0-meting-CJG
0-Meting Centrum voor Jeugd en Gezin Gelderland
Stand van zaken Regio Arnhem In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben gemeenten taken op het gebied van jeugd en opvoeden. Door het inrichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) worden deze taken gebundeld. Gemeenten zijn verplicht vóór 1 januari 2012 een CJG te realiseren. Deze nulmeting geeft een beeld van de ontwikkelingen rondom het CJG in de regio Arnhem.
Met het grootste deel van de gezinnen in Gelderland gaat het goed. In deze gezinnen groeien kinderen op zonder veel problemen. Maar soms gaat het (even) minder goed en is er extra hulp in het gezin nodig. Hier ligt een belangrijke taak voor de gemeente, zoals het treffen van maatregelen om problemen met opvoeden en opgroeien zoveel mogelijk te voorkomen, ervoor te zorgen dat problemen bij kinderen en gezinnen tijdig worden gesignaleerd en dat er, indien nodig, zo snel mogelijk hulp wordt geboden.
Vijf gemeentelijke taken in het kader van de Wmo: 1. Informatie 2. Signalering 3. Toegang tot het hulpaanbod 4. Pedagogische hulp 5. Coördinatie van zorg Deze vijf taken krijgen uitvoering door het inrichten van een CJG waarbij er een schakel is met de ZorgAdviesTeams (ZAT) van het onderwijs en Bureau Jeugdzorg. Het CJG vervult een vraagbaakfunctie voor allerlei opvoed-
vragen en biedt een lichte vorm van pedagogische hulp. Wanneer het vermoeden bestaat dat zwaardere problematiek speelt, zorgt het CJG voor toeleiding naar Bureau Jeugdzorg. Door periodiek een beeld te geven van het CJG krijgen we zicht op de invulling van de vijf gemeentelijke taken in relatie tot de instroom in de jeugdzorg in Gelderland. Gegevens nulmeting Deze nulmeting bestaat uit drie onderdelen: • Situatie van de jeugd • Het CJG en zorgnetwerken • Jeugdzorg Per onderdeel is, binnen de beschikbare gegevensbronnen, naar passende indicatoren gezocht. Criteria voor de keuze zijn relevantie, verkrijgbaarheid, betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van de gegevens (zie pagina 11).
Figuur 1 Relatie tussen CJG, de situatie van de jeugd en de jeugdzorg
Indicatoren
Situatie van de jeugd Eigenschappen van het kind
Aantal 0-23 jarigen
Opgroei en opvoed situatie
Aantal kinderen dat opgroeit in éénoudergezinnen en aantal allochtone jongeren
Geen risicogedrag
Risicogedrag of probleem
Rangorde Kinderen in Tel
of probleem
Psychosociale problematiek Gezinnen met opvoed-
Zorgnetwerk
vragen en of problemen
Gezinnen zonder opvoedvragen en of problemen
Depressieve gevoelens Ricicovol alcohol gebruik
Aanwezigheid zorgnetwerken Centrum voor Jeugd en Gezin Jeugdgezondheidszorg Signaleren Doorverwijzen Coördinatie van zorg
Bureau Jeugdzorg
Licht pedagogische hulp Hulp en ondersteuning divers
Aanwezigheid fysiek CJG Digitale opvoed- en jongereninformatie
Aantal nieuw geaccepteerde cliënten Jeugdhulpverlening.
Aantal nieuwe maatregelen Geïndiceerde
Jeugdbescherming (JB) en nieuwe
jeugdhulpverlening
cliënten jeugdreclassering (JRC)
In figuur 1 staat de relatie tussen het CJG, de situatie van de jeugd en de Jeugdzorg schematisch weergegeven. Aan de rechterkant staan per onderdeel de gekozen indicatoren.
Andere dienen vooral als verklarende cijfers. Zo kan de aanwezigheid van een groot aantal kinderen uit een eenoudergezin mogelijk leiden tot meer vraag naar ondersteuning.
Situatie van de jeugd Het gaat hier om de doelgroep van het CJG en de jeugdzorg. De cijfers tonen de aanwezigheid van risicofactoren voor het ontstaan van probleemgedrag. Het is een selectie van de risicofactoren en de cijfers zijn geen directe voorspellers van problemen bij jongeren. Bovendien kan er een wisselwerking of samenhang tussen de diverse factoren bestaan.
Het CJG en zorgnetwerken We presenteren de stand van zaken over het inrichten van een CJG in de verschillende gemeenten. Het gaat zowel om de realisatie van een fysiek centrum als de keuze voor digitale opvoed- en jongereninformatie. Daarnaast geven we een overzicht van de zorgnetwerken in de regio. In de meeste gemeenten is het CJG nog maar kort operationeel en is er dus nog weinig informatie over de uitvoering beschikbaar. De informatie zal periodiek geactualiseerd worden en het accent komt dan meer op het functioneren van de centra te liggen.
Sommige indicatoren zijn positief te beïnvloeden door gemeentebeleid, zoals het creëren van speelruimte, de preventie van kindermishandeling of maatregen tegen alcoholmisbruik.
2
0-Meting CJG Gelderland
Gebruik Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg. Indien specialistische hulp nodig is, is een indicatie voor jeugdzorg of AWBZ-zorg nodig (geestelijke gezondheidszorg, licht verstandelijk gehandicapten). Door preventieve maatregelen, tijdig signaleren en het bieden van hulp, kan het CJG mogelijk bijdragen aan een lager aantal geaccepteerde cliënten voor de jeugdzorg. De cijfers laten zien hoeveel jongeren zich in 2008 bij Bureau Jeugdzorg Gelderland hebben gemeld.
Situatie van de jeugd De jeugdzorgregio Arnhem bestaat uit elf gemeenten: Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar.
Figuur 2 Percentage 0 t/m 22 jarigen per gemeente (op januari 2008) 35% 30% 25% 20%
In de figuren en tabellen wordt met regio Arnhem altijd het totaal van deze elf gemeenten bedoeld, tenzij anders wordt aangegeven.
0%
Demografie In de Gelderse jeugdzorgregio’s wonen op 1 januari 2008 1.983.869 mensen, 28% hiervan valt in de leeftijdscategorie 0 t/m 22 jaar. In de regio Arnhem ligt het percentage jongeren iets lager dan het Gelders gemiddelde, namelijk op 27%. Dit zijn 108.377 jongeren van
0 t/m 22 jaar op een inwonersaantal van 404.847. Uit figuur 2 blijkt dat de gemeente Duiven het hoogste
4-11 jaar
m Rh ed en w aa rd en R oz en da W es al te rv oo rt Ze ve na ar
0-3 jaar
R
ijn
ku en
R
rd ve
rb
et
uw
n
aa O
Li
ng
ew
ve
ur
ui D
sb
nh
oe
D
Ar
e
12-17 jaar
5%
g
18-22 jaar
10%
em
15%
percentage jongeren kent (31%). Renkum en Rheden hebben in de regio Arnhem het laagste percentage (24%).
Eenoudergezinnen en etniciteit Volgens het ministerie van Jeugd en Gezin/VWS is het aantal gewogen jeugdigen de parameter die sinds 2005 wordt gebruikt bij de verdeling van extra middelen van de doeluitkering Jeugdzorg over de provincies. Deze parameter is gebaseerd op factoren die de vraag naar jeugdzorg beïnvloeden. Op het aantal inwonende kinderen en jeugdigen tot en met 17 jaar wordt daarom een weging (toeslag) toegepast op het aantal jongeren in eenoudergezinnen en etniciteit in de betreffende provincie. Om te komen tot het aantal gewogen jongeren is het aantal jongeren van 0 t/m 17 jaar in de regiogemeenten gepresenteerd. Op het aantal allochtonen en de jongeren in eenoudergezinnen is een weging toegepast van respectievelijk 1,395 en 2,69. Dit resulteerde in een aantal gewogen jongeren dat hoger ligt dan het aantal jongeren van 0 t/m 17 jaar. Om de verhoudingen tussen de regiogemeenten te kunnen presenteren
is het aantal jongeren van 0 t/m 17 jaar geïndexeerd op 100, het indexcijfer gewogen jongeren geeft daardoor weer in hoeverre de gemeente verhoudingsgewijs met extra jeugdproblematiek rekening moet houden. Uit tabel 1 (indexcijfer, zie pagina 4) is af te lezen dat de potentiële vraag naar jeugdzorg in de regio Arnhem met 30% wordt verhoogd als rekening wordt gehouden met de wegingsfactoren ten aanzien van het aantal allochtonen en het aantal jongeren in eenoudergezinnen. Dit percentage ligt hoger bij de Gelderse jeugdzorgregio’s. De gemeente Arnhem kan met een indexcijfer van 145 een potentieel grotere vraag naar jeugdzorg verwachten binnen de populatie dan gemiddeld in Gelderland en in de regio Arnhem het geval is. De gemeente Rozendaal kent de kleinste potentiële vraag (indexcijfer 116). De variatie tussen de gemeenten in de regio Arnhem is daarmee groot ten opzichte van andere jeugdzorgregio’s.
Alleen de regio Nijmegen vertoont een vergelijkbare variatie. De grote steden in deze twee regio’s, Arnhem en Nijmegen, kennen relatief gezien een groot aantal jongeren van allochtone afkomst en/of veel jongeren uit een eenouderhuishouden.
Stand van zaken Regio Arnhem
3
Tabel 1 Aantal (gewogen) jongeren per gemeente (op 1 januari 2008) Totaal aantal jongeren
Aantal jongeren 0-17 jaar waarvan
Gewogen jongeren 0-17 jaar
in één-ouder 0-22 jaar
0-17 jaar
allochtonen*
huishouden**
totaal
indexcijfer
145
37.627
27.839
9.756
5.063
40.249
Doesburg
3.128
2.599
540
354
3.411
131
Duiven
7.915
6.611
701
641
7.971
121 118
Arnhem
Lingewaard
12.525
10.387
850
923
12.283
Overbetuwe
13.073
11.000
1.030
952
13.016
118
7.674
6.415
902
694
7.944
124
10.526
8.363
1.269
1.131
10.776
129
2.947
2.415
229
250
2.928
121
389
341
49
20
394
116
4.606
3.582
590
526
4.704
131
7.967
6.539
828
809
8.233
126
Totaal Arnhem
108.377
86.091
16.744
11.363
111.908
130
Totaal Gelderse Jeugdzorgregio’s
559.593
441.882
64.935
46.737
546.517
124
Renkum Rheden Rijnwaarden Rozendaal Westervoort Zevenaar
* Aantal allochtone jongeren; wegingsfactor 1,395 ** Aantal jongeren in één-ouder huishouden; wegingsfactor 2,69
Leefomstandigheden kinderen en jongeren Kinderen in Tel van het Verweij-Jonker instituut inventariseert hoe het staat met de leefomstandigheden van de jeugd in Nederland. Kinderen in Tel presenteert een rangorde van gemeenten op basis van twaalf indicatoren die gegevens over het welzijn van kinderen en jongeren in de Nederlandse gemeenten systematisch in beeld brengen. De rangorde laat de verschillen tussen de gemeenten zien. De minst succesvolle gemeente op het terrein van het jeugdbeleid staat in de ranglijst op de eerste plaats. Het doel is om zichtbaar te maken waar extra aandacht nodig is. Kinderen in Tel is niet bedoeld om de effectiviteit van jeugdbeleid te meten. In deze paragraaf worden de Gelderse resultaten uit Kinderen in Tel 2010 gepresenteerd. De resultaten zijn gebaseerd op gegevens uit 2008. In figuur 3 wordt de Gelderse ranglijst gepresenteerd. De slechtst scorende Gelderse gemeente in 2010 is, evenals in voorgaande jaren, de gemeente Arnhem. Op de landelijke ranglijst staat Arnhem op de 21e plaats. Dit is
4
0-Meting CJG Gelderland
Figuur 3 Ranglijst Gelderland, 2008 - Gemeenten uit Provincie Gelderland (Bron: Kinderen in Tel - bewerkt door Spectrum)
Slechte score (1-12) Matige score (13-24) Middelmatige score (25-36) Redelijke score (37-48) Beste score (49-56)
Jeugdzorggrens Gemeentegrens
een verbetering ten opzichte van 2009; toen bezette Arnhem nog de 17e plaats. Nijmegen blijft in Gelderland op de tweede plaats staan maar daalt wel iets op de landelijke lijst (van plaats 32 naar plaats 39). De Gelderse top vijf wordt verder gecompleteerd met Doesburg, Zutphen en Tiel. Rozendaal
blijft de best scorende gemeente van Gelderland. Landelijk gezien staat Rozendaal op nummer 430 in de ranglijst. In de regio Arnhem heeft na Arnhem (eerste plaats) de gemeente Doesburg de slechtste score (Gelderland nummer
drie en landelijk nummer 42). Binnen de regio zijn de posities van de gemeenten ten opzichte van het voorgaande jaar nauwelijks veranderd. Alleen Zevenaar is binnen de Gelderse score elf plaatsen verbeterd (nu op plaats 46 en vorig jaar op plaats 35). De gemeente Westervoort scoort juist slechter. Vorig jaar stond deze gemeente op 33 en dit jaar op 24. De gemeente Rozendaal blijft de best scorende gemeente in de regio Arnhem. In tabel 2 staan per gemeente het Gelderse rangordecijfer en de achterliggende cijfers van de twaalf indicatoren weergegeven. Nijmegen en Doesburg kennen in de ranglijst de slechtste posities in de regio. Uit tabel 2 blijkt dat beide gemeenten vooral slecht scoren op de indicatoren
Kinderen in achterstandswijken, in uitkeringsgezinnen en op Achterstandsleerlingen. Toelichting op de twaalf indicatoren:* 1. Aantal kinderen (1 t/m 14 jaar) per 100.000 dat sterft. 2. Promillage zuigelingensterfte (0 tot 1 jaar). 3. Aantal kinderen (0 t/m 17 jaar) per hectare speelruimte. 4. Percentage kinderen (0 t/m 17 jaar) dat in een achterstandwijk woont. 5. Percentage kinderen (0 t/m 17 jaar) dat in een uitkeringsgezin leeft. 6. Percentage tienermoeders (15 t/m 19 jaar). 7. Percentage meldingen van mishandeling van kinderen (0 t/m 17 jaar). 8. Percentage 0 t/m 17 jarigen dat in
2008 een nieuwe indicatie tot hulp heeft ontvangen van Bureau Jeugdzorg. 9. Percentage kinderen (12 t/m 21 jaar) dat een delict heeft gepleegd en daarvoor voor de rechter is verschenen. 10. Percentage leerlingen (4 t/m 12 jaar) in het primair onderwijs met een leerlinggewicht hoger dan 0. 11. Het aantal leerlingen/deelnemers dat gedurende het jaar uitstroomt uit het bekostigd onderwijs zonder diploma op minimaal havo- of mbo 2-niveau, als percentage van het aantal leerlingen of deelnemers dat op 1 oktober van het schooljaar jonger is dan 23 jaar en een geldige inschrijving aan het VO of MBO heeft. 12. Percentage werkzoekende werkloze jongeren (16 t/m 24 jaar).
Tabel 2 Rangordecijfers en cijfers per indicator per gemeente * ZuigelingenRangordecijfers
Kindersterfte
sterfte
Speelruimte
In achter-
In uitkerings-
standswijken
gezin
Arnhem
1
11,14
4,1
30
39,25
13,08
Doesburg
3
19,10
9,4
52
52,90
6,54
Duiven
42
10,99
11,0
57
0,00
2,12
Lingewaard
43
24,91
4,3
79
0,00
2,12
Overbetuwe
34
9,50
8,0
57
0,00
2,45 3,90
Renkum
12
27,89
15,0
59
0,00
Rheden
15
12,04
7,7
59
13,25
4,78
Rijnwaarden
29
20,37
0,0
31
27,41
2,90
Rozendaal
56
15,00
0,0
10
0,00
0,00
Westervoort
24
0,00
7,2
83
0,00
4,75
Zevenaar
46
11,64
3,5
32
0,00
3,52
Met delict
Achterstands-
Voortijdige
Werkloze
mishandeling
In jeugdzorg
voor rechter
leerlingen
schoolverlaters
jongeren
Vervolg Tabel 2 * Melding kinderTienermoeders
0,91
0,81
2,50
3,72
21,89
5,00
1,38
0,30
0,62
2,39
3,14
20,42
3,92
1,54
Duiven
0,23
0,27
1,63
2,24
5,07
2,68
0,58
Lingewaard
0,24
0,27
0,83
1,42
10,10
2,80
0,36
Overbetuwe
0,22
0,27
2,07
2,50
6,25
3,38
0,42
Renkum
0,49
0,61
1,50
1,96
7,93
3,44
0,90
Rheden
0,26
0,63
1,88
2,95
11,32
3,23
1,03
Rijnwaarden
0,35
0,41
2,24
1,62
15,64
2,53
0,49 0,00
Arnhem Doesburg
0,00
0,29
0,29
0,00
0,00
3,15
Westervoort
0,17
0,67
1,54
3,17
13,48
2,26
1,07
Zevenaar
0,35
0,26
1,77
1,61
8,78
2,69
0,72
Rozendaal
Stand van zaken Regio Arnhem
5
Psychosociale problematiek, depressieve gevoelens en alcoholgebruik De GGD-en doen eens in de vier jaar onderzoek naar de gezondheidstoestand en de leefstijl van jongeren uit klas 2 en 4 van het regulier Voortgezet Onderwijs (E-MOVO). In deze nulmeting kijken we naar twee risicofactoren die het psychisch welbevinden van jongeren beïnvloeden, namelijk de aanwezigheid van psychosociale problematiek en het hebben van depressieve gevoelens. Daarnaast kijken we naar overmatig alcoholgebruik bij jongeren. De cijfers betreffen het jaar 2007 en zijn afkomstig van de Gelderse GGD’en. Voor de regio Arnhem is dit de Hulpverlening Gelderland Midden. Van de gemeenten Rijnwaarden en Rozendaal zijn geen E-MOVO cijfers beschikbaar. Psychosociale problematiek Het hebben van psychosociale problemen is een duidelijk signaal van de jongeren zelf dat er iets aan de hand is. Een zekere mate van psychische en sociale onbalans past in de periode van de puberteit en is niet problematisch. Maar ernstige problemen kunnen leiden tot slecht sociaal functioneren, verminderde schoolprestaties, schooluitval en jeugdcriminaliteit. Depressieve gevoelens Depressie is één van de meest voorkomende psychische aandoeningen bij jongeren. Depressieve gevoelens kunnen leiden tot een verslechtering van de gezondheid. Ook vanwege de samenhang met een ongezonder voedingspatroon, een afname van lichamelijke activiteiten, roken en excessief alcoholgebruik. Depressie op jonge leeftijd vergroot de kans op depressie op latere leeftijd. In figuur 4 en 5 staan de percentages jongeren met psychosociale problemen en depressieve gevoelens. De verschillen tussen de gemeenten zijn niet zo groot. In de gemeenten Arnhem en Doesburg hebben relatief veel jongeren last van depressieve gevoelens.
6
0-Meting CJG Gelderland
Figuur 4 Percentage jongeren met psychosociale problemen per gemeente (2007) Arnhem
16
Doesburg
17
Duiven
12
Lingewaard
16
Overbetuwe
12
Renkum
13
Rheden
14
Westervoort
15
Zevenaar
14
Figuur 5 Percentage jongeren met depressieve gevoelens per gemeente (2007) Arnhem
20
Doesburg
20
Duiven
15
Lingewaard
16
Overbetuwe
17
Renkum
16
Rheden
17
Westervoort
17
Zevenaar
15
Alcoholgebruik Alcohol is het genotmiddel dat door jongeren het meest wordt gebruikt. Regelmatig alcoholgebruik kan de groei van het lichaam letterlijk vertragen en de rijping van de hersenen verstoren. Gebruik van teveel alcohol kan resulteren in verkeersongelukken, agressie, overlast en ongeplande of onbeschermde seks. Er is een verband tussen een vroege beginleeftijd van alcoholgebruik en problematisch
gebruik op latere leeftijd. In E-MOVO is gevraagd naar het alcoholgebruik in de afgelopen vier weken. In figuur 6 staat het percentage jongeren dat in de afgelopen vier weken minimaal vijf drankjes met alcohol per gelegenheid dronk (‘binge drinking’). In Lingewaard en Renkum is het percentage jongeren dat risicovol drinkt relatief hoog.
Figuur 6 Percentage jongeren met risicovol alcohol gebruik per gemeente (2007) Arnhem
31
Doesburg
38
Duiven
35
Lingewaard
43
Overbetuwe
40
Renkum
46
Rheden
35
Westervoort
39
Zevenaar
37
Het CJG en zorgnetwerken Fysieke Centra voor Jeugd en Gezin Het CJG is een laagdrempelig, herkenbaar en centraal punt voor ouders, kinderen en jongeren, waar zij terecht kunnen met opgroei- en opvoedvragen, adequate en passende hulp en de coördinatie van die hulp. Volgens het beleid van het ministerie van Jeugd en Gezin moet iedere gemeente voor 1 januari 2012 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) gerealiseerd hebben.
Figuur 7 Centra voor Jeugd en Gezin - Provincie Gelderland (situatie per eind 2009)
Ja, open in 2011 Ja, open in 2010 Ja, opent eind 2009 Ja, fysiek centrum
Jeugdzorggrens Gemeentegrens
In figuur 7 wordt weergegeven hoe de stand van zaken eind 2009 is wat betreft de realisatie van het fysieke CJG in de Gelderse gemeenten. Duidelijk is dat in heel Gelderland actie wordt ondernomen om te komen tot een fysiek CJG. Alle gemeenten zullen de deadline van 1 januari 2012 naar verwachting halen. In zeven van de 56 gemeenten was eind 2009 al een CJG gerealiseerd. In deze regio zijn dit Arnhem en Overbetuwe. De andere gemeenten in de regio zijn
voornemens in 2010 een CJG te openen, behalve Zevenaar. Deze gemeente verwacht het CJG in 2011 te kunnen openen.
Digitale opvoed- en jongereninformatie Naast een fysiek CJG kiezen verschillende gemeenten ook voor een digitale omgeving waar inwoners terecht kunnen voor opvoedinformatie en/of jongereninformatie. In de figuren 8 en 9 wordt de stand van zaken eind 2009 gepresenteerd ten aanzien van deze digitale informatie. Uit figuur 8 blijkt dat bijna alle Gelderse gemeenten naast een fysiek CJG kiezen voor digitale opvoedinformatie. Een website biedt een laagdrempelige toegang tot opvoedinformatie. Alleen de gemeenten Berkelland, Ermelo en Culemborg doen dit niet. Voor digitale opvoedinformatie bestaan meerdere modellen en aanbieders. In de regio Arnhem is in alle gemeenten digitale opvoedinformatie beschikbaar.
Figuur 8 Digitale opvoedinformatie – Provincie Gelderland (situatie eind 2009) Onbekend Geen digitale opvoedinformatie Dig. informatie in 2011 Dig informatie in 2010 Dig informatie in 2009 Digitale opvoedinformatie Jeugdzorggrens Gemeentegrens
Stand van zaken Regio Arnhem
7
Naast digitale informatie voor opvoeders wordt in verschillende gemeenten informatie specifiek voor jongeren toegankelijk gemaakt (figuur 9). Ook hiervoor zijn verschillende mogelijkheden, zoals de gemeentelijke websites van Jongin.nl. In de regio Arnhem is al digitale jongereninformatie beschikbaar in de gemeenten Arnhem, Duiven, Overbetuwe, Rheden, Westervoort en Zevenaar. In de gemeenten Renkum en Doesburg wordt deze informatie op termijn verwacht. Van de drie overige gemeenten is de status hiervan onbekend.
Figuur 9 Digitale jongereninformatie – Provincie Gelderland (situatie eind 2009)
Digitale jongereninfo Digitale jongereninfo verwacht Onbekend Jeugdzorggrens Gemeentegrens
Zorgnetwerken In het onderwijs, maar ook in de voorschoolse voorzieningen, zijn de afgelopen jaren Zorg Advies Teams (ZAT) en andersoortige zorgstructuren opgezet om problemen in de ontwikkeling van kinderen zo vroeg mogelijk te signaleren en te voorkomen dat zij zwaardere vormen van hulpverlening nodig hebben. In tabel 3 wordt onderscheid gemaakt naar ZAT’s voor de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar (voorschools) en voor het primair onderwijs. Voor de leeftijdsgroep 0 tot 4 jaar zijn de gegevens uit het jaar 2007. Voor het primair onderwijs (PO) zijn deze uit 2009. Als de zorgstructuur gericht is op een bredere doelgroep, wordt dit vermeld onder ‘onderdeel zorgnetwerk’. In sommige gevallen is (nog) geen zorgstructuur gerealiseerd voor de betreffende groep. Uit de tabel blijkt dat de gemeenten Arnhem, Duiven en Westervoort een specifiek ZAT kennen voor de groep
8
0-Meting CJG Gelderland
0 tot 4 jaar. In de gemeenten Overbetuwe en Rheden wordt deze groep meegenomen in een breder zorgnetwerk. In de overige gemeenten was in 2007 nog geen zorgstructuur voor 0 tot 4 jarigen gerealiseerd.
niveau van interne leerlingenzorg van de individuele school. Bovenschoolse zorgstructuur is in ontwikkeling. In Lingewaard en Overbetuwe zijn er zorgteams voor 0-12 jaar. Het ZAT in Rozendaal werkt samen met Rheden.
In de meeste gemeenten in de regio Arnhem is er een ZAT specifiek voor het primair onderwijs. In de gemeente Arnhem sluit jeugdzorg aan op het
Alle VO scholen hebben een schoolgebonden ZAT. De ROC’s Rijn IJssel, A12 en AOC Groenhorst hebben een ZAT per locatie.
Tabel 3 Aanwezigheid zorgnetwerken 0-4 jaar en primair onderwijs
0-4 jaar
Onderdeel
Nog niet
ZAT
zorgnetwerk
gerealiseerd
Arnhem, Duiven, Westervoort
Overbetuwe,
Doesburg, Lingewaard, Renkum,
Rheden
Rijnwaarden, Rozendaal, Zevenaar
(situatie van ZAT 2007)
Primair
Arnhem, Doesburg, Duiven,
Lingewaard,
onderwijs
Renkum, Rheden, Rijnwaarden,
Overbetuwe,
(situatie van
Westervoort, Zevenaar
Rozendaal
ZAT 2009)
Jeugdzorg De jeugdzorg biedt ondersteuning en hulp bij opgroei- en opvoedproblemen aan kinderen, jongeren en hun ouders, zowel vrijwillig als onder justitiële dwang. Alle cliënten die zich melden bij
Bureau Jeugdzorg voor hulp bij opvoed-, opgroei- of psychiatrische problemen, worden geregistreerd als nieuw aangemelde cliënt.
Cliënten jeugdhulpverlening Het aantal nieuw geaccepteerde cliënten jeugdhulpverlening in 2008 in de regio Arnhem staat weergegeven in figuur 10.
Figuur 10 Aantal en percentage gewogen nieuw geaccepteerde cliënten bij BJzG in 2008 (percentage JHV op gewogen 0 t/m 17 jarigen) Aantal cliënten BJzG 450
1,4%
Figuur 10 laat zien dat het aantal nieuw geaccepteerde cliënten in de gemeente Arnhem verreweg het grootst is (staven in figuur). Als dit aantal wordt afgezet tegen de potentiële doelgroep
400
1,2%
350
1,0%
300
0,8%
250
0,6%
200 150
0,4%
100
0,2%
teerde cliënten
50
JHV op gewo-
0
gen 0-17 jarigen
m Rh ed ijn en w aa rd en R oz en da W es al te rv oo rt Ze ve na ar
e
Percentage nieuw geaccep-
R
ku en
R
rd
uw
et
rb ve
O
Li
ng
ew
aa
n
g
ve
ur
ui D
sb
D
oe
nh
em
0,0%
Ar
De in de figuur opgenomen lijn beschrijft het percentage nieuw geaccepteerde cliënten ten opzichte van het aantal gewogen jongeren van 0 t/m 17 jaar in de betreffende gemeente. Gewogen jongeren zijn het totaal aantal 0 t/m 17-jarigen inclusief de wegingsfactor allochtoon en eenoudergezin. Hiervan wordt bekeken welk aandeel zij vormen van het totaal aantal jongeren in een gemeente. Vervolgens kijken we in hoeverre dit correspondeert met het totaal aantal geaccepteerde cliënten bij Bureau Jeugdzorg. De 5.505 in Gelderland nieuw geaccepteerden vormen 1,01% van het totaal aantal gewogen Gelderse jongeren. In de regio Arnhem ligt dit percentage met 1.012 iets lager, namelijk op 0,90%.
in de gemeente, heeft Rijnwaarden echter een veel groter percentage nieuwe cliënten dan Arnhem (op het gewogen aantal 0 t/m 17 jarigen). De gemeente Rijnwaarden heeft relatief weinig risicokinderen binnen de gemeentegrenzen (zie tabel 1) maar scoort in de regio dus relatief hoog in het aantal nieuw geaccepteerde
cliënten. Doesburg heeft met een vergelijkbaar aantal nieuwe cliënten als Rijnwaarden ook een groot percentage nieuwe cliënten maar blijft hiermee onder de gemeente Arnhem. De gemeente Rozendaal heeft absoluut en relatief gezien de minste nieuwe cliënten.
Stand van zaken Regio Arnhem
9
Maatregelen jeugdreclassering en cliënten jeugdbescherming Het aantal nieuwe maatregelen jeugdreclassering (JRC) en het aantal nieuwe cliënten jeugdbescherming (JB) betreft slechts enkele cliënten per gemeente. De aantallen staan weergegeven in figuur 11.
Figuur 11 Aantal nieuwe maatregelen/cliënten jeugdreclassering en jeugdbescherming bij BJzG in 2008 140 \
120 100 80
10
0-Meting CJG Gelderland
60 40 20
m Rh ed ijn en w aa rd en R oz en da W es al te rv oo rt Ze ve na ar
e
R
ku en
R
rd ve
rb
et
uw
n
aa O
Li
ng
ew
ve
ur
ui D
sb oe
D
nh
g
Nieuwe cliënten JB em
0
Ar
In de regio Arnhem zijn in 2008 in totaal 158 cliënten Jeugdreclassering en 247 cliënten Jeugdbescherming als nieuwe cliënt geregistreerd. De gemeente Arnhem kent de meeste nieuwe cliënten Jeugdbescherming en nieuwe cliënten met een Jeugdreclasseringmaatregel. Dit betekent dat er door de kinderrechter strafrechtelijk een begeleidingsmaatregel is opgelegd.
Nieuwe JRC maatreglen
Voor meer informatie over de cijfers: Risicofactoren Jeugd o.a. genoemd door: Van Dijk e.a., 1995; Ferwerda e.a., 1996; Junger-Tas, 1996; Bruinsma, 1997; Ministerie van Binnenlandse Zaken, Criminaliteit in relatie tot de integratie van etnische minderheden, 1997; Van Acker, 1998; Beke e.a., 1998; Bol e.a., 1998; Van der Heiden-Attema en Bol, 2000. Kamerstuk over de Wachtlijst provinciale jeugdzorg (JZ/CJ-2827784) Wegingsfactoren die sinds 2005 worden gebruikt bij de verdeling van extra middelen van de doeluitkering Jeugdzorg over de provincies. Kinderen in Tel In het Sociaal Informatiesysteem Gelderland (SIG) zijn alle jaargangen van Kinderen in Tel te bekijken. www.spectrum-gelderland.nl/sig Op deze site staat ook een toelichting op de indicatoren. E-MOVO onderzoek GGD E-MOVO is een instrument waarmee via een vragenlijst op internet gegevens worden verzameld over gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. De vragenlijst wordt op school ingevuld. www.hvdgm.nl Regionale factsheets Bureau Jeugdzorg Gelderland (2009) Op de website van Spectrum zijn de factsheets van alle regio’s te bekijken. www.spectrum-gelderland.nl Sociaal Informatiesysteem Gelderland Alle cijfers zijn terug te vinden op: www.spectrum-gelderland.nl/SIG
Stand van zaken Regio Arnhem
11
Colofon Redactie Jacqueline van Schoonhoven, Sigrid Mulder, Vera van Dam, Wilmie van der Kuil Eindredactie Marcia Veenhuis Spectrum CMO Gelderland Postbus 8007 6880 CA Velp T (026) 384 62 00 E
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl
Fotografie Novy Print, Per Sonare Ontwerp en lay-out van arendonk ontwerpers Druk Druk&zo Juli 2010 Er is geen verband tussen de personen op de foto en de inhoud van deze uitgave.