MILANO EXPO 2015 Part II | The Pavilion J.H.M. Smolenaers 2012
1
BEYOND THE ICONIC
2
Content
1.0 INTRODUCTION 1.1 The Iconic value in Expo Architecture 04 1.2 Retrospective Expo pavilions 05 1.3 Temporary of Permanent?...A famous Dutch example 06 2.0
POSITIONING THE ARCHITECTURE ASSIGNMENT
2.1 Historical background harbour 09 2.2 Ambition 14 2.3 Program 16 2.4 Urban context 20 2.5 Content 22 3.0
PART A, THE PLINTH
3.1 Abstract design 25 3.2 Program & Routing 26 3.3 Floorplans 29 4.0
PART B, THE BOX
4.1 Program & Routing 34 4.2 Construction 38 4.3 Floorplans 41 4.4 After-use 50 4.5 Materialisation 55 4.6 Energy concept 63 4.7 Details 64
3
1. Introduction 1.1
The iconic in Expo Architecture
Door de duizelingwekkende volledigheid en grootsheid verloren de wereldtentoonstellingen vanaf halverwege de 19de eeuw snel hun overzicht. ‘Met een nieuw soort toestellen en attracties probeerde men daaraan te verhelpen: door een punt te creëren van waaruit men de tentoonstelling kon overzien.’ Met als resultaat meest bekend resultaat: de Eiffeltoren en het Atomium. Maar ook de ballonvlucht en het reuzenrad voorzagen hierin. De onderstaande figuren tonen een aantal archetypische tentoonstellings sculpturen die zich van tijd tot tijd herhaalden in verschillende verschijningsvormen. Het volgende stuk van Koolhaas refereert aan de ‘Needle’en de ‘Globe’ waarbinnen alle architectuurvormen hun referentie aan ontleden. In dit geval was de Expo in New York een belangrijke verklaring voor dit fenomeen. 1939 al een soort van Retrospectief van Manhattan wat op dat moment volop in ontwikkeling was.
The Needle and the globe represent the two extremes of Manhattan’s formal vocabulary and describe the outer limits of its architectural choices. The needle is the thinnest, least voluminous structure to mark a location within the Grid. It combines maximum physical impact with a negligible consumption of ground. it is, essentially, a building wihout an interior. The globe is, mathematically, the form that encloses the maximum interior volume with the least external skin. It has a promiscuous capacity to absorb object, people, iconographies, symbolism; it relates them through the mere fact of their coexistencei n its interior. In many ways, the history of Manhattanism as a separate, identifiable architecture is a dialectic between these two forms, with the needle wanting to become a globe and the globe trying, from time to time, to turn into a needle - a cross-fertilization that results in a series of successful hybrids in which the needle’s capacity for attracting attention and its territorial modesty are matched with the consummate receptivity of the sphere. (R. Koolhaas, Delerious New York, P.27)
Een van de voorwaarden die de organisatoren stelde aan de constructieve waarden van de architectuur was dat ze een modulair of demontabel systeem verlangde waardoor de tentoonstellingsstructuur naar wens kon worden aangepast indien er programmatische wijzigingen optraden. Een andere belangrijke reden hiervoor was het tijdelijke karakter van de tentoonstellingen, waardoor paviljoens na afloop de mogelijkheid hadden op te worden ontmanteld en hergebruikt voor andere gelegenheden.
New York 1939 ‘Trylon and Perisphere’
New York 1946 ‘Unisphere’
Seatttle 1961 ‘The Space Needle’
Osaka 1970 Expo Tower’
4
1.2
Retrospective Expo pavilions
Dutch Pavilion Hanover MVRDV 2000, Dutch Pavilion Sevilla Zwarts & Jansma 1992 | (Models by author.)
Dut ch Pavilion Expo Shanghai 2010, (photo: Robin Utrecht)
Dutch Pavilion Expo 1992 Sevilla
Dutch Pavilion Expo 2000 Hanover
Dutch Pavilion Expo 2010 Shanghai
Het ontwerp is in hoge mate gebaseerd op de grote stroom mensen die door het gebouw wordt geleid. De bezoekersstroom wordt langs een vastgestelde hoofdroute via loopbruggen, drie grote ‘tunnels’ met rolpaden en trappen langs de verschillende exposities geleid. Wie meer van de op de hoofdroute getoonde onderwerpen wil weten, kan de verschillende expositieruimten die aan de hoofdroute zijn gelegd bezoeken, om daar voor onbepaalde tijd verblijven. De route meandert langs de gevel van het gebouw van de begane grond naar de bovenste verdieping. Via de thema’s water en land leidt de hoofdroute naar cultuur. Vanaf de hoogste verdieping worden de bezoekers via een grote, lange roltrap in het midden van het gebouw in één keer terug naar de uitgang op de begane grond gebracht. Leidraad voor het ontwerp was het principe van ‘desert cooling’.
In het Nederlandse paviljoen voor Expo 2000 in Hannover liet bureau MVRDV haar visie op de ruimtelijke ordening zien aan de tentoonstellingsbezoekers. MVRDV gaf het paviljoen het thema ‘Nederland schept ruimte’ mee, en laat zien hoe Nederland door water, wind en wilskracht vooruit is gekomen. Het gebouw bestaat uit een stapeling van vijf verschillende landschappen, waarmee de noodzaak en de mogelijkheden tot het efficiënt gebruiken van ruimte worden uitgebeeld
Het is een straat die als een achtbaan de lucht in slingert en waaraan replica’s van hoogtepunten uit de Nederlandse architectuur hangen. Happy Street van ontwerper John Körmeling heeft de vorm van een acht; een Chinees geluksgetal. Met Happy Street heeft Körmeling een ideale stad voor ogen: een nederzetting die op organische wijze ontstaat langs een handelsroute.
(http://www.zwarts.jansma.nl/page/456/nl)
(JohnKomeling.nl)
(http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia. asp?ID=7233)
5
Almost none of the buiildings were being re-used afterwards. Many of them were broken down. Except the 2000 Dutch. Why? Had it become2010 indeed a monument?
Temporary or Permanent? 1.3 A famous Dutch example
2000
2010
6 ( Photos 2010 by author)
“There was a wish to get something exceptional. I also wanted to deliver something technically unique.”
‘I ought to be jealous of the tower. She is more famous than I am’.
1889
1992 ..temidden van een veelheid van informatie wordt je als een monnik, die zich alleen openstelt voor de informatie die hij wil toelaten...
LESS IS MORE
2000
1929 ‘ Those who do not want to imitate anything, produce nothing’.
I work a little bit like a sculptor. When I start, my first idea for a building is with the material. I believe architecture is about that.
2000
1939 A house is a machine for living in.
YES IS MORE
1958
(Quotes)
2010 7
2. Positioning the Architectural assignment Na de uiteenzetting van het stedenbouwkundige plan is het van belang om de de vertaalslag van het concept op grote schaal (van use & afteruse) te implementeren op de schaal van het gebouw en de directe buitenruimte. Na uitvoerige inventarisatie van de stad Milaan, gesprekken met bewoners en de positionering van de belangrijkste station zones, was de uitdaging vooral te vinden op de kop van de voormalige haven van de stad. Deze locatie ligt met name in het brede stedenbouwkundige profiel waar het traject van de voorgestelde lightrail onderdeel van uitmaakt. De huidige conditie van het voormalige havengebied is behoorlijk verwaarloosd. De kades en oevers dienen te worden gereconstrueerd, en de Expo kan ook hier een belangrijke bijdrage aan leveren.
Stedenbouwkundig ontwerp Expo Milan (by author)
8
2.1 Historical background harbour De kanalen en haven van Milaan zijn kunstmatig aangelegd. De haven ‘Darsena’(zie linkerafbeelding, rode cirkel) was in de 19de eeuw en van de drukste binnenlandse havens van Europa. De eerste sporen van de haven stammen uit 1603. Met 750 meter aan werf was het een van de grootste havens in het land. De haven ligt precies in het stedenbouwkundige profiel van waar de oude stadsmuur heeft gestaan. De haven is aangesloten op belangrijke kanalen. In de hoogtijdagen vormden de kanalen een netwerk van 150 km. Die de stad verbonden met rivieren en meren in Lombardije. De kanalen werden gebruikt voor irrigatie en voor vervoer van personen en goederen. Ook het marmer uit de Alpen dat gebruikt werd voor de realisatie van de Dom van Milaan, werd via deze weg getransporteerd. In de 15de eeuw werd Da Vinci betrokken bij het ontwerp van dit innovatieve watersysteem. Dat waren de hoogtijdagen voor dit systeem. De wegen werden in de loop der eeuwen steeds belangrijker en dus werden de kanalen (in de 18de en 19de eeuw de riolering van de stad. Vandaag de dag zijn er nog drei belangrijke kanalen over. Namelijk ‘de Naviglio della Martesana, the Naviglio Grande en de ‘Naviglio Pavese. De laatste twee staan in verbinding met de ‘Darsena haven’. Vandaag de dag ligt de haven in een desolaat gebied naast een van de minst attractieve pleinen.(the Piazza XXIV Maggio). Maar in potentie is deze omgeving een laboratorium voor kunstenaars, fotograferen en ontwerpers die er al een tijd hun ateliers hebben gevestigd.
9 Urban map 1906 (archive, den Ruijter)
Model study, different pavilions with lightrail, 1:500
Analyse bestaande toestand deelgebied luchtfoto
10
Existing harbour 11
Het plangebied wordt omsloten door aan de noord/oostzijde de Piazzale Antonio Cantore. De nog reeds aanwezige stadspoorten van de kruisende Corsa Genova markeren deze infrastructurele zone. Door het paviljoen op de kop van de haven te plaatsen ontstaat een scheiding. Aan een zijde een pleinruimte voor activiteiten die vrij stedelijk van aard zijn en aan de andere zijde een park langs het water. Door het station te integreren met een Expositie ruimte ontstaat een levendige plint die een permanente toestroom van bezoekers kan garanderen. De kop van de haven krijgt een duidelijke eindmakering door het tentoonstellingpaviljoen hier te plaatsen. De lightrail zal vanaf de middenberm van de Piazzale Antonio Cantore (noordzijde) worden geleid richting de plint van het Expo paviljoen. Om aansluitend de weg voort zetten in zuidelijke richting door het Expo parkgedeelte. De platanen die het profiel van de oude stadsmuur begeleiden zullen worden doorgezet ter hoogte van de kruising van Corsa Genova. Dit zorgt naast de lightrail voor een continuiteit in het straatprofiel. Waardoor de EXPO loop een duidelijk karakter heeft.
12
Bjarke Ingels: ‘Global
Screaming Match’ NRC, Tracy Metz, 24 march. World Expo Shanghai.
Voor het ontwerp van het deelgebied wordt gebruik gemaakt van de volgende Expo tools. - Het paviljoen wijkt duidelijk af van de omliggende residentieele gebouwen en staat daardoor op zichzelf. (Bjarke Ingels benoemd de Expo van Shanghai als een Global Screaming Match,zie inzet) deze te hanteren strategie wil dat voorkomen. - het gebouw als ‘sign’, de verschijningsvorm zelf toont het functionele karakter van het programma. - Door de positionering in de ring, heeft het gebouw geen uitgesproken hirarchie. - De Expo maakt gebruik van het principe om het stadsilouet te gebruiken als decor. - De beleving vanaf de lightrail, vanaf dakniveau en vanaf maaiveld tikt alle belangrijke dimensies aan die bij Expo architectuur van belang zijn.
Deelgebied 1:2000
13
Location Pavilion | Former Harbour
2.2 Ambition De ambitie voor het tentoonstellings paviljoen is om de rand van het centrum aantrekkelijker te maken en de leefbaarheid te vergroten. De mix van functies, de duurzaamheid door een goede afteruse strategie en de visuele en fysieke connecties met de publieke ruimte zijn essentiele elementen van het project die daartoe bijdragen. Een aantal ambities op rij: - ‘State of the art’ is op het gebied van Expo beleving. - Goed is ingepast in de stedelijke context - Een bijdrage levert aan de ruimtelijke ontwikkeling van de directe omgeving. - Een hybride gebouw, dat meerdere programma’s weet te combineren. - Een flexibel gebouw met een heldere constructie die programmatisch kan reageren op de behoefte van het moment. - Een behandeling van het gevelbeeld dat duidelijk de Genius Loci van de omgeving vertegenwoordigt.
14
If the Expo is going to have any impact beyond a short-term inflation of property values, the event’s planners will have to reevaluate what the expo means both to the city and as an international event. Within the context of globalization, the national pavilion is no longer a valid form for an Expo.’
Display of expo plus afteruse for milan's art, fashion & design... Het Expo paviljoen wordt in de eerste instantie ontwikkeld om content te kunnen tonen die uitgaat van de totaalbeleving tijdens een narratieve route. Zoals Koolhaas aangeeft in de publicatie Content (2004) is ‘The National Pavilion no longer a valid form for an Expo’. Het gaat in dit geval ook niet om een nieuw nationaal paviljoen te realiseren, maar om een ‘box’te bouwen die een uithangbord kan zijn voor Exposities, kunsttentoonstellingen, designbeurzen, modeschows, etc.. Het reageert op de omgevingsfactoren die in Milaan aan de orde zijn. En waarmee het de stad nog gezichtsbepalender maakt op het wereldtoneel van de kunst, mode en design. Het bijkomende voordeel is dat Milaan voor de lange termijn een waardevol gebouw realiseerd, dat transformeerbaar is in de toekomst. Herzog & de Meuron geven in hun visie voor de Expo van Milaan al duidelijk weer dat het niet alleen draait om de representatie van complexe systemen en de gigantische megalomane architectuur, die geen duidelijk doel hebben op de lange termijn. Maar dat er behoefte is aan zeer tijdelijke, vluchtige (herbruikbare architectuur) of flexibele gebouwen voor de langere termijn.
‘To create a revolutionary new concept of the world exposition. We are convinced that a visionary and successful EXPO has to abandon the outmoded idea of an exposition built around complex systems of representation and gigantic architectural monuments which often have no real purpose after the event’.... Herzog & the Meuron, vision Expo Milano 2015
15
2.3 Program De verwachting voor het aantal bezoekers van de Expo Milaan is geraamd op 20 miljoen bezoekers. Waarvan 70 % nationaal bezoek, en 30 % van buiten Italie. De Expo (en dus het stadscentrum) zal dan gemiddeld 110.000 bezoekers per dag krijgen te verwerken. Dit bovenop de 1,3 miljoen inwoners van Milaan en de 1,9 miljoen touristen, werkgerelateerde bezoeken waar de stad al jaarlijks mee te maken heeft. De Expo heeft een duur van 184 dagen en de Grossmax voor het infrastructuur systeem zal berekend moeten worden voor de drukste dag van de Expo. Dit zal ongeveer uitkomen op 18.100 bezoekers per uur. De Expo zelf is geopend van 9:00 s’ochtends tot 22:00 uur s’avonds. De lightrail die als loop in het brede profiel van Milaan wordt gerealiseerd is tijdens de Expo alleen bruikbaar voor het Expo publiek. De 8 lightrail stations op deze route zijn allen gecombineerd met een Expo paviljoen. Door voorgaande Expo’s te bestuderen kunnen we ervan uitgaan dat er gemiddeld 12% van het bezoek van de totale Expo een hoofdtentoonstellingspaviljoen zal bezoeken. Dat zijn 2,4 miljoen bezoekers in totaal, en gemiddeld 13.000 bezoekers per dag. Het gebouw zal moeten worden gedimensioneerd om 18.000 bezoekers te kunnen verwelkomen op een dag. Dat is de Grossmax voor een piekdag. Het programma is samengesteld naar aanleiding van deze gegevens. De rechterkolom in het program schema, toont de oppervlakten die per fasciliteit zijn aangehouden. Een belangrijk onderdeel is de tentoonstellingsruimte die 4500m2 bedraagd. Het schema toont ook mogelijk andere Milanese evenementen die als leidraad kunnen dienen voor de after-use. Het kan gebruik maken van dezelfde programma fasciliteiten maar is qua tijdsbestek en bezoekersaantallen van een totaal andere orde. En dus zullen vloeroppervlakten en volumes anders benut kunnen worden. Hierbij dient rekening te worden gehouden in de opzet van de tentoonstellingsruimten en de stationvoorzieningen. De lightrail Expo Loop kan 73.000 bezoekers per dag verplaatsen. Iedere 5,5 minuut (voor beide richtingen) komen er maximaal 170 personen op het station, in het geval dat de lightrail gebruikers volledig zou uitstappen. Dat zijn 1700 bezoekers per uur / per station, en 21.000 per dag. Niet alle bezoekers die op een van de acht stations zullen uitstappen bezoeken het bijbehorende Expo paviljoen.
16
(Bron: Bidbook Expo Milaan, website organisatie Expo)
AMOUNT FOR ONE STATION
(Bron: Arcadis, lightrail onderzoek, P. Tulp)
17
Programma vraagt scheiding
Box > Sculpture Station > The inbetween Plinth > the Pedestal
Het hybride karakter van het programma om een tentoonstellingsbox te combineren met een station is een goede aanleiding om het gebouw horizontaal te splitsen. (Dit is een voorbeeld voor vele Italiaanse gebouwen, (vaak een rustica facade op de begane grond en een bovenbouw van Stucco., zie rechterafbeelding)De bezoekersstromen zullen uitelkaar worden gehouden om een overzichtelijk logistiek gebouw te realiseren. Een van de eerste concept schetsen laat zien dat er in het begin een heldere drie-deling werd gemaakt in: - De Box: als het sculpturale karakter. - Het Station: het dynamische gedeelte, de voeding voor de Box, maar ondergeschikt qau vorm. - De Plint: De sokkel waardoor het geheel op een voetstuk komt te staan. Dit is ook het generieke deel van alle stations, maar zal per locatie worden aangepast aan de lokale omstandigheden. De studies op de rechterpagina tonen dat uiteindelijk is gekozen voor een 2-deling van de elementen. Het stationsvolume is opgegeven vanwege een verdraaiing van de Box tov de Plint. Het inpassen van deze 2 volumes zal op de volgende pagina’s stapgewijs worden uitgelegd.
Contextuele link architectuur
18
de plint
De plint kan op vele manieren configureren. Uiteindelijk is gekozen voor een open box, met een publieke route.
de ‘uitholling’
de ‘additie’ Door de verdraaiing van de bovenbouw werd het stationsvolume overbodig.
Van 3 naar 2 componenten. Door de bovenbouw te draaien. Onstaat een overstek om het stationsplatform te situeren.
locatiebepaling
Combinations Incisie maken in het boven volume, daardoor onstaat een Lobby.
Orientatie punt vormen, stedebouwkundig accent geven door bovenbouw te verdraaien
Onderzoek relatie ‘Vorm’ onder- en bovenbouw. 19
Footprint inpassen in stedebouwkundige structuur.
01
02
04 2.4 Urban context / Steps in Development
05
De plint van het gebouw ligt aan de kop van de haven.(fig. 01) De contouren van de plint worden bepaald door de omliggende stedenbouwkundige footprints (fig. 02). De plint krijgt een publieke doorgang die aan de noordzijde het plein verbind met aan de zuidzijde het park. (fig. 03) De lightrail buigt af vanaf de middenberm naar de plint om vervolgens de weg te vervolgen in het stadspark. De Expo Box zorgt met de twist voor een altijd veranderende blik vanuit de verschillende perspectieven. (fig. 04) De rode contouren laat zien dat de stedelijke ruimte nu duidelijker is afgebakend door de plaatsing van het station en het Paviljoen. (fig. 05) De beleving vanaf het paviljoen en het stationsdeck is belangrijk voor de uitwerking van de buitenruimte zowel voor het plein als het park. 20
03
urban fitting
Urban context with Pavilion
21
1
4
2
3
5
6
2.5 Content Expo
Standaard De inhoud van het paviljoen is in twee situaties te delen. Namelijk ten tijde van de Expo, en een standaard systeem / Casco waarbij verandering van programma op de lange termijn mogelijk is. De indeling is simpel, De box voor het Expo programma en de plint met de stationhal, kantoren en horeca (de meer permanente en onafhankelijke voorzieningen. Deze kunnen ook functioneren als de Expo Box gesloten is. (diagram 1) Voor het circuleren van de bezoekersstromen blijven die van het station en de Box duidelijk gescheiden tijdens de Expo. De routing van de tentoonstelling gaat altijd eerst via de lift naar boven. Daarna begint de wandeling naar beneden. Dit vanwege de snellere doorstroom door behulp van de zwaartekracht. (diagram 2) 22
De hoofdopzet is dat de Box een flexibele binnenruimte heeft, met aan een wang een backstage, om de verdiepingen te kunnen ontluiten. Aan de zuidzijde een Lobby ter intro of outro wat komen gaat. En installatie ruimte op het dak. De plint heeft een heldere 3-deling van kantoorruimte, station, en een horeca fasciliteit ontsloten door een allesverbindende corridor. Onder de stationsplint bevinden zich de technische ruimtes in de kelder. (fig. 3)
Tijdens de Expo zal in de box een programma worden samengesteld op basis van de klassieke Expo componenten. Deze verdiepingen tonen beelden, geven inzicht in de materie maar dienen niet alleen als showroom. (diagram 5). Met name is de ‘Experience’ belangrijk van deze componenten. Ze zijn dan ook gestoeld op de klassieke Italiaanse bewerkingen van ruimte. Door de invloed van architecten en schilders als Pozzo, Borromini, Bernini, Palladio e.a. ontstaat er een narratieve route waardoor de bezoeker zich in een steeds andere wereld waant.(diagram 6) De totale compositie zal beneden smal beginnen en boven het totale vloerveld bestrijken. Hierdoor ontstaat een Piranesiaans tafereel met een ‘void’ waardoor de ‘solids’ duizelingwekkend kunnen worden waargenomen. (Diagram 4)
B Borromini | Pallazo Spada
A
Da Vinci | stairs Chambord
- EXPO - AFTERUSE
- PERMANENT
Programmatische logica
Palladio | Teatro Olimpico
Bernini | St. Pieters sqaure
Om de vertaalslag te maken naar het concrete ontwerp zal het gebouw in 2 delen worden uitgelegd. Om te beginnen Deel A (de plint) met het permanente programma en een Massieve Look. En vervolgens Deel B (de Box) te behandelen, dat zich kenmerkt door een flexibele programma een een gevelbekleding van licht materiaal.
Pozzo | S.Ignazio
Pozzo | S.Ignazio
23
3. Part A: The Plinth
24
3.1 Abstract Design
Expo bezoekers Paviljoen Station bezoekers Lightrail track Autoverkeer
De zonering van de plint beneden is volgens een strak stramien waardoor de as de verschillende compartimenten kan verbinden. De verkeersstormen kunnen op meerdere manieren worden geschakeld. Door deze 2 zijdige onslutingsmogelijkheid. De orientatie tov de zon is ideaal om aan het water terassen te plaatsen waar de horeca aan gekoppeld is. De lichtinval voor de stationshal, de kantoren en het horeca gedeelte komt van zowel de noordzijde als de zuidzijde. Er bevinden zich tussen deze 3 deling 2 compartimenten met natte cellen en doorgangen voor de kelder en service ruimten. Installatietechnisch kunnen de compartimenten afzonderlijk worden geclimatiseerd. De stationshal staat in open verbinding met het platform. Dus hier zal een ventilatiesysteem volstaan.
25
3.1
Programma & Routing Plint
Exhibition
Visitor Centre
Shaft
Toilets
Exhibition Offices Horeca
Storage
Stairs and Lift
Circulation Area
Technical
Visitor Centre
Offices
Toilets
Service
Horeca
Storage
Stairs and Lift
Circulation Area
Technical
26
Shaft
Service
De routing vanaf het perron heeft aan beide zijden, de keuze tussen de roltrap, een steektrap, of liftkern. Allen komen in de gezamenlijke stationhal uit. Tijdens de Expo is de noordzijde van het station de hoofdontsluiting. De Expo box is te bezoeken vanaf het plein, daar is ook de opstelling om te meanderen (zigzag wachtrij voor de attractie). Wanneer de Expo bezoekers starten aan de route nemen ze de entree van de corridor aan de pleinruimte. Ze worden ontvangen aan de desk langs de liftkern. Vervolgens vertrekken ze via de lift naar het daklandschap. Bij terugkomst uit de Box is er de mogelijkheid om de weg te vervolgen door de corridor naar om uit te komen bij het park aan de zuidzijde. Het alternatief is om door de horeca fasciliteit weer aan de noordzijde van de plint de route te vervolgen via de lightrail. Op de volgende pagina’s volgen de plattegronden die hier betrekking op hebben. Met ondersteuning van een ruimtelijk beeld. En een constructieve plattegrond.
Context pavilion Scale: 1op500
N 27
GIORGIO DE CHIRICO
Giorgio de Chiroco is van invloed geweest op de uiteindelijk keuze om de plint van diepe neggen te voorzien. En de corridor als een arcade te behandelen. Deze Italiaanse look is van groot belang voor de uistraling van de plint. Met de daarbij behorende schaduweffecten.
Tomaso Marinetti is inspirerend vanwege de vooruitgang en dynamiek die de schilderingen uitstralen. De rail van de lightrail steekt dan ook stoer en overmaats door het plintlichaam. Waardoor het Milanese karakter van industrie en vooruitgang duidelijk aanwezig is.
Tomaso Marinetti
28
BG
GROUNDFLOOR 0.2 -NAP
3.2 FLOORPLANS
N Scale 1:200
29
L1 STATION PLATFORM 6.3 +NAP
N 30
Scale 1:200
construction floor station
Plinth station with rail
Detail corridor plinth
31
B1 BASEMENT 4 - NAP
N Scale 1:200 32
Scale 1:200
Scale 1:200
33
4. Part b: The box during expo
34
Abstractie Routing box
35
4.1 Program
Exhibition
Visitor Centre
Offices
Toilets
Service
Horeca
Storage
Stairs and Lift
Circulation Area
Technical
36
Shaft
Routing Box Als de bezoekers boven geraken via 2 van de 4 liftkernen, dan zullen ze Milaan ervaren vanaf het daklandschap. De contouren van de randen van het dak dirigeren de verschillende belvedere momenten. Op het dak zelf zijn doorkijkjes door de totale structuur van de Expo Box, de Superposition. Vanaf het dak start de tour door via de wenteltrap naar de eerste level (het labyrinth) te gaan.
Rigid structure for flexible use. De structuur in het paviljoen moet zoals eerder vermeld kunnen reageren op de programma’s die in de Box worden tentoongesteld. Dat kan steeds wijzigen daardoor is het van belang dat er een open rigide structuur aanwezig die hierin voorziet. De hoofdconstructie zal op de volgende pagina’s worden uitgelegd.
Via het labyrinth komt de route uit in de Panorama, hierop volgt de Ames Room, the Graviation Room, de Blob Cells en als laatste de Urban Lobby om even bij te komen van al het architectonische spektakel. In de lobby kunnen de bezoekers het laatste stuk van de tour via een van de 2 liften op de begane grond van de plint komen.
37
4.2
CONSTRUCTION
Structure plinth lightrail track & Cores
Structure for flexible Floorplans & Facade
De structuur voor de lightrail is in dit beeld rood gekleurd. Er zullen veel remkrachten op de rail en kolommen worden uitgeoefend. Het is dus van belang dat de Kolommen die de rail ondersteunen zwaarder worden uitgevoerd. Ook is de constructie bewust los gekoppeld van de draagconstructie van de plint zelf. De draagconstructie van de plint bestaat uit beton evenals de lightrail.
De draagstructuur van de Box hang aan de vakwerkliggers onder het dak. Vanaf deze ring hangen stalenkokers en randliggers om de interne vloervelden te voorzien van ondersteuning en de facade te geleiden. Aan de vakwerken kunnen trekstangen worden bevestigd in een stramien die de volumes in deze box kunnen dragen. Aan de onderkant van de Box zijn stalen profielen met terugliggende ‘nietjes’ bevestigd om de urban lobby elegant te laten hangen aan de totaalstructuur. zonder dat de constructie in het gevelbeeld doorloopt.
De draagstructuur van de Box is bij de liftschacht van beton en bij de stationsentree een staalconstructie gevuld met beton vanwege de brandvertraging.
38
De diagonalen (vorige afbeelding) dragen de krachten vanaf het dak af naar het verdwijnpunt voor het station en in de liftkern. De trekstangen aan deze diagonelen houden het vloerveld omhoog op de 2 punten waar de Box niet ondersteund word.
Construction Scheme 3D 39
the box expo functionality
SECTIONS EXPO BOX
Scale 1:200 40
Scale 1:200
4.3 FLOORPLANS
L9 ROOF
39.60 +NAP
start
constructie vakwerkliggers
N
Vanaf Dak Expo box, uitzicht op bepaalde punten naar t stedelijke silouet. In het dak doorkijk naar ‘interior space’.
Scale 1:200 41
Module: constructievloer: 1,2 br. x 3,6 l. x 0,2 dikte = 0,864. 0,864 x 2500 = 2160 kg per module (Soortelijk gewicht gewapend beton: 2500 kg/m3)
Dit constructie onderdeel van vakwerkliggers is een zeer belangrijk element van de hoofddraagstructuur. Binnen dit stramien van 7200 mm ligt een sub-verdeling van 3600 mm. Aan deze vakwerk balken kunnen middels willems ankers trekstangen worden bevestigd om een ongekende gevarieerdheid te kunnen bereiken in de vloerdelen die eraan worden bevestigd. Zoals de bovenstaande modellen al aantonen Zijn er verticale trekstangen die over meerdere verdiepingen lopen en andere die maar 1,2 of 3 verdiepingen omhoog houden. De gekozen vloerdelen zijn modulair van aard met een afmeting van 1200x3600mm (zie kader). Ze zijn dus relatief zeer handzaam en verplaatsbaar. Door gebruik te maken van deze vloerdelen zullen ze moeten worden opgevangen door hoedliggers, randbalken en koppelstangen.
42
L8 CONSTRUCTION DECK 35.90 +NAP
L7 LABYRINTH
32.30 +NAP
L6 PANORAMA 28.40 +NAP
N Scale 1:200 43
Panorama Space (projections on the wall) thema ‘Science’
Constructie vloervelden Geen contact diagonale koker! Alleen middels schuifverbinding aansluiten op de hoofddraagstructuur.
Labyrinth 44
Panorama box
L5 AMES ROOM
24.50 +NAP
L4 GRAVITATION 20.60 +NAP
N Scale 1:200 45
Ames Room (optical illlusion)
Constructie vloervelden
Ames Room entree 46
Gravitation Room (Inception)
Loopbrug naar ‘Gravitation Rooms’
L3 STAGE
16.70 +NAP
L2 LOBBY
11.10 +NAP
N Scale 1:200 47
Constructie vloervelden
Stage floor met Blob cellen. 48
Lobby
CLASSIC EXAMPLES
Garden Pisani
Gravitation Room - Mad House
Piranesi
Teatro Olimpico
Inception
the Shining
A space odyssey
Discovery of heaven
Lord of the Rings
Continues Stairs
Labyrinth
Gravitation Room
Total composition Box
Ames Room | Perspective manipulation
EXPO EXAMPLES
MOVIES
Escher
49
4.4
AFTER-USE
Offices
Expo Pavilion
Auditorium
Exposition
Fashion week
De hoofdstructuur van het EXPO paviljoen is zo ontworpen dat er zo weinig mogelijk erflast in de weg staat voor toekomstige activiteiten. Omdat het moeilijk te voorspellen is waar specifiek behoefte aan is in de toekomst. Worden hier een aantal varianten getoond in de plattegronden. Het zal in de praktijk een combinatie van deze vloervelden zijn. Als voorbeeld kan het gebeuren dat het paviljoen tijdens de Design Beurs van Milaan (Salone del Mobile) dient als kleine expositie ruimtes. Om vervolgens tijdelijk als opslag te dienen voor Italiaanse auto’s. Ook deze Auto opslag kan in combinatie met advertisement en mini expositie worden gecombineerd. Storage Offices De conceptuele doorsneden tonen aan dat de vloervelden verschillend van karakter zijn, en dus ook steeds een andere ontsluiting verlangen. Dat maak het gebouw zeer waardevol en spannend.
stage 50
stage
Storage
Design EXPO
Garden?
Expo Pavilion
Fashion week
Design EXPO
Offices
Storage
Garden?
stage
stage
51
the box afteruse functionality L6 OFFICE
N 52
Scale 1:200
28.40 +NAP
L5
ORANGERIE 24.50 +NAP
L4 CATWALK
20.60 +NAP
L3
CATWALK
16.70 +NAP
N Scale 1:200
53
SECTIONS AFTERUSE
Scale 1:200 54
Scale 1:200
4.5
Tijdens Expo is inhoud gedefinieerd in gevelbeeld. (184 days)
MATERIALISATION
Bij afteruse inhoud variabel > gevel constant
Het tailleren van het volume
THE bOX MATERIALISATION
55
Ruimtelijk model tijdens de Expo
56
Box materialisation EXPO
C
Prada transformer
57
Aanzicht/Doorsnede > Facade vanaf Park_ Scale 1:250 (tijdens EXPO)
58
Aanzicht Facade entree Station_ Scale 1:200 (TIJDENS EXPO)
59
Box materialisation ‘AFTERUSE’
Leonardo da Vinci gebruikte deze figuur als basis voor een illustratie in een wiskundig werk van Luca Pacioli.
60
Perforated aluminium (Kopenhagen, the Mountain building facade)
Perforated Aluminium facade ´Fashion Models´ (photoprint)
Aanzicht vanaf de haven | Scale 1:200
61
Aanzicht icm doorsnede vanaf het park | Scale 1:200 62
4.6
Energy Concept
Tijdens de Expo is het energie concept voor het gebouw gebaseerd op het Chimney effect. Door het gebouw in te pakken met Cocoon zal het waterdicht en afstotend zijn. Omdat de doorstoom in het gebouw zeer continu is, is er eigenlijk spraken van een buitenklimaat. Als we uitgaan van 540 personen op een oppervlakte van 1200 m2 dan kan er aangenomen worden dat er vrij veel warmte geproduceerd zal worden. Koelmachines zijn verloren energie, dus is er in het gebouw de eeuwenoude techniek geintroduceerd van ‘natuurlijke trek’. In het Cocoon zeil zitten roosters die zorgen voor de doorlaat van ventilatie. Tijdens de Expo komt er een choorsteen met regelbare kleppen op het dak van het paviljoen. Deze zal voor een natuurlijke bries zorgen binnen de Expo Box. Om ervoor te zorgen dat de warmtebelasting afneemt van zon, krijgt de binnenzijde van het doek een folie die ervoor zorgt dat het zonlicht weerkaatst word. Bij de after-use van het gebouw is de dubbele facade her vernuft om zonnewarmte af te voeren. Er zal mechanische worden geventileerd en de kantoorruimtes of ateliers die in de openstructuur worden gehangen zijn als compartiment klimatologisch te behandelen.
Afteruse Zomer
Afteruse Winter
Wateropvang
Roof: City Belvedere
Surface Box: 900 m2 Total Volume Expo Box: 18.900 m3 Oppervlakte per zijde BOX: 670 m2
Warmtebelasting personen (100w p. persoon) Warmtebelasting verlichting
Floor 7: Labyrinth
54000 W 32800 W
Floor 6: Panorama
Floor 5: Ames Room
Zon straling
30000 W
Totaal
116800 W
Floor 4: Gravitation Rooms
Floor 3: Blobs (binary large object)
Floor 2: Urban Lobby (495 m2 - 2227 m3)
Oppervlak Box Expo: 4200m2 - 540 personen. De interne warmte per vierkante meter in deze ruimte: 572800 / 4200 = 27,80 W / m2. (Natuurlijke ventilatie) VOLUMES | EXPO BOX
Expo situatie
AFTERUSE: Warmtebelasting personen (100w p. persoon) Warmtebelasting verlichting Warmtebelasting apparatuur – computers Warmtebelasting apparatuur – printers Warmtebelasting apparatuur – fotocopieermachines
12000 W 8000 W 5000 W 2000W 1000 W
Zon straling Totaal
10000 W 38000 W
Afteruse Kantoren/ateliers Box: 1200m2 - 120 personen De interne warmte per vierkante meter in deze ruimte: 28000 / 1200 = 31,66 W / m2. (Mechanische ventilatie) Warmtebelasting personen (100w p. persoon) Warmtebelasting verlichting
38800 W 15000 W
Zon straling Totaal Afteruse Stage Box: 2800m2 – 388 personen
8000 W 61800 W
De interne warmte per vierkante meter in deze ruimte: 61800 / 2800 = 22,07 W / m2.
Systeem kelder irt klimaatbeheersing plint/station
63
MATERIALISATION 1:50 sections
4.7
64
DETAILS
EXPO AFTERUSE
FRAGMENT 1:20
AFTERUSE SITUATION
65
DETAIL V1
Aluminium gevelelement gemoffeld vlgs. kleur- en materiaalstaat Draagconstructie voorzetgevel Borstweringssteun vlgs. constructeur Regelwerk Hechthout Aluminium goot Aluminium beplating
SCALE 1:10 66
Hardsteen geschuurd 300x300x40mm 2 laags dakbedekking Drukvaste isolati e op afschot Staalplaatbetonvloer 220mm IPE 240 brandwerend behandeld Draagconstructie plafond Regelwerk plafond Aluminium plafondplaten 600x600mm
Steun tbv aluminium kozijn Isolatie vlgs. berekening Koker 300x300x20mm brandwerend behandeld Convector Installatievloer
Vloerbedekking 10mm op houten ondervloer 22mm Ruimte tbv leidingwerk Akoestische Isolatie zwevende dekvloer Prefab betonnen vloer 1200x3600x200mm Glijoplegging Stalen ligger 130x210x10mm brandwerend behandeld Stelkozijn rooster vzv klemstrip Cocoondoek Ventilatierooster netto doorlaat volgens berekening.
DETAIL V2 (EXPO) SCALE 1:5 67
DETAIL V3 (AFTERUSE) Aluminium gevelelement gemoffeld vlgs. kleur- en materiaalstaat Draagconstructie voorzetgevel Aluminium afwerking sandwichpaneel 1mm op hechthout Isolatie vlgs. berekening Stalen kokerligger 310x600x30mm brandwerend behandeld
Vloerbedekking 10mm Installatievloer 300mm Staalplaatbetonvloer 220mm Isolatie vlgs. berekening IPE 240 brandwerend behandeld Draagconstructie plafond vlgs. constructeur Steengaas Spuitbeton vzv. schilderwerk conform kleur- en materiaalstaat
SCALE 1:5 68
DETAIL V4 (AFTERUSE SITUATION)
Vakwerkligger vlgs. constructeur Staalplaatbetonvloer 210mm Goot op afschot+isolatie op afschot vlgs berekening 2 laags dakbedekking Tegeldragers Hardstenen tegels 300x300x40mm
SCALE 1:10
69
DETAIL H1 (AFTERUSE SITUATION)
SCALE 1:5
70
Aluminium gevelelement gemoffeld vlgs. kleur- en materiaalstaat Dejorooster op hoeklijn met stabiliteitsverband Stalen console Glas HR++ Aluminium kozijn gemoffeld vlgs kleur- en materiaalstaat Stalen kolom 90x130x5mm (betongevuld tbv brandwerendheid) Afwerking vloerrand
walk through
71
Entree plint vanaf het evenementenplein
daklandschap
Labyrinth
Panorama
72
Backbone
Ames Room
slope underneath the panorama
Gravition zone
73
Blob Cells
Urban Lobby
Exit
74
75