Mini-Update. Cijfers over pensioen 2011.
Mini-Update op uw mobiel? Ga naar:
m.zwitserleven.nl/miniupdate © Zwitserleven 2011
1
Inhoudsopgave
Bij de samenstelling van deze Mini-Update is de uiterste zorgvuldigheid betracht. De juistheid en volledigheid van de opgenomen informatie kunnen echter niet worden gegarandeerd. Zwitserleven aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het directe gevolg is van handelingen of beslissingen die gebaseerd zijn op de inhoud van deze Mini-Update.
2
© Zwitserleven 2011
Cijfers over Nederland Populatie / Levensverwachting / Inkomen Jan Modaal Consumentenprijsindexcijfers / CAO loonindex
4 4 5
Belastingen en sociale cijfers Bedragen heffingskortingen Box 1 Tarieven Box 1 Erfbelasting en Schenkbelasting Sociale cijfers Premiepercentage volksverzekeringen 2011 / Sociale premies Maxima sociale verz./minimumloon / AOW bruto per jaar / Anw bruto per jaar
6 6 7 8 9 9 9
OVERHEIDSVOORZIENINGEN Eerste pijler: AOW, Anw en WGA Stroomschema AOW Stroomschema Anw Stroomschema WGA
10 11 11 12 13
Tweede pijler: Aanvullend pensioen Soorten pensioen Soorten pensioenregelingen Checklist adviestraject tweedepijler pensioenproduct Fiscale cijfers voor pensioen Franchises Opbouwpercentages ouderdomspensioen Opbouwpercentages ouderdomspensioen + 70% nabestaandenpensioen T- en U-rendement en wettelijke rente Ministeriële staffels Ministeriële staffels zonder kostenopslag Waardeoverdracht Rekenrente bij wettelijke waardeoverdracht / Waardeoverdracht naar het buitenland Stappenplan waardeoverdracht Checklist waardeoverdracht De Pensioenknip
14 14 15 16 18 18 18 18 18 19 20 22 22 23 24 25
Derde Pijler: De vrijwillige individuele voorzieningen Overzicht verschillen lijfrente-regimes Lijfrentepremieaftrek Jaarruimte / Reserveringsruimte / Oudedagsreserve / Stakende ondernemers Factor A Spaarloon en Levensloop DGA: Eigen beheer versus verzekeren DGA Checklist bij overdracht kapitaal naar Eigen Beheer Koersen Beleggingsindices Zwitserleven Beleggingsfondsen
26 26 27 27 28 28 29 30 31 31 32
Websites Belangrijke Zwitserleven gegevens
34 35
© Zwitserleven 2011
3
Cijfers over Nederland
Levensverwachting (in jaren) Geboortejaar
Man
Vrouw
1950
70,3
72,6
1955
70,9
74,1
1960
71,4
75,3
1965
71,1
76,1
1970
70,8
76,5
1975
71,4
77,7
1980
72,5
79,2
1985
73,1
79,7
1990
73,8
80,1
1995
74,6
80,4
2000
75,5
80,6
2003
76,2
80,9
2004
76,9
81,4
populatie
16,574 miljoen
2005
77,2
81,6
Leeftijdsopbouw
Percentage
2006
77,6
81,9
0 - 19 jaar
23,7%
2007
78,0
82,3
20 - 64 jaar
61,0%
2008
78,3
82,3
≥ 65 jaar
15,3%
2009
78,5
82,6
Bron: CBS (cijfers 2010)
Bron: CBS (cijfers 2010)
Consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens (2006 = 100)
Inkomen Jan Modaal Jaar
Jaarsalaris
Maandsalaris
2007
€ 30.000,-
€ 2.315,-
2008
€ 31.500,-
€ 2.431,-
2009
€ 32.500,-
€ 2.508,-
2010
€ 32.500,-
€ 2.508,-
2011
€ 33.000,-
€ 2.546,Bron: CBS (cijfers 2010)
4
© Zwitserleven 2011
cao index incl. bijzONDERE beloning (2000 = 100)
Jaar
Gemiddeld per jaar
Stijging per jaar
Jaar
Gemiddeld per jaar
2006
100
1,2%
2006
115,8
2,1%
2007
101,6
1,6%
2007
118,1
2,0%
2008
104,1
2,5%
2008
122,2
3,5%
2009
105,4
1,2%
2009
125,5
2,7%
2010*
107,2
1,6%
2010*
127,3
* voorlopig cijfer
(Bron: CBS)
* voorlopig cijfer
Stijging per jaar
1,0% (Bron: CBS)
© Zwitserleven 2011
5
Tarieven Box 1
Belastingen en sociale cijfers
Leeftijd
Belastingen 2011
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning
Arbeidskorting inkomen (lage inkomens) - tot 57 jaar - 57, 58, 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62, 63 en 64 jaar - 65 jaar en ouder De arbeidskorting wordt met € 77,verminderd bij een arbeidskorting grondslag > € 44.126,-
€ 1.987,-
> 65 jaar € 910,-
€ 1.574,€ 1.838,€ 2.100,€ 2.362,-
31,15%
33,00%
€ 6.147,-
10,80%
31,15%
41,95%
€ 12.358,-
€ 33.436,-
€ 55.694,-
42,00%
42,00%
€ 21.706,-
52,00%
52,00%
geboren in 1946
premie Belasting Tarief Volksverzetarief kering
Totaal tarief
Heffing over totaal van de schijven
€ 18.628,-
1,85%
13,25%
15,10%
€ 2.812,-
€ 18.628,-
€ 33.436,-
10,80%
13,25%
24,05%
€ 6.373,-
€ 33.436,-
€ 55.694,-
42,00%
42,00%
€ 15.721,-
52,00%
52,00%
€ 18.628,-
1,85%
13,25%
15,10%
€ 2.812,-
€ 18.628,-
€ 33.485,-
10,80%
13,25%
24,05%
€ 6.385,-
€ 33.485,-
€ 55.694,-
42,00%
42,00%
€ 15.712,-
52,00%
52,00%
> 65 jaar
€ 55.694,-
€ 1081,-
3
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
€ 1.871,-
4
Alleenstaande-ouderkorting
€ 931,-
€ 427,-
5
Aanvullende alleenstaande-ouderkorting
€ 1523,-
€ 697,-
€ 857,-
n.v.t.
6
Jonggehandicapte korting
€ 696,-
7
Ouderenkorting
n.v.t.
€ 739,-
8
Alleenstaande-ouderenkorting
n.v.t.
€ 421,-
9
Doorwerkbonus - 62 jaar (5%) - 63 jaar (7%) - 64 jaar (10%) - 65 jaar (2%) - 66 jaar (2%) - 67 e.v. jaar (1%)
10
1,85%
€ 33.436,-
€ 55.694,< 65 jaar
2
€ 18.628,€ 18.628,€ 55.694,-
Bedragen heffingskortingen Box 1 Algemene heffingskorting
Doch niet meer dan
< 65 jaar
Inkomstenbronnen: Aftrekposten: - winst uit onderneming - uitgaven voor inkomensvoorzieningen - inkomsten uit arbeid (loon) - persoonsgebonden aftrek - resultaat uit overige werkzaamheden - geen of geringe eigen woningschuld - periodieke uitkeringen en verstrekkingen - inkomsten uit eigen woning - negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen - negatieve persoonsgebonden aftrekposten
1
Belastbaar inkomen meer dan
€ 2.354,€ 3.295,€ 4.708,€ 942,€ 942,€ 471,-
Korting maatschappelijke beleggingen, directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen*
1%
11
Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname)
€
12
Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur)
€
1% 201,4,11
n.v.t. n.v.t.
* van vrijstelling in Box 3
6
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
7
Erfbelasting en Schenkbelasting
SOCIALE CIJFERS per 1 juli 2011
Vrijstellingen voor erfbelasting Als u een erfenis krijgt, is de kans groot dat u erfbelasting moet betalen. Maar alleen als het bedrag van de erfenis hoger is dan uw vrijstelling.
AOW (werknemer) Anw (werknemer)
17,90% 1,10%
Bent u
Dan is uw vrijstelling
Gehuwd / geregistreerd partner / ongehuwd samenwonend
€ 603.600,-
Kind met ziekte of handicap
€ 57.342,-
(Pleeg-)Kind
€ 19.114,-
Kleinkind
€ 19.114,-
Sociale premies Werkgever
Percentage
Ouder
€ 45.270,-
WAO/WIA basispremie (Aof )
5,10%
Overige verkrijger (zoals broer of zus)
€
2.012,-
Uniforme WAO-premie (Aok)
Vrijstellingen voor schenkbelasting Als u een schenking krijgt, is de kans groot dat u schenkbelasting moet betalen. Maar alleen als het bedrag van de schenking hoger is dan uw vrijstelling. Bent u
Dan is uw vrijstelling
(Pleeg-)Kind
€ 5.030,-
AWBZ (werknemer)
12,15%
Totaal
31,15%
0%
WGA rekenpremie
0,62%
ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgever
7,75%
ZVW werknemer zonder werkgever
5,65%
Kinderopvang
0,34%
Maxima sociale verzekeringen / minimumloon
(Aangetrouwd) Kind tussen 18 en 35 jaar Eenmalig
€ 24.144,-
Grens inkomensafhankelijke Bijdrage ZVW
€ 33.427,-
Eenmalig bij aankoop/verbouwing huis / eigenwoning schuld / dure studie
€ 50.300,-
Inkomensplafond uitkering WIA/WAO
€ 49.297,-
Maximale uitkering WIA/WAO (75%)
€ 36.973,-
Als eenmalige hoge storting voor 2010 al eens gedaan is: Eenmalig bij aankoop/verbouwing huis/eigenwoningschuld
€ 26.156,-
Inkomensplafond premieheffing Volksverzekeringen
€ 33.436,-
Bruto minimumloon incl. vakantiegeld
€ 18.600,-
Overig (zoals een kleinkind)
€ 2.012,-
Tarieven voor erfbelasting en schenkbelasting Is het bedrag van de erfenis of schenking hoger dan de vrijstelling, dan is het meerdere belast met erfbelasting of schenkbelasting. dan betaalt u over het gedeelte tot € 118.708,-
dan betaalt u over het gedeelte vanaf € 118.708,-
Gehuwd / geregistreerd partner / ongehuwd samenwonend*
10%
20%
(Pleeg-)Kind
10%
20%
Kleinkind
18%
36%
Overig (zoals ouder, broer of zus)
30%
40%
Bent u
* Wanneer u als ongehuwd samenwonende erft van uw partner, moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling van € 603.600 en de tarieven van 10/20% (o.a. minimaal zes maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven). Ongehuwd samenwonenden zonder samenlevingscontract worden op hetzelfde woonadres tot 1-1-2012 aangemerkt als partner.
8
Premiepercentage Volksverzekeringen 2011 (over inkomen tot € 33.436,-) Volksverzekering (Werknemer) Percentage
© Zwitserleven 2011
per jaar
(v.a. 23 jaar)
AOW bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) juli 2011 Samenwonenden
€ 9.074,-
Samenwonenden, met maximale toeslag
€ 18.148,-
Alleenstaanden
€ 13.185,-
Anw bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) juli 2011 Nabestaandenuitkering
€ 14.095,-
Halfwezenuitkering
€ 3.251,-
Wezen tot 10 jaar
€ 4.510,-
Wezen van 10 tot 16 jaar
€ 6.765,-
Wezen van 17 tot 27 jaar
€ 9.021,-
© Zwitserleven 2011
9
overheidsvoorzieningen
Eerste pijler: AOW en Anw
Pensioen is gebaseerd op 3 pijlers. De pijlers worden gevormd door overheidsvoorzieningen, aanvullende voorzieningen die via de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst worden opgebouwd en aanvullende privévoorzieningen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
De eerste pijler is een basisvoorziening die door de overheid wordt aangeboden. Deze basisvoorziening bestaat uit 3 onderdelen:
OUDERDOM
3e PIJLER
OVERLIJDEN
ARBEIDSONGESCHIKT
Een voorziening voor ouderdom: De AOW (Algemene Ouderdomswet) De AOW is een verplicht basispensioen. Je krijgt een levenslange uitkering vanaf de AOW-leeftijd (nu 65). Om een volledige AOW te ontvangen is het voldoende dat je van je 15e tot je 65e in Nederland woont of hebt gewoond. De hoogte van de AOW- uitkering is gekoppeld aan het netto minimumloon. Elk jaar dat je niet in Nederland woont na je 15e verjaardag wordt de AOW-uitkering met 2% verminderd.
PRIVÉ VOORZIENINGEN
Stroomschema AOW
2e PIJLER
OUDERDOMSPENSIOEN
NABESTAANDENPENSIOEN
ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN
1e PIJLER
AOW
Anw
WIA
Alleenstaand?
JA
70% minimumloon
NEE Verzorgt of samenwonend met kind < 18?
JA
90% minimumloon
NEE Samenwonend met partner > 65 jaar?
JA
100% minimumloon
NEE Eerste AOW-uitkering vóór 1-2-1994*?
JA
70% minimumloon + max. toeslag 30%
NEE 50% minimumloon + max. toeslag 50% * Voor nieuwe situaties vervalt de AOW-toeslag per 2015.
10
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
11
Een voorziening voor overlijden: De Anw (Algemene Nabestaandenwet) Op basis van de Anw kunnen nabestaanden (partner en kinderen) een uitkering van de overheid krijgen. Een kind krijgt een wezenuitkering als de ouder die het laatst is overleden in Nederland woont of werkt. Anders dan bij de AOW hangt de hoogte van de Anw-uitkering niet af van het aantal jaren dat je in Nederland woont of hebt gewoond.
Stroomschema ANW
NEE
Is de nabestaande geboren vóór 1 januari 1950?
JA
Heeft de nabestaande kind(eren) jonger dan 18 jaar?
JA
NEE Is de nabestaande voor minimaal 45% arbeidsongeschikt?
JA
Geen uitkering
De halfwezenuitkering wordt nooit gekort.
1e jaar ziek: 70 - 100% loon / 2e jaar ziek: meestal 70% loon
NEE Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt
< 35% arbeidsongeschikt
Geen uitkering
Gedeeltelijk of volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt
IVA uitkering 75% max. dagloon
NEE Gekorte uitkering
Recht op Anw-uitkering
Keuring door UWV na 2 jaar ziek
JA Is het inkomen van de nabestaande > 3 2.350,- bruto p. mnd?
NEE
Loondoorbetalingsperiode van 2 jaar
JA
Heeft de nabestaande inkomen uit arbeid?
Een voorziening voor arbeidsongeschiktheid Anders dan bij overlijden en ouderdom is bij arbeidsongeschiktheid de “hoedanigheid” van groot belang. Met hoedanigheid wordt bedoeld of u onder de definitie van verzekerde valt. Voor ondernemers, zelfstandigen en DGA’s is weinig geregeld op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Zij kunnen bij zwangerschap een beroep doen op een uitkering op minimumniveau. Ouderen kunnen soms een beroep doen op de IOW of IOAZ. Voor werknemers bestaan voorzieningen op basis van de Wajong, WAO, IOAW. Op welke voorziening een zieke werknemer een beroep kan doen, hangt af van een aantal vragen:
WGA vervolguitkering max. 50,75% minimumloon
WGA loon gerelateerd 70% (oud loon -/- nieuw loon)
WGA loonaanvullingsuitkering 70% (oud loon -/- restverdiencapaciteit)
Loondoorbetalingsperiode van 2 jaar is ook beperkt tot maximaal dagloon, waarbij het eerste jaar minimaal het minumumloon moet worden uitgekeerd. Loongerelateerde periode: duur afhankelijk van arbeidsverleden (max. 38 mnd). Indien de restverdiencapaciteit voor minimaal 50% wordt benut volgt een loonaanvullingsuitkering, indien dit niet voldoende wordt benut volgt de vervolguitkering. Zowel de loonaanvulling als de vervolguitkering keren uit tot 65 jaar. Formule loongerelateerde uitkering: 70% (oud loon -/- (verdiend loon x F) Formule loonaanvullingsuitkering: 70% (oud loon -/- (restverdiencapaciteit x F) F = maximaal dagloon / laatst verdiend ongemaximeerd loon
12
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
13
Soorten Pensioenregelingen
Tweede pijler: Aanvullend pensioen SOORTEN PENSIOEN Pensioenvorm
Ingang
Einde
Wie
Ouderdomspensioen
65 jaar, indien eerder actuarieel herrekenen
Bij overlijden
(gewezen) deelnemer
Overbruggingspensioen (1)
Voor 65 jaar
65 jaar
(gewezen) deelnemer
Tijdelijk ouderdomspensioen (2)
Voor 65 jaar
65 jaar
(gewezen) deelnemer
Prepensioen (1)
Op zijn vroegst op 60 jaar, voor 65 jaar
Op pensioen- (gewezen) deelnemer datum, echter uiterlijk op 65 jaar
Partnerpensioen
Na overlijden gewezen deelnemer
Overlijden partner
partner, diegene met wie de werknemer een duurzame gezamenlijke huishouding voert of heeft gevoerd
Nabestaandenoverbruggings pensioen / Anw-Hiaat
Na overlijden gewezen deelnemer of na beëindiging van recht op uitkering Anw
Uiterlijk op 65-jarige leeftijd van de nabestaande
partner, diegene met wie de werknemer een duurzame gezamenlijke huishouding voert of heeft gevoerd, en kinderen
Wezenpensioen
Na overlijden gewezen deelnemer
Uiterlijk tot 30-jarige leeftijd van het kind (3)
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Na 1 jaar arbeidsongeschiktheid
(pleeg)kinderen jonger dan 30 jaar (3)
deelnemer
(1) Het is na 1 januari 2006 alleen mogelijk een overbruggingspensioen / prepensioen op te bouwen als deze pensioen vorm was toegezegd op 1 januari 2005 en de werknemer op dat moment 55 jaar of ouder was. (2) Een werknemer of gewezen werknemer mag een deel van zijn levenslang ouderdomspensioen uitruilen voor een tijdelijk ouderdomspensioen dat loopt tot aan de 65-jarige leeftijd. Let op! Dit is geen pensioenvorm die kan worden opgebouwd. (zie Wet LB1964 art. 18d lid 2 en 3). (3) In het pensioenreglement kan een jongere leeftijd zijn opgenomen. Gebruikelijk is 21 jaar of bij studerende kinderen 27 jaar. Genoemd zijn de fiscale mogelijkheden. Leidend is hetgeen in het pensioenreglement is bepaald.
14
© Zwitserleven 2011
Premieovereenkomst Een pensioenregeling waarbij het uitgangspunt de beschikbaar gestelde premie is. Ook wel beschikbare premieregeling genoemd. Hoe hoog de aan te kopen pensioenen zijn, is pas op de pensioendatum volledig duidelijk. Premieovereenkomsten worden ook wel defined contribution regelingen genoemd. Er zijn 3 soorten premieovereenkomsten: - De zuivere premieregeling; - De premieregeling waarbij de premie onmiddellijk omgezet wordt in een aanspraak op kapitaal; - De premieovereenkomst waarbij de premie meteen na het beschikbaar stellen omgezet wordt in een aanspraak op een uitkering. De meest voorkomende vorm van de premieovereenkomst is de zuivere premieregeling. Hieronder volgen kort de belangrijkste kenmerken van deze premieovereenkomst: - Salarisstijgingen tellen alleen mee voor de toekomst; - Geen backservice; - De werkgever kan toekomstige lasten calculeren; - Hoogte pensioen is onzeker omdat factoren als beleggingsresultaat maar ook rentestand en tarieven in de toekomst bepalend zijn; - Opbouw over variabele loonbestanddelen mogelijk (m.u.v. auto van de zaak); - Gebaseerd op middelloon. Kapitaalovereenkomst Een pensioenregeling waarbij een kapitaal wordt verzekerd dat uiterlijk op pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Uitkeringsovereenkomst Dit is een pensioenregeling waarbij is overeengekomen dat de hoogte van het pensioen vastgesteld wordt aan de hand van het verdiende salaris en de doorgebrachte diensttijd. Een dergelijke pensioenregeling wordt ook wel een salaris-diensttijdregeling of defined benefit regeling genoemd. Er zijn twee verschillende vormen van salaris-diensttijdregelingen, namelijk de middelloonregeling en de eindloonregeling. Hieronder gaan we kort in op de verschillen. Eindloon
Middelloon
Bij salarisstijgingen tellen alle dienstjaren mee
Bij salarisstijgingen tellen alleen toekomstige dienstjaren mee
Backservice direct affinancieren door de werkgever
Geen backservice
Toekomstige lasten voor werkgever niet calculeerbaar
Meer zekerheid over toekomstige lasten
Over het algemeen hogere pensioenaanspraken
Over het algemeen lagere pensioenaanspraken
Maximale opbouw 2% per dienstjaar
Maximale opbouw 2,25% per dienstjaar
Opbouw over variabele loonbestanddelen niet mogelijk
Opbouw over variabele loonbestanddelen mogelijk
© Zwitserleven 2011
15
Checklist adviestraject tweedepijler pensioenproduct 1. Inventariseren Bepalen bandbreedte advies - Is er een CAO en/of een BPF van toepassing? - Is er een bestaande pensioenregeling aanwezig? - Wil en kan de werkgever één of meerdere pensioenregelingen opstellen voor verschillende groepen werknemers? - Wenst de werkgever een pensioenregeling die gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van zijn concurrentie? - Hoe verloopt het beslissingsproces en welke partijen zijn betrokken bij (aanpassingen van) de pensioenregeling? - Welke wet- en regelgeving is relevant voor de advisering van tweedepijler pensioenproducten? Past het advies binnen dit juridisch kader?
4. Bewaarplicht - Ingewonnen informatie over de werkgever en de onderneming en de gegevens over het geadviseerde en afgesloten pensioenproduct documenteren - Uit de informatie blijkt dat het advies op correcte wijze tot stand is gekomen - De informatie wordt gedurende ten minste één jaar na totstandkoming van het pensioen product bewaard 5. Nazorg Na totstandkoming contract bij onderhoud en beheer betrokken: - Aandacht voor ontwikkeling bedrijf en personeelsbestand conform eerdere aannames - Beoordelen van mogelijkheden en wenselijkheid van eventuele verbeteringen van het pensioen - Advies bij wijziging of verlenging bestaande pensioenregeling of advies aan werknemers > opnieuw het adviestraject doorlopen
Inventariseren gegevens en doelstellingen van de werkgever - Kennis en ervaring werkgever? - Informatie die u verstrekt op kennis er ervaring afstemmen - Wat is de financiële positie van de onderneming? - Kan de werkgever de lasten financieel nu en in de toekomst dragen? - Wat zijn de liquiditeitspositie van de onderneming en de solvabiliteit? - Welke fluctuaties in de kosten zijn voor de werkgever draagbaar? - Wat zijn de doelstellingen van de werkgever? - De doelstellingen met betrekking tot de dekkingen? - De doelstellingen met betrekking tot de kosten? - De doelstellingen voor de dekkingen en kosten afzonderlijk inventariseren - De risicobereidheid van de werkgever? 2. Analyseren - Signaleren van eventuele tegenstrijdigheden in de informatie - Eventuele tegenstrijdigheden bespreken met de werkgever - De werkgever helpen om prioriteiten te bepalen bij eventuele tegenstrijdigheden - De werkgever inzicht geven in de consequenties van de prioritering die hij aanbrengt. Wat zijn de risico’s en gevolgen van de wensen van de werkgever voor hem en zijn werknemers? 3. Advies - Welke contractvorm is passend? - Opvragen offertes - Opvragen meerdere offertes - Controleren ontvangen offertes op basis van een lijst met eenduidige specificaties - Advies aan werkgever - Werkgever volgt advies: het adviestraject is afgerond - Werkgever wijkt af van advies: informeer de werkgever over de gevolgen en risico’s die zijn keuze met zich meebrengt. Leg dit vast in het dossier en laat de werkgever dit ondertekenen - Maak afspraken of, en zo ja, in welke mate u gedurende het bestaan van het tweede-pijler pensioen bij dit contract betrokken blijft
16
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
17
Fiscale cijfers voor pensioen
Door het Ministerie van Financiën gepubliceerde premiestaffels beschikbare premieregeling
FRANCHISES
Bruto Staffel (rekenrente 4%) (Besluit van 23 oktober 2007, nr. CPP2007/552M)
AOW bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) januari 2011 Minimum AOW-franchise (werknemers)
€ 12.898,-
Minimum AOW-franchise (DGA)
€ 18.738,Door belastingdienst gepubliceerde maximale opbouwpercentages voor een ouderdoms pensioen plus 70% nabestaandenpensioen
Maximale opbouwpercentages voor ouderdomspensioen Pensioenleeftijd Eindloon
Percentage van de premiegrondslag (2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
Middelloon
Pensioenleeftijd Eindloon
Middelloon
65 jaar
2%
2,25%
65 jaar
2%
2,25%
64 jaar
1,85%
2,08%
64 jaar
1,88%
2,11%
63 jaar
1,71%
1,93%
63 jaar
1,77%
1,99%
62 jaar
1,59%
1,79%
62 jaar
1,66%
1,87%
61 jaar
1,48%
1,67%
61 jaar
1,57%
1,77%
60 jaar
1,38%
1,55%
60 jaar
1,48%
1,67%
T- en U-rendementen en wettelijke rente per januari Jaar
T-rendement
U-rendement
Wettelijke Rente
2005
3,59%
3,59%
4%
2006
3,16%
3,22%
4%
2007
3,80%
3,74%
6%
2008
4,45%
4,27%
6%
2009
4,11%
3,93%
6%
2010
3,70%
3,23%
3%
2011
3,04%
2,49%
3%
18
© Zwitserleven 2011
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP 7,6%
15 t/m 19
5,2%
6,3%
7,2%
20 t/m 24
5,9%
7,2%
8,2%
9,0%
25 t/m 29
7,2%
8,8%
9,9%
10,8%
30 t/m 34
8,8%
10,7%
12,0%
12,7%
35 t/m 39
10,8%
13,0%
14,4%
15,2% 18,3%
40 t/m 44
13,1%
15,9%
17,5%
45 t/m 49
16,1%
19,5%
21,1%
22,1%
50 t/m 54
19,7%
24,0%
25,6%
26,6%
55 t/m 59
24,4%
29,7%
31,0%
32,0%
60 t/m 64
30,5%
37,2%
37,9%
38,3%
Netto Staffel (rekenrente 4%) (Besluit van 21 december 2009, nr. CPP2009/1487M) Bestaande beschikbarepremieregelingen dienen voor 1 januari 2015 te worden getoetst aan dit besluit. Het besluit van 21 december 2009 maakt gebruik van netto staffels, waarin geen kosten opslagen meer zijn verwerkt. Percentage van de premiegrondslag (2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP
15 t/m 19
4,3%
5,2%
6,0%
6,4%
20 t/m 24
5,0%
6,0%
6,9%
7,5%
25 t/m 29
6,1%
7,3%
8,3%
9,1%
30 t/m 34
7,4%
8,9%
10,0%
10,7%
35 t/m 39
9,0%
10,9%
12,1%
12,7%
40 t/m 44
11,0%
13,3%
14,6%
15,3%
45 t/m 49
13,4%
16,3%
17,7%
18,5%
50 t/m 54
16,5%
20,0%
21,4%
22,2%
55 t/m 59
20,4%
24,8%
26,0%
36,8%
60 t/m 64
25,5%
31,1%
31,7%
32,0%
© Zwitserleven 2011
19
Afgeleiden van Netto Staffel (rekenrente 4%) In hetzelfde Besluit van 21 december 2009, nr. CPP2009/1487M, zijn tevens staffels opgenomen die gehanteerd kunnen worden, indien uitgegaan wordt van een lagere opbouw per jaar, omdat een lagere franchise wordt gehanteerd. Deze staffels zijn rechtevenredig afgeleid van de hiervoor genoemde staffels. Percentage van de premiegrondslag (2,05% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP
15 t/m 19
4,0%
4,8%
5,5%
5,8%
20 t/m 24
4,5%
5,5%
6,3%
6,9%
25 t/m 29
5,5%
6,7%
7,6%
8,3%
30 t/m 34
6,7%
8,2%
9,1%
9,7%
35 t/m 39
8,2%
9,9%
11,0%
11,6%
40 t/m 44
10,0%
12,1%
13,3%
14,0%
45 t/m 49
12,3%
14,9%
16,1%
16,9%
50 t/m 54
15,1%
18,3%
19,5%
20,3%
55 t/m 59
18,6%
22,6%
23,6%
24,4%
60 t/m 64
23,3%
28,4%
28,9%
29,2%
Sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (Wet VPL) per januari 2005 mogen, behoudens het geldende overgangsrecht, alleen nog staffels worden gehanteerd die uitgaan van de pensioenleeftijd van 65 jaar. Overgangsrecht Op basis van het overgangsrecht mogen voor oudere werknemers (die op 31 december 2004 al 55 jaar of ouder waren), die deelnemer zijn in een pensioenregeling, met een eerdere pensioenleeftijd, staffels uit het besluit van 2003, nr. CPP2003/308M) worden gehanteerd. Mits bij uitstel van de pensioendatum de uitkering actuarieel wordt herrekend en de mogelijkheid van deelpensionering is opgenomen. Gelijkblijvende premie In een beschikbarepremieregeling mag de premie ook gelijk blijven. De premie of het premie percentage mag dan niet hoger zijn dan in een fiscaal zuivere staffel is toegestaan voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 24 jaar.
Percentage van de premiegrondslag (2,15% per dienstjaar bij middelloonstelsel) Leeftijdsklassen tot 65 jaar
20
Ouderdoms pensioen
OP en uitgesteld opgebouwd PP
OP en direct ingaand opgebouwd PP
OP en direct ingaand bereikbaar PP
15 t/m 19
4,1%
5,0%
5,5%
5,8%
20 t/m 24
4,8%
5,8%
6,6%
7,2%
25 t/m 29
5,8%
7,0%
7,9%
8,7%
30 t/m 34
7,1%
8,5%
9,6%
10,2%
35 t/m 39
8,6%
10,4%
11,6%
12,2%
40 t/m 44
10,5%
12,7%
14,0%
14,6%
45 t/m 49
12,8%
15,6%
16,9%
17,7%
50 t/m 54
15,8%
19,2%
20,4%
21,3%
55 t/m 59
19,5%
23,7%
24,8%
25,6%
60 t/m 64
24,4%
29,8%
30,3%
30,6%
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
21
WAARDEOVERDRACHT
Stappenplan Waardeoverdracht Wat?
Rekenrente bij wettelijke waardeoverdracht Jaar
Hoogte rekenrente
2005
4%
2006
4%
2007
4%
2008
4,926%
2009
4,533%
2010
4,122%
2011
2,984%
Direct bij indiensttreding
2
Aanvraag voorstel
Werknemer vraagt aan pensioenuitvoerder van nieuwe werkgever een opgave van het effect van waardeoverdracht. Formulier verkrijgbaar bij werkgever.
Binnen 6 maanden na begin deelname aan pensioenregeling
PW art. 71 lid 3
3
Overdrachtsgegevens opvragen
De nieuwe pensioenhouder moet aan de oude pensioenuitvoerder een opgave van de overdrachtgegevens vragen.
Binnen 1 maand na ontvangstverzoek deelnemer
Besluit uitvoering PW art. 18 lid 1
4
Overdrachtsgegevens leveren
De oude pensioenuitvoerder verstrekt de gevraagde gegevens aan de nieuwe pensioenuitvoerder.
Binnen 2 maanden na ontvangstaanvraag bij nieuwe pensioen uitvoerder
Besluit uitvoering PW art. 19
5
Voorstel aan werknemer
De nieuwe pensioenhouder verstrekt een voorstel aan de werknemer.
Besluit uitvoering PW art. 20
Toestemming van De Nederlandsche Bank (DNB) nodig
Binnen 2 maanden na ontvangst gegevens van oude pensioenuitvoerder
6
Beoordeling door werknemer
Het verzoek tot waardeoverdracht moet binnen 2 maanden na ontvangst van het voorstel worden ingediend
Besluit uitvoering PW art. 21
De Nederlandsche Bank Postbus 929 7301 BD APELDOORN
De werknemer beoordeelt of hij wel of niet wil overdragen. Als hij dat wil, dient hij een verzoek tot waardeoverdracht in bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Zie checklist op pagina 24
7
Opdracht naar oude pensioenuitvoerder
Nieuwe pensioenuitvoerder informeert oude pensioenuitvoerder over verzoek werknemer om waarde over te dragen.
Direct na ontvangst verzoek
Besluit uitvoering PW art. 23 lid 1
8
Waarde overdragen
De oude pensioenuitvoerder draagt de waarde over naar de nieuwe pensioenuitvoerder.
Binnen 10 werkdagen na verzoek tot waarde overdracht
Besluit uitvoering PW art. 23 lid 3
9
Aangepast pensioen overzicht
Nieuwe pensioenuitvoerder verstrekt aan de werknemer een pensioenoverzicht waarin de waardeoverdracht is verwerkt. Dit betekent dat extra pensioenrechten en (eventueel) de fictieve datum in dienst in het overzicht zijn opgenomen. De werknemer controleert of de waardeoverdracht correct is verwerkt.
Binnen de Europese Unie
Buiten de Europese Unie Er is een bevoegdheid tot waardeoverdracht (de pensioen uitvoerder hoeft niet mee te werken aan waardeoverdracht) Beschikking van de Belastingdienst
Belastingdienst Particulieren Ondernemingen Buitenland / De Werkgroep Loonbelasting Postbus 4486, 6401 CZ Heerlen
22
© Zwitserleven 2011
Wetsartikel
De werkgever moet de nieuwe werknemer informeren over zijn recht op waardeoverdracht.
Er is een wettelijke plicht tot waardeoverdracht
Toetsing door de belastingdienst aan voorwaarden
Wanneer?
Informeren over recht op waardeoverdracht
Waardeoverdracht naar het buitenland Volgens de Nederlandse wetgeving is overdracht naar het buitenland toegestaan. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen overdracht naar een land binnen de Europese Unie en daarbuiten.
Dispensatie van de belastingdienst nodig
Wie?
1
© Zwitserleven 2011
23
Checklist Waardeoverdracht Waardeoverdracht is oorspronkelijk bedoeld om pensioenbreuk te voorkomen. Door toeslagen (indexaties) op premievrije pensioenen en het zeldzaam worden van eindloon- toezeggingen worden andere aspecten belangrijker. Deze zijn afhankelijk van het individuele geval. Hieronder een aantal aandachtspunten. Niet limitatief en ook niet leidend tot een duidelijk advies van een werkgever of P&O-afdeling, maar wel goed om werknemers mee te geven en te bespreken. Type pensioenregeling: Overlijdensdekking:
Is de nieuwe regeling geen eindloonregeling? Dit komt steeds vaker voor. Let dan op het volgende: Wat is de rentestand op pensioendatum? Hoe worden pensioenen in de nieuwe regeling geïndexeerd?
Wat is de behoefte van de werknemer aan overlijdensrisico dekking? Blijft het NP premievrij doorlopen in de oude regeling? Zo ja, voor welk bedrag? Of vervalt de overlijdensdekking?
Indexatiebeleid:
Kent de oude of nieuwe regeling een indexatiebeleid?
Flexibiliteit eerder stoppen met werken:
Nieuwe pensioenregelingen kennen geen prepensioen meer. Deze flexibiliteit gaat verloren bij waardeoverdracht.
Flexibiliteit gedurende opbouwfase:
Hoe flexibeler de nieuwe pensioenregeling is, hoe gunstiger de waardeoverdracht. Kan er gekozen worden voor verschillende beleggingsmogelijkheden, garanties en wel of niet meeverzekeren van nabestaandenpensioen?
Flexibiliteit op pensioendatum:
Welke flexibele elementen heeft de nieuwe regeling? Uitstel, vervroegen pensioenleeftijd, deeltijdpensioen en variabiliseren op de pensioendatum zijn voorbeelden hiervan. Hoe meer elementen er zijn, hoe gunstiger het is om over te dragen.
Risicospreiding:
Spreiding over verschillende fondsen of verzekeraars van je pensioengeld is een manier om risico te spreiden. Niet alle fondsen indexeren bijvoorbeeld.
Kostenonttrekkingen:
Hoeveel kosten worden onttrokken na premievrijmaking? Hoe lager de kosten van de oude maatschappij of het oude fonds, hoe gunstiger het is om het bedrag te laten staan bij de oude uitvoerder.
Administratieve eenvoud:
Door bij wisseling van de werkgever altijd waardeoverdracht aan te vragen, wordt de pensioenopbouw uitgevoerd door dezelfde pensioenuitvoerder. Dit voorkomt veel papierwerk en correspondentie.
Afkoop van pensioen:
Kleine pensioenen kunnen door de pensioenuitvoerder worden afgekocht. Dit is een negatief aspect van geen waardeoverdracht.
24
© Zwitserleven 2011
De Pensioenknip De pensioenknip is een mogelijkheid om pensioenkapitaal, dat op basis van beleggingen is opgebouwd, te splitsen in twee delen. Dit betekent dat een deel van het pensioenkapitaal wordt aangewend voor een tijdelijke uitkering (maximaal 5 jaar) en daarna het restant wordt aangewend voor de levenslange pensioenuitkering. Op deze manier kan het resterende pensioenkapitaal belegd blijven om eventueel te profiteren van een herstellende beurs. Uiteraard loopt men ook nog het risico op tegenvallende beleggings resultaten. De pensioenknip geldt tot 1 januari 2014 en het pensioenkapitaal moet minimaal € 10.000,- zijn. Wanneer? Pensioenknippen kan met op de pensioendatum beschikbaar komend kapitaal uit een kapitaalof een premieovereenkomst. Op de pensioendatum kan naast beleggingsrisico ook renterisico worden gelopen. Als een verzekerd kapitaal tot uitkering komt is alleen de renteknip aan de orde. De Handreiking Pensioenknip staat de pensioenknip ook toe voor niet onder de Pensioenwet vallende vóór 1 januari 2007 premievrij gemaakte C-polissen en pensioenverzekeringen van de DGA. De pensioenknip moet in het pensioenreglement vastgelegd zijn.
Handige Pensioenknip weetjes:
- Bij aankoop van een partnerpensioen op de pensioendatum wordt volgens de regeling gedurende de tijdelijke uitkering voorzien in een tijdelijk partnerpensioen - Shoppen naar een andere verzekeraar en uitruilen van ouderdomspensioen in partner pensioen is uitsluitend mogelijk op de oorspronkelijke pensioendatum - Variatie in de hoogte van de tijdelijke uitkering is toegestaan binnen de verhouding 100:75 - Informatieplicht: Een verzekeraar moet de begunstigde voor een onder de Pensioenwet vallend kapitaal informeren over de pensioenknip - Het risicoprofiel van de beleggingen in de uitstelperiode moet vergelijkbaar of lager zijn dan vóór de aankoop van de tijdelijke uitkering
© Zwitserleven 2011
25
Derde Pijler: De vrijwillige individuele voorzieningen Overzicht verschillen lijfrente-regimes1
Oud regime
Brede Herwaardering
Wet IB-2001
Lijfrente- Vrij, voldoen Gekwalificeerde Gekwalificeerde vorm 1%-criterium vormen vormen Oudedags- n.v.t. - levenslang lijfrente - toekomen aan belastingplichtige - ingangsdatum vrij, mits overeengekomen Nabestaan- n.v.t. - ingang bij overlijden* denlijfrente belastingplichtige of partner - levenslang/tijdelijk/tot 30 jr - begunstigde is belasting- plichtige of nabestaande Tijdelijke n.v.t - maximum € 20.602,- oudedags- - ingang niet eerder dan jaar lijfrente waarin belastingplichtige 65 wordt - minimale duur 5 jaar Overbruggings- n.v.t. - maximum € 63.288,- lijfrente (2) - bij eerdere pensionering uiterlijk eindigen bij 65 jaar Emigratie (3) Geen - conserverende aanslag heffing NL ongeacht totaal aan premies - invordering binnen 10 jaar - belast: waarde economisch verkeer van de aanspraak - revisierente van 20% Afkoop (4), Geen extra - negatieve pers. verplich- vervreemding sancties tingen = premies die voor etc. aftrek in aanmerking komen - intrestbestanddeel - 20% revisierente Lijfrente voor Van meerder- Ingang: meerderjarigheid kind meerderjarige jarigheid tot Einddatum: overlijden kind invalide overlijden kind Aftrek: onbeperkt kinderen (3) Aftrek: onbeperkt
- levenslang - toekomen aan belastingplichtige - ingangsdatum uiterlijk 70 jaar (muv zelfstandige) - ingang bij overlijden* belastingplichtige of partner - levenslang/tijdelijk/tot 30 jaar - begunstigde is belastingplichtige of nabestaande - maximum € 20.602,- ingang niet eerder dan jaar waarin belastingplichtige 65 wordt - minimale duur 5 jaar - uiterlijk ingaan op 70 jaar (muv zelfstandige) - maximum € 63.288,- uiterlijk tot 65 jaar of pensionering - over afgetrokken bedragen t/m 2005 - conserverende aanslag ongeacht totaal aan premies - invordering mogelijk binnen 10 jaar - belast wordt waarde economisch verkeer van de aanspraak - revisierente van 20% - negatieve uitgaven voor inkomens- voorzieningen = premies die voor aftrek in aanmerking zijn gekomen plus behaald rendement - 20% revisierente Ingang meerderjarigheid kind Einddatum: overlijden kind Aftrek: onbeperkt
* Of na verval Anw uitkering. 1 Dit overzicht geldt voor verzekeringslijfrenten. Bancaire lijfrenten vallen onder het regime van de Wet Inkomstenbelasting 2001, geldig vanaf 1/1/2008. 2 Een overbruggingslijfrente kan uitsluitend bij een verzekeraar worden bedongen. 3 De belastingdienst zal bij emigratie geen conserverende aanslag meer opleggen indien het gaat om saldolijfrenten gesloten voor 14/9/1999. Ook vervalt de afrekenverplichting. Dit is een van de fiscale maatregelen van het belastingplan 2009 (wetsvoorstel 31704) dat is aangenomen op 16 december 2008 en per 1 januari 2009 in werking treedt.
26
© Zwitserleven 2011
4 Afkoop van lijfrenten met een waarde economisch verkeer van maximaal € 4.171,-, kan onder fiscaal verzachtende omstandigheden plaatsvinden. Deze afkoopregeling is 1 januari 2009 geïntroduceerd voor zowel verzekeringslijfrenten als bancaire lijfrente. De afkoopwaarde wordt op het moment van afkoop belast in box 1 alsof sprake is van het uitkeren van een lijfrentetermijn. De hoogte van het afkoopbedrag van € 4.171,- wordt in beginsel per lijfrenteovereenkomst en per maatschappij (dus niet per concern) bepaald. Indien het echter gaat om meerdere lijfrenteovereenkomsten die zijn afgesloten bij een en dezelfde maatschappij, dan worden deze lijfrenteovereenkomsten wel beschouwd als één lijfrenteovereenkomst. Voorts mogen alleen niet ingegane lijfrente aanspraken met gebruikmaking van deze afkoopregeling worden afgekocht. Is de verzekeraar of bancaire instelling al begonnen met het uitkeren van de termijnen, dat is deze afkoopregeling niet van toepassing. Belangrijk is te onthouden dat deze regeling afkoop uitsluitend fiscaal benaderd. Juridisch gezien bepaald de inhoud van een lijfrenteovereenkomst of afkoop wel of niet is toegestaan. Als in de lijfrenteovereenkomst een afkoopverbod is opgenomen dan zijn partijen dus overeengekomen dan de lijfrente niet mag worden afgekocht.
Lijfrentepremie-aftrek 2011 Jaarruimte De hoogte van de jaarruimte wordt berekend met de formule: (17% x P) -/- 7,5A -/- F -/- BS Uitgaande van de gegevens van 2011 geldt daarbij dat: P = Premiegrondslag, dit is de inkomensgrondslag minus een franchise € 11.631 (2011). Inkomen is winst uit onderneming, belastbaar loon, auto van de zaak, periodieke uitkeringen, verstrekkingen en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. A = Waardeaangroei van pensioenaanspraken voor zover dit het gevolg is van een toename van de diensttijd in het kalenderjaar. Voor salarisdiensttijdregelingen berekening: opbouwpercentage x pensioengrondslag. F = Netto dotatie aan de oudedagsreserve (OR). BS = Vrijwillige bijdrage uit werknemersspaarregelingen voor een aanvullende module in de eigen Pensioenregeling. Jaartal
Franchise
Maximale Premiegrondslag
Maximale jaarruimte
2011
€ 11.631,-
€ 159.741,-
€ 27.156,-
Lijfrente-aftrek op grond van jaarruimte kan in aanmerking worden genomen door een belastingplichtige die op 1-1-2011 nog geen 65 jaar was. Reserveringsruimte Leeftijd
Reserveringsruimte
Op 1-1-2011 jonger dan 55 jaar
Niet geheel gebruikte jaarruimte van de voorgaande 7 jaar, echter: maximaal 17% x premiegrondslag, ten hoogste € 6.872,-
Op 1-1-2011 ouder dan 55 jaar
Niet geheel gebruikte jaarruimte van de voorgaande 7 jaar, echter: maximaal 17% x premiegrondslag, ten hoogste € 13.571,-
Oudedagsreserve (OR) 12% Van de winst, maximaal € 11.882,Lijfrente-aftrek op grond van jaarruimte kan in aanmerking worden genomen door een ondernemer die op 1-1-2011 nog geen 65 jaar was. Extra lijfrentepremieaftrek bij stakende ondernemers ≥ 60 jaar of ≥ 45% AO of overlijden € 435.652,≥ 50 jaar - < 60 jaar of direct ingaand € 217.833,Overige gevallen € 108.922,© Zwitserleven 2011
27
DGA: Eigen beheer versus verzekeren
Bepaling van de factor A bij beschikbare premie Leeftijd begin belastingjaar
Leeftijd begin belastingjaar
Factor
Factor
15-19
0,36
40-44
0,14
20-24
0,30
45-49
0,12
25-29
0,25
50-54
0,10
30-34
0,21
55-59
0,08
35-39
0,17
60-64
0,07
In geval het pensioen op grond van de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum eerder ingaat dan bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd en er geen sprake is van een aan een beschikbare premie gerelateerde levenslange inkomensvoorziening bij ouderdom, wordt de bepaalde aangroei vermenigvuldigd met de volgende factor: In de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum
factor
64 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar
2/1,85
63 jaar of ouder, doch jonger dan 64 jaar
2/1,71
62 jaar of ouder, doch jonger dan 63 jaar
2/1,59
61 jaar of ouder, doch jonger dan 62 jaar
2/1,48
jonger dan 61 jaar
2/1,38
Spaarloon en Levensloop Omschrijving
Maximum spaarbedrag
Maximum spaarbedrag spaarloon
€ 613,- per jaar
Maximum spaarbedrag levensloop
12% van brutoloon, tot maximaal 210%
Maximum spaarbedrag levensloop werknemer die op 31-12-2009 55 jaar of ouder is (maar nog geen 60 jaar)
Geen maximum per jaar tot maximaal 210% van bruto loon
Een DGA heeft, als hij direct of indirect minstens 10% van het geplaatste aandelenkapitaal van een vennootschap bezit, de mogelijkheid om pensioen op te bouwen in eigen beheer. Ook heeft hij de keuze voor een verzekeringsoplossing. Maar wat is de juiste oplossing? Dat is heel persoonlijk. Hieronder vindt u een aantal aandachtspunten van beide mogelijkheden. De afwegingen voor eigen beheer of verzekeren op een rijtje Eigen Beheer
Verzekeren
Minimale AOW-franchise € 18.738,-
Minimale AOW-franchise € 12.898,-
Liquiditeitsvoordeel (geld blijft in de zaak)
Liquiditeitsnadeel (inleg kan niet meer liquide worden gemaakt)
Pensioen niet veilig bij faillissement van de BV waarbinnen pensioen is toegezegd, tenzij ondergebracht in een separate BV
Pensioen wel veilig bij faillissement BV waarbinnen pensioen is toegezegd
Kosten accountant / beleggingsadviseur
Kosten verzekeraar en eventueel premies ten behoeve van indexatie en dekking overlijden en arbeidsongeschiktheid
Grotere beleggingsvrijheid
Beleggingsaanbod beperkt door keuze verzekeraar
Langlevenrisico op pensioendatum niet gegarandeerd i.v.m. kans op onvoldoende middelen
Langlevenrisico wel gedekt op pensioendatum
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding mogelijk liquiditeitsproblemen door onvoldoende middelen binnen de BV
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding worden rechten op basis van de verzekering toegekend
Geen reservering voor indexatie mogelijk
Geïndexeerd pensioen mogelijk
Reserveren voor PVI- en AO-dekking niet mogelijk. Dient separaat verzekerd te worden
PVI- en AO-dekking mogelijk binnen pensioenpolis tegen scherpe tarieven
Reserveren voor partnerpensioen alleen mogelijk bij bepaalde partner
Partnerpensioen tegen meerpremie mee te verzekeren
Maximaal 50% eigen bijdrage DGA
Geen maximale eigen bijdrage DGA
- Het voor de DGA geldende gebruikelijke loon wordt door deelname aan de levensloopregeling niet verlaagd. - Sinds 15-09-2010 kan het spaarloon van 2006 t/m 2009 zonder fiscale gevolgen worden gedeblokkeerd.
28
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
29
DGA Checklist bij overdracht kapitaal naar Eigen Beheer Als onderstaande bescheiden worden toegezonden aan Zwitserleven kunnen wij het vrijkomende kapitaal aan de B.V. overmaken: - Een door DGA en zijn/haar partner ondertekend verzoek tot overmaking van het expiratie kapitaal naar de B.V. - Een verklaring van de partner van de DGA, waarmee hij/zij afstand doet van de rechten die voortvloeien uit de polis. Let op: Bij overdracht tijdens de opbouwperiode dient de echtgenoot/ echtgenote expliciet te tekenen voor zowel het OP als NP - Een verklaring van de accountant dat de B.V. een pensioenlichaam is zoals genoemd in artikel 19a lid1 letter d van de Wet Loonbelasting 1964. In de verklaring moet staan dat de B.V. gevestigd is in Nederland en dat de pensioenverplichting gerekend wordt tot het binnenlands ondernemingsvermogen - Een kopie van de pensioenbrief van de pensioentoezegging die door de B.V. is toegezegd. - Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de B.V. waar de DGApensioenrechten heeft opgebouwd - Naam en rekeningnummer waarop wij de uitkering kunnen overmaken, de naam van de bank en de vestigingsplaats van de bank Aandachtspunten Het overdragen van de expiratiewaarde is geen wettelijk recht. Het is een bevoegdheid van Zwitserleven om aan de overdracht mee te werken. Overdracht van de waarde is alleen mogelijk over de periode dat de persoon om wie het gaat DGA is of is geweest en minimaal 10% van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal bezit of bezat.
30
© Zwitserleven 2011
KOERSEN Beleggingindices per ultimo: AMX
Euronext Top 100
Jaar
AEX
1990
104
2634
374
23849
1991
126
3169
586
22984
1992
130
3301
677
16925
1993
188
3754
777
17417
1994
188
3834
752
19723
1995
220
261
5117
1052
19868
1996
294
426
6448
1291
19361
1997
415
591
7908
1570
15259
1998
538
647
9181
2193
13842
1999
671
655
11497
4069
18934
2000
637
604
10788
2471
13785
2001
506
478
800
10002
1950
10542
2002
323
312
540
8341
1336
8579
2003
338
358
609
10454
2003
10677
2004
348
411
658
10783
2175
11489
2005
437
521
810
10718
2205
16111
2006
495
678
963
12463
2415
17226 15308
Dow Jones
Nasdaq
Nikkei
2007
516
657
995
13265
2652
2008
246
312
545
8776
1577
8860
2009
335
511
684
10428
2269
10546
2010
355
639
691
11578
2653
10229
© Zwitserleven 2011
31
Zwitserleven Beleggingsfondsen (gekoppeld aan verzekeringen): Fonds
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-0,99%
-20,28%
-33,67%
7,18%
5,42%
33,71%
17,00%
6,88%
-50,90%
40,37%
9,52%
19,05%
16,46%
1,01%
-41,70%
28,98%
7,01%
Obligatiefonds
6,81%
6,45%
9,46%
4,56%
7,65%
5,04%
0,03%
0,65%
2,60%
8,01%
2,18%
Mixfonds
3,19%
-7,37%
-15,38%
7,80%
7,82%
14,55%
7,97%
1,31%
-21,02%
18,45%
4,85%
Geldmarktfonds
3,85%
4,75%
2,78%
2,69%
2,09%
2,14%
2,97%
4,13%
4,78%
1,58%
0,39%
Maatschappijfonds (1)
7,00%
7,00%
5,00%
4,75%
4,60%
4,33%
4,20%
4,22%
5,47%
9,67%
6,08%
8,14%
4,39%
0,68%
-0,20%
-5,85%
16,20%
5,03%
4,55%
-2,83%
-2,20%
11,67%
2,52%
1,26%
Vastgoedfonds
-52,76%
50,53%
1,54%
Wereld Aandelenfonds
-37,26%
26,50%
20,4%
Horizonfonds 2015-2019
-7,89%
14,05%
3,25%
Horizonfonds 2020-2024
-16,35%
14,73%
3,85%
Horizonfonds 2025-2029
-20,51%
18,79%
4,34%
-28,02%
22,41%
5,37%
6,23%
6,55%
2,42%
4,20%
3,97%
3,75%
4,05%
Aandelenfonds Europees Aandelenfonds
Nieuwe fondsen Credits Fonds Government Bonds 10+ Fonds
Zwitserleven Horizon Fondsen
Horizonfonds 2020-2034 (2)
0,23%
Horizonfonds 20+ HorizonRentefonds MaatschappijGarantie MaatschappijGarantie (1) GIP Fondsen SNS Optimaal Geel
-0,32%
3,88%
6,53%
8,00%
2,97%
-0,20%
-5,60%
10,56%
SNS Optimaal Oranje
-1,60%
7,31%
7,16%
13,23%
4,76%
-0,75%
-16,67%
16,55%
8,71%
SNS Optimaal Rood
-4,04%
8,87%
7,44%
19,02%
9,49%
-2,40%
-30,29%
25,12%
13,47%
8,68%
-2,83%
-39,84%
31,19%
17,01%
-0,05%
6,63%
2,31%
6,43%
1,04%
SNS Optimaal Paars SNS Optimaal Blauw REAAL Doorlopend Garantiefonds (3) (1) (2) (3)
32
Het Maatschappijfonds is in 2008 opgeheven. Ter vervanging van het Maatschappijfonds is de Zwitserleven MaatschappijGarantie opgericht. Gemiddelde koers over de laatse drie maanden van 2010. REAAL Doorlopend Garantiefonds is opgericht per 15-12-2008.
© Zwitserleven 2011
© Zwitserleven 2011
33
WEBSITES
Belangrijke Zwitserleven e-mailadressen en nummers
Vakinhoudelijke informatie Ministerie van Financiën Ministerie van EZ, Landbouw en Innovatie Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De Nederlandsche Bank Autoriteit Financiële Markten Belastingdienst Centraal Aanspreekpunt Pensioenen Sociale Verzekeringsbank Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen KennisRing Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut Centraal Bureau voor de Statistiek Het Financiële Dagblad Wetgeving Commissie Gelijke Behandeling
www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin www.rijksoverheid.nl/ministeries/eleni www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw www.dnb.nl www.afm.nl www.belastingdienst.nl www.belastingdienstpensioensite.nl www.svb.nl www.uwv.nl www.socialezekerheid.nl www.ag-ai.nl www.cbs.nl www.fd.nl www.overheid.nl www.cgb.nl
Belangenorganisaties NVA NBVA Financial Planning Association (FPA) Nederland Federatie Financiële Planners Verbond van Verzekeraars Ombudsman pensioenen
www.nva.nl www.nbva.nl www.fpanederland.net www.ffp.nl www.verbondvanverzekeraars.nl www.ombudsmanpensioenen.nl
Pensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
www.opf.nl www.vb.nl
Overige Zwitserleven MijnZwitserlevenPensioen Mini Update MijnPensioenOverzicht Algemeen financieel Pensioen (consument) Pensioen (Uniform Pensioen Overzicht)
www.zwitserleven.nl www.mijnzwitserlevenpensioen.nl m.zwitserleven.nl/miniupdate www.mijnpensioenoverzicht.nl www.geld.startpagina.nl www.pensioenkijker.nl www.upo.nl
Beleggerinformatie NYSE Euronext Beleggers Belangen De Beurs EuroBench IEX Cashcow The Financial Times Financial Planning Association Dow Jones Bloomberg
www.euronext.com www.beleggersbelangen.nl www.debeurs.nl www.eurobench.com www.iex.nl www.cashcow.nl www.ft.com www.fpanet.org www.dowjones.com www.bloomberg.com
34
© Zwitserleven 2011
telefoon
(020) 347 84 78
fax
(020) 347 83 31
telefoon
(020) 347 88 94
e-mail
[email protected]
telefoon
(020) 347 88 70
e-mail
[email protected]
Helpdesk Intermediair (automatisering)
telefoon
(072) 519 49 94
Z-line
e-mail
[email protected]
Zwitserleven.biz
e-mail
[email protected]
Redactie Update
e-mail
[email protected]
Redactie Mini-Update
e-mail
[email protected]
Algemeen Zwitserleven Werknemersdesk PrivateView
Handige sociale en fiscale cijfers voor uw advisering nu ook verkrijgbaar op uw mobiele telefoon! Ga naar m.zwitserleven.nl/miniupdate. Mini-Updates bijbestellen? Ga naar www.zwitserleven.nl/bestellen_mini_update
© Zwitserleven 2011
35
Burgemeester Rijnderslaan 7, 1185 MD Amstelveen. Telefoon 0800 - 0045. www.zwitserleven.nl