Mini-Update. Cijfers over pensioen 2012
Mini-Update op uw mobiel? Ga naar:
m.zwitserleven.nl/miniupdate © Zwitserleven 2012
1
Inhoudsopgave
Bij de samenstelling van deze Mini-Update is de uiterste zorgvuldigheid betracht. De juistheid en volledigheid van de opgenomen informatie kunnen echter niet worden gegarandeerd. Zwitserleven aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het directe gevolg is van handelingen of beslissingen die gebaseerd zijn op de inhoud van deze Mini-Update.
2
© Zwitserleven 2012
Cijfers over Nederland Populatie / Levensverwachting / Inkomen Jan Modaal Levensverwachting ( jaren) van persoon die 65 jaar is op 31.12 van het betreffende jaar Consumentenprijsindexcijfers / CAO loonindex
4 4 4 5
Belastingen en sociale cijfers Bedragen heffingskortingen Box 1 Arbeidskorting Tarieven Box 1 Erfbelasting en Schenkbelasting Sociale cijfers per 1 januari 2012 Premiepercentage Volksverzekeringen 2012 / Sociale premies Maxima sociale verz./minimumloon / AOW bruto per jaar / Anw bruto per jaar
6 6 7 7 8 9 9 9
OVERHEIDSVOORZIENINGEN Eerste pijler: AOW, Anw en WGA Stroomschema AOW Stroomschema Anw Stroomschema WGA
10 11 11 12 13
Tweede pijler: Aanvullend pensioen Soorten pensioen Soorten pensioenregelingen Checklist adviestraject tweedepijler pensioenproduct Fiscale cijfers voor pensioen Franchises Opbouwpercentages ouderdomspensioen Opbouwpercentages ouderdomspensioen + 70% nabestaandenpensioen T- en U-rendement en wettelijke rente Ministeriële staffels Ministeriële staffels zonder kostenopslag Netto staffels voor Zwitserleven Exclusief Pensioen Waardeoverdracht Rekenrente bij wettelijke waardeoverdracht / Waardeoverdracht naar het buitenland Stappenplan waardeoverdracht Checklist waardeoverdracht
14 14 15 16 18 18 18 18 18 19 20 21 22 22 23 25
Derde Pijler: De vrijwillige individuele voorzieningen Overzicht verschillen lijfrente-regimes Lijfrentepremieaftrek Jaarruimte / Reserveringsruimte / Oudedagsreserve / Stakende ondernemers Factor A Vitaliteitsregeling DGA: Eigen beheer versus verzekeren KOERSEN Beleggingsindices Zwitserleven Beleggingsfondsen
26 26 27 27 28 28 29
Websites Belangrijke Zwitserleven gegevens
34 35 © Zwitserleven 2012
31 31 32
3
Cijfers over Nederland
Levensverwachting (in jaren)
populatie
16,655 miljoen
Leeftijdsopbouw
Percentage
Geboortejaar
Man
Vrouw
0 - 19 jaar
23,5%
1950
70,3
72,6
20 - 64 jaar
60,9%
1955
70,9
74,1
≥ 65 jaar
15,6%
1960
71,4
75,3
1965
71,1
76,1
1970
70,8
76,5
1975
71,4
77,7
1980
72,5
79,2
1985
73,1
79,7
van persoon die 65 jaar is op 31 december van het betreffende jaar
1990
73,8
80,1
1995
74,6
80,4
Jaar
Man
Vrouw
2000
75,5
80,6
1981
14,33
18,86
2004
76,9
81,4
1991
14,89
19,39
2005
77,2
81,6
2001
15,90
19,72
2006
77,6
81,9
2007
17,37
20,88
2007
78,0
82,3
2008
17,64
20,88
2008
78,3
82,3
2009
17,79
21,18
2009
78,5
82,6
2010
17,95
21,19
2010
78,8
82,7
Bron: CBS (cijfers 2011)
Levensverwachting (in jaren)
Bron: CBS (cijfers 2011)
Bron: CBS (cijfers 2011)
Inkomen Jan Modaal
Gemiddeld per jaar
Stijging per jaar
Jaar
Gemiddeld per jaar
2006
100
1,2%
2006
115,8
2,1%
2007
101,6
1,6%
2007
118,1
2,0%
2008
104,1
2,5%
2008
122,2
3,5%
2009
105,4
1,2%
2009
125,5
2,7%
€ 2.546,-
2010
106,7
1,3%
2010
127,3
1,1%
€ 2.546,-
2011*
109,2
2,3%
2011*
128,6
1,3%
Jaarsalaris
Maandsalaris
2007
€ 30.000,-
€ 2.315,-
2008
€ 31.500,-
€ 2.431,-
2009
€ 32.500,-
€ 2.508,-
2010
€ 32.500,-
€ 2.508,-
2011
€ 33.000,-
2012
€ 33.000,-
© Zwitserleven 2012
cao index incl. bijzONDERE beloning (2000 = 100)
Jaar
Jaar
Bron: CBS (cijfers 2012)
4
Consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens (2006 = 100)
* voorlopig cijfer
(Bron: CBS)
* voorlopig cijfer
Stijging per jaar
(Bron: CBS)
© Zwitserleven 2012
5
Belastingen en sociale cijfers
ARBEIDSKORTING
Belastingen 2012
De arbeidskorting is van toepassing op de belastingplichtige die met tegenwoordige arbeid inkomen geniet uit: - winst uit onderneming - loon - resultaat uit overige werkzaamheden
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning Inkomstenbronnen: Aftrekposten: - winst uit onderneming - uitgaven voor inkomensvoorzieningen - inkomsten uit arbeid (loon) - persoonsgebonden aftrek - resultaat uit overige werkzaamheden - geen of geringe eigen woningschuld - periodieke uitkeringen en verstrekkingen - inkomsten uit eigen woning - negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen - negatieve persoonsgebonden aftrekposten
Bedragen heffingskortingen Box 1 < 65 jaar 1
Algemene heffingskorting
2
De verhoging van de arbeidskorting voor personen vanaf 57 jaar is vervallen per 01-01-2012. Voor een compleet overzicht zie het schema op pag. 7
€ 2.033,-
€ 934,-
3
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
€ 2.133,-
€ 980,-
Alleenstaande-ouderkorting
€ 947,-
€ 435,-
5
Aanvullende alleenstaande-ouderkorting
€ 1.319,-
€ 606,-
6
Jonggehandicapte korting
€ 708,-
n.v.t.
7
Ouderenkorting
n.v.t.
€ 762,-
8
Alleenstaande-ouderenkorting
n.v.t.
€ 429,-
9
Doorwerkbonus - 62 jaar (1,5%) - 63 jaar (6%) - 64 jaar (8,5%) - 65 jaar (2%) - 66 jaar (2%) - 67 e.v. jaar (1%)
€ 958,€ 958,€ 479,0,7%
11
Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname)
€
12
Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur)
€
© Zwitserleven 2012
0,7%
205,4,18
1,733% van de arbeids kortingsgrondslag
0,795% van de arbeids kortingsgrondslag
€ 9.295,-
€ 21.065,-
€ 161,- plus 12,320% van de arbeidskortingsgrondslag
€ 74,- plus 5,657% van de arbeidskortingsgrondslag
€ 21.065,-
€ 45.178,-
€ 1.611,- vast bedrag
€ 740,- vast bedrag
€ 45.178,-
€ 51.490,-
€ 1.611,- minus 1,25% van de arbeidskortingsgrondslag € 1.533,- minimum
€ 740,- minus 0,574% van de arbeidskortingsgrondslag € 704,- minimum
€ 51.490,-
-
€ 1.533,- maximum
€ 704,- maximum
Tarieven Box 1 Leeftijd
> 65 jaar maar geboren vanaf 01-01-1946
n.v.t. n.v.t.
> 65 jaar Geboren op of na 01-01-1946
€ 9.295,-
< 65 jaar
Korting maatschappelijke beleggingen, directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen*
< 65 jaar Geboren vóór 01-01-1946
-
€ 719,€ 2.873,€ 4.070,-
10
6
Arbeidskortingsgrondslag Van Tot
> 65 jaar
4
* van vrijstelling in Box 3
Vanaf 2009 is de arbeidskorting meer inkomensafhankelijk. Het gezamenlijke inkomensbedrag vormt de arbeidskortingsgrondslag. De verhoging van de arbeidskorting voor personen vanaf 57 jaar komt te vervallen per 01-01-2012.
> 65 jaar maar geboren vóór 01-01-1946
Belastbaar inkomen meer dan
Doch niet meer dan
premie Belasting Tarief Volksverzetarief kering
Totaal tarief
Heffing over totaal van de schijven
-
€ 18.945,-
1,95%
31,15%
33,10%
€ 6.270,-
€ 18.945,-
€ 33.863,-
10,80%
31,15%
41,95%
€ 12.528,-
€ 33.863,-
€ 56.491,-
42,00%
42,00%
€ 22.031,-
€ 56.491,-
-
52,00%
52,00%
-
€ 18.945,-
1,95%
13,25%
15,20%
€ 2.879,-
€ 18.945,-
€ 33.863,-
10,80%
13,25%
24,05%
€ 6.466,-
€ 33.863,-
€ 56.491,-
42,00%
42,00%
€ 15.969,-
€ 56.491,-
-
52,00%
52,00%
-
€ 18.945,-
1,95%
13,25%
15,20%
€ 2.879,-
€ 18.945,-
€ 34.055,-
10,80%
13,25%
24,05%
€ 6.512,-
€ 34.055,-
€ 56.491,-
42,00%
42,00%
€ 15.935,-
€ 56.491,-
-
52,00%
52,00%
© Zwitserleven 2012
7
Erfbelasting en Schenkbelasting
SOCIALE CIJFERS per 1 januari 2012 Premiepercentage Volksverzekeringen 2012 (over inkomen tot € 33.863,-) Volksverzekering (Werknemer) Percentage
Vrijstellingen voor erfbelasting Als u een erfenis krijgt, is de kans groot dat u erfbelasting moet betalen. Maar alleen als het bedrag van de erfenis hoger is dan uw vrijstelling.
AOW (werknemer)
17,90%
Bent u
Dan is uw vrijstelling
Anw (werknemer)
Gehuwd / geregistreerd partner / ongehuwd samenwonend
€ 603.600,-
AWBZ (werknemer)
12,15%
Kind met bepaalde ziekte of handicap
€ 57.342,-
Totaal
31,15%
(Pleeg-)Kind
€ 19.114,-
Kleinkind
€ 19.114,-
Ouder
€ 45.270,-
Overige verkrijger (zoals broer of zus)
€
2.012,-
Dan is uw vrijstelling
(Pleeg-)Kind
€ 5.030,-
Sociale premies werkgever
Percentage
WAO/WIA basispremie (Aof )
5,05%
Uniforme WAO-premie (Aok) WGA rekenpremie
Vrijstellingen voor schenkbelasting Als u een schenking krijgt, is de kans groot dat u schenkbelasting moet betalen. Maar alleen als het bedrag van de schenking hoger is dan uw vrijstelling. Bent u
1,10%
0% 0,55%
ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgever
7,10%
ZVW werknemer zonder werkgever
5,00%
Kinderopvang
0,50%
(Aangetrouwd) Kind tussen 18 en 35 jaar Eenmalig
€ 24.144,-
Maxima sociale verzekeringen / minimumloon
Eenmalig bij aankoop of verbouwing huis / eigenwoningschuld / dure studie
€ 50.300,-
Grens inkomensafhankelijke bijdrage ZVW
€ 50.064,- per jaar
Inkomensplafond uitkering WIA/WAO
€ 50.064,-
Als eenmalige storting voor 2010 al gedaan is: Eenmalig bij aankoop of verbouwing huis / eigenwoningschuld
€ 26.156,-
Maximale uitkering WIA/WAO (75%)
€ 37.549,-
Inkomensplafond premieheffing Volksverzekeringen
€ 33.863,-
Bruto minimumloon incl. vakantiegeld
€ 18.748,- (v.a. 23 jaar)
Overig (zoals een kleinkind)
€ 2.012,-
Tarieven voor erfbelasting en schenkbelasting Is het bedrag van de erfenis of schenking hoger dan de vrijstelling, dan is het meerdere belast met erfbelasting of schenkbelasting.
AOW bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) januari 2012 €
dan betaalt u over het gedeelte tot € 115.708,-
dan betaalt u over het gedeelte vanaf € 115.708,-
Samenwonenden
€ 9.143,28
Samenwonenden, met maximale toeslag
€ 18.286,56
Gehuwd / geregistreerd partner / ongehuwd samenwonend*
10%
20%
Alleenstaanden
€ 13.285,80
(Pleeg-)Kind
10%
20%
Kleinkind
18%
36%
Anw bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) januari 2012
Overig (zoals ouder, broer of zus)
30%
40%
Nabestaandenuitkering
€ 14.222,64
Halfwezenuitkering
€ 3.296,28
Wezen tot 10 jaar
€ 4.551,24
Wezen van 10 tot 16 jaar
€ 6.826,92
Wezen van 17 tot 27 jaar
€ 9.102,48
Bent u
* Wanneer u als ongehuwd samenwonende erft van uw partner, moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling van € 603.600 en de tarieven van 10/20% (o.a. minimaal zes maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven). De Successiewet is in 2010 ingrijpend gewijzigd. De belangrijkste aanpassingen zijn: - Het partnerbegrip is uitgebreid met personen die zijn opgenomen in een verpleeg-of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom. - Verkrijging door de aanstaande partner of voormalige echtgenoten en pleegkinderen worden belast in tariefgroep I. - De verhoogde vrijstelling bij aankoop van een eigen woning is uitgebreid.
8
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
9
overheidsvoorzieningen
Eerste pijler: AOW, ANW en WIA/WGA
Pensioen is gebaseerd op 3 pijlers. De pijlers worden gevormd door overheidsvoorzieningen, aanvullende voorzieningen die via de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst worden opgebouwd en aanvullende privévoorzieningen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
De eerste pijler is een basisvoorziening die door de overheid wordt aangeboden. Deze basisvoorziening bestaat uit 3 onderdelen:
OUDERDOM
3e PIJLER
OVERLIJDEN
ARBEIDSONGESCHIKT
Een voorziening voor ouderdom: De AOW (Algemene Ouderdomswet) De AOW is een verplicht basispensioen. Je krijgt een levenslange uitkering vanaf de AOW-leeftijd (nu 65). Om een volledige AOW te ontvangen is het voldoende dat je van je 15e tot je 65e in Nederland woont of hebt gewoond. De hoogte van de AOW- uitkering is gekoppeld aan het netto minimumloon. Elk jaar dat je niet in Nederland woont na je 15e verjaardag wordt de AOW-uitkering met 2% verminderd.
PRIVÉ VOORZIENINGEN
Stroomschema AOW
2e PIJLER
OUDERDOMSPENSIOEN
NABESTAANDENPENSIOEN
ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN
1e PIJLER
AOW
Anw
WIA
Alleenstaand?
JA
70% minimumloon
NEE Verzorgt of samenwonend met kind < 18?
JA
90% minimumloon
NEE Samenwonend met partner > 65 jaar?
JA
100% minimumloon
NEE Eerste AOW-uitkering vóór 1-2-1994*?
JA
70% minimumloon + max. toeslag 30%
NEE 50% minimumloon + max. toeslag 50% * Voor nieuwe situaties vervalt de AOW-toeslag per 2015.
10
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
11
Een voorziening voor overlijden: De Anw (Algemene Nabestaandenwet) Op basis van de Anw kunnen nabestaanden (partner en kinderen) een uitkering van de overheid krijgen. Een kind krijgt een wezenuitkering als de ouder die het laatst is overleden in Nederland woont of werkt. Anders dan bij de AOW hangt de hoogte van de Anw-uitkering niet af van het aantal jaren dat je in Nederland woont of hebt gewoond.
Stroomschema Anw
NEE
Is de nabestaande geboren vóór 1 januari 1950?
JA
Heeft de nabestaande kind(eren) jonger dan 18 jaar?
JA
NEE Is de nabestaande voor minimaal 45% arbeidsongeschikt?
JA
Geen uitkering
De halfwezenuitkering wordt nooit gekort.
1e jaar ziek: 70 - 100% loon / 2e jaar ziek: meestal 70% loon
NEE Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt
< 35% arbeidsongeschikt
Geen uitkering
Gedeeltelijk of volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt
IVA uitkering 75% max. dagloon
NEE Gekorte uitkering
Recht op Anw-uitkering
Keuring door UWV na 2 jaar ziek
JA Is het inkomen van de nabestaande > 3 2.301,23 bruto p. mnd?
NEE
Loondoorbetalingsperiode van 2 jaar
JA
Heeft de nabestaande inkomen uit arbeid?
Een voorziening voor arbeidsongeschiktheid Anders dan bij overlijden en ouderdom is bij arbeidsongeschiktheid de “hoedanigheid” van groot belang. Met hoedanigheid wordt bedoeld of u onder de definitie van verzekerde valt. Voor ondernemers, zelfstandigen en DGA’s is weinig geregeld op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Zij kunnen bij zwangerschap een beroep doen op een uitkering op minimumniveau. Ouderen kunnen soms een beroep doen op de IOW of IOAZ. Voor werknemers bestaan voorzieningen op basis van de Wajong, WAO/WIA, IOAW. Op welke voorziening een zieke werknemer een beroep kan doen, hangt af van een aantal vragen:
WGA vervolguitkering max. 50,75% minimumloon
WGA loon gerelateerd 70% (oud loon -/- nieuw loon)
WGA loonaanvullingsuitkering 70% (oud loon -/- restverdiencapaciteit)
Loondoorbetalingsperiode van 2 jaar is ook beperkt tot maximaal dagloon, waarbij het eerste jaar minimaal het minumumloon moet worden uitgekeerd. Loongerelateerde periode: duur afhankelijk van arbeidsverleden (max. 38 maanden). Indien de restverdiencapaciteit voor minimaal 50% wordt benut volgt een loonaanvullingsuitkering, indien dit niet voldoende wordt benut volgt de vervolguitkering. Zowel de loonaanvulling als de vervolguitkering keren uit tot 65 jaar. Formule loongerelateerde uitkering: 70% (oud loon -/- (verdiend loon x F) Formule loonaanvullingsuitkering: 70% (oud loon -/- (restverdiencapaciteit x F) F = maximaal dagloon / laatst verdiend ongemaximeerd loon
12
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
13
Soorten Pensioenregelingen
Tweede pijler: Aanvullend pensioen SOORTEN PENSIOEN Pensioenvorm
Ingang
Einde
Wie
Ouderdomspensioen
65 jaar, indien eerder actuarieel herrekenen
Bij overlijden
(gewezen) deelnemer
Overbruggingspensioen (1)
Voor 65 jaar
65 jaar
(gewezen) deelnemer
Tijdelijk ouderdomspensioen
Voor 65 jaar
65 jaar
(gewezen) deelnemer
Prepensioen (1)
Op zijn vroegst op 60 jaar, voor 65 jaar
Op pensioen- (gewezen) deelnemer datum, echter uiterlijk op 65 jaar
Partnerpensioen
Na overlijden gewezen deelnemer
Overlijden partner
partner, diegene met wie de werknemer een duurzame gezamenlijke huishouding voert of heeft gevoerd
Nabestaandenoverbruggings pensioen / Anw-Hiaat
Na overlijden gewezen deelnemer of na beëindiging van recht op uitkering Anw
Uiterlijk op 65-jarige leeftijd van de nabestaande
partner, diegene met wie de werknemer een duurzame gezamenlijke huishouding voert of heeft gevoerd, en kinderen
Wezenpensioen
Na overlijden gewezen deelnemer
Uiterlijk tot 30-jarige leeftijd van het kind (2)
(pleeg)kinderen jonger dan 30 jaar (2)
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Na 1 jaar arbeidsongeschiktheid
deelnemer
(1) Het is na 1 januari 2006 alleen mogelijk een overbruggingspensioen / prepensioen op te bouwen als deze pensioen vorm was toegezegd op 1 januari 2005 en de werknemer op dat moment 55 jaar of ouder was. (2) In het pensioenreglement kan een jongere leeftijd zijn opgenomen. Gebruikelijk is 21 jaar of bij studerende kinderen 27 jaar. Genoemd zijn de fiscale mogelijkheden. Leidend is hetgeen in het pensioenreglement is bepaald.
14
© Zwitserleven 2012
Premieovereenkomst Een pensioenregeling waarbij het uitgangspunt de beschikbaar gestelde premie is. Ook wel beschikbare premieregeling genoemd. Hoe hoog de aan te kopen pensioenen zijn, is pas op de pensioendatum volledig duidelijk. Premieovereenkomsten worden ook wel defined contribution regelingen genoemd. Er zijn 3 soorten premieovereenkomsten: - De zuivere premieregeling; - De premieregeling waarbij de premie onmiddellijk omgezet wordt in een aanspraak op kapitaal; - De premieovereenkomst waarbij de premie meteen na het beschikbaar stellen omgezet wordt in een aanspraak op een uitkering. De meest voorkomende vorm van de premieovereenkomst is de zuivere premieregeling. Hieronder volgen kort de belangrijkste kenmerken van deze premieovereenkomst: - Salarisstijgingen tellen alleen mee voor de toekomst; - Geen backservice; - De werkgever kan toekomstige lasten calculeren; - Hoogte pensioen is onzeker omdat factoren als beleggingsresultaat maar ook rentestand en tarieven in de toekomst bepalend zijn; - Opbouw over variabele loonbestanddelen mogelijk (m.u.v. auto van de zaak); Kapitaalovereenkomst Een pensioenregeling waarbij een kapitaal wordt verzekerd dat uiterlijk op pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Uitkeringsovereenkomst Dit is een pensioenregeling waarbij is overeengekomen dat de hoogte van het pensioen vastgesteld wordt aan de hand van het verdiende salaris en de doorgebrachte diensttijd. Een dergelijke pensioenregeling wordt ook wel een salaris-diensttijdregeling of defined benefit regeling genoemd. Er zijn twee verschillende vormen van salaris-diensttijdregelingen, namelijk de middelloonregeling en de eindloonregeling. Hieronder gaan we kort in op de verschillen.
Eindloon
Middelloon
Bij salarisstijgingen tellen alle dienstjaren mee
Bij salarisstijgingen tellen alleen toekomstige dienstjaren mee
Backservice direct affinancieren door de werkgever
Geen backservice
Toekomstige lasten voor werkgever niet calculeerbaar
Meer zekerheid over toekomstige lasten
Over het algemeen hogere pensioenaanspraken
Over het algemeen lagere pensioenaanspraken
Maximale opbouw 2% per dienstjaar
Maximale opbouw 2,25% per dienstjaar
Opbouw over variabele loonbestanddelen niet mogelijk
Opbouw over variabele loonbestanddelen mogelijk
© Zwitserleven 2012
15
Checklist adviestraject tweedepijler pensioenproduct 1. Inventariseren Bepalen bandbreedte advies - Is er een CAO en/of een BPF van toepassing? Heeft het bedrijf dispensatie voor het BPF? Levert het BPF een adequaat pensioen op? - Is er een bestaande pensioenregeling aanwezig? - Wil en kan de werkgever één of meerdere pensioenregelingen opstellen voor verschillende groepen werknemers? - Wenst de werkgever een pensioenregeling die gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van zijn concurrentie? - Hoe verloopt het beslissingsproces en welke partijen zijn betrokken bij (aanpassingen van) de pensioenregeling? - Welke wet- en regelgeving is relevant voor de advisering van tweedepijler pensioenproducten? Past het advies binnen dit juridisch kader? Inventariseren gegevens en doelstellingen van de werkgever - Kennis en ervaring werkgever? - Informatie die u verstrekt op kennis er ervaring afstemmen - Wat is de financiële positie van de onderneming? - Kan de werkgever de lasten financieel nu en in de toekomst dragen? - Wat zijn de liquiditeitspositie van de onderneming en de solvabiliteit? - Welke fluctuaties in de kosten zijn voor de werkgever draagbaar? - Wat zijn de doelstellingen van de werkgever? - De doelstellingen met betrekking tot de dekkingen? - De doelstellingen met betrekking tot de kosten? - De doelstellingen voor de dekkingen en kosten afzonderlijk inventariseren - De risicobereidheid van de werkgever?
- Geef aan dat de werkgever de regeling moet afstemmen met zijn werknemers (OR) - Dek het in- en uitlooprisico goed af indien de werkgever verandert van pensioenuitvoerder - Maak afspraken of, en zo ja, in welke mate u gedurende het bestaan van het tweede-pijler pensioen bij dit contract betrokken blijft 4. Bewaarplicht - Ingewonnen informatie over de werkgever (het klantprofiel) en de onderneming en de gegevens over het geadviseerde en afgesloten pensioenproduct documenteren - Uit de informatie blijkt dat het advies op correcte wijze tot stand is gekomen - De informatie wordt gedurende ten minste één jaar na totstandkoming van het pensioen product bewaard 5. Nazorg Na totstandkoming contract bij onderhoud en beheer betrokken: - Aandacht voor ontwikkeling bedrijf en personeelsbestand conform eerdere aannames - Beoordelen van mogelijkheden en wenselijkheid van eventuele verbeteringen van het pensioen - Advies bij wijziging of verlenging bestaande pensioenregeling of advies aan werknemers > opnieuw het adviestraject doorlopen
2. Analyseren - Signaleren van eventuele tegenstrijdigheden in de informatie - Eventuele tegenstrijdigheden bespreken met de werkgever - De werkgever helpen om prioriteiten te bepalen bij eventuele tegenstrijdigheden - De werkgever inzicht geven in de consequenties van de prioritering die hij aanbrengt. Wat zijn de risico’s en gevolgen van de wensen van de werkgever voor hem en zijn werknemers? 3. Advies - Welke contractvorm is passend? - Let op dat u aandacht schenkt aan alle dekkingen die in de pensioenregeling kunnen worden geregeld (OP, PP, WzP, Pvi, WGA-Hiaat, WIA-excedent, Anw-Hiaat) - Opvragen offertes - Opvragen meerdere offertes bij verschillende verzekeraars, op basis van dezelfde uitgangs punten - Controleren ontvangen offertes op basis van een lijst met eenduidige specificaties - Advies aan werkgever, in overeenstemming met wet- en regelgeving op pensioengebied. Houd er rekening mee dat pensioen complexe materie voor de werkgever is - Werkgever volgt advies: het adviestraject is afgerond - Werkgever wijkt af van advies: informeer de werkgever over de gevolgen en risico’s die zijn keuze met zich meebrengt. Leg dit vast in het dossier en laat de werkgever dit ondertekenen - Controleer of de werkgever de gevolgen van zijn keuze heeft begrepen
16
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
17
Fiscale cijfers voor pensioen
Door het Ministerie van Financiën gepubliceerde premiestaffels beschikbare premieregeling
FRANCHISES
Bruto Staffel (rekenrente 4%) (Besluit van 23 oktober 2007, nr. CPP2007/552M)
AOW bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) januari 2012 Minimum AOW-franchise (werknemers)
€ 13.062,-
Minimum AOW-franchise (DGA)
€ 18.980,Door belastingdienst gepubliceerde maximale opbouwpercentages voor een ouderdoms pensioen plus 70% nabestaandenpensioen
Maximale opbouwpercentages voor ouderdomspensioen Pensioenleeftijd
Eindloon
Percentage van de premiegrondslag (2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
Middelloon
Pensioenleeftijd
Eindloon
Middelloon
65 jaar
2%
2,25%
65 jaar
2%
2,25%
64 jaar
1,85%
2,08%
64 jaar
1,88%
2,11%
63 jaar
1,71%
1,93%
63 jaar
1,77%
1,99%
62 jaar
1,59%
1,79%
62 jaar
1,66%
1,87%
61 jaar
1,48%
1,67%
61 jaar
1,57%
1,77%
60 jaar
1,38%
1,55%
60 jaar
1,48%
1,67%
T- en U-rendementen en wettelijke rente per januari Jaar
T-rendement
U-rendement
Wettelijke Rente
2005
3,59%
3,59%
4%
2006
3,16%
3,22%
4%
2007
3,80%
3,74%
6%
2008
4,45%
4,27%
6%
2009
4,11%
3,93%
6%
2010
3,70%
3,23%
3%
2011
3,04%
2,49%
3%
2012
2,41%
2,16%
4%
18
© Zwitserleven 2012
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP 7,6%
15 t/m 19
5,2%
6,3%
7,2%
20 t/m 24
5,9%
7,2%
8,2%
9,0%
25 t/m 29
7,2%
8,8%
9,9%
10,8%
30 t/m 34
8,8%
10,7%
12,0%
12,7%
35 t/m 39
10,8%
13,0%
14,4%
15,2% 18,3%
40 t/m 44
13,1%
15,9%
17,5%
45 t/m 49
16,1%
19,5%
21,1%
22,1%
50 t/m 54
19,7%
24,0%
25,6%
26,6%
55 t/m 59
24,4%
29,7%
31,0%
32,0%
60 t/m 64
30,5%
37,2%
37,9%
38,3%
Netto Staffel (rekenrente 4%) (Besluit van 21 december 2009, nr. CPP2009/1487M) Bestaande beschikbarepremieregelingen dienen voor 1 januari 2015 te worden getoetst aan dit besluit. Het besluit van 21 december 2009 maakt gebruik van netto staffels, waarin geen kosten opslagen meer zijn verwerkt. Percentage van de premiegrondslag (2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP
15 t/m 19
4,3%
5,2%
6,0%
6,4%
20 t/m 24
5,0%
6,0%
6,9%
7,5%
25 t/m 29
6,1%
7,3%
8,3%
9,1%
30 t/m 34
7,4%
8,9%
10,0%
10,7%
35 t/m 39
9,0%
10,9%
12,1%
12,7%
40 t/m 44
11,0%
13,3%
14,6%
15,3%
45 t/m 49
13,4%
16,3%
17,7%
18,5%
50 t/m 54
16,5%
20,0%
21,4%
22,2%
55 t/m 59
20,4%
24,8%
26,0%
36,8%
60 t/m 64
25,5%
31,1%
31,7%
32,0%
© Zwitserleven 2012
19
Afgeleide Netto Staffel (op basis van 3% rekenrente) Deze staffels zijn afgeleid van de netto staffel (rekenrente 4%) van pagina 19 en kan gebruikt worden bij het Zwitserleven Exclusief Pensioen. Netto Staffel 2 beginleeftijd 18 voor het Zwitserleven Exclusief Pensioen
Netto Staffel 2 beginleeftijd 21 voor het Zwitserleven Exclusief Pensioen
Leeftijdsklassen tot 65 jaar
OP en uitgesteld opgebouwd PP
Leeftijdsklassen tot 65 jaar
OP en uitgesteld opgebouwd PP
18 t/m 19
5,20%
20 t/m 24
5,80%
21 t/m 24
6,00%
25 t/m 29
6,70%
25 t/m 29
6,80%
30 t/m 34
7,80%
30 t/m 34
8,00%
35 t/m 39
9,10%
35 t/m 39
9,30%
40 t/m 44
10,70%
40 t/m 44
10,80%
45 t/m 49
12,40%
45 t/m 49
12,60%
50 t/m 54
14,60%
50 t/m 54
14,80%
55 t/m 59
17,20%
55 t/m 59
17,50%
60 t/m 64
20,50%
60 t/m 64
20,90%
Sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (Wet VPL) per januari 2005 mogen, behoudens het geldende overgangsrecht, alleen nog staffels worden gehanteerd die uitgaan van de pensioenleeftijd van 65 jaar. Overgangsrecht Op basis van het overgangsrecht mogen voor oudere werknemers (die op 31 december 2004 al 55 jaar of ouder waren), die deelnemer zijn in een pensioenregeling, met een eerdere pensioenleeftijd, staffels uit het besluit van 2003, nr. CPP2003/308M) worden gehanteerd. Mits bij uitstel van de pensioendatum de uitkering actuarieel wordt herrekend en de mogelijkheid van deelpensionering is opgenomen. Gelijkblijvende premie In een beschikbarepremieregeling mag de premie ook gelijk blijven. De premie of het premie percentage mag dan niet hoger zijn dan in een fiscaal zuivere staffel is toegestaan voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 24 jaar.
20
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
21
WAARDEOVERDRACHT
Stappenplan Waardeoverdracht Wat?
Rekenrente bij wettelijke waardeoverdracht Jaar
4%
2006
4%
2007
4%
2008
4,926%
2009
4,533%
2010
4,122%
2011
2,984%
2012
2,802%
Direct bij indiensttreding
2
Aanvraag voorstel
Werknemer vraagt aan pensioenuitvoerder van nieuwe werkgever een opgave van het effect van waardeoverdracht. Formulier verkrijgbaar bij werkgever.
Binnen 6 maanden na begin deelname aan pensioenregeling
PW art. 71 lid 3
3
Overdrachtsgegevens opvragen
De nieuwe pensioenhouder moet aan de oude pensioenuitvoerder een opgave van de overdrachtgegevens vragen.
Binnen 1 maand na ontvangstverzoek deelnemer
Besluit uitvoering PW art. 18 lid 1
4
Overdrachtsgegevens leveren
De oude pensioenuitvoerder verstrekt de gevraagde gegevens aan de nieuwe pensioenuitvoerder.
Binnen 2 maanden na ontvangstaanvraag bij nieuwe pensioen uitvoerder
Besluit uitvoering PW art. 19
5
Voorstel aan werknemer
De nieuwe pensioenhouder verstrekt een voorstel aan de werknemer.
Binnen 2 maanden na ontvangst gegevens van oude pensioenuitvoerder
Besluit uitvoering PW art. 20
Toestemming van De Nederlandsche Bank (DNB) nodig
6
Beoordeling door werknemer
De werknemer beoordeelt of hij wel of niet wil overdragen. Als hij dat wil, dient hij een verzoek tot waardeoverdracht in bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Zie checklist op pagina 26
Het verzoek tot waardeoverdracht moet binnen 2 maanden na ontvangst van het voorstel worden ingediend
Besluit uitvoering PW art. 21
De Nederlandsche Bank Postbus 98 1000 AB Amsterdam
7
Opdracht naar oude pensioenuitvoerder
Nieuwe pensioenuitvoerder informeert oude pensioenuitvoerder over verzoek werknemer om waarde over te dragen.
Direct na ontvangst verzoek
Besluit uitvoering PW art. 23 lid 1
8
Waarde overdragen
De oude pensioenuitvoerder draagt de waarde over naar de nieuwe pensioenuitvoerder.
Binnen 10 werkdagen na verzoek tot waarde overdracht
Besluit uitvoering PW art. 23 lid 3
9
Aangepast pensioen overzicht
Nieuwe pensioenuitvoerder verstrekt aan de werknemer een pensioenoverzicht waarin de waardeoverdracht is verwerkt. Dit betekent dat extra pensioenrechten en (eventueel) de fictieve datum in dienst in het overzicht zijn opgenomen. De werknemer controleert of de waardeoverdracht correct is verwerkt.
Binnen de Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Er is een wettelijke plicht tot waardeoverdracht
Er is een bevoegdheid tot waardeoverdracht (de pensioen uitvoerder hoeft niet mee te werken aan waardeoverdracht)
Toetsing door de belastingdienst aan voorwaarden
Beschikking van de Belastingdienst
Belastingdienst Particulieren Ondernemingen Buitenland / De Werkgroep Loonbelasting Postbus 4486, 6401 CZ Heerlen
22
© Zwitserleven 2012
Wetsartikel
De werkgever moet de nieuwe werknemer informeren over zijn recht op waardeoverdracht.
Waardeoverdracht naar het buitenland Volgens de Nederlandse wetgeving is overdracht naar het buitenland toegestaan. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen overdracht naar een land binnen de Europese Unie en daarbuiten.
Dispensatie van de belastingdienst nodig
Wanneer?
Informeren over recht op waardeoverdracht
Hoogte rekenrente
2005
Wie?
1
© Zwitserleven 2012
23
Checklist Waardeoverdracht Waardeoverdracht is oorspronkelijk bedoeld om pensioenbreuk te voorkomen. Door toeslagen (indexaties) op premievrije pensioenen en het zeldzaam worden van eindloon-toezeggingen worden andere aspecten belangrijker. Deze zijn afhankelijk van het individuele geval. Hieronder een aantal aandachtspunten. Niet limitatief en ook niet leidend tot een duidelijk advies van een werkgever of P&O-afdeling, maar wel goed om werknemers mee te geven en te bespreken. Type pensioenregeling: Overlijdensdekking:
Wat is de behoefte van de werknemer aan overlijdensrisicodekking? Blijft het NP premievrij doorlopen in de oude regeling? Zo ja, voor welk bedrag? Of vervalt de overlijdensdekking?
Indexatiebeleid:
Kent de oude of nieuwe regeling een indexatiebeleid?
Flexibiliteit eerder stoppen met werken:
Nieuwe pensioenregelingen kennen geen prepensioen meer. Deze flexibiliteit gaat verloren bij waardeoverdracht.
Flexibiliteit gedurende opbouwfase:
Hoe flexibeler de nieuwe pensioenregeling is, hoe gunstiger de waardeoverdracht. Kan er gekozen worden voor verschillende beleggingsmogelijkheden, garanties en wel of niet meeverzekeren van nabestaandenpensioen?
Flexibiliteit op pensioendatum:
Welke flexibele elementen heeft de nieuwe regeling? Uitstel, vervroegen pensioenleeftijd, deeltijdpensioen en variabiliseren op de pensioendatum zijn voorbeelden hiervan. Hoe meer elementen er zijn, hoe gunstiger het is om over te dragen.
Risicospreiding:
Spreiding over verschillende fondsen of verzekeraars van je pensioengeld is een manier om risico te spreiden. Niet alle fondsen indexeren bijvoorbeeld.
24
© Zwitserleven 2012
Is de nieuwe regeling geen eindloonregeling? Dit komt steeds vaker voor. Let dan op het volgende: Wat is de rentestand op pensioendatum? Hoe worden pensioenen in de nieuwe regeling geïndexeerd?
Kostenonttrekkingen:
Hoeveel kosten worden onttrokken na premievrijmaking? Hoe lager de kosten van de oude maatschappij of het oude fonds, hoe gunstiger het is om het bedrag te laten staan bij de oude uitvoerder.
Administratieve eenvoud:
Door bij wisseling van de werkgever altijd waardeoverdracht aan te vragen, wordt de pensioenopbouw uitgevoerd door dezelfde pensioenuitvoerder. Dit voorkomt veel papierwerk en correspondentie.
Afkoop van pensioen:
Kleine pensioenen kunnen door de pensioenuitvoerder worden afgekocht. Dit is een negatief aspect van geen waardeoverdracht.
© Zwitserleven 2012
25
Derde Pijler: De vrijwillige individuele voorzieningen Overzicht verschillen lijfrente-regimes1
Oud regime
Brede Herwaardering
Wet IB-2001
Lijfrente- Vrij, voldoen Gekwalificeerde Gekwalificeerde vorm 1%-criterium vormen vormen Oudedags- n.v.t. - levenslang lijfrente - toekomen aan belastingplichtige - ingangsdatum vrij, mits overeengekomen Nabestaan- n.v.t. - ingang bij overlijden* denlijfrente belastingplichtige of partner - levenslang/tijdelijk/tot 30 jr - begunstigde is belasting- plichtige of nabestaande Tijdelijke n.v.t - maximum € 20.953,- oudedags- - ingang niet eerder dan jaar lijfrente waarin belastingplichtige 65 wordt - minimale duur 5 jaar Overbruggings- n.v.t. - maximum € 63.288,- lijfrente (2) - bij eerdere pensionering uiterlijk eindigen bij 65 jaar Emigratie (3) Geen - conserverende aanslag heffing NL ongeacht totaal aan premies - invordering binnen 10 jaar - belast: waarde economisch verkeer van de aanspraak - revisierente van 20% Afkoop (4), Geen extra - negatieve pers. verplich- vervreemding sancties tingen = premies die voor etc. aftrek in aanmerking komen - intrestbestanddeel - 20% revisierente Lijfrente voor Van meerder- Ingang: meerderjarigheid kind meerderjarige jarigheid tot Einddatum: overlijden kind invalide overlijden kind Aftrek: onbeperkt kinderen (3) Aftrek: onbeperkt
- levenslang - toekomen aan belastingplichtige - ingangsdatum uiterlijk 70 jaar (muv zelfstandige) - ingang bij overlijden* belastingplichtige of partner - levenslang/tijdelijk/tot 30 jaar - begunstigde is belastingplichtige of nabestaande - maximum € 20.953,- ingang niet eerder dan jaar waarin belastingplichtige 65 wordt - minimale duur 5 jaar - uiterlijk ingaan op 70 jaar (muv zelfstandige) - maximum € 63.288,- uiterlijk tot 65 jaar of pensionering - over afgetrokken bedragen t/m 2005 - conserverende aanslag ongeacht totaal aan premies - invordering mogelijk binnen 10 jaar - belast wordt waarde economisch verkeer van de aanspraak - revisierente van 20% - negatieve uitgaven voor inkomens- voorzieningen = premies die voor aftrek in aanmerking zijn gekomen plus behaald rendement - 20% revisierente Ingang: meerderjarigheid kind Einddatum: overlijden kind Aftrek: onbeperkt
* Of na verval Anw uitkering. 1 Dit overzicht geldt voor verzekeringslijfrenten. Bancaire lijfrenten vallen onder het regime van de Wet Inkomstenbelasting 2001, geldig vanaf 1/1/2008. 2 Een overbruggingslijfrente kan uitsluitend bij een verzekeraar worden bedongen. 3 De belastingdienst zal bij emigratie geen conserverende aanslag meer opleggen indien het gaat om saldolijfrenten gesloten voor 14/9/1999. Ook vervalt de afrekenverplichting. Dit is een van de fiscale maatregelen van het belastingplan 2009 (wetsvoorstel 31704) dat is aangenomen op 16 december 2008 en per 1 januari 2009 in werking treedt.
26
© Zwitserleven 2012
4 Afkoop van lijfrenten met een waarde economisch verkeer van maximaal € 4.171,-, kan onder fiscaal verzachtende omstandigheden plaatsvinden. Deze afkoopregeling is 1 januari 2009 geïntroduceerd voor zowel verzekeringslijfrenten als bancaire lijfrente. De afkoopwaarde wordt op het moment van afkoop belast in box 1 alsof sprake is van het uitkeren van een lijfrentetermijn. De hoogte van het afkoopbedrag van € 4.171,- wordt in beginsel per lijfrenteovereenkomst en per maatschappij (dus niet per concern) bepaald. Indien het echter gaat om meerdere lijfrenteovereenkomsten die zijn afgesloten bij een en dezelfde maatschappij, dan worden deze lijfrenteovereenkomsten wel beschouwd als één lijfrenteovereenkomst. Voorts mogen alleen niet ingegane lijfrente aanspraken met gebruikmaking van deze afkoopregeling worden afgekocht. Is de verzekeraar of bancaire instelling al begonnen met het uitkeren van de termijnen, dat is deze afkoopregeling niet van toepassing. Belangrijk is te onthouden dat deze regeling afkoop uitsluitend fiscaal benaderd. Juridisch gezien bepaald de inhoud van een lijfrenteovereenkomst of afkoop wel of niet is toegestaan. Als in de lijfrenteovereenkomst een afkoopverbod is opgenomen dan zijn partijen dus overeengekomen dan de lijfrente niet mag worden afgekocht.
Lijfrentepremie-aftrek 2012 Jaarruimte De hoogte van de jaarruimte wordt berekend met de formule: (17% x P) -/- 7,5A -/- F -/- BS Uitgaande van de gegevens van 2011 geldt daarbij dat: P = Premiegrondslag, dit is de inkomensgrondslag minus een franchise € 11.829 (2012). Inkomen is winst uit onderneming, belastbaar loon, auto van de zaak, periodieke uitkeringen, verstrekkingen en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. A = Waardeaangroei van pensioenaanspraken voor zover dit het gevolg is van een toename van de diensttijd in het kalenderjaar. Voor salarisdiensttijdregelingen berekening: opbouwpercentage x pensioengrondslag. F = Netto dotatie aan de oudedagsreserve (OR). BS = Vrijwillige bijdrage uit werknemersspaarregelingen voor een aanvullende module in de eigen Pensioenregeling. Jaartal
Franchise
Maximale Premiegrondslag
Maximale jaarruimte
2012
€ 11.829,-
€ 162.457,-
€ 27.618,-
Lijfrente-aftrek op grond van jaarruimte kan in aanmerking worden genomen door een belastingplichtige die op 1-1-2012 nog geen 65 jaar was. Reserveringsruimte Leeftijd
Reserveringsruimte
Op 1-1-2012 jonger dan 55 jaar
Niet geheel gebruikte jaarruimte van de voorgaande 7 jaar, echter: maximaal 17% x premiegrondslag, ten hoogste € 6.989,-
Op 1-1-2012 ouder dan 55 jaar
Niet geheel gebruikte jaarruimte van de voorgaande 7 jaar, echter: maximaal 17% x premiegrondslag, ten hoogste € 13.802,-
Oudedagsreserve (OR) 12% Van de winst, maximaal € 9.542,Lijfrente-aftrek op grond van jaarruimte kan in aanmerking worden genomen door een ondernemer die op 1-1-2012 nog geen 65 jaar was. Extra lijfrentepremieaftrek bij stakende ondernemers ≥ 60 jaar of ≥ 45% AO of overlijden € 443.059,≥ 50 jaar - < 60 jaar of direct ingaand € 221.537,Overige gevallen € 110.774,© Zwitserleven 2012
27
DGA: Eigen beheer versus verzekeren
Bepaling van de factor A bij beschikbare premie Leeftijd begin belastingjaar
Leeftijd begin belastingjaar
Factor
Factor
15-19
0,36
40-44
0,14
20-24
0,30
45-49
0,12
25-29
0,25
50-54
0,10
30-34
0,21
55-59
0,08
35-39
0,17
60-64
0,07
In geval het pensioen op grond van de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum eerder ingaat dan bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd en er geen sprake is van een aan een beschikbare premie gerelateerde levenslange inkomensvoorziening bij ouderdom, wordt de bepaalde aangroei vermenigvuldigd met de volgende factor: In de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum
factor
64 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar
2/1,85
63 jaar of ouder, doch jonger dan 64 jaar
2/1,71
62 jaar of ouder, doch jonger dan 63 jaar
2/1,59
61 jaar of ouder, doch jonger dan 62 jaar
2/1,48
jonger dan 61 jaar
2/1,38
VITALITEITSREGELING
Een DGA heeft, als hij direct of indirect minstens 10% van het geplaatste aandelenkapitaal van een vennootschap bezit, de mogelijkheid om pensioen op te bouwen in eigen beheer. Ook heeft hij de keuze voor een verzekeringsoplossing. Maar wat is de juiste oplossing? Dat is heel persoonlijk. Hieronder vindt u een aantal aandachtspunten van beide mogelijkheden. De afwegingen voor eigen beheer of verzekeren op een rijtje Eigen Beheer
Verzekeren
Minimale AOW-franchise € 18.980,-
Minimale AOW-franchise € 13.062,-
Liquiditeitsvoordeel (geld blijft in de zaak)
Liquiditeitsnadeel (inleg kan niet meer liquide worden gemaakt)
Pensioen niet veilig bij faillissement van de BV waarbinnen pensioen is toegezegd, tenzij ondergebracht in een separate BV
Pensioen wel veilig bij faillissement BV waarbinnen pensioen is toegezegd
Kosten accountant / beleggingsadviseur
Kosten verzekeraar en eventueel premies ten behoeve van indexatie en dekking overlijden en arbeidsongeschiktheid
Grotere beleggingsvrijheid
Beleggingsaanbod beperkt door keuze verzekeraar
Langlevenrisico op pensioendatum niet gegarandeerd i.v.m. kans op onvoldoende middelen
Langlevenrisico wel gedekt op pensioendatum
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding mogelijk liquiditeitsproblemen door onvoldoende middelen binnen de BV
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding worden rechten op basis van de verzekering toegekend
Geen reservering voor indexatie mogelijk
Geïndexeerd pensioen mogelijk
Reserveren voor PVI- en AO-dekking niet mogelijk. Dient separaat verzekerd te worden
PVI- en AO-dekking mogelijk binnen pensioenpolis tegen scherpe tarieven
Oude situatie Spaarloonregeling
Oude situatie Levensloopregeling
Vanaf 1 januari 2013 Vitaliteitsregeling
Voor werknemers
Voor werknemers
Voor werknemers en ondernemers
Maximaal € 613,- van bruto loon sparen
Maximaal 12% van het bruto loon sparen
Maximaal € 5.000,- per jaar
Reserveren voor partnerpensioen alleen mogelijk bij bepaalde partner
Partnerpensioen tegen meerpremie mee te verzekeren
Totale potje maximaal € 2.452,-
Totale potje maximaal 210% van het bruto loon
Totale potje maximaal € 20.000,-
Maximaal 50% eigen bijdrage DGA
Geen maximale eigen bijdrage DGA
Op geblokkeerde spaarloonrekening vrijgegeven onder bepaalde voorwaarden, maar in ieder geval na minimaal 4 jaar
Bij verzekeraar of bank
Bij verzekeraar of bank flexibel op te nemen
Onbelaste uitkering
Belaste uitkering
Onbelaste uitkering
Vrij te besteden
Te gebruiken voor verlof
Vrij te besteden
Per 2012 afgeschaft
Per 2012 opbouw levensloopverlofkorting van € 201,- per jaar afgeschaft
Vanaf 1 januari 2013
Voor alle regelingen geldt een vrijstelling in Box 3
28
© Zwitserleven 2012
(Bron: Ministerie van Financiën)
© Zwitserleven 2012
29
KOERSEN Beleggingindices per ultimo: Jaar
30
© Zwitserleven 2012
AEX
1991
126
1992 1993 1994
AMX
Euronext Top 100
Dow Jones
Nasdaq
Nikkei
3169
586
22984
130
3301
677
16925
188
3754
777
17417
188
3834
752
19723 19868
1995
220
261
5117
1052
1996
294
426
6448
1291
19361
1997
415
591
7908
1570
15259
1998
538
647
9181
2193
13842
1999
671
655
11497
4069
18934
2000
637
604
10788
2471
13785
2001
506
478
800
10002
1950
10542
2002
323
312
540
8341
1336
8579
2003
338
358
609
10454
2003
10677
2004
348
411
658
10783
2175
11489
2005
437
521
810
10718
2205
16111
2006
495
678
963
12463
2415
17226 15308
2007
516
657
995
13265
2652
2008
246
312
545
8776
1577
8860
2009
335
511
684
10428
2269
10546
2010
355
639
691
11578
2653
10229
2011
312
468
593
12218
2278
8455
© Zwitserleven 2012
31
Zwitserleven Beleggingsfondsen (gekoppeld aan verzekeringen): Fonds
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
-20,28%
-33,67%
7,18%
5,42%
33,71%
17,00%
6,88%
-50,90%
40,37%
9,52%
-11,34%
19,05%
16,46%
1,01%
-41,70%
28,98%
7,01%
-9,83%
6,45%
9,46%
4,56%
7,65%
5,04%
0,03%
0,65%
2,60%
8,01%
2,18%
3,49%
-7,37%
-15,38%
7,80%
7,82%
14,55%
7,97%
1,31%
-21,02%
18,45%
4,85%
-3,23%
Geldmarktfonds
4,75%
2,78%
2,69%
2,09%
2,14%
2,97%
4,13%
4,78%
1,58%
0,39%
1,16%
Maatschappijfonds (1)
7,00%
5,00%
4,75%
4,60%
4,33%
4,20%
4,22%
5,47%
9,67%
6,08%
8,14%
4,39%
0,68%
-0,20%
-5,85%
16,20%
5,03%
2,46%
4,55%
-2,83%
-2,20%
11,67%
2,52%
1,26%
4,09%
Vastgoedfonds
-52,76%
50,53%
1,54%
-12,46%
Wereld Aandelenfonds
-37,26%
26,50%
20,4%
-2,25%
Horizonfonds 2015-2019
-7,89%
14,05%
3,25%
0,20%
Horizonfonds 2020-2024
-16,35%
14,73%
3,85%
0,52%
Horizonfonds 2025-2029
-20,51%
18,79%
4,34%
-1,17%
0,23%
-2,34%
-28,02%
22,41%
5,37%
-4,58%
6,23%
6,55%
2,42%
3,70%
4,20%
3,97%
3,75%
3,56%
Aandelenfonds Europees Aandelenfonds Obligatiefonds Mixfonds
Nieuwe fondsen Credits Fonds Government Bonds 10+ Fonds
Zwitserleven Horizon Fondsen
Horizonfonds 2020-2034 (2) Horizonfonds 20+ HorizonRentefonds MaatschappijGarantie MaatschappijGarantie (1) GIP Fondsen SNS Optimaal Geel
-0,32%
3,88%
6,53%
8,00%
2,97%
-0,20%
-5,60%
10,56%
4,05%
0,04%
SNS Optimaal Oranje
-1,60%
7,31%
7,16%
13,23%
4,76%
-0,75%
-16,67%
16,55%
8,71%
-1,90%
SNS Optimaal Rood
-4,04%
8,87%
7,44%
19,02%
9,49%
-2,40%
-30,29%
25,12%
13,47%
-4,91%
8,68%
-2,83%
-39,84%
31,19%
17,01%
-7,17%
-0,05%
6,63%
2,31%
0,69%
6,52%
1,04%
2,24%
SNS Optimaal Paars SNS Optimaal Blauw REAAL Doorlopend Garantiefonds (3) (1) (2) (3)
32
Het Maatschappijfonds is in 2008 opgeheven. Ter vervanging van het Maatschappijfonds is de Zwitserleven MaatschappijGarantie opgericht. Gemiddelde koers over de laatse drie maanden van 2010. REAAL Doorlopend Garantiefonds is opgericht per 15-12-2008.
© Zwitserleven 2012
© Zwitserleven 2012
33
WEBSITES
Belangrijke Zwitserleven e-mailadressen en nummers
Vakinhoudelijke informatie Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut Autoriteit Financiële Markten Belastingdienst Centraal Aanspreekpunt Pensioenen Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Planbureau Commissie Gelijke Behandeling De Nederlandsche Bank Het Financiële Dagblad Informatie en diensten van alle overheden KennisRing Ministerie van EZ, Landbouw en Innovatie Ministerie van Financiën Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sociale Verzekeringsbank Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
www.ag-ai.nl www.afm.nl www.belastingdienst.nl www.belastingdienstpensioensite.nl www.cbs.nl www.cpb.nl www.cgb.nl www.dnb.nl www.fd.nl www.overheid.nl www.socialezekerheid.nl www.rijksoverheid.nl/ministeries/eleni www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw www.svb.nl www.uwv.nl
Belangenorganisaties Adviseurs in Financiële Zekerheid Federatie Financiële Planners Financial Planning Association (FPA) Nederland Ombudsman pensioenen Verbond van Verzekeraars
www.adfiz.nl www.ffp.nl www.fpanederland.net www.ombudsmanpensioenen.nl www.verbondvanverzekeraars.nl
Pensioenfondsen Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
www.opf.nl www.vb.nl
Overige MijnPensioenOverzicht MijnZwitserlevenPensioen Mini Update mobiele site Pensioen (consument) Webcast Balanslezen Webcast i-Software en Zwitserleven Exclusief Pensioen Zwitserleven
www.mijnpensioenoverzicht.nl www.mijnzwitserlevenpensioen.nl m.zwitserleven.nl/miniupdate www.pensioenkijker.nl www.zwitserleven.nl/webcastbalanslezen www.zwitserleven.nl/webcast-isoftware www.zwitserleven.nl
Beleggerinformatie Beleggers Belangen Bloomberg Cashcow De Beurs Dow Jones EuroBench Financial Planning Association IEX NYSE Euronext The Financial Times
www.beleggersbelangen.nl www.bloomberg.com www.cashcow.nl www.debeurs.nl www.dowjones.com www.eurobench.com www.fpanet.org www.iex.nl www.euronext.com www.ft.com
34
© Zwitserleven 2012
Algemeen Zwitserleven Werknemersdesk
telefoon
(020) 347 84 78
fax
(020) 347 83 31
telefoon
(020) 347 88 94
e-mail
[email protected]
PrivateView
telefoon
(020) 347 88 70
e-mail
[email protected]
Helpdesk Intermediair (automatisering)
telefoon e-mail
(072) 519 49 94
[email protected]
Z-line
e-mail
[email protected]
Zwitserleven.biz
e-mail
[email protected]
Redactie Update
e-mail
[email protected]
Redactie Mini-Update
e-mail
[email protected]
Handige sociale en fiscale cijfers voor uw advisering nu ook verkrijgbaar op uw mobiele telefoon! Ga naar m.zwitserleven.nl/miniupdate. Mini-Updates bijbestellen? Ga naar www.zwitserleven.nl/minibestellen
© Zwitserleven 2012
35
Burgemeester Rijnderslaan 7, 1185 MD Amstelveen. Telefoon (020) 347 84 78. www.zwitserleven.nl