# Doel* Gebruik van de metabole monitor.
# Toepassingsgebied Intensive Care.
# Indicatie Meten caloriebehoefte door middel van indirecte caloriemetrie van de IC-patiënt met een endotracheale tube of canule.
Contra-indicatie
FiO2 >80% (kan dan niet goed meten); Continue verneveling die niet mag of kan worden onderbroken; Groot luchtlek (bijvoorbeeld via pleuradrain).
Wanneer een patiënt PEEP > 10 cm H2O heeft, dan volgens protocol endot racheaal uitzuigen, document 027195, ontkoppelen.
# Definities De gasmodule meet het O2-verbruik en de CO2-produktie. Glucose + O2 -> H2O + CO2 + energie. Hieruit kunnen de EE en de RQ worden berekend. EE: Energy Expendit ure, energieverbruik in kCal per dag. RQ: Res pirat oir Quotient, geeft indruk van het metabolisme. Normaalwaarden 0,80 – 0, 85. RQ < 0,80 = ondervoeding, RQ > 0,85 = overvoeding.
# Aard handeling Deze handeling wordt in opdrac ht van een arts uitgevoerd. Een I C verpleegkundige sluit de monitor aan en voor het afsluiten dienen de resultaten door een arts gecontroleerd te worden.
# Materiaal*
Metabole monitor
Disposable sensoren en slangen
Di sposable sensoren en slangen Sensoren en slangen zijn patiëntgebonden, liggen in mandje van metabole monitor en in de grote berging C1b, kast 2, lade 3. Vochtvanger (di sposable wateropvangpotje) Wordt ieder half jaar vernieuwd door de instrumentele dienst. Vocht vangers liggen in mandje van metabole monitor en in de steriele dienst van C1b.
Sensor volwassenen: (vanaf een teugvolume van > 300 ml) bovenste op de afbeelding.
Sensor kinderen: ( vanaf 5 kg en met een teugvolume van 15 – 300 ml) onderste op de afbeelding. Let op: bij volwassenen met een teugvolume < 300 ml een kinders ensor gebruiken!
# Werkwijze* Zie ook de instructiefilm. VOORBEREIDING
Haal de vocht vanger uit de metabole monitor en droog deze goed af (m.n. het zwarte plastic aan de binnenkant goed afdrogen, zie onderstaande afbeelding) en plaats deze terug in de metabole monitor.
Bevestig eerst de slangen aan de metabole monitor VOORDA T je de metabole monitor aanzet. Zie onderstaande afbeelding.
Monitor aanz etten.
Monitor start automatisch de zelftest, het calibreren en het nullen.
Patiëntgegevens invullen Druk op Dat a & Pagina’s, daarna opname/ontslag en voer lengte en gewicht in, zoals beschreven is in EPIC. Wanneer er twijfel is of het gewicht van de patiënt nog actueel is, overleg met de arts en verander zonodig het gewicht in EPIC.
De monitor staat aut omatisch ingesteld voor volwassenen. Wanneer de patiënt een kind is, verander dan de modus naar kinderen. Druk op “monitor setup”, “parameter setup”, “spiromet ergas-uit wi”, “sens ortype” en “pediatr”.
D E METING
Zet de Fisher & Paykel tijdens de meting uit (i. v.m. het voorkomen van het vochtig worden van de sensoren tijdens de meting).
Plaats de sensor tussen de swivel en de beademingsslangen aan de patiënt. Zorg ervoor dat het cijfer 2 op de sensor droog blijft, dus in een "V-positie" aansluit en aan de patiënt, zodat er geen water in de sens or loopt. Ook tijdens de meting NIE T VERNEVELE N. Hierdoor worden de sensoren vochtig en beschadigd de monitor. Zie afbeeldingen hieronder.
De meting duurt 1 uur. Zorg dat je tijdens de meting de patiënt zo min mogelijk prikkelt, om ee n zo goed mogelijke meting te kunnen uit voeren. Dus bijvoorbeeld niet mobiliseren / wisselligging geven.
Cont roleer of er na 15 minut en grijze getallen rechts onderaan in beeld komen.
AFSLUITING VAN DE METING
Nadat de meting klaar is, geef je dit door aan de arts. De arts controleert de resultat en. In EP IC is nog geen order waar je de waarde kunt noteren. Hier wordt aan gewerkt.
Je haalt de disposable slangen / sensor tussen de swivel en de beademingsslangen uit. Je zet de metabole monitor uit, haalt de vocht vanger eruit, om deze weer goed droog te maken, je plaats deze terug in het apparaat en vervolgens zet je het apparaat weer opnieuw aan (dit omdat je anders telkens apneu alarmen krijgt). Je koppelt de slangen nog NIE T van de metabole monitor af, je koppelt deze alleen af van de beademingsslangen.
Je laat de metabole monitor nog 30 min aanstaan, zodat de metabole monitor kan drogen, zodat het eventuele vocht in het apparaat en de slangen nog verdwijnt. Zet de Fisher & Paykel weer aan.
Je koppelt de slangen af van de metabole monitor en doet deze in een plastic zak met sticker met de naam van de patiënt en de datum erop (slangen mogen onbeperkt bewaard blijven). Je legt deze op het aanrecht op de kamer van de patiënt. Je zet het apparaat uit en je kijkt of er nog wat er in de voc ht vanger zit en maakt de vocht vanger nogmaals droog zo nodig. Metabole monitor retour berging C1B.
# Controles # Opmerkingen
Bij event uele problemen kan contact opgenomen worden met Jeroen Verwiel: *811288;
In combinatie met deze meting dient in opdracht van een arts, een 24 uurs - urine op ureum te worden bepaald voor een volledige berekening van de stikstofbalans (voor het berekenen van de eiwitbehoeft e); In het voedingsprotocol staat beschreven hoe vaak je de metabole meting doet bij patiënten;
De alarmen die de metabole monitor kan aangeven en welke acties je hierop kan ondernemen zijn: Alarm Vervang vocht vanger
Actie s op het alarm Er is teveel vocht aanwezig in het systeem. Maak het opvangpotje droog met een onsteriel gaasje en laat de metabole monitor circa een uur aanstaan (met de gele slangen eraan), zodat het apparaat zich geheel goed droog kan blazen. Probeer hierna het systeem
weer aan de patiënt aan te sluiten. Wanneer het probleem zich blijft voordoen dan vervang je de gele slangen voor nieuwe. Wanneer het probleem zich blijft voordoen, neem je contact op met Jeroen Verwiel *811288. PEEP te laag/hoog
Lage Flow/ Apneu
Getallen kCal en RQ komen niet in beeld
De metabole monitor geeft ook beademingsalarmen aan. Wij kijken hier niet naar, omdat wij een beademingsmonitor hebben. Je kunt de alarmen uitzetten door naar “Alarmset up” te gaan, “Geluid & Visueel”en vervolgens “Apneu & ECG audio uit” te kiezen. De metabole monitor is niet aangeslot en aan de patiënt, waardoor er weinig flow is en er een apneu wordt waargenomen. Sluit de metabole monitor aan de patiënt aan. Druk op “trends” en dan verschijnen de getallen in beeld, zie onderstaande afbeelding.
# Bijlagen # Referenties # Literatuur # Distributielijst Auteur: mw. F. Janssen / mw. M. Bonn, februari 2014 (versie 2) Verantwoordelijk medicus: mw. drs. M. Hilkens
# Einde document
