©
Korpsbeheerder
Rotterdam-Rijnmond Adres Postadres
iii^Ö^Z^
Doelwater 5 3011 AH Rotterdam Postbus 70023
3000 LD Rotterdam www.politie-rotterdam-rijnmond.nl
Behandeld door
D n r E.M. de Vries
Telefoon
010-2748169
Fax
010-2750001
® Leden van het Regionaal College van de politieregio Rotterdam-Rijnmond
E-mail
Onderwerp Datum Ons kenmerk
Beleids- en beheerscyclus 2009 Politie Rotterdam Rijnmond 19 mei 2008 KBP496
YA 1
Uw kenmerk Bijlage(n)
Geachte heer / mevrouw,
In 2007 is de Politiewet op een aantal onderdelen gewijzigd. Eén van de wijzigingen betreft de beleids- en beheerscyclus van de regionale politiekorpsen. De bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) om beleidsprioriteiten op te leggen aan regionale politiekorpsen is uitgebreid. Hieraan gerelateerd is de voorwaarde dat gemeenteraden in een regio vooraf aan het opstellen van een meerjarig beleidsplan of jaarplan van een politiekorps moet worden gehoord ('haalplicht'). Ik ben de mening toegedaan dat het korps al sinds lange tijd aan deze wettelijk vereisten voldoet. Het korps Rotterdam-Rijnmond hanteert nu, zoals u wellicht bekend, als regionaal beleidsplan het Vijfjarenactieprogramma 2006-2010. Bij de totstandkoming van dit Vijfjarenactieprogramma 2006-2010 zijn gemeenteraden intensief betrokken. Op lokaal niveau hebben de gemeenteraden via het Bestuurlijk Justitieel Overleg (BJO) eveneens de gelegenheid om een bijdrage te leveren aan beleidsprioritering van de politie (districtelijke jaarplannen). In de gewijzigde Politiewet wordt deze, door het korps RotterdamRijnmond al reeds in het verleden ingezette beleidslijn, nog eens formeel bevestigd. Ten behoeve van een zorgvuldige procesgang informeer ik u, wellicht ten overvloede, over de reeds afgesproken en fungerende landelijke en regionale prioriteiten. In dit verband zijn het Vijfjarenactieprogramma 2006-2010 (bijlage 1) en de Landelijke Prioriteiten 2008-2011 (bijlage 2) bijgesloten. Deze vormen de basis voor zowel het Korpsjaarplan 2009, dat in het Regionaal College van november wordt vastgesteld, als de districtsjaarplannen. Het spreekt voor zich dat u de lokale prioriteiten ten behoeve van het districtelijk jaarplan via de geëigende weg in uw BJO kan voordragen. Het planproces voor 2009, zowel regionaal als districtelijk, start begin september 2008. Het voornemen is de beleids- en beheerscyclus van het korps RotterdamRijnmond tot het planjaar 2010 conform de hiervoor beschreven methodiek uit te voeren. Het huidige Vijfjarenactieprogramma loopt dan af. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wil u verzoeken deze brief onder de aandacht fci brengen van de leden van uw gemeenteraad c.q. te laten agenderen voor een vergadering
k\.
VIJFJARENACTIEPROGRAMMA VEILIGHEID OPENBAAR MINISTERIE ROTTERDAM EN POLITIE ROTTERDAM-RIJNMOND 2006-2010
Vastgesteld door het Regionale College van de regio Rotterdam-Rijnmond dd. 26 september 2005.
Inleiding Uiteraard gaan politie, OM en de besturen de komende vijfjaar door met de integrale aanpak van de veiligheidsproblematiek. De focus is daarbij zowel gericht op kwaliteit als op kwantiteit. De komende vijf jaar zal het aantal rechtbankverdachten dat jaarlijks bij het OM wordt aangebracht stijgen tot indicatief 27.000 op jaarbasis in 2010. Deze inspanning houdt in, dat bij een gelijkblijvend of dalend aantal aangiften het percentage aangehouden verdachten zal moeten stijgen. Voor de bijdrage van politie en OM aan de veiligheid is onder meer van belang dat de pakkans voor daders nog verder wordt verhoogd. Ook de ambitie ten aanzien van de termijn waarbinnen strafzaken worden afgedaan, de zogenaamde doorlooptijden, wordt verhoogd. Niet alleen jeugdige daders, maar ook volwassen daders moeten zo snel mogelijk een passende reactie op strafbaar gedrag krijgen. Deze strikte en voelbare handhaving van de rechtsorde moet niet alleen voor plegers van strafbare feiten duidelijk zijn, maar ook voor de inwoners van de regio. Zij moeten zien dat daar waar de grenzen van de strafwet worden overschreden onmiddellijk wordt opgetreden door politie en OM. Dit document schetst lijnen waarlangs politie en OM de komende 5 jaar hun bijdrage aan de integrale veiligheid zullen vormgeven. Het document is echter geen verzameling van statische werkmethodes /doelstellingen. Het is een dynamisch document, waarbij b.v. afstemming op specifieke lokale problemen kan leiden tot toevoeging van lokale accenten en wijziging van landelijk vastgestelde prioriteiten kan leiden tot aanpassing van in dit document geformuleerde doelen. Politie en OM zijn op deze wijze in staat om blijvend in te spelen op actuele problemen en ontwikkelingen. KENMERKEN AANPAK De aanpak kenmerkt zich door: 1. 2. 3.
Persoonsgerichte aanpak Gebiedsgerichte aanpak Samenwerkingsgerichte aanpak
Daar waar deze aanpakken in de praktijk samenkomen, zal de grootste effectiviteit worden bereikt. Voor de effectieve aanpak is samenhang tussen repressie en preventie onmisbaar. Persoonsgerichte aanpak Politie en OM continueren de persoonsgerichte aanpak. Deze aanpak zal verder ontwikkeld en verfijnd worden: meerzicht op de verdachte en zijn omgeving, betere informatie-uitwisseling tussen de partners en een betere dossiervorming. Op basis daarvan wordt de juiste interventie toegepast, waarbij sprake zal zijn van maatwerk ondermeer door de gehele criminele carrière van een dader bij de te plegen interventie te betrekken. Doel van de interventie is het voorkomen van recidive. Dit gebeurt door middel van een op de persoon toegesneden strafrechtelijke interventie, door een passend zorg- of hulpverleningstraject of een combinatie van beide. Inmiddels is door de politie het adoptiemodel ingevoerd. Binnen dit model wordt een jeugdige of volwassen veelpleger door de buurtagent geadopteerd. De buurtagent volgt deze persoon nauwlettend om recidivegedrag te voorkomen. Andere vormen van persoonsgerichte aanpak zijn de zgn. patseraanpak - waarbij door het aanpakken van verkeerde 'rolmodellen' wordt getracht criminele carrières te breken dan wel te voorkomen. De PGA zal ook gaan gelden voor voetbalhooligans. Opgelegde vonnissen zullen sneller en effectiever worden geëxecuteerd. Gebiedsgerichte aanpak Politie en OM gaan eveneens door met de gebiedsgerichte aanpak. In deze aanpak baseren zij hun activiteiten op informatie vanuit de veiligheidsindex en analyse van de criminaliteit en overlast. Actuele voorbeelden hiervan zijn de gebiedsgebonden aanpak van o.a. huisjesmelkers, drugs- en drugsgerelateerde overlastaanpak, toepassing van de "Alijda-werkwijze" op een zo breed mogelijk terrein en het analyseren en onderzoeken van criminele netwerken achter de hennepteelt. Ook wordt ingezet op het aanpakken en afbreken van criminele en drugsinfrastructuren en de aanpak van gebiedsgebonden vormen van jeugdcriminaliteit. Bij de gebiedsgerichte
aanpak wordt daarnaast o.a. gebruik gemaakt van het middel verblijfs- en gebiedsontzeggingen, preventief fouilleren en cameratoezicht. Wanneer binnen een wijk sprake is van specifieke en omvangrijke problematiek kan daarvoor een speciale regionale eenheid worden ingezet (de Regionale Ondersteuningsgroep). Tenslotte zal aandacht worden besteed aan zaken die door buurtbewoners belangrijk worden gevonden in het kader van leefbaarheid, zoals verkeer en vandalisme. Samenwerkingsgericht. De aanpak van de veiligheidsproblematiek vraagt om een goede samenwerking. Het gaat om samenwerking tussen alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van het veiligheidsprogramma. Dit is breder dan de strafrechtketen alleen. Hierbij kan b.v. gedacht worden aan de multidisciplinaire aandacht voor 'tegenhouden' of de wijze waarop in het kader van een toezichtmodel tussen meerdere partijen wordt samengewerkt aan verhoging van de veiligheid in een bepaald gebied. Binnen de strafrechtketen spoort de politie op, vervolgt het OM, rapporteert en begeleidt de reclassering, veroordeelt de rechtbank en sluit het gevangeniswezen op. Binnen die keten is afstemming op ieders capaciteit van groot belang. Aan het einde van deze strafrechtcyclus is de gemeente verantwoordelijk voor de regie op de nazorgtrajecten bij daarvoor in aanmerking komende ex-gedetineerden.
PRIORITEITEN In hun aanpak richten politie en OM zich op de volgende prioriteiten: Jeugd Geweld Veelplegers Drugs- en overlast Handhaving openbare orde Midden- en zware criminaliteit Radicalisering
1. Prioriteit Jeugd Uitgangspunt bij de aanpak van jeugd is vroegsignalering en vroeginterventie. Het gaat om het zoveel mogelijk tegengaan van eerste strafbare feiten en het voorkomen van het plegen van nieuwe en zwaardere delicten door vroeg, snel en consequent te reageren op normoverschrijdend gedrag. Activiteiten en instrumenten: Vroegtijdige interventie: alle meer- en veelplegers (PGA-jongeren) en jonge potentiële veelplegers zullen in en door het Justitieel Casus Overleg (politie - OM - Raad voor de Kinderbescherming) worden besproken en gevolgd. Daartoe wordt onder andere gewerkt met het nieuwe ondersteunende informatiesysteem JCO-SS. Schoolverzuim leidt tot een HAL T- of OM afdoening. Voordat een justitieel traject wordt ingezet dienen scholen en leerplichtambtenaren de nodige inspanningen te verrichten om leerplichtige leerlingen weer naar school te krijgen. Lukt dit niet, dan kan door de leerplichtambtenaar - al dan niet in samenwerking met andere partners - worden gehandhaafd. In zwaardere gevallen wordt de kantonrechter ingeschakeld; Snel ingrijpen: jaarlijks worden de landelijk en regionaal vastgestelde doorlooptijden in jeugdzaken gehaald; Door de zorg van de JCO - partners wordt voorkomen dat in de aanpak een gat ontstaat wanneer een jeugdige veelpleger tijdens een traject meerderjarig wordt en daardoor wisselt van "regime". Toepassing van het adoptiemodel; de betreffende criminele of overlastgevende jeugdige wordt toegewezen aan één of twee politiemedewerkers. Zij volgen de ontwikkelingen rond de betreffende persoon nauwgezet en onderhouden daarover met hem en andere partijen ook nadrukkelijk contact. 2. Aanpak geweld Geweldscriminaliteit beïnvloedt de veiligheidsgevoelens sterk. Zowel door politie als OM wordt extra inzet gepleegd op de hiertoe behorende vormen van criminaliteit. Onder geweld wordt verstaan: geweld tegen personen, huiselijk geweld, straatroof, overval, vuurwapenbezit en woninginbraken. De ontwikkelingen op dit gebied worden permanent gevolgd. Op basis van die informatie kan onmiddellijk worden gereageerd op bijvoorbeeld een toename van het aantal overvallen of straatroven. In 2005 is gestart met het samenstellen van een kernbestand veelplegers geweld en de ontwikkeling van een persoonsgerichte aanpak voor geweldplegers. Ook voor deze plegers geldt, dat onder regie van het OM de gehele criminele carrière in beeld wordt gebracht, op basis waarvan kan worden beoordeeld op welke wijze een dergelijke pleger "op maat" moet worden aangepakt.
Uitgangspunt bij de aanpak van zedenzaken is de visie van politie en OM dat iedere zedendelinquent een potentiële recidivist is. Op basis van deze visie moet - in het geval een slachtoffer van een zedendelict geen aangifte doet - worden beoordeeld of ambtshalve vervolging mogelijk is. In 2005 is met de betrokken partners een convenant strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld afgesloten. Huiselijk geweld vraagt om een specifieke strafrechtelijke aanpak en parallelle begeleiding c.q. aanpak van slachtoffers en daders buiten het strafrecht. Uitgangspunt bij deze aanpak is, dat elke politie-interventie bij huiselijk geweld leidt tot aangifte van het slachtoffer en zo mogelijk tot aanhouding en vervolging van de verdachte. In alle gevallen waarin sprake is van geweld, maar waarbij aangifte achterwege blijft, zal zoveel mogelijk via strafrechtelijk onderzoek worden geprobeerd om vervolging mogelijk te maken. Activiteiten en instrumenten: Gerichte, methodische aanpak van veelplegers geweld; Net als in 2004 en 2005, wordt prioriteit gegeven aan de aanpak van georganiseerde, omvangrijke en ernstige vormen van geweld waaronder prostitutie gerelateerde mensenhandel; Verhoging aangiftebereidheid in alle gevallen van geweld, in het bijzonder van huiselijk geweld; Continuering van de al lopende geweldsconvenanten (geweldsprotocol gemeentelijke diensten /convenant 'Veilige Zorg' met Erasmus Medisch Centrum / convenant huiselijk geweld) Elke zinvolle vuurwapentip en elk geconstateerd vuurwapenbezit leidt tot nader onderzoek, waaronder doorzoeking van de woning; De komende jaren zullen de verdachtenratio (verhouding tussen het aantal bij het OM aangebrachte verdachten en het aantal aangiftes) en de instroomratio (de verhouding tussen het aantal aangiftes en het aantal bij de bij de politie gemelde incidenten, met name interessant bij zedenzaken) worden verhoogd; Voortzetten preventief fouilleren in gebieden met veel (wapengerelateerde) geweldsdelicten.
3. Veelplegers Inzet voor de komende jaren is intensivering van de persoonsgerichte aanpak. Binnen deze aanpak ligt de nadruk op personen die verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de overlast en criminaliteit. Hierin onderscheiden we: veelplegers, zeer actieve veelplegers en stelselmatige daders. Bij deze aanpak van veelplegers wordt de gehele criminele carrière betrokken. Samenhang tussen stevige repressie en tijdige en passende (na)zorg is essentieel. Activiteiten en instrumenten: Verdere intensivering van de persoonsgerichte aanpak; Aanpak van de specifieke doelgroepen: jeugdige criminelen en overlastgevers, geweldplegers, criminele illegale vreemdelingen, veelplegers, voetbaichminelen en criminele en overlastgevende Antillianen. Jaarlijks worden in Rotterdam 300 strafrechtelijk aangepakte veelplegers (o.a. criminele en/of overlastgevende verslaafden /dak- of thuislozen) voorzien van een toegesneden programma en/of nazorgtraject, indien zij na screening daarvoor in aanmerking komen; Verdere implementatie van het adoptiemodel. 4. Drugs- en overlast. De bestrijding van drugsgerelateerde overlast zal in de komende jaren worden voortgezet. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van zowel een persoonsgerichte- als een gebiedsgerichte benadering. Er zal o.m. gebruik worden gemaakt van toezichtmodellen, waarbij meerdere partijen onder strakke regie van en samen met de politie werken aan het verder terugdringen van de overlast. Een goede samenhang tussen persoonsgerichte repressie en preventiezorg of nazorg is ook hier van groot belang. Overal waar drugsoverlast de kop opsteekt zal de politie via intensief toezicht en acties die overlast direct beëindigen. 5. Handhaving openbare orde. Toezicht en handhaving in de openbare ruimte is van groot belang. Elementen hiervan komen terug in of vloeien voort uit de al geschetste aanpak van veelplegers, geweldplegers en jeugd. De aanpak van deze groepen leidt tot minder verstoringen van de openbare orde en daardoor ook een veiliger openbare ruimte. De handhaving van de openbare orde krijgt mede vorm door consequente handhaving van (verkeers)regels, nadrukkelijke aanwezigheid in gebieden waar het risico van ordeverstoringen groot is, zero-tolerance en gebruik van moderne middelen (b.v. cameratoezicht).
6. Midden- en zware criminaliteit. De aanpak van midden en zware criminaliteit is in belangrijke mate gericht op het ondersteunen van de lokale en landelijke prioriteiten. De aanpak van geweld zal vanuit de bestrijding midden- en zware criminaliteit ondersteund worden door vooral die groeperingen aan te pakken die binnen hun criminele handel veel en/of excessief geweld gebruiken, b.v. bij ramkraken of overvallen. De hoge prioriteit in de aanpak van vuurwapencriminaliteit wordt voortgezet. Naast 'hit and run' acties, waarbij illegale vuurwapens in beslag genomen worden, gaat het hierbij ook om de aanpak van de handel in vuurwapens. De bestrijding van midden en zware criminaliteit zal zich ook richten op de handel in verdovende middelen, met name waar het gaat om criminele samenwerkingsverbanden die produceren in de regio of die verdovende middelen aanvoeren bestemd om op de lokale markt te worden gebracht. Waar mogelijk worden de onderzoeken gericht op ondersteuning van de districtelijke aanpak van de lokale drugsmarkt. Belangrijke harddrugsdealers zullen in beeld gebracht worden en worden aangepakt. Ook het rechercheren op verdacht bezit zal worden doorgetrokken. Met de zogenaamde 'Hit And Run Moneylaundering' (HARM) methode worden verdachte geldstromen in kaart gebracht. Met het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties zijn afspraken gemaakt over het leveren van informatie en analyses over verdachte geld transacties. Uit ingestelde onderzoeken blijkt dat er vaak een relatie bestaat tussen verdachte transacties en de handel in verdovende middelen. Een andere doelgroep waarop vanuit verdacht bezit gerechercheerd wordt betreft de zogenaamde 'patsers'. Het gaat hierbij om verdachten die "verkeerd" gedrag vertonen, onder meer door een enorme luxe ten toon spreiden. Dit heeft een aanzuigende werking op jongeren en kansarmen in de samenleving en veroorzaakt veel overlast in de wijken. Uit onderzoek blijkt veelal dat deze subjecten zich de luxe niet kunnen permitteren vanuit reguliere inkomsten en dat het geld door middel van criminaliteit verkregen is. Leidende principes bij de bestrijding van midden- en zware criminaliteit zijn: « • • » •
Opsporen en vervolgen van criminelen Ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel Opwerpen van barrières tegen de toekomstige misdaad Openbaren van onderzoeksresultaten Ondersteunen van districten en andere opsporingsdiensten
Illegale prostitutie en daar mogelijk achter liggende mensenhandel wordt aangepakt door een speciaal daartoe opgericht controleteam. Ook mensensmokkel en identiteits- en documentfraude zullen intensief aandacht krijgen. Activiteiten en instrumenten. Er is een vuurwapenteam dat zich richt op het bijeenbrengen van informatie en het doen van onderzoek m.b.t. mogelijke vuurwapenhandel. Binnen de informatievergaring en veredeling zullen gewelddadige criminele groeperingen bijzondere aandacht krijgen. De Harmmethodiek (aanpak witwassen) zal verder worden ontwikkeld om met zo min mogelijk inzet een zo groot mogelijke verstoring van de criminele handel en wandel te bereiken. Het controleteam illegale prostitutie zal zelf controleren en integrale controleacties initiëren en daarbij naast de controle taak ook bijzondere aandacht schenken aan aanwijzingen die duiden op mensenhandel en het uitbuiten van mensen Bestuurlijke rapportages. 7. Radicalisering De politie en het OM zullen binnen hun organisaties focussen op het (vroegtijdig) herkennen van signalen van radicalisering. Personen die zich in woord of gedrag niet conformeren aan in de Grondwet vastgelegde waarden en zich in dit verband schuldig maken aan strafbare feiten (w.o. discriminatie), worden door politie en OM aangepakt. Activiteiten en instrumenten: Informatie wordt uitgewisseld met relevante partijen, om tijdig ontwikkelingen, trends en risico's te herkennen; Het in beeld brengen van groepen en personen, die zodanig geradicaliseerd zijn dat ze in de toekomst mogelijk een risico vormen voor de samenleving. Vervolgens volgt een (vorm van) persoonsgerichte aanpak.
CONCEPT-Resultaatsafspraken 2006-20101 P/OM
Prioriteit
Resultaat eind 2010
P
Verhogen verdachtenratio rechtbankzaken totaal (excl. alcoholzaken)
De verdachtenratio bedraagt in 2010 26% Verdachtenratio 2005: ca. 21%
P
Verhogen verdachtenratio zedenzaken
De verdachtenratio bedraagt in 2010 60%
P
Verhogen instroom ratio zedenzaken J
Verdachtenratio zedenzaken 2005:48% De instroomratio zedenzaken bedraagt in 2010 60% Instroomratio zedenzaken 2005: ca. 43 %
P
Jeugd Ingebracht aantal jeugdige verdachten bij OM
P OM OM P
Doorlooptijden jeugddossiers 1 e verhoor- aanbrengen bij OM 5 Binnenkomst pv - 1 e beoordeling 1 e verhoor - afdoening door de rechtbank Aanleveren HALT zaken
15 % van de jaarlijkse instroom rechtbankzaken in 20104 80% binnen 30 dagen 90% binnen 60 dagen 90% binnen 180 dagen Het aantal aangeleverde HALT zaken bedraagt op jaarbasis 2500. 80% van de HALT zaken wordt binnen 7 dagen aangeleverd
P
Geweld" Verhoging verdachtenratio geweld - breed
P
Huiselijk geweld
De verdachtenratio geweldsdelicten bedraagt in 2010 26%. De verdachtenratio in 2005 is naar verwachting 21% 20% van het aantal voor mishandeling en / of bedreiging aangehouden verdachten betreft verdachten van huiselijk geweld. (in 2004 is 14% van de verdachten van mishandeling en bedreiging aangehouden in relatie tot huiselijk geweld)
OM OM
Doorlooptijden geweldszaken Binnenkomst p v - 1 e beoordeling (OM) Veelplegers geweld strafrechtelijk aangepakt
95% binnen 60 dagen 50 jaarlijks
P/OM P/OM P/OM P/OM
Straatroof Overvallen Woninginbraken Diefstal uit en vanaf auto
-10%t.o.v. 2005 -10%t.o.v. 2005 -20% t.o.v. 2005(P.K.V.W.)' -20% t.o.v. 2005
Drugs- en overlast
' Targets 2006-2010 zijn gebaseerd op prognose 2005. De definitieve targets 2006-2010 worden vastgesteld op basis van de definitieve jaarcijfers 2005 Verdachtenratio = aantal aan het OM aangeleverde verdachten (zonder alcohol) t.o.v. het aantal aangiften, uitgedrukt in %. 3 lnstroomratio= aantal bij de politie geregistreerde aangiften t.o.v. aantal gemelde incidenten (met het oog op zedenzaken), uitgedrukt in %) 4 De instroom van het aantal jeugdzaken bedraagt jaarlijks 15% van de voor dat jaar als target gestelde verdachtenratio rechtbankzaken. 5 Datum aanbrengen OM is de datum waarop het pv door het OM is ontvangen. 6 Conform de definitie van het parket Rotterdam incl. woninginbraak, diefstal met geweld en vernielingen. 7 Randvoorwaarde is een intensieve uitrol van het Politiekeurmerk Veilig Wonen over alle gemeenten in de regio RotterdamRijnmond. 2
p
Aantal overtredingen D&O
p
Aantal aangeleverde verdachten rechtbankzaken D&O
OM
Aanpak veelplegers Veelplegers strafrechtelijk aangepakt (OM)
9000 overtredingen in 2010° (prognose 2005: 12000 overtredingen) 1000 zaken op jaarbasisa (prognose 2005:1000 zaken)
P
PGA-Vreemdelingen
P/B
Midden en zware criminaliteit Hennep
P/OM
Aanpak illegale prostitutie en vrouwenhandel
P/OM
P
P
In Rotterdam, 300 jaarlijks, inclusief programma en nazorgtraject Permanent 50 dossiers in behandeling.
Naar schatting zullen er jaarlijks regiobreed 600 hennepkwekerijen worden geruimd. Er zal onderzoek worden verricht naar de achterliggende organisatie van deze kwekerijen. Politie.' In 2010 worden tenminste 25 illegale prostitutieinrichtingen opgespoord.
Politie / OM: Aanpak van tenminste 10 personen/organisaties achter de illegale prostitutie middels bestuursrechtelijke rapportage en / of strafrechtelijke aanpak. Aanpak georganiseerde harddrugscriminaliteit Belangrijke dealers worden in beeld gebracht en aangepakt. Radicalisering Groepen en personen in beeld brengen, die Focussen van de aandacht op het probleem van zodanig geradicaliseerd zijn dat ze in de radicalisering en het daardoor verbeteren van de toekomst mogelijk een risico vormen voor de informatiepositie samenleving. Aanpak door middel van (een vorm van) persoonsgerichte aanpak. Bij signalen van discriminatie zullen burgers Optimaliseren aandacht burgers en politie voor dit worden gestimuleerd om aangifte te doen. onderwerp. Ook gevallen van discriminatie op internet zullen worden aangepakt.
Er is sprake van een gelijkblijvende inspanning, maar er wordt uitgegaan van minder overlast. Er wordt uitgegaan van verminderde overlast. Er is derhalve een hogere inspanning nodig om hetzelfde resultaat te halen.
Uitwerking resultaatsafspraken 2006-2010
Onderwerp Overtredingen D&O Rechtbankzaken D&O HALT-zaken
Verdachtenratio algemeen (excl. alcohol) Verdachtenratio geweld Verdachtenratio zeden Instroomratio zeden
Prognose 2005
2006
2007
2008
2009
2010
12.000
11000
10500
10000
9500
9000
1.000 2500
1000 2500
1000 2500
1000 2500
1000 2500
1000 2500
21%
22%
23%
24%
25%
26%
21%
22%
23%
24%
25%
26%
50% 21%
52% 23%
54% 26%
56% 29%
58% 31%
60% 33%
50 300
50 300
50 300
50 300
50 300
Veelplegers geweld Veelplegers
Ontwikkeling aangiftes
Onderwerp
Prognose 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Target
Diefstal uit/vanaf auto
14.450
13.872
13.294
12.716
12.138
11.560
-20%
Geweld totaal
37.780
37.223
36.116
34.957
33.800
32.643
-14%
Geweld per delicttype - straatroof - overvallen - woninginbraak - bedreiging - mishandeling - vernielingen - overig Diefstal brom-, snor-, fietsen
2.400 310 7.350 3.900 4.700 15.600 3.520
2.352 304 7.056 4.250 4.800 14.976 3.485
2.304 2.256 291 298 6.762 6.468 4.100 4.000 4.850 4.800 14.352 13.728 3.450 3.414
2.208 285 6.174 3.900 4.750 13.104 3.379
2.160 -10% 279 -10% 5.880 -20% 3.800 -3% 4.700 0% 12.480 -20% 3.344 -5%
8.200
7.872
7.544
7.216
6.888
6.560
-20%
39.570
38.541
37.512
36.484
35.455
34.426
-13%
100.000
97.508
94.466
91.373
88.281
85.189
-15%*
Overige delicten
TOTAAL
* Er wordt uitgegaan van een stijgende aangiftebereidheid, mede door de aangifte-stimuleringsactiviteiten van politie en overheid. Verder zal er opnieuw sprake zijn van een forse toename van de veiligheid. De combinatie van beide tegenwerkende ontwikkelingen leidt naar schatting tot een reductie van 15% van het aantal aangiften in 2010 t.o.v. 2005.
Uitwerking van de landelijke prioriteiten voor de politie 2008-2011 voor het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond:
Geweld Resultaatafspraak: Uw korps zal zowel de opsporing van geweldplegers verder versterken als een bijdrage leveren aan het voorkomen van geweldsmisdrijven. Voor de bijdrage van uw korps aan de aanpak van geweld geldt: A. De politie zal hoge prioriteit geven aan de opsporing van verdachten van geweldsdelicten1: Voor het monitoren van resultaten op dit terrein zal als indicator een verdachtenratio specifiek voor geweldsdelicten worden ontwikkeld. De verdachtenratio geweld is een indicator voor de pakkans van verdachten van geweld. Deze ratio bestaat uit het aantal verdachten van geweldpleging, gedeeld door het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven en zal worden gebruikt om de ontwikkeling van de aanpak van geweld binnen uw korps te monitoren. Een gemeenschappelijke werkgroep (met vertegenwoordigers van de VtS en een aantal korpsen, OM, BZK en JUS) zal de ministers adviseren over de exacte uitwerking en de wijze van monitoring van deze indicator, waarna uw korps nader wordt geïnformeerd over de gevolgen voor uw korps voor 2008. Hierover wordt u uiterlijk eind van dit jaar afzonderlijk advies gevraagd. Het jaar 2008 wordt gezien als ervaringsjaar voor het werken met de nieuwe verdachtenratio. Vanaf 2009 wordt deze ratio pas echt gebruikt als indicator voor de aanpak van geweldsdelicten. Uw korps wordt gevraagd om voor het jaar 2008 in het regionale beleidsplan op te nemen op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan deze resultaatsafspraak. In het jaarverslag over 2008 legt u hierover verantwoording af.
Veilige wijken Resultaatafspraak: Om de veiligheid in de wijk te vergroten zal uw korps zorg dragen voor een versterkte inzet van gebiedsgebonden politiewerk. Voor de bijdrage van uw korps aan de aanpak van onveiligheid in de wijken gelden de volgende indicatoren: B. Er komen over heel Nederland 500 extra wijkagenten bij. De verdeling van de extra wijkagenten over de regio's gaat volgens het reguliere budgetverdeelsysteem in de vorm van een bijzondere bijdrage. De uitbreiding van wijkagenten dient het eerst plaats te vinden in de wijken met de grootste problemen. Het is aan het regionale college, op voordracht van de regionale driehoek,'om te bepalen welke wijken dat in de regio zijn. Hierbij dient specifieke aandacht worden besteed aan de 40 WWI-wijken. In de najaarscirculaire 2007
bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, huiselijk geweld en eergerelateerd geweld
van 18 oktober 2007 (kenmerk 367368) is aangegeven op welke wijze de verdeling van het aantal extra wijkagenten over de korpsen plaatsvindt en welk budget hiervoor beschikbaar komt. In het kader van de voorwaarden behorende bij de bijzondere bijdrage is afgesproken dat in de loop van 2008 met de korpsen een nadere afspraak wordt gemaakt over een onderzoek naar de wijze van de inzet van de wijkagenten. C. Uw korps levert, op verzoek van gemeenten, gegevens op wijkniveau die dienen als input voor een gemeentelijke wijkscan in het kader van het integraal veiligheidsbeleid. U gebruikt hiervoor het format voor de politiële wijkscan dat op dit moment door de RHC wordt ontwikkeld. Dit najaar zal het format aan de Raad van Hoofdcommissarissen ter goedkeuring worden voorgelegd, waarna tot implementatie kan worden overgegaan. U wordt verzocht in uw jaarverslag aan te geven aan welke gemeenten op wijkniveau informatie is geleverd.
Jeugdcriminaliteit en risicojeugd Resultaatafspraak: Uw korps intensiveert de bijdrage aan de persoonsgerichte aanpak van criminele jeugd. Daarnaast intensiveert uw korps het vroegtijdig signaleren van en adviseren over risicojeugd, waaronder 12-minners. De bijdrage van uw korps wordt als volgt gemeten: D. Uw korps brengt de jeugdgroepen in kaart volgens de shortlistmethodiek van Beke en Ferwerda. Deze informatie wordt ingebracht in het lokale overleg over jeugd met de lokale driehoekspartners en eventueel andere relevante ketenpartners. Indien van toepassing gebeurt dit in het veiligheidshuis of een soortgelijke vorm van ketensamenwerking. De informatie over individuele criminele jongeren wordt gebracht in het jeugdcasusoverleg. In het jaarverslag wordt jaarlijks vermeld hoeveel groepen in kaart zijn gebracht, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen. E. Uw korps moet voor minderjarige verdachten voldoen aan de Kalsbeeknorm voor de doorlooptijden. Dat betekent dat tenminste 80% van de door uw korps aangehouden minderjarige verdachten binnen 30 dagen na het eerste verhoor door het OM is ontvangen (bron: Compas). Voor de Halt-verwijzingen geldt dat tenminste 80% binnen 7 dagen na het eerste verhoor (via het Landelijk Overdrachtsformulier) door een Haltbureau is ontvangen (bron: AuraH). Kwantiteit en Kwaliteit Aanpak criminaliteit Resultaatsafspraak: Uw korps zal de criminaliteitsaanpak zowel kwalitatief als kwantitatief versterken. De bijdrage van uw korps op het terrein van de kwantiteit en kwaliteit van de criminaliteit is:
F. De korpsen dragen er gezamenlijk zorg voor dat het aantal OM-verdachten ligt op minimaal 250.909 per jaar2. Het aandeel van uw korps daarin is minimaal 25.332 verdachten OM per jaar (bron: Compas, CJ1B). Ter informatie treft u aan het eind van deze bijlage een totaaloverzicht aan van de aantallen OM-verdachten van alle regionale politiekorpsen. In het kader van een kwalitatief goed onderbouwde aanpak van de criminaliteit moet uw korps criminaliteitsbeeldanalyses opstellen gericht op de landelijk en regionaal gestelde prioriteiten. U gebruikt hiervoor het format dat dit najaar wordt ontwikkeld door een werkgroep met vertegenwoordigers van politie en OM en dat aansluit bij het bestaande kader voor criminaliteitsbeeldanalyses van de georganiseerde misdaad. Daarnaast wordt u verzocht in de regionale driehoek een besluit te nemen over het werken met zicht op zaken en het besluit toe te lichten in het jaarverslag. In 2009 wordt in overleg met u en het College van procureurs-generaal, bezien hoe het werken met verdachtenratio's per delictsoort en criminaliteitsbeeldanalyses in de praktijk loopt en hoe een verdere impuls kan worden gegeven aan het intelligenter sturen. Dan zal ook worden bezien of de kwantitatieve aanpak van verdachten OM moet worden aangepast dan wel kan komen te vervallen. G. Uw korps zal een bijdrage leveren aan het uitvoeren van de programma's Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad, Cybercrime, FinancieelEconomische Criminaliteit en Versterking Opsporing en Vervolging. De eerstgenoemde drie programma's worden momenteel met de politie en het OM opgesteld. Het programma Versterking Opsporing loopt al. Uw korps draagt actief bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen uit de in de landelijke prioriteiten genoemde programma's en geeft uitvoering aan de verschillende implementatie- en uitvoeringstrajecten. In de najaarscirculaire 2007 is hierop nader ingegaan. Uiterlijk eind 2007 is op hoofdlijnen duidelijkheid over de invulling van de opsporingsprogramma's en de bijbehorende budgetverdeling. U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd. 2
Dit aantal is gebaseerd op het in 2002 gerealiseerde niveau aan het Openbaar Ministerie (OM) ter afdoening aangeboden en in COMPAS geregistreerde 'zaken met een bekende dader' (214.018), waarbij opgeteld de in 2002 via het CJIB betaalde transacties ten aanzien van artikel 8 WWV (rijden onder invloed) en eenvoudige winkeldiefstal (8.891) (zie voor aantallen de brief van de minister van Justitie en de MBZK van 23 maart 2007; kenmerk 5470497/07). De doelstelling gaat uit van een ophoging van de som van deze aantallen met 28.000. Teneinde een beter beeld te krijgen (in de ontwikkeling) van de kwalitatieve prestaties van de korpsen zullen twee indicatoren worden gemonitord die dieper inzicht geven in de geleverde kwalitatieve prestaties: het gemiddeld aantal celdagen per verdachte OM per regio (celdagequivalentie) en de algemene verdachtenratio per regio. Het gemiddeld aantal celdagen is een maat voor de zwaarte van de misdrijven gepleegd in een regio (Compas). De algemene verdachtenratio is de verhouding tussen het aantal verdachten OM van misdrijven en het aantal aangiften van misdrijven (Compas en GIDS). Deze ratio laat zien welk deel van de aangiften leidt tot een verdachte OM. Voor deze indicatoren worden geen streefwaarden geformuleerd.
Totaaloverzicht van de aantallen verdachten OM van alle regionale politiekorpsen
Verdeling verdachten OM 2008
Aantal
Amsterdam-Amstelland Rotterdam-Rijnmond Haaglanden Utrecht Midden- en West Brabant
25.707 25.332 21.673 16.249 15.273
Hollands Midden Kennemerland Brabant-Zuid-Oost Groningen Limburg-Zuid
9.812 7.209 9.561 9.201 9.652
Gelderland-Midden Zuid-Holland-Zuid Twente Noord- en Oost-Gelderland Noord-Holland-Noord
8.671 6.892 8.158 9.635 7.324
Brabant-Noord Gelderland-Zuid Fryslan IJsselland Zaanstreek-Waterland
7.800 6.741 9.001 6.441 4.200
Gooi-en Vechtstreek Limburg-Noord Flevoland Drenthe Zeeland
3.000 5.914 5.770 5.525 6.354