editoriaal
VERANTWOORDELUKE UITGEVER Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR
Minister zonder budget Bruno Vermeeren, Coördinator
Julie Hendrickx •
[email protected] REDACTIE Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ann De Meulemeester, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Myriam Lemmens, Kris Michielsen,
De situatie is genoegzaam bekend: CD&V en N-VA onderhandelden het regeerakkoord voor het Vlaamse niveau. Op het laatste momentje mocht Open VLD toetreden tot de Vlaamse regering. De partij, die niet nodig is om een meerderheid te vormen en die niet mee aan tafel zat bij de onderhandelingen, mag nu de minister van Cultuur leveren.
Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected]
CD&V en N-VA maakten ook al deel uit van de vorige Vlaamse regering. De interne staatshervorming wordt dan ook onverkort voortgezet. De lokale besturen krijgen meer autonomie, de provincies worden afgeslankt en er komt een nieuw decreet Lokaal Bestuur dat onder meer het Gemeente- en het OCMWdecreet zal vervangen. Dat alles in een context van besparingen waarbij de regeringspartijen streven naar een slanker en efficiënter overheidsapparaat.
REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK EVM META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is
Met die uitgangspunten voor ogen, lijkt het lot van de provinciale bibliotheeksystemen (PBS) en van het streekgericht bibliotheekbeleid (SBB) bezegeld. Of toch niet helemaal? Want vreemd genoeg vermeldt het regeerakkoord het decreet Lokaal Cultuurbeleid niet als een sectoraal decreet dat aangepast moet worden om de provincies hun persoonsgebonden bevoegdheden te ontnemen. Opmerkelijk, want net in dit decreet werden hals over kop nog wat provinciale bevoegdheden vastgelegd, bijv. op vlak van cultureel erfgoed en amateurkunsten. En als de PBS’en en de SBB’s verdwijnen, wie neemt hun taken dan over? Maar er is meer. In de 197 pagina’s van het akkoord komt de term “lokaal cultuurbeleid” maar één keer voor, en wel in een onheilspellend zinnetje. De sectorale subsidies worden opgenomen in het Gemeentefonds. Het geld in dat fonds wordt onder de lokale besturen verdeeld op basis van criteria zoals inwoners, actieve bevolking en schoolgaande jeugd. Het is een ingreep die Schauvliege als minister van Cultuur nog kon tegenhouden, maar waar ze zich nu aan de onderhandelingstafel niet meer tegen heeft willen of kunnen verzetten. De groeivoet van het Gemeentefonds (3,5 procent) zal op die subsidies overigens niet van toepassing zijn.
begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
De vraag is nu hoe het dan moet met het decreet Lokaal Cultuurbeleid. De nieuwe logica was immers dat de minister beleidsprioriteiten vastlegt. Als de lokale besturen daarop intekenen, krijgen ze subsidies. Deze logica kan alleen maar blijven werken als de Vlaamse overheid binnen het Gemeentefonds sectorale subsidielijnen vastlegt. Maar waarom dan werken via het fonds? Als de sectorale budgetten gewoon toegevoegd worden aan het fonds, dan wordt het hele verhaal van de beleidsprioriteiten een lege doos. De nieuwe minister van Cultuur verliest zo met een pennentrek de controle over 20 procent van het cultuurbudget. En de kans is groot dat de volgende minister van Cultuur in 2019 niet veel meer te zeggen zal hebben over het lokaal cultuurbeleid. Welkom, minister Gatz, veel succes met deze nieuwe wending in uw carrière!
META 2014 | 6 |
1
inhoud
META 2014/6 Jaargang 90 - augustus 2014
vaste rubrieken 1 Editoriaal Minister zonder budget 4 Nieuws 24 Signalement Vakantie! Vakantie! 26 Etalage Aktion Sühnezeichen Friedensdienste 27 Inzet Jan Haspeslagh 28
Over de schutting De boekhandelaars
36
Iris Van Germeersch
De Vraag Hoe kan de bibliotheek burgerschap ondersteunen? Eva Simon
38 Kroniek • Bibliothecarissen op Erasmus: Staff Mobility Week 2014 • VVBAD-studiedag: Ken je Klant • VVBAD-studiedag: Archiefles begrepen? Workshop over effectief lesgeven aan archiefvormers 30 Trend Bib-in-touch: ‘Literatuur’ en ‘Lezen over de Groote Oorlog’
42 Toepassing
31 Uitgepakt Wat is compressie en wanneer kan ik het gebruiken?
43
Het cijfer
43
Het plan
45
Zo gelezen Johan Vandendriessche
42 Personalia
Bert Lemmens
“Krakende hersenen, treden en ruggen, het vreedzame geluid van een bib. En dan kijk ik naar buiten en vraag me af of het in Israël of Gaza ook zo kraakt.” 35 Column Kraak Margot Collet
35 Citaat 2 | META 2014 | 6
46 Terugblik 47 Activiteiten 48 Uitzicht
32 14 inhoud
Deze cover werd getekend door onze huiscartoonist Patrick Hochstenbach. Zijn er eigenlijk superhelden die in bibliotheken werken? Hoe wordt de archivaris voorgesteld in stripverhalen? Jozef Peeters, oud-medewerker Universiteitsbibliotheek Leuven en stripkenner zocht het uit. Zijn het alleen maar stereotypen en clichés of is er meer?
30 jaar bibliotheekweek
“Gelukkig was het enthousiasme in de sector van meet af aan erg groot en was er creativiteit zat.”
artikels Taalpunten Nederlands in het netwerk van de Antwerpse bibliotheken
.............. 8
Liesbet Laureyssens
De kleine(re) bib Laura Decaluwé
8
............ 19
nieuws
Doeboek Muzikaal Erfgoed Het Doeboek muzikaal erfgoed dat Resonant vzw ontwikkelde is de handige gids voor elke organisatie of elke persoon die van ver of van dichtbij met muzikaal erfgoed te maken heeft: orkesten, organisatoren, muziekclubs, componistenverenigingen, rockmuzikanten, verzamelaars, fanfares, professionele muzikanten en amateurs. Het doet er niet toe of men veel of weinig erfgoed beheert: iedereen vindt er tips en richtlijnen om naar eigen mogelijkheden toe te passen op zijn/haar erfgoed. Daarom biedt het Doeboek telkens drie opties om een probleem aan te pakken: basis, wenselijk en optimaal. Het basisniveau is voor iedereen haalbaar en vereist geen of weinig extra investering; het wenselijk niveau gaat een stapje verder en het optimaal niveau benadert de standaard die door de professionele erfgoedinstellingen (musea, bibliotheken, archiefinstellingen) vooropgesteld wordt. Concreet vind je er tips over: • Hoe weet ik wat ik heb en breng ik mijn erfgoed in kaart? • Hoe bewaar ik best mijn erfgoed? • Hoe orden ik mijn erfgoed? (volgt later) • Wat kan ik met mijn erfgoed allemaal aanvangen? (volgt later) • Aan wie kan ik mijn erfgoed overdragen en hoe gaat dat in zijn werk? Het Doeboek wordt aangeboden in pdf-formaat en kan je vrij downloaden en verspreiden. Het Doeboek wordt regelmatig geüpdatet met nieuwe informatie en nieuwe hoofdstukken. (JH) > http://www.muzikaalerfgoed.be/doeboekmuzikaalerfgoed
Eerste uitvoeringsbesluit bij Vlaams Archiefdecreet Bibnet Denk- en Discussiedagen 2014 Naar tweejaarlijkse traditie organiseert Bibnet de Denk- en Discussiedagen voor bibliotheken in het najaar. Dit jaar staat de digitale collectie in de kijker. Immers, hoe kan een bibliotheek met een beperkt budget, personeel en tijdsinvestering haar publiek maximaal bereiken met de digitale collectie? De Denkdag met boeiende lezingen, discussies en sprekers uit het veld geeft de aftrap in Brussel op 16 september. Met de Discussiedagen in Gent (30/09), Hasselt (7/10), Brugge (24/10), Antwerpen (28/10) en Leuven (3/11) komen we je bezoeken in jouw provincie met pakken tips, actieve participatie en praktische informatie op jouw maat. Prik deze data alvast in je kalender. Meer informatie volgt later. Bibnet
4 | META 2014 | 6
In het Belgisch Staatsblad van 11 juni 2014, blz. 44178-44182 verscheen het “Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van het archiefbeheer”, dat reeds goedgekeurd en vastgelegd was door die regering op 21 maart laatstleden. In het kort samengevat worden met het Besluit: • artikel 5 van het Archiefdecreet geconcretiseerd over de ‘goede, geordende en toegankelijke’ staat van de archiefdocumenten, zowel de analoge als de digitale; hierbij krijgen de archiefzorgdragers de operationele vrijheid om te kiezen hoe ze de geformuleerde doelstellingen willen bereiken; • zeven selectiecommissies opgericht en de werking geregeld van deze commissies, evenals de redactie en de bekrachtiging van de selectielijsten zelf; • een steunpunt ingesteld voor bestuurlijk-administratieve archiefwerking met een begeleidende stuurgroep vanuit de Vlaamse beleidsvelden Bestuurszaken, Cultuur en Binnenlandse Aangelegenheden. Johan Vannieuwenhuyse
nieuws
Selectielijst Gemeenten Binnen de werkgroep Lokaal Overheidsarchief van de VVBAD besloten enkele leden in april 2005 om een aparte subwerkgroep op te richten om het uitwerken van de selectielijst vlotter te laten verlopen. Op 16 december 2009 werden het eerste en tweede deel van de lijst goedgekeurd door het Algemeen Rijksarchief. In juli 2014 verscheen een herziene versie van de delen een en twee, en een eerste versie van deel drie. De lijst is beschikbaar op de website van de VVBAD en op de website van het Algemeen Rijksarchief. De medewerking van de gemeentelijke administraties waar de leden van de subwerkgroep werkzaam zijn, was ook van onschatbaar belang. De lijst is onderverdeeld in drie delen. Deel 1 omvat de documentvorming met betrekking tot het BESTUREN VAN DE GEMEENTE EN ONDERGAAN VAN ADMINISTRATIEF TOEZICHT HIEROP. Het 2e deel handelt over de INTERNE TAKEN (ook wel: de ondersteunende taken) van de gemeente. Onder meer gemeentefinanciën, personeel, secretariaat en logistiek komen hierin aan bod. Deel 3 heeft betrekking op de PUBLIEKE TAKEN
van de gemeente. Van deel 3 zijn afgewerkt: 301. Externe communicatie en openbaarheid; 302. Bevolking, vreemdelingenzaken en burgerlijke stand; 303. Militie; 304. Verkiezingen; 305. Brandweer; 310. Onroerende goederen; 312. Middelbaar onderwijs; 314. Sport en toerisme en Senioren; 315. Erfgoed; 316. Toezicht op OCMW’s en 317. Toezicht op kerkbesturen. In 2014 bespreken we verder de hoofdstukken: 313. Maatschappelijk welzijn; 307. Volksgezondheid; 308. Leefmilieu; 314. Openbare bibliotheek en cultuur algemeen; 311. Economie. Neem vooraf de inleiding door. Deze maakt integraal deel uit van de selectielijst. Met het oog op een vlotte realisatie van de integrale selectielijst maakt de subwerkgroep gebruik van een sjabloon en zijn enkele redactionele richtlijnen opgesteld. Deze zijn eveneens te vinden op de VVBAD-website. > http://www.vvbad.be/bericht/selectielijst-gemeenten > Website Algemeen Rijksarchief: http://tinyurl.com/l7yzoel
Subwerkgroep Selectielijst Gemeenten
nieuws
Elektron in 2014 Na de vereffening van het VOWB nam Elektron eind 2013 alle consortiumtaken voor toegang tot elektronische informatiebronnen onder haar hoede. Omdat er niet langer lidgeld aan VOWB moet betaald worden kon de financiële bijdrage van de leden aan Elektron stijgen om het personeelslid rechtstreeks vanuit Elektron te betalen. Het is voor wetenschappelijke instellingen en overheidsinstellingen gemakkelijker en duidelijker geworden om via Elektron (mee) in te stappen in een consortiumovereenkomst. Hieronder putten we rijkelijk uit gewijzigde statuten van Elektron, met slechts hier en daar een herformulering.
Lidmaatschap Elektron heeft als doel de samenwerking op het gebied van elektronische informatiebronnen te bevorderen in het kader van onderwijs, onderzoek, dienstverlening en beleid; sluit voor haar leden overeenkomsten voor de gezamenlijke aankoop van databanken en elektronische tijdschriften en bedingt licentievoorwaarden voor het gebruik van informatiebronnen met het oog op een zo ruim mogelijke aanwending voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden. De effectieve leden worden opgedeeld in vier geledingen: ‘universiteiten’, ‘hogescholen’, ‘wetenschappelijke instellingen’ en ‘overheid’. Wie lid wenst te worden van de vereniging richt aan de voorzitter van de algemene vergadering een gemotiveerde aanvraag. De aanvaarding van een effectief lid gebeurt door de algemene vergadering. Effectieve leden betalen lidgeld en een jaarlijkse bijdrage. De lidgelden voor universiteiten en hogescholen ligt al vast op 250, 500 of 750 euro, afhankelijk van het aandeel in de werkingsbijdrage die zij ontvangen. Voor de andere geledingen moet de hoogte van het bedrag nog bepaald worden. Op basis van de hoogte van het lidgeld heeft een lid recht op een aantal stemmen in de algemene vergadering (gaande van 1 tot 3). Toegetreden leden betalen geen lidgeld maar enkel een jaarlijkse bijdrage. Deze bijdrage is een percentage van de kostprijs voor het lid van de contracten waaraan wordt deelgenomen. Dit percentage is momenteel voor universiteiten en hogescholen van de orde van grootte 6 | META 2014 | 6
van 0,5 procent. Toegetreden leden kunnen via Elektron contracten afsluiten voor een maximale waarde van 50.000 euro. Men wordt effectief lid (en betaalt dan ook lidgeld) indien de kostprijs van de contracten 50.000 euro overschrijdt. Toegetreden leden hebben het recht de algemene vergadering bij te wonen zonder stemrecht.
Algemene vergadering en raad van bestuur De algemene vergadering duidt onder de vaste vertegenwoordigers uit de geleding universiteiten een voorzitter aan, uit de geleding hogescholen een ondervoorzitter. De raad van bestuur bestaat uit zes leden, waarvan drie voorgedragen door de geleding universiteiten en drie voorgedragen door de andere geledingen, waaronder twee door de geleding hogescholen. Voor de bestuurders die worden voorgedragen door de geleding universiteiten wordt er een rotatiesysteem gehanteerd. In 2014-2017 is de voorzitter van de raad van bestuur Prof. Peter Marynen Van de KU Leuven. De ondervoorzitter is Paul Buschmann die de VLHORA vertegenwoordigt. De andere leden van de Raad van Bestuur zijn: Pieter Lernhout (Universiteit Hasselt), Erika Meel (VLHORA), Dirk Schoonbaert (Instituut voor Tropische Geneeskunde), Patrick Vanouplines (Vrije Universiteit Brussel).
Consortiumovereenkomsten 2014 Voor elke contractonderhandeling duidt de algemene vergadering één effectief lid aan dat verantwoordelijk is voor de contacten en onderhandelingen met de mogelijke leveranciers. De keuze van de verantwoordelijke gebeurt op basis van expertise. Er wordt gestreefd naar een billijke verdeling van de inspanningen over de leden van Elektron. De verantwoordelijke onderhoudt rechtstreekse contacten met de potentiële leden van het consortium, rapporteert aan de algemene vergadering en wordt voor de administratieve taken ondersteund door het secretariaat van Elektron. Het contractvoorstel, inclusief een voorstel van de verdeling van kostprijs over de deelnemers, wordt ter goedkeuring voorgelegd. De kostprijs voor een individueel lid moet in principe lager liggen dan de
prijs welke betaald zou worden zonder consortiumovereenkomst. Elektron onderhandelde in de loop der jaren al voor veel consortiumcontracten. Voor sommige van die contracten gebeurt de betaling via Elektron (zoals MathSciNet, SciFinder, Ebsco-BSP, Grove Art en Music, Econlit, MLA, Sociological Abstracts, Invert, Web of Science,) voor de andere (zoals Science, Brepols, Mediargus-Gpress, PsycArt, Lisa, Inspec, VanDale, Wiley) betalen de leden rechtstreeks aan de uitgever of leverancier of aan hun tijdschriftenintermediair. Patrick Vanouplines
nieuws
What’s in it for me? Het regeerakkoord doorgelicht Met het nieuwe regeerakkoord lijkt de Vlaamse regering verder te gaan op de ingeslagen weg. De interne staathervorming wordt verder uitgewerkt, maar ook andere initiatieven worden voortgezet. META zet de belangrijkste passages voor bibliotheken, archieven en documentatiecentra op een rijtje. Er moet bespaard worden, in eerste instantie op het eigen apparaat van de Vlaamse overheid. Het organigram van de Vlaamse overheid bevestigt dat de agentschappen SociaalCultureel Werk en Kunsten en Erfgoed opgaan in het Department Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM). De regering wil ondersteunende structuren efficiënt en doeltreffend maken.
Interne staatshervorming, deel 2 Wat de interne staatshervorming betreft, is de meest drastische maatregel de integratie van de sectorale subsidies, zoals die voor het lokale cultuurbeleid, in het Gemeentefonds. De provincies verliezen alle persoonsgebonden bevoegdheden, waaronder die voor cultureel erfgoed. Vreemd genoeg wordt het lokale cultuurbeleid hier niet expliciet genoemd.
Wereldoorlog blijft nog even op de agenda staan. Alle bevolkingsgroepen hebben recht op culturele ontplooiing. Het participatiebeleid zal via de sectorale decreten gevoerd worden en de sociaalculturele sector wordt versterkt. Er zit veel punctuele continuïteit in het cultuurbeleid. Het Cultuurforum 2020 wordt voortgezet en de UiTpas wordt verder uitgerold. De regering werkt door op de conceptnota’s over cultuureducatie. Het Vlaams e-boekplatform (VEP) wordt geoperationaliseerd en het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA) krijgt structurele ondersteuning voor hun digitaliseringsopdracht inzake audiovisueel erfgoed. Ook het kenniscentrum Mediawijsheid mag verder inspanningen leveren om de digitale kloof te dichten en digitale geletterdheid te bevorderen, in samenwerking met de betrokken partners. Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) krijgt een depotfunctie. In Brussel krijgt Muntpunt alle kansen om zijn rol als belevingsbibliotheek, informatie- en communicatiecentrum en cultureel onthaalcentrum waar te maken.
De nieuwe Vlaamse regering.
Er komt een nieuw decreet ‘lokaal bestuur’, dat onder meer het Gemeente- en het OCMW-decreet zal vervangen en een nieuw bestuursdecreet dat onder andere het decreet Openbaarheid van Bestuur zal integreren. Bestuurszaken wil uitdrukkelijk paal en perk stellen aan de verkokering binnen de Vlaamse overheid. Vanaf nu wordt er met één stem gesproken. Het akkoord stelt een grote digitale sprong voorwaarts in het vooruitzicht. Bij die aandacht voor e-gov worden mensen die nog niet mee zijn met de nieuwe informatietechnologie niet uit het oog verloren.
Volgens de paragraaf over het geïntegreerd letterenbeleid komt er een actieplan voor een breed gedragen en duurzaam taal- en leesbevorderingsbeleid, waar ook een brede imagocampagne rond lezen en boeken deel van uitmaakt. Ook de gereglementeerde boekenprijs heeft het regeerakkoord gehaald.
De nieuwe regering ontwikkelt een beleid rond digitale infrastructuur met aandacht voor het ‘Internet of things’, de ‘cloud’ en ‘big data’. Onder het versterken van de kennisbasis in Vlaanderen verstaat ze onder meer aandacht voor open data, open access en Massive Open Online Courses (MOOC’s). Het Vlaams academisch en bibliografisch bestand voor de sociale en humane wetenschappen wordt op punt gesteld.
Vlaanderen moedigt lokale besturen aan om samen te werken aan een integrale erfgoedzorg. Er komt een successieregeling voor verzamelaars en een garantieregeling voor langdurige bruikleen van collecties. Herita wordt dé onroerenderfgoedorganisatie. Samenwerking met Faro wordt aangemoedigd. Er moet een betere samenwerking komen tussen onroerend erfgoed en cultuur.
Er zal worden ingezet op praktijkgerichte opleidingen, in de eerste plaats voor knelpuntberoepen, en daarvoor zal worden samengewerkt met de sectoren. De procedure voor de ontwikkeling van beroepskwalificaties zal geëvalueerd en aangepast worden, zodat er sneller kan ingespeeld worden op maatschappelijke ontwikkelingen. Een nieuwe opleiding in het hoger onderwijs is alleen mogelijk als er een andere wordt afgebouwd. De ontwikkeling van het hoger beroepsonderwijs als nieuw onderwijsniveau wordt voortgezet.
De Vlaamse regering wil de Europese agenda mee bepalen. Ze versterkt de gedegen voorbereiding van en tijdige betrokkenheid van relevante stakeholders bij Europese dossiers.
Continuïteit in cultuurbeleid Het internationaal cultuurbeleid wordt gedefinieerd in termen van culturele diplomatie, merkbeleid en toerisme. Erfgoed is een van de belangrijkste toeristische productlijnen van Vlaanderen. Er komt ‘een geïntegreerde strategie voor een economische, academische, culturele en publieksdiplomatie’. De Eerste
Bouwstenen voor de toekomst? Een aantal punten uit het memorandum van de VVBAD haalden het regeerakkoord, zoals het VEP, het VIAA, mediawijsheid en een vage vermelding van open access. De plannen van de regering rond het Europese beleid en de betrokkenheid van de stakeholders zijn hoopgevend. Heel wat andere thema’s, en niet de minst belangrijke, zullen we onder de aandacht van de nieuwe bewindvoerders moeten brengen: opleidingen, erfgoedbibliotheken, aanschaf van elektronische informatie, selectielijsten … Maar het zijn vooral de voorziene uitwerking van de interne staatshervorming en de ontwikkelingen rond het decreet Lokaal Cultuurbeleid die de komende maanden aandacht zullen vragen. (BV)
META 2014 | 6 |
7
artikel
Taalpunten Nederlands in het netwerk van de Antwerpse bibliotheken Liesbet Laureyssens, Stad Antwerpen
In Antwerpen wonen meer dan 175 verschillende nationaliteiten. Niet slecht voor een stad met ca. 512.000 inwoners. Samen met Amsterdam/Rotterdam en New York behoort Antwerpen tot de top drie van de steden met het meest aantal nationaliteiten. Elk jaar
8 | META 2014 | 6
komen daar duizenden nieuwkomers bij, maar het aanbod NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal) in Antwerpen kon het tempo niet aan. De openbare bibliotheken van Antwerpen wilden daar in 2008 iets aan doen.
artikel
Voorbereidend onderzoek In 2008 werd aan de hand van gegevens van de Studiedienst voor Stadsobservatie een grondig onderzoek naar de bevolking en de woonplaats van verschillende bevolkingsgroepen in Antwerpen verricht. Uit dit onderzoek is gebleken dat 28 procent van de inwoners van Antwerpen behoort tot een etnische minderheid. In sommige wijken liep dat cijfer zelfs op tot 80 procent. Vaak gaat het om sociale probleemwijken. In 2013 heeft al 42 procent van de inwoners buitenlandse roots; dat geldt ook voor 62,7 procent van de -10-jarigen. Elk jaar arriveren er duizenden nieuwkomers van over de hele wereld. Zo telt Antwerpen intussen meer dan 175 verschillende nationaliteiten. De bedoeling is uiteraard dat die nieuwkomers zo snel mogelijk integreren en Nederlands leren. Nieuwkomers moeten zich aanmelden in het Atlasgebouw in de
Carnotstraat, bij de dienst Inburgering. Daar wordt ook een taaltest afgenomen door het Huis van het Nederlands. Afhankelijk van hun geletterdheid worden ze doorverwezen naar de Centra voor Volwassenenonderwijs of naar de Centra voor Basiseducatie. In 2008 waren er echter enorme wachtlijsten bij beide centra. Sommige nieuwkomers moesten meer dan een jaar wachten vooraleer ze met een cursus Nederlands konden starten. Het hoge aantal nieuwkomers en de lange wachtlijsten van het NT2-onderwijs hebben ons ertoe aangezet in de Antwerpse openbare bibliotheek een aangepaste dienstverlening voor anderstaligen en laaggeletterden op te richten. De dienstverlening die we tot dan toe boden, voldeed niet. Taalcursussen voor beginners en handboeken voor docenten stonden door elkaar. Er was geen indeling. Materialen voor inburgering stonden
verspreid over de hele bib in verschillende ZIZO-rubrieken of waren opgesteld in veel te moeiljke taal. Voorzien in deze dienstverlening op maat van nieuwkomers en laaggeletterden sloot ook perfect aan bij internationale (richtlijnen van de IFLA) en stedelijke trends. De IFLA-richtlijnen vermelden letterlijk dat bibliotheken naast het aanbieden van collectiemateriaal in de taal van het land van herkomst van nieuwkomers, ook het leren van de nationale taal moeten bevorderen door taalcursussen, alfabetiseringssoftware, en inburgeringscursussen aan te bieden. Het Diversiteitsplan van de stad Antwerpen stelt dat de stad het als haar plicht ziet om iedereen de kans te geven Nederlands te leren en te spreken. Een specifieke dienstverlening op maat van doelgroepen als laaggeletterden,
META 2014 | 6 |
9
artikel
nieuwkomers en anderstaligen wordt daarbij sterk benadrukt. Het cultuurbeleidsplan van de stad Antwerpen sloot hier naadloos bij aan met de opdracht aan de bibliotheek tot uitbouw van een volwaardige dienstverlening op maat van diverse doelgroepen zoals o.a. nieuwkomers en laaggeletterden. In Vlaanderen bestond er op dat moment in 2008 in de openbare bibliotheken nergens een aangepaste dienstverlening voor anderstaligen. In Nederland daarentegen zijn er in alle grote steden met een multiculturele bevolking (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag …) sinds het begin van de jaren 2000 inburgeringspunten (NL-pleinen) voor nieuwkomers of Leesen Schrijfpleinen voor laaggeletterden ingericht. Deze inburgeringspunten bieden materialen aan voor nieuwkomers, anderstaligen en laaggeletterden om Nederlands te leren en om in te burgeren. Anders dan bij ons zijn in Nederland nieuwkomers verplicht om te slagen voor een examen inburgering en een examen Nederlandse taal. De Nederlandse openbare bibliotheken hebben daarop ingespeeld.
“Voor het Taalpunt Nederlands werd een logo en een nieuwe indeling met gekleurde symbolen ontworpen. De ZIZO-indeling was namelijk veel te ruim.”
1 0 | META 2014 | 6
In 2009 werd in de bibliotheek van Borgerhout een eerste Taalpunt Nederlands als pilootproject opgericht. Na twee jaar volgde een evaluatie en besliste de directie om de Taalpunten Nederlands verder uit te rollen over het netwerk. In december 2012 kwam er een Taalpunt Nederlands in de bibliotheek van Deurne. In maart 2013 volgde het Taalpunt Nederlands in de bibliotheek van Hoboken en sinds begin 2014 beschikt ook bibliotheek Permeke in Antwerpen over een Taalpunt Nederlands.
Concept van de Taalpunten Nederlands Voor onze Taalpunten Nederlands hebben we ons gedeeltelijk geïnspireerd op de inburgeringspunten in Nederland, wel aangepast aan de Vlaamse situatie. Als benaming kozen we voor ‘Taalpunt Nederlands’ omdat het een neutrale, niet stigmatiserende benaming is. De bedoeling van het Taalpunt is ondersteuning te bieden aan anderstaligen voor Nederlandse taalverwerving en inburgering en ook om hen meer zelfredzaam te maken zodat ze volwaardig
kunnen participeren in onze samenleving. Ook voor laaggeletterden is het Taalpunt geschikt. Mensen die beter Nederlands willen leren lezen en schrijven kunnen voor materialen in het Taalpunt terecht. Het concept van de Taalpunten Nederlands bestaat uit 3 delen: 1) de collectie, 2) het taallab en 3) de projectwerking met partners. 1. De collectie bestaat uit: • cursussen Nederlands voor beginners, halfgevorderden en gevorderden • cursussen Nederlands met steuntalen • aangepaste grammatica- en spellingsboeken • NT2-woordenboeken • materialen voor spreek- en schrijfvaardigheid • leesboekjes en infoboekjes in eenvoudige taal • een krant in eenvoudige taal • luisterboeken • in het (Zuid-)Nederlands gesproken films 2. Taallab In de bibliotheek van Borgerhout staan acht laptops met een tiental computerprogramma’s en websites om Nederlands te leren. Anderstaligen kunnen drie uur per dag gratis op deze taalcomputers komen oefenen. Ook in Hoboken en Deurne staan computers met websites om Nederlands te leren. Op bepaalde dagen zijn er ook vrijwilligers aanwezig in de Taallabs die de anderstaligen begeleiden als ze niet alleen aan de slag kunnen met de taalprogramma’s. 3. Het Taalpunt Nederlands werkt samen met alle mogelijke partners die zich bezighouden met anderstaligen en laaggeletterden zoals de dienst Inburgering, het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas (DocAtlas), de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s), de Centra voor Basiseducatie, Taaloor, Tweespraak, het Huis van het Nederlands, de Taalgarage, organisatie Recht-Op, het OCMW, de buurthuizen … Het is de bedoeling dat er samen projecten worden opgezet. Zo zijn al verschillende schrijf-, poëzie- en filmprojecten, auteurslezingen, aangepaste rondleidingen e.a. doorgegaan in de verschillende Taalpunten Nederlands.
artikel
Het Taalpunt Nederlands in Vilvoorde
Het Antwerpse concept leek ons uiteindelijk een uitstekend alternatief en na overleg met het Huis van het Nederlands e n d e P rov i n c i e Vlaams-Brabant en met de zeer bereidwillige medewerking van de Antwerpse bibliotheken hebben we dat concept dan ook volledig overgenomen. Wat biedt het Taalpunt
De bibliotheek Vilvoorde was al geruime tijd bezig met het uitbouwen van een collectie materialen Nederlands voor anderstaligen. Dit werd toen de NT2-collectie genoemd. Tegelijkertijd evolueerde Vilvoorde behoorlijk snel naar een grootstedelijke en dus zeer diverse samenleving. We begrepen dat we als bibliotheek fundamenteel moesten anticiperen op deze evolutie wilden we een belangrijke actor blijven in deze samenleving. Het positief integreren van deze diversiteit was wat ons toen voor ogen stond. En, dat we van een doelgroepenwerking eigenlijk een reguliere werking moesten maken. Na verloop van tijd merkten we dat de collectie NT2, en de ruimte waarin deze zich bevond, stilaan het fysische centrum werd van onze vernieuwde werking. Onze partners kwamen er materiaal uitzoeken, meer en meer individuele gebruikers kwamen taalcursussen uitlenen, de rondleidingen voor onder andere inburgeraars vertrokken steevast vanuit deze ruimte. Maar we merkten eveneens dat deze groeiende collectie allesbehalve transparant bleek te zijn. Gebruikers, partners maar ook het eigen personeel hadden meer dan eens problemen met het terugvinden van het juiste materiaal.
De collectie is niet a l l e e n syste m at i scher ingedeeld, ze oogt bovendien ook veel aantrekkelijker. Dit laatste ervaren wij als heel belangrijk omdat het op die manier mensen op een aangename manier uitnodigt om gebruik te maken van het materiaal. De oude rekken worden binnenkort, met de steun van de provincie VlaamsBrabant, vervangen door multifunctionele bibliotheekmeubels. Er worden enkele leestafels bij geplaatst en een drietal computers moeten gebruikers van het TP de mogelijkheid geven om cursussen uit te testen, informatie op te zoeken of taaloefeningen te maken. In ons Taalpunt vind je onder meer: leerboeken, cursussen (met steuntalen), woordenboeken, docentenhandleidingen, makkelijk-lezen-boeken, luisterboeken, Vlaamse speelfilms, educatief spelmateriaal rond taal en infomateriaal.
interculturele werking, zullen wij het omgaan met diversiteit zeer concreet en zeer actief invullen. Partners zijn: CBE, CVO, OKAN, VDAB, LOP, scholen, gezondheidscentra, Kind & Gezin en de stedelijke diensten. • Vanuit het TP worden op geregelde tijdstippen verhalen in diverse talen en in het Nederlands voorgelezen. • Vanuit het TP organiseren we heel wat rondleidingen voor onze partners. • Omwille van die emanciperende rol moet de collectie ook voldoende maatschappelijk oriënterende publicaties bevatten (bijv. Publicaties van Ella – kenniscentrum gender en etniciteit) • In de jeugdafdeling wordt een Taalpunt-junior opgericht waarin naast het reguliere taalmateriaal ook een collectie moedertaalboeken wordt opgenomen. • Taalpunt zal een meertalige folder aanmaken om het concept bibliotheek op een eenvoudige manier uit te leggen. • Het leren omgaan met andere culturen is een belangrijk cultuureducatief aspect van het TP. Het is onze uiteindelijke bedoeling dat door de zeer specifieke werking van het TP er meer en meer interetnische contacten zullen plaatsvinden, wat tot gevolg zal hebben dat we in Vilvoorde langzaam maar zeker zullen evolueren naar een elective of pragmatic diversity in plaats van naar een oppositional diversity. Dit zal de sociale cohesie van de stad ontegensprekelijk ten goede komen. Frank Verreyken, OB Vilvoorde
Wat willen we met het Taalpunt?
Hoe beter het TP is uitgerust, hoe meer organisaties en individuele gebruikers het TP ook effectief zullen gebruiken. Dit betekent dat door een goed uitgebouwd TP, meer mensen van vreemde afkomst het Nederlands zullen leren, zich zullen informeren over de stad, de provincie, het land waarin ze leven. Het TP heeft dus naast de voor de hand liggende functie mensen het Nederlands te laten aanleren ook een bijzondere emanciperende rol. Omdat wij het TP als de kern beschouwen van onze
META 2014 | 6 |
11
artikel
Schrijver Kader Abdolah gaf een lezing in de bib van Deurne.
Opstelling en indeling De materialen van een Taalpunt Nederlands worden frontaal opgesteld in een flexibel Taalpuntmeubel, (zoals het Makkelijk Lezen Plein-meubilair), dat aangepast kan worden aan de formaten van de verschillende materialen. Het Taalpunt bevindt zich bij voorkeur op een centrale of goed zichtbare plaats in de bibliotheek met een goede bewegwijzering. Voor het Taalpunt Nederlands werd een logo en een nieuwe indeling met gekleurde symbolen ontworpen. De ZIZO-indeling was namelijk veel te ruim. Taalleermateriaal voor beginners en gevorderden stond door elkaar. Grammaticaboeken voor nieuwkomers stonden bij grammaticaboeken voor docenten. Vlaamse films stonden tussen de andere films, enzovoort. Nieuwkomers die geen Nederlands kennen, vinden er hun weg niet in. Ze kunnen ook vaak de catalogus niet gebruiken en het personeel heeft niet altijd de tijd om materialen verspreid over de hele bibliotheek bijeen te zoeken. Daarom werd besloten om alle materialen die voor anderstaligen bruikbaar zijn bij elkaar te zetten. We opteerden voor een 1 2 | META 2014 | 6
radicaal nieuwe indeling van het Taalpunt (los van ZIZO) die grotendeels gebaseerd is op de indeling die ook in DocAtlas wordt gebruikt. Nieuwkomers worden vaak door het Huis van het Nederlands, de Taalgarage en DocAtlas doorgestuurd naar de Taalpunten zodat een uniforme indeling van de collectie wel handig is. Voor de materialen van het Taalpunt werd ook een nieuw plaatskenmerk gecreëerd zodat het duidelijk is in de catalogus waar de werken zich bevinden en om later makkelijker uitleenstatistieken te kunnen trekken.
Opleiding Om gericht advies te kunnen geven aan anderstaligen kreeg het personeel van de Taalpunten een opleiding in Documentatiecentrum Atlas. Zo kregen ze meer expertise en voeling met de verschillende NT2-materialen, en leerden ze de voor- en nadelen ervan kennen. Ook aan het omgaan met anderstaligen en interculturele communicatie werd heel wat tijd gewijd.
Nederlands in rubrieken met gekleurde symbolen werden ook affiches in verschillende talen ontworpen om promotie te maken op plaatsen en bij partners waar inburgeraars en anderstaligen komen. Per Taalpunt kwam er ook een folder in verschillende talen. De affiches en folders werden naar alle organisaties die werken met anderstaligen verstuurd met een begeleidende brief over de Taalpunten. Voor NT2-leerkrachten stelden we een brochure op met uitleg over de materialen van de Taalpuntcollectie en de projecten voor anderstaligen in het Taalpunt en de bibliotheek, alsook over het gebruik van de catalogus. Voor de leerkrachten van de CVO’s gaven we uiteenzettingen over de Taalpunten Nederlands, hun materialen, hun werking en de mogelijke samenwerking voor projecten. Op het bibportaal van de catalogus van de Antwerpse openbare bibliotheek is het mogelijk om de plaats en de volledige collectie van het Taalpunt Nederlands te bekijken.
Communicatie voor het Taalpunt Nederlands
Projecten van de Taalpunten
Naast de signalisatie met het nieuwe logo en de nieuwe indeling van het Taalpunt
• In het Taalpunt in Deurne werd in 2012 een project ‘levensverhalen schrijven’
artikel
opgezet in samenwerking met Creatief Schrijven, CVO Deurne en organisatie 2-spraak. Anderstaligen schreven verhalen over hun land, hun ouderlijk huis, hun familie, keerpunten in hun leven, hun dromen voor de toekomst, enz. Dit resulteerde in een boekje met verhalen van anderstaligen. Ze lazen hun verhalen ook zelf voor op de opening van het Taalpunt Nederlands in de bibliotheek van Deurne in aanwezigheid van Kader Abdolah die er zelf ook een motiverende lezing gaf over de noodzaak om Nederlands te leren. • Op Gedichtendag brachten anderstaligen van de organisatie 2-spraak Nederlandstalige gedichten voor het publiek in de bibliotheken van DeurneNoord en Deurne-Zuid. Ze oefenden hier intens enkele maanden aan met vrijwilligers die hun uitspraak bijspijkerden. • De Taalpunten Nederlands richtten in samenwerking met de buurthuizen en de organisaties Taal-oor en 2-spraak ‘samenleesgroepen’ op die werken volgens de principes van The Reader van Jane Davis. De deelnemers hoeven niets af te weten van literatuur of boekenlezers te zijn. De nadruk ligt op het leesplezier. De begeleider leest hardop een
verhaal voor aan een groepje anderstaligen en daarna praten ze samen over de zaken die hen troffen in het verhaal of over de gedachten en gevoelens in de tekst die ze herkennen in hun eigen leven. Het gaat vooral over het plezier van het voorgelezen worden, het samen delen van boeken, het zelf op verhaal komen en de verbinding die hierdoor in de groep ontstaat.De tekst fungeert als een spiegel voor eigen ervaringen, gedachten en emoties. De bedoeling van de samenleesgroepen van The Reader is de mentale weerbaarheid van mensen verhogen en mensen meer greep doen krijgen op het leven rondom hen. • In de Taalpunten Nederlands vinden ook geregeld lezingen voor anderstaligen plaats van auteurs die boekjes schrijven in eenvoudige taal (Wablieftreeks en Eenvoudig Communiceren). Marita de Sterck, Do Van Ranst, Rachida Lamrabet, Johan Lambrechts en Siska Goeminne vertelden al over hun boeken en hun schrijfproces. • Met de dienst Inburgering en het Servicepunt Vrijwilligers van Atlas werd het vrijwilligersproject opgezet waarbij vrijwilligers op bepaalde dagen laaggeletterde anderstaligen begeleiden met taalprogramma’s en websites om Nederlands te leren in het taallab van het Taalpunt. • Op geregelde tijdstippen worden gratis Vlaamse films vertoond voor anderstaligen in het Cultuurcentrum of in de bib. Verschillende cursisten van het CVO, anderstaligen van Tweespraak, Taaloor en de buurthuizen wonen de vertoningen bij en houden daarna een nabespreking van de film met een drankje. • Er gingen ook muziekoptredens van de Bonski’s door, een groep die gespecialiseerd is in het zingen van Nederlandstalige liedjes voor en met anderstaligen. • Uiteraard zijn er ook speciale rondleidingen voor groepen anderstaligen in de bib en de Taalpunten Nederlands, aangepast aan hun taalniveau. • In 2014 staat een digital storytellingproject op stapel in de verschillende Taalpunten Nederlands i.s.m. Vorming Plus. Anderstaligen gaan digitale verhalen maken over het nut en de meerwaarde die Nederlands leren voor hen meebracht. Deze zullen later vertoond
worden op schermen in de bib als toeleiding naar de collectie van de Taalpunten Nederlands.
Toekomst van de Taalpunten Nederlands In de Vlaamse bibliotheekwereld is er momenteel interesse om de Taalpunten Nederlands over te nemen, zoals we op onze voorstelling van de Taalpunten Nederlands op twee studiedagen van LOCUS mochten ondervinden. Het concept en de lay-out van het Taalpunt Nederlands van de Antwerpse openbare bibliotheken kan kosteloos overgenomen worden. Zo lanceerden de bibliotheken van Vlaams-Brabant al hun nieuwe Taalpunten Nederlands in de bibliotheken van Vilvoorde en Liedekerke op 20 november vorig jaar. In 2014 zullen er nog een twintigtal nieuwe Taalpunten Nederlands bijkomen, verspreid over Vlaams-Brabant. Ook de openbare bibliotheek van Turnhout start in het najaar van 2014 een Taalpunt Nederlands op. Het Antwerps provinciaal bibliotheekcentrum wil binnenkort een infosessie organiseren over het Taalpunt Nederlands zodat geïnteresseerde bibliotheken mee in zee kunnen. De werken van het Taalpunt Nederlands zullen ook zichtbaar zijn in de Antwerpse provinciale catalogus door het logo van het Taalpunt Nederlands. Hopelijk volgen nog veel openbare bibliotheken in Vlaanderen hun voorbeeld.
META 2014 | 6 |
13
30 jaar bibliotheekweek
jaar Bibliotheekweek Hieperdepiep! Julie Hendrickx
In het najaar van 1984 lanceerde de Raad van Bestuur van de VVBAD het idee om een Bibliotheekweek te organiseren. In 1985 vindt de eerste editie van de Bibliotheekweek plaats. Frans Heymans, Lieven Vervenne en Relinde Raeymakers slaagden er in een aantal bibliothecarissen te mobiliseren, het is die werkgroep die de ‘Week van de Openbare Bibliotheek’, later de ‘Bibliotheekweek’ gestalte gaf. Omdat we deze verjaardag niet onopgemerkt voorbij konden laten gaan, vroegen we verschillende mensen naar een bijdrage. Foto boven: Jan Van Herreweghes’ kijk op het thema ‘De Bib laat je proeven’.
30 jaar bibliotheekweek
Een korte voorgeschiedenis Marc Storms, voormalig coördinator VVBAD
Even een korte historische terugblik. Het bibliotheekdecreet van 1978 was een mijlpaal voor het openbaar bibliotheekwerk in Vlaanderen. Het bracht structuur (zoals de gemeentelijke verplichting om een openbare bibliotheek op te richten en betekende dus het einde van de verzuilde situatie van gemeentelijke, katholieke, socialistische, vrijzinnige en liberale bibliotheken), normering (op diverse vlakken min. aankopen en afvoer per jaar, min. aantal openingsuren, min. personeelsformatie e.d.), professionalisering (diplomavereisten, en het idee van permanente vorming), alsook afspraken over de financiering verdeeld over het gemeentelijke, het provinciale en het Vlaamse niveau. Helaas werd de uitvoering van het decreet al zeer snel afgeremd door een aantal zogenaamde crisisbesluiten die vooral de financiële verplichtingen voor de drie niveaus terugschroefden. De gehele bibliotheeksector, inclusief bibliotheekscholen, reageerde geschokt én — tot dan toe ongezien — er werden protestacties georganiseerd waarvan vooral de fameuze uitgeperste citroenen uitgedeeld aan de genodigden van de officiële opening van de boekenbeurs in 1984 — een initiatief van de VVBAD — ophef maakte. Met deze en met andere acties (zoals de verspreiding van een doodsbrief waarin het overlijden van het bibliotheekdecreet officieel werd medegedeeld) werd de druk op de politici om de besparingsmaatregelen ongedaan te maken opgevoerd. Persaandacht bleef niet uit. Uiteraard was de sectie OB van de VVBAD tevreden over de impact van de verschillende acties, maar tezelfdertijd groeide het besef dat het herhaald in het nieuws komen met protesten tegen besparingen kon leiden tot een negatieve beeldvorming over de openbare bibliotheek. Diezelfde periode — begin jaren tachtig — had de VVBAD ook een aantal erg succesvolle studiedagen georganiseerd over marketing en public relations — tot dan toe een onderwerp dat Een overzicht van 20 jaar affiches. amper toegepast werd op publieke dienstverlening. Voeg beide samen en de “Week van de Openbare Bibliotheek” , later herdoopt tot Bibliotheekweek, was geboren. Geestelijke vader en moeder waren de toenmalige sectievoorzitter Lieven Vervenne en sectiesecretaris Relinde Raeymakers, gesteund door algemene voorzitter Frans Heymans die in ondergetekende een geschikte sparringpartner vonden. Het begin was vooral pionierswerk: er was geen budget — gelukkig kon gerekend worden op de steun van de Dienst Openbaar Bibliotheekwerk voor de aanmaak en verspreiding van affiches; er waren amper individuele bibliotheken die ervaring hadden met promotieactiviteiten laat staan dat er collectieve promotie gevoerd werd. Trouwens de onderlinge verschillen tussen de openbare bibliotheken waren in die tijd erg groot, denk maar aan huisvesting, dienstverlening, collecties, bezit van AVM, en het Vlaamse bibliotheeklandschap vertoonde nog heel veel ’witte’ vlekken, gemeenten die nog geen OB hadden opgericht. Promotie maken voor een dergelijke heterogene groep bibliotheken was een moeilijke aangelegenheid. Het was ook de tijd van de eerste handleiding rond gebruikersonderzoek van Egbert De Smet — gepubliceerd door de VVBAD in 1986 — en van discussie rond hoe nietgebruikers te bereiken. En er waren vooral veel vragen: Welke dienstverlening van de OB promoten? Welke bibliotheken in beeld brengen? Wat met het imago van het personeel? Laat staan de eerder praktische zaken zoals, welke periode is het best geschikt, of welke media bereiken welke gebruikerssegmenten? Trouwens van in het begin was duidelijk dat promotie maken voor een ideëel concept “de openbare bibliotheek” - letterlijk voor eenieder niet zoveel heeft aan traditionele marketing waarbij gezocht wordt naar duidelijk afgebakende marktsegmenten die elk afzonderlijk benaderd worden. Vergeet ook niet dat de Bibliotheekweek een dubbele doelstelling had: enerzijds de bevolking wijzen op de vernieuwde dynamiek in hun lokale bibliotheek en anderzijds de aandacht van het beleid vestigen op het maatschappelijk belang van een goedwerkende bibliotheek. Gelukkig was het enthousiasme in de sector van meet af aan erg groot en was er creativiteit zat. De werkgroep Bibliotheekweek gaf vooral aanzetten via de verspreiding van suggestietips en liet ruimte voor lokale en regionale invulling. Enkel het thema en de periode werden bovenlokaal afgesproken. Er werden duizenden activiteiten georganiseerd de afgelopen 30 jaar waaronder lezingen, tentoonstellingen, themastands, vertel-, luister- en kijksessies, tot en met blind dates met een boek, nachtkastjes met favoriete bibliotheekmaterialen van plaatselijke BV’s en de quiz ‘Op weg naar Boekegem’ een zeer succesvolle samenwerking met Radio 2 Oost-Vlaanderen.
META 2014 | 6 |
15
30 jaar bibliotheekweek
“Aan klantenbinding en marktuitbreiding moet het hele jaar gewerkt worden. De Bibliotheekweek is daarbij slechts één van de middelen, één moment.”
gerichte BRT 1 (Radio 1) was volgens hen de gedroomde partner. Maar dat de boodschap op een speelse manier naar een zo breed mogelijk publiek moest uitgedragen worden, ging er maar bij mondjesmaat in. Ondertussen is er natuurlijk op dat vlak al veel veranderd maar toch stel ik me soms nog vragen bij de beperkte promotionele aanpak van sommige collega’s.”
40 jaar Bibliotheekweek?! Pionierswerk De eerste Week van de Openbare Bibliotheek liep, onder de slogan ‘Deze week naar de Bibliotheek’ van 23 tot 29 september. Onder alle erkende openbare bibliotheken werd een folder verspreid: ‘Tot ziens in de openbare bibliotheek’. Hieruit konden de bibliotheken stukken plukken en aanvullen met plaatselijke gegevens. De Dienst voor Openbaar Bibliotheekwerk stelde ook nog eens 10.000 affiches ter beschikking die eveneens onder alle bibliotheken werden verspreid. Een promotiecampagne zoals ‘De Week van de Bibliotheek’ was voor velen een totaal nieuwe ervaring. Uiteindelijk deden er die eerste editie vijftig bibliotheken mee. Maar met een promotie-evenement zoals de Week van de Openbare Bibliotheek, behoorde Vlaanderen tot de Europese koplopers. Gedurende 30 jaar zijn ook verschillende organisaties nauw betrokken geweest bij de organisatie van de Bibliotheekweek. Vanaf begin af aan werden ook de lectuurbegeleidingsorganities uitgenodigd om mee te participeren: Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Bibliotheekvoorziening, Nationaal B i b l i o t h e e k f o n d s , P l u r a l i s t i s c h e Organisatie voor Bibliotheekgebruik, Humanistisch-Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding en het Willems Fonds, alsook de Centrale Openbare Bibliotheken, aldus Marc Storms. Sinds 2002 organiseert VCOB en later LOCUS als steunpunt de Bibliotheekweek. Daarnaast zijn er ook steeds structurele samenwerkingen aangegaan met CultuurNet Vlaanderen om de Bibliotheekweek prominent zichtbaar te maken in de UiT-databank, en haar vele uitlopers. De pers werd betrokken, en vooral met de VRT en de Cultuurcel werd elk jaar gezocht naar mogelijkheden om samen te werken. “Zo zijn er meerdere live radio-uitzendingen vanuit een bibliotheek geweest, of werd de bibliotheek de rode draad doorheen een programma.”, 1 6 | META 2014 | 6
zegt Maja Coltura, oud-medewerker van VCOB en LOCUS.
Naar aanleiding van de dertigste editie stelde LOCUS de vraag of het anders en beter kon, de Bibliotheekweek. Het nieuwe verhaal past de volle honderd procent in het visietraject 2020 dat door LOCUS werd opgezet. Een jaar lang dacht en discussieerde de sector mee over de toekomst van de bib. Want dat de bib een toekomst heeft is duidelijk, maar waarheen precies is dat minder. Zo sloop het experiment binnen in de publiekscampagnes die door LOCUS voor en met de bibliotheken worden opgezet. Jeugdboekenweek werd een experiment in curatorschap en voor de Bibliotheekweek gaat het verder richting co-creatie. Beide campagnes zijn verbonden door een thema waar alle bibliotheken het over eens zijn: iedereen is welkom in de bib.
Promotiecampagnes voor bibliotheken waren dertig jaar geleden niet vanzelfsprekend. Marc Storms raakte de promotiecampagnes al even aan: “er waren vooral vragen”. Geert Ruebens beaamt en vult de schets nog aan. “Doorheen de jaren is er in de thematische aanpak een verschuiving geweest: van informatieve en actualiteitsgebonden thema’s naar meer aandacht voor de ontspannings- en de ontmoetingsfunctie van de bibliotheek. Eind jaren negentig voelden we bij de werkgroep de nood om ons niet alleen meer te richten tot de bibliotheekgebruikers, maar ons ook te focussen op de nog-niet- en de niet-meer-gebruikers. We wilden met de Bibliotheekweek bui- ‘Thuis in de bib’ was de baseline voor de ten de muren van de bibliotheek treden. Bibliotheekweek 2013, en die blijft behouDit bleek steeds een heikel punt te zijn, den. Het co-creatie-perspectief focuste want hoe werk je een campagne uit die toen vooral op de professional: verbeterzelfdertijd aan klantenbinding én aan teren van het materiaal, opbouwen van marktuitbreiding doet? De bibliothee- de ideeënvalies, delen van professionele kweek heeft daar steeds mee geworsteld.” kennis en ervaring. In 2013 stond de kennis van de professional centraal, in 2014 Volgens Maja Coltura is het net dat wat wordt de gebruiker meegenomen. Kennis de openbare bibliotheken zo typeert. bezit iedereen, tel daar de expertise van “De Bibliotheekweek geeft dat dagelijkse de bibliotheekmedewerker als kennisbeomgaan met bestaand en nieuw publiek middelaar bij, en de bib als een thuis voor een extra schijnwerper. Het is niet mak- iedereen. Zo krijg je de ingrediënten voor kelijker of moeilijker om marketing in een Iedereen bibliothecaris. Wie zich ergens campagne te gieten dan om het dage- thuis voelt, durft er ook zijn gedacht lijks toe te passen. De Bibliotheekweek zeggen. Zijn passie en wijsheid delen. En bestaat bewust uit vele lagen, zodat neemt zo een rol op in kennisdeling en elke bibliotheek en gemeente haar eigen empowerment, waar de bib van oudsher accent kan leggen binnen een centraal in uitblinkt. De Bibliotheekweek (11 tot 19 campagnebeeld en -concept.” En ook oktober) fungeert als startmoment, maar Patrick Vandamme sluit zich hierbij aan: de campagne loopt nog maanden door. “Aan klantenbinding en marktuitbreiding moet het hele jaar gewerkt worden. De Bibliotheekweek is daarbij slechts één van de middelen, één moment.” Bronnen:
Toch herinnert hij zich ook dat het 27 jaar • Geert Ruebens: Een reflectie op 20 jaar geleden bij de start van Boekegem proBibliotheekweek, in: Bibliotheek- & archiefgids, motie niet zo evident was. “Collega’s von2004, p3-8. den het niet kunnen dat we voor promotie • Marc Storms: 1985-1994: een decennium Week bij zo’n populaire radiozender als BRT 2 van de Openbare Bibliotheek, in: Bibliotheek- & (Radio 2) aanklopten. Het meer culturele archiefgids, 1994, p216-224.
30 jaar bibliotheekweek
Wat is de meerwaarde van de Bibliotheekweek? Geert Ruebens, Luisterpunt: Uit het grootschalige gebruike r s o n d e r zo e k d a t h e t VCOB in 2004 — de twintigste verjaardag van de Bibliotheekweek — organiseerde, bleek dat ruim 80 procent van alle bibliotheken deelnam en eigen activiteiten organiseerde. Dit wijst op het belang om met alle bibliotheken in dezelfde periode, rond hetzelfde thema, met hetzelfde campagnebeeld, met dezelfde affiche en slogan, met dezelfde promotiematerialen, gemeenschappelijke bibliotheekpromotie te voeren. Patrick Vandamme, Provincie Oost-Vlaanderen: Ik geloof nog altijd in de meerwaarde van de organisatie van een goed uitgebouwde Bibliotheekweek. Wij moeten blijven werken aan het uitdragen van een imago voor onze openbare bibliotheken en de Bibliotheekweek is daar één middel voor. In die speciale week geef je de gelegenheid om eens volledig te focussen op ons product. Zeker in deze tijden waar de openbare bibliotheken op zoek zijn naar nieuwe functies is het belangrijk dat we daarover aan zo veel mogelijk burgers kunnen vertellen. Sylvie Fermaut, Provincie West-Vlaanderen: De Bibliotheekweek heeft, mits een goeie aanpak, zeker een meerwaarde voor de openbare bibliotheken. Gezamenlijk naar buiten treden heeft zijn voordelen. Als iedere bib gebruik maakt van hetzelfde campagnebeeld en dat (samen met hun activiteiten) ruim verspreidt, dan komt de bib gedurende die week extra onder de aandacht. Er is die week van alles te doen in de bibliotheek en dat kan niet anders dan opvallen, zowel bij de gebruiker als bij de niet- of potentiële gebruiker. Vooral voor deze laatste groep is de Bibliotheekweek belangrijk. Hun aandacht wordt gedurende de Bibliotheekweek
gevestigd op het bestaan van de bib en wat die voor hen kan betekenen. Sommigen laten zich tijdens die week dan ook wel verleiden tot een bezoekje aan de bib en bepaalde blijven, dankzij een goede campagne en activiteitenprogramma, ook wel hangen.
En net dat vond ik bij de laatste edities toch steeds minder het geval. Lokaal werd er wel over bericht, maar regionaal kwam de campagne toch te mager in beeld om te renderen als promotie-instrument. De formule is daarom, denk ik, aan een update toe.
Maja Coltura: De Bibliotheekweek biedt veel kansen om de bib — lokaal en als sector — zichtbaar te maken, om het contact met de klant nog eens extra aan te halen. Uiteraard zijn dat to do’s voor elke dag, maar de Bibliotheekweek kan een extra motor zijn die krachten bundelt en bibliotheken uitdaagt om mee te blijven evolueren in hun contact en communicatie met het publiek.
Goedele Horemans, OB Brasschaat: De Bibliotheekweek is een b i b l i o t h e e k p ro m o t i e d i e ondertussen goed gekend is. Bibliotheekpromotie is meer dan ooit nodig. Het is ook een middel om participatie en herkenning van de klant in zijn bib mogelijk te maken.
Geert Puype, OB Menen: De bibliotheekweek en zeker de verwendag zijn iets wat de meeste bibliotheekbezoekers kennen en naar uitkijken. De meerwaarde om nieuwe leden te werven is in de loop van de jaren klein gebleken maar als een dag van waardering t.a.v. onze gebruikers is hij wel nog waardevol: de Verwendag als een soort van ‘dag van de bibliotheekbezoeker’. Katrien Vanthuyne, OB Waregem: Dit is nog altijd een goeie kapstok om onze bestaande klanten eens in de watten te leggen. Maar ook naar de buitenwereld toe is dit een ideaal moment om ons eens te tonen. Marjon De Ridder, OB Affligem: De meerwaarde ligt vooral in haar rol m.b.t. bibliotheekpromotie, het imago en de zichtbaarheid. Rita Van De Wiele, OB Mechelen: Na 30 jaar is het enthousiasme en de respons nog altijd even groot. Een vervolgreeks kan maar op voorwaarde dat we voldoende bovenlokale mediaaandacht kunnen genereren.
Annemie Arras, OB Bree: Moeilijke vraag. Indien er op Vlaams niveau voldoende media-aandacht is, kan dit een ondersteuning betekenen voor de lokale bibliotheek. Maar is dit voor het lokale niveau dan het juiste moment? Of het juiste thema; sluit het aan bij wat we lokaal doen? Ik vind het belangrijker dat de bibliotheek zich profileert in het lokale vrijetijds- en informatie aanbod. Inwoners moet weten waar hun bib voor staat en hoe ze zich verhoudt tot het bredere aanbod. Daarom denk ik dat het aanbieden van tools meer opbrengt. Een kit, tools met mogelijkheden die je kan uitwerken zoals een overzicht van sprekers, auteurs of workshops die je lokaal kan programmeren, lespakketten, beeldmateriaal dat je kan gebruiken. En ook thema’s waar je als bibliotheek mee aan slag kan en die je kan inpassen in de lokale keuze van thema’s. Bijvoorbeeld vluchtelingen, WOI, kansarmoede, … Agentschap SociaalCultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen: Openbare bibliotheken vervullen in Vlaanderen nog steeds een belangrijke maatschappelijke rol. Meer dan puur op informatievoorziening zet de bibliotheek tegenwoordig
ook in op kennisdeling, voortdurend leren en leesbevordering en heeft ze aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen op cultureel, educatief en sociaaleconomisch vlak. De drempel naar de bibliotheek zo laag mogelijk houden is dan ook de boodschap! Een publiekscampagne zoals de Bibliotheekweek draagt hiertoe bij. Tijdens de Bibliotheekweek worden er immers uiteenlopende bovenlokale en lokale activiteiten georganiseerd die mensen over de streep kunnen trekken om een bezoekje te brengen aan de bibliotheek, wat resulteert in meer en een ander publiek. Uit cijfers blijkt dat de bib tijdens de Bibliotheekweek meer bezoekers ontvangt en meer nieuwe leden inschrijft. Niet verwonderlijk dus dat meer dan 98 procent van de bibliotheken deelneemt aan de actie. De campagne is bovendien een zinvol instrument om de zichtbaarheid van de bibliotheek te verhogen en het imago ervan in overeenstemming te brengen met haar gewijzigde functies. Voor de sector zelf is ook het telkens opnieuw een moment waarop het samenhorigheidsgevoel tussen bibliotheken wordt versterkt. Iedere bibliotheek vult de Bibliotheekweek op haar eigen manier in met creatieve ideeën en initiatieven, maar doordat alle bibliotheken op datzelfde moment in de schijnwerpers komen te staan stimuleren ze elkaar over de gemeente grenzen heen.
META 2014 | 6 |
17
30 jaar bibliotheekweek
Moet de Bibliotheekweek blijven bestaan in zijn huidige vorm of zijn er aanpassingen nodig? Geert Ruebens, Luisterpunt: Uiteraard moeten de Biblio theekweek en bibliotheekpromotie mee evolueren met hun tijd en met nieuwe marketinginzichten. Zo lijkt mij bijvoorbeeld het idee van co-creatie waardevol, waarbij ook de bibliotheekgebruiker een beetje bibliothecaris wordt. Maar het concept van een landelijk georganiseerd promotie-evenement voer je mijns inziens niet zomaar af. De dag/week van de klant rek je niet uit over een heel jaar. Een gemeenschappelijke Bibliotheekweek of Bibliotheekdag met landelijk aangemaakte promotiematerialen en een landelijk aangereikt thema of invalshoek is en blijft een uitstekend promotie-instrument. Zo kunnen alle bibliotheken zich als sterk merk in alle gemeenten op hetzelfde moment blijven profileren.
communicatie daar rond eerder miniem en laattijdig was. Als je enkel rekening kunt houden met de weinige en meestal lauwe reacties in een groep op Kenniskantoor kan je niet zeggen dat de basis uitgebreid geraadpleegd werd. Mensen rond de tafel brengen levert volgens mij nog altijd meer op dan digitale discussiefora (of ben ik nu te oud aan het worden?). In Oost-Vlaanderen huldigen wij al jaren het bottomupprincipe en dit heeft ten overvloede zijn nut bewezen. Het draagvlak van een actie bij het werkveld is o zo belangrijk.
Patrick Vandamme, Provincie Oost-Vlaanderen: Een actie die al 30 jaar bestaat kan natuurlijk aanpassingen gebruiken. Let daarbij wel op dat je het kind met het badwater niet weggooit. Een sterk merk als de Verwendag moet je niet zo maar opzijzetten. Aanpassingen zijn niet zo eenvoudig en moeten in overleg met de sector genomen worden. Hier heb ik de indruk dat dit voor 2014 onvoldoende gebeurd is en dat de
Maja Coltura: Voor mij mag de Bibliotheek week grondig herdacht worden. De campagne moet haar potentieel blijven uitspelen en de bibliotheken helpen om een nieuwe fundamentele stap te zetten in de uitdagingen waar ze voor staan. Het (toekomstige) publiek evolueert in haar verwachtingen. Net zoals bibliotheken moeten meegaan in de tijd en proactief inspelen op het (potentiële) publiek, moet de Bibliotheekweek dat doen.
Sylvie Fermaut, Provincie West-Vlaanderen: Moeilijke vraag. Er moet gezamenlijk promotie gevoerd worden, dus dat wordt best van bovenaf ondersteund. Bibliotheken moeten zelf (grotendeels) de invulling kunnen bepalen.
Geert Puype, OB Menen: Uit het recente gebruikersonderzoek leer ik dat de meeste van onze bezoekers tevreden zijn over aanbod en dienstverlening. Misschien moeten we de Bibliotheekweek beperken tot een dag van de bibliotheekklant. Een sterke affiche die in alle bibliotheken gebruikt wordt, kan hierbij een hulpmiddel zijn maar het is belangrijk dat we een helder en eenvoudig beeld gebruiken en dat we dat 1 8 | META 2014 | 6
gedurende enkele jaren kunnen gebruiken. Katrien Vanthuyne, OB Waregem: We staan eerder afwachtend tegenover de nieuwe campagne waarbij de bibweek een kick-offmoment wordt voor een actie die zes maanden zal duren. Marjon De Ridder, OB Affligem: Ik vind het goed zoals het is. Rita Van de Wiele, OB Mechelen: Een week van hoeft niet meer zo nodig. Maar ik zou het wel bijzonder jammer vinden, mocht er geen jaarlijks moment meer zijn waarop alle openbare bibliotheken op een aantrekkelijke manier, collectief en bovenlokaal in het voetlicht treden. Niet vanuit een nostalgische reflex maar gewoon omdat het nodig blijft om ons imago van grijze muis en alle andere hardnekkige vooroordelen elk jaar ven kort en krachtig en bij voorkeur ludiek te counteren. Eén dag met een sterk campagnebeeld, prominent gecommuniceerd in de media en in combinatie met een collectieve verwenmoment lijkt me nodig, haalbaar (en betaalbaar). Een eenvoudig recept dat gesmaakt door onze klanten en is bovendien ook prettig om te doen. En voor wie er toch een feestweek van wil maken, is het daarenboven een mooi opstapje. Goedele Horemans, OB Brasschaat: De verwendag wordt door de leners gewaardeerd. De extra activiteiten in de loop van de week, vragen veel inspanning en leveren in verhouding niet altijd zoveel resultaat. Voor alle uitbreidingsactiviteiten lijkt het me belangrijk om meer te vertrekken vanuit de inbreng van de bibliotheekgebruiker en dus eerder forum, ruimte en ondersteuning te geven. Wat onderscheidt ons anders van andere spelers in
de sector vrije tijd? We leven in een regio waar men overrompeld wordt door het aanbod. Vrije tijd is vaak vertier, verstrooiing. Dat mag natuurlijk, maar daar hoef je als bib niet nog eens een duit aan toe te voegen. Het lijkt me dat vrije tijd ook de kans moet zijn om bij jezelf te komen, je eigen talenten te exploreren, je eigen landkaart te verkennen. Geen kant-en-klaar aanbod, dat maar halvelings aansluit bij de interesse van de klant, maar een plek waar deze terecht kan met vragen, plannen, suggesties… De bib als een vrijstaat voor zelfontwikkeling. Het thema van dit jaar sluit er bij aan! Annemie Arras, OB Bree: In 2014 is er al een nieuwe vorm die meer aandacht heeft voor de lokale inbedding. Dus dit is zeker een stap in de goede richting. Agentschap SociaalCultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen: De werking van de openbare bibliotheken in de kijker zetten is an sich positief. Toch is het nodig om de aanpak van de Bibliotheekweek af en toe in vraag te stellen en de doelstelling opnieuw scherp te stellen. Als publiekscampagne en instrument voor publieksbereik moet de Bibliotheekweek immers durven vernieuwen, experimenteren, maar bovenal inspelen op de evoluties in de bibliotheeksector. In de loop der jaren is de klemtoon van de campagne geëvolueerd van een vrij algemene of thematische invalshoek naar het zoeken van aansluiting bij de veranderende kernopdrachten van de bibliotheek. Het is positief dat er in de aanloop van de feesteditie 30 jaar Bibliotheekweek een uitgebreide denkoefening heeft plaatsgevonden waardoor de campagne meer aansluit bij de gewijzigde maatschappelijke rol van de openbare bibliotheek in de gedigitaliseerde samenleving.
artikel
De kleine(re) bib Laura Decaluwé
Hoewel menig bibliofiel zijn verzameling terecht zal bestempelen als een bibliotheek, hebben persoonlijke collecties weinig van doen binnen de omslagen van META. De informatieprofessional verwacht zich aan diverse thema’s die aansluiten bij zijn of haar expertise en het zijn vanzelfsprekend de verschillende strategieën, uitdagingen en obstakels binnen het professionele bibliotheeklandschap die aan bod komen. Maar tussen deze twee uitersten is er een grijze zone waarin we vele verenigingsbibliotheken, waaronder ook onze eigen vakbibliotheek, kunnen situeren. Vaak worden deze collecties met beperkte middelen onderhouden en dit vereist een aangepaste strategie. We belichten enkele initiatieven en peilen naar de werkwijzen, successen en beperkingen die binnen deze bonte verzameling te vinden zijn.
Foto: Birgit Reynders.
EVA Op het VVBAD-secretariaat staan vooral het coördineren van de werkgroepen, de organisatie van studiedagen en uiteraard ook de uitgave van het tijdschrift centraal. De bibliotheek leidt binnen de dagelijkse werking een soort schaduwbestaan waarbij processen zoveel mogelijk zijn afgestemd op de andere taken en vereenvoudigd tot een beheersbaar pakket. Eenzelfde strategie vinden we terug bij het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA), een vzw die zich al tien jaar inzet om het grote publiek te informeren over plantaardige voeding en een vegetarische levenswijze. Vanuit de kantoren in Gent werken een tiental vaste medewerkers aan campagnes zoals Donderdag Veggiedag, de organisatie van lezingen en infoavonden en de communicatie via het tijdschrift en de website. Het idee om ook informatie ter beschikking te stellen via een bibliotheek broedde al van voor de oprichting in het
hoofd van medebezieler Tobias Lenaert, die in zijn appartement eerst een persoonlijke verzameling bijeenbracht. De inrichting van een infocentrum werd mogelijk met de vestiging van de vzw in het Gentse kantoor en huist op de ruime zolderverdieping van het hoofdkwartier. Hoewel de collectie doorheen de jaren heen organisch gegroeid is, was er vanaf het begin een gestructureerde aanpak aanwezig. Een stagiaire/vrijwilliger die via haar opleiding bibliotheekwetenschappen de nodige kennis van zake bezat, coördineerde de opstart en ontwierp onder meer de classificatie. Het bibliotheeksysteem werd ontwikkeld en later verder uitgebreid door vrijwilligers met een neus voor informatica. Ondertussen bestaat de bescheiden collectie uit een kleine 1200 titels en een zestigtal tijdschriftreeksen. Geïnteresseerden kunnen er terecht met vragen over alle verschillende thema’s die met het minderen of vermijden van vleesconsumptie te maken hebben en door EVA op de
politiek-maatschappelijke agenda gezet worden. Maar ook wie gewoon op zoek is naar een heerlijk recept is hier op het juiste adres. Bezoekers zijn welkom tijdens de kantooruren en de ontvangst en lenersadministratie verloopt via het secretariaat. Het boekenbestand breidt zich verder uit via aangevraagde recensie-exemplaren voor het tijdschrift en de aankoop van publicaties die de vereniging nuttig acht voor het eigen werk. De collectie bevat ook een luik dat van belang is voor het interne functioneren van de vereniging en praktische zaken zoals communicatie en fondsenwerving behandelt. Op die manier schippert de bibliotheek tussen een vorm van eigen kennismanagement en externe dienstverlening. De medewerkers beschouwen dit alles niet als een extra belasting bovenop het takenpakket. Maar het vlotte verloop steunt niet alleen op het aanwezige personeel: voor het praktische werk heeft EVA tot op vandaag steeds kunnen beroepen op vrijwilligers met ervaring in
META 2014 | 6 |
19
artikel
maken. De gastvrijheid van het Hasseltse archief was een welkom geschenk voor het ASG, dat zich in 2007 gedwongen zag een nieuwe locatie te zoeken. De collectie had 23 jaar een vast onderkomen in de lokalen van de ‘s Gravenwezelse heemkring De Drie Rozen tot de samenwerking met de gemeente stopgezet werd.
De bibliotheek van EVA.
de sector. De vzw heeft met bescheiden middelen een efficiënte bibliotheek kunnen uitbouwen die specifiek is afgestemd op een heel beperkte schaal. De collectie breidt zich maar langzaam uit met een tiental publicaties per maand en de vereniging krijgt zo’n twee à drie uitleners per week over de vloer waardoor klanten gemakkelijk tussen het andere werk door ontvangen kunnen worden.
ASG Bij EVA opereert de bibliotheek dus slechts in het verlengde van de kernactiviteiten. Wanneer een documentatiecentrum een centrale rol speelt binnen een organisatie zijn echter andere strategieën vereist. Een goed voorbeeld hiervan is de Academie voor Streekgebonden Gastronomie, gehuisvest binnen de infrastructuur van het stadsarchief van Hasselt, dat zich niet toevallig al jaren profileert als hoofdstad van de smaak. Wie een bezoek brengt aan het centrum valt letterlijk met de deur in huis: medewerkster Annick ontvangt ons in een lokaal dat zowel als backoffice, collectiebewaarplaats en leeszaal dienst doet. Het hele documentatiecentrum bevindt zich
De bibliotheek van ASG.
2 0 | META 2014 | 6
in één ruimte en lijkt zo bedrieglijk klein. Het stadsarchief stelde evenwel niet enkel het lokaal maar ook een verrijdbare kasten ter beschikking die een groot deel van de collectie compact bewaren. Ook van faciliteiten zoals vestiaire, sanitair en vergaderruimte kan de vereniging gebruik
Het ASG streeft er sinds haar oprichting in 1981 naar om de streekgebonden gastronomie academisch te onderbouwen. Kookboeken bezitten voor de meeste mensen niet meer dan een functionele waarde en staan bij velen ook goed gescheiden van de literatuurkast. Door de bril van het ASG onthullen ze echter waardevolle informatie over de oorsprong, evolutie en de benaming van bepaalde producten en methodes, over geografische verschillen en gelijkenissen in bereidingen. De kennis over dit culinaire erfgoed wordt verder nog verrijkt met een grote verzameling grijze literatuur, met in het bijzonder de omvangrijke verzameling menukaarten. De collectie vormt dus een instrument dat de vereniging in haar eigen onderzoek ondersteunt en waarvan ze de bevindingen al 29 jaargangen in het eigen tijdschrift publiceert. Vanuit deze inzichten tracht ze het professionele werkveld actief te adviseren en te enthousiasmeren voor lokale gastronomie via lezingen, cursussen en evenementen. Daarnaast staat het documentatiecentrum ook open voor geïnteresseerde restauranthouders, bedrijven, scholen en
Artikel
studenten. Externe consultaties blijven echter beperkt. De infrastructuur en personele inzet is ook niet voorzien op hoge bezoekersaantallen.
”Vrijwilligers leveren soms verbazend grote inspanningen en kunnen een enorm verschil maken in het dagelijks functioneren.”
Voor de meeste taken vertrouwt het ASG op het onbezoldigde engagement van een tiental leden. Annick neemt als enige betaalde werkkracht de catalografie van de collectie en de coördinatie van de vrijwilligers op zich. Ondanks haar centrale rol heeft ze geen bibliotheekopleiding gevolgd. Net als EVA heeft de vereniging in het verleden wel verschillende soorten expertise in huis gehad waardoor ze er als vrijwilligersorganisatie in geslaagd is om in verschillende stappen een zekere professionaliteit op te bouwen. Vanaf 1985 was de documentalist van de heemkundige kring van ‘s Gravenwezel deeltijds actief voor het ASG. Daarna was de catalografie lange tijd in handen van een vrijwilliger die bibliothecaris was en die ook het trefwoordenregister ontworpen heeft. In 2005 kon de vereniging via een subsidie voor het project ‘koken met kennis’ tijdelijk een professionele bibliothecaris/ documentalist aanwerven om het collectiebeleid onder de loep te nemen en de overgang naar een online catalogus te begeleiden. De bibliotheeksoftware werd geschreven door een vrijwilliger die het programma ook nog steeds onderhoudt. De verzameling bestaat grotendeels uit schenkingen waarin de meer dan 400 leden van de vereniging, vaak zelf fervente verzamelaars van culinaire ‘literatuur’, een belangrijke rol spelen. Naast frequente kleinere donaties gingen er in totaal al vier volledige privéverzamelingen op in het centrum en ook enkele afgedankte collecties van verwante bibliotheken behoren tot de grote aanwinsten. Dit alles wordt nog aangevuld met recensieexemplaren en ruilabonnementen. De financiële middelen van de vereniging zijn altijd beperkt gebleven en de verdiensten van het ASG zijn voornamelijk het resultaat geweest van toegewijde, vrijwillige inzet. Maar naast de eenmalige subsidies voor ‘koken met kennis’ ontving het centrum ook twaalf jaar lang structurele steun van de Vlaamse Gemeenschap. De geldkraan werd eind 2011 dichtgedraaid en bracht onvermijdelijk strategische aanpassingen met zich mee, waaronder het fors terugschroeven van het actieve aankoopbeleid. Naast de gastvrijheid van het Hasseltse stadsarchief helpt ook de niet geringe financiële hulp vanuit verschillende hoeken het ASG boven water te blijven en dit zorgt ervoor dat men voorlopig een personeelslid in dienst kan blijven houden. Dit alles bewijst de
sympathie die het unieke project bij velen blijft opwekken.
Familiekunde Vlaanderen Zowel EVA als ASG bereiken leden over heel Vlaanderen maar opereren vanuit één locatie waarbinnen zich ook de bibliotheek bevindt. Familiekunde Vlaanderen daarentegen bestaat uit verschillende provinciale en lokale vestigingen met als missie het grote publiek warm maken voor en informeren rond familiegeschiedenis. Naast praktisch advies via onder meer cursussen en lezingen, biedt de vereniging ook een complementair onderzoeksinstrument aan voor iedereen die zijn stamboom tracht te traceren: Familiekunde Vlaanderen telt drie grote documentatiecentra en verschillende andere afdelingen beschikken over kleinere collecties. META bezocht de hoofdzetel van de vereniging in Merksem waar eveneens het nationale documentatiecentrum gehuisvest is. De intentie om dit eigen centrum uit te bouwen stond al van bij de oprichting in 1964 centraal. In een halve eeuw verzamelen groeide de boekencollectie van de Antwerpse afdeling aan tot zo’n 21.000 volumes en staat de teller van ontvangen tijdschrift reeksen op 800. Daarnaast ontsluiten zij ook een omvangrijk aantal genealogische bronnen waaronder zo’n 600.000 bidprentjes, 350.000 rouwbrieven, vele cartografische stukken en parochieregisters. Leden spelen een niet onbelangrijke rol in de verwerving. De actieve aankoop wordt namelijk regelmatig aangevuld met giften. In het nationale centrum gingen zo ook al enkele fondsen op: het bijeengesprokkelde archief van oud-genealogen dat ook sporen kan bevatten voor het onderzoek van een andere hobbyist. Dit alsmaar groeiende geheel zorgde in het verleden al voor plaatsproblemen: de huidige locatie werd in 1983 door de vereniging aangekocht en daarna verbouwd in functie van de collectie. De aankoop van een compactussysteem gaf later ook nog de nodige ademruimte. Met deze cijfers steekt het centrum ver uit boven de andere verenigingsbibliotheken. Maar de omvangrijke verzameling vertaalt zich niet naar een evenredig personeelsbestand. Voor het nationale documentatiecentrum heeft de Antwerpse afdeling één personeelslid in dienst: Emmy Julliams neemt de volledige catalografie voor haar rekening. Hoewel ook zij geen bibliotheekopleiding genoot, bezit ze wel een gedegen inhoudelijke kennis die onontbeerlijk is voor het diepgaand ontsluiten van de specialistische collectie. Voor andere taken zoals acquisitie, permanentie in leeszaal en de ontsluiting van
META 2014 | 6 |
21
artikel
het genealogische bronmateriaal bouwt Familiekunde Vlaanderen op een trouw vrijwilligersnetwerk. Ondanks de beperkte mankracht ervaart de vereniging op die manier geen problemen met het dagelijkse onderhoud van het documentatiecentrum. Werkprocessen zijn door jarenlange ervaring op elkaar afgestemd en het documentatiecentrum kent al sinds de start een grote continuïteit waardoor er nooit achterstanden ontstaan zijn. Ook de bezoekersaantallen blijven beheersbaar en het ontbreken van uitleen ontlast het personeel. De beperkingen laten zich vooral voelen op een meer algemeen coördinatief en strategisch niveau. Wie via de website van Familiekunde Vlaanderen de bibliotheekcatalogus raadpleegt, kan onmiddellijk zoeken in het gehele boekenbestand, over de meeste collecties heen. Deze uniformiteit is er niet enkel naar de gebruiker toe want de webapplicatie vormt ook een efficiënte, gezamenlijke interface voor het invoeren van catalografische gegevens. De bibliotheeksoftware is als het ware de lijm tussen de verschillende afdelingen, want hier begint maar stopt ook de homogeniteit: elke locatie heeft naar eigen ervaring en kennis een werking uitgebouwd en functioneert vrij onafhankelijk van de anderen. Die kennis is bovendien voornamelijk impliciet aanwezig en er worden geen echte reflexieve instrumenten ingezet om ze te beheren: een collectieplan ontbreekt en werkprocessen zijn nergens beschreven. De inzet van verschillende vrijwilligers gaat al ver terug en het risico bestaat dat met hen ook de knowhow verdwijnt zonder dat die onmiddellijk vervangen kan worden. De intentie om dit alles meer te stroomlijnen is er, maar het plannen, opzetten en coördineren van zo’n reorganisatie zou een inspanning vragen bovenop het dagelijkse werk die buiten de mogelijkheden valt met de huidige personeelsbezetting. Het ASG had met ‘koken met kennis’ het geluk een gelijkaardig maar kleinschaliger project te kunnen uitbesteden. Maar ook bij hen illustreren grote veranderingen dezelfde kwetsbaarheid: de verhuis naar Hasselt dwong bijvoorbeeld al het materiaal voor meer dan een jaar in dozen op te bergen en zorgde voor een achterstand die men nog steeds aan het wegwerken is. Bovendien haakte een deel van het vertrouwde vrijwilligersteam af vanwege de afstand. Walter Heirman, die tot op heden de bibliotheeksoftware onderhoudt, gaf aan dat hij de treinritten op zijn hoge leeftijd niet zo goed meer zag zitten. Wie deze taak van hem zou overnemen blijft echter een groot vraagteken. Zowel voor het ASG als Familiekunde Vlaanderen vervult het documentatiecentrum een 2 2 | META 2014 | 6
De bibliotheek van Familiekunde Vlaanderen.
belangrijke rol, maar ze verschillen duidelijk in schaal en middelen. Daarnaast ligt ook bij de doelstelling het accent anders. Waar het ASG de gespecialiseerde bibliotheek vooral inzet als een instrument om het domein van de streekgastronomie in kaart te kunnen brengen, streeft Familiekunde Vlaanderen er vooral naar informatie zo optimaal mogelijk opzoekbaar te maken voor het eigen onderzoek van haar bezoekers en profileert zich vooral als een dienstverlenend orgaan.
KAVA Het lijkt vanzelfsprekend dat alle collecties ondanks hun onderlinge verschillen, hoe dan ook zouden voortvloeien uit de activiteiten en doelstellingen van de vereniging. Dat dit niet zo hoeft te zijn bewijst de bijzondere bibliotheek van de Koninklijke Apothekersvereniging van Antwerpen (KAVA). Centraal staat het nalatenschap van professor Leo Vandewiele, die lange tijd Geschiedenis van de Farmacie doceerde aan de Universiteit Gent en tegen het einde van zijn leven zijn bibliofiele verzameling tegen een zachte prijs overdroeg aan de beroepsvereniging. Als voorwaarde stelde hij wel dat de collectie als geheel in ere gehouden zou worden. Hiertoe richtte het KAVA samen met een aantal andere partijen het commanditaire vennootschap Bibliotheca Pharmaceutica Antverpiensis op en voorzag de boeken van een waardig onderkomen in het KAVA-huis. Hoewel de vereniging binnen haar muren een ruimte ter beschikking stelt is het KAVA maar zijdelings betrokken bij de praktische
artikel
organisatie van de bibliotheek en hebben zij er ook geen personeel voor in dienst. Praktische ondersteuning bieden aan het beroepsveld staat voorop en hiervoor is de door een geschiedkundige passie gestuurde verzameling van Vandewiele niet van bijzonder veel nut. Het vennootschap heeft in de eerste plaats de bewaring en conservering van de waardevolle collectie voor ogen, waartussen zich ook 16e-, 17e- en 18e-eeuwse drukken bevinden. Dit blijkt ook uit de opstelling: volumes staan achter glas in op maat gemaakte kasten; vocht en lichtinval zijn gereguleerd. Alles staat louter alfabetisch gerangschikt en uit plaatsgebrek vaak met twee rijen achter elkaar. Los van het feit dat de bibliotheek consulteerbaar is, komt ze met deze opzet het dichtste in de buurt bij wat we als een persoonlijke privéverzameling zouden beschouwen. Toch staat de collectie minder geïsoleerd dan op het eerste zicht lijkt. Aangezien zowel de nodige kennis als mensen ontbreken, heeft men er vanaf het begin voor gekozen om het technische werk uit te besteden aan de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen. Die catalografeert niet alleen alle boeken maar zorgt ook voor de ontsluiting via de Brocadecatalogus waardoor de werken onrechtstreeks toch een groot publiek kunnen
bereiken. Bovendien heeft de Bibliotheca Pharmaceutica geen louter museaal en statisch karakter: Vandewieles verzameling groeit nog steeds aan met publicaties die binnen haar historische karakter passen. Hiervoor is geen erg bewuste aankooppolitiek aanwezig maar rekent het vennootschap op giften. Hoewel de ervaring leert dat de meeste leden van de beroepsvereniging niet geïnteresseerd zijn in de bibliotheek, schenken ook zij regelmatig publicaties. Op die manier blijft de bibliotheek bijdragen aan het geheugen van het farmaceutische beroep.
Besluit Omdat de praktijk vaak organisch groeit en elke vereniging zo specifiek is in aard en middelen, bestaan er evenveel oplossingen en praktijken als organisaties. Toch springen enkele gemeenschappelijke lijnen in het oog. Professionele bibliotheken behouden als dienstverlenende instantie een scherpe scheiding tussen aanbieder en afnemer, terwijl hier veel meer sprake is van een gemeenschappelijk project van zowel personeel en leden. Die beide rollen lopen ook vaak in elkaar over: leden verzorgen verschillende taken en bouwen via donaties mee aan de collectie. Vrijwilligers leveren soms verbazend grote inspanningen en kunnen een
“Wanneer een goede basisinfrastructuur en een zekere continuïteit en routine aanwezig is, kan het onderhoud van een documentatiecentrum zonder al te veel moeilijkheden verlopen.”
enorm verschil maken in het dagelijks functioneren. Maar tegelijkertijd maken zij de verenigingen ook kwetsbaar. Het wegvallen van iemands inzet en kennis kan een grote impact hebben en met een vrijwillig engagement is het moeilijker om iedereen aan hetzelfde zeel te laten trekken. Wanneer een goede basisinfrastructuur en een zekere continuïteit en routine aanwezig is, kan het onderhoud van een documentatiecentrum zonder al te veel moeilijkheden verlopen. Problemen en hiaten ontstaan eerder bij grotere veranderingen zoals het wegvallen van een belangrijke werkkracht, verhuis of projectmatige aspecten die bovenop de routine komen. Zowel voor opbouw en onderhoud zoekt men vaak advies en deskundigheid binnen of buiten de vereniging. Dit is niet altijd eenvoudig aangezien er geen orgaan bestaat dat op die maat advies en ondersteuning kan bieden. Van alle besproken organisaties is dan ook enkel Familiekunde Vlaanderen, niet toevallig ook de grootste vzw, lid van de VVBAD. Elk van deze verenigingen benadert het bibliotheek- en documentatiewerk nochtans met de nodige ernst en zal veel sneller investeren in expertise dan in de acquisitie van nieuw materiaal. Met de zorg en aandacht die ze aan de collecties wijden, leveren ze ondanks alle beperkingen een waardevolle bijdrage aan Vlaamse informatiesector.
De bibliotheek van KAVA.
META 2014 | 6 |
23
signalement
Vakantie! Vakantie! Onze — zoals steeds — eigenzinnige selectie van de vakantiefoto’s die jullie ons toestuurden. Op onze website stellen we alle inzendingen tentoon: www.vvbad.be/vakantiefotos2014.
Windhoek. Namibië. © Thomas Beauprez.
IJmuiden, Nederland. © Carlijn Postma.
2 4 | META 2014 | 6
signalement
Santa Monica, Los Angeles, USA. © Monique Lenaerts.
Noorwegen. © Geert Puype.
META 2014 | 6 |
25
etalage
Aktion Sühnezeichen Friedensdienste Caroline Huppert, Myriell Fußer, Marieke Speller en Jule Wittgrefe
Aktion Sühnezeichen Friedensdienste (ASF) is een Duitse organisatie die zich vanuit de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog engageert in de strijd tegen racisme en antisemitisme en sociale, politieke en historische vrijwilligersprojecten van 12 maanden op het getouw zet. De meeste vrijwilligers doen hun projectjaar tussen middelbare school en hogere studies in. Sinds 2008 is het Cegesoma een vaste partner van ASF en is er elk jaar één ASF-vrijwilliger. Oostenrijk is een van de weinige landen waar de dienstplicht nog bestaat. De Verein Österreichischer Auslandsdienst is een door de overheid erkende organisatie die Oostenrijkse dienstplichtigen in binnen- en buitenland projecten aanbiedt waar ze burgerdienst kunnen verrichten. Hier gebeurt de burgerdienst meestal op het einde van hogere studies. Het Cegesoma is sinds 2012 erkend als partnerinstelling. Elk jaar is er plaats voor maximaal één vrijwilliger. Hoe kwamen jullie als vrijwilliger bij Cegesoma terecht? Dat ging via ASF of de Österreichische Auslandsdienst. Bij ASF is er elk jaar een seminarie waar je meer te weten kunt komen over de bestaande projecten in 13 landen. Interessant aan het Cegesoma is het historische aspect, de meertaligheid, de goede atmosfeer en de combinatie met een sociaal project: één dag per week doen we vrijwilligerswerk bij Convivial, een vzw gespecialiseerd in de opvang en begeleiding van vluchtelingen. Ook de Auslandsdienst verschaft informatie over de bestaande projecten. Pluspunten van het Cegesoma zijn vooral de verscheidenheid aan taken en het brede onderzoeksveld.
“Een vrijwilligersjaar is een echte aanrader, al zal de echte betekenis ervan misschien pas veel later doordringen.” Wat hield jullie opdracht in? Onze opdrachten zijn vrij verscheiden en zijn doorheen de voorbije jaren ook wel wat geëvolueerd. Een belangrijk deel van onze opdracht besteden we aan ondersteunende taken voor de sector documentatie. Dat gaat van het herverpakken en herordenen van archiefbestanden, het ordenen en beschrijven van affiches en foto’s, over het invoeren van beschrijvingen 2 6 | META 2014 | 6
in Pallas, tot het maken van plaatsingslijsten. De laatste jaren worden we ook almaar meer ingeschakeld in de leeszaaldienst: inschrijven van nieuwe lezers, ophalen en wegbergen van stukken etc. We worden sporadisch ook ingezet voor het maken van vertalingen naar het Duits en voor de ondersteuning van allerhande evenementen van de sectoren publieksgeschiedenis en academische activiteiten. Op eigen initiatief zijn we van start kunnen gaan met een beperkt onderzoeksproject over Duitse immigratie in België tussen 1933 en 1940, waar ook andere ASF-vrijwilligers in België bij betrokken zijn. Waren jullie vertrouwd met de archiefsector? Nee, we kenden die sector nauwelijks. In het beste geval waren we al eens in een archief geweest in het kader van een schoolproject of een scriptie aan de universiteit. Ontdekten jullie daarbij verrassende kantjes aan het werken in een archief? Bij het bewaren van archieven komt veel meer kijken dan louter het opslaan van documenten. Dat moet ook volgens de regels van de kunst gebeuren, bijv. in de juiste bewaaromstandigheden. Het contact met originele stukken is boeiend. De geschiedenis wordt er veel tastbaarder door. Emotioneler ook, bijv. als je na urenlang schonen van archieven plots op een foto van een Auschwitzgevangene botst. Maar zoiets geeft ook zin om te zoeken naar de achtergrond van de stukken. Uiteindelijk blijft zelf onderzoek doen het interessantst, omdat het de historische verbanden duidelijker maakt. Hoe kijken jullie terug op jullie vrijwilligerswerk bij Cegesoma? Het is een heel positieve, boeiende en leerrijke ervaring, die bovendien de mogelijkheid verschaft je talenkennis te verbeteren en nieuwe talen aan te leren. Voor schoolverlaters is het ook de eerste ervaring met de arbeidswereld en soms richtinggevend voor de latere studiekeuze. Kortom, een dergelijk vrijwilligersjaar is een echte aanrader, al zal de echte betekenis ervan misschien pas veel later doordringen.
V.l.n.r.: Myriell Fußer, Marieke Speller en Jule Wittgrefe.
inzet
Jan Haspeslagh:
“Wetenschappelijke bibliotheken evolueren steeds meer naar informatielaboratoria” Hoe ben je in de bibliotheeksector beland? Nogal bizar: via de boekenkast van de bekende Zweedse meubelgigant, waar ik in een vroeger leven gewerkt heb. In een promotiefolder voor die Billy-kast werd de lof gezongen over het boek, over boekhandels en bibliotheken op zo’n sympathieke manier dat ik een vage droom uit mijn jeugd (“iets met boeken doen”) weer oppikte en halsoverkop naar de bibliotheekschool trok en mijn lucratieve baan bij de Zweed opgaf. Na drie jaar openbare bibliotheek Zwevegem kon ik, via een stage, in 2000 aan de slag in het pas opgerichte Vlaams Instituut voor de Zee, VLIZ, in een nog lege bibliotheek. Ik had het ongelooflijke geluk om met een team van tien mensen dit instituut te mogen helpen opstarten en doen groeien. Dat diezelfde ploeg van tien (met ondertussen een 50-tal nieuwe collega’s) nog altijd enthousiast aan het roer staat en onder andere de Zeebibliotheek als een van de centrale belangrijke elementen van VLIZ beschouwt, vind ik nog altijd een godsgeschenk. De job van mijn dromen? Ja hoor! In hoeverre hebben je studies je voorbereid op je huidige job? De VSPW-bibliotheekopleiding in Gent bood een meer dan gedegen introductie tot werken in een openbare bibliotheek. In de wetenschappelijke VLIZ-bibliotheek echter had ik meer aan mijn wetenschappelijke universitaire opleiding. Een beetje vertrouwdheid met het reilen en zeilen van wetenschappelijk onderzoek, en met de manier van communiceren en publiceren is echt wel nodig om je gebruikers goed te kunnen bedienen. Bovendien moet je een meer dan oppervlakkige kennis hebben van wie wat doet in het marien onderzoek om je gebruikers te kunnen attenderen op de wetenschappelijke output van hun collega-wetenschappers. Ben je al lang lid van de vereniging? Als ik me goed herinner is dat sinds de opstart van de VLIZ-bibliotheek in 2000. Dat leek evident: wij moesten op dat moment letterlijk een collectie met bijhorende dienstverlening vanaf nul opbouwen, en dan heb je heel wat aan contacten met ervaren collega’s. De VVBAD was dan ook dé plek waar we die ervaring en steun konden vinden, die zo broodnodig is binnen onze sector.
Je bent recent lid geworden van de sectie WDI, wat was je motivatie om bestuurslid te worden van de VVBAD? Binnen VLIZ werken we al jaren aan een open archief voor mariene publicaties, en we werken heel nauw samen met ons datacentrum aan het integreren van wetenschappelijke publicaties, informatie en datasets. Ik wil graag binnen de sectie WDI mee initiatieven ontwikkelen die dit soort integratie bevorderen. Maar ik wil ook heel graag bijleren van de andere bestuursleden. De groep vertegenwoordigt een diverse verzameling bibliotheken en is dus zeer interessant vanwege de grote variatie in werkwijze binnen, en geboden oplossingen voor wetenschappelijk informatiemanagement.
Sinds
2000
is
Jan
Haspeslagh bibliothecaris van Het Vlaams Instituut voor de Zee in Oostende. Ondersteuning van alle mariene activiteiten in Vlaanderen via een zo correct mogelijke informatievoorziening is daar het motto. Hij heeft bestuursfuncties opgenomen in de Europese en internationale verenigingen van mariene bibliotheken, Euraslic en Iamslic. Recent werd hij ook bestuurslid van de sectie WDI van de VVBAD.
Welk thema ligt je nauw aan het hart? Wetenschappelijke bibliotheken evolueren steeds meer naar informatielaboratoria, waar wetenschappers toegang hebben tot literatuur en data, en tot de tools die hen in staat stellen al deze informatie en data snel te vinden, te interpreteren en opnieuw te integreren in verder onderzoek. Ik vind het ongelooflijk boeiend om zo’n concept mee vorm te geven en uit te bouwen. De WDI-sectie kan hier duidelijk een informerende, sturende en ondersteunende rol in spelen, en daar wil ik mee op inzetten als bestuurslid.
Verder wordt hij redelijk blij van schelpen zoeken op het strand, lange wandelingen en goede ‘gemarineerde’ fictie.
Wat hoop je er voor jezelf uit te halen, zowel persoonlijk als professioneel? Op persoonlijk vlak is het altijd hartverwarmend om gelijkgestemde zielen te vinden binnen je werkveld. Voelen dat er nog mensen zijn die informatiewinst voor hun gebruikers belangrijker vinden dan economische winst, geeft altijd hoop. Op professioneel niveau is het duidelijk dat je altijd en overal een goed netwerk moet hebben en onderhouden, in het belang van alle leden van dat netwerk. Wat is de meest voorkomende misconceptie over je jobinhoud wanneer je mensen vertelt dat je werkt in een bibliotheek? We krijgen nog steeds de clichévraag: Waarom moet je dingen nog in bibliotheken en databanken stoppen als alles toch via Google te vinden is? Vaak kaats ik die vraag terug: denk er even over na waar de Google-zoekmachines alles dan wel vinden?
META 2014 | 6 |
27
over de schutting
“Het zijn spannende tijden, een periode van transitie.”
De
boek handelaars Iris Van Germeersch, Boekhandel I*Boeks Foto: © Kevin Balanda.
Hoe evolueerde de sector de laatste tien jaar? De boekensector heeft een grote verandering meegemaakt en een evolutie gekend die niet meer terug te draaien is. Natuurlijk is er de algemene economische terugval van de laatste jaren die overal voelbaar is en waar de boekensector niet van gevrijwaard is gebleven. In Vlaanderen is de omzetdaling minder hevig dan in Nederland maar het is wel een realiteit. De jongste jaren is er daarnaast de doorbraak van de internetverkoop. Hoewel de Vlaamse consument nog graag gaat shoppen is er een flinke groei van de internetverkoop van boeken vast te stellen. Iedereen probeert op een of andere manier op die kar te springen maar de concurrentie is groot. Nu kennen we de ontwikkeling van de e-reader, het tablet en dus ook de opkomst van het e-boek. Ook dat leidt tot een verschuiving van de besteding door 2 8 | META 2014 | 6
de consument en daar moet je dus rekening mee houden. De consument heeft in het algemeen zijn winkelgedrag aangepast en is minder trouw geworden en wat meer hype-gevoelig. Specifiek voor Vlaanderen merken we ook een besparing bij bibliotheken en scholen waar de knip op de beurs gaat waardoor de marges krimpen. Ook dat beïnvloedt de werking van de boekhandel. Wat kenmerkt het huidige landschap van boekhandels? De veranderingen in de retail in het algemeen dringen net zo goed tot de boekhandel door. De boekhandel staat in zijn ‘traditionele werking’ echt wel onder druk en moet dus zijn plannen aanpassen, zij het meer specialiseren of juist diversifiëren. Sommige boekhandels zoeken heil in overnames, andere in
over de schutting
samenwerking of omgekeerd in een strakkere, persoonlijke profilering. Bovendien moet de boekhandel opboksen tegen onredelijke prijsacties van supermarkten en bij tijden ook tegen de rechtstreekse verkoop door de uitgeverijen zelf. Je voelt in het algemeen dat de onderlinge concurrentie toeneemt en dat iedereen zoekt naar het gepaste antwoord. Het zijn spannende tijden, een periode van transitie. Welke topics staan er bij de boekhandels hoog op de agenda? De boekhandel zoekt, trouwens samen met de uitgeverssector, naar manieren om het boek bij het brede publiek onder de aandacht te houden en het op te waarderen. We willen graag een algemene promotiecampagne voor lezen en het kopen (bezitten) van boeken. Als je daar niet blijvend de aandacht op vestigt, wordt het boek en het lezen door andere producten en tijdsbestedingen verdrongen. We streven daarnaast naar een goed gereglementeerde boekenprijs, waarbij boeken niet vanaf dag één tegen of onder kostprijs kunnen worden verkocht en het loslaten van de prijs gecontroleerd gaat. We willen vermijden dat door ‘bestselleritis’ aan de ene kant en wilde promoties aan de andere kant onze marges wegsmelten. We zijn er nog steeds van overtuigd dat boeken een absolute meerwaarde hebben en dat ook de boekhandel een sleutelrol speelt bij het behoud van de leescultuur en verspreiding van het boek. Immers, wat de consument niet ziet of niet kent, koopt hij niet. Dat is heel simpel. We zitten in een commerciële sector en die moet vlot blijven draaien zodat de hele boekenketen van schrijver tot lezer, inclusief de bibliotheek, daar baat bij heeft. Vinden e-boeken gemakkelijk hun weg naar de boekhandels? Hoe gaat de sector daarmee om? E-boeken blijven nog steeds een hoofdstuk apart. Er zijn intussen mogelijkheden voor de boekhandel om ze te verkopen maar onze houding is toch ambigu: we willen ze graag aanbieden maar je kan er geen imago mee opbouwen, de marges zijn klein, de variatie beperkt en moeilijk te beheersen. De consument ziet de verkoop van e-boeken bovendien als een datatransactie en wilt daar zo weinig mogelijk voor betalen. Dus als businessmodel zitten daar nog veel haken en ogen aan. Maar dat neemt niet
weg dat we het zeker willen integreren daar waar mogelijk en financieel haalbaar. Hoe bekijken de boekhandelaars de relatie met de openbare bibliotheek? Deze relatie staat tegenwoordig helaas sterk onder druk. De bibliotheek kampt met dalende uitleningen en zoekt dat te compenseren door allerhande activiteiten te organiseren om de bezoekersaantallen op peil te houden. Meer is dat wij vaststellen dat tal van bibliotheken gemakshalve naar de top tien-boeken grijpen en die à la minute in hun collectie willen waarbij nicheboeken aan het eind van het verhaal het onderspit moeten delven. Terwijl het toch de taak van de bibliotheek moet zijn om een aanbod te brengen dat anders is dan dat van de boekhandel, laat staan dan dat van de supermarkt. Natuurlijk zijn er nog steeds die dat met passie en eigenzinnigheid nastreven. Maar de bibliotheek moet in de slipstream van de belabberde gemeentelijke financiën jammer genoeg flink besparen en dat merken de leveranciers natuurlijk meteen. De marges vliegen aan flarden. De bibliothecarissen betreuren dit ook wel maar hun directe gemeentelijke functionarissen kijken in eerste instantie naar de getallen. De boekensector vraagt daarom bij de overheid naar een limiet op de kortingen aan bibliotheken maar die onderhandelingen komen maar niet in een stroomversnelling. Dat is bijzonder jammer. Boeken en lezen staan blijkbaar niet al te hoog op het prioriteitenlijstje van onze politici.
“Wij stellen vast dat tal van bibliotheken gemakshalve naar de top tien-boeken grijpen en die à la minute in hun collectie willen.”
META 2014 | 6 |
29
trend
Bib-in-touch: ‘Literatuur’ en ‘Lezen over de Groote Oorlog’ Literatuurafdeling, non-fictieafdeling en dienst ICT, OB Gent
Sinds september 2013 ontwikkelde de Gentse Stedelijke Openbare Bibliotheek een nieuwe digitale toepassing ‘Bib-in-touch’ voor twee aanraakschermen in de bibliotheek. In de eerste applicatie kan de bezoeker grasduinen in een aantrekkelijke presentatie van literaire actualiteiten, overzichten en auteursinformatie. Sinds februari 2014 is er ook een nieuwe applicatie ‘Lezen over de Groote Oorlog’. Met de applicatie Bib-in-touch wil de bibliotheek op een innovatieve manier haar kennis delen en haar leners actief betrekken bij de (virtuele) verhalen achter de collectie. Het is een pilootproject voor het groeiende partnership tussen verschillende partners: iMinds, Digipolis en de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, die in de nieuwe bibliotheek aan de Krook nauw zullen samenwerken. De ontwikkelaars van de software zijn TinkerTouch en Zeticon.
Het scherm stond aanvankelijk verticaal maar we hebben gemerkt dat gebruikers dat niet zo prettig vonden. Sinds het bijna horizontaal staat, is het gebruik gestegen, zowel voor de applicatie over literatuur als voor die over Wereldoorlog I. Het kan zijn dat de gebruikers zich minder bekeken voelen door anderen die over hun schouder meekeken en het kan ook zijn dat de teksten en de beelden zo beter leesbaar zijn.
Er is een content management system in eigen ‘Lezen over de Groote Oorlog’ beheer gekoppeld aan de nieuwe beeldbank Er is momenteel veel media-aandacht voor van de Stad Gent voor de opslag van het beeld- Wereldoorlog I. Ook in onze bibliotheek is de materiaal. Het grafisch ontwerp werd verzorgd vraag naar informatie groot. In het magazijn door Eef Osselaer, een bibliotheekmedewerk- bewaren wij een aantal kostbare werken over ster met een grafische opleiding. de Eerste Wereldoorlog zoals het Kriegsalbum, een fotoboek door het Duitse leger in 1916 in Gent uitgegeven. Of de Kriegs-Kurier, een Literatuur De literatuurafdeling ontwikkelde en onder- propagandatijdschrift van de bezetter en een houdt het literaire luik op basis van ervaringen waardevolle bron maar helaas te fragiel om veel te manipuleren. met een eerste aanraakscherm voor een fysieke én interactieve tentoonstelling rond honderd Uit deze werken werden foto’s ingescand die jaar Johan Daisne (najaar 2012). op de Bib-in-touch bekeken kunnen worden. Het verzamelen van de inhoud voor Bib-in- De gebruiker kan de foto’s vergroten door ze touch sluit nauw aan bij onze andere promotie te ‘expanderen’: een toepassing die velen kenkanalen rond de literaire actualiteit. Zo vormt nen van de tablets. Dit maakt het mogelijk om het verzamelen van informatie voor onze maan- de afbeeldingen in detail te bekijken en ingedelijkse nieuwsbrief ‘Literatuur in Gent’ uiter- scande teksten te lezen, bijv. van de aanplakbiljetten die de bezetter in Gent heeft opgeaard een belangrijke bron voor de presentatie van literaire evenementen (boekvoorstellingen, hangen. theater, boekverfilmingen, literaire lezingen …) Daarnaast werden thema’s uitgewerkt, bijvoorop het aanraakscherm. beeld over het leven in Gent tijdens de oorlog De geselecteerde informatie wordt gepre- of over Gentenaars die een geschreven getuisenteerd in vijf rubrieken via duidelijke ico- genis achterlieten. Tegen 4 augustus 2014 werd nen op het startscherm, namelijk: In de kijker, dit aangevuld met een luik over “de aanloop, oorzaken en schuldvraag i.v.m. Wereldoorlog I” Bekroond, Evenement, Expo en Onsterfelijk. en met een selectieve bibliografie. De boeken Via het aanraakscherm worden bezoekers uit- vindt u terug in de bibliotheekcollectie. genodigd om boekvoorstellingen, literaire prijzen en trailers van boekverfilmingen te bekijken. De Bib-in-touch wordt vooral gebruikt als het toestel in de buurt staat van de betreffende Gebruikers swipen soms snel door de info en blijven af en toe ergens kort hangen. We zetten collectie waar het thema inhoudelijk bijhoort. dan ook vooral in op aantrekkelijke presentatie Afstemmen op het doelpubliek is dus zeer door bijv. tijdsbalken, het tonen van beeldfrag- belangrijk. De aanraakschermen in het bibliotheekgebouw bieden ook de mogelijkheid om menten en korte krachtige teksten. 3 0 | META 2014 | 6
met andere bibliotheekbezoekers in gesprek te gaan.
Evaluatie en bijkomende ontwikkelingen Op dit moment is de Bib-intouch-applicatie nog niet online. Ook is er op het scherm geen link naar de catalogus waardoor de beschikbaarheid van de getoonde boeken bijvoorbeeld kan worden gecheckt. We hebben ook de vraag naar het zelf aanmaken en beheren van templates, naar efficiëntere beeldbewerking binnen het content management system en willen we betere statistieken in verband met het gebruik. Als we geselecteerde content kunnen exporteren naar onze website, blog en Facebook zal de beschikbaarheid fel verbeteren en de workload meer renderen. Zowel inhoudelijk als technisch worden de Bib-in-touchapplicaties geëvalueerd. De vermelde wensen hopen we dit jaar nog te realiseren. Het Bib-in-touch-verhaal wordt zeker vervolgd. Sommige bezoekers vragen nu al naar meer thema’s. > Presentatie
‘Bib-in-touch’
op
Informatie aan Zee 2013: http://www. vvbad.be/bib-touch > Demo Bib-in-touch: http://www.youtube.com/watch?v=KKqWSP4WSrc > Beeldbank Gent: http://www.beeldbankgent.be/
uitgepakt
Wat is compressie en wanneer kan ik het gebruiken? Bert Lemmens, PACKED vzw
Als ik van een boek of archiefstuk een digitale kopie maak, wanneer mag ik dan compressie gebruiken? De vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Als je een verlucht handschrift of een schilderij onder een scanner of fototoestel legt, maak je graag een beeld met een zo hoog mogelijke resolutie. Maar wanneer je op dezelfde manier film digitaliseert zit je al gauw met onwerkbaar grote bestanden. En voor een digitale kopie van je favoriete dag- of weekblad is vaak enkel de inhoud belangrijk. Door het gebruik van compressie behoud je de hoge resolutie, maar heb je slechts een fractie van de opslagruimte nodig. En op je computerscherm ziet het resultaat er nog steeds goed uit. Compressie & codecs Compressie is een techniek waarbij je met behulp van een algoritme — een reeks rekeninstructies — een hoeveelheid data kleiner maakt: je codeert dezelfde informatie met minder nullen en enen. Door hetzelfde algoritme omgekeerd uit te voeren, maak je de data opnieuw groter en weer leesbaar voor je computer. Compressie is een extra stap in je digitalisering, bovenop de eigenlijke omzetting van analoog naar digitaal. Sommige bestandsformaten, zoals bijvoorbeeld TIFF en MOV, bieden de keuze om de inhoud gecomprimeerd of ongecomprimeerd op te slaan. Maar heel wat anderen, zoals bijvoorbeeld MP3, MPEG2, PNG, JPEG, zijn nauw verbonden met een specifiek compressiealgoritme. In de praktijk maak je data kleiner met behulp van een stukje software dat een compressiealgoritme toepast op het digitaal gecodeerde bestand. Doorgaans kan die software het algoritme in twee richtingen uitvoeren: van ongecomprimeerd naar gecomprimeerd en terug. Daarom noemt men zulke software een coderdecoder, of kortweg codec.
Lossy vs. lossless Codecs worden doorgaans opgedeeld in twee categorieën, naargelang de omkeerbaarheid van het compressieproces. Lossless codecs zijn codecs waarbij het compressieproces volledig omkeerbaar is: wanneer je een reeks nullen en enen comprimeert en decomprimeert krijg je exact dezelfde reeks nullen en enen terug. Daarvoor maken ze gebruik van statistische methodes om herhaalde patronen te herkennen en die efficiënter op te slaan. Lossy codecs zijn codecs waarbij het compressieproces niet volledig omkeerbaar is: de codec maakt de hoeveelheid data kleiner door informatie weg te filteren die niet essentieel is voor de kwaliteit van het beeld of geluid. Wanneer je de data weer decodeert wordt de ontbrekende
informatie opgevuld met afgeleide waarden. Bij een beeldscherm of luidspreker van mindere kwaliteit merk je dit nauwelijks op, maar op toestellen van hogere kwaliteit duiken dan verstoringen of ‘artefacten’ op.
Voor- en nadelen Er zijn twee goede redenen om data kleiner te maken: je hebt minder opslagruimte nodig en je kan data sneller versturen over een netwerk. Dat is vooral nuttig voor raadplegingsbestanden: kleine bestanden openen sneller in je webbrowser of mediaspeler. Gebruik daarom best een codec die ondersteund wordt door de gangbare webbrowsers. Lossless compressie kan nuttig zijn als je raadplegings- of reproductiebestanden van hoge kwaliteit nodig hebt, maar over beperkte opslagcapaciteit beschikt.
Een illustratie van Run Length Encoding, één eenvoudige vorm van lossless compressie voor beelden. Een reeks pixels met dezelfde kleur wordt vervangen door een pixel en het aantal keer dat hij voorkomt in de sequentie.
“Het gebruik van compressie in archiveringsbestanden bemoeilijkt de digitale preservering van bestanden.” Aan het gebruik van compressie zijn ook nadelen verbonden. Compressie vereist extra rekenkracht van je computer. Sommige codecs vereisen meer rekenkracht dan andere. Voor eenzelfde bestandsformaat bestaan vaak efficiënte en minder efficiënte codecs. Wanneer tijd en beperkte rekencapaciteit een rol spelen, kan dit een ernstig nadeel zijn. Tot slot bemoeilijkt het gebruik van compressie in archiveringsbestanden de digitale preservering van bestanden. Eerst en vooral is compressie een extra proces dat het risico op fouten in het verwerken van bestanden verhoogt. Maar het grootste risico vormt ‘digitaal generatieverlies’ dat ontstaat wanneer je migreert van een lossy naar een ander lossy bestand. Meer over de risico’s van compressie voor langetermijnpreservering volgt in de volgende ‘Uitgepakt’.
> Dit artikel werd bezorgd door PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijn welkom via
[email protected].
META 2014 | 6 |
31
DE VRAAG
Hoe kan de bibliotheek burgerschap ondersteunen? Eva Simon, Bibliotheekschool Gent
Eind maart 2014 volgde ik de in-service-training Teaching European Active Citizenship (TEACh). Gedurende die week stelde ik me de vraag of en hoe de bibliotheek burgerschap kan faciliteren. Op het einde van de training had ik een antwoord klaar. Actief burgerschap stelt voorop dat burgers een actieve rol opnemen in de maatschappij. Het gaat over het evenwicht tussen rechten en verantwoordelijkheden. Omdat die laatste nergens opgeschreven staan, blijft de invulling van het begrip meestal vaag. Voor de ene is burgerschap bewust gaan stemmen. Voor de andere betekent het vrijwilligerswerk. Voor nog anderen milieubewust zijn. Ik volg de definitie van De Rynck en Dezeure (2009): “De burgermaatschappij is het geheel van organisaties, bewegingen en activiteiten die door burgers worden beheerd of ondernomen en die een autonome positie innemen tussen de private sfeer, de markt en de overheid.”
Burgerschap binnen onderwijs? Overheden kunnen op twee manieren burgerschap in het onderwijs implementeren: communitaristisch en individualistisch. De eerste benadering (Gilbert, 1996) stelt dat educatie erop gericht moet zijn dat burgers daadwerkelijk bijdragen aan de maatschappij. Het is een kwestie van ‘moeten’. Deze aanpak zien we binnen Europa onder meer in Frankrijk waar collectieve burgerzin centraal staat. De tweede benadering (Oldfield, 1990) stelt dat de overheid haar burgers zoveel mogelijk vrijheid en kansen moet bieden, zodat ze ‘kunnen’ bijdragen. Dit gezichtspunt vinden we bijvoorbeeld in Finland. In Vlaanderen legt het formele onderwijs de klemtoon op ‘opvoeden tot burgerzin’: inzicht in de democratie bijbrengen en collectieve verantwoordelijkheidszin stimuleren. Wij sluiten dus meer aan bij Frankrijk dan bij Finland.
Burgerschap in de bibliotheek?
De notie van burgerschap zit ook in de filosofie van de Library as Platform, getuige de uitspraken van Weinberger en Lankes (2012): “A platform provides resources that lets other people build things”, “I define the library as a platform for community learning and innovation“. De gebruikers kijken naar hun lokale wensen en uitdagingen. Vanuit dat kader gaan ze zelf kennis delen en dingen maken. Voor de bijeenkomsten van lees-, studie-, computer-, naai-, zelfs kookclubs, kan de bibliotheek een geschikte third place zijn. Maar er is meer mogelijk. In META 2012/9 vroeg Rien Emmery zich eerder af of makerspaces, plaatsen voor digitale fabricage, de bibliotheek kunnen redden.
Tijdens de TEACh training meldden alle sprekers dat Europa verschuift van individualistisch naar communitaristisch burgerschap. Op grond daarvan durf ik te voorspellen dat ook onze bibliotheken die richting zullen uitgaan: gemeenschapsdenken zal dan primeren op de waarde voor het individu. Waar de bibliotheek zich nu afvraagt of ze haar bezoekers wel voldoende De bibliotheek kan stimuleren. Denk ‘Bib aan kansen biedt tot particulier inihuis’ dat vrijwilligers inzet om boeken rond te brengen. De bibliotheek kan regisseren. tiatief, zal de bib van de toekomst haar inwoners gericht Denk digital storytelling waarbij bezoekers hun levensverhaal laten optekenen. De biblio- de competenties van actief theek kan uitdagen. Denk aan ‘Bomb the bib’ burgerschap bijbrengen. Ze dat Gentse jongeren met explosieve ideeën laat zal hen verbinden, omdat het beleid loyale burgers verwacht meebouwen aan de toekomstige jeugdbib. De bibliotheek kan faciliteren. Denk ‘Boekensteun’, die de samenleving mee vorm het crowdfundingplatform van de Vlaamse ‘moeten’ geven. Erfgoedbibliotheek, waar je mee kan investeren om nieuwe boeken of conserveringsprojec- > Bronnen bij dit artikel kunnen ten te realiseren. geraadpleegd worden op de www. vvbad.be/meta
Soms ontplooien burgerinitiatieven zich buiten het toedoen — of zelfs de wil — van de bibliotheek om. Bij de ‘Brussels’ Library Take-over’ (2008) ruilden enkele jongeren de tiplijstjes van BV’s in voor hun eigen lijstjes. Ook slecht nieuws zorgt al eens voor actie. Een dreigende sluiting van een filiaal leidt tot een petitie voor de politici. Als het dan toch sluit, starten de bewoners gewoon zelf een nieuwe leeszaal, bijv. Rotterdam-West.
Als lokale actor is de bibliotheek uitstekend geplaatst om op een non-formele manier bur- De bibliotheek en burgerschap: gerschap te faciliteren. Burgerschapseducatie individualistisch of kan vervat zitten in de activiteiten die een communitaristisch? bibliotheek organiseert. Denk aan lezingen of In onze bibliotheken waait momenteel een indidebatten rond burgerparticipatie of aan work- vidualistische kijk op burgerschap: de bib als shops rond e-democratie: leren hoe je kunt voedingsbodem waarop mensen burgerschap deelnemen aan publieke fora of klachten elek- ‘kunnen’ beoefenen. De bibliotheek biedt mogetronisch kunt melden. lijkheden, burgers ontdekken er hun talenten
3 2 | META 2014 | 6
en vinden er een onmiddellijke waarde voor het persoonlijke leven.
COLUMN
Kraak Margot Collet
Het is een wervelwind waar niemand tegen is opgewassen. Tijdens het schooljaar wordt de bib overspoeld door klasjes eerste lezertjes, lettervreters en weetjesmannen. Scholieren zoeken naarstig hun informatie bijeen en tokkelen met hart en ziel op toetsenborden. Krakende hersenen worden steeds verder uitgedaagd. Een ontspannende film en eventueel nog muziek meegegraaid. Ontdekken, beleven en ontmoeten? Geen probleem! In snel tempo worden spanning en uitdaging aangeleverd, op maat uiteraard. Maar het is een statig herenhuis gebouwd in de jaren dertig. Met hoge plafonds, originele vloeren en parket, vele kamers en een warme, uitnodigende sfeer. En of het nu salon, biljartkamer of dienstvertrek was, vandaag word je in de bib omarmd door een gevoel van rust. Hoe hectisch je leven ook is, het is een veilige haven waar je kunt zoeken en proeven. En telkens wanneer een legertje letterhongerigen de statige trap heeft bestormd en er weer
is afgegleden, neemt het kranige pand zijn tijd om de krakende treden te laten bekomen. Klaar om de volgende troep evenwichtig maar met open armen te ontvangen. Honderden boeken worden uitgeleend en geraadpleegd voor hun wijsheid en inzichten, romans worden beleefd, films gezien en muziek bejubeld. Als eind juni de meeste werken terugkeren naar hun plaats op het rek dan hoor je hun ruggen kraken van verwachting. Elke band staat klaar om de volgende prikkeling te zijn. Een schat aan wetenschap en informatie klaar om de wereld te veroveren.
Margot Collet is bibliothecaris in de openbare bibliotheek van Niel. Daarvoor werkte ze een aantal jaar bij de VVBAD als stafmedewerker waar ze actief de sectie Openbare Bibliotheken ondersteunde. Nu neemt ze een even actieve rol op in de Raad van Bestuur van het CC Berchem en in de algemene vergadering en Raad van Bestuur van Vlabin-VBC.
En als het zomer wordt, overvalt het me telkens weer. Dan dwaal ik tussen de rekken en luister naar de stilte. De spanning en uitdaging zinderen na, evenwicht en rust dalen neer, en wijsheid en verwachting blijven nieuwsgierig op hun hoede. Krakende hersenen,
treden en ruggen, het vreedzame geluid van een bib. En dan kijk ik naar buiten en vraag me af of het in Israël of Gaza ook zo kraakt. Of toch anders?
help citaat
“Public libraries are
where people come to ask for help in finding things,
especially themselves”
Richard Watson
META 2014 | 6 |
33
kroniek
Bibliothecarissen op Erasmus: Staff Mobility Week 2014 12-16 mei – Bergen, Noorwegen
VVBAD-studiedag: Ken je Klant 27 mei 2014 - Genk
Van 12 tot 16 mei 2014 organiseerde de Universiteit van Bergen (Noorwegen) voor de vijfde keer op rij een ‘Staff Mobility Week’. Dit initiatief werd mogelijk gemaakt door de ondersteuning van Erasmus (Europees mobiliteitsprogramma voor het hoger onderwijs). Het heeft tot doel administratief en ondersteunend personeel van onderwijsinstellingen uit heel Europa samen te brengen om ervaringen uit te wisselen. Uit meer dan 200 kandidaten werden een 50-tal deelnemers geselecteerd, die werden opgedeeld in vier groepen: communicatie, IT, studentenadministratie en bibliotheek. De bibliotheekgroep bestond uit een vijftal medewerkers van de Universiteit van Bergen en twaalf buitenlandse gasten: 2 Belgen, 2 Grieken, 2 Spanjaarden, 2 Britten, een Cypriotische, een Sloveense, een Duitser en een Pool. De twee Belgische deelnemers zijn Demmy Verbeke, hoofdbibliothecaris van de Faculteit Letteren van de KU Leuven en Thijs Gielis, bibliothecaris van de Lerarenopleiding Kleuter- en Lager Onderwijs van de KHLim. Hieronder lees je het verslag van hun indrukken en ervaringen. Waarom de Universiteit van Bergen zoveel tijd en energie investeert in deze uitwisseling, werd reeds duidelijk tijdens de gezamenlijke openingssessie: Anne Christine Johannessen, vicerector internationalisering, lichtte de ambitieuze plannen toe van de universiteit voor verdere groei dankzij een innovatieve aanpak met internationale uitstraling. Het uitnodigen van buitenlandse gasten kadert in dit opzet: lokale medewerkers leren zo best practices uit het buitenland kennen en bouwen een internationaal netwerk op, terwijl de gasten na afloop huiswaarts keren met de naam van de Universiteit van Bergen op de lippen. De volgende spreker, vicerector onderwijs Oddrun Samdal, bewees meteen dat de claim op innovatie geen holle retoriek is. Zij stelde de digitale agenda van de universiteit voor, die tot doel heeft niet alleen het onderwijs, maar ook het onderzoek, de administratie en de maatschappelijke impact van de universiteit grondig te moderniseren. Dat gebeurt onder meer door het gebruik van miniMOOCs (Massive Open Online Courses), learning labs en tutorials op maat van de gebruiker. Een voorbeeld hiervan is de tutorial ‘Search & Write’ (http://sokogskriv.no/en) voor het verbeteren van informatievaardigheden en het schrijven van academische teksten. Vanaf de tweede dag gingen de deelgroepen aan de slag. Na een uitgebreide toelichting over de werking van de (verschillende divisies van) de universiteitsbibliotheek van Bergen, gaven alle deelnemers van de bibliotheekgroep een korte presentatie rond het thema ‘marketing en promotie van de eigen bibliotheek’. Bij de voorgestelde projecten kwamen zowel succesverhalen als mislukkingen aan bod. Het programma voor de rest van de week omvatte workshops over de onderwijsondersteunende rol van de bibliotheek, wetenschapscommunicatie, copyright, evidence based practice, de opening van een tentoonstelling over de nationale feestdag in de afdeling Bijzondere Collecties en een bezoek aan een deelbibliotheek naar keuze. Verder werden ook een aantal activiteiten georganiseerd om de deelnemers te laten kennismaken met de Noorse cultuur en natuur: geleide stads- en museumbezoeken, wandelingen, een daguitstap naar de fjorden en een congresdiner. Deze activiteiten, met de volledige groep of gemengde groepen, boden de ideale gelegenheid om op een informele manier kennis en informatie uit te wisselen. De Staff Mobility Week werd afgesloten door een gezamenlijke sessie, waarin de voornaamste conclusies werden gepresenteerd en de diploma’s werden uitgereikt. De uitwisseling bereikte zeker haar doel. Alle deelnemers deden inspiratie op voor de eigen werking dankzij de genereus uitgewisselde praktijkvoorbeelden. Buiten de landsgrenzen treden en in contact komen met beroepsgenoten uit heel Europa, verruimt je blikveld en geeft extra energie. De Belgische deelnemers kijken met een zekere afgunst terug op de werking van de Universiteitsbibliotheek van Bergen en vooral op de exemplarische samenwerking tussen alle Noorse universiteitsbibliotheken, die één gezamenlijk bibliotheeksysteem hanteren. Als één punt van kritiek gepast is, dan is het dat het programma wel wat drukker mocht zijn in de zin dat meer workshops en meer bibliotheekbezoeken de ervaring nog rijker gemaakt zouden hebben. Meer informatie over deze jaarlijks ingerichte Staff Mobility Week vind je op http://www.uib.no/en/sim/74144/ staff-mobility-week-2014. Demmy Verbeke, KU Leuven en Thijs Gielis, KHLim
3 4 | META 2014 | 6
De weergoden waren ons niet goed gezind, die dinsdag 27 mei. Maar ook bij druilerig regenweer is de C-Mine-site in Genk een prachtige omgeving. We werden er bovendien hartelijk verwelkomd door Mevrouw Moons, algemeen directeur van de Media-ArtsDesign Faculty. Ze benadrukte dat kennis van en communicatie met onze gebruikers enorm belangrijk is, maar tegelijk relativeerde ze de term ‘klant’ als zijnde een zuiver economische gegeven; onze studenten zijn immers zoveel meer dan dat. Rosemie Callewaert (iStoire) startte de dag echt met een focus op de online klant. Zo kwamen er verschillende interessante en tegelijk laagdrempelige technieken aan bod om de werking van je website te optimaliseren op basis van input van de gebruikers. Het doel van je website is om zoveel mogelijk bezoekers ook effectief te werven als klant. Wat soms uit het oog verloren wordt, is dat de online dienstverlening in het verlengde moet liggen van de fysieke dienstverlening. Als die laatste hapert, straalt dat af naar het online gedeelte. Ilse Depré (OB Leuven) gaf een inkijk op de online communicatietools die gebruikt worden in de openbare bibliotheek van Leuven. Als startpunt nam Ilse de recente resultaten van het Apenstaartjarenrapport en het Digimeter-rapport. Het eerste focust op het surfgedrag van de Vlaamse jongeren, en het tweede op het mediabezit van Vlaamse burgers in het algemeen. Beide rapporten geven een actuele kijk op het digitale gedrag van onze klanten en vormen zo waardevolle bron van informatie. In een tweede luik lichtte Ilse de statistieken toe van de Facebookpagina van de OB Leuven. Een zeer interessante tool die aantoont
kroniek
dat het bereik van berichten soms een pak groter is dan enkel de likes en shares. Tot slot kregen we nog enkele nuttige tips mee over hoe je je posts meer succesvol kan maken. Steven Wellens van Onder zoekscentrum Memori (Thomas More) lichtte de methode van focusgroepen toe als middel om je klanten beter te leren kennen. Focusgroepen vormen een snelle, goedkopere en vaak effectievere meetmethode dan de traditionele enquêtes. De methode wordt ook steeds populairder. Het werd wel duidelijk dat er best wel wat achtergrondkennis over de werking van focusgroepen nodig is, om ze ook succesvol toe te passen.
Tijdens de middag was er de mogelijkheid tot een bezoek aan de gloednieuwe bibliotheek van de MAD-faculty onder deskundige begeleiding van bibliothecaris Hilde Nelissen. Met zowel een catwalk als een urban landscape is dit zeker geen alledaagse bibliotheek. En ook al blijkt de opbouw niet altijd even praktisch van aard, er is wel een collectie aanwezig om fier op te zijn. Het tweede deel van de dag werd afgetrapt door Sissi Loostermans (Karel de Grote), met een verslag van de werkwijze en de resultaten van de bibliotheekenquête van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Een driejaarlijks project dat telkens weer nieuwe inzichten
oplevert over de gebruikers van de bibliotheken en als betrouwbare basis dient voor het vormgeven van het bibliotheekbeleid. Dirk Bogaerts van Artevelde Hogeschool bracht ons terug naar hun digitale communicatiestrategie. Geen verhaal over één platform, maar van verschillende online tools die elk hun eigen specifieke doel hebben. Calameo, Facebook, Pinterest, Vimeo, Weebly … het zijn maar enkele voorbeelden van een sterk uitgebouwde online dienstverlening. Paul Bastijns (UGent) sloot de dag af met de live chat service van de Boekentoren: bibliotheekgebruikers kunnen via de website live chatten met de bibliotheek en worden zo
on the fly geholpen met hun probleem. UGent is deze webservice reeds gestart in 2009, en lijken tot heden de enige bibliotheek te zijn in België met deze nochtans niet zo tijdsintensieve service. Net zoals de andere lezingen, gaf dit opnieuw stof tot nadenken. (Online) communicatie met onze klanten blijkt niet zo moeilijk te zijn als soms gedacht wordt. Het is vooral een kwestie van durven te beginnen, ervaring op te doen en om zo net als onze sprekers iets op te bouwen dat erg de moeite is om te tonen aan anderen. Johan Poukens
De juiste informatie bij de juiste persoon Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.
Adlib Bibliotheek
Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
META 2014 | 6 |
35
kroniek
VVBAD-studiedag: Archiefles begrepen? Workshop over effectief lesgeven aan archiefvormers 6 juni 2014 – Brussel
Op 6 juni organiseerde de werkgroep Automatisering van de VVBAD een workshop over hoe als archivaris effectief les geven aan niet specialisten. Hoe zorg je er als vakspecialist voor dat je niet vervalt in vaktechnisch taalgebruik? Hoe zorg je ervoor dat de leerstof blijft plakken en men gemotiveerd wordt om er mee aan de slag te gaan? Gunter Loos, een professionele coach leidde de workshop. Met enkele ludieke oefeningen bracht hij de nodige beweging in de groep. Interessant om te zien hoe er zo direct een bepaalde groepsdynamiek ontstaat. Het concept om als lesgever in zo’n oefening een speelveld en regels af te bakenen en vervolgens de cursisten te laten experimenteren om zo tot inzichten te komen spreekt me wel aan. Met deze werkvorm is zeker iets te doen binnen de context van een archiefopleiding.
krijgen de concepten groepsdynamiek eveneens de nodige aandacht. Zo is het bij aanvang van een les belangrijk dat je als lesgever de deelnemers persoonlijk en expliciet welkom heet. Dit helpt om een band te scheppen en een groep te vormen. De houding die je als lesgever aanneemt zal mede de groepsdynamiek bepalen. Hoe sneller je erin slaagt om de groep doorheen de eerste ontwikkelingsfases van de groepsvorming te loodsen hoe sneller je komt tot een groep die samenwerkt en resultaten boekt.
Het kwadrant van Kolb kan natuurlijk niet ontbreken op een opleiding over opleiding geven. Deze theorie gaat ervan uit dat iedereen een bepaalde leerstijl heeft. Om te zorgen dat je les effectief is moet je de gebruikte werkvormen voldoende variëren zodat alle leerstijlen worden aangesproken. Het model van Kolb In de namiddag zijn we dieper bestaat uit vier aparte polen ingegaan op het realiseren van overeenkomstig bepaalde leerstijlen: doen-ervaren / “beklijvendheid”. Dit heeft een kijken-reflecteren / denken- hele reeks tips opgeleverd. Zo inzicht / plannen-toepassing. is het belangrijk om tijdens Door tijdens je lessen deze cir- je lessen de cirkel van Kolb kel te doorlopen zorg je ervoor steeds te sluiten. Herhalen is belangrijk maar niet te veel dat de leerstof blijft plakken ongeacht de leerstijl van de anders haakt men af. Laat het mislopen of gebruik foute cursisten. voorbeelden. Mensen vinOm tot een lesgroep te komen den verbeteren leuk en ontdie openstaat voor de leerstof houden zo beter. Maak het 3 6 | META 2014 | 6
concreet, gebruik beelden en cijfers. Laat hen zelf met de oplossing komen. Durf je voorbereiding los te laten. Tracht aan te geven wat de relevantie en meerwaarde is voor de cursist. Zorg er voor dat men de leerstof kan toepassen op de eigen leefwereld en ervaringen. Deel als lesgever je passie en spreek met enthousiasme. Een ander belangrijk aspect is hoe je mensen kan motiveren. Hoe kan je er voor zorgen dat die Chinese vrijwilligers in je les toch gemotiveerd geraken? Uit de workshop bleek echter dat het bewust proberen te motiveren van mensen contraproductief is. Je kan proberen met beloning en bestraffing te werken maar dit werkt niet op lange termijn. Om mensen echt te motiveren moet je onrechtstreeks de voorwaarden scheppen die motiverend werken: iemand aanspreken op zijn competenties; autonomie geven, iets op je eigen manier mogen doen; verbinding maken, samen aan de kar
trekken. Dat zijn drie zaken die wel motiverend werken. Een boeiende workshop met vele goede tips en ideeën die de basis vormen om te komen tot een goede les. Nu is het aan ons om het in de praktijk te brengen. In opvolging van de workshop is een groep Opleiding en vorming opgestart op de Yammer Informatiemanagement Vlaamse Overheid en is er documentatie uitgewisseld. Ik wil bij deze ook expliciet Nico Vannieuwenhuyse bedanken voor zijn aantekeningen. Ik heb ze goed kunnen gebruiken bij het opstellen van dit verslag. Willem Vanneste
Discover the 2015
Oxford Journals Collection Featuring over 280 prestigious journals in the fields of Medicine, Life Science, Humanities, Social Sciences, Mathematics and Physical Sciences, and Law.
Published in collaboration with some of the world’s most influential scholarly and professional societies, our prestigious titles included in the 2015 Oxford Journals Collection offer access to content dating back to 1996.
For further information contact
[email protected]
www.oxfordjournals.org
1
personalia
Op 3 mei jongstleden werkte Marc Engels precies 20 jaar op het VVBADsecretariaat. 3 mei 1994 was zijn eerste werkdag bij de VVBAD. Marc ondersteunde samen met Marc Storms en Marijke Hoflack het secretariaat en het tijdschrift. Hij kwam toen net op tijd om de VVBAD mee te helpen verhuizen van de Goudbloemstraat naar de Waterloostraat. Sinds 2009 is Marc fulltime lay-outer van de VVBADpublicaties. Proficiat Marc!
Na het secundair onderwijs volgde hij nog een jaar Communicatiewetenschappen aan de KU Leuven en een jaar aan de UGent. In 1973 behaalde hij de akte van bekwaamheid voor het open houden van een bibliotheek.
Algemeen voorzitter Patrick Vanouplines en Marc Engels tijdens de Algemene Ledenvergadering op 17 maart 2014.
Van 1972 tot eind 1995 werkte hij o.l.v. prof. dr. Guido Persoons samen met een vijftal andere medewerkers. Na het opstarten van de Hogeschool Antwerpen en een korte periode waarin historicus en auteur Jan Lampo het ambt van bibliothecaris waarnam, runde Jef praktisch alleen de bibliotheek tot er in juni 2000 versterking kwam vanuit het departement Lerarenopleiding. Tony Schaerlaeken (tot 2005) en Karine Houthuys (tot op heden de bibliothecaris) werden zijn nieuwe collega’s. Jef, die een grote interesse had voor de historiek van de Academie, bekwaamde zich in de kennis van de oude archieven. Ook over de bouwgeschiedenis van de instelling, sinds 1811 gehuisvest in het voormalig Minderbroedersklooster aan de Mutsaardstraat, kent hij vele anekdotes. Toen de Academie in 2013 haar 350 jarig bestaan vierde, ontpopte hij zich als een ware gids en leidde al menige groepen geïnteresseerden rond doorheen de gebouwen en de tuin.
Meer Personalia op p. 44.
Jef Van Gool (°1949) ging op 1 juli 2014 met pensioen. Hij was 42 jaar verbonden als assistent-bibliothecaris aan de campusbibliotheek Mutsaard van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, enerzijds voor de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen en anderzijds voor de opleidingen Ontwerpwetenschappen, nu een faculteit van de Universiteit Antwerpen.
Hij is ook gepassioneerd door muziek en maakte sinds de jaren zeventig als bassist deel uit van verschillende jazzformaties. Jef, een joviaal persoon, was steeds zeer hulpvaardig en vlot in de omgang met studenten en docenten. Hij was een precieze werker, geen haast en spoedtype: nauwgezet voerde hij zijn taken uit. Een fijne en betrokken collega die zeker zal gemist worden.
toepassing
Overal wolkjes … Lang leve de ‘Cloud’ Ilse Depre, De Bib Leuven
Cloud computing, iedereen heeft er de mond van vol tegenwoordig. Het verwijst naar het online ter beschikking stellen van hardware, software en gegevens via internet. Of m.a.w. je software en documenten staan niet langer op de harde schijf van je pc of laptop, maar elders, al dan niet gratis ‘gehost’ bij een bedrijf. Eén van de bekendste voorbeelden zijn de online tools waarmee je je documenten ‘op het web’ kan opslaan, zodat je er vanop elke pc en met elk toestel (pc, laptop, tablet, smartphone …) aan kan. Dropbox is er een voorbeeld van: je kan er allerlei documenten, foto’s, video’s gratis online opslaan, en delen met familie, vrienden en collega’s. Google Drive (vroeger Google Documenten) is vergelijkbaar, en gekoppeld aan andere Google-tools. Je kan er ook nieuwe documenten online mee creëren.
3 8 | META 2014 | 6
Bijkomend voordeel van deze tools is dat je steeds een online back-up hebt, moest de harde schijf van je pc crashen. Via je tablet of smartphone kan je deze tools openen in de browser, net zoals je dat op pc of laptop zou doen. Maar ze hebben ook elk hun eigen handige app, wat toch makkelijker werkt. De ‘desktopversie’ biedt wel meer mogelijkheden: zo kan je via de Google-app (voorlopig) enkel tekstdocumenten en spreadsheets bewerken, terwijl je voor het maken en aanpassen van formulieren en presentaties doorverwezen wordt naar de browserversie. Toch blijven deze apps een aanrader voor wie online bestanden wil delen en bewerken.
1200 1200
Bibnet maakte begin juli de eerste gebruikscijfers bekend van ‘E-boeken in de bib’. Met dit pilootproject kunnen bibliotheken sinds mei 2014 e-boeken lenen aan hun gebruikers. Bibliotheekgebruikers kopen in hun bib een e-boekenkaart aan met leentegoed, waarmee ze een aantal e-boeken naar keuze telkens voor vier weken kunnen lenen. Zij lezen de gekozen boeken op de eigen tablet of smartphone. De gebruiksbasis is voorlopig nog te beperkt om tendensen uit af te leiden, maar in afwachting kon Bibnet al wel enkele cijfers bekend maken. Begin juli werd de kaap gerond van 10.000 app-downloads. 69 procent daarvan zijn iOS-downloads. De drempel van 2000 uitleningen werd al overschreden met ongeveer evenveel activaties van e-boekenkaarten. Er waren 1200 unieke gebruikers. E-boeken lenen gebeurt blijkbaar vooral tussen 18.00 u en 24.00 u. Deze zomer wordt er nog gewerkt aan het weergeven van de statistieken per bibliotheek. Op de Denk en Discussiedagen op 16 september in Bozar voorziet Bibnet een duidelijke instructie voor het raadplegen van deze statistieken.
Het cijfer / Het plan
Bibliotheektruck voor scholenwerking Hasselt In de stedelijke meerjarenplanning van Hasselt is een vernieuwing van de stedelijke bibliotheekwerking voorzien. Daarin zit een kader voor de samenwerking tussen de stedelijke en provinciale bib vervat, vastgelegd in een convenant. De provinciale bibliotheek focust zich op een bovenbouwwerking voor het onderwijs, bovenlokale specialisaties en erfgoed. De Stedelijke Bibliotheek Hasselt concentreert zich op de basiswerking, met een ondersteunende werking voor het basisonderwijs en op een aangepaste doelgroepenwerking. Ze focust op kinderen en mediawijsheid, en op doelgroepen die ondersteuning het meest nodig hebben. Daartoe wil de stedelijke bib de bestaande werking aanpassen om de toekomstige uitdagingen van de Hasseltse samenleving beter aan te kunnen. De grote stappen in de geplande vernieuwing zijn: de afschaffing van de zeven traditionele filialen, vanaf 21 juli 2014; de inzet van een bibliotheektruck voor de scholenwerking en eentje voor de doelgroepen- en wijkwerking; de uitbreiding van de hoofdbibliotheek met een studie- en ontmoetingsruimte; ‘bibliotheekpunten’ in of bij ontmoetingsplaatsen in de deelgemeenten, wijken of instellingen, en een ‘bibliotheekhub’ in het nieuwe stadhuis. De eerste stap is de start van een mobiele bib in de scholenwerking vanaf 8 september 2014. Daarmee wil de bib alle Hasseltse basisscholen een eenduidige en gelijkwaardige dienstverlening aanbieden. Alle 21 basisscholen, niet in de omgeving van de stedelijke of provinciale bib, zijn op het aanbod ingegaan. De mobiele bib zal in het schooljaar maandelijks halt houden in de buurt van de schoolpoort, voor minstens één dagdeel. De rijdende bib staat dan open voor alle klassen van het lager onderwijs, en voor de oudste kleuters. Maandelijks zullen ca. 4800 kinderen in de bibtruck passeren. De mobiele bib is 16 meter lang en zal dagelijks een 2300 boeken aanbieden, alsook een kleine collectie andere media. Voor het leengebeuren is de bibliotheektruck uitgerust met RFID-technologie, met een inleverkast. De catalogus, internet, fundels of e-boeken zijn toegankelijk via 10 iPads, en er is een multifunctioneel scherm voorzien. De ‘leesbeesten’ van de stedelijke scholenwerking blijven de visuele rode draad voor de kinderen. De werking van de mobiele bib steunt op een backoffice werking in een gehuurde fabriekshal, met het achtergrondmagazijn, en wordt gedragen door een vijfkoppig team, samen 2,5 VE. Voor de realisatie van de mobiele bib was een investering nodig van 480.000 euro. De werking van de zeven filialen kostte sinds 2008 jaarlijks ca. 300.000 euro, voor een sterk dalend resultaat.
Julie Hendrickx Miet Withofs > Bron: Bibnet
META 2014 | 6 |
39
Personalia
Op 6 augustus beëindigde prof. dr. Frans-Jos Verdoodt (°1939) zijn functie als voorzitter van het ADVN. Hij wordt opgevolgd door prof. dr. Dirk Rochtus (°1961) (KU Leuven, campus Antwerpen). Verdoodt was een van de oprichters van het ADVN en gedurende dertig jaar afgevaardigd bestuurder en later ook voorzitter van het centrum. Het ADVN werd opgericht in 1984 als één van de privaatrechtelijke archiefcentra in Vlaanderen. Sindsdien groeide het uit tot het centrum voor erfgoed en onderzoek over het Vlaams-nationalisme en de Vlaamse beweging in hun brede en internationale context. Daartoe behoren o.a. de andere nationale bewegingen in Europa, de theorievorming omtrent nationalisme en thema’s zoals natie en identiteit.
Dirk Rochtus (links) en Frans-Jos Verdoodt.
Frans-Jos Verdoodt heeft het ADVN opgericht in maart 1984 als een wetenschappelijk project. In tegenstelling tot de katholieke, liberale en socialistische bewegingen, beschikte het Vlaamsnationalisme — en bij uitbreiding de Vlaamse beweging — over geen specifiek archief- en onderzoekscentrum met wetenschappelijke aspiraties. Verdoodt heeft die leemte niet alleen opgevuld, hij verruimde ook systematisch de focus van zijn instelling: van het Vlaams-nationalisme naar de breedst mogelijke Vlaamse beweging, van de Vlaamse beweging naar de nationale bewegingen over geheel Europa, van een Vlaams onthaalcentrum voor archief en documentatie naar een wetenschappelijk onderzoekscentrum met een internationale dimensie, van een neutrale onthaalinstelling voor archieven naar een uitvalsbasis voor culturele publiekswerking en een forum voor nieuwe historiografische publicaties. Ook de afgeleide aspecten van de Vlaamse beweging kwamen ruim aan bod, bijvoorbeeld de theorievorming rondom natie en identiteit, de repercussie van emigratie- en immigratiebewegingen op de natievorming en de geschiedenis van de Vlaamse migranten in de wereld.
40 | META 2014 | 6
Parallel met zijn ADVN-opdracht, bouwde Verdoodt in Vlaanderen en Nederland een academische loopbaan uit, als docent en publicist. Dat tweevoudig engagement van archiefdirecteur en docent stelde hem onder meer in staat om — naast het ADVN — het tijdschrift Wetenschappelijke tijdingen voor de geschiedenis van de Vlaamse beweging te redigeren en om te vormen van een strijdend medium tot een puur wetenschappelijke publicatie. Daarnaast bleef Verdoodt een loopbaan lang actief in de literaire sector, als dichter, als essayist en als voorzitter van een aantal literaire prijzen. Verdoodt was ook de historicus die in 2000 op de IJzerbedevaart in Diksmuide het ‘Historisch pardon’ uitsprak over de collaboratie van een groot deel van de Vlaamse beweging tijdens de Tweede Wereldoorlog. In datzelfde kader bouwde hij de Voorwaartsgroep uit, een brede groep van progressieve, vooral linkse intellectuelen die pleitten voor een genuanceerde visie op de problematiek van collaboratie, verzet en repressie tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Verdoodt is vandaag eveneens actief in de Gravensteengroep, een burgerinitiatief van progressieve kunstenaars, journalisten, filosofen en historici die kritisch reflecteren op de politiek in Vlaanderen. Dirk Rochtus doceert internationale politiek, Europese politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven (o.a. masteropleiding journalistiek). Hij is ook senior fellow van het Zentrum für Europäische Integrationsforschung (ZEI) van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn. Hij publiceerde over Turkije, over Duitsland en over de theorie van het nationalisme en het federalisme. Over al die materies houdt hij regelmatig voordrachten en gastcolleges in binnen- en buitenland en publiceert hij opiniestukken in De Standaard, De Morgen, en op www. deredactie.be en www.knack.be. Van zijn hand verschenen ook de boeken Turbulent Turkije (2011) en Dominant Duitsland (2013). Rochtus is lid van de adviesraad van de Emiel Verhaeren Stichting, lid van de Expertencommissie Overheidscommunicatie in het Vlaams Parlement en bestuurder van het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (VLEVA). Als gewezen extern adviseur van de Raad van Europa lichtte hij, tijdens verschillende in Rusland georganiseerde conferenties over federalisme, Russische ambtenaren in over de werking van het Vlaams Buitenlands Beleid. Hij ontving, net als wijlen Jan Hoet, het Bundesverdienstkreuz, de hoogste civiele onderscheiding van de Bondsrepubliek Duitsland. Net als Verdoodt, kan Rochtus een ruime bibliografie voorleggen omtrent zijn diverse specialismen en belangstellingsthema’s.
zogeLEZEN
Johan Vandendriessche:
“E-readen is voor mij ideaal” Welk boek ligt er nu op je nachtkastje? The cider house rules : John Irving is nooit te versmaden. Een vriend (dokter) van me las die ook en was enthousiast. Irvings figuren zijn altijd weer uitzonderlijk en interessant, ook hier met de verloskundige en zijn leerling. Daarnaast staan nog tal van boeken klaar op mijn e-reader (Stephen King/Doctor Sleep, Janet Evanovich/de hele Stephanie Plum-serie, maar ook Paulette Jiles/Stormy Weather, Gin Phillips/The Well and the Mine, Bethany Wiggins/Stung, Megan Miranda/ Fracture, Karen Robards/Shiver, Monica Seles/Game On), allemaal eerstelingen voor mij die ik wel eens wil leren kennen. Welk boek mag er altijd in je nachtkastje blijven liggen? Moet ik kiezen? It va n S te p h e n K i n g , Sometimes you see it coming van Kevin Baker en Furnace van Muriel Gray, o.a., wil ik eens opnieuw lezen. King is bekend om zijn horror, maar dat komt voor mij maar op de laatste plaats. Veel aantrekkelijker zijn z’n sfeerschepping, zijn recreatie van ‘the American life’, en vooral als het om jeugdjaren (zoals in It) gaat. Je ziet die kinderen zo voor je: stoer, maar bang, vindingrijk en jeugdig dom, en ontluikende verliefdheid, kortom het leven van een kid in Amerika. Sometimes you see it coming is een boek over een eigenaardige baseballheld, The Phenom. Ook hier
een schitterende sfeerschepping van het wereldje van rijke, soms wereldvreemde honkbalspelers, met elk hun eigenaardigheden. Het verhaal is geen typisch sportheldverhaal met een spectaculair einde, integendeel. Zeer onderhoudend. Van Baker heb ik ook Strivers Row, een verhaal over racisme in Hell’s Kitchen (een buurt in Manhattan) met o.a. Malcolm Little, beter bekend als Malcolm X. Furnace is dan weer een spannend bovennatuurlijk verhaal dat eigenlijk vraagt om verfilmd te worden. De dreiging van een naderend kwaad (een ongedefinieerd monster) is voortdurend aanwezig, zeer vlot, meeslepend en ook hier een verrassend, vindingrijk slot. Maar om af en toe eens naar terug te grijpen graag iets van Calvin and Hobbes, een stopstrip van een jongetje en zijn (speelgoed)tijger. Volgens mij niet echt voor kinderen, maar wel hilarisch. Wat een fantasie heeft dat kereltje, kijk maar naar de titels van enkele bundels: Something under the bed is drooling en Attack of the Deranged Mutant Killer Monster Snow Goons! Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten en waarom ben je er nog niet aan begonnen? Ik kocht een compilatie 50 Classic Books: volume one, zo’n 12.000 bladzijden. Echte (Amerikaanse) klassiekers, maar dat is wat zwaar om allemaal na elkaar te lezen. Af en toe eentje moet kunnen, maar ik
heb er nog maar een paar gelezen: soms is dat toch wel redelijk verouderd … Welk boek ben je begonnen maar onmiddellijk gestopt? De Goelag Archipel: na één bladzijde voortdurend bladeren naar de onleesbare voetnoten gaf ik er de brui aan en ben nooit herbegonnen. Ik was toen wel maar zeventien. Wat zijn je leesgewoontes? Ik lees iedere dag, al is het maar een paar bladzijden. ’s Avonds op het toilet en in bed, ’s morgens op het toilet en wekelijks op restaurant, zelden ergens anders tussendoor in een zeteltje op het terras of in een hoekje in huis. Tegenwoordig lees ik boeken alleen maar digitaal, zo goed als allemaal Engelstalig. Die koop ik bij Barnes & Noble; als je daar een beetje kunt wachten en de boeken niet onmiddellijk na verschijning wil, kan je koopjes doen. Gekende auteurs (je werkt niet voor niets in een bib) vind je zo, maar als je eens in de Sales section zoekt, kan je voor zeer weinig geld (3 à 5 dollar) misschien onbekende pareltjes vinden. E-readen is voor mij ideaal: op reis kan je tientallen boeken meenemen, maar heb je maar plaats nodig voor één reader. In bed, aan tafel of in de zetel lezen is ook makkelijk: je moet het boek niet vasthouden en niet bladeren, je hebt maar één leeskant. Het boek kan dan ook niet dichtvallen, haha … Beeld bovenaan: Pennywise uit Stephen Kings’ It.
johan vandendriessche Johan Vandendriessche is bibliothecaris in het Oost-Vlaamse Zwalm. Hij houdt van sporten (volleybal, tennis, golf, fietsen) maar ook van kijken naar American football en baseball. Hij draagt het verenigingsleven (Davidsfonds, Pasar, Heemkring, Cultuurraad …), een warm hart toe en in de tijd die nog overschiet kijkt hij graag naar thrillers, series en de meer cinefiele films. Ook z’n (digitale) leesplank blijkt goed gevuld.
META 2014 | 6 |
41
TERUGBLIK
“Groot nieuws!” Julie Hendrickx
“Op 6 juni 1978 stemde de Nederlandstalige Cultuurraad met kwasi eenparigheid van stemmen voor het ontwerp van decreet over het Nederlandstalige openbare bibliotheekwerk. Een tweetal weken later, om precies te zijn op 19 juni 1978, ondertekende koning Boudewijn het decreet. Op 7 september 1978 verscheen de tekst van het goedgekeurde decreet in het Belgisch Staatsblad.” Groot nieuws! In 1978 publiceerde de vereniging een speciaal nummer van de Bibliotheekgids volledig gefocust op het Bibliotheekdecreet. Hierin werden de parlementaire documenten opgenomen, de tekst van het decreet zelf en een bibliografisch overzicht van artikel in dag- en weekbladen. De totstandkoming van dit decreet was moeizaam. In totaal werden er vanaf 1946
tot 1974 eenentwintig ontwerpen ingediend. Ook deze keer lokte het nieuw ingediende ontwerp verschillende amendementen uit. De goedkeuring in de Nederlandstalige Cultuurraad kwam er pas na maanden van intens politiek overleg.
Begin jaren zeventig worden er structurele veranderingen doorgevoerd. Er wordt een heus redactiecomité opgericht met afgevaardigden uit de twee secties die de Vlaamse Vereniging van Bibliotheek- en Archiefpersoneel vormden: Openbare Bibliotheken en Wetenschappelijke Bibliotheken. Deze nieuwe start bracht ook een nieuwe vormgeving met zich mee, wat niet ongelegen kwam. Een feloranje cover met een fris lettertype moest de lezer opnieuw warm maken. En ook inhoudelijk was er vooruitzicht naar meer verscheidenheid en kwaliteit. Het beperkte aanbod van artikels van en over de ‘landelijke’ Openbare Bibliotheken fnuikte deze ambitie echter. Bibliotheekgids als een vakblad voor zowel de OB als de WB-sector bleef al die jaren het voornaamste streefdoel. Het blad blijft nog lange tijd een overheersende WB-inbreng hebben, ondanks verwoede pogingen tot uitbreken. Ook het Algemeen Bestuur drong begin jaren zeventig aan op een dynamischere aanpak. Om beter te kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen besliste men in 1974 om het maandelijkse mededelingenblad Bibinfo met nieuws uit het beroeps- en verenigingsleven heruit
42 | META 2014 | 6
> “Nu van hooger hand…” Vijfen zeventig jaar Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek- Archief- en Documentatiewezen/
Vanaf nu was elke gemeente verplicht om een openbare bibliotheek op te richten. De bibliotheek werd dus een openbare dienst waardoor
Een nieuw jasje
te geven.
de ideologische verzuiling verdween. Er waren strenge erkenningsvoorwaarden maar daar tegenover stond ook een financiële ondersteuning.
Frans
Heymans (RED). – Antwerpen: VVBAD - 1996. - 332 p. – ISBN: 90-72679-19-9 > Bibliotheekgids, 1972/1, p1. > Zie ook p. 48
Activiteiten
Studiedag ‘In klank en beeld’ Documenteren van immaterieel erfgoed (ICE) brengt een reeks nieuwe vragen en uitdagingen binnen in de erfgoedpraktijk. Want hoe documenteer je erfgoed dat leeft in de hoofden, handen en handelingen van mensen? Een proces dat vraagt om een participatieve en dynamische – vaak audiovisuele – aanpak. Op 16 september gaan E-land en tapis plein op zoek naar inspiratie, zowel bij onderzoeksmethodes als visuele antropologie en mondelinge geschiedenis, als in de dagdagelijkse ICE-praktijk in binnen- en buitenland. Een divers samengesteld programma, voor denkers én doeners. Let’s reflect! Lezingen en gesprekken waarin bruggen geslagen worden tussen onderzoek (visuele antropologie en mondelinge geschiedenis) en erfgoedpraktijk (documentatie- , archief- en immaterieel erfgoedwereld). Begrippen en concepten als immaterieel erfgoed, niet-tastbaar erfgoed, mondelinge geschiedenis en mondelinge bronnen worden scherp gesteld, met o.a. bijdragen van antropoloog Dr. Wim van Zanten (NL), Wim Viaene, Dr. Berber Bevernage en diverse sprekers uit Voormiddagsessies de erfgoedpraktijk in Vlaanderen. • SESSIE 1: HOW TO … document intangible heritage in a participatory way? Hands-on! Inspirerende cases en work- Dale Jarvis shops voor het participatief audiovisu- • SESSIE 2: Visuele antropologie verkeneel documenteren van immaterieel erfnen goed met bijdragen uit o.a. Zuid-Afrika Lieve Willekens & Isabelle Makay (Dr. Harriet Deacon), Canada (Dale Jarvis), • SESSIE 3: Mondelinge geschiedenis? Zweden (Petra Bauer) en Vlaanderen. Immaterieel erfgoed? Narrativiteit? Participatief documenteren? Een wegwijzer PROGRAMMA Dr. Nico Wouters, Ellen Janssens, Dr. 9.30 u. Onthaal met koffie Rob Belemans, Eva Van Hoye en Kim 10.00 u. Inleiding op de dag: Jorijn Van Belleghem Neyrinck & Sigrid Bosmans • SESSIE 4: Participatory strategies for 10.30 u. Keuzesessies voormiddag ICH documentation: experiences in 12.00 u. Keynote: Towards a code Africa and digital possibilities for the of ethics for participatory future approaches to ICH documentation: some considera- Dr. Harriet Deacon tions, Dr. Harriet Deacon Namiddagsessies 12.30 u. Lunch • SESSIE 1: Van praktijk naar methode 13.30 u. Keuzesessies namiddag reflexief documenteren 15.00 u. Pauze Petra Bauer, Lieven De Visch 15.30 u. Speakers’ corner: Geschiedsfilosoof Berber • SESSIE 2: ICE documenteren: uitdagingen en ervaringen voor bruggenbouBevernage blikt terug op wers wat hij zag en hoorde tijdens Dr. Wim van Zanten, Dr. Chantal deze studiedag Bisschop, Wim Viaene en Els Opsomer 15.40 u. Debat met Berber Bevernage, Sigrid Bosmans, Sarah Eloy, • SESSIE 3: HOW TO … document intangible heritage in a participatory way? Jorijn Neyrinck en Wim van Zanten. Moderatie: Liesbet Dale Jarvis • SESSIE 4: Visuele antropologie verkenDepauw nen 16.30 u. Slotreflectie door Marc Lieve Willekens & Isabelle Makay Jacobs
PRAKTISCH Datum Plaats
16 september 2014 Lamot, Van Beethovenstraat 8-10, 2800 Mechelen Prijs 25 euro Inschrijven http://www.erfgoedland.be
META 2014 | 6 |
43
uitzicht
Uit Bibliotheekgids jaargang 54, nr. 3 - 1978
> Zie ook p. 46
44 | META 2014 | 6