STAGEINSTELLINGEN ONDERZOEK HJO-JURISTEN ZUYD HOGESCHOOL Geachte heer/mevrouw, De Hogere Juridische Opleiding (HJO) is ontstaan vanuit de voormalige opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD). Bij de omvorming van SJD naar HJO is SJD ontwikkeld als afstudeerprofiel binnen HJO. Voor velen is het begrip HJO’er onbekend. Samenvattend is de HJO’er: Een juridische (vooral prejudiciële) dienstverlener, die belangen behartigt, problemen vanuit meer dan alleen de juridische optiek kan benaderen en oplossen, dat doet in samenwerking met andere professionals en altijd gericht is op het leveren van een wezenlijke bijdrage aan de organisatie of de cliënt wiens belangen hij behartigt. Zijn eigen professionele kennis is zijn belangrijkste tool, die hij met het oog op het grotere belang dat zijn inzet vereist, ook kan relativeren. Inmiddels zijn er 3 lichtingen HJO’ers aan Zuyd Hogeschool afgestudeerd, 20102011-2012. Door de recente herwaardering en curriculumwijziging van de Hogere Juridische Opleiding van Zuyd Hogeschool, faculteit management en recht in Sittard, is een aantal vragen gerezen omtrent de afstemming van de opleiding HJO Algemeen Juridisch en Sociaal Juridisch op het werkveld in de nabije Euregio. De vragen betreffen zowel de onderwijsinhoud, als de verkenningen of we adequaat opleiden voor de markt en zo ja, hoe die markt er dan uit ziet. Het Lectoraat van de opleiding is gevraagd een onderzoek uit te voeren naar werkzaamheden en doorgroeimogelijkheden van HJO’ers, om een helder beeld te scheppen over de studie en de beroepsgroep. In het kader van dit onderzoek wordt deze vragenlijst aan afgestudeerde alumni, stageadressen en werkgevers gestuurd en zullen bovendien een aantal werkgevers en stageverleners van HJO’ers worden geïnterviewd. Met behulp van de resultaten van het onderzoek wordt beoogd de functies en doorgroeimogelijkheden van de HJO’er in kaart te brengen. Dit kan bijdragen aan het creëren van een grotere bekendheid van de opleiding HJO en de daarbij behorende beroeps- en ontwikkelmogelijkheden, en zal tevens van belang zijn in het kader van het innoveren van de opleiding.
Deze vragenlijst is samengesteld met behulp van een onderzoek aan de Hogeschool Utrecht, over functievorming, kwaliteit en doorgroei van HBO-juristen.1 Alsmede het proefschrift van Suzanne de Rooij, over de positionering van de HBO-jurist in de wereld van de klassieke beroepen. 2 Het is voor ons en onze opleiding van groot belang dat u deze vragenlijst invult. We rekenen dan ook graag op uw medewerking. Voor de duidelijkheid en uw zekerheid hierbij een aantal belangrijke punten: - De gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld en komen alleen in handen van de onderzoekers. - Er bestaan geen goede of foute antwoorden. In dit onderzoek gaat het om uw mening. - Probeer altijd een antwoord in te vullen, ook als u twijfelt. - U bent ongeveer 15-20 minuten kwijt aan het invullen van deze vragenlijst. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking!
Stijn Geelen LLB Mark Groenendal LLB Anne Janssen LLM Mr Eric van de Luytgaarden, lector
1
Janssen, J. & Keesen, M. (2012). HBO-juristen: nieuwe professionals in organisatie. Utrecht: Hogeschool Utrecht. 2
Rooij, S. de. (2012). De hbo-jurist: kans of bedreiging? Nijmegen: WLP.
Enquêtevragen stage-instellingen Organisatie 1. Wat voor organisatie is het? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Gemeente Provincie Deurwaarderkantoor Incassobureau Bedrijfsleven Politie Notariskantoor Advocatenkantoor Openbaar Ministerie Rechtbank Bureau Jeugdzorg Bureau Sociaal Raadslieden Schuldhulpverlening Juridisch loket Reclassering UWV Anders, namelijk: Niet van toepassing
2. Wat is de omvang van uw organisatie? 1. 2. 3. 4. 5.
Eenmanszaak 2-50 medewerkers 51-250 medewerkers 250-1000 medewerkers > 1000 medewerkers
3. Hoeveel juristen werken bij uw organisatie? 1. 2. 3. 4. 5.
0-20% 20-40% 40-60% 60-80% 80-100%
4. Zijn er mensen bij u werkzaam (of werkzaam geweest) die de Hogere Juridische Opleiding hebben afgerond of volgen (stagiaires)? 1. 2. 3. 4.
Ja, beide Ja, afgerond Ja, volgen Nee
Indien nee, ga naar vraag 15 5. Welk opleidingsprofiel hebben deze personen gevolgd? Meerdere antwoorden zijn mogelijk 1. Algemeen juridisch profiel 2. Sociaal juridisch profiel 3. Weet ik niet Werkzaamheden HJO’er 6. Wat is de officiële functienaam voor de HJO’er die bij u werkzaam is? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Juridisch medewerker Gerechtsecretaris Proces vertegenwoordiger HBO-jurist Rechtshulpverlener Juridisch adviseur Jurist Junior jurist Juridisch stafmedewerker Juridisch beleidsmedewerker Juridisch consulent Anders, te weten……………………………
7. Wat voor werkzaamheden verricht iemand in die functie bij u? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 1. 2. 3. 4. 5.
Uitvoerend Voorbereidend Adviserend Beleidsmatig Anders, te weten………………………
8 Heeft de HJO’er leidinggevende taken? 1. Ja 2. Nee 9. Werkt de HJO’er in teamverband? 1. 2. 3. 4.
Ja, altijd Ja, regelmatig Ja, een enkele keer Nee, deze werkt solo
Loopbaanperspectief (indien van toepassing) 10. Wat verdient een beginnende HJO’er bij u? (welke schaal) 11. Wat verdiend een beginnende academicus bij u? (welke schaal) 12. Die je als jurist binnen uw organisatie academicus te worden om door te groeien? 1. Ja 2. Nee 13 Wat is het haalbare eindniveau (welke schaal) voor de HJO’er? 14. Wat is het haalbare eindniveau (welke schaal) voor de academicus? Aansluiting opleiding – praktijk Hieronder worden een aantal competenties genoemd en per competentie wordt een vraag gesteld. We willen weten in hoeverre het belangrijk is voor het uitoefenen van een functie die de HJO’er vervult of zou kunnen vervullen binnen uw organisatie. Voorafgaand aan de vragen wordt uitgelegd wat de competentie inhoudt. Adviseren: het adviseren van klanten, medewerkers en opdrachtgevers bij juridische vragen en problemen. 15. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig
Belangen behartigen: behartigen van de juridische belangen van klanten en opdrachtgevers en het verlenen van rechtsbijstand. 16. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Bemiddelen: Onderhandelen en bemiddelen In een geschil of conflict om tot een oplossing te komen. 17. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Coördineren van werkprocessen: het coördineren van werkprocessen binnen de organisatie en het daarbij bewaken van juridische en bestuurlijke procedures en termijnen. 18. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Diagnosticeren: selecteren en analyseren van externe informatie op juridische en maatschappelijke relevantie. 19. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Regulering: Signaleren van effecten van (nieuwe) wet- en regelgeving voor klanten en de eigen organisatie en voorstellen van verbeteringen in de werkprocessen of het beleid van de organisatie. 20. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig
Beoordelen en implementatie: het beoordelen, binnen de eigen expertise die op bepaalde gebieden is verworven, van uitkomsten van (wetenschappelijk) onderzoek op hun toepasbaarheid en vertaalt ze in een advies voor implementatie. 21. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Integrale dienstverlening: kan op integrale wijze (juridische of juridisch georiënteerde ) vragen en problemen van cliënten zelf en /of m.b.t. de wisselwerking tussen cliënten en hun omgeving behandelen. 22. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Bevorderen zelfredzaamheid cliënt: kan de dienstverlening afstemmen op de mate van zelfredzaamheid van de cliënt en kan (op methodische wijze) de zelfredzaamheid van de cliënt vergroten. 23. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Signalering en preventie: kan de effecten van beleid en wet- en regelgeving signaleren en/of onderzoeken en daarbij politiek-maatschappelijke ontwikkelingen betrekken. Kan op beleidsmatig niveau een bijdrage leveren aan de organisatie en/of de samenleving ter verbetering van de regelgeving en daarbij politiek-maatschappelijke ontwikkelingen betrekken. 24. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig
Dossiermanagement: kan een dossier beheren naar de kwaliteitseisen van een organisatie. 25. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Informatieverzameling en –verwerking: kan brede informatiebronnen aanboren en deze informatie toegankelijk maken voor anderen en beschikt over ruime vaardigheden op het gebied van digitale kennissystemen (ICT). 26. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Administratief-organisatorische vaardigheden: kan een bijdrage leveren aan verbetering van de interne bedrijfsprocessen in een juridische werkomgeving door advisering en/of implementatie van kwaliteitszorgsystemen. 27. Hoe belangrijk is deze competentie voor het uitoefenen van de functie? 1. Onmisbaar 2. Niet onmisbaar maar wel nuttig 3. Niet nodig Oordeel/evaluatie HJO’er (indien van toepassing) 28. Vindt u dat de HJO’er breed genoeg is opgeleid of dient deze nog breder opgeleid te worden? 1. Ja, deze is breed genoeg opgeleid 2. Ja , maar er is nog ruimte voor verbreding 3. Nee, verbreding van de opleiding is noodzakelijk 29. Heeft de HJO’er de kwalificaties die u van belang vindt? 1. Ja 2. Nee 30. Bent u tevreden over de werkzaamheden die de HJO’er binnen uw organisatie verricht? 1. Ja 2. Nee
31. Indien de verbreding van de opleiding noodzakelijk is, in welke richting gaat uw voorkeur uit (meerdere opties mogelijk): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
kennis van Europa kennis van Europees recht kennis van internationalisering kennis van het Nederlandse recht inzicht in grensoverschrijdende problematiek sterkere communicatieve vaardigheden sociale intelligentie emotionele intelligentie algemene ontwikkeling persoonlijk leiderschap management vaardigheden delegatie vaardigheden organisatie vaardigheden zelfstandigheid presentatie creativiteit proactief handelen multidisciplinariteit samenwerken mediation vaardigheden automatiseringsvaardigheden Anders, te weten……….