Naar een veiliger samenleving
10
September 2010
Politiek Rechters
minuten
Openbaar Ministerie
Even tijd voor de reclassering
Gemeenten Medewerkers reclassering Wetenschappers Hulpverleners Advocatuur Tbs-klinieken Woningcorporaties Jeugdzorg
De commissaris vertelt
Schuldenbewust
Minister verlegt koers
reclassering nederland
10
September 2010 | 2
minuten Even tijd voor de reclassering
3 Langer en strenger toezicht zware jongens en meisjes 5 Strijen kan rustig slapen 7 Werfstraf hoofdroute 9 Anders leren denken over kijken en kopen 11 Victoriaans jasje aan de kapstok: meer werkstraffen 13 Steeds beter scherpstellen 15 Kanshebbers kweken 17 Geen nieuwe slachtoffers 19 Gevangen in woorden 21 Neerlands hoop in bange dagen
10 minuten extra De samenleving moet veiliger. Daar is links en rechts Nederland het over eens. Maar over de weg ernaar toe lopen de meningen uiteen. Zeker nu er een bezuinigingswind waait. Maar - linksom of rechtsom - draait het om gedragsverandering. En dat is de kern van het reclasserings werk. In 10-minuten valt daar het nodige van te proeven. Artikelen waardoor beleidsverantwoordelijken en uitvoerders bij elkaar de kunst kunnen afkijken, opvattingen delen, aanpakken adopteren of doel bewust een eigen koers varen. Het Nederland maakt nu belangrijke keuzen voor de toekomst. Het kan geen kwaad om 10-minuten extra bedenktijd te nemen..
Ex-gedetineerden
|3
Politie Landelijke en lokale politiek Rechterlijke macht
Langer en strenger toezicht zware jongens en meisjes Korter de cel in, langer toezicht. Dat is een goed recept tegen herha
ling van misdaad. Politietopman Frans Heeres pleit er nadrukkelijk voor. Om te beginnen richt hij zich op alle daders van gewelds- en zedenmis drijven. Hij wil hen na vrijlating stevig in het vizier laten houden. Twee jaar lang. Met een onverbiddelijke meldingsplicht. Ook vindt hij de inzet van enkelbanden en andere elektronische controlemiddelen vaker gewenst. Frans Heeres geeft dagelijks leiding aan het Korps Midden- en West-Brabant. Hij doet zijn voorstellen namens de Raad van Korpschefs. Daarbinnen heeft hij onder meer als aandachtgebieden: overvallen, verschillende vormen van geweld, hennepteelt en vermogenscriminaliteit. ‘Je moet naar de persoon kijken en naar de kans dat deze opnieuw mensen en de samenleving schade berokkent. En hoe ernstig die is. Nou, het slaat diepe wonden als ze je lichamelijk iets aandoen. Soms letterlijk, altijd figuurlijk.’
‘Op straat zie ik allemaal rampen om me heen, ik ben bang en ik vertrouw de maatschappij niet meer. Zoals ik nu ben, ken ik mezelf niet. Maar ik ben wel bijna twee jaar zo. Ik kan er niet aan wennen.’ Mike Vink, slachtoffer van gewapende roofoverval op zijn werk
reclassering nederland
September 2010 | 4
Hij is geen hardliner. Frans Heeres kiest voor controle én ondersteu-
ning. ‘Ex-gedetineerden moeten weten dat een heel netwerk op hun reilen en zeilen let. Anders is de aandacht voor wonen, werk, schuld sanering, regelmaat en relaties al gauw verspilde energie. De praktijk leert dat ze dan in oude fouten terugvallen. Criminaliteit begint immers waar sociale controle ontbreekt.’ De politiechef vindt niet dat zijn pleidooi onderbuikgevoelens aanwakkert. Het gaat om door de overheid georganiseerd toezicht. ‘Dus niks heksenjacht. Openbare verantwoording, democratische controle en – indien gewenst – rechts bijstand. Ik heb daar alle vertrouwen in.’
Hij is gedreven. Frans Heeres heeft de slachtoffers in de ogen gekeken. ‘Een mes op de keel. Denken dat je laatste uur geslagen heeft. De weerslag is immens. En dan gaat het bij een overval om gemiddeld zo’n 300 euro. Een sigarenzaak in Rotterdam is veertien keer overvallen. Elke keer hakte het er harder in. Geloof me, geweld went nooit. Mijn dochter werkt in een supermarkt. Als daar onverhoopt een overval zou plaats vinden, hoop ik dat we kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om het te voorkomen. Met z’n allen.’ De politiechef ziet voor de reclassering een rol, maar ook voor gemeenten, jeugdzorg, Openbaar Ministerie, wijkagenten en andere deelnemers in veiligheidshuizen. ‘Het delen van informatie is belangrijk. Net als het breder kijken dan het eigen werkgebied. Als jongeren spijbelen, zijn ze op een andere plek bezig. En hooligan zijn, beperkt zich niet tot de zondagmiddag. Als ergens iets fout gaat, blik je in het Veiligheidshuis gezamenlijk terug. En tref je maatregelen.’
Hij ziet vooral voordelen. Frans Heeres denkt niet dat overheidsbe-
zuinigingen een spelbreker zijn. ‘Een nieuw kabinet zal in alle gevallen voorrang geven aan veiligheid. Ik vraag niet om meer geld, maar om een andere werkwijze. Kosten verschuiven. Van gevangenis naar toezicht. Van schade en berechting naar preventie. Minder leed. Minder druk op rechters en officieren van justitie, minder beroep op advocatuur, minder cellen. Politici kunnen toch ook rekenen?’ De politiechef wil aansluiten bij de groeiende praktijk. ‘Het laatste deel van een stevige gevangenisstraf komen mensen voortaan voorwaardelijk vrij. Met een proeftijd van twee jaar. Dan zouden ze niet alleen geen misdaden mogen begaan, maar ik wil hen ook onder toezicht houden. Zeker als er sprake is geweest van bedreiging of lichamelijk geweld, want daarbij is de terugval het grootst. Het systematisch inschatten van recidiverisico’s zou standaard moeten gebeuren; een mooi hulpmiddel. Veel kans op herhaling? Dan steviger toezicht. Zo zie ik iemand met meerdere overvallen op de kerfstok graag aan de enkelband. Als het dan weer eens raak is bij een winkel of benzinestation, kunnen we de gegevens van het toezicht gebruiken. Die pleiten iemand vrij. Of ze vormen een aardige aanzet tot bewijs.’
Volgens de meest recente landelijke cijfers kent Nederland 1.261.471 misdrijven, waarvan bijna tien procent met geweld. Er vinden bijna 2400 overvallen plaats. ■ ■ ■
mishandeling
seksuele misdrijven
misdrijven met wapens
Centraal Bureau voor Statistiek
69.355
10.462 5.980
10 minuten Even tijd voor de reclassering
Pedoseksuelen
|5
Politici Rechterlijke macht Burgemeesters
Weinig risico bij terugkeer kindermisbruiker
Strijen kan rustig slapen De rust is teruggekeerd. Verontruste ouders zijn gesust. De internetactie tegen de terugkomst van de kindermisbruiker is voorbij. De negenduizend inwoners van het Zuid-Hollandse Strijen kunnen opgelucht adem halen. Burgemeester Jac Klijs voorop. ‘Met z’n allen zijn we ervan overtuigd dat er vrijwel geen kans op herhaling bestaat. Dus moeten we de man de kans geven om zijn leven weer op te pakken. Deskundige adviezen van de reclassering en behandelaars waren welkom. Sterker, ze zijn broodnodig om een verantwoorde afweging te maken. Als burgemeester sta je anders met lege handen.’ Als burgemeester is Jac Klijs verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Daarom heeft hij het voortouw genomen. Gesprekken met buurtbewoners, slachtoffers/familieleden, deskundigen en – niet te vergeten – de dader. ‘Voorzichtig heb ik het sein op groen kunnen zetten.’
‘Ik ga ook naar die houswarming party, op zijn amerikaans. Iedereen neemt iets mee. Ik de gasbrander. Voor suggesties houd ik mij aanbevolen.’ Reactie met gebruikersnaam ‘grote_jongen’ op website van Geen Stijl over terugkeer pedofiel
reclassering nederland
September 2010 | 6
Communicatie is de sleutel. ‘Bij zedenmisdrijven is de kans op
onrust en onlusten groot. Mensen melden dat ze wel een handje zullen helpen met de verhuizing. Tot aan dreiging van brandstichting toe. Gelukkig er zijn ook minder opgewonden standjes, die toch serieus genomen willen worden in hun emoties. Als je daar geen oor voor hebt, lig je meteen op achterstand. Daarom moet je eerst de risico’s goed in kaart brengen. Je kunt er omheen draaien, maar noch de burgemeester noch de ambtelijke organisatie heeft de nodige expertise. Dus haal je die elders. Belangrijk is info van de dader zelf. Bovendien kun je dan afspreken dat je inlichtingen gebruikt en doorspeelt.’
Acceptatie is nodig. ‘Hier ging het om een opa die zei zich van geen
kwaad bewust te zijn. Hij kon echter weten dat de tijd van doktertje spelen al lang achter hem lag. Ik praat het gebeurde dan ook niet goed. Zeker niet. Maar ons rechtsstelsel gunt iemand een tweede kans. De deskundigen waren eensgezind positief: nauwelijks risico’s. Een zoon, zelf politieman, heeft hem stevig ondervraagd; als een dader. En bij de buren is hij welkom voor een kopje koffie. Dan constateer je als burgemeester dat veiligheid en openbare orde niet in het gedrang komen. Natuurlijk omgeven we hem met een kring begeleiders. En we verplaatsen zonder poeha de speeltoestellen in de buurt van zijn huis. Niet dat het nodig is, maar als extra geruststelling.’
Last van stoorzenders. ‘Bij zedenmisdrijven stikt het van de vooroor-
delen. Oproepen tot actie worden blindelings gesteund. Het internet wakkert de onlustgevoelens alleen maar aan. Mensen krijgen blijkbaar een waas voor de ogen. Als er kinderen in het spel zijn, tellen de feiten niet meer. Dan is het etiket snel geplakt: onverbeterlijke pedo. Ook journalisten hebben daar last van. Of het komt in hun kraam te pas om een negatief beeld te schetsen. Triest, maar waar. Bestuurders moeten daar bedacht op zijn.’
Het blijft koorddansen. ‘Als burgemeester zit ik liever niet op de
stoel van de rechter. Toch wordt ons dat gevraagd; niet alleen bij pedoseksuelen. Nadat de straf is uitgezeten, krijgen burgemeesters de vraag van de risico’s op hun bordje. Zij kunnen de kop niet in het zand steken. Als het weer mis gaat, kun je moeilijk zeggen dat je al die tijd al wist dat zo iemand in de buurt woonde. Evenmin kun je iemand als een hete aardappel van gemeente naar gemeente doorschuiven. Het strafrecht zou daar oplossingen voor moeten bieden: langer en indringender toezicht met de dreiging van opsluiting. Een maatschappij zonder risico’s bestaat niet, maar twintig procent kans op een moord of kindermisbruik is me toch te gortig. En, eerlijk is eerlijk, zo’n Sytze van der V. heb ik ook niet graag in mijn gemeente. Die legt alle schuld bij anderen, vindt met z’n gedrag niet zoveel mis en doet geen beloften voor de toekomst. Hij gooit niet alleen zijn eigen glazen in, maar ook die van andere ex-gestraften voor wie burgers angst hebben.’
Jaarlijks zijn er zo’n 2200 meldingen van seksueel misbruik van kinderen ■ ■ ■
ontucht met minderjarige
1215
kinderporno
577
incest
Centraal Bureau voor Statistiek
404
10 minuten Even tijd voor de reclassering
SANCTIES
|7
Politici Werkstrafbedrijven Rechterlijke macht Wetenschappers
Universitair docent en plaatsvervangend rechter:
Werfstraf hoofdroute ‘Werkstraffen hebben potentie. Ik pleit voor een opwaardering van
hun rol in het strafrecht. Ze moeten vaker de plaats innemen van korte gevangenisstraffen. Rechters die toch voor de cel kiezen, behoren dat nadrukkelijk te motiveren. Nu leggen ze – bijna als een verontschuldiging – vooral uit waarom iemand er met een werkstraf vanaf komt. De gevangenis is het uiterste en niet het eerste middel van een straffende overheid.’ Floris van Laanen bindt met jeugdig enthousiasme de kat de bel aan. De 31-jarige jurist doceert strafrecht aan de Universiteit van Tilburg en is plaatsvervangend rechter. ‘Langere werkstraffen, zichtbaar strikte uitvoering.’ Floris van Laanen mengt zich vol overtuiging in de maatschappelijke discussie over minimumstraffen, beslissingsvrijheden van rechters, de beeldvorming rond werkstraffen en de roep om vergelding.
De werkstraf vervangt een vrijheidsstraf en zorgt er zo voor dat ‘detentieschade’ wordt voorkomen. Zo staat een werkstraf resocialisatie in elk geval niet in de weg. uit: 'In de oude fout’, Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum, 2009
reclassering nederland
September 2010 | 8
‘Een interessant fenomeen. Voor mij is de werkstraf geen alterna-
tief pad maar een serieuze hoofdweg. We hebben allemaal de mond vol van de gevolgen die kleven aan de gevangenis. Voor de partner, de huisbaas of de werkgever kan dat net de laatste druppel zijn. Weg woning, werk of relaties… welkom recidive. Dat weten we met z’n allen en toch ruilen we de cel niet makkelijk in voor de werkstraf. Dat komt door praktijkgebreken en het negatieve imago.’
‘Mensen reageren snel. En vaak zonder remmingen. Ze horen het
verhaal van een misdaad en staan in vuur en vlam. Straf moet vooral pijn doen. Hel en verdoemenis! De nuances van de rechtszaal, de persoonlijke omstandigheden, de gewenste gevolgen; ze tellen niet mee. Buitenstaanders zien bijvoorbeeld het doodgereden kind, minder de andere levens die daar ook bij betrokken zijn. Rechters moeten de woedegevoelens wegen en zo nodig relativeren. Hun opgave is het toepassen van de abstracte wet in hoogstpersoonlijke omstandig heden. Op maat, zo vind ik. Tegelijkertijd is het belangrijk dat ze gezamenlijk goed naar geluiden uit de samenleving luisteren. Anders zullen politici aldoor de zaak dicht willen timmeren met minimumstraffen, waarbij rechters dan weer in een kramp schieten.’
‘Het strafkarakter is zoek. Duizend euro boete of een jaar de cel in is
voor niemand dagelijkse kost. Werken wel. Dat als straf over het voetlicht krijgen, is zowel een opgave voor rechters als voor de reclassering. Een werkstraf van tien of vijftien uur – zeg maar twee dagen schoffelen – zet voor de mensen weinig zoden aan de dijk. Maar vijf of tien vrije zaterdagen inleveren, of een paar weken vakantie, dat tikt wel aan. Dus: in plaats van de cel een langere werkstraf. De uitvoerders van werkstraffen moeten duidelijk maken dat het geen lolletje is. In hun spelregels, in wat ze daar tegen de buitenwereld over melden, maar ook in wat ervan te zien is. Mijn moeder zei altijd: til je poten op en slof niet zo. Daarom mag de reclassering niet toestaan dat werkgestraften er maar een beetje bijhangen. Voor lamlendigheid is geen plek.’
‘Goed motiveren is nodig. Bij elk vonnis. Niet blijven steken in man-
darijnentaal en enkel melden dat de sanctie passend en geboden is. Bij de derde veroordeling voor fietsendiefstal uitleggen waarom celstraf. En waarom bij tien plaatjes kinderporno misschien toch niet. Half Neder land kijkt wel eens naar porno. En als je dan je server open hebt staan en verwerpelijke bijvangst niet meteen goed wist, ben je behoorlijk stom. Maar je bent niet automatisch een gevaarlijke zedendelinquent. Zelfs niet als de media er dat van willen maken. Sommige tv-programma’s en kranten verstoren, ook op het gebied van de werkstraf, een evenwichtige beeldvorming. Tegen één uitzending van Zembla kunnen geen twintig publiciteitscampagnes op. Werkstraf een makkie? Ik denk van niet. Laat het wetenschappelijk uitzoeken. Is het niet zo? Schreeuw de feiten dan van de daken. Is het wel zo? Pas je uitvoering aan.’
In Amsterdam loopt een onderzoek onder tweehonderd werkgestraften. De eerste resultaten: ■ ■ ■ ■
voelt als echter straf: 80 procent
is vooral ook een waarschuwing: de helft leerzaam: 40 procent, nuttig: 56 procent
saai: de helft, smerig: een derde, leuk: een kwart
www.werkstraffen.nl
10 minuten Even tijd voor de reclassering
Trainingen
|9
Gemeenten Medewerkers reclassering Politici Onderzoekers
Anders leren denken over kijken en kopen Schulden. Ze komen op kousenvoeten. Bovendien komen ze zelden alleen. Geweld, braak en diefstal krijgen er de wind door in de zeilen. Méér en heftiger, zo is aangetoond. De nieuwe Wet gemeentelijke schuldsanering heeft dan ook schaduwkanten. De bezuinigende overheid ziet herhalende schuldenmakers als een bodemloze put. Deze kunnen domweg voor een dichte deur komen te staan. Dat maakt de valkuilen voor daders van misdrijven groter. Training biedt perspectief.
Het kan helpen om een andere manier van denken en reageren aan te leren. Sterker: 45 procent van voor gedragstraining geschikte daders is in de problemen geraakt door gedoe met geld. Als vervolg op training Cognitieve Vaardigheden (CoVa) heeft Reclassering Nederland daarom een module ‘Budgetteren’ ontwikkeld.
‘Niet iedereen loopt evenveel risico op betalingsproblemen. Bepaalde typen mensen met daarbij horende persoonlijkheids kenmerken lopen meer risico dan anderen.’ Website Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
reclassering nederland
September 2010 | 10
De verleiding is groot. Het televisiescherm waarop mooi, rijk en
beroemd over elkaar heen buitelen. De reclames met hun motregen aan beloftes: wondercrèmes die van iedere buik een wasbordje maken, eeuwig scherpe messen, jaloersmakende auto’s. Webwinkels met reuzenkortingen. Impulsaankopen liggen op de loer. Gebrek aan zelfbeheersing en niet kunnen kiezen zorgen voor een extra gat in de hand. Christel van Zon, één van de acht budgetteertrainers, herkent de patronen: ‘We pakken irrationele gedachten aan. Het beginpunt is voor iedereen anders. De één heeft stapels ongeopende post, de ander zit alsmaar krap bij kas door een verslaving aan sigaretten, drank of wiet. Dat vraagt om maatwerk en om een vaste begeleider voor ondersteuning. Maar uiteindelijk werkt onze training als een roltrap. Zodra je er op staat en je goed vasthoudt, kom je vanzelf boven.’
De training lijkt aan te slaan. Vorig jaar heeft de onafhankelijke
erkenningscommissie er haar voorlopige goedkeuring aan verleend. Een evaluatie is in de maak. Eén officieuze aanbeveling ligt er al: kies tijdig, bij het opstellen van het reclasseringsadvies, voor de combinatie van CoVa-training en de vervolgmodule budgetteren. De reacties van de testgroepen zijn positief. Christel van Zon: ‘Enthousiast, gemotiveerd. Er is weinig weerstand. Door de training Cognitieve Vaardigheden kennen ze de aanpak. Nu is het een kwestie van de inzet richten op een specifiek vraagstuk en het aanleren van praktische vaardigheden. Dat gaat verder dan sommetjes of een begroting maken. We willen ze leren creatief te zijn. Regisseur over de eigen portemonnee. Als huiswerkopdracht moeten deelnemers met tips komen. Geen boodschappen doen met lege maag. Net voor het afrekenen altijd één artikel uit het mandje halen. Zo denken ze na over wat werkt. Het is mooi om te zien hoe trots ze zijn als anderen hun tip geweldig vinden. Zelfvertrouwen is vreselijk belangrijk.’
Anders leren denken. Daar draait het om. De gevolgen van ondoor-
dacht handelen op het netvlies zien te krijgen. Snappen dat gebrek aan geld al gauw leidt tot gebrek aan grip op het eigen leven. Nee leren zeggen tegen de verleiding van impulsieve aankopen. En in het verlengde daarvan ook tegen foute vrienden en criminele gewoonten. Christel van Zon: ‘De aanpak is bevragend, niet belerend. Neem bijvoorbeeld de bekende blauwe envelop. Die laten ze voor het gemak maar dicht. Wij bespreken hardop wat deelnemers dan denken en voelen. Uitzichtloosheid? Angst? Ze moeten mij weer hebben? En we zetten daar vervolgens een alternatief scenario tegenover: wie weet krijg je wel geld terug. We activeren positieve associaties. Dat maakt het makkelijker om een volgende keer geen struisvogelgedrag te vertonen. Overigens moeten gemeenten evenmin de kop in het zand steken; bij schuldsanering en bij nazorg na de gevangenis. Niks doen is geen optie. Zonder hulp raken mensen van de wal in de sloot. Jammer, want wij hebben een alternatief en we zijn in te schakelen.’
Gedragstraining Budgetteren ■ ■ ■ ■ ■
voor deelnemers die CoVa hebben afgerond drie testgroepen, acht trainers
tweeënhalf uur, gedurende zeven weken
aanpak van structurele gedragsproblemen doelen verschillen per sessie
10 minuten Even tijd voor de reclassering
WERKSTRAFFEN
| 11
Openbaar Ministerie Gemeenten Politiek Werkstrafbedrijven
Minister lijkt conservatieve haren te verliezen
Victoriaans jasje aan de kapstok: meer werkstraffen Een typisch Engelse dag. Druilerig. Mannen in gele jassen schrobben de muur. Een oranje jas houdt toezicht. Buurtbewoners kijken nieuwsgierig toe. Het is nog geen alledaags gezicht; een groepje werkgestraften in de wijk. Als het aan minister van Justitie Ken Clarke ligt, komt daar verandering in. Minder cel, meer werkstraffen. Een opmerkelijk pleidooi in een wereld die alom roept om streng en hard straffen. De eigen conservatieve partij staat op haar achterste benen. Boegbeelden en grote delen van het publiek roepen moord en brand. Ken Clarke houdt vol. Hij weet zeker dat hij het gelijk aan zijn kant heeft. Want werkstraffen zijn succesvoller dan korte celstraffen.
‘We waren geschokt toen vandalen ons speelplein hadden gesloopt. Stockports werkstraf unit was een reddende engel. De mannen maakten nieuwe tafels, een klimrek, vogelhuisjes en plantenbakken.’ Gail Hillier, Tame Valley Primary School
reclassering nederland
September 2010 | 12
Zo oud als de weg naar Rome. Bijna dan. Engeland voert in 1907
de werkstraf in. De tijd en ontwikkelingen staan niet stil. Vandaag de dag kijken rechters daarbij naar een mix van werkstaf, training en behandeling. Eventueel aangevuld met huisarrest. Een aanpak die steeds steviger voet aan de grond krijgt en steeds vaker vorm krijgt in een vonnis. Met succes. Ruim 60 procent van de Britse daders met een korte celstraf gaat opnieuw de fout in. Na een werkstraf is dat 38 procent. Toch staat de maatschappij niet te juichen. Engeland is daarin geen uitzondering. Dat geluid klinkt internationaal. René Poort, plaatsvervangend hoofd beleid bij Reclassering Nederland, bevestigt dat. ‘Die onderbuikgevoelens zijn hardnekkig. Mensen vinden een werkstraf al gauw een makkie, te soft. Dat is niet zo en dat moeten we laten zien. Het is altijd belangrijk dat soort gevoelens aan te pakken en te zorgen voor draagvlak.’
Boontje komt om zijn loontje. Dat is de boodschap die bij het
Engelse publiek moet landen. Een werkstraf is geen kattenpis. Onbetaald werken in je vrije tijd. Om je schuld aan de samenleving terug te betalen. Schade te herstellen. In Engeland hebben buurtbewoners daarbij een vinger in de pap. In speciale projecten bepalen zij waar de raddraaiers als eerste aan de slag moeten. Graffiti verwijderen, zwerfvuil opruimen, parken en pleinen herinrichten. Borden en flyers geven aan dat Justitie er aan het werk is. Payback time. Zichtbare straf. Niet als schandpaal. Maar om iedereen te laten zien dat rotzooi trappen niet loont. Op misdaad volgt straf. René Poort is optimistisch. ‘Dat is mooi aan de Britse manier van werken. Mensen zien hoe het in zijn werk gaat en stellen hopelijk hun beeld bij. Want rechters hebben niet alleen te maken met de vraag of een straf werkt. Ze kijken ook naar gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. En naar de roep om vergelding.’
Als sardientjes in een blikje. Zo’n 85.000 mensen bevolken van-
daag de dag de Britse cellen. Een recordaantal. Niet iets om trots op te zijn; Engeland heeft hoge misdaadcijfers. Is één van de koplopers in West-Europa. Maar het tij kan gekeerd. Er zijn genoeg potentiële klanten. Want zo’n 58.000 daders zitten een straf uit van korter dan zes maanden. Een deel van hen is beter af met een werkstraf in combinatie met toezicht, behandeling en training. En ook de lange straffen moeten anders. Minister Clarke lijkt stellig. Hij wil het Victoriaanse Engeland achter zich laten. Het is niet meer van deze tijd om mensen achter de tralies te gooien en niet te kijken naar wat nodig is om ze straks buiten de poort te houden. René Poort vindt dat logisch. ‘Een positieve ontwikkeling. Meer toezichten, meer werkstraffen, minder bajes. Wat Clarke zegt, is gewoon verstandig. Hij kiest voor effectieve straffen, die bovendien goedkoper zijn dan celstraffen. En dat laatste is mooi meegenomen.’
Engeland ■ ■ ■ ■
maximale straf: 300 uur
gemiddelde duur: 100 uur
vaak in combinatie met toezicht, training of behandeling Londen, 1 april 2010: 11.993 werkgestraften
10 minuten Even tijd voor de reclassering
Onderzoek
| 13
Politiek Medewerkers reclassering Onderzoekers
Programmaleider Bouke Wartna over de Recidivemonitor
Steeds beter scherpstellen ReclasseringsRecidiveMonitor. Een woord om de tong over te breken. Of
om een slag mee te slaan bij het scrabbelen. Onderzoeker Bouke Wartna ziet het vooral als de naam van een instrument om het succes van reclasserings werk te meten. Of om hieraan nog beter richting te geven. Hij is programma leider Recidivemonitor bij het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. ‘Focus en verdieping. Inzoomen op groepen daders, achtergronden en omstandigheden is een logische stap in de ontwikkeling van beleidsvoedend onderzoek. De reclassering biedt een rijk werkterrein.’ Als elke onderzoeker is hij nieuwsgierig. Nu meer dan ooit. Neemt de terugval in misdaad af? Aan het eind van het jaar is duidelijk of van een beginnende trend sprake is. Dan pas spugen de computers de eerste resultaten uit. Graag zou Bouke Wartna een voorproefje hebben. Lachend: ‘Als een kind dat naar de snoeptrommel staart, maar de deksel zit nog potdicht. Ook voor mij.’
‘Zorg dat ex-gedetineerden niet de eerste weken buiten feitelijk alleen kunnen overleven door terug te vallen in de misdaad. Anders heeft al dat gepraat over veiligheid echt geen enkele zin.’ Jan de Wit, Tweede Kamerlid voor de SP
reclassering nederland
September 2010 | 14
Het beeld wordt steeds scherper. ‘We kunnen steeds meer gege-
vens aan elkaar knopen, zonder de privacy te schenden. Ik ben blij met de toename en kwaliteit van beschikbare data. Daardoor zijn we in staat om in te zoomen en allerlei nuances aan het licht te brengen. Zaken die bij een eerste oogopslag niet zichtbaar zijn.’ Bouke Wartna is enthou siast over techniek en mogelijkheden. Het klinkt als de stap van vergrootglas naar microscoop of MRI-scan. En als een bijdrage aan het medicijn tegen herhaalde misdaad. ‘De reclassering is een bron van informatie en inspiratie. Ze heeft een grote en gevarieerde groep daders, bekijkt elke persoon systematisch en werkt met allerlei ingrepen. Met de gestandaardiseerde taxatie van risico’s ontstaat een rijke stroom aan gegevens. We kunnen er bouwstenen voor toekomstig beleid aanreiken.’
Onderzoek is spannend. ‘We zijn op zoek naar een algemene maat
voor herhaalde criminaliteit. Het is niet alleen belangrijk of iemand weer in de fout gaat, maar ook hoe vaak dat gebeurt en hoe ernstig de gevolgen zijn.’ Bouke Wartna werkt met zijn team aan een fijnbesnaarder instrument. ‘Stel dat het percentage recidivisten na toezicht van de reclassering even hoog is als bij andere daders. Maar dat ze minder vaak het boevenpad kiezen en hun misstap ook niet zo fors is. Dan kun je toch van een succes spreken. Overigens leveren wij niet de oordelen, maar de cijfers. Noem dat gerust: de feiten. Onderzoeksconclusies trekken is wel eens lastig. Doorgaans hebben we geen controlegroep. Maatregelen zijn vaak landelijk. En een tweede Nederland is er niet. Toch willen we effecten blootleggen. Dat doen we bijvoorbeeld door voorspellingen – de te verwachten veranderingen – af te zetten tegen de resultaten. Door voor- en nametingen te doen. We moeten dan verdraaid goed uitkijken dat we geen appels met peren vergelijken.’
Bouwstenen voor beleid. ‘Op het gebied van criminaliteit steken we
voortdurend de thermometer in de samenleving. Juist doordat we dat eenduidig en transparant doen, vormen onze cijfers een goed fundament voor beleidsvorming.’ Bouke Wartna ziet dat politici, beleidsambtenaren of uitvoeringsorganisaties de onderzoeksresultaten wel eens voor hun karretje willen spannen. ‘Maar van politiek of maatschappelijk rumoer hebben we weinig last. Minder terugval in de misdaad? Mooi, maar voor niemand een reden om victorie te kraaien. Want wat gebeurt er volgend jaar? En welke achtergronden en invloeden komen straks aan het licht? We zijn steeds beter in staat scherp te stellen op deelgroepen, regio’s, aandachtgebieden en omstandigheden. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat we verschillen vaststellen in het succes van veiligheidshuizen, werkstraffen of trainingen. Hoe preciezer we daar de vinger op kunnen leggen, des te beter de aanpak bij te sturen is. We denken al lang niet meer in aangereikte onderzoeksvragen. We grazen het hele veld met cijfers en gegevens af en bedenken wat zinvol te ontleden en te combineren is. Een recidivemonitor voor de werkstraf of de reclassering is niet alleen denkbaar, maar ook haalbaar.’
De recidivenmonitor werkt met vier groepen, deels overlappend. De algemene recidive in procenten. Van daders die binnen twee jaar na hun straf opnieuw de fout in gaan. Vergeleken met de cijfers uit 2002. ■ ■ ■ ■
volwassen daders
28,2
– 1,5
jeugdige daders
40,3
+ 0,7
ex-gedetineerden ex-pupillen jeugdinrichtingen
54,1 58,2
– 4,9 – 2,4
10 minuten Even tijd voor de reclassering
JONGVOLWASSENEN
| 15
Veiligheidshuis Reclasseringswerkers Gemeenten
Passie en ambitie leren benutten
Kanshebbers kweken Jongvolwassenen hebben nog een heel leven voor zich. Maar
sommigen hebben al een criminele carrière achter de rug of staan op het punt er eentje te beginnen. Terugkeervoorziening De Sluis in Tilburg wil dat ze aan de goede kant van de streep belanden en blijven. En kiest voor een werkwijze die volledig in lijn is met de reclasseringsaanpak. Een combinatie van begeleiding, controle en training. Inzet is gedragsverandering. De methodiek stoelt op wetenschappelijk onderzoek. Op het oog zomaar een portiekflat. Maar er wonen veertien jongens, allen tussen de 16 en 26 jaar. Met een persoonlijk begeleider werken ze in fases aan drie thema’s. Het aanleren en versterken van vaardigheden, het onder houden van een gezond sociaal netwerk en motivatie. Wonen in De Sluis kan het alternatief zijn voor een tijdje brommen of elektronische controle. Veiligheidshuis of reclassering verwijst door, een enkeling klopt zelf aan.
‘Tieners zijn in het laboratorium heel goed in staat te redeneren, te plannen, te beslissen en te organiseren. Daarin verschillen ze niet van volwassenen. Maar in het dagelijks leven, wanneer die taken ook een emotionele lading hebben, gaat het mis.’ dr. Katrien van Meel, universitair docent klinische psychologie, Erasmus Universiteit
reclassering nederland
September 2010 | 16
Van achterstand naar zelfstandigheid. Ineke Heemskerk is
docent-onderzoeker bij het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool. En betrokken bij de werkmethodiek van De Sluis: ‘Deze richt zich op het ontwikkelen en versterken van de eigen identiteit. Zodat jongeren zich staande kunnen houden in de volwassen wereld. De persoonlijk begeleider is trainer. En leert hen de vaardigheden die ze nodig hebben. Eerst nadenken, dan doen bijvoorbeeld. Maar ook: wat moet je allemaal regelen als je een eigen flatje hebt.’ Reclasseringswerker Mitha Lindenborg is toezichthouder en heeft onlangs een jongen doorverwezen naar De Sluis. ‘Hij zit nog in een penitentiair programma. Mag zelfstandig wonen, met toezicht én elektronische controle. Maar hij wil weg uit zijn oude omgeving. Weg van alles dat hem herinnert aan zijn vroegere fouten. Een nieuwe start, een ander leven. Daarvoor is meer nodig dan een enkelband. Dus is De Sluis een goed alternatief. Want een persoonlijk begeleider maakt écht contact, de klok rond. Helpt hem de maatschappelijke aansluiting te vinden die hij zoekt. Ik hoop dat collega’s bij het schrijven van een advies dit project ook in hun achterhoofd houden. Zodat we meer jongens kunnen plaatsen. Daar maak ik me hard voor!’
Van lastpak naar maatpak. Ineke Heemskerk: ‘Met alleen de juiste
vaardigheden redden de jongens het meestal niet. Ze hebben een sociaal netwerk nodig: steun en vangnet. Ouders, familie en vrienden. Maar ook contacten in de samenleving, zoals collega’s of medestudenten.’ Yvonne de Laat is persoonlijk begeleider: ‘Ik ben coach en kruiwagen, bruggenbouwer en breekijzer. Help familiebanden aan te halen. En sta ze bij in de zoektocht naar opleiding of werk. Want een baan brengt geld in het laatje. Maar vooral voldoening en structuur. Zinvolle dagbesteding vind je niet op straat. Foute vrienden en andere valkuilen wel.’
Van kansloos naar kanshebber. Ineke Heemskerk: ‘Bij het inslaan
van een nieuwe weg is de motivatie om te veranderen cruciaal. Hoop en ambitie geven vleugels. Weerstand of twijfels maken vleugellam. De persoonlijk begeleider versterkt positieve krachten. Is aanjager, maar ook een bondgenoot.’ Yvonne de Laat: ‘Nog voordat ze hier binnenkomen moeten ze een brief schrijven. Met daarin wat ze willen bereiken. Die persoonlijke doelen zijn houvast. Voor henzelf, maar ook voor begeleiders. Ik probeer ze altijd te motiveren, liefst face-to-face. Sommige jongens zeulen een rugzak vol met ellende en ongelukkige keuzes met zich mee. En hebben al heel wat instellingen van binnen gezien. Dan sta je als hulpverlener nummer veertig voor hun neus. Ik wil wantrouwen wegnemen. Ze laten voelen dat ik ze serieus neem. Maar ik betuttel niet. De regie ligt bij henzelf!’ Mitha Lindenborg is blij met die insteek: ‘Als je jongeren de goede kant op sluist, smoor je misdaad in de kiem. De weg er naartoe is soms lastig, maar altijd de moeite waard. Gedrag blijvend veranderen gaat niet over één nacht ijs. Maar zeker bij deze doelgroep liggen er kansen. Die moet je zien en pakken!’
De Sluis ■ ■ ■ ■ ■
gestart in 2008, op aanvraag van gemeente Tilburg veertien jongens, twee per appartement
individueel traject, geen groepsactiviteiten gedurende één tot anderhalf jaar strakke afspraken, strikte regels
10 minuten Even tijd voor de reclassering
Dader-slachtoffergesprekken
| 17
Politici Medewerkers reclassering Rechterlijke macht
Geen nieuwe slachtoffers Slachtoffers verdienen meer aandacht. Maar ook op daders moeten de schijnwerpers gericht blijven. Met name het terugdringen van recidive is in ieders belang. Dat is de leidraad in het verhaal van Victor Jammers. Hij is directeur beleid bij Slachtofferhulp Nederland en thans ook waarnemend algemeen directeur. ‘Langzaam maar zeker raken slachtoffers minder ondergesneeuwd in het strafrecht Terecht, want om hen draait alles. Daders gaan misschien achter de tralies, maar ooit komen ze terug in de samenleving. Onverbiddelijk. We moeten met z’n allen voorkomen dat ze opnieuw slachtoffers maken.’ Confrontaties kunnen heilzaam zijn. Duizend keer per jaar is er een aanvraag voor een begeleide ontmoeting van dader en slachtoffer. En vanaf 1 januari 2011 is het recht van slachtoffers om in de rechtszaal het woord te voeren verankerd in het Wetboek van strafrecht. Victor Jammers: ‘Alles wat helpt bij het verwerken is welkom. Maar verwacht geen wonderen.’
‘Ik heb die mensen meer afgenomen dan de lullige zestig euro aan buit. In de rapporten heb ik gelezen dat ze niet meer over straat durven.’ Tohninio 19 jaar, Jaarverslag Reclassering Nederland 2009
reclassering nederland
September 2010 | 18
Daders maken slachtoffers. Victor Jammers onderschrijft de nood-
zaak van straf. ‘Ik snap het verdriet, de boosheid, de roep om vergelding. Zeker als het rechtsgevoel op z’n grondvesten staat te trillen door grof geweld, brute moord of andere minachting voor andermans lijf en leven. Maar met mensen alleen maar opsluiten maak je geen veiliger samenleving. Kijk maar naar de Verenigde Staten, waar de gevangenissen uitpuilen. Daarom mag de broodnodige aandacht voor slachtoffers niet gaan ten koste van die voor daders en het terugdringen van hun recidive. Geen tegenstelling dus. Slachtofferhulp en reclassering zijn twee kanten van eenzelfde medaille. Het zichtbare raakvlak is – net als bij een medaille – een smalle rand, maar onmiskenbaar. Het belang is gemeenschappelijk.’
Slachtoffers staan centraal. Victor Jammers blijft erop hameren:
hen is wat aangedaan. ‘Nieuwe wetgeving is een steun in de rug. Ze krijgen bijvoorbeeld ruimte op een betekenisvolle plek, in de rechtszaal. Niet om de strafmaat op te krikken, want rechters zijn opgeleid en getraind om een objectieve meetlat te gebruiken. Maar slachtoffers kunnen vertellen wat hen met het delict is aangedaan. Dat kan helpen bij de verwerking en completeert het beeld. Misschien verkleint het ook de recidive, maar daar ben ik niet optimistisch over. Daders weten doorgaans donders goed wat ze overhoop halen. Toch heeft een goed begeleide ontmoeting waarde. Zeker als het slachtoffer erom vraagt of er van harte mee instemt. Voor ons is dat trouwens een voorwaarde.’
De bejegening is bepalend. Victor Jammers benadrukt inlevingsver-
mogen. ‘We hechten bij dader-slachtoffergesprekken aan goede begeleiding. Bij de praktijk in de rechtszaal zetten we soms vraagtekens. Rechters zijn ongetwijfeld van goede wil, maar de rechtspraak gaat wel eens over de hoofden van gewone mensen heen. Dat komt door de spelregels, de gebruiken, de taal en de argumentatie. Die zijn afgestemd op professionals. Maar een slachtoffer moet ook begrip ervaren en de juridische redenering in begrijpelijke taal krijgen opgediend. Het is goed hier meer aandacht aan te schenken, goed voor de slachtoffers, maar ook voor het rechtssysteem. Je koopt er niets voor als verhalen over een verkeerde bejegening op verjaardagsfeestjes blijven rondgaan.’
Slachtoffers willen erkenning. Victor Jammers ziet daarin het
begin van verwerking. ‘Soms is een hele wijk slachtoffer. Van vernielingen, onrust, dreiging. Ik kan me voorstellen dat de buurt genoegdoening ervaart als ze profiteert van werkstraffen. Als ze ziet dat daders iets positiefs terug moeten doen. Het is de moeite waard om uit te zoeken wat daarvoor de beste manier is. Welk werk? In de eigen wijk, of juist elders? De confrontatie dader-slachtoffer kan helpen, zo weten we. Maar ze mag voor de getroffene niet bedreigend of pijn toevoegend zijn. En natuurlijk moet je uitkijken, dat je van daders geen slachtoffer maakt door hen een blijvend stempel op te drukken.’
Reclassering Nederland onderschrijft het belang van gesprekken tussen slachtoffer en dader en gaat ze toepassen. ■ ■ ■
ze passen in de missie en visie van de organisatie
ze helpen slachtoffers bij de verwerking van de misdaad
ze bieden daders de kans hun verantwoordelijkheid te nemen
Reclassering Nederland: landelijke werkgroep en regionale invoering
10 minuten Even tijd voor de reclassering
PUBLICATIE
| 19
Gemeenten Medewerkers reclassering Politiek
Dertig jaar daders in beeld
Gevangen in woorden Ze doet een boekje open. Letterlijk en figuurlijk. Trees Roose vangt dertig jaar wetsovertreders in een boeiende bloemlezing. Ze heeft een hoop zien veranderen bij Reclassering Nederland. Nieuwe opvattingen, andere werk wijzen. Soms opgelegd, vaak gekozen. De kern van het reclasseringswerk is hetzelfde gebleven: omgaan met menselijk materiaal, hoe fout of weerbarstig ook. Een doorkijkje.
De situatie is nu eens tenenkrommend, dan weer tranentrekkend. En altijd waar gebeurd. Trees Roose verhaalt over haar reclasseringspraktijk. Het boekje heet ‘De groezelige groenteman en andere gewone mensen’. Medewerkers van Reclassering Nederland hebben al een exemplaar. Nu is het ook te koop. De opbrengst gaat naar een goed doel.
‘Als je woont in een land waar negentig procent van de bevolking kan lezen en schrijven, schaam je je als die bij die tien procent hoort. Deze mensen leven met de luiken dicht. Sommigen dragen al veertig jaar een geheim bij zich.’ Margreet de Vries, directeur Stichting Lezen & Schrijven
reclassering nederland
September 2010 | 20
Veranderend werken. De jaren zeventig. Met duizend-en-een ver-
schillende cursussen. Waarin daders op zoek kunnen naar hun inner lijke innerlijk, zo werd vaak spottend gezegd. Tegenwoordig zijn er de bewezen effectieve en erkende trainingen. De nuchtere persoons analyses en wetenschappelijk onderbouwde instrumenten. Door de jaren heen is de focus verschoven. Van daders en verdachten naar veiligheid voor de samenleving. Trees Roose: ‘Maar altijd is de reclassering bezig geweest met het uitdelen van de juiste prikkels. Een vergrijp kan willens en wetens zijn, maar ook gewoon onnozel of ondoordacht. Het zijn mensen zoals jij en ik. Ik vind het belangrijk dat ook die kant naar voren komt. Dat mag je gerust zendingsdrang noemen. Daarom ben ik blij dat iedereen mijn verhalen kan lezen. Ik preek per slot van rekening niet alleen voor eigen parochie.’
Transparant werken. Reclassering Nederland streeft naar heldere
adviezen en op maat gesneden toezichten. Door te kijken naar persoonlijke omstandigheden. En naar welke factoren er nou voor zorgen dat iemand over de schreef gaat. En altijd is er het gedwongen kader. Trees Roose: ‘Toch hebben buitenstaanders niet altijd een goed beeld. Het is lastig om hen uit te leggen wat je als reclasseringswerker nou eigenlijk doet en beleeft. Het is voortdurend zoeken naar balans tussen controle en begeleiding. Tussen ondersteunen en aanpakken. Mijn boekje laat de vele kanten van het vak zien. Het omgaan met tegendraadse daders, met wereldvreemde verdachten, maar ook met meelijwekkende mensen. De reacties zijn leuk. Collega’s melden dat situaties herkenbaar zijn. Sommigen zijn verbaasd dat ik zo veel meemaak. Maar het ligt er maar aan hoe je naar dingen kijkt. Natuurlijk moet je daders bloedserieus nemen. Er gebeuren weerzinwekkende dingen. Maar ik lach me soms te barsten. In elke baan, hoe serieus ook, zit humor. Maar die moet je wel kunnen zien’.
Persoonlijk werken. In het Nederlandse strafrecht neemt het geloof in
voorwaardelijke straffen toe. In vonnissen zijn de daarbij horende geboden en verboden vaak precies omschreven. De reclassering ziet toe op de naleving. En ze helpt daders om er zich eraan te houden. Het reclasseringswerk heeft tegenwoordig een wetenschappelijke basis, van advies tot toezicht. Trees Roose: ‘Dat klinkt afstandelijk, maar de mens staat nog steeds centraal. En achter dader en delict schuilt altijd een verhaal. Vroeger werd vaak denigrerend gedacht over gedetineerden. Die zal als kind wel geen geel badeendje hebben gehad. Lekker makkelijk. Totdat je die mensen dagelijks ziet. En vooral de schade die ze hebben opgelopen. Laatst las ik over een onderzoek met jonge muizen. Als ze niet gelikt waren door de ouder, kregen ze een hersenbeschadiging en gingen ze zich op latere leeftijd afwijkend gedragen. Aandacht, liefde, bewijs dat je ertoe doet zijn eerste levensbehoefte. Dat geldt ook voor mensen. Tekorten wreken zich vroeg of laat. Maar dat is nooit een vrijbrief om te ontsporen. Les één: je bent aanspreekbaar op de regie over je eigen leven.’
Amper of niet kunnen lezen of schrijven ■ ■ ■
anderhalf miljoen volwassenen in Nederland haperende persoonlijke ontwikkeling
beperkte deelname aan de samenleving
De volledige opbrengst van het boekje gaat naar Stichting Lezen & Schrijven, www.lezenenschrijven.nl Bestellen: reclassering.nl/bestellen
10 minuten Even tijd voor de reclassering
BUITENLAND
| 21
Ministeries Politiek Openbaar Ministerie
Belangeloos op bezoek in cel
Neerlands hoop in bange dagen Het is nazomer 2009. De bel gaat. Twee agenten voor de deur. Esther Klinkenberg schrikt op. Engeland verdenkt haar man van drugssmokkel. Een oude zaak, flinterdunne bewijsvoering. Toch wijst Nederland hem uit. Trucker Patrick Klinkenberg komt negen maanden later vrij. Onschuldig bevonden. ‘De eerste drie maanden waren hels. De allerzwaarste van mijn leven.’ Dat Reclassering Nederland als steun een vrijwilliger stuurt, is een welkome pleister op de wonde. In Engeland zitten zo’n 125 Nederlanders vast. Daders en verdachten. Vaak vanwege drugs. Onder hen veel vrachtwagenchauffeurs. Niet altijd voelen ze zich goed behandeld, zo blijkt uit krantenberichten.
‘Er zijn in de wereld dikwijls zeer treurige dingen, die, als wij ze zien, ons in somber gepeins doen vervallen; ik ken er geen droever en onaangenamer dan de deur van een gevangenis; dit maakt ons koud om het harte.’ Uit: Alleen op de wereld – Hector Malot
reclassering nederland
September 2010 | 22
De vrijwilliger als wegwijzer. Patrick Klinkenberg: ‘Ik voelde me verloren. Had geen flauw idee waar ik aan toe was. Of waar ik moest beginnen. Dan is een beetje hulp in je eigen taal een verademing.’ Ronald Prins bezoekt als vrijwilliger gevangenen in Groot Brittannië. Elke vier tot zes weken gaat hij langs. Soms reist hij de hele dag voor een gesprek van een uurtje. Doodnormaal vindt hij zelf. En broodnodig. Hij kent de weg, woont er al meer dan dertig jaar. Altijd geeft hij inzicht in de plaatselijke mores. ‘Het rechtssysteem is hier soms ondoorgrondelijk. En gevangenisdirecteuren zijn goden, hun bewaarders halfgoden. Ze lijken dol op overplaatsingen. Zitten onze jongens ineens in een andere gevangenis. Sta ik voor een dichte deur. Zelfs de ambassade is dan het spoor bijster. Toch kan soms veel als je de juiste mensen kent. Zo konden ouders op stel en sprong hun gevangen zoon bezoeken, in de avonduren. Eén telefoontje van mij was genoeg.’
De vrijwilliger als steunpilaar. Patrick Klinkenberg: ‘Ik voelde me
verraden door mijn eigen land. Uitlevering zonder bewijs! Weggerukt bij mijn gezin. Ik heb mijn dochters negen maanden niet gezien. Ik ben zó dankbaar dat Ronald en de ambassade naar me omkeken.’ Neder landers in een buitenlandse cel voelen zich vaak alleen op de wereld. De aandacht van vrijwilligers is welkom. Zij luisteren, motiveren, geven tips. In sommige gevangenissen zijn die van levensbelang. In Engeland loopt dat zo’n vaart niet. Maar Ronald Prins ziet van tijd tot tijd iemand wegkwijnen. ‘Die jongens zitten soms maanden vast zonder te weten waar ze aan toe zijn. Een steeds uitgestelde rechtszaak. Een verzoek om overbrenging naar Nederland dat eindeloos blijft liggen. Wat ze ook op hun kerfstok hebben, ik steun ze allemaal. Ooit moeten ze weer deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Bij voorkeur zonder onnodige schade. Wij zijn in elk geval goed voorbereid. Bureau Buitenland van Reclassering Nederland ondersteunt en traint ons.’
De vrijwilliger als schakel. Patrick Klinkenberg: ‘Mijn vrouw en
Ronald hadden regelmatig contact. Hij ging overal achteraan. Werkte samen met mijn advocaat. In de cel heb je het gevoel dat je handen gebonden zijn, dan is het geweldig als iemand anders voor je opkomt.’ Engeland is wat dat betreft geen uitzondering. Over de hele wereld staan Nederlandse vrijwilligers landgenoten bij. Na vrijlating of overbrenging houdt die betrokkenheid pas op. Bij Patrick Klinkenberg is dat na goed negen maanden. Dan kan hij zijn verhaal vertellen aan de rechter. Het vonnis luidt: not guilty. Ronald Prins: ‘Een enorme opluchting. Maar wel wrang, als je eerst driekwart jaar onterecht vast hebt gezeten. Veel jongens zitten wél terecht in de cel. Soms jaren. Ik houd via Bureau Buitenland contact met hun thuisfront. Laat over en weer weten hoe het gaat. Zodat ze straks, terug in Nederland, nog een sociaal netwerk hebben. Een dak boven hun hoofd, een baan, de juiste mensen om hen heen. Dat zijn de dingen die ervoor zorgen dat iemand minder snel de fout weer in gaat.’
Bureau Buitenland ■ ■ ■
320 vrijwilligers actief in 52 landen, 8 in Engeland 2009: 7011 bezoeken aan 1983 gedetineerden ook correspondentievrijwilligers en nazorg
www.reclassering.nl > buitenland
10 minuten Even tijd voor de reclassering
10 minuten nummer 10, september 2010 commentaar en suggesties:
[email protected] Concept en tekst Het Kantoor, Utrecht Fotografie Peter Oey, Bart van Hattem, Gretha Stevens, Eddie Mulholland/Hollandse Hoogte Vormgeving Studio MM, Eck en Wiel Druk AltijdDrukWerk, Utrecht Begeleiding afdeling Media & Communicatie issn: 1877-0150
Naar een veiliger samenleving
Aan de slag met daders en verdachten
Postbus 8215 ■ 3503 RE Utrecht ■ www.reclassering.nl