheid om ten behoeve van het Mn Services Geldmarktfonds derivatentransacties te verrichten ter afdekking van risico’s in de portefeuille (‘hedging’), alsmede voor efficiënt portefeuillebeheer. Ten aanzien van afgeleide instrumenten heeft de beheerder de mogelijkheid om gebruik te maken van afgeleide instrumenten die op ‘Over the Counter’ (OTC)-basis worden verhandeld. Dat houdt in dat de aan- en verkoop van deze instrumenten tot stand komt zonder tussenkomst van een centrale gereguleerde marktplaats, maar onderdeel is van een afspraak tussen de betrokken marktpartijen. Voor zover het Mn Services Geldmarktfonds belegt in andere beleggingsinstellingen, kunnen deze beleggingsinstellingen gebruik maken van derivatentransacties en hebben deze beleggingsinstellingen ook de mogelijkheid om gebruik te maken van afgeleide instrumenten die op OTCbasis worden verhandeld.
Kasbeleid Het Mn Services Geldmarktfonds is in beginsel vol belegd; het aanhouden van kastegoeden of het aangaan van leningen is slechts toegestaan tot maximaal 10% van het beheerde vermogen. Uitzonderingen daarop vormen de tijdelijke kasposities die worden aangehouden met betrekking tot de in- en uitstroom van gelden als gevolg van de in- en verkoop van participaties, kasposities om de hefboomwerking te neutraliseren die anders zou voortvloeien uit posities in derivaten en eventuele kasposities die worden aangehouden door onderliggende beleggingsstellingen.
Beleggen in andere beleggingsinstellingen Het Mn Services Geldmarktfonds zal - met inachtneming van de hiervoor genoemde beleggingsrestricties – deels of geheel in andere beleggingsinstellingen beleggen (‘fund of funds’ beleggingen). In de jaarverslaggeving van het Mn Services Geldmarktfonds zal informatie over die onderliggende beleggingsinstellingen worden opgenomen conform de alsdan geldende wet- en regelgeving.
Algemene informatie
13
Vestigingsplaats van onderliggende beleggingsinstellingen De beleggingsinstellingen waarin het Mn Services Geldmarktfonds per de datum van dit prospectus belegt hebben als vestigingsplaats Ierland. Mocht Mn Services Geldmarktfonds op enig moment een allocatie doen naar een beleggingsinstelling met een andere vestigingsplaats, dan zal de beheerder het prospectus als zodanig aanpassen, zonder voorafgaande mededeling aan de participanten.
Afgeleide instrumenten Op niveau van het Subfonds wordt geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten. De onderliggende beleggingsinstelling(en) kunnen gebruik maken van afgeleide instrumenten, zoals opties, futures en swaps. Indien er in de toekomst andere instrumenten in de financiële markten beschikbaar komen die voor de onderliggende beleggingsinstelling(en) geschikt worden geacht voor het realiseren van haar doelstelling of beleggingsbeleid, dan kan de onderliggende beleggingsinstelling(en) ook dergelijke technieken, instrumenten en/of structuren gebruiken. Afgeleide instrumenten, technieken of structuren kunnen tevens worden toegepast ter afdekking van financiële risico’s (hedging) als voor efficiënt portefeuillebeheer.
Securities Lending Op niveau van het Subfonds vindt geen securities lending plaats.
Op niveau onderliggende fondsen: Mn Services Obligatiefonds Europa II Op het niveau van het Mn Services Obligatiefonds Europa II vindt geen securities lending plaats. In de beleggingsinstelling(en) waarin Mn Services Obligatiefonds Europa II kan beleggen, kan wel securities lending plaatsvinden. Mn Services Geldmarktfonds Op het niveau van het Mn Services Geldmarktfonds vindt geen securities lending plaats. In de beleggingsinstelling(en) waarin Mn Services Geldmarktfonds kan beleggen, kan wel securities lending plaatsvinden.
14
MN Beleggingsfondsen
4.
Risicoprofiel Aan het beleggen in het Subfonds zijn financiële kansen, maar ook financiële risico’s verbonden. De waarde van beleggingen van het Subfonds kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst. Het Subfonds is niet bevoegd als debiteur leningen aan te gaan. Sommige MN Beleggingsfondsen kunnen wel als debiteur geldleningen aangaan. Ten opzichte van beleggingsinstellingen die niet met geleend geld beleggen betekent dit een groter risico. Er kunnen op deze wijze hogere rendementen worden behaald, maar er kan ook een groter verlies worden geleden op de inlegde gelden. De waardeontwikkeling van het Subfonds is afhankelijk van de ontwikkelingen op de Europese kapitaal- en effectenmarkten. Dit betekent dat voor het vermogen belegd in het Mn Services Obligatiefonds Europa II en het Mn Services Geldmarktfonds de mogelijkheid bestaat dat de belegging weinig rendement of zelfs een negatief rendement zal opleveren over de inlegperiode. Door de relatief lange beleggingshorizon wordt dit risico enigszins verminderd, maar niet weggenomen. Het beleggen in aandelen dan wel obligaties in een vreemde valuta brengt een valutarisico met zich mee. Hieronder volgt, in volgorde van relevantie voor zover dit naar de opinie van de Beheerder mogelijk is, een beschrijving van de aan het Subfonds verbonden risico’s.
Rendementsrisico Het Fonds zal beleggingen doen op basis van door de Beheerder op te stellen berekeningen en projecties. Deelnemers hebben geen zekerheid dat deze berekeningen en projecties daadwerkelijk zullen resulteren in de door het Fonds beoogde rendementen. Het rendementsrisico kan tevens variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op grond van het beleggingsbeleid, alsmede het bestaan of ontbreken van, dan wel de beperkingen op eventuele waarborgen van derden.
Risicoprofiel
15
Kredietrisico Obligaties, waar het Subfonds of één van de onderliggende fondsen in kan beleggen, zijn onderheving aan kredietrisico. Het kan niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Liquiditeitsrisico De waardering en de hoogte van feitelijke aan- en verkoopkoersen van financiële instrumenten waarin het Subfonds belegt is mede afhankelijk van de liquiditeit van de betreffende financiële instrumenten. Vanwege een (tijdelijk) gebrek aan liquiditeit in de markt in het kader van vraag en aanbod bestaat er een risico dat een ten behoeve van het Subfonds ingenomen positie (1) gewaardeerd zal worden tegen een verouderde koers en (2) niet (tijdig) tegen een redelijke prijs kan worden verkocht. In potentie kan het gebrek aan liquiditeit leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van participaties.
Risico verlies status van Fiscale beleggingsinstelling Omstandigheden kunnen ertoe leiden dat het Fonds niet meer voldoet aan de FBI-criteria, waardoor het Fonds (tegen het gewone tarief) vennootschapsbelasting verschuldigd wordt. Inflatie- en wisselkoersrisico De ontwikkelingen van de beleggingen is, behalve van de marktomstandigheden, ook afhankelijk van de inflatie en wisselkoersschommelingen. Dit laatste betreft dan vooral effecten die niet in euro zijn genoteerd. Door diversificatie en het gebruik van valuta-instrumenten als termijncontracten en 'swaps' kan dit risico (deels) worden afgedekt.
Risico van onderliggende MN Beleggingsfondsen De Deelnemers verkrijgen geen rechtstreeks economisch of juridisch eigendomsrecht noch enig stemrecht in de betreffende MN Beleggingsfondsen. Het Fonds en de Deelnemers zullen geen enkele invloed hebben op het beheer over de MN Beleggingsfondsen en zijn daarmee geheel afhankelijk van de beleggingen van de MN Beleggingsfondsen en de wijze waarop deze door de betreffende beheerder beheerd worden. Enkele MN Beleggingsfondsen kunnen leningen aangaan, waardoor er een groter risico ontstaat dat deze fondsen hun waarde verliezen, wat zal kunnen leiden tot grotere verliezen voor het Fonds.
Risico beleggen in andere beleggingsinstellingen Bij het beleggen in andere beleggingsinstellingen wordt het Subfonds mede afhankelijk van de kwaliteit van dienstverlening en het risicoprofiel van de beleggingsinstellingen waarin zij belegt. Dit risico wordt beperkt door een zorgvuldige selectie en monitoring van de beleggingsinstellingen waarin het Fonds zal beleggen.
16
Risicoprofiel
Bewaarnemingrisico Het risico bestaat dat de in bewaring gegeven activa door insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder van de activa verloren gaan. De Bewaarder is jegens de Stichting of de Participatiehouders aansprakelijk voor het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument door de Bewaarder of door een derde aan wie de bewaarneming is overgedragen. De Bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. De Bewaarder is jegens de Stichting of de Participatiehouders eveneens aansprakelijk voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de Bewaarder zijn verplichtingen uit hoofde van deze Depositary Services Agreement met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt. Participatiehouders kunnen de aansprakelijkheid van de Bewaarder indirect inroepen door middel van de Beheerder. Indien de Beheerder niet aan een dergelijk verzoek wil mee werken zijn de Participatiehouders bevoegd om de schadeclaim rechtstreeks bij de Bewaarder in te dienen.
Afwikkelingsrisico Het Fonds belegt (indirect) in effecten. Het risico bestaat dat de afwikkeling van een effectentransactie niet verloopt zoals het hoort, waardoor de levering en betaling niet juist en niet tijdig plaatsvindt, met alle nadelige consequenties van dien.
Concentratierisico Het Fonds zal een goede spreiding van de beleggingsportefeuille aanhouden, waardoor het risico verband houdend met een sterke concentratie van beleggingen in bepaalde beleggingscategorieën, markten of sectoren wordt beperkt.
Faillissementsrisico Ingevolge de Levensloopregeling vinden betalingen aan en door Stichting Mn Services Levensloop ten behoeve van een Deelnemer aan het Fonds plaats via de inhoudingsplichtige van die Deelnemer (in beginsel de werkgever van die werknemer). In geval van faillissement van de inhoudingsplichtige kan een bedrag bestemd voor het Fonds of betaald door het Fonds aan de inhoudingsplichtige ten behoeve van een Deelnemer, in de faillissementsboedel van de inhoudingsplichtige vallen. Indien een levenslooptegoed door het UWV of een rechter niet als loon wordt beschouwd en derhalve niet wordt betaald door het UWV in geval van faillissement van een inhoudingsplichtige, kan een Deelnemer hierdoor benadeeld worden. Ook indien een inhoudingsplichtige haar medewerking onthoudt of anderszins nalatig is, kan een Deelnemer hierdoor benadeeld worden. Het Fonds is niet aansprakelijk jegens de Deelnemer of andere partijen voor eventuele schade in dergelijke gevallen.
Risicoprofiel
17
Politiek risico/regelgeving Een factor waarmee vooraf geen rekening gehouden kan worden is de politiek. De locale wetgeving en de wettelijk bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld de Levensloopregeling en fiscaliteit kunnen van invloed zijn op de rentabiliteit van de beleggingen. Het is mogelijk dat wijzigingen op het gebied van dergelijke regelgeving het rendement beïnvloeden.
Risico van in- en uitlenen van effecten Het in- en uitlenen van effecten vindt niet plaats op niveau van het Subfonds en de onderliggende MN Beleggingsfondsen, maar deze kunnen wel beleggen in beleggingsfondsen die wel aan in- en uitlenen van effecten doen. Bij uitleentransacties van effecten loopt een beleggingsfonds het risico dat de inlener niet aan zijn verplichting kan voldoen tot (tijdige) teruglevering van de ingeleende effecten of tot verstrekking van gevraagde zekerheden. Het uitleenbeleid van deze beleggingsfondsen is erop gericht om deze risico’s zoveel mogelijk te beheersen.
18
Risicoprofiel
5.
Rendement Voor actuele informatie over het behaalde rendement van het Subfonds wordt verwezen naar het jaarverslag van het Subfonds en de website van de Beheerder (www.mn.nl/mnfondsenbeheer). Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekening van het Fonds over het laatste boekjaar met bijbehoren/de controleverklaring en het laatste halfjaarbericht, is gepubliceerd op de website van de Beheerder (www.mn.nl/ mnfondsenbeheer) en zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij de Beheerder voor Deelnemers die daarover niet reeds beschikken.
Rendement
19
6.
Kosten Voor een overzicht van alle daadwerkelijk gemaakte kosten wordt verwezen naar het jaarverslag. De weergave van kosten zoals vermeld in het jaarverslag van het afgelopen boekjaar biedt geen garantie dat die kosten in volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn. Deze kosten kunnen veelal niet door de Beheerder worden beïnvloed en daar waar deze wel door de Beheerder kunnen worden beïnvloed, kan zij in het belang van de Participanten en Deelnemers besluiten nemen die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en in het halfjaarbericht van het Fonds zullen de gemaakte kosten worden verantwoord. De totale kosten, exclusief de kosten van effectentransacties, komen tot uiting in een Lopende kostenfactor voor het Subfonds. Over het boekjaar 2013 bedroeg deze 2,04%.
6.1. Beheerkosten van het Subfonds De beheervergoeding van het Subfonds is een percentage van het gemiddeld beheerde vermogen op jaarbasis en bedraagt 0,50%. De beheervergoeding is vrijgesteld van omzetbelasting. Deze kosten worden direct in rekening gebracht van het Subfonds en komen ten laste van het vermogen. Er wordt geen performance fee betaald aan de Beheerder. De Beheerder zal geen (transactie-)kosten in rekening brengen ter zake van een aankoop of inkoop van een participatie in het Subfonds.
6.2
Algemene kosten van het Subfonds
Kosten die specifiek zijn toe te rekenen aan het Subfonds zijn, naast de beheervergoeding: ∆∆ Beheervergoeding en overige kosten van de geselecteerde externe vermogensbeheerders/beleggingsinstellingen ∆∆ Kosten van de (sub)custodian ∆∆ Kosten in verband met de Stichting, Kosten van het Fonds die niet specifiek zijn toe te rekenen aan een Subfonds worden ten laste gebracht van alle Subfondsen waarvan Participaties uitstaan naar rato van de intrinsieke waarde van de Subfondsen per de Waarderingsdag van de maand waarin de kosten zijn gemaakt.
20
Kosten
Onder kosten van het Fonds die niet specifiek zijn toe te rekenen aan een Subfonds zijn mede begrepen: ∆∆ Kosten van de (externe) accountant ∆∆ Kosten van het toezicht door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten ∆∆ Kosten verband houdende met het doen van mededelingen ∆∆ Kosten van externe juridisch en fiscale adviseurs ∆∆ Kosten van vertalingen ∆∆ Kosten in verband met het voeren van gerechtelijke procedures In totaliteit bedroegen de kosten die naast de beheervergoeding van het Subfonds ten laste van het Subfonds zijn gebracht, gebaseerd op de gegevens van het boekjaar 2013, 1,54%. Overzicht van de verwachte maximale kosten die ten laste van het Subfonds komen voor 2014:
Kostenpost
Kosten
Beheervergoeding Subfonds
0,50%
Kosten van de (sub)custodian Sub(fonds)
Max EUR 1.000,-
Kosten van de externe accountant
Max EUR 7.500,- (ex BTW)
Kosten van externe juridische en fiscale adviseurs
Max EUR 10.000,-
Vertalingen
Max EUR 1.000,-
Het doen van mededelingen
Max EUR 1.000,-
Kosten en vergoedingen MN Beleggingsfondsen
(zie hieronder)
6.3 Kosten MN Beleggingsfondsen In de onderliggende MN Beleggingsfondsen waarin het Subfonds belegt, wordt een beheervergoeding ten laste van de intrinsieke waarde van een participatie ingehouden die gegeven de beleggingsmix op gemiddeld 0,3475% uitkomt (zie hieronder). Van deze beheervergoeding wordt maandelijks (één/twaalfde) ten laste van de intrinsieke waarde van de participaties van de MN Beleggingsfondsen ingehouden en uitgekeerd aan Mn Services Fondsenbeheer B.V.
MN Beleggingsfonds
Beheervergoeding(op jaarbasis)
Obligatiefonds Europa II
0,35%
Geldmarktfonds
0,20%
Gemiddeld voor het Subfonds (40%, 60%)
0,26%
Kosten
21
Afhankelijk van de eerder vermelde bandbreedte kan de beheervergoeding, die indirect ten laste van de intrinsieke waarde van de participaties van het Subfonds wordt gebracht, fluctueren tussen 0,035% en 0,045%. Deze kosten zijn inclusief de beheervergoedingen die samenhangen met de eventueel door de MN Beleggingsfondsen ingeschakelde externe vermogensbeheerders en beleggingen in beleggingsinstellingen. Indien en voor zover de MN Beleggingsfondsen beleggen in andere beleggingsinstellingen, komen de kosten die binnen deze beleggingsinstellingen in rekening worden gebracht, met uitzondering van de beheervergoeding, indirect ten laste van de MN Beleggingsfondsen. Transactie- en custody kosten (samen 0,016% op basis van het huidige kostenniveau) en overige kosten die rechtstreeks samenhangen met het feitelijke beheer van de portefeuille (omstreeks 0,01% op basis van het huidige kostenniveau) worden ten laste gebracht van de intrinsieke waarde van de participaties van de onderliggende MN Beleggingsfondsen. Op het niveau van de MN Beleggingsfondsen zullen kosten gebaseerd op de transactiekosten binnen een bepaalde bandbreedte (spread) in rekening worden gebracht indien effecten dienen te worden aangekocht of verkocht in verband met de uitgifte of inkoop van participaties in de MN Beleggingsfondsen. Deze kosten worden ten laste van de intrinsieke waarde van de participaties van de MN Beleggingsfondsen gebracht. De hoogte van de kosten verschilt per MN Beleggingsfonds:
MN Beleggingsfonds
Aan- en verkoopkosten
Obligatiefonds Europa II
0,20%/0,00%
Geldmarktfonds
0,00%/0,00%
Aan-/verkoop het Subfonds (40%, 60%)
0,08%/0,00%
Dit zijn de transactiekosten op het niveau van de onderliggende MN Beleggingsfondsen en deze kosten zijn nadrukkelijk geen vergoeding aan de beheerder van de MN Beleggingsfondsen. De kosten worden gemaakt om ervoor zorg te dragen dat bestaande deelnemers in de MN Beleggingsfondsen geen financieel nadeel ondervinden van toe- of uittredende deelnemers. De hoogte van de kosten zal jaarlijks opnieuw worden vastgesteld door Mn Services Fondsenbeheer B.V. Eventuele uitgifte-, inkoop- en omwisselingtransacties binnen het Subfonds zullen door de Beheerder gesaldeerd worden ten behoeve van de transacties in de MN Beleggingsfondsen. De transactiekosten zullen indirect ten laste van het Subfonds worden gebracht.
22
Kosten
Niet te specificeren kosten: ∆∆ Kosten van het toezicht door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, aangezien deze achteraf in rekening worden gebracht door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten ∆∆ Kosten inzake gerechtelijke procedures, aangezien deze niet voorzien zijn. Bovengenoemde kosten kunnen afwijken, over de daadwerkelijk gerealiseerde kosten zal worden gerapporteerd in het jaarverslag van het Fonds.
Herbelegging van dividend Stichting Mn Services Levensloop zal ontvangen dividend niet uitkeren aan de Deelnemers, maar in beginsel herbeleggen tegen de waarde zoals vastgesteld per de eerstvolgende Waarderingsdag. Op het niveau van MN Beleggingsfondsen zal ten laste van de intrinsieke waarde van de participaties in de MN Beleggingsfondsen een opslag in rekening worden gebracht ter dekking van de transactiekosten ter gelegenheid van de aankoop of verkoop van effecten door de MN Beleggingsfondsen.
Kosten
23
7.
Informatie over het Subfonds Maandelijks wordt een actueel overzicht met betrekking tot het Subfonds gepubliceerd op de website van de Beheerder met onder meer de meest recent berekende intrinsieke waarde, rendementscijfers, portefeuilleverdelingen en de grootste beleggingen binnen het Subfonds.
24
Informatie over het subfonds
8.
Mededeling Beheerder Uitsluitend de Beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens zoals opgenomen het Prospectus en dit Supplement. Het Prospectus en dit Supplement voldoen, voor zover van toepassing, aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. Den Haag, 22 juli 2014, Mn Services Fondsenbeheer B.V.
Mededeling Beheerder
25
MN P.O. Box 30025 2500 ga Den Haag Prinses Beatrixlaan 15 2595 ak Den Haag The Netherlands t +31 (0)70 316 01 60 f +31 (0)70 316 04 75 www.mn.nl 26
MN 60 Cannon Street London EC4N 6NP United Kingdom T +44 (0)20 7002 1422 F +44 (0)20 7002 1165 www.mn-services.co.uk VB0215 06.14