mevrouw,

contactpersoon doorkiesnummer

Contact Center CBS (045) 570 64 00

correspondentienummer ons kenmerk onderwerp

BWV-S-45-05 Enquête ‘Milieu-uitgaven 2004’

bijzonderheden

Geachte heer/mevrouw, Het milieubeleid is erop gericht de milieuverontreiniging tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen. Teneinde daarvoor gegevens te leveren, doet het CBS elk jaar onderzoek naar de financiële gevolgen van het milieubeleid voor het Nederlandse bedrijfsleven. De rijksoverheid maakt van deze gegevens gebruik. Daarnaast zijn er andere instanties die voor onderzoeks- en beleidsdoeleinden de CBS-gegevens over milieu-uitgaven gebruiken, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het bedrijfsleven (vooral werkgeversorganisaties en brancheverenigingen). Ook binnen de EU bestaat grote behoefte aan internationale vergelijkingen over de financiële inspanningen van bedrijven voor het milieu. Uw bedrijf is opgenomen in het onderzoek over het verslagjaar 2004; bijgaand treft u de vragenlijst ‘Milieu-uitgaven 2004’ aan. Ik verzoek u het ingevulde enquêteformulier voor de op de vragenlijst genoemde datum in bijgevoegde retourenveloppe terug te sturen. Op grond van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-wet) bent u verplicht de gevraagde gegevens tijdig en volledig te verstrekken. Meer informatie over de CBS-wet die op 3 januari 2004 in werking is getreden, vindt u op www.cbs.nl/handhaving. Als u naar aanleiding van deze enquête vragen heeft, kunt u contact opnemen met bovengenoemde helpdesk. Uitkomsten van deze statistiek kunt u te zijner tijd bekijken op de CBS-website www.cbs.nl. Bij voorbaat dank ik u voor de medewerking. Hoogachtend, Hoofd Sector Waarneming Bedrijven Voorburg,

A Drs. R.H.M. Smulders

CBS Voorburg Prinses Beatrixlaan 428 Postbus 4000 2270 JM Voorburg

hierlangs afscheuren

Adreswijziging Is de afgedrukte tenaamstelling en/of adressering onjuist, dan graag hieronder de juiste gegevens noteren. Deze pagina kunt u desgewenst apart van de vragenlijst terugzenden aan het CBS, Sector Waarneming Bedrijven, Postbus 4000, 2270 JM Voorburg.

Naam en adres zoals bekend bij CBS:

Correcties:

2

Centraal Bureau voor de Statistiek Sector Waarneming Bedrijven Voorburg Postbus 4000, 2270 JM Voorburg

RZ2238

Telefoon:

Fax:

E-mail

(045) 570 64 00

(070) 337 59 93

[email protected]

2004

Milieu-uitgaven

BE

SBI

GK

SLEUTEL

Gaarne terugzenden voor in bijgevoegde portvrije retourenvelop. Wilt u controleren of de code in het venster zichtbaar is?

!

Invulling vragenlijst

hr./mevr.

Naam contactpersoon bij uw bedrijf voor deze enquête Telefoonnummer (facultatief) E-mailadres (facultatief)

Is de tenaamstelling en adressering van uw bedrijf, zoals op de linker pagina weergegeven, correct?

A.

ja

è naar volgende vraag

nee

è gaarne correcte gegevens op linker pagina noteren

Personeelssterkte

A.1 Personeelssterkte van uw bedrijf per eind december 2004 (betreft personeel van de gehele onderneming, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in de adressering van deze vragenlijst)

RZ2238

3

B.

Toelichting

B.1

Betreft een kostenpost die in vrijwel elk bedrijf voorkomt.

B.5

Betreft afvalstoffen die gemeld worden aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) in het kader van de Wet Milieubeheer en Klein Gevaarlijk of Klein Chemisch Afval (KGA/KCA).

B.11


B.12


B.14

NIET meetellen de kosten van industriële reiniging.

B.15

NIET meetellen 'milieubelasting op grondwater' die door het Rijk wordt geheven.

Kosten milieucoördinatie Betreft werkzaamheden door eigen personeel of derden op het gebied van milieu, zoals het: – voldoen aan informatieverplichtingen, zoals milieuverslagen voortvloeiend uit milieuwetgeving ('administratieve lasten'), inclusief werkzaamheden benodigd voor overleg met overheden; – voorbereiden van milieuvergunningen; – ontwikkelen van milieubeleid; – opzetten en onderhouden van een milieuzorgsysteem; – registreren van milieubelasting door uw eigen bedrijf; – geven van milieuvoorlichting en -opleidingen; – uitvoeren van milieu-audits. NB: kosten van milieuonderzoek hier niet meetellen (zie dáárvoor B.23 en B.24). B.20

Een voorbeeld: 2 (fulltime) medewerkers verrichten gedurende 20% van hun werktijd werkzaamheden op het gebied van milieu (één jaar heeft 50 effectieve arbeidsweken). Dit zijn in totaal: 2 x 50 x 20/100 = 20 arbeidsweken.

Kosten milieuonderzoek Betreft onderzoeksactiviteiten door eigen personeel of derden, voorzover gericht op het voorkómen of verminderen van milieuverontreiniging van de leefomgeving buiten uw bedrijfsterrein. Dus NIET meetellen milieuonderzoek gericht op: – milieuspecificaties van de producten die uw bedrijf afzet; – het verbeteren van arbeidsomstandigheden van eigen personeel. B.24

Zoals bedrijfsmilieudiensten en brancheorganisaties.

4

B.

Kosten (excl. btw) voor milieu in 2004

1.691

è NB: Alle kosten s.v.p. noteren in gehele euro’s; dus € 1.691,33 wordt:

Kosten afvoer en/of verwerking van afval aan derden betaald (eventuele opbrengsten voor verkocht afval, zoals oud papier of metaal, NIET in mindering brengen)

B.1

Kosten in 2004

Bedrijfsafval, zoals proces-, verpakkings-, kantoor- en kantine-afval

B.2

Slib afkomstig van waterzuiveringsinstallaties

B.3

Overig slib en mest

B.4

Radio-actief afval

B.5

Gevaarlijk afval

B.6

Afval afkomstig van luchtzuiveringsinstallaties

B.7

Totaal

+

B.8

9 Waarvan betaald aan: Particulier bedrijf, incl. privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden (NV, BV)

9

B.9

Gemeente (inclusief afdracht reinigingsrecht)

B.10

Overige overheid (bijv. gemeentelijke samenwerkingsverbanden)

Kosten afvoer afvalwater B.11

Rioolrecht

B.12

Waterverontreinigingsheffing (WVO), betaald aan Water- of Zuiveringsschap

B.13

Waterverontreinigingsheffing (WVO), betaald aan Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren

B.14

Kosten afvoer van afvalwater, betaald aan particulier bedrijf met eigen zuiveringsinstallatie

B.15

Heffing voor grondwateronttrekking, betaald aan Provincie

Kosten bodemsanering, milieuschade en -vergunningen B.16

Kosten voor sanering van verontreinigde bodem

B.17

Milieuboetes en uitkeringen voor milieuschade, betaald aan derden

B.18

Uitgaven voor herstel milieuschade

B.19

Leges voor verkrijgen/wijzigen van milieuvergunningen

Kosten milieucoördinatie (administratieve lasten en andere werkzaamheden gericht op milieu, zoals het maken van milieubeleid, het geven van milieuvoorlichting, e.d.; zie ook linker pagina)

B.20

Arbeidsweken besteed aan genoemde werkzaamheden door eigen personeel

B.21

9 Raming van de hiermee gemoeide arbeidskosten (loon, incl. sociale voorzieningen)

B.22

Kosten van het laten uitvoeren van bovengenoemde werkzaamheden door derden

Kosten milieuonderzoek (onderzoek gericht op vermindering milieuverontreiniging van leefomgeving buiten uw bedrijf, a.g.v. zélf geproduceerde afvalstoffen en emissies; dus exclusief milieuonderzoek naar producten. Zie ook linker pagina) B.23

B.24

Kosten milieuonderzoek verricht door eigen personeel (incl. loon en sociale voorzieningen) Kosten milieuonderzoek verricht door derden

5

Arbeidsweken in 2004

C.

1.

Toelichting

Milieuvoorzieningen Voorzieningen die primair tot doel hebben om milieuverontreiniging van de leefomgeving buiten uw bedrijf – als gevolg van zélf geproduceerde afvalstoffen en emissies – te verminderen. Maatregelen gericht op milieuverbeteringen binnen uw bedrijfslocatie dus niet meetellen, zoals luchtverversing van kantoren of verbeteringen op basis van de Arbowet. Voorzieningen voor incidentele emissies of calamiteiten ook niet meetellen.

2.

Terugverdientijd milieuvoorzieningen Alle investeringen in de bij 1. bedoelde milieuvoorzieningen meetellen – óók als die rendabel zijn, tenzij de rentabiliteit (winstgevendheid) zo groot is dat de investering in minder dan drie jaar wordt terugverdiend. Winstgevendheid is het verschil tussen jaarlijkse opbrengsten en kosten van de voorziening. Een besparing (bijv. op energiekosten), die direct het gevolg is van een voorziening, ook als opbrengst beschouwen. Genoten investeringssubsidies en vermeden milieuheffingen worden daarentegen NIET als opbrengst gezien!

C.1

TOEGEVOEGDE milieuvoorzieningen Voorzieningen/maatregelen die primair tot doel hebben om negatieve effecten van milieuverontreiniging van de leefomgeving buiten uw bedrijf te verminderen zónder de werkelijke oorzaak daarvan te verzwakken of weg te nemen. Zo is het aanbrengen van geluidsisolatie op een luidruchtige machine een toegevoegde voorziening, omdat daarmee alleen de overlast (geluidshinder voor derden) wordt verminderd, terwijl de oorzaak (de machine zelf) geen verandering ondergaat. Wordt wél de oorzaak veranderd, dan is sprake van een ‘procesgeïntegreerde’ milieuvoorziening (zie C.2). Toegevoegde milieuvoorzieningen zijn dus vooral gericht op ‘symptoombestrijding’ en worden om die reden ook wel in verband gebracht met het toepassen van ‘schoonmaak-technologie’.

C.2

PROCESGEÏNTEGREERDE milieuvoorzieningen Voorzieningen/maatregelen die primair tot doel hebben om de oorzaak van milieuverontreiniging van de leefomgeving buiten uw bedrijf te verzwakken of geheel weg te nemen. Zo is een investering in een geluidsarme (en dus duurdere) brander een ‘procesgeïntegreerde’ milieuvoorziening, omdat de geluidsarme brander (door toepassing van ‘schone technologie’) er direct voor zorgt dat de oorzaak van geluidshinder wordt verzwakt. Wordt daarentegen alleen een geluiddemper aangebracht zónder de (luidruchtige) brander te vervangen, dan wordt de investering in de geluiddemper als een ‘toegevoegde’ milieuvoorziening beschouwd. Op pagina 9 worden ‘procesgeïntegreerde’ voorzieningen behandeld in vraag C.2.

3.

Bepaling investeringsbedrag – Het investeringsbedrag (excl. BTW) opgeven in het jaar waarin de milieuvoorziening als geheel bedrijfsklaar ter beschikking komt. Deze regel geldt ook als de realisatie van de investering meerdere jaren in beslag neemt. – Ook indien u via huurkoop of lease geïnvesteerd heeft in bedoelde milieuvoorzieningen, dan s.v.p. het bijbehorend bedrag ramen, zo nodig op basis van 36 maal de maandelijkse huur- of leaselasten. – Bij ‘toegevoegde’ voorzieningen (zie C.1) geeft u het bijbehorende investeringsbedrag voor de volle 100% op. – Bij ‘procesgeïntegreerde’ voorzieningen (zie C.2) gaat u ook uit van het gehele investeringsbedrag, inclusief de onlosmakelijk aan de voorziening verbonden apparatuur of bouwkundige voorzieningen. Vervolgens wordt u gevraagd met een percentage aan te geven welk deel van het investeringsbedrag direct te maken heeft met verbetering van het milieu. Vaak is het milieuaandeel (in een %) vast te stellen aan de hand van de meerkosten van de investering ten opzichte van vergelijkbare investeringen waarbij géén milieudoel wordt gediend. Voorbeeld: een HR-ketel kost € 4000,– terwijl voor een vergelijkbare niet-HR-ketel € 3000,– betaald moet worden. Het milieu-aandeel van de investering in de HR-ketel is gelijk aan de meerprijs, gedeeld door de totale investering; dus 1000/4000 (25%).

Let op: Als bedoelde meerkosten in minder dan drie jaar worden terugverdiend, dan moet de bijbehorende procesgeïntegreerde milieuvoorziening NIET worden opgegeven; zie ook de toelichting hierboven bij 2.

Voorbeelden van beide typen MILIEUVOORZIENINGEN, zie pagina 8.

6

C.

Investeringen in milieuvoorzieningen

Investeringen worden als een milieuvoorziening beschouwd, als het volgende geldt: 1.

Het moeten voorzieningen/maatregelen zijn die primair gericht zijn op vermindering van milieuverontreiniging buiten uw bedrijf.

2.

Alle (ook winstgevende) investeringen in deze voorzieningen opgeven, tenzij de terugverdientijd korter dan drie jaar is.

3.

Er worden twee typen milieuvoorzieningen onderscheiden: – TOEGEVOEGDE voorzieningen (zie vraag C.1)

: verminderen van nadelige milieu-effecten staat centraal; de oorzaak blijft ongemoeid;

– PROCESGEÏNTEGREERDE voorzieningen (zie C.2): veranderen of wegnemen van de oorzaak van milieuverontreiniging staat hier centraal. C.1

TOEGEVOEGDE milieuvoorzieningen Investeringen in toegevoegde milieuvoorzieningen in 2004 bedrijfsklaar beschikbaar gekomen

Indeling voorzieningen

Investeringsbedrag per voorziening (zie ook 3. op pagina 6) Totaal (excl. btw)

waarvan:

Gaarne per voorziening een korte omschrijving geven van maximaal drie regels (extra voorbeelden zie pagina 8)

Zie instructie bij u hieronder

s.v.p. afronden in 1000-tallen; dus € 21.568 noteren als:

a. bouwkundig deel b. machines & b. apparatuur

(1)

(2)

(3)

(4)

000,–

000,–

000,–

000,–

000,–

000,–

000,–

In kolom (2) wordt u gevraagd elke milieuvoorziening in te delen naar het doel waarop de voorziening is gericht. Zo geeft u ‘het tegengaan van geluidshinder’ (bijv. met een geluiddemper) aan met een ‘G’ in kolom (2). Er zijn acht codes: NB: Bij voorkeur één code per investering noteren. Zijn er evenwel meerdere doelen per milieuvoorziening, kies dan de twee belangrijkste.

7

Bijv. een stof of gas; met name te noemen

22 000,– 000,–

u

Wat wordt door de voorziening teruggedrongen?

(5)

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

W

Waterverontreiniging

G

Geluidshinder

L

Luchtverontreiniging

N

Natuur en landschap

E

Energiebesparing/CO2-reductie

O

Onbekend

B

Bodem-/grondwaterverontreiniging

A

Afvalstoffen

Voorbeelden MILIEUVOORZIENINGEN TOEGEVOEGDE milieuvoorzieningen:

PROCESGEÏNTEGREERDE milieuvoorzieningen:

WATERVERONTREINIGING Opslag en transport afvalwater: – afvalwaterstromen milieuvriendelijk sturen door scheiding van rioleringsstelsels; – koelwaterstromen milieuvriendelijk sturen door speciale koelwatercircuits; – buffertanks voor afvalwater (voorkomen van pieklozingen).

WATERVERONTREINIGING – vermindering watergebruik, hergebruik water; – extra kosten van speciale appendages (w.o. afsluiters en kleppen, asafdichtingen op pompen); – extra pompcapaciteit (waardoor lagere lozingstemperatuur); – extra kosten voor gesloten koelwatercircuits; – gebruik van duurdere, minder vervuilende apparatuur; – toepassing van minder vervuilende (productie)processen (bijvoorbeeld het gebruik van relatief milieuvriendelijke gronden hulpstoffen).

Afvalwaterzuivering (mechanisch, biologisch of fysisch-chemisch) Andere toegevoegde voorzieningen: – olie- en vetafscheiding; – opslag, opwerking en behandeling van waterzuiveringsslib; – koeltorens (indien voor terugdringen thermische verontreiniging); – koelvoorzieningen voor te lozen ketelaftapwater en stoomcondensaat ; – meetapparatuur voor lozings- en concentratiemetingen.

LUCHTVERONTREINIGING – voorzieningen aan of ombouw van verbrandingsinstallaties ter beperking van emissie en stank; – tanks met drijvende daken; – extra kosten van speciale appendages; – vacuümpompen ter vervanging van (stoom)ejecteurs; – hergebruik van afvalgas i.v.m. luchtverontreiniging; – gebruik van duurdere, minder vervuilende apparatuur; – toepassing van minder vervuilende (productie)processen (bijvoorbeeld het gebruik van relatief milieuvriendelijke gronden hulpstoffen).

LUCHTVERONTREINIGING Zuivering van afvalgassen: – zwaartekracht- en traagheidsafscheiding (cyclonen en centrifuges); – filters (elektro-, doek-, kaars-, adsorptie-, bio-); – bio- en gaswassers, natte stofvangers; – thermische en katalytische verbranding van afvalgassen.

ENERGIEBESPARING/CO2-REDUCTIE (voorzieningen voor energiebesparing buiten uw bedrijf niet opgeven)

Beperking van het ontstaan van afvalgassen: – maatregelen ter beperking van stuiven bij opslag, overslag en transport; – systemen voor dampopvang en -terugwinning.

Nieuwe energie-efficiëntere procesinstallatie door: – verbeterde branders of warmtewisselaars; – integratie van processen of betere procesbesturing; – verwarming met meer directe warmteoverdracht; – aangepaste droogtechnieken; – in processen geïntegreerde warmtepompen; – elektromotoren met hoog rendement en/of regelbare toerenregeling.

Verbetering verspreiding luchtverontreinigende stoffen in atmosfeer: – verhoging bestaande schoorsteen of extra hoogte nieuwe schoorsteen; – extra verwarming van koude afgassen en rookgassen i.v.m. extra pluimstijging. Andere toegevoegde voorzieningen: – fakkel-, stoom- of waterinjectiesystemen t.b.v. betere verbranding; – meetapparatuur voor emissie- en concentratiemetingen.

Milieuvoorzieningen in een 'energiezuinig gebouw' BODEM- EN GRONDWATERVERONTREINIGING – meerkosten dubbelwandige vaten (indien geïnstalleerd t.b.v. grondwater- of bodembescherming).

ENERGIEBESPARING/CO2-REDUCTIE – isolatie van gebouwen en installaties; – installaties voor warmteterugwinning; – warmtekrachtinstallaties, brandstofcellen, wamtepompen.

AFVALSTOFFEN – terugvoeren van afvalstoffen in het productieproces; – vermindering gebruik gronden hulpstoffen ter beperking van afval; – het gebruik van relatief milieuvriendelijke gronden hulpstoffen; – vervanging van PCB-houdende condensatoren of transformatoren; – toepassing van minder vervuilende (productie)processen ter beperking van afval (bijvoorbeeld het gebruik van relatief milieuvriendelijke gronden hulpstoffen).

BODEM- EN GRONDWATERVERONTREINIGING – vloeistofdichte bodemisolatie (evt. met opstaande randen of dijken), incl. drainagesystemen, pompen, leidingen en verzamelbekkens; – opvang mors- en lekverliezen; – voorzieningen aan ondergrondse opslagvaten en leidingen, indien voor grondwater- of bodembescherming vereist en niet voor langere levensduur; – verwijdering van ondergrondse opslagvaten en leidingen indien voor grondwater- of bodembescherming vereist.

GELUIDSHINDER – afgeveerde en flexibele appendages e.d.; – trillingdempende funderingen; – hergroepering van gebouwen of installaties voor minder geluidshinder; – speciale maatregelen bij de (re)constructie van gebouwen (incl. geluidsisolatiemateriaal aan gebouwen); – apparatuur met een (door de constructie bepaald) laag geluids- c.q. trillingsniveau; – geluidsarme branders op fakkels.

AFVALSTOFFEN Opslag en transport afvalstoffen in eigen beheer: – (speciale) voertuigen, eigen containers, overslagstations; – opslag en opvang van afgewerkte olie, chemische afvalstoffen, e.d.

Behandeling afvalstoffen in eigen beheer: – sorteren en scheiden; thermische behandeling (bijv. droge destillatie); – verdichten, comprimeren, ontgifting, neutralisatie en ontwatering (ONO); – afscheiding van zware metalen; – stort op eigen terrein (zowel inrichting en exploitatie als grondwaterbescherming en eindafwerking); – verbranding van afvalstoffen (excl. verbranding van archieven e.d.).

NATUUR EN LANDSCHAP – voorkomen van aantasting van natuur en landschap (bijv. een omweg naar een locatie, schuinboren); – extra kosten voor aan het landschap aangepaste hoogspanningsmasten; – maatregelen ter beperking van grondwatergebruik.

GELUIDSHINDER – omkasting en akoestische isolatie van machines en leidingen; – geluiddempers; -schermen en -wallen; meetapparatuur. NATUUR EN LANDSCHAP – groengordels, aarden wallen, rond fabrieks- of industrieterreinen; – herinrichting van het landschap (bijv. bij afgravingen); – zichtbaar maken van hoogspanningslijnen ter voorkoming van vogelaanvaring. 8

C.

Investeringen in milieuvoorzieningen (vervolg)

C.2

PROCESGEÏNTEGREERDE milieuvoorzieningen Daarbij gaat het primair om het wegnemen of verzwakken van de oorzaak van milieuverontreiniging buiten uw bedrijfslocatie voorzover die het gevolg is van door uw bedrijf geproduceerde afvalstoffen en emissies. Alle (ook winstgevende) investeringen in 'procesgeïntegreerde' voorzieningen opgeven, tenzij de terugverdientijd korter dan drie jaar is. (zie ook C.2 van Toelichting op pagina 6)

Investeringen in procesgeïntegreerde milieuvoorzieningen in 2004 bedrijfsklaar beschikbaar gekomen Gaarne per voorziening een korte omschrijving geven van maximaal drie regels (extra voorbeelden zie linker pagina)

(1)



Investeringsbedrag per voorziening (zie ook 3. op pagina 6) Totaal (excl. btw)

waarvan:


a. bouwkundig deel b. machines & b.apparatuur

22 000,–

(2)

000,–

000,–

000,–

000,–

000,–

000,–

NB: Bij voorkeur één code per investering noteren. Zijn er evenwel meerdere doelen per milieuvoorziening, kies dan de twee belangrijkste.

Als % van het totaal in kolom


(4)

000,–

In kolom (2) wordt u gevraagd elke milieuvoorziening in te delen naar het doel waarop de voorziening is gericht. Zo geeft u ‘het tegengaan van luchtverontreiniging’ (bijv. met een speciaal daarvoor aangepaste brander) aan met een ‘L’ in kolom (2). Er zijn acht codes:


(3)

(3)

000,–

u

Milieuaandeel

(5)

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

a.

000,–

b.

000,–

(6)

%

%

%

%

%

%

%

%

W


G

Geluidshinder

L


N

Natuur en landschap

E

Energiebesparing/CO2-reductie

O

Onbekend

B


A

Afvalstoffen

Z.O.Z. Ú 9

C.

C.3

Investeringen in milieuvoorzieningen (slot)

PLANNEN voor milieuvoorzieningen Deze vraag gaat over de plannen van uw bedrijf voor de milieuvoorzieningen die in 2005 of 2006 bedrijfsklaar beschikbaar zullen komen. (zie ook 1. en 2. van Toelichting op pagina 6)

PLANNEN voor milieuvoorzieningen; investeringen die in 2005 of 2006 bedrijfsklaar beschikbaar zullen komen


Welk jaar gereed?

Verwacht investeringsbedrag per voorziening (excl. btw)

Milieuaandeel


Gaarne per voorziening een korte omschrijving geven van maximaal drie regels (extra voorbeelden zie pagina 8)


Noteer 2005 of 2006


Als % van het totaal in kolom


(2)

(3)

(1)

u

In kolom (2) wordt u gevraagd elke milieuvoorziening in te delen naar het doel waarop de voorziening is gericht. Zo geeft u ‘het tegengaan van geluidshinder’ (bijv. met een geluiddemper) aan met een ‘G’ in kolom (2). Er zijn acht codes: NB: Bij voorkeur één code per investering noteren. Zijn er evenwel meerdere doelen per milieuvoorziening, kies dan de twee belangrijkste.

10

22 000,–

(4)

(4) (5)

000,–

%

000,–

%

000,–

%

000,–

%

000,–

%

000,–

%

000,–

%

000,–

%

(6)

W


G

Geluidshinder

L


N

Natuur en landschap

E

Energiebesparing/CO2 - reductie

O

Onbekend

B


A

Afvalstoffen

mevrouw,

Recommend Documents