Aan Van Betreft Datum Projectnummer T.b.v.
1
Behandeld door Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA), Ingrid Romkes Jeroen Spronk (ILB-adviseur) E
[email protected] T +31(0)20 7514523 Ingrid Romkes (ILB-specialist) Advisering Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB) 31 augustus 2010 M10G0060 Beoordelen actuele risico’s van drie bodemkwaliteitszones met Sanscrit
Inleiding
De Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) heeft in het kader van de Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB) ondersteuning gevraagd aan de technisch specialist. Van drie zones van de bodemkwaliteitskaart overschrijdt de 95-percentielwaarde (P95) voor één of meer parameters namelijk de interventiewaarde (I-waarde). Dit betekent dat in deze bodemkwaliteitszones mogelijk grond voorkomt die het saneringscriterium overschrijdt en risico’s oplevert voor mens of ecosysteem. Op 24 juni jl. is een notitie opgesteld met resultaten uit de Risicotoolbox en over risico’s in relatie tot bodemgebruik. Hiermee waren middels risico-indices de risico’s bij verschillende bodemfuncties bepaald. In deze notitie zijn de overschrijdingen van de P95-waarden ten opzichte van het saneringscriterium in beeld gebracht met het programma Sanscrit. Met behulp van Sanscrit wordt doorgaans bekeken of voor een locatie met een ernstige bodemverontreiniging het saneringscriterium wordt overschreden. In het geval van bodemkwaliteitskaarten wordt het programma gebruikt om voor bodemkwaliteitszones waarvan één of meer P95-waarden de interventiewaarden overschrijden, te bepalen of het saneringscriterium overschreden wordt. Op basis van het saneringscriterium wordt bepaald of sprake is van onaanvaardbare risico’s van bodemverontreiniging voor mens of ecosysteem. Omdat eerder resultaten uit de Risicotoolboxberekeningen zijn voorgelegd (notitie 24 juni 2010), is in hoofdstuk 3 een toelichting over het verschil tussen Risicotoolbox en Sanscrit opgenomen.
De resultaten uit Sanscrit zijn bedoeld als ondersteuning voor de MRA bij het onderbouwen van een keuze voor gebiedsspecifiek beleid (Lokale Maximale Waarden (LMW)).
2
Bodemfuncties en risico’s
In onderstaande tabel zijn de drie bodemkwaliteitszones aangegeven waarvoor de P95 de interventiewaarde overschrijdt. De P95 is de grenswaarde waaronder 95% van de concentraties ligt en waarboven 5% van de gemeten waarden ligt.
1 / 10
Postadres Hoogoorddreef 9 1101 BA AMSTERDAM Nederland T +31(0)20 7514300 F +31(0)20 7514600
Bezoekadres Hoogoorddreef 9 1101 BA AMSTERDAM Nederland www.mwhglobal.nl
Tabel 1: Bodemkwaliteitszone waarvan een P95 de interventiewaarde overschrijdt
Zone
Functie
Diepte
Parameter waarvan P95 I-waarde overschrijdt
B1: Spijkerkwartier
Wonen
0-0,5 m-mv
Lood en minerale olie
B6: Historische bebouwing gemeente O14: landelijke Spijkerkwartier
Wonen
0-0,5 m-mv
Lood
Wonen
0,5-2,0 m-mv
Lood
De drie bovengenoemde bodemkwaliteitszones kennen alledrie de bodemfunctieklasse ‘wonen’. De functieklasse ‘wonen’ kan betekenen dat er woonhuizen in de zone staan met tuinen waaruit gewassen worden gegeten, maar wonen kan ook betekenen dat er in de zone flats met parkeerplaatsen staan. Beiden zijn woonfuncties, maar beiden geven een heel andere mate van blootstelling aan. Met deze mate van blootstelling hangen risico’s samen. Zolang niemand/niets in aanraking komt met een stof, zijn er ook geen risico’s. Uitgangspunten bodemfuncties Het programma Sanscrit kent, net als de Risicotoolbox, zeven bodemfuncties die zijn gekoppeld aan blootstellingsniveaus voor de mens, beschermingsniveaus voor het ecosysteem en criteria voor landbouwproducten. In onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welke achterliggende niveaus van bescherming/blootstelling er gehanteerd worden bij de zeven te onderscheiden bodemfuncties. Tabel 2: de zeven bodemfuncties zoals gehanteerd in de Risicotoolbox en Sanscrit
Bodemfunctie
Ecologisch beschermingsniveau Gemiddeld
Gewasconsumptie
Bodemcontact
Beperkt (10%)
Standaard
Plaatsen waar kinderen spelen
Gemiddeld/matig
Nee
Standaard
Moestuin/Volkstuin
Gemiddeld
Veel/gemiddeld (50100%)
Standaard
Landbouw
Gemiddeld
Beperkt
Standaard
Natuur
Hoog
Nee
5x lager
Groen met natuurwaarden
Gemiddeld
Nee
5x lager
Ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie
Matig
Nee
5x lager
Wonen met tuin
In de drie bodemkwaliteitszones B1, B6 en O14 zijn niet de functies ‘moestuin/volkstuin’, ‘landbouw’, ‘natuur’, ‘groen met natuurwaarden’ niet van toepassing. Wel kan het in deze zones gaan om ‘wonen met tuin’, ‘plaatsen waar kinderen spelen’ en ‘ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie’
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 2 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
(bv. siergroen in openbaar gebied, bermen, groenstroken etc. met weinig ecologische waarde). Overigens wordt bij de blootstellingsroutes voor ‘wonen met tuin’ wel uitgegaan van de mogelijke aanwezigheid van kleine moestuintjes, er wordt bij dit gebruik van uitgegaan dat 10% van de geconsumeerde groenten uit eigen tuin komen. Dit in tegenstelling tot de functie ‘moestuin/volkstuin’, waarbij uitgegaan wordt van 50-100% consumptie uit eigen tuin. De functie ‘plaatsen waar kinderen spelen’ gaat ervan uit dat er geen gewassen worden geconsumeerd. Daarom wordt deze functie ook wel gebruikt voor dichtbebouwd stedelijk gebied met kleine tuinen die bijna altijd grotendeels zijn verhard. Ook de functie ‘ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie’ wordt wel gehanteerd voor woongebieden, waar het dicht bebouwd stedelijk gebied zonder tuinen betreft. Als grond uit één van de drie bodemkwaliteitszones vrijkomt en elders wordt toegepast, kunnen we te maken krijgen met alle functies. Met bovenstaande kennis over verschillende bodemfuncties en blootstellingsroutes zijn de P95-waarden van de drie bodemkwaliteitszones met verschillende bodemfuncties in Sanscrit ingevoerd. In Sanscrit bestaat de mogelijkheid om voor een bodemfunctie blootstellingroutes uit te schakelen als deze niet van toepassing zijn in de actuele situatie (bv ingestie van grond of blootstelling door douchen). Wanneer locatiespecifieke informatie bekend is, kan dit toegepast worden.
3
Resultaten Sanscrit
In bijlage 1 t/m 3 zijn de resultaten uit Sanscrit opgenomen. Voor alle drie de bodemkwaliteitszones zijn de P95-waarden ingevoerd. Dit is gedaan voor alle zeven bodemfuncties, want weliswaar is in de bodemkwaliteitszones zelf sprake van maar enkele functies (‘wonen met tuin’, ‘plaatsen waar kinderen spelen’ en ‘ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie’), maar bij toepassing van de grond in andere gebieden, kan het immers om alle bodemfuncties gaan. Uitgangspunten Sanscrit De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de uitgevoerde Sanscritberekeningen: - Er is uitgegaan van de P95-waarden en de gehalten lutum en organische stof zoals aangeleverde statistische parameters - Voor de gemiddelde diepte beneden maaiveld is uitgegaan van respectievelijk 0,01 m-mv voor bovengrondzones B1 en B6 en 0,5 m-mv voor ondergrondzone O14. Dit als worst-case. De resultaten veranderen niet als hiervoor een gemiddelde wordt genomen, zoals bijvoorbeeld respectievelijk 0,25 m-mv. - Als toetsniveau voor ecologische risico’s is uitgegaan van een matig ecologisch beschermingsniveau (is standaard voor functies ‘wonen (met (moes)tuin)’, ‘plaatsen waar kinderen spelen’, ‘groen met natuurwaarden’ en ‘landbouw’). - Op basis van een ecologische waarde die aan een bodemgebruik wordt toegekend en het oppervlak dat verontreinigd is boven een maat van de Toxische Druk (TD), wordt bepaald of er
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 3 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
sprake is van onaanvaardbare ecologische risico’s op de locatie. Om de Toxische Druk te bepalen zijn de P95-waarden gebruikt zoals aangeleverd, dus geen monstergegevens zoals gevraagd wordt in Sanscrit. Dit resulteerde in de module msPAF in acute toxische druk van 47,5%, 37,3% en 41,2% voor respectievelijk zone B1, B6 en O14. - De risico’s van minerale olie kunnen niet als somparameter getoetst worden in Sanscrit. Bodemplus ziet deze parameters overigens ook niet als diffuse parameter, maar beschouwt deze parameter als gevolg van puntbronnen. Minerale olie is daarom niet meegenomen in de toetsing. - Ook PAK kan niet als somparameter worden getoetst in Sanscrit, hiervoor is de meest carcinogene PAK genomen: benzo(a)pyreen. Er is alleen een standaardbeoordeling (stap 2 beoordeling) uitgevoerd voor humane en ecologische risico’s, geen uitgebreide Sanscritbeoordeling. Dit is namelijk alleen zinvol en mag alleen worden uitgevoerd als specifieke meetgegevens of locatiespecifieke informatie bekend is. Zo kan er voor meer inzicht in de ecologische risico’s bijvoorbeeld een triade-onderzoek gedaan worden. De eindconclusie is dus, conform de richtlijnen van Sanscrit, uitsluitend gebaseerd op de stap 2 beoordeling. Humane risico’s In de resultaten (bijlage 1-3) is te zien dat voor alle drie de zones actuele risico’s optreden voor de parameter lood, bij de functie moestuinen/volkstuinen. Voor de overige parameters en de overige gebruiken treden geen humane risico’s op als gevolg van de ingevoerde P95-waarden. In dit geval zijn de P95 waarden gehanteerd. Maar bij welke waarden treedt geen actueel risico voor lood bij functie moestuinen meer op? Dit is het geval bij: - Bij zone B1 is geen sprake meer van humane risico’s bij functie moestuin als de P50 (=105 mg/kg d.s.) gehanteerd wordt. Bij het rekenkundig gemiddelde (164,95 mg/kg) is nog wel sprake van risico’s. - Bij zones B6 en O14 is geen sprake meer van humane risico’s bij functie moestuin als het rekenkundig gemiddelde (resp. 137,98 en 128,29 mg/kg d.s.) gehanteerd wordt. Bij de P75waarden (respectievelijk 200,0 mg/kg en 150,0 mg/kg) is nog wel sprake van risico’s. Gezien het optreden van humane risico’s bij gebruik als moestuin/volkstuin, wordt toepassing van grond vanuit zone B1, B6 en O14 naar een bodemkwaliteitszone met functie ‘moestuin/volkstuin’ dus afgeraden, tenzij uit een partijkeuring blijkt dat de betreffende partij grond wel een geschikte kwaliteit heeft. Ecologische risico’s In de resultaten is zichtbaar dat voor alle drie de zones geldt: - Bij een matig beschermingsniveau (functies ‘Wonen (met (moes)tuin)’, ‘Plaatsen waar kinderen spelen’, ‘groen met natuurwaarden’, ‘Landbouw’) treden tot een locatieoppervlakte van 5000m2 geen ecologische risico’s op; - Bij een relatief ongevoelig beschermingsniveau (functie ‘Ander groen, infrastructuur, bebouwing en industrie’) treden tot een locatieoppervlak van 500.000m² geen ecologische risico’s op.
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 4 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
- Bij een gevoelig beschermingsniveau (standaard bij functie ‘natuur’) treden tot een locatieoppervlakte van 50m² geen ecologische risico’s, vanaf toepassing op een locatieoppervlakte van 60m² treden ecologische risico’s op. Gezien het optreden van ecologische risico’s bij een gevoelig ecologisch beschermingsniveau (natuur), wordt toepassing van grond uit zone B1, B6 en O14 naar een bodemkwaliteitszone met functie ‘natuur’ dus afgeraden.
4
Verschil tussen Risicotoolbox en Sanscrit
In deze notitie zijn de resultaten uit Sanscrit besproken. De resultaten uit de Risicotoolbox zijn besproken in de notitie van 24 juni 2010. Ondanks dat zowel de Risicotoolbox als Sanscrit bedoeld zijn om risico’s te berekenen, treden enkele verschillen op bij de berekeningen. In het geval van de regio Arnhem, laten de berekeningen uit de Risicotoolbox bij wat meer gebruiken humane risico’s zien dan bij berekeningen uit Sanscrit. Uit navraag bij Bodemplus (Tommy Bolleboom/Michiel Gadella) en RIVM (Arjen Wintersen) blijkt dat voor bodemkwaliteitskaarten een overschrijding van de Interventiewaarde door de P95 in eerste instantie moet worden getoetst in Sanscrit. Er wordt doorgaans dus niet getoetst met de Risicotoolbox, al is dit wel (per abuis) in de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten opgenomen. Uit toelichting van Arjen Wintersen (RIVM; opsteller van de Risicotoolbox en Sanscrit) blijkt dat: - Sanscrit is bedoeld om heel concreet naar aanleiding van een actueel geval van ernstige bodemverontreiniging te bepalen of er saneringsnoodzaak is. De overschrijding van het saneringscriterium wordt uitgerekend en de actuele risico’s op basis van een maximaal toelaatbaar risico worden bekeken. Ook voor bodemkwaliteitszones waar de P95 de Interventiewaarde overschrijdt, is Sanscrit het gangbare programma om te toetsen of grondverzet van een partij verontreinigde grond ontoelaatbare risico’s oplevert. - De Risicotoolbox is bedoeld voor het vaststellen van Lokale Maximale Waarden en de risico’s die samenhangen met de werkelijke situatie zoals dat op de locatie voorkomt. - Beide programma’s geven dus een indicatie van risico’s, maar beide programma’s nemen wat andere parameters en blootstellingsroutes mee in andere volgordes. De Risicotoolbox houdt bijvoorbeeld standaard rekening met een bepaalde achtergrondblootstelling (gehalten waar iedereen sowieso via lucht e.d. al aan bloot gesteld wordt). In Sanscrit wordt hier niet direct rekening mee gehouden, maar zijn weer meer verschillende blootstellingsroutes e.d. opgenomen. Over het algemeen kunnen in Sanscrit meer mogelijkheden in- en uitgeschakeld worden, in de Risicotoolbox kan gevarieerd worden met een biobeschikbaarheid van 0,74 (standaard) en 0,4 (voor stedelijke ophooglagen en dicht stedelijk gebied). Arjen Wintersen geeft aan dat zeker in geval van lood dit uit kan maken voor de resultaten uit beide programma’s.
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 5 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
5
Conclusies
Resultaten Risicotoolbox Humane risico’s Op basis van de Risicotoolboxberekeningen (notitie 24 juni 2010) komen in eerste instantie humane risico’s naar voren bij standaard bodemcontact (bv. ‘wonen met tuin’ en ‘plaatsen waar kinderen spelen’). Als de zones beschouwd worden als zijnde dicht stedelijk gebied (voornamelijk verhard zonder tuinen en een biobeschikbaarheid van 0,4) kunnen we er echter van uitgaan dat er geen humane risico’s optreden. Er is dan als het ware sprake van de functie ‘ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie’. Gewasconsumptie wordt hoe dan ook afgeraden. Bij een gemiddeld/matig niveau van bescherming (en in B1 en O14 zelfs bij ‘weinig waarde’), treden ecologische risico’s op. Als er geen ecologische functie met de zones gemoeid is, bijvoorbeeld voor binnenstedelijke gebieden die grotendeels verhard zijn en/of bestaan uit siertuinen, kunnen ecologische risico’s eventueel worden uitgeschakeld. Resultaten Sanscrit Humane risico’s Op basis van de Sanscrit berekeningen wordt bij gebruik als moestuin het saneringscriterium voor lood overschreden. Ook bij hanteren van de P75-waarden is dit nog het geval, pas bij gebruik van de P50 (zone B1) danwel het rekenkundig gemiddelde (zone B6 en O14) niet meer. Dit houdt dus in dat bij gehalten gelijk aan de P95 (dus in 5% van de gevallen van grondverzet) actuele humane risico’s optreden bij de grond uit zones B1, B6 en O14, bij gebruik als moestuin/volkstuin. Dit gebruik is momenteel niet van toepassing in deze zones, maar kan wel van toepassing worden als grond verplaatst wordt naar andere gebieden waar de functie moestuin/volkstuin wel van toepassing is. Ecologische risico’s Op basis van de Sanscrit berekeningen wordt bij gebruik als natuurgebied (gevoelig beschermingsniveau) het saneringscriterium voor lood overschreden. Er treden actuele ecologische risico’s op bij grond uit zones B1, B6 en O14, bij gebruik als natuurgebied. Dit gebruik is momenteel niet van toepassing in de zones, maar kan wel van toepassing worden als grond verplaatst wordt naar andere gebieden waar de functie natuurgebied wel van toepassing is. Bij gebruik van de grond als ‘wonen met tuin’, ‘plaatsen waar kinderen spelen’, ‘moestuin/volkstuin’, ‘ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie’, ‘landbouw’ en ‘groen met natuurwaarden’ treden geen actuele ecologische risico’s op bij toepassing op locaties van 5000m2 of minder. Aanbevelingen Ondanks enkele verschillen, is het algemene signaal uit zowel Sanscrit als de Risicotoolbox duidelijk: lood is een parameter waar rekening mee gehouden moet worden in de bodemkwaliteitszones B1, B6 en O14 en bij grondverzet vanuit deze zones. In het algemeen kan gesteld worden dat in 5% van de gevallen dat grondverzet plaatsvindt in deze zones, sprake is van overschrijding van het saneringscriterium.
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 6 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
Gezien overschrijding van het saneringscriterium voor de bodemfunctie ‘moestuin/volkstuin’ (op grond van humane risico’s) en de bodemfunctie ‘natuurgebied’ (op grond van ecologische risico’s), wordt afgeraden de grond uit de bodemkwaliteitzones B1, B6 en O14 toe te passen in gebieden waar deze bodemfuncties van toepassing zijn, tenzij een partijkeuring uitwijst dat de partij grond geen risico’s met zich meebrengt. Gewasconsumptie is één van de belangrijkste blootstellingsroutes voor lood en dit wordt dan ook sowieso afgeraden in verband met humane risico’s.
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 7 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
Bijlage 1: Resultaten Sanscrit: risico’s zone B1
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 8 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
Bijlage 2: Resultaten Sanscrit: risico’s zone B6
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 9 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010
Bijlage 3: Resultaten Sanscrit: risico’s zone O14
Documentnaam F:\data\Project\M10\M10G0060\MRA\Notitie_RTB_MRA_31aug2010.e05.d 10 / 10
ocx Datum
31 augustus 2010