MEZENBOL
Sint Jan 2015 1
Engel van mijn levenslot die mijn aardedraden weeft en mijn levensangsten kent ik vraag u Wilt u bij mij zijn, mijn levensangsten troosten mijn levensmoed versterken steeds wanneer ik stappen doe naar een autonome mens
2
Inhoudsopgave Spreuk ….…………………………………………………………………………………………………….
2
Inhoudsopgave ……………………………………………………………………………………………
3
Woord van de redactie ………………………………………………………………………………..
4
Binnenkort is het Sint Jansfeest ……………………………………………………………….…
5
Het Sint Jansfeest oftewel Sint Jan ………………………………………………………………
6
Het geheim achter het Sint Jansfeest ………………………………………………………….
10
Cursus transparanten maken …………………………….........................................
14
Mijn tijd in het Leendert Meeshuis ……………………………………………………………..
16
Overpeinzing bij een afscheid in de Sint Janstijd …………………………………………
19
Woensdag 15 juli in de Tuinzaal …………………………………………………………………..
21
Gedichten ……………………………………………………………………………………………………
22
Eerste huiskamer-concert Eva Mees …………………………………………………………….
24
De vlinder …………………………………………………………………………………………………..
25
Opening afdeling Eva Mees………………………………………………………………………….
26
Goud……………………………………………………………………………………………………………
28
Bron van Zijn ……………………………………………………………………………………………..
31
Concertagenda Eva Mees …………………………………………………………………………….
32
Concertagenda Leendert Meeshuis .……………………..…………………………………….
33
Colofon ……………………………………………………………………………………………………….
34
Spreuk …………………………………………………………………………………………………………
35
Afbeelding voorkant: Sint Janskruid
3
Woord van de redactie Renske van Pomeren en Marianne Visser In de aanloop naar het Sint Jansfeest is het prachtig weer, stralende blauwe luchten en de zon die steeds vroeger opkomt en later ondergaat. Een tijd van groei en bloei en steeds mooier wordende natuur. Naast een inhoudelijk stuk over het ‘goud’ in al zijn facetten, de associatie ‘goud en de zon’ , het zonnegoud is van alle tijden, zijn er in deze Mezenbol verschillende bijdrage over en voor dit zomerfeest. De ene bijdrage kort en krachtig, de andere praktisch en weer een andere meer verdiepend en een die om herlezen en mogelijk wat bezinning vraagt. Deze Sint Janstijd… zomertijd hangt voor ons, dit jaar, samen met melancholie, een stemming van ‘eraan komende’ herinnering. We gaan het nu al missen, terwijl we er middenin zitten. Dit wordt ‘onze’ laatste Mezenbol, we hopen op opvolging, maar daarover is nu nog niets bekend. We wensen iedereen alle goeds voor nu en de toekomst. Het ga u meer dan goed !
4
Binnenkort is het Sint Jansfeest Floor van der Voet
Als we het even gaan hebben over het Sint Jansfeest, dan is dat niet hetzelfde als een zomerfeest. Een zomerfeest is vrolijk met zingen en dansen en heel veel gezelligheid. Maar als we aan Johannes de Doper denken, denken we nu niet bepaald meteen aan zang en dans. Zoals U misschien weet vieren we zijn geboortedag, precies een half jaar eerder dan het Kerstkind. Het heeft dus wel iets met de zomer te maken 24 juni, net na de langste dag. Laten we eens kijken wat er in oude tijden, maar ten dele ook nu nog, rond die tijd aan werkzaamheden verricht wordt. De eerste oogst komt binnen, het hooi ligt op zolder, of in de hooimijt, de zachte, rode vruchten worden of zijn geoogst en heel gauw daarna begint het maaien van de rogge. Wat krijgen we daarmee? Een eerste blik of we ons werk goed gedaan hebben, goed voor aarde en mens, en ten tweede een groot gevoel van dankbaarheid voor de natuur, de aarde en de vele helpende wezens die mogelijk maken dat die oogst er komt. Hoe vaak kijken we niet terug op wat we gedaan hebben en denken 'volgende keer beter' ? Het is een moment van bezinning op onszelf en hoe we in de wereld staan. En nu kijken we nog weer terug naar Johannes zelf, die zichzelf helemaal in dienst stelt van Christus. Die doet wat hij moet doen, zonder iets voor zichzelf te vragen. Die probeert zijn medemensen ervan te overtuigen dat ze moeten veranderen in manier van denken om te kunnen zien Wie er in hun midden is verschenen. Hij moet de trouw aan zijn opdracht met de dood betalen, maar hij blijft trouw. Ook wij leven in een tijd waarin de dingen anders moeten en vaak niet op de goede manier veranderd worden, en ook voor ons geldt, verdiep ons denken en laten we onze opdracht trouw blijven. Dat is de kern van het St. Jansfeest. Bezinning en warmte om te doen wat er van ons gevraagd wordt. Voor ieder mens is dat iets anders, en het vraagt iets van ons om te weten te komen: wat is mijn taak? En daarnaast is er ook tijd voor een zomerfeest in het hoogtepunt van het jaar, een zonnefeest, maar een voor een , en niet van alles door elkaar. Veel kracht en veel plezier.
5
Het Sint Jansfeest oftewel Sint Jan Renske van Pomeren, Edmée Smissaert en Heleen de Weger
Waarom noemen wij het midzomer-zonnewendefeest het Johannesfeest, Sint Jansfeest? Waarin verschilt het Johannesfeest van het midzomer-zonnewendefeest? Op die dag zijn we vaak samen buiten met zang, muziek, eten en drinken, verhalen, en over het vuur springen. Het zijn tradities die uit voorchristelijke tijden stammen. Het hoogzomerfeest was toen het hoogtepunt van het jaar. Gezamenlijk trok men vanuit een onbewust verlangen naar buiten, de heuvels op, om zo dicht mogelijk bij de goden te komen en inspiraties op te doen, maar ook om weer thuis te zijn in een wereld waaruit de mens voortkomt. Een verschil met de huidige Johannesviering kan zijn dat we nu met tegenwoordigheid van geest opgaan in de zomer en bewust vanuit de omgeving ingevingen ontvangen waardoor we tot nieuwe inzichten komen. Het nieuwe is dat we, levend met oude tradities van zang en muziek, eten en drinken, verhalen vertellen, nu wakker zijn om verrijkt met de zomeroogst de juiste weg naar de herfst te vinden. Dit feest, zou je kunnen zeggen, sluit het werkende jaar af, en geeft eenieder de tijd om met grote teugen en een langere tijd van de zon en dus de zomertijd te genieten.
6
De zomertijd is ook een tijd om het oude los te laten en in een nieuwe beweging te komen. Dat doen we vaak letterlijk door in andere nieuwe landen op vakantie te gaan, ontdekkingen te doen en nieuwe ervaringen te ondergaan.
In het voorjaar klimt de zon steeds hoger en trekt ons mee naar buiten. Het is of wij samen met de planten uit de donkere winternacht omhoog gegroeid zijn naar het licht. De sappen stromen, de wortels houden de aarde stevig vast, de bladeren ontplooien zich, de stengel buigt in de wind, en als bekroning gloeit de bloem de zon tegemoet. Als de zon zijn hoogste punt heeft bereikt begint de zomer. Even daarna, op 24 juni vieren we de naamdag van Johannes de Doper. Het Sint Jansfeest is dus iets verschoven t.o.v. het oude natuurfeest van de zomerzonnewende. De zon is al over zijn hoogste punt heen; hij gaat afnemen, eerst bijna onmerkbaar, in de herfst sneller tot het laagste punt bereikt wordt vlak voor Kerstmis. Dat motief van het afnemen vinden we terug in het leven van Johannes de Doper: “Hij moet groeien en ik (Johannes) moet afnemen.” (Johannes 3:30) Van oudsher werd het zomerzonnewendefeest buiten gevierd. Het Sint Jansfeest sluit daarbij aan. Met al onze zintuigen kunnen we waarnemen wat in de natuur leeft: de stevigheid van de aarde onder onze voeten, de beweging van het stromende water, de wind die onze kleurige linten laat wapperen, en tenslotte de dansende vlammen van het Sint Jansvuur. We raken een beetje buiten onszelf van de warmte en het licht en het buiten-zijn. Wat ons houvast geeft is de strakke melodie van een lied, de strenge ritmen en vaste passen van een dans, en de regels van een spel. In de voorbereiding naar het feest toe is er veel mogelijk. Denk aan: * Versieren van het huis met bloemen * Het praten erover: Komt er familie/bezoek van u? Kent u dit feest? * Wat weet je er zelf van? Uitwisseling! * Verhalen vertellen of voorlezen die passen bij deze tijd van het jaar * Zingend oefenen van de Sint Jansliederen of oefenend zingen (hangt af van de mate van kennis / kunde op dit gebied!) * Is er iets te bedenken op het gebied van de kleding?
7
In de nabereiding: De volgende mogelijkheden zijn voorbeelden: * Napraten, nabeleven, eventueel geholpen door foto’s * Is er nog iets ‘over’, qua versiering, bloemen, eten? * Verzorg het en maak er iets leuks van * Zing, neurie nog wat van wat je bijgebleven is * Geef ook ruimte voor misschien wat ‘sloomheid’ zowel bij jezelf als bij bewoners Hier volgen enkele voorbeelden van de manier waarop je vorm kunt geven aan zo’n dag en het feest kunt vieren: * Gezamenlijke picknick * Samen zingen * Iedereen tooit zich met zomerbloemen, of kransen op het hoofd * Gezamenlijke bezigheden vanuit de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur * Volksdansen, waardoor spontane ontmoetingen ontstaan * De “Zevensprong” dansen, voor wie dit nog kan en wil… Vooral bij dit jaarfeest is het spelend en beweeglijk ingaan op gegeven situaties van wezenlijk belang, ook het gevoel van verbondenheid met vele anderen die hetzelfde feest willen vieren. In de beslotenheid van het Leendert Meeshuis en de afdeling Eva Mees in Verpleeghotel Bovenwegen, zijn echter ook andere mogelijkheden te vinden om deze dag te vieren, in dankbaarheid voor alles wat leeft, in verbondenheid met heel de schepping.
8
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Franciscus van Assisi vatte dit eens samen in zijn Zonnelied. Hieruit volgt een gedeelte:
llerhoogste, almachtige goede Heer, U zij de lof, de glorie en de eer en alle zegeningen. Aan U alleen, allerhoogste, komen zij toe, en geen mens is waardig van U te spreken. Geloofd zijt Gij, mijn Heer met al Uw schepselen vooral door grote broeder Zon, die de dag is, en ons door zichzelf verlicht.
voor dit artikel werd onder anderen gebruik gemaakt van de volgende boeken: Schipper mag ik overvaren - Juul van der Stok De jaarfeesten - Emil Bock Jaarfeesten - Rudolf Steiner
9
Het geheim achter het Johannesfeest of Sint Jansfeest Hans Stolp Johannesfeest laat ons de toekomst zien Het (esoterische) christendom kent zeven grote jaarfeesten. Op 24 juni vieren we het laatste van die zeven feesten: het Johannesfeest. Alle zeven worden ze – de een wat meer dan de ander – gekoesterd als tekenen van hoop in een wereld die zo snel lijkt te verloederen. In een kader achteraan dit artikel ziet u, dat de reeks begint met het Michaëlsfeest in de herfst en eindigt met het Johannesfeest in de zomer. Als laatste van de zeven jaarfeesten wijst het Johannesfeest naar de verre, verre toekomst van de mensheid. Het wil ons bewust maken wie – en hoe – wij zullen worden, als we ons leven na leven verder ontwikkeld hebben, Christus achterna. Dat het Johannesfeest nu nog een vrij onbekend feest is, wil in feite alleen maar zeggen dat we onze handen al meer dan vol hebben aan het verwerven van inzicht in de zes grote feesten die eraan voorafgaan. Daardoor lukt het ons nauwelijks om zover vooruit te kijken als nodig is om ons van die grote toekomst bewust te worden. Toch wil ik in dit artikel een poging wagen het Johannesfeest wat dichterbij te brengen. Maar ik waarschuw u nu al: het is stevige kost. Maar als je het begint 'te pakken', is het zo groots! Zo ervaar ik het zelf tenminste. Zeven grote inwijdingen of ontwikkelingsstappen Je zou de zeven jaarfeesten kunnen zien als zeven grote inwijdingen die zowel de mensheid in haar geheel, als de enkele mens (in het verloop van zijn vele levens) zal doormaken. Dat betekent, anders gezegd, dat de jaarfeesten de grote ontwikkelingsstappen tot uitdrukking brengen die de mensheid vanaf de komst van de Christus naar de aarde zal doorlopen.
De doop van Jezus door Johannes de Doper (Giotto di Bondone)
10
Tweeduizend jaar geleden, bij de Doop in de Jordaan, incarneerde de kosmische Christus zich in de mens Jezus van Nazareth. Drie jaar later, toen Jezus Christus stierf op Golgotha, werd de Christus op aarde geboren. De Christus daalde daarbij af in de aarde en werd de geest van de aarde. Ook legde hij zich met Pinksteren als een kiem of een zaad in de harten van de mensen neer. Daarmee begon een heel nieuw ontwikkelingsproces op aarde. De mens was ver weggezakt in de wereld van de materie en was de verbinding met de geestelijke wereld bijna helemaal kwijtgeraakt. Maar nu, dankzij de incarnatie van Christus op (en in) de aarde, werd er een heel nieuwe ontwikkelingsweg mogelijk, die de aarde en de mensheid stap voor stap weer zal verbinden met de geestelijke wereld. De zeven jaarfeesten verbeelden daarbij de zeven stappen op die weg. En van die zeven stappen is het Johannesfeest de laatste. Zo gezien is het duidelijk dat de toekomstige inwijding waar het Johannesfeest op wijst, groots en overweldigend is, het slotstuk van een miljoenen jaren durende ontwikkeling. Moeder aarde ademt in en uit Het Johannesfeest heeft allereerst te maken met het natuurritme. De aarde is een levend wezen en kent een inademing en een uitademing. Die in- en uitademing van de aarde gaat veel trager dan bij een mens: zowel de inademing, als de uitademing duurt een half jaar. Samen nemen zij dus een vol jaar in beslag. Heel het leven op de aarde, en dus ook heel de natuur wordt door dit ritme bepaald: de lente, zomer, herfst en winter worden mogelijk door dit ademritme van moeder aarde. Daarbij hebben de in- en uitademing allebei hun eigen kwaliteit: de uitademing is een manier van de aarde om zichzelf tot uitdrukking te brengen: expressie – een expressie die zelfs leidt tot extatische vreugde. De inademing is daarentegen juist een vorm van concentratie en inkeer. De inademing van moeder aarde De inademing van de aarde begint bij de zomerzonnewende op 21 juni. Direct daarna valt het Johannesfeest op 24 juni. Het Johannesfeest vormt dus de overgang naar dat proces van concentratie en verinnerlijking. De aarde heeft haar wezen (of haar ziel) tot ver in de kosmos uitgeademd en beleeft de kosmische extase die daardoor mogelijk wordt: duizelingwekkend groots zijn de kosmische geheimen die zij nu ervaren mag. Een extase die tot uitdrukking komt in de uitbundigheid van de natuur. Maar nu begint de ziel van de aarde zich weer in de aarde terug te trekken en gaat zij langzaam over tot een bezinning op het eigen wezen. Extase gaat geleidelijk over tot inkeer. Wij mensen nemen - meestal onbewust- deel aan dat proces: ook wij leven in de tijd van het Johannesfeest in een sfeer van uitbundige gerichtheid op de wereld buiten ons: bijvoorbeeld op de natuur en op andere mensen en culturen die we in de zomervakantie bezoeken. Maar vanaf de zomer, vanaf het Johannesfeest, zal langzaam een proces van verinnerlijking en concentratie op gang komen. In het verloop van een half jaar wordt de concentratie steeds sterker en intenser. Dat proces - en daarmee de inademing - duurt tot aan de winterzonnewende op 21 december. Ofwel tot aan het kerstfeest dat direct daarna op 25 december gevierd wordt. De concentratie van de aarde en de mens op het eigen wezen is dan het sterkst. De aarde heeft haar ziel tot diep in de aarde teruggetrokken. En ook de mens leeft in die tijd in een sfeer van inkeer. En wat kan de mens dan beleven met Kerst? De bewustwording van het goddelijke kind dat in ons leeft, ofwel de kracht van de innerlijke Christus. Dat besef leeft
11
in die tijd zo sterk in ons dat we ons met Kerst meer dan ooit vol eerbied bewust kunnen worden van de geboorte van de innerlijke Christus in ons. ln de dagen na Kerst tot aan 6 januari – wanneer Epifanie gevierd wordt: de incarnatie van de Christus in de mens Jezus van Nazareth bij de Doop in de Jordaan – wordt deze opperste concentratie als het ware even vastgehouden. Daarom vallen in die periode ook de twaalf heilige nachten en is de innerlijke verbinding met de geestelijke wereld sterker dan ooit. Velen ervaren juist in die tijd in hun dromen, in hun meditaties en in de plotseling opdoemende beelden de leiding die vanuit die wereld tot ons komt. Direct na Epifanie begint dan de uitademing en wordt de concentratie langzaam losgelaten. De uitademing van moeder aarde Vanaf Epifanie begint moeder aarde dus uit te ademen. De aarde laat de gerichtheid op het eigen diepste wezen langzaam weer los en richt zich op de grote kosmos buiten haar. Daarbij komen stap voor stap de kosmische krachten vrij die de ziel van moeder aarde bij haar inademing heeft meegenomen vanuit kosmische verten. Het zijn deze kosmische krachten die de natuur op moeder aarde nu in staat stellen opnieuw in vruchtbaar leven uit te barsten. Zo kunnen bomen en struiken dankzij dit kosmische geschenk in de lente weer uitlopen en kunnen deze ons in de zomer en de nazomer voedsel en vruchten schenken. Als de uitademing in de tijd van het Johannesfeest voltooid is en de ziel van de aarde in kosmische verten vertoeft, wordt in de midzomernacht de extatische vreugde gevierd die bij het hoogtepunt van de uitademing hoort: met vreugdevuren en dansfeesten. Shakespeare schreef daar al over in zijn komedie A Midsummer Night’s Dream (Een midzomernachtsdroom). Het nachtelijke feest had plaats in het bos: het bos is een symbool van wildheid, van extase en van een ongeremde seksualiteit, wat zowel bevrijdend als angstaanjagend kan zijn. Het is de extase van het hoogtepunt van de uitademing van moeder aarde die op die manier ook door de mens wordt beleefd.
Johannes de Doper (Leonardo da Vinci)
12
Het mysterie van Johannes de Doper We zien dus dat het Johannesfeest verbonden is met extase en daarmee met het beleven van de grote kosmische geheimen die in de sterrenwereld besloten liggen. Daarmee raken we aan het tweede mysterie van het Johannesfeest. Want aan wie is dit feest eigenlijk gewijd? En wiens naam draagt dit feest? Dat is Johannes de Doper. Hij, die door Jezus Christus de grootste der mensen wordt genoemd. Maar waarom wordt hij zo genoemd? Omdat hij alle krachten in zich heeft opgenomen die het aardse leven de mens in die tijd maar schenken kon. Hij was een incarnatie van de grote profeet Elia, en bovendien de groepsziel van Israël. Daarom paste zijn geestelijke wezen nauwelijks in zijn fysieke lichaam en zweefde zijn astrale lichaam, zoals zieners konden waarnemen, voor een groot deel buiten zijn lichaam. Waarachtig dus een groot mens in wie alle wijsheid van de groep (en dus van de groepsziel) leefde! Omdat hij voor een deel buiten zijn lichaam leefde, kon hij ook gemakkelijk uittreden en kon hij met zijn ziel tot in kosmische verten reiken. Extase was zijn wezen, net zoals de aarde bij de zomerzonnewende. Maar nu de Christus naar de aarde was afgedaald en de geest van de aarde was geworden en zich als kiem had gelegd in de harten van de mensen, nu moest de mens niet langer naar kosmische verten reiken om met de goddelijke wereld verbonden te worden. Nu moest de mens integendeel leren om in te keren in zichzelf, om daar, van binnen, de Christusgeest te ontdekken en tot leven te wekken. Een nieuwe wereld begint…
De zeven christelijke jaarfeesten: Het Michaëlfeest Kerstmis Epifanie Pasen Hemelvaart Pinksteren Johannesfeest
op 29 september op 25 december op 6 januari op de 1e zondag na de eerste volle maan in de lente 40 dagen na Pasen 50 dagen na Pasen 24 juni
met toestemming overgenomen uit het tijdschrift Verwachting, nr. 75, juni - augustus 2015
13
Cursus transparanten maken in het Leendert Meeshuis o.l.v. Mabel Slangen In aansluiting op de viering van de jaarfeesten zijn in alle woonkamers van het Leendert Meeshuis ieder najaar weer prachtige transparanten te zien in de speciaal daarvoor gemaakte lichtkasten. Transparanten zijn voorstellingen bestaande uit meerdere lagen gekleurd zijdevloei- of vliegerpapier die hangend voor het raam – of in een lichtkast – doorlicht worden. De voorstellingen worden gevormd door meerdere lagen papier over elkaar heen te plaatsen waaruit gedeeltelijk vormen weggesneden zijn, of door het toevoegen van verschillend gevormde kleurlagen over elkaar, waarmee meerdere kleurvariaties ontstaan die diepte en ruimte suggereren en een prachtig sfeerbeeld opleveren. Als bijdrage aan de viering van de lichtfeesten door de ‘donkere helft’ van het jaar, zijn er passende voorstellingen gezocht die zich bij uitstek lenen om als transparant het licht zodanig te laten doorschijnen, dat het beeld direct tot ons innerlijk spreekt… Juul van der Stok verzamelde jarenlang originele patronen en voorbeelden van transparanten en gaf cursussen door het hele land. In het najaar van 2013 gaf Juul haar laatste cursus transparanten maken in het Leendert Meeshuis. Dat was een mooie gelegenheid voor veel medewerkers en andere geïnteresseerden om deze bijzondere papierkunst te leren kennen en eigen transparanten te maken voor de jaarfeesten. Sommige van de in deze cursus gemaakte werkstukken maken nu deel uit van de collectie van het Leendert Meeshuis.
Zelf aan de slag In navolging van Juul van der Stok biedt Mabel Slangen dit najaar opnieuw de gelegenheid om zelf transparanten te leren maken in een cursus Transparanten maken voor zes jaarfeesten: Michaël, Sint Maarten, Sint Nicolaas, Kerstmis, Driekoningen, en de Vierde Koning. Voorbeelden van deze transparanten in de collectie van het Leendert Meeshuis, zijn mede van haar hand. De oorspronkelijke ontwerpen voor deze zes transparanten komen uit het boek dat Juul en Mabel vorig jaar samen schreven: Transparanten doorlicht – Jaarfeesten en seizoenen in kleurrijke beelden.
14
U bent van harte welkom in deze cursus transparanten maken. De cursus start op zaterdag 5 september. Kom zelf beleven hoe licht door gekleurd papier, voorstellingen in verschijning brengt; doorlichte beelden waar je steeds weer graag naar kijkt!
Voor meer informatie en aanmelden bezoekt u mijn transparantenwebsite: www.transparant-art.nl Graag tot ziens & zonnige groet van Mabel Slangen
15
Mijn tijd in het Leendert Meeshuis – 1 februari 1998 tot 1 september 2015 Marianne Visser Zeventien en een half jaar lief en leed gedeeld in het Leendert Meeshuis. Dat is wat ik nu voel bij het terugkijken, nu ik met pensioen ga. In augustus 1997 hoorde ik op het schoolplein van één van de aanwezige ouders dat er een initiatief was voor een antroposofisch verpleeghuis. Het schoot als een flits door mij heen: daar wil ik werken! En zie, het is zeventien en een half jaar geworden! Op dat moment, in augustus 1997, werkte ik in een regulier verpleeghuis in Hilversum. Het was daar goed, ik werkte in een fijn team. Het enige wat ik miste was de uitwisseling met het antroposofische gedachtengoed in het behandelen en ondersteunen van bewoners. In de afgelopen jaren heb ik dat ruimschoots mogen ervaren. Het allermooiste en het allerfijnste heb ik dat ervaren in de afstemming van het multidisciplinair werken met de arts, verpleging en het therapeutenteam: fysiotherapie, euritmietherapie, muziektherapie en de kunstzinnige therapie. Met al deze therapieën wordt de hele mens aangesproken. De Fysiotherapie via de lichamelijkheid, baden, inwrijvingen en het praktische bewegen. De Euritmie die daar, in de lichamelijkheid het onbewuste bewust maakt en ons dat laat voelen. De kunstzinnige therapie die met het vormtekenen werkt op de bewegingsmens. De kleurenwereld die de ziel raakt, deze laat ademen. De muziektherapie die elke snaar in ons kan aanraken en laten klinken, waardoor we weer gehoord en gezien worden en innerlijk bewegen. In die samenwerking en afstemming met mijn fijne collega-therapeuten heb ik wondermooie ervaringen gehad.
De kunstzinnige therapie die met het vormtekenen werkt op de bewegingsmens
16
Dit stemt tot grote dankbaarheid. Ik hoop dan ook van harte dat het bewustzijn van de verborgen krachten die in deze therapieën liggen, maken dat zij een centrale plaats behouden in het behandelplan van het Leendert Meeshuis. Al deze therapieën kunnen alleen goed werken in een inbedding van alle andere belangrijke medewerkers, zoals de facilitaire dienst, cultuur en welzijn, secretariaat en verpleging, familie en vrijwilligers. De hele Leendert Meeshuisgemeenschap! Ja, en nu voor mij het laatste Sint Jansnummer van de Mezenbol waar ik in schrijf als lid van de redactie. Midden in de wintertijd, februari 1998, ben ik in het Leendert Meeshuis komen werken. De tijd dat de natuur stil en ingekeerd is. Nu, het afscheid, in het midden van de zomer waarin de natuur ons van alle kanten toeroept: “Zingt, Zingt het is zomer!” ervaar ik in wat voor een mooie omgeving we met elkaar mogen vertoeven. Het Berg en Bosch terrein met zoveel mooie bijzondere plekjes! Met mijn vertrek uit de redactie verdwijnt er ook een stukje geschiedenis. Ik heb niet alle jaren in de redactie gezeten, maar wel vele jaren. Ik zal u daar wat over vertellen: De Mezenbol is ontstaan uit een contact tussen een bewoonster en een medewerker van de receptie. In rustige uren hadden zij diepgaande gesprekken over de antroposofie. Het idee ontstond om dat te delen met mensen in het Leendert Meeshuis. Dit was het begin van de Mezenbol. Dubbel geniete A4tjes met daarin opgeschreven de gesprekken. Alles zelf gemaakt. Het idee ontstond om dit boekje te gebruiken om meer over de achtergronden van de jaarfeesten te vertellen, weer een A4tje erbij! Daarna volgde het idee om meer over het wel en wee van het Leendert Meeshuis te schrijven, weer een A4tje erbij. Toen werd het teveel werk voor de receptionist. Chris Keller werd als vrijwilliger gevraagd mee te helpen. Chris heeft vele jaren geknipt, geplakt en gekopieerd. Hij kreeg hulp van Jeanne Vroman, Femma de Ruiter, Marianne Visser en vele anderen. Er kwam dus een echte redactie met redactievergaderingen etc. De Mezenbol veranderde van uiterlijk. Het werd een groter formaat en het werd digitaal naar een drukker opgestuurd. Dat was elke keer weer spannend of het hele bestand goed overkwam. Het knippen en plakken werd nu door de computer gedaan. En met de komst van Renske van Pomeren in de redactie kreeg de Mezenbol kleur! Renske zocht mooie afbeeldingen die in kleur op het buitenste vel werden afgedrukt. Nu zijn de maandelijkse Mezenbol-uitgaven veranderd in alleen een uitgave van de Mezenbol bij de vier grote jaarfeesten. Het Mezennieuws vertelt nu wekelijks over het wel en wee in ons huis. Veel medewerkers hebben zich voor de Mezenbol ingezet. Maar ook vaak moesten we nog achter kopij aan! Familie, bewoners en Leen onze tuinman, velen schonken hun bijdrage aan de Mezenbol. Zoals in dit nummer de gedichten van Louise Wattien. Ja, als je al die nummers van de afgelopen jaren zou doorlezen, dan besef je dat er hiermee al veel Leendert Meeshuis-geschiedenis is geschreven. Heel prachtig! Ik ben blij dat ik ook hieraan mijn bijdrage heb mogen leveren. Het heeft mij verrijkt. Wel ben ik benieuwd hoe de Mezenbol verder gaat. Met wat ik hierboven heb geschreven, zie ik twee stromen in mijn Leendert Meeshuis gemeenschaps-werkleven. De ene stroom die zich met het inhoudelijke via jaarfeesten, Mezenbol en het uiterlijk van het Leendert Meeshuis heeft ontwikkeld. De andere stroom in mijn vak als kunstzinnig therapeut beeldend. Het inhoudelijk verdiepen in wat beweegt de mens en waar kan ik hulp en steun bieden.
17
Maar uiteindelijk draait het in alles om hoe we met elkaar leven en werken. Het gebeurt tussen ons in de ontmoeting in het werk. De dichteres Jacqueline E. Van der Waals heeft het zo mooi verwoord in het volgende gedicht:
Heb mij lief, zoals ik ben (Jacqueline van der Waals, 1868 - 1922) Ik zou tot al mijn vrienden willen gaan, Ook wel tot hen, die niet mijn vrienden zijn, En vragen: Heb mij lief, gelijk ik ben En stel aan mij geen eisen. Zie, ik kan Niet onderhoudend praten, niet gevat Of geestig zijn, en niet vertrouwelijk Vertellen van mij zelf of van mijn ziel... Wat zouden we ons vermoeien voor elkaar? Laat mij maar zwijgend naast u zitten, stil Verdiept in eigen werk, eigen gedachten. Of, als je praten wilt, spreek dan tot mij. Ik zal wel luisteren, als je vriendelijk Met lichten praat mij onderhouden wilt, Wel lachen om de grappen, die je zegt, Wel ernstig kijken, als je hoog, of diep, Of ijdel praat van al te diepe dingen... Maar, als ik dan zo zwijgend zit, en luister Naar jouw gesprek, of naar het klokgetik, Of 'k laat de stilte ruisen om ons heen, Die ruist zo prettig, als de mensen zwijgen, Als 'k mij dan blij in uw nabijheid voel, Dan zou ik willen vragen, en de stilte, Of ons gesprek, verbreken met mijn vraag: 'Zeg, ben je ook blij, dat ik naast u zit?' Zeg je dan 'Ja', dan zei ik zacht: 'Ik ook'... En dat was alles, wat ik weten wou En al, wat jij van mij behoeft te weten.
18
Overpeinzing bij een afscheid in de Sint Janstijd Heleen de Weger Afscheid nemen van dingen, plaatsen, omstandigheden, fases in het leven, en van mensen, doen we vaak. Eigenlijk al vanaf het moment dat we geboren worden – afscheid van de warme, omhullende moederbuik. Afscheid van, zo mogen we aannemen, de vertrouwde en omhullende wereld van de geest waaruit we kwamen en waarnaar we na onze dood terugkeren. Omgekeerde geboorte. Maar daar weten we – niet meer of nog niet – niet zoveel van. Van afscheid nemen wel, zeker in het Leendert Meeshuis. We namen en nemen hier met grote regelmaat – en zeker ook weer de afgelopen maanden – afscheid van situaties, omstandigheden en mensen. Heel vaak doet dat ook pijn. Meestal praten we daar verder niet zo over. Maar nu er in deze zomer twee medewerkers vertrekken die bij uitstek een stukje identiteit van ons huis vertegenwoordigen wil ik er hier graag even bij stilstaan. Want het doet me – ook – pijn dat we afscheid moeten gaan nemen van iemand die er 17 jaar lang met hoofd en hart en handen aan meegewerkt heeft dat het antroposofisch therapeutische klimaat hier in huis gestalte kreeg. Eén van diegenen hier, voor wie het zó vanzelfsprekend is dat we als mens niet ons lichaam zíjn maar een lichaam hèbben. Iemand die ons, in allerlei settingen en op haar heel eigen manier, steeds weer wijst op de vèrstrekkende consequenties die dat heeft voor het dagelijkse doen en laten. Iemand die uit jarenlange ervaring weet hoe kleuren en vormen inwerken op de in zijn lichaam levende mens, en hoe enorm belangrijk dat is. Zodat ze stáát voor de helende werking van het bezig zijn daarmee. Iemand die iedereen in het Leendert Meeshuis dat helende met hart en ziel toewenst. Iemand die niet meer te tellen zo veel mensen innerlijk in heilzame beweging heeft gebracht door bijv. met ze te tekenen of juist ‘nat-in-nat’ te schilderen vanuit de kracht van de kleuren. Iemand die steeds maar weer schilderijen in de gangen en in de Tuinzaal ophangt die uitnodigen om er even bij stil te staan. Om even kleuren en vormen in je op te nemen, en even door de ogen van de schilder te kijken naar wat er in deze tijd van het jaar speelt. Het doet me pijn dat jij weggaat, Marianne Visser… En wat doet het me pijn om afscheid te moeten nemen van iemand die als Haarlemmer olie ‘alles en iedereen’ in huis lijkt waar te nemen. En die het, uit het diepst van haar grote en wijze hart, iedereen gunt om gezien te worden als een uniek mens die warmte en aandacht verdient en nodig heeft – ongeacht of het gaat om een bewoner die al dicht(er) bij de drempel naar de dood aan het ‘voeten vegen’ is, of om een medewerker of een vrijwilliger die nog volledig ‘goed ter been’ op welke manier dan ook voor die bewoner in de weer is. Iemand die het leven en het samen mens zijn wil vieren, tijdens de jaarfeesten en in de dagelijkse ochtendkring. Die daar lichaam, ziel en geest bij betrekt. Die zorgt dat de praktische organisatie dan tot in de kleinste dingen geregeld wordt. Ten behoeve van de hele gemeenschap. Iemand die iedereen in z’n waarde kan laten, altijd met een open oog voor de kracht van iedere enkeling. En die met haar enthousiasme, haar altijd borrelende ideeën, haar inzicht en – vooral – haar er steeds maar weer van overtuigd zijn dat de engelen en de gestorvenen samenwerken met ons als wij daar maar voor openstaan, zo’n geweldig inspirerend voorbeeld voor me is. Wat zal ik je missen, Renske van Pomeren…
19
En toch, door jullie vertrek, Marianne en Renske, realiseer ik me ook weer heel intens, dat afscheid niet los te zien is van geboorte. Geboorte van iets nieuws, van nieuwe vormen van leven. Voor jullie beiden sowieso, er breekt in jullie leven een nieuwe, nog niet gekende fase aan. Maar ook voor ons, ‘achterblijvers’ in het Leendert Meeshuis in Bilthoven en in Zeist. Het is nu echt aan ons om de geestkracht en de geestdrift die de laatste jaren voor een groot deel ook dankzij jullie een plek kregen in ons huis, te behoeden en er nieuwe vormen voor geboren te laten worden. Met elkaar, met nieuwe mensen, met de kracht van iedere enkeling. Afscheid doet pijn. Geboorte ook. Ik zal jullie daadwerkelijke dagelijkse inbreng in het ‘klimaat’ in ons huis ontzettend missen. Maar ik probeer me gelijktijdig te richten op wat er daardoor geboren kan, wil, gaat worden. Want datgene waarvoor jullie staan en wat jullie hebben uitgedragen gaat verder, gaat door – dat laat zich niet ophouden, hooguit een tijd lang omleiden. In die zin past jullie afscheid misschien ook wel juist in de Sint Janstijd. Het gewordene, de bestaande vorm neemt af, maar het wordende, de helende geest dient te groeien! En in die geest blijven jullie verbonden met ons door de vele zaadjes die ook jullie zichtbaar en onzichtbaar in de afgelopen jaren in het Leendert Meeshuis hebben geplant. Aan ons om die zaadjes en kiemen goed te blijven verzorgen – zodat ze ook binnen nieuwe vormen vrucht gaan dragen op een manier die past bij het wezen van het Leendert Meeshuis! Ik wens ons in het Leendert Meeshuis van harte dat het nieuwe dat gaat komen, de Michaelische idealen die jullie ons voorleefden, waardig zal blijken. Dat verdient het Leendert Meeshuis, en dat verdienen jullie, Marianne en Renske! Daarom als Cultuur & Welzijn collega voor jullie een hartelijkst DANK JE WEL, en heb het stralend goed in jullie ‘nieuwe leven’!
Jan de Kok
20
Op woensdag 15 juli is er een gezellige middag in Franse stijl in de
Tuinzaal Een troubadour, genaamd Edouard van de Velde komt gitaar spelen en zingen. Onder het genot van een hapje en een sapje brengt hij ons in vakantiestemming; je ruikt de lavendel! U kunt genieten van: du vin, du pain et du boursin. Kortom, alle ingredienten om even ‘La Douce France’ te ervaren.
Vous êtes le bienvenue, u bent van harte welkom! Het optreden is van 15.30 tot 16.30 uur Nà dit optreden is er gelegenheid om afscheid te nemen van Marianne en Renske. Zij zijn er tot ongeveer 17.30 uur. Belangstellende medewerkers en vrijwilligers, bewoners en familie zijn ook hiervoor van harte uitgenodigd.
21
Gedichten Louisa Wattien Soms zijn mijn gedachten als vogels, die vliegen van tak tot tak; ik ben dan moeilijk te volgen, zegt menmaar ik zoek MEDEPELGRIMS geen volgelingen.
De vogels in de dakgoot onder mijn raam spelen (in ruil voor brood) natuurgetrouw het spel “struggle for life”. Wij mensen spelen het nauwelijks beter…
22
Clown Als een kleurige mantel draag jij je grapjas erbij met je dwaze gebaren maak jij kind en volwassene blij; totdat (na de show) plotsklaps die mantel verdwijnt en jij van verdriet in je hemd staat en door bitterheid in de kou… Waar blijft – na de show – toch die kleurige mantel van jou?
Oktobermorgen De zon vertoont vanochtend een haast meisjesachtige schroom (wel komisch voor een persoon van haar leeftijd) zich te ontdoen van haar nachtgewaad van ochtendnevel (of is het luiheid?) Vogels, begeleid door de klaaglijke toon van een misthoorn, roepen haar tot de orde van de dag die aanbreekt: stralende zonneschijn!
23
Eerste huiskamerconcert afdeling Eva Mees Ria van Gerven
Eindelijk was het 19 april dan zover, en aan mij de eer om toen gastvrouw te zijn bij het openingsconcert op de afdeling Eva Mees, afdeling van het Leendert Meeshuis in Verpleeghotel Bovenwegen in Zeist. Daar was heel veel werk en organisatie aan voorafgegaan. Woensdag 15 april, op de dag van de verhuizing, ben ik naar Bovenwegen gegaan. Wat ik daar aantrof, is de reden waarom ik eerst, via Renske van Pomeren, ook op deze zondag hier weer aanwezig, mijn bewondering wil uitspreken naar de medewerkers van het Leendert Meeshuis, voor de wijze waarop ze zo liefdevol en zorgzaam de bewoners tijdens de verhuizing hebben begeleid, geweldig! Ondanks de drukte heerste er een goede sfeer op die dag. Hiernaast wil ik ook Nina Ritsma, de coördinator van de concerten, bedanken. Tijdens een bijeenkomst hoorde zij dat de Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis besloten had om garant te staan voor een overgangsfase van drie jaar. Tijdens de komende drie jaar wil de Stichting, naast de concerten in het Leendert Meeshuis ook de concerten voor de afdeling Eva Mees financieren. Tevens heeft de Stichting een nieuwe piano gekocht voor de afdeling Eva Mees. Dat bericht gaf Nina zo veel energie dat ze binnen de kortste keren voor 9 zondagen in Bovenwegen musici had besproken! Het is heel fijn dat dit allemaal kan, dankzij de Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis en haar donateurs. Toeval is dat ik gastvrouw ben, maar ook bestuurslid van deze Stichting, en ik ben heel erg blij te kunnen melden dat we een aantal zeer trouwe donateurs hebben. Maar het zou fantastisch zijn wanneer we nog meer aanmeldingen van nieuwe vrienden zouden mogen ontvangen voor onze Stichting. Naast donaties krijgen we soms een legaat en dat alles bij elkaar biedt ons de mogelijkheid om het Leendert Meeshuis te kunnen ondersteunen met de aanschaf van identiteitgebonden zaken, die van overheidswege niet worden vergoed. Restte mij eenieder daar aanwezig, na dit hele verhaal, nog een heel fijn concert toe te wensen! En dat wens ik ook voor de komende jaren voor afdeling Eva Mees toe!
24
De vlinder Eva Mees In het verre Ierland leefde eens een arm meisje. Zij had geen ouders meer en woonde alleen in een klein huisje aan de rand van een groot bos. Zij had het huisje zelf gebouwd uit takken en stro en verder bezat zij niets, behalve een geheim dat niemand kende: in haar hart woonde een vlinder! Hij was zo wit als sneeuw en had parelmoerkleurige ogen op zijn tere vleugels. Overdag sliep hij in het hart van het arme meisje, maar als zij begon te slapen kwam hij tevoorschijn. Dan sloot zij haar ogen en opende haar mond zich tot een klein spleetje, waardoor de vlinder kroop als door een deurtje. Daarop ontvouwde hij zijn vleugels en vloog over velden en wouden, tot hij de volgende ochtend, beladen met nectar, terugkeerde. Door de mond van het meisje verdween hij dan weer in haar hart-kamertje en het meisje werd weer wakker, blij en uitgerust. Zij wist niet, dat de vlinder in haar woonde, maar zij voelde zich nooit echt eenzaam en alleen. Op een avond vloog de witte vlinder weer eens uit en het meisje lag vredig slapend in har bedje. Toen kwamen wilde ruiters langs het huisje, zagen het meisje en roofden haar. Zij namen haar mee op een van de paarden, maar zij werd niet wakker. Zij brachten haar bij de jonge koning, die haar meteen om haar schoonheid bewonderde en om het heldere licht dat van haar uitging. Maar wat men ook met haar deed, zij bleef slapen. De koningszoon vond haar zo lief, dat hij alles wilde doen om haar tot zijn vrouw te winnen. Hij kuste haar en vertelde haar verhalen, de zangers zongen hun liederen, de hofdames kleedden haar in mooie gewaden, maar het meisje sliep en wilde niet wakker worden. Uit liefde en leed liet de koning een wieg van bloemen voor haar maken, midden in zijn tuin. Daar lag zij tussen rozen en lelies, seringen en zonnebloemen onder het gezang van de vele vogels en het spel van de springfontein. Dag en nacht waakte de koningszoon bij haar, tot hij op een dag , moe van het lange waken, in slaap viel. Op dat moment hoorde hij nog net een zacht geruis van vleugels en lucht en droomde hij reeds van een sneeuwwitte vlinder. Deze kwam uit de mond van het mooie meisje te voorschijn, dat in een klein hutje aan de rand van het bos lag te slapen. De vlinder ontvouwde zijn witte vleugels en vloog naar het bos. Daar haalde hij nectar van wilde bloemen en danste in een groene wei om vergeet-mijnietjes en blauwe klokjes. Toen vloog hij terug naar de bosrand tot aan het kleine huisje van takken en stro. Hij vloog naar binnen alsof hij iets zocht, maar het meisje was verdwenen. Toen fladderde hij opgewonden heen en weer en dan weer naar buiten. Hij vloog hoog in de lucht, tot bijna bij de zon, waar nog vele andere vlinders dartelden, die hem van alles leken te vertellen. Na enige tijd daalde de witte vlinder weer af en kwam hij op de eerste zonnestralen naar beneden. Hij zweefde over vele wegen, over dalen en bergen tot hij bij de tuin van onze koning kwam. Vreugdevol ontdekte hij het arme meisje dat tussen de bloemen lag te slapen en snel glipte hij door haar open mondje naar binnen tot in haar hart. Toen ontwaakte de koningszoon uit zijn droom en ook het mooie meisje werd wakker na een lange slaap, met een vreugdekreet. Zij keek verwonderd naar de prachtige omgeving, die zo anders was dan haar hutje. De jonge koning nam haar in zijn armen en toen hij haar zijn droom vertelde, kwamen uit alle bloemen en zonnestralen duizenden vlinders tevoorschijn en vierden samen met hen het feest van hun liefde. De witte vlinder in het hart van het meisje sliep een diepe, welverdiende slaap na zijn lange reis. Hij droomde van een koning en een koningin.
uit: Zeven sprookjes van Eva Mees-Christeller
25
Opening afdeling Eva Mees Heleen de Weger “U zult zich wellicht afvragen: wat moet ik met een stukje gekleurde bijenwas..?! Wel, dat stukje natuurlijke, harde bijenwas gaan we warm maken, zodat het zacht wordt, en een andere vorm kan krijgen. Een proces dat te maken heeft met de invloed van warmte op materie. Dat proces kan ons er aan herinneren hoe wij mensen van nature het vermogen hebben om door middel van onze hartewarmte innerlijke dingen die hard zijn, te verzachten, en een nieuwe vorm te geven. En dat heeft alles te maken met wat we willen bij Antroz en dus ook op de Eva Mees afdeling. U zult straks zien wat we gaan doen met die zacht geworden bijenwas. Voor nu hoeft u ze dus alleen maar te verwarmen in uw hand! ‘Don’t say no, just say: oh…’ zoals de echtgenoot van Eva Mees placht te zeggen. In de uitnodiging voor deze opening kon u lezen dat Zeist een dimensie in de verpleeghuiszorg rijker is. Welke dimensie dat kan zijn laat zich misschien vermoeden wanneer we bedenken dat in de visie van Antroz voorop staat dat wij mensen, komend uit een voor - geboortelijke geestelijke wereld waarnaar we na onze dood ook weer terugkeren, niet ons lichaam ZIJN maar ons lichaam HEBBEN. Of zoals de Franse filosoof Teilhard de Chardin het zei: Wij zijn geen menselijke wezens die een spirituele ervaring hebben, we zijn spirituele wezens die een menselijke ervaring hebben’. Dat impliceert, ook wanneer we in een verpleeghuis moeten gaan wonen, dat wijzelf méér zijn dan ons lichaam. Èn het impliceert dat wij dus voor ons welbevinden en onze ontwikkeling niet alleen in sterke mate van ons lichaam afhankelijk zijn maar ook van invloeden die niet direct waarneembaar zijn met de lichaam gebonden zintuigen. Innerlijk waarneembare invloeden. Zoals hartewarmte. Aandacht. Respect. En schoonheid. En waarheid. En dát wederom heeft een hele serie consequenties voor de manier waarop we dagelijks willen zorgen voor wat wèl met de zintuigen waar te nemen is: de aarde, ons lichaam, ons voedsel, onze omgeving, de kleuren, vormen en materialen waarmee we ons willen omringen en die allemaal op een bepaalde manier op ons inwerken. Een vorm die dat pendelen tussen innerlijk en uiterlijk mooi weergeeft is de lemniscaatvorm. Een doorgaande beweging. Als je daar doorheen loopt kom je telkens weer door zo’n benauwd overgangspunt, een omstulpingspunt misschien ook wel. En als je er in mee wandelt zie je hoe de beweging wisselt tussen binnen en buiten. Zo’n beweging zie je ook in het jaarverloop, en in processen in de natuur. Maar ook wij mensen kennen dat: we ademen in en uit, we waken, en slapen, we luisteren, en spreken. We sterven, en leven, letterlijk en ook figuurlijk. Het is in dit verband boeiend om je af te vragen: wat doet de Eva Mees afdeling nu – ze heeft zich naar buiten bewogen, Bilthoven uit. De bewoners en hun familie en medewerkers / vrijwilligers worden geconfronteerd met een nieuwe uiterlijke omgeving, met nieuwe mogelijkheden. Tegelijk merken we dat dat ook een versterkt naar binnen bewegen vraagt, een bezinnen op identiteit, wat willen we, hoe willen we dat , en hoe kunnen we dat híer ?
26
Want ook hier is het zaak om die verrijkende dimensie, waar te maken: verpleeghuiszorg bieden vanuit de visie dat het weliswaar zo kan zijn dat de geestelijke kern van de mens op aarde in een beschadigde behuizing zijn weg moet zoeken, maar dat ook door dìe weerstanden ervaringen opgedaan worden die waardevol kunnen zijn, omdat ze ons helpen in onze ontwikkeling naar steeds meer Mens-zijn. Innerlijke ervaringen die we meenemen naar ons thuisland, de wereld van de geest. Dat is, voor iedereen, een kwestie van voortdurend oefenen. Dat proces willen we voor onze bewoners zo goed mogelijk begeleiden, met kunstzinnige en uitwendige therapieën, met kunstuitingen, met muziek, met vakkundige en warmhartige zorg en liefst ook met flink wat humor. Dat lukt alleen als we daar met z’n állen, en ieder met z’n eigen kleur, en met z’n eigen kracht, continu een heldere vorm aan willen geven. Zodat wat innerlijk verhard is, zachter kan worden, en kan bijdragen aan de doorgaande ontwikkeling. Zoals de bijenwas in uw hand.
Ooit hoorde ik iemand het beeld gebruiken van de mens als engel met één vleugel – die om te kunnen vliegen een ander nodig heeft.Nou, van vliegen is echt geen sprake meer als je als mens in een verpleeghuis moet gaan wonen. -Voor de medewerkers ligt dat wat anders, die vliegen vaak van de één naar de anderMaar als bewoner heb je de ander nodig voor zelfs de simpelste dingen. Toch, als het waar is -en daar mogen we van uitgaan- dat je als mens een lichaam hèbt, méér bent dan dat lichaam, dan kunnen we elkaar als engel met één vleugel, wel zeker in beweging brengen, op een andere laag van ons mens zijn dan de puur lichamelijke. Een lichtere laag. Daarbij maakt het niet uit of je bewoner of bezoeker of medewerker bent. Dan kan het gebeuren dat we samen toch even vlíegen – alle dagelijkse lichamelijke zwaarte samen even ontstijgen. Het licht tegemoet.Dan is het alsof er een wind waait waar ieder vanuit z’n eigen kleur aan bijdraagt. Een wind, of een briesje, die beweging brengt waar verstarring dreigt. Die kleur kan brengen in wat grauw en donker was. Dat, gepaard met warmte die zacht maakt wat hard is, is wat we met z’n allen dagelijks willen oefenen, op de Eva Mees afdeling, en van daaruit, als we daar met elkaar onze plek een beetje gevonden hebben, ook samen met alle mensen in Bovenwegen. Om ons daar steeds weer stilletjes aan te herinneren en toe op te roepen, krijgt de Eva Meesafdeling twee symbolische geschenken. Het ene is een lemniscaat van vandaag door ons allemaal verwarmde en zacht gemaakte, kleurige bijenwas. Het andere bestaat uit de kleuren van de regenboog - in de vorm van vleugels. Dan komt de vraag in me op: door welke wind gaan we ze in beweging brengen op de afdeling Eva Mees?! Is dat een Pinkster-wind, door iedereen te verstaan, vol geestdrift, bezinning en warm enthousiasme..?! Ik hoop het!”
27
Goud Paul Schmitz In het dagelijks leven ontmoeten we goud op plaatsen van betekenis. Dat geldt voor sieraden, de trouwring, het gouden jubileumhorloge, maar vooral ook in het spirituele leven. In het leven van Christus ontmoeten we het bijvoorbeeld in de afbeelding van de geboorte van Jezus in het Isenheimer Altar van Mathias Grünewald waar in een gouden vloed de engelen en hemelscharen afdalen naar het pasgeboren kind. Enige dagen later schenkt de eerste koning het kind goud en veel, veel later is de gouden kelk in de communie de schaal voor het bloed van Christus. Ook in vele andere religies neemt het goud een centrale plaats in. In de schilderkunst vindt goud zijn toepassing in de iconen waar het de achtergrond is waarop het geschilderde aangebracht wordt. Toch is het goud ook de basis van alle handel geworden, vroeger nog als gouden munten, maar nu als de staven die het geld borgen. Wanneer we goud op ons in laten werken valt direct de warme, lichte glans op. Zoek ik in mijn lichaam naar een plaats die met deze glans mee resoneert dan kan dat haast niet een andere plek als mijn hart zijn. Wanneer we goud oppakken valt op dat het zwaar is, het is bijna 10 keer zo zwaar als water en bij het bewerken blijkt dat we van een heel klein staafje een groot dun blad kunnen kloppen zonder dat het scheurt. Het is zelfs mogelijk van 1 gram goud een draad te trekken van 2 kilometer lang. Bladgoud is zo dun dat je er doorheen kunt kijken. Daardoor worden drie kleuren zichtbaar; de goudkleur zelf, wanneer we het licht erop laten spiegelen, een groenblauw wanneer we erdoorheen kijken en een heel bijzonder rood wanneer we vervolgens onze ogen sluiten en het nabeeld zien. Goud is een edel metaal, het weerstaat alle aanvallen van onze natuur die het probeert op te lossen te of laten roesten. Roesten doet goud helemaal niet en met de grootste moeite lukt het om goud op te lossen met een combinatie van twee sterke zuren (zoutzuur en salpeterzuur), het koningswater. Goud wordt, altijd vergezeld van enig zilver, gewonnen in grofweg twee samenhangen: in de oudste gebergten met kiezel (kwarts), ijzer en zwavel (pyriet), in jongere gesteenten in samenhang met (meer) zilver, koper, stibium en kwik. Wat voor alle metalen geldt is in hoge mate ook het geval bij het goud, het komt in sterk verdunde vorm in de hele aardkorst voor. In graniet is het gehalte met 1 gram per ton steen het hoogst, in de oceaan vinden we 1/10 gram goud per 1000 liter water en in de rest van het land nog eens 100 maal minder (1:10-9). Goud is ook een eerlijk metaal (goudeerlijk!), het is in alle werelddelen als erts te winnen (geweest). In het oude Egypte, maar ook bij de Azteken en Inca´s in Amerika, bij de oude volken in het oosten, Afrika en Australië was het in gebruik als tempelgoud. Het diende de cultus, waarin de ziel tot de geest werd verheven, de mens verbinding zocht met de godenwereld. De geestelijken die het goud hanteerden wisten dat het edele van het goud inhield dat in haar alle kosmisch goddelijke kwaliteiten behouden konden blijven. De niet edele metalen verliezen
28
deze inponderabele kwaliteiten (deels) in het proces van het verbinden met de aardse substanties, een proces dat je als een soort verbrandingsproces kunt beschouwen waarbij deze geestelijke kwaliteiten als het ware ‘verdampen’. Wanneer in deze Egyptische tijd de Farao’s die eerst priester-koningen waren (dus priester en koning tegelijk) overgaan in een gedeeld geestelijk en aards leiderschap worden door de aardse leiders (koningen) in Perzië de eerste gouden munten geslagen. Alexander de Grote was vervolgens de eerste die er zijn beeltenis op plaatste. In de eeuwen daarna, beginnend met de Romeinen, maar later ook in de rest van Europa, begint de goudroof. Slavernij wordt door de Romeinen gebruikt om het goud te winnen in Spanje, de tempelschatten worden geplunderd in de nieuw ontdekte werelden van Afrika, India, Amerika en Australië. De mens die het goud dienend inzette maakt plaats voor de mens die het bezit en er macht mee uitoefent. Nergens werd de medemens zo uitgebuit als in de goudwinning, letterlijk in het slijk der aarde moesten de goudzoekers gaan, gedreven door hun eigen lust of die van hun overheersers. Nergens werd het goud zo tot machtsmiddel als in de kluizen van de rijke landen die het als onderpand voor hun geld gebruikten en daarmee het grootste deel van de mensheid onderdrukten. Het goud zelf blijft edel, maar de mens die ermee omgaat wordt verleid tot bezitsdrang en machtsmisbruik en lijkt daarmee de ware betekenis van het goud vergeten te zijn. Wanneer we het goud meer innerlijk vervolgen, bijvoorbeeld in het verloop van het jaar, dan valt op dat in het voorjaar het goud te zien is in het groen van de ontluikende natuur (zoals je door het bladgoud heen kijkt) en de rijke bloesemwereld (de rode naglans in het innerlijk). In de zomer is het vooral te vinden in de “gouden” zon die de natuur heeft doen opbloeien, die ons verwarmt, doorgloeit, die ons de natuur laat inademen. Richten we onze blik dan naar binnen dan helpt Uriël ons onze onvermogens van onze deugden te scheiden, en deze laatste naar de zon te dragen. In het najaar komt het goud ons tegemoet uit de afstervende plantenwereld, waar met name de bomen goudgeel oplichten in de laagstaande zon. Zij wijzen ons erop dat dit wel het laatste uiterlijke goud is en dat het de hoogste tijd is naar binnen te gaan. De gouden kaarsvlam is dan nog het beeld dat binnenshuis over is van het zomer-zonnegeweld. Bij dit verstilde licht bezinnen we ons in de heilige nachten op het afgelopen jaar en we vormen ons voornemens voor het volgende. In de tijd dat ons denken het minst vertroebeld wordt, de kosmos het meest open is, ontvangen we de inspiraties voor het volgend jaar die we laten kiemen in ons hart tot de tijd er rijp voor is. Goud is het metaal dat hoort bij de zon, die tegelijk planeet is, maar ook niet planeet is, ster is. De zon vat eigenlijk alle planeten samen, zoals het goud alle metalen samenvat. In de eigenschappen van het goud is dit zichtbaar, bijvoorbeeld in het feit dat goud het enige metaal is dat zowel goed te gieten is als goed te smeden. Het vormt zo een innerlijk evenwicht. In de mens is het hart het orgaan dat als het ware alle andere organen samenvat. Dat goud met het hart samenhangt hadden we in het begin al kunnen voelen, maar de samenvattende middenpositie tussen de metalen en de edelheid van het metaal die je het best met het hart kunt verbinden maken deze samenhang tastbaarder.
29
In de reguliere geneeskunde wordt goud toegepast bij de behandeling van reuma. De werking berust op een in evenwicht brengen van het immuunsysteem (dat bij deze ziekte zichzelf aanvalt). In de (hoge) doses die daarvoor gebruikt worden ontstaan echter vaak bijwerkingen die je als goudvergiftiging kunt beschouwen. Deze uiten zich in verschijnselen als roodheid van de huid, galbulten (met jeuk) en zelfs ontvellingen die voortkomen uit een overmatig versterkt bloedsproces. Ook in andere organen dan de huid kunnen hierdoor problemen ontstaan, de zintuigen worden overgevoelig (de ogen bloeddoorlopen), vochtstuwingen ontstaan in longen en benen. In de ziel ontstaat angst, een sombere stemming en beklemming. In de juiste dosis en samenhang toegediend zal goud het hart en de bloedsomloop ondersteunen, in evenwicht brengen en zo tot genezing leiden. Goud is in alle situaties het voorbeeld voor het goede evenwicht en kan ook opbouwend en verdiepend (zwaarte) werken. Aan deze beschouwing is af te lezen dat het goud, wanneer we het te materieel inzetten, wat betreft zijn werking in het tegendeel verkeert. Wanneer we het goud – zoals al in de inleiding aangegeven – vervolgen in de centrale gebeurtenis van de ontwikkeling van de mensheid, dan zien we dat het hemelgoud de wereld is van waaruit het Jezuskind op aarde komt. Op aarde ontvangt hij het aardse goud van de koning die het hemelgoud in dit kind (op aarde) herkent. In de schilderkunst wordt het hoofd van Christus steeds met gouden aureool (een innerlijk teken) omgeven. Na de dood is de opgestane Christus gehuld in goud. In de versie van Grünewald is zelfs het gehele gelaat goudkleurig weergegeven zodat hij er geheel mee doordrongen is. Wanneer we daarbij het gegeven betrekken dat juist dit Isenheimer Altar geschilderd is om genezend te werken op het Antheunisvuur waaraan de mensen – door een vergiftiging met moederkoorn – ernstig lijden, dan kan duidelijk worden hoe het proces van het goud, waarin we als mensheid juist de innerlijke waarde ervan hernieuwd moeten vinden, genezend werkt. “Een hart van een mens is edel, zoals het goud edel is, bij een mens die een gelouterde ziel heeft, die zijn denken, voelen en handelen zo stevig in zich gegrondvest heeft dat zijn daden gebaseerd zijn op inzichten die hij heeft opgedaan aan de noden van de medemensen in deze tijd” (Hilma Walter). Het hogere Ik is de instantie die ons veredelt, het goud kan ons tot voorbeeld zijn wanneer we het materialisme willen overwinnen door de binnenkant ervan te zoeken.
30
Bron van Zijn, die ik ontmoet in alles wat me ontroert. Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven. Bundel uw licht in mij - maak het nuttig. Vestig uw rijk van eenheid nu, uw enig verlangen handelt dan samen met het onze. Voed ons dagelijks met brood en met inzicht. Maak de koorden van fouten los die ons binden aan het verleden, opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven. Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden. Uit u wordt geboren: de al werkzame wil, de levende kracht om te handelen, het lied dat alles verfraait, en zich van eeuw tot eeuw vernieuwt. Het oorspronkelijke – Aramese – Jezusgebed in de hertaling van Bram Moerland
31
Concerten afdeling Eva Mees Zeist juli, augustus en september 2015 Juli
NB. Alle concerten beginnen om 16.00 uur en duren gemiddeld 45 minuten
5/7
Annemarie van Prooijen en Persephone Abbott
viool, zang
12/7
Ephraim en Immanuel van IJzerlooij
twee cello’s
19/7
Monique Unger
piano
2/8
Lisanne Jacobs
zang, gitaar
9/8
Pepijn van Vilsteren
piano
16/8
Chloë van der Lek
jazzpianiste
23/8
Angela van Dis
piano
30/8
Frederic Voorn
piano
Fortuna ensemble:
fluit en luit
26/7 Augustus
September 6/9
Jacqueline Dubach en Elly Munster 13/9
Duo Cordial: Erik Ypema en Cees Sax
twee gitaren
20/9
Felix Justin en zangeres
piano en zang
27/9
Trio: Maria Rosaria della Ragione, Elliot Simpson en klarinet, gitaar en Clara Alija
fagot
Alle concerten worden financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis
Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis Deze stichting wil het huis graag extra financiële armslag bieden. Het werken vanuit de specifieke zorgvisie stelt extra eisen aan bijvoorbeeld opleiding, behandeling, voeding, inrichting en aan culturele evenementen. De AWBZ–subsidie is hiervoor niet toereikend. De Stichting ontvangt bijdragen vanuit giften en legaten, die over te maken zijn op rekening NL41 TRIO 0212 1095 88 bij de Triodos Bank te Zeist, ten name van Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis. Een folder van de stichting is te verkrijgen bij de receptie van het Leendert Meeshuis
32
Concerten Leendert Meeshuis juli, augustus en september 2015 Juli
NB. Alle concerten beginnen om 16.00 uur en duren gemiddeld 45 minuten
5/7
Peter Bruinsma en Ineke Opstal
zang en piano
12/7
Elfriede Kooreman en Martin Kuijlenburg
viool en piano
19/7
Bert van den Brink
piano/accordeon
26/7
Carol Ruiz en Miriam Dirr
piano en saxofoon
2/8
Pepijn van Vilsteren
piano
9/8
Erwin Rommert Weerstra
piano
16/8
Angela van Dis
piano
23/8
Monique Unger
piano
30/8
Bikavar o.l.v. Wim Kuijt
Balkangroep
6/9
Trio Movendo: Marjanka Sierevelt, Anton Visser, Carine Blanken
blokfluit, piano en viool
13/9
Duo Picasso: Ephraim van IJzerlooij en Celia Garcia Garcia
cello, piano
20/9
Gemma Munoz en Elliot Simpson
fluit, gitaar
27/9
Boni Li-A-Sam en Peter Bjornild
piano, bas
Augustus
September
Alle concerten worden financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis Deze stichting wil het huis graag extra financiële armslag bieden. Het werken vanuit de specifieke zorgvisie stelt extra eisen aan bijvoorbeeld opleiding, behandeling, voeding, inrichting en aan culturele evenementen. De AWBZ–subsidie is hiervoor niet toereikend. De Stichting ontvangt bijdragen vanuit giften en legaten, die over te maken zijn op rekening NL41 TRIO 0212 1095 88 bij de Triodos Bank te Zeist, ten name van Stichting Vrienden van het Leendert Meeshuis. Een folder van de stichting is te verkrijgen bij de receptie van het Leendert Meeshuis
33
Colofon De Mezenbol is een uitgave van het Leendert Meeshuis, verpleeghuis met antroposofische identiteit te Bilthoven. Leendert Meeshuis Prof. Bronkhorstlaan 6 3723 MB Bilthoven Tel: 030-2259600 Fax: 030-2259699
[email protected]
Redactie: Renske van Pomeren Marianne Visser Lysan van Winden www.antroz.nl
Ingezonden artikelen kunnen worden gestuurd aan de receptie Leendert Meeshuis. Op papier graag afgeven aan de receptie van het Leendert Meeshuis. Per e-mail aan
[email protected]
Kopij voor het volgende nummer graag inleveren voor
donderdag 20 augustus 2015 Aan deze uitgave werkten mee: Ria van Gerven Renske van Pomeren Nina Ritsma Mabel Slangen Edmée Smissaert Joke Stiel Hans Stolp Marianne Visser Floor van der Voet Louisa Wattien Heleen de Weger Lysan van Winden
Afbeelding achterkant: De doop van Christus door Johannes (Ghirlandaio Dominico)
34
35
Zomer 2015
36