1
Stand van zaken riolering. Eind 2004 is het GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) 2005-2009 vastgesteld door de gemeenteraad. Het GRP is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van een goede integrale beleidsafweging op het terrein van bodem- en waterkwaliteit, gemeentelijke infrastructuur en rioleringszorg. Het GRP geeft de exploitatielasten alsmede de investeringen, die noodzakelijk zijn om de doelstellingen: vervanging van slechte stukken, uitbreiding van het stelsel, zorgdragen voor goed hydraulisch functioneren en verbetering van de waterkwaliteit, te laten plaats vinden. Recent is door het college en de raad de wens uitgesproken om de huidige stand van zaken in het kader van het GRP in beeld te brengen en dan met name op het financiële vlak. In deze rapportage wordt ingegaan op een aantal deelvragen die college en raad inzicht moeten geven in de ontwikkeling van de kosten, inzet van de voorzieningen riolering, voortgang van het project en de tariefsontwikkeling zoals deze gewenst is. De deelvragen zijn hieronder vermeld. 1. Wat zijn de totale investeringen die uit het GRP 2005-2009 voortvloeien? 2. Hoe is de voortgang van de projecten in de tijd? 3. Hoe is de verhouding tussen de daadwerkelijke investering, het GRP en het beschikbaar gesteld budget. 4. Wat is de toekomstverwachting inzake de kostenontwikkeling? 5. Wat hebben de investeringen voor gevolgen voor de exploitatie / het tarief / de voorziening t/m 2017? Afgelopen jaren is er door de gemeente een voorziening gecreëerd m.b.t. riolering. Dit kon gedaan worden omdat de opbrengsten de laatste jaren hoger waren dan de kosten die gemaakt zijn, dit wordt veroorzaakt doordat investeringen die gepland stonden later of nog niet zijn uitgevoerd. Deze voorziening, € 4.256.000,- in totaal (stand 31.12.2006), is opgebouwd om toekomstige vervanging, uitbreiding van het stelsel, goed hydraulisch functioneren en verbetering van de waterkwaliteit te laten plaats vinden. Door de vaststelling van het GRP 2005-2009 zal er de komende jaren aanspraak worden gemaakt op de voorziening. Het uitgangspunt is dat de riolering kostendekkend moet zijn. Dit houdt in dat de opbrengsten uit de rioolrechten niet hoger mogen zijn dan de kosten m.b.t. het riool. Formeel mogen niet alle kosten worden toegerekend aan de kostendekkendheid. Kosten van handhaving, beleidsvoorbereiding, inspraak en dergelijke mogen niet worden toegerekend. Deze moeten uit de algemene middelen worden gedekt, deze kosten zijn bij de gemeente Woudrichem van beperkte omvang. Dit is dan ook de reden dat deze splitsing in onderstaande notitie niet is gemaakt. De totale kosten m.b.t. het riool worden mede bepaald door de kapitaallasten van de investeringen. Kapitaallasten bestaan uit een tweetal componenten. Het eerste gedeelte is een stuk rentetoerekening over de geactiveerde posten. Het tweede gedeelte zijn de afschrijvingskosten. De toenemende kwaliteit van de materialen die gebruikt worden zorgen ervoor dat de investeringen die gedaan worden in het kader van het GRP 2005-2009 afgeschreven worden over een langere periode. De posten m.b.t. de riolering die opgenomen zijn in de Staat C staan op een afschrijvingstermijn van 30 jaar. De nieuwe investeringen kunnen door de kwaliteitsverbetering afgeschreven worden over 50 jaar. Wel moet de electro-mechanische drukriolering (de pompen, niet de leidingen) in 15 jaar worden afgeschreven. De voorziening kan de komende jaren gebruikt worden als dekking van de toenemende kapitaallasten als gevolg van de investeringen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden dat de vrijval van de voorziening niet hoger mag zijn dan het negatieve saldo op het riool.
2
1. Wat zijn de totale investeringen die uit het GRP 2005-2009 voortvloeien? In het GRP 2005-2009 worden een aantal verschillende zaken genoemd waarin geïnvesteerd moet worden. Hieronder zal ingegaan worden op de verschillende investeringen. Allereerst wordt er in het GRP een onderscheid gemaakt tussen vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen. De nieuwe investeringen worden gedaan om te voldoen aan de wettelijke basisinspanning (emissiereductie uit overstorten), het hydraulisch functioneren te verbeteren en de invulling van de verbrede zorgplicht. BRP's zijn de basisrioleringsplannen. Hierin worden de maatregelen per kern uitgesplitst. Bij de BRP's draait het om het verbeteren van het huidige rioleringsstelsel. Op sommige plaatsen voldoet dit nog niet aan de eisen zoals gesteld wordt aan de wettelijke basisinspanning en functioneert het riool niet naar behoren. Het gaat te ver in deze notitie om de te nemen maatregelen te bespreken. Vervangingsinvesteringen worden gesplitst in de vervanging van de vrijvervalriolering, vervanging van gemalen en pompen en vervanging van de randvoorzieningen. Voor de vervanging van de vrijvervalriolering stond in het GRP 2005-2009 een bedrag opgenomen van in totaal € 1.700.000,(€ 340.000,- per jaar). Deze investering zou moeten plaats vinden verdeeld over de periode van 5 jaar. Na deze 5 jaar bedraagt de vervangingsinvestering per jaar € 300.000,-. Deze vervangingsinvestering is in principe eeuwigdurend omdat er altijd wel een riool aan vervanging toe is. Echter het aantal strekkende meter riool dat vervangen dient te worden én dus de hoogte van het bedrag, varieert en wordt per GRP bepaald. In het GRP 2008-2013 zal dit bedrag dus opnieuw bepaald worden. Gezien de leeftijdsopbouw en kwaliteit van bijvoorbeeld de riolen in de Vesting van Woudrichem (veelal allemaal jaar van aanleg 1955-1956 en dus in ieder geval financieel afgeschreven) is daar veel aan vervanging toe, wat naar verwachting het jaarlijkse bedrag zal opstuwen. Voor de vervanging van de gemalen en pompunits staat in het GRP 2005-2009 een bedrag opgenomen van in totaal € 2.270.000,- Dit bedrag wordt in 15 jaar uitgegeven. Dit is gemiddeld een bedrag van € 151.500,- per jaar. Voor de vervanging van de randvoorzieningen staat in het GRP 2005-2009 een bedrag opgenomen van in totaal € 350.000,- (€ 70.000,- per jaar). Deze investering zal in de komende 5 jaar worden uitgegeven. Hieronder staan de investering en de planning per BRP zoals deze in het GRP zijn opgenomen: BRP
Investering
Almkerk Andel Giessen Oudendijk Rijswijk Uitwijk Waardhuizen Woudrichem Uppel
€ 640.000 € 1.957.000 € 1.336.000 € 35.000 € € 52.000 € 90.000 € 1.400.000 € 4.500
Totaal maatregelen BRP
€
5.514.500
Woudrichem Oude Ban Industrieterrein Rietdijk
€ €
400.000 1.412.000
Totaal
€
7.326.500
Planning GRP 2006-2007 2005-2007 2005-2006 2006-2007 2007 2007 2005 2007
2009 2005-2006
3
De investering tbv de Rietdijk wordt grotendeels gedekt door de revitalisering Rietdijk. Er is in het restant van deze notitie slechts rekening gehouden met een bedrag van € 250.000 t.l.v. het product riolering. De maatregelen in het buitengebied betreffen het aansluiten van percelen op het riool of op een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater). De investering die hiermee gemoeid is bedraagt € 3.018.658,- hier gaat nog wel subsidie en een eigen bijdrage van de inwoners af. Per saldo blijft er een investering staan van € 2.170.000,-. In 2007 wordt dit project (financieel) afgerond. Verder worden er nog diverse investeringen geraamd. Deze zijn niet toe te rekenen aan bepaalde projecten. Dit betreffen onderzoekskosten, opstellen kaarten, inventarisaties en het aanschaffen van software. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 274.000,-
2. Hoe is de voortgang van de projecten in de tijd? De planning zoals deze in eerste instantie was gegeven in het GRP staat onder punt 1 genoemd. Dit is een planning op hoofdlijnen. Inmiddels is de planning van het GRP al een aantal maal aangepast. Dit komt door een tweetal oorzaken: er is lange tijd sprake geweest van vacatures (projectleider en rioolbeheerder) bij Openbare Werken. Daarnaast is er sprake van een grote achterstand bij het cluster riolering en waterhuishouding. Inmiddels is invulling gegeven aan 1 van de 2 vacatures. Tevens vindt er recent inhuur plaats om de achterstanden bij het cluster riolering en waterhuishouding in te lopen. Verwacht wordt dat hierdoor de planning zich beter zal handhaven dan tot nu toe. Hieronder staat de planning zoals opgenomen in het GRP per kern / activiteit genoemd, de tweede kolom met data geeft de huidige planning.
Planning GRP
Huidige planning
2006-2007 2005-2007 2005-2006 2006-2007 2007 2007 2005 2007
2008-2009 2007-2008 Uitgevoerd 2007 2007 2007 2007-2009 2008-2009
2009
2008-2009
Maatregelen Buitengebied
2004-2005
Uitgevoerd
Vervanging Vrijvervalriolering Vervanging Gemalen en pompunits Vervanging randvoorziening Onderzoekskosten
2005-2009 Continue Continue
Continue Continue Continue 2007-2009
BRP Almkerk Andel Giessen Oudendijk Rijswijk Uitwijk Waardhuizen Woudrichem Uppel Woudrichem Oude Ban
4
3. Hoe is de verhouding tussen de daadwerkelijke investering, het GRP en het beschikbaar gesteld budget. Zoals hierboven uit de planning ook al blijkt zijn er eind 2006 een tweetal projecten afgerond. Dit betreft de BRP Giessen en de aanleg van de maatregelen in het buitengebied. Dit zijn dan ook de 2 projecten die vergeleken kunnen worden wat betreft GRP / budget / werkelijke investering. Betreft (1) GRP (2) Giessen € 1.233.500 Drukriolering / IBA Nieuwe aansluitingen € 2.170.000
Budget / krediet (3) € 1.336.000
Werkelijk (4) € 733.000
€
€ 1.613.000
2.801.000
e
In de 2e kolom staat de benodigde investering volgens het GRP. In de 3 kolom staat het door het e college beschikbaar gestelde krediet. De werkelijk lasten zijn opgenomen in de 4 kolom. De totale lasten voor beide projecten zijn meegevallen. Voor Giessen wordt dit veroorzaakt door een aanbestedingsvoordeel. Voor de drukriolering / IBA’s is dit veroorzaakt doordat er i.p.v. het geraamde maximum van 301, maar 265 percelen zijn aangesloten op de riolering of een IBA hebben gekregen. Bij de aanleg van de IBA's hebben de bewoners de keuze gehad om aan te sluiten of niet, iets minder dan de helft heeft hiermee ingestemd. Ten opzichte van de planning zijn er meer percelen aangesloten op het riool dan dat er percelen zijn die een IBA hebben gekregen. De aansluitingen op het riool zijn duurzamer, maar ook duurder dan de plaatsing van een IBA. Dit laatste verklaart dan ook het feit dat er verhoudingsgewijs meer van het budget is verbruikt.
4. Wat is de toekomstverwachting inzake de kostenontwikkeling? Bij de lopende projecten blijkt uit gesprekken met een beleidsmedewerker openbare werken dat de kosten voor deze projecten binnen de huidige budgetten kunnen worden uitgevoerd. Hiermee is al wel rekening gehouden met de hieronder genoemde reeds verwachte kostenstijgingen. Voor de projecten waar nog niet aan begonnen is, is niet duidelijk hoe de kosten zich ontwikkelen. Daar deze investeringen in de toekomst plaats vinden is het ten alle tijde mogelijk dat er nog meeof tegenvallers komen. In het algemeen is het zo hoe langer een investering uitgesteld wordt hoe hoger de kosten zullen zijn. Dit wordt veroorzaakt door de inflatie, ongeveer 2% per jaar. Bij de investeringen t.b.v. het riool is dit niet erg. Voor de investeringen van komende jaren staat er namelijk een voorziening. Er vindt op het product een rentecorrectie plaats van 5% per jaar. Wanneer de investeringen vertragen zal een hoger percentage aan opbrengsten onstaan dan dat er middels de inflatie aan kosten bij komen. Naast de algemene kostenontwikkeling is er voor een aantal projecten al duidelijk dat er meer kosten verwacht worden dan er in het GRP genoemd staat. Hieronder is per project aangeven worden wat de verwachtte kostenstijging is en wat daar de oorzaak van is: Project 1.
BRP Oudendijk
2.
BRP Woudrichem
Verwachte extra kosten / Oorzaak opbrengsten € 29.000 Project wordt in deelprojecten uitgevoerd, dit levert hogere eenheidsprijzen op, technisch onmogelijk om plan in GRP uit te voeren, hierdoor duurdere oplossing moeten kiezen. € 900.000 Het college heeft op 3 oktober 2006 ingestemd met een duurzame oplossing (kopie collegebesluit bijgevoegd). De financiële aanpassing die hiervoor nodig is
5
3.
Onderzoekskosten
4.
Verv. Gemalen en pompunits Vervanging randvoorziening
5.
(was ook nodig geweest in de minder duurzame oplossing) wordt middels deze rapportage uitgevoerd. Bij de uitwerking van de plannen is gebleken dat er meer inspanning gedaan moet worden om hetzelfde resultaat te behalen wat de fors hogere kosten verklaard. € 92.000 Het inmeten van de putten valt duurder uit en bij de Telemetrie en de Gis applicatie is geen rekening gehouden met ambtelijk uren. Tevens vallen de kosten voor het opstellen van het nieuwe GRP hoger uit. -/- € 180.000 Meer drukriolen ipv IBA's aangebracht.
-/- € 200.000 Doordat er minder randvoorzieningen worden aangelegd (oorzaak doordat er meer afgekoppeld wordt) dalen de kosten van vervanging. 6. Giessen -/- € 40.000 Dit betreft subsidies, deze waren nog niet bekend tijdens opstellen GRP. 7. Afkoppelsubsidies -/- € 220.000 Dit betreft subsidies, deze waren nog niet bekend tijdens opstellen GRP. 8. Rijswijk € 711.000 Ten tijde van de opstelling van het GRP 2005-2009 was er voor het BRP Rijswijk nog geen zicht op de te nemen maatregelen. Inmiddels is dit inzicht er wel. Er dienen een drietal grote maatregelen uitgevoerd te worden. In de bijlage is een summiere onderbouwing van de kosten opgenomen. Verdere detaillering gaat buiten de aard van deze rapportage om. 9. Inhuur derden € 80.000 Tijdelijke inhuur ter verwerking van achterstanden bij het cluster riolering en waterhuishouding. 10. Rietdijk € 250.000 Aanleg persleiding 11. Maatregelen € 150.000 Op een 11-tal locaties binnen de gemeente stankoverlast zijn er klachten van stankoverlast, de kosten die hier uit voort vloeien zijn nog niet meegenomen in het GRP. 12. Benchmark € 12.500 Om inzicht te krijgen in de uitvoering, prestaties, kosten en effectiviteit van de rioleringszorg is er een benchmark nodig. 13. Voorbereiding en € 229.000 In de cijfers van de opsteller van het GRP toezicht blijkt dat er te weinig rekening is gehouden met voorbereiding en toezicht, t.o.v het gebruikelijke gehanteerde percentage in Woudrichem. Rekening was gehouden met 12%, echter gebruikelijk is 17%. 14. Grondwaterbeheer € 20.000 M.i.v. 01-01-2008 heeft elke gemeente de zorgplicht voor een adequate grondwaterafvoer. Hiervoor wordt nu reeds een bedrag opgenomen. 15. Afronding € 6.500 + € 1.840.000 Totale extra investering Genoemde kosten zijn -indien van toepassing- incl. voorbereiding en toezicht
6
Toekomstige ontwikkeling m.b.t. GRP Naast bovengenoemde kostenstijgingen / ontwikkelingen dient er ook rekening gehouden te worden met de ontwikkeling op het gebied van wetgeving. Hieronder wordt ingegaan op de ontwikkelingen die op stapel staan. In de Wet gemeentelijke watertaken (treedt na alle waarschijnlijkheid op 1 januari 2008 in werking) wordt de verbreding van het gemeentelijk rioolrecht tot een bestemmingsheffing geregeld. Hiermee kunnen gemeenten ook voorzieningen bekostigen voor regenwaterafvoer en de aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Tevens krijgen gemeenten via een zorgplicht een formele rol in de aanpak van stedelijke grondwaterproblemen. Het gemeentelijk beleid hiervoor komt in de toekomst te staan in het huidige gemeentelijk rioleringsplan (GRP) dat hiertoe een bredere grondslag krijgt. Vooruitlopend hierop wordt reeds nu al (structureel) € 20.000 gereserveerd voor verzoeken van burgers voor het oplossen van grondwaterproblemen. Conform het B&W-besluit van 28 november 2006 wordt in 2008 een nieuw GRP opgesteld. ste
Toekomstige ontwikkeling m.b.t. Europese Kaderrichtlijn Water en Waterbeheer 21 eeuw Het nieuwe waterbeleid is gericht op een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer. De Europese Kaderrichtlijn Water (www.kaderrichtlijnwater.nl) heeft tot doel de ecologische en chemische waterkwaliteit te verbeteren. WB21 richt zich op het treffen van maatregelen ter voorkoming van wateroverlast. In de december nota 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn de maatregelen om te komen tot een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer voor de gemeenten becijfert op een totaal van 3.400 miljoen euro. Wat de kosten voor de Gemeente Woudrichem zullen zijn, zal in beeld worden gebracht met het Waterplan dat na de zomer wordt opgesteld. Toekomstige kostenontwikkeling In de media wordt momenteel veelvuldig gesproken en geschreven over de explosief stijgende kosten voor riolering in Nederland de komende jaren. De kostenstijgingen hebben onder andere betrekking op: 1. sanering riooloverstorten 2. aansluiting buitengebied 3. achterstallig onderhoud 4. afkoppelen regenwater 5. wet gemeentelijke watertaken ste 6. maatregelen afkomstig uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterbeheer 21 eeuw (WB21) Met punt 1 tot en 4 is in de berekening van het huidige GRP rekening gehouden. In 2007 en 2008 wordt het waterplan en het verbreed GRP opgesteld. Hierin worden ook punt 5 en 6 verwerkt. In de decembernota van het ministerie van Verkeer en Waterstaat 2006 is aangegeven dat het realiseren van de KRW- en WB21-opgave tot 2027 een gemiddelde stijging met zich meebrengt van circa 2% van de waterschapslasten en gemeentelijke rioolheffing voor huishoudens en bedrijven.
5. Wat zijn de gevolgen voor de exploitatie / het tarief / de voorziening t/m 2017? De gevolgen van het GRP voor de begroting zijn in de bijlage opgenomen. In het kort wordt hier weergegeven wat de gevolgen zijn voor de exploitatie en de stand van de voorziening: In de periode 2007-2017 loopt het overschot op het product riolering terug naar een tekort van +/- € 478.000,- (bijlage: Gevolgen voor de begroting). De voorziening loopt in die periode terug van € 4.256.000,- naar een bedrag van € 1.033.000,- (bijlage: Voorziening) eind 2017, om in 2019 terug te lopen naar € 0,-
7
Het saldo op de exploitatie dient door een 3-tal mogelijkheden of combinaties van de genoemde punten gedekt te worden. 1. Voorziening riolering, 2. Tariefstijging, 3. Algemene middelen. In de cijfers is rekening gehouden met een inflatie die gelijk is aan de kosten- en opbrengstenkant. Dit betekent dat de rioolrechten jaarlijks met de inflatie gecorrigeerd dienen te worden. Hierbij is er geen rekening gehouden met nieuwe ontwikkelingen. Voorgesteld wordt om de laatste jaren van de looptijd van het huidige GRP, de tekorten volledig op te vangen met de voorziening en de rioolheffing niet te laten stijgen anders dan met het inflatiepercentage. Dit ondanks de onduidelijkheid / onzekerheid die er is m.b.t. de kostenontwikkeling van de investeringen. Tevens zijn de grote investeringen die in het GRP staan dan achter de rug en de gevolgen daarvan beter in te schatten. Ook is dan meer bekend over de wet gemeentelijke watertaken. In het nieuwe GRP 2008-2013 zal de tariefstelling voor de looptijd van dat GRP worden bepaald. Algemene Uitgangspunten Er is geen rekening gehouden met inflatie (jaarlijkse indexering) bij zowel de kosten als de opbrengsten, Er is in de berekening vanuit gegaan dat de huidige planning gehaald wordt, Er is rekening gehouden met een stijging van gemiddeld 60 aansluitingen per jaar, De informatie die gebruikt is komt uit de begroting 2007, jaarrekening 2006, informatie van belastingen, projectadministratie, afdelingshoofd financiën, interim-controller en afdelingshoofd Openbare werken en beleidsmedewerker openbare werken. De laatste 4 hebben dit stuk nog doorgelezen en hun bevindingen zijn in dit stuk verwerkt.