‘Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’ Een onderzoek naar het ontwikkelen van een behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness door middel van de inzet van de oervormen uit de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ voor volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten
Christiane Kaiser Studentnummer: 442206 Nijmegen 2010/2011 Projectbegeleider: Suzanne Haeyen Tweede beoordelaar: Jan-Bart Söhne Creatieve Therapie Opleiding Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Dankwoord Ten eerste wil ik hier graag bedanken mijn respondenten Gabi Schilling, Ella MolenaarCoppens, Annemiek Gerlag, Ineke Boschloo, Tineke Demmer, Esther Krul, Michiel Czn. Dhont en mijn cliënten die zich als proefpersonen beschikbaar hebben gesteld. Heel erg bedankt voor de boeiende gesprekken, proefsessies en praktijkervaringen die ik met jullie opgedaan heb en die mij erg geïnspireerd hebben tijdens dit onderzoek. Ook wil ik hier mijn begeleider Suzanne Haeyen bedanken voor het begeleiden, meedenken en het geven van feedback. Verder wil ik mijn klasgenoten Froukje Kuiper, Ingemarie Sam, Ovy van Geloven en Antoinette van Dijk bedanken voor suggesties, kritische feedback en hun bemoedigende ondersteuning. Een bijzondere dank gaat naar die lieve mensen die mij vooral psychisch ondersteund hebben tijdends de onderzoeksperiode en tijdens de vier jaren van de gehele studie. Mijn beste vriend en verloofde Oliver Zielinski, mijn beste vriendin Wiebke Neuenhoff en mijn beste moeder Marita Ritter waren er altijd voor mij. Voor vier jaar ondersteuning tijdens de studie door middel van een overnachtingsplek, eten en zorgende begeleiding wil ik graag bedanken Eva Bong en Ans Nissen. Ook graag bedanken wil ik Betsy Klabbers voor het nakijken van mijn verslagen op de Nederlandse taal. Christiane Kaiser, 13 mei 2011
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
2
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Inhoudsopgave inhoudsopgave................................................................................................................... 3 samenvatting...................................................................................................................... 4 summary............................................................................................................................. 5 1. Inleiding........................................................................................................................ 1.1 aanleiding van het onderzoek................................................................................ 1.2 literatuurstudie en inhoudelijke orientatie............................................................. 1.3 kernbegrippen........................................................................................................ 1.4 probleem- en doelstelling...................................................................................... 1.5 onderzoeksvraag.....................................................................................................
6 6 8 16 18 19
2. Onderzoeksmethode.................................................................................................... 20 2.1 onderzoeksmethode en benadering......................................................................... 20 2.2 technieken en kwaliteitscriteria behorend bij de onderzoeksmethode................... 20 2.3 de dataverzamelingsmethoden................................................................................ 21 2.4 de databronnen........................................................................................................ 21 2.5 onderzoeksinstrumenten......................................................................................... 21 2.6 data-analyse............................................................................................................ 21 3. Resultaten.................................................................................................................... 23 4. Conclusie...................................................................................................................... 4.1 beantwoording onderzoeksvraag........................................................................... 4.2 discussie................................................................................................................. 4.3 aanbevelingen........................................................................................................
32 32 35 37
5. Referentielijst............................................................................................................... 38 6. Bijlagen.......................................................................................................................... 41 6.1 6.2 6.3 6.4
raamwerk behandelproduct controlelijst................................................................. 41 behandelproduct...................................................................................................... 42 interviewlijsten........................................................................................................ 46 aanvullende literatuuronderzoek............................................................................. 50 - Aandachtgerichte Cognitieve Therapie................................................................. 50 - de aanpak van ‚Geführtes Zeichnen’.....................................................................50 - Initiatische Therapie.............................................................................................. 51 - archetypes.............................................................................................................. 52 6.5 voorbeeld voor een opdracht ‘Geführtes Zeichnen’.................................................53 6.6 werkstukken van cliënten uit de proefsessies.......................................................... 55
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
3
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Samenvatting Met dit onderzoeksverslag wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ geïntegreerd kunnen worden tot een module/behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten zoals depressie en/of burnout. In de inleiding wordt beschreven hoe de onderzoekster is gekomen tot deze onderzoeksvraag en het onderzoeksonderwerp. Uit de literatuurstudie en de inhoudelijke oriëntatie bleek dat er vakkennis ontbrak over hoe men de oervormen uit ‘Geführtes Zeichnen’ in kan zetten bij het behandeldoel stressreductie en welke raakvlakken er tussen mindfulness en ‘Geführtes Zeichnen’ zijn. Daaruit volgen de doelstellingen en de hoofdonderzoeksvraag: Hoe kunnen de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ geintegreerd worden tot een product ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten zoals depressie en/of burnout? In dit praktijkonderzoek werd gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode ‘ontwikkelingsonderzoek met een interpretatiekwalitatieve benadering’ omdat het gaat om het ontwikkelen of ontwerpen van een behandelconcept. De dataverzameling vond plaats door middel van literatuuronderzoek, het houden van interviews en participerende observatie. Om de gegevens te analyseren werd gebruik gemaakt van formele inhoudsanalyse en het vormen van matrixen. Aan de hand van gegevens uit de semigestructureerde interviews met de beeldend therapeuten, de proefsessies met cliënten, eigen beeldende ervaringen met de oervormen en literatuuronderzoek werd een eerste opzet van een behandelconcept/product ontworpen. Middels de eerste opzet van dit behandelconcept krijgen beeldend therapeuten praktische handvatten hoe de oervormen in te zetten op basis van mindfulness bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten. Er zijn interventiemogelijkheden, mogelijke opdrachten, behandeldoelen, indicaties en contraindicaties beschreven. De conclusie van dit onderzoek is dat mindfulness en de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ goed gecombineerd kunnen worden. Naargelang de doelstelling kunnen de oervormen of trainingsgericht op basis van mindfulness of inzichtgevend volgens de methode ‘Geführtes Zeichnen’ worden ingezet binnen één ‘Beeldende Stress Reductie Training’. In het laatste hoofdstuk zijn de aanbevelingen beschreven. Het globale behandelconcept kan in de toekomst voortgezet en uitgebreid worden tot een module. Bovendien kan getest worden of het behandelconcept toepasbaar en effectief is binnen de praktijk. In de bijlagen is het behandelproduct te vinden, afbeeldingen van tekeningen van cliënten en praktische handvatten zoals interventiemogelijkheden voor beeldend therapeuten.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
4
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Summary This research transcript provides an answer to the issue on how the primary shapes of ‘Guided Drawing’ can be incorporated in the treatment (therapy) concept ‘Art therapeutic stress reduction training’ based on mindfulness (MBSR), with the aim of applying it to treat adult clients suffering from stress bonded disorders such as depression and/or burnout. In the introduction it is described how the author got the idea of this research issue and the research object. Literature study and orientation on the subject in general proved that expert knowledge was missing on how the primary shapes can be applied for treatment of stress reduction and on similarities/interactiveness between mindfulness and ‘Guided Drawing’. The outcome of the primary research led to the objective and the main research issue: How can the primary shapes of ‘Guided Drawing’ be incorporated in the treatment (therapy) concept ‘Art therapeutic stress reduction training’ based on mindfulness (MBSR), with the aim of applying it to treat adult clients suffering from stress-bonded disorders such as depression and/or burnout? In this practical research the investigation technique “developing research” is chosen. This method is based on qualitative-interpretative procedures. Using this method a therapy concept was created and developed. The gathering of data was done by literature research, the guiding of interviews and by participating observation. Secondly the data were analyzed by formal content analysis and by forming matrixes. Via the data collected from the semi-structured interviews, the test sessions with the clients, personal experiences during experimentation with the primary shapes and literature research, a first draught of the therapy concept was made. By means of this therapy concept the art therapists receive practical guidelines on how to use the primary shapes based on mindfulness for adult clients with stress-bonded disorders. The therapy concept describes intervention options, possible instructions, treatment aims and indication- and contra-indication. The conclusion of this research is that mindfulness and the primary shapes of ‘Guided Drawing’ can be combined very well. Depending on the treatment goals the primary shapes can be directed either at the training based on mindfulness or at getting understanding based on the method of ‘Guided Drawing’, within only one ‘Art therapeutic stress reduction training’. In the last chapter recommendations are described. In the future the therapy concept can be developed into an advanced, detailed module. The therapy concept can also be tested in the clinical or therapeutical practice for its usefulness and effectiveness. In the appendix the therapy concept/plan, pictures of drawings from clients and practical tools plus ways of intervention for art therapists can be found.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
5
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
1. Inleiding Opmerking vooraf In dit onderzoeksverslag is er gekozen voor de vrouwelijke vorm voor de ‘beeldend therapeut’ en de mannelijke vorm voor de cliënt. Dit werd gedaan vanwege de leesbaarheid van het verslag. Maar de cliënt en de beeldend therapeut kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. 1.1 Aanleiding van het onderzoek Met 20 jaar begon ik Tai Chi Chuan te oefenen en deed een opleiding daarin. Tai Chi Chuan is een Chinese vechtkunst. Binnen deze vechtkunst worden langzaam, vloeiende, slow motionachtige bewegingen uitgevoerd. De bewegingen zijn gebaseerd op het principe van ying en yang, het principe van de tegenstellingen zoals vrouwelijk en mannelijk, licht en donker, warm en koud enz. Wanneer je een heen beweging doet dan volgt ook een weer beweging. Vroeger werd Tai Chi ter zelfverdediging ingezet tegenwoordig wordt het ingezet om de gezondheid te bevorderen en ontspanning te genereren. Tai Chi wordt op een meditatieve manier geoefend. Het is een soort meditatie in beweging. Tai Chi bevordert het vergroten van de levensenergie, werkt rust gevend en ontspannend. Tijdens het oefenen van Tai Chi richt je je aandacht op de buikademhaling in samenhang met de vloeiende bewegingen die je uitvoert. Tai Chi heeft mij toen geholpen beter om te leren gaan met eigen stressklachten en angst- en paniekaanvallen, die voortvloeiden uit mijn seksueel misbruik verleden. Vanaf mijn negentiende levensjaar was ik bezig als Tai-Chi lerares. Later volgde nog een opleiding voor Yogalerares. Toen ik begon met de studie Creatieve Therapie Beeldende dacht ik al dat ik de positieve ervaringen die ik met Tai Chi had opgedaan, wilde verbinden met beeldende therapie. Tijdens de derde jaar van de opleiding Creatieve Therapie Beeldend heb ik één jaar en twee maanden stage gelopen in een psychiatrisch ziekenhuis in Herne (Duitsland). Het ziekenhuis is gespecialiseerd in de behandeling van volwassen cliënten in de leeftijd vanaf 18 tot 75 met psychische, psychosociale en psychosomatische ziektebeelden. Daar kwam ik de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ tegen die voor mij enkele parallellen met Tai Chi vertoonde. Het ‘Geführtes Zeichnen’ is voor een groot deel gebaseerd op beweging en aandachtgerichtheid. Ik merkte dat deze methode daarom goed bij mij paste. Binnen een eigen tekenproces voelde ik zelf de kracht die door het tekenen van de oervormen opgedaan werd. Blokkades losten zich op en ik kwam voor mezelf tot meerdere interessante inzichten. Binnen deze stage heb ik bovendien ervaring opgedaan met het inzetten van Aandachtgerichte Cognitieve Therapie in het werken met twee cliënten met een recidiverende depressie. De beeldende werkvormen die binnen de uitgevoerde sessies gehanteerd werden waren de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’. De ervaring met deze beeldende methode en de oervormen waren heel positief. De cliënten kwamen deels vaak met een hoog stressniveau binnen de sessie. Vanuit het oefenen van verschillende tekenbewegingen, zoals het herhalend tekenen van de liggende lemniscaat, een half ronde schaal en het tekenen van cirkelende bewegingen met twee handen, behorende bij deze methode, leek zich een spannings- en stressreducerend effect bij de depressieve cliënten voor te doen. Dit bracht mij op het idee een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ op basis van de oervormen uit de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ en de methode Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR) te ontwikkelen om te kijken of men deze twee methoden met elkaar kan combineren. Ik was benieuwd naar de raakvlaken die deze twee methoden met elkaar O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
6
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
hebben. Daarnaast was ik benieuwd naar op welke manier men de oervormen zodanig in kaart kan brengen dat er een volledige ‘Beeldende Stress Reductie Training’ van meerdere sessies ontstaat. Één of twee sessies vond ik gewoon te weinig om de kwaliteiten van mindfulness en de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ te kunnen ervaren en om deze te kunnen integreren in de beeldende therapie.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
7
Praktijkonderzoek
2.
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Literatuurstudie en inhoudelijke orientatie
De kernbegrippen zijn hierin behandelt en in de tekst als vetgedrukt markeert. 2.1
Mindfulness
Mindfulness, vertaald in het Nederlands, betekent aandachtgerichtheid of oplettendheid. Volgens Segal, Williams & Teasdale (2004) betekent ‘Aandachtgerichtheid’ aandacht geven op een bijzonder manier: bewust, op het moment zelf, en niet oordelend’. Mindfulness is een meditatievorm die oorspronkelijk in de boeddhistische tradities uit Azie gedurende 2500 jaar werd ontwikkeld. Oplettendheid is: je van elk moment bewust te zijn. Volgens Kabat-Zinn (2006) wordt oplettendheid ontwikkeld door doelbewust aandacht te schenken aan dingen waar de mens gewoonlijk niet bij stilstaat. ‘Het is een middel om diep in jezelf te kijken, met als doel zelfonderzoek en inzicht in jezelf.’ (Kabat Zinn, 2004, p.26-27) Bovendien kan het ontwikkelen van oplettendheid tot ontdekking van diepgelegen terreinen van ontspanning en gemoedsrust leiden. 2.2
Mindfulness-Based Stress Reduction
Mindfulness-Based Stress Reduction, in het kort MBSR, werd ontwikkeld door Jon KabatZinn in 1979 aan de Universiteit van Massachusetts. Het stressreductieprogramma is gebaseerd op een systematische training in oplettendheid en wordt binnen acht weken uitgevoerd. De deelnemers worden onderwezen in beoefening van aandachtsmeditatie zoals zitmeditatie, bepaalde lichaamsoefeningen en loopmeditatie. Volgens Segal e.a. (2004) is het doel van het stressreductieprogramma de cliënten in staat te stellen zodanig te reageren op stress in hun leven dat ze niet vervallen in de mentale reacties die de stress vaak vergrootten en een effectieve probleemoplossing in de weg staat. MBSR is een niet-specifieke manier van behandeling die gehanteerd kan worden bij een ruim spectrum aan klachten. De MBSR is effectief gebleken bij onder andere chronische pijn en psychische gevolgen van ernstige ziekte, klachten op het gebied van angst, spanning en onrustigheid en lichamelijke klachten die stress- en spanningsgerelateerd zijn. De training is ook nuttig gebleken voor mensen die hun kwaliteit van leven willen verbeteren. (Schweizer (red.), 2009) Volgens Kabat-Zinn (2004) zijn er zeven belangrijke instellingsfactoren die tijdens de bewustzijnstraining van belang zijn en gedurende het mediteren ontwikkeld moeten worden: niet-oordelen, geduld, eindeloos beginnen, vertrouwen, niet-streven, accepteren en loslaten. Volgens het mbsr-mbct verband (2011) ervaart de cliënt na afronding van het stressreductieprogramma volgende resultaten: ◊ ◊ ◊ ◊ ◊
de vaardigheid om meer effectief om te gaan met zowel kort- als langdurende stresssituaties een verbeterde vaardigheid om te ontspannen meer energie en enthousiasme voor het leven blijvende verbetering van fysieke en psychische symptomen vermindering van pijn en/of beter kunnen omgaan met resterende pijn
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
8
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Uit onderzoek blijkt dat bij deelnemers aan MBSR de lichamelijke en psychologische klachten verminderen, ze effectiever leren omgaan met stressvolle omstandigheden en zich beter kunnen ontspannen. (Grossman e.a., 2007 en 2009) 2.3
Mindfulness binnen beeldende therapie
Mindfulness binnen beeldende therapie werd ook al op effectiviteit onderzocht. De inhoud van de interventies uit het 8-weekse MBSR programma werden vertaald naar beeldende werkvormen en interventies genoemd MBAT. Een kwantitatief onderzoek ‘A randomized, controlled trial of mindfulness-based arttherapie for woman with cancer; (Monti e.a., 2005) met honderd en elf vrouwen met verschillende kanker diagnoses gepaard naar leeftijd en gerandomiseerd in of een 8-weekse Mindfulness Based Art Therapie interventie groep of een wacht-lijst controlegroep toont aan, dat de MBAT groep een vermindering aan klachten en symptomen en een verbetering van kwaliteit van leven tegenover de controlegroep ontwikkelde. Doel van de onderzoek was data te verzamelen over de effectiviteit van een nieuw ontworpen interventie programma genoemd Mindfulness Based Art Therapie voor vrouwelijke kanker patiënten. (Wiley e.a., 2005) Ter Haar (2008) heeft een kwalitatieve-interpretatieve ontwikkelingsonderzoek gedaan naar het ontwikkelen van een module genoemd ‘De kunst van mindfulness: een onderzoek naar het ontwikkelen van een module aandachtgerichte beeldende therapie; voor cliënten met een angststoornis. Zeven respondenten waaronder vier beeldend therapeuten en drie mindfulnessdeskundigen werden voor dit onderzoek geïnterviewd. Het resultaat was een eerste ontwerp van de module aandachtgerichte beeldende therapie die ingezet kan worden in behandeling voor patiënten met angstproblematiek bij GGZ Nijmegen, Unit Deeltijdbehandeling Volwassenen. In de aanbevelingen geeft ter Haar aan dat het evengoed interessant zou zijn om een module te ontwikkelen en onderzoeken die gericht is op andere doelgroepen. (ter Haar, 2008) Schilling (2007) heeft kwalitatief onderzoek gebaseerd op proces- en effectevaluatie gedaan naar Aandachtgericht Beeldend Werken. Schilling heeft beeldende werkvormen ingezet, die een appèl doen op lichamelijke waarneming, op emotionele beleving en het bewust waarnemen van opkomende gedachten. Het is een onderzoek naar de mogelijkheden van beeldende therapie mensen met depressie in staat te stellen piekeren bewust te verminderen. Het was een 8-weken-project uitgevoerd op de PAAZ van het Canisius Ziekenhuis in Nijmegen, met vijf respondenten (cliënten) met depressieve klachten. Uit de resultaten blijkt dat het merendeel van de cliënten vaardigheden heeft ontwikkeld om piekeren te kunnen verminderen. (Schilling, 2007) Dus het aanbod van aandachtgericht beeldend werken kan op verschillende manieren worden ingezet. In een aan de aandachttraining parallel lopende module kunnen beeldende opdrachten geoffreerd worden die nauw aan de achtweekse basistraining zijn gekoppeld. (Schweizer e.a., 2009) 2.4
Geführtes Zeichnen (geleid tekenen)
Geführtes Zeichnen werd ontwikkeld door M. Hippius in 1932. De methode van ‘Geführtes Zeichnen’ heeft haar wortels in de jungiaanse diepte psychologie, zenmeditatie en christelijke mystiek. De term ‘Geführtes Zeichnen’ wil zeggen: tekenen op geleide van de innerlijke impuls of beweging. In het Nederlands letterlijk vertaald ‘geleid tekenen’. In deze methode staat de bewegingsimpuls centraal. In contact met het materiaal en gehoor gevend aan de O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
9
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
bewegingsimpulsen van binnenuit voert de cliënt als het ware een intieme dialoog met zijn eigen binnen wereld. De tekeningen weerspiegelen hoe iemand in het leven staat en zich verhoudt tot zijn innerlijke wereld. (Demmer en Boschloo, 2004 in Schweizer (red.) e.a. 2009, p. 356 - 358) Dysfunctionele gedachten- en gedragspatronen, ook traumata, kunnen op deze manier worden ervaren en herinnerd worden. Ze worden in het bewustzijn gehaald en kunnen vervolgens verwerkt worden. Tegelijkertijd worden vaardigheden ontwikkeld om de eigen innerlijke hulpbronnen weer waar te nemen om deze vervolgens in het bewustzijn te integreren. Met behulp van het herhalend oefenen van bepaalde oervormen zoals cirkel, spiraal, schil, arcade, verticale lijn, vierkant etc. kunnen basiskwaliteiten en ervaringen van het menszijn teweeggebracht worden, die in het persoonlijke leven nog niet voldoende werden ontwikkeld. Dit kan komen door bijvoorbeeld ontbrekende empathievaardigheid van de ouders, isolement of traumata. Door het oefenen van de oervormen worden de basiskwaliteiten weer in de psyche geactiveerd en verankerd en vervolgens aan het bewustzijn aangesloten. Het resultaat is een nieuwe doortastendheid en een nieuwe kwaliteit van leven. (Dürckheim-Zentrum Rütte, 2011) 2.5 2.5.1
De oervormen Ontstaan van de oervormen
Omstreeks 1930 schreef Hippius haar scriptie psychologie over de grafische expressie van gevoelens. In de scriptie stelde Hippius hoe emotionele toestanden gereflecteerd worden in het handschrift van een persoon, hoe grafische vormen en de kwaliteit van de lijnen een inzicht mogelijk maken in psychische processen. Na de Tweede Wereldoorlog zette ze haar werk voort op een tot dan toe ongewone manier via psychotherapie door middel van postverzending. Er waren vele mensen die zwaar getraumatiseerd waren van de oorlog en zich in een ernstig existentiele crisis bevonden. Door middel van advertenties in de krant moedigde ze de mensen aan haar te schrijven. Ze gaf hun kernzinnen als opdracht. Deze zinnen moesten met de hand geschreven worden 50-100 keren herhaald worden. Vervolgens werden de zinnen teruggestuurd. Het geschrevene reflecteerde emotionele passages en reinigende processen. Na een tijd reduceerde ze de elementen uit de zinnen naar basisvormen zoals de schaal, de boog, de verticale en het kruis. Vervolgens gaf ze haar cliënten de opdracht deze basisvormen te tekenen op de manier van ritmische herhaling op grote bladen papier. Ze noemde deze methode ‘Geführtes Zeichnen’. (Elbrecht, 2006)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
10
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
2.5.2 De vrouwlijke oervormen
1. de schaal
2. de boog
3. de kring
twee kringen
5. de spiraal
6. de golf
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
4. de lemniscaat
de staande lemniscaat (acht)
11
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
2.5.3 De mannelijke oervormen
7. de verticale lijn
10. de driehoek
8. de horizontale lijn
11. het vierkant
9. het kruis
12. het andreaskruis
de punt
13. de ster Hippius onderverdeelde de oervormen in twee verschillende categorieën. Ronde en vloeiende bewegingen werden verbonden aan het vrouwelijke en lineare en hoekige bewegingen aan het mannelijke. In het boeddhisme worden deze twee categorieën gezien als ying en yang, de actieve en passieve princiepes. De oervormen corresponderen met verschillende lichaamsdelen en ook met emoties, gevoelens en innerlijke sensaties. Ervaringen met de vormen zijn gebaseerd op jarenlang therapeutisch werk met cliënten. Sommigen zijn gerelateerd aan de natuur, mythologie, verhalen en archetypes. Maar er bestaat geen vaste interpretatie van de oervormen. Belangrijk is vooral welke associaties, gevoelens of betekenissen de cliënt voor zichzelf aan de vormen koppelt. (Elbrecht, 2006)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
12
Praktijkonderzoek
2.5.4
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Andere vindplaatsen van de oervormen binnen beeldende therapie en beeldend werken
Johannes Itten (1975) heeft vanaf 1920 in de Bauhaus periode het ritmisch tweehandig teken onderwezen aan zijn studenten. Itten zette lichamelijke aandachtoefeningen zoals meditatie, ademoefeningen en lichaamsoefeningen in om de creativiteit van zijn studenten te bevorderen en ook ter bevordering van concentratie, ontspanning en losmaking. Hierbij werden de ritmische lichamelijke bewegingen vervolgens weergegeven op papier. Dit werd door middel van eenvoudige basisvormen gedaan zoals kringelementen, rechte lijnen, de lemniscaat, punt en lijn, golvenbewegingen of tegenstellige bewegingen en door het schrijven van zinnen. Het was de leer van de ritmische vormgeving. Itten behaalde met zijn methode grote successen. Rudolf Kutzli publiceerde 1981 een oefenserie over het antroposofische vormtekenen. Hier zijn verschillende basisvormen zoals bijvoorbeeld de lemniscaat geïntegreerd in het tekenen van vlechtbanden. (Frieling, 2008) Michaela Strauss (1994) documenteert in haar boek de vroegkinderlijke vormgeving. Deze werd onderzocht door haar vader Hans Strauss. Hij verzamelde binnen veertig jaren lang duizenden kindertekeningen. In de kindertekeningen is te zien, dat de kinderen in de eerste drie jaren tekenen vanuit een ritmisch en dynamisch scheppingskracht. Bewegingsaflopen, voortvloeiend uit een oerstroom komen uiteindelijk tot een geometrische vorm. De vormen lijken op de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichen’. Er is ook een bepaalde volgorde te zien. Het begint bij cirkelbewegingen, dan volgen verticale en horizontale lijnen, spiralen, het kruispunt en van het kruis tot de stervorm. Michiel Czn. Dhont (2000) kunstenaar en docent, beschrijft in zijn boek ‘t Tijdloze uur’ 22 beeldende oefeningen ter bevordering van de integratie van de cognitieve, emotionele en sociale intelligentie. Dhont heeft drie soorten beeldende oefeningen ontwikkeld waaronder ook tekenoefeningen. Door middel van het tekenen van bijvoorbeeld een basistekenbeweging kan de cliënt spanningen of stress uitdrukken en ontladen en rust en tevredenheid laten ontstaan. Vele van de tekenbewegingen worden staand uitgevoerd met een wiegende beweging van links na rechts. Het wordt met de inzet van beide handen en deels met gesloten ogen getekend. Het tweehandig tekenen bevordert de verbinding tussen de linker en rechter hersenhelft en het ontstaat meer doorstroming via de hersenbrug naar de beide hersenhelften. Basisvormen die hierbij gehanteerd worden zijn bijvoorbeeld de cirkel, de spiraal, de lemniscaat, puntjes en lijnen. Beweging en aandachtgerichtheid spelen bij het tekenen een belangrijke rol. “Het in beweging zijn heeft een innerlijke beweging tot gevolg, zodat levensleerprocessen zich in het kind openbaren, waardoor het zich tot ‘volledig mens’ kan ontwikkelen.” (Dhont, 2000, p. 41) De aandacht richt zich tijdens het tekenproces op lichaams- en gevoelservaringen in het hier en nu. Lida Floor en Didi Overman (2011) ontwikkelden de tekenbewegingsmethode. De tekenbewegingsmethode sluit aan op verschillende vormen van gedragstherapie, waaronder in eerste instantie Dialectische Gedragstherapie (DGT) en Mindfulness. De oefeningen hebben als doel het ontwikkelen van lichaamsbewustzijn, ademhaling, concentratie, oordeelvrije zelfreflectie, intermenselijke vaardigheden en het hanteren van emoties en crises. Het basismateriaal van de tekenbewegingsmethode bestaat uit tien basis- of oervormen, die ontleend zijn aan Dürckheim en Hippius.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
13
Praktijkonderzoek
2.6
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Stress
Uit recent onderzoek blijkt dat steeds meer mensen onder stressgerelateerde klachten lijden zoals burnout, depressie of andere stressgerelateerde aandoeningen. De wereldgezondheidsorganisatie ziet in beroepsmatige stress een van de grootste gevaren van de 21de eeuw. De Duitse BKK (ziekteverzekering) gezondheidsrapport 2010 toont aan, dat de ziektedagen door het burnout syndroom in een gemeten periode van zeven jaar gelijdelijk stijgt. (Shafy, 2011) Tachtig procent van de Duitsers vatten hun leven als te stressvol op, een op de drie beklaagt zich over voortdurende stress op werk, huishouden, school of studie. Prestatiedruk, tijdnood, ontbrekende waardering op de werkplek of in de relatie maar ook te geringe eisen stellen aan de werknemer veroorzaakt stress. (Gattenburg, 2011) 2.6.1 Definitie van stress Stress staat letterlijk voor: druk of spanning. Stress wordt gedefineerd als alle spanningen die mensen in hun dagelijks leven ervaren. Stress verwijst dan naar een spanning die optreedt bij een dreigende verstoring van de balans tussen de draaglast en de draagkracht van een persoon. Elke situatie of verandering die een aanpassing vraagt, leidt tot stress. (Van Kampen & Vervaeke (red.), 2008) Volgens Van Kampen & Vervaeke (2008) wordt stress door de mensen heel subjectief ervaren. Mensen reageren heel verschillend op dezelfde situatie. Sommige mensen kunnen meer stress verdragen dan andere mensen. Of een situatie al dan niet aanleiding geeft tot stress, hangt af van hoe men met de stresssituatie om gaat. 2.6.2 Oorzaken Stress wordt veroorzaakt door een stressor of een stress uitlokkende gebeurtenis. De stressoren kunnen van buitenaf komen, of door onszelf worden veroorzaakt. Oorzaken van buiten kunnen zijn: ingrijpende gebeurtenissen bijvoorbeeld dood van een dierbare, traumatische ervaringen, chronisch belastende omstandigheden, situaties in de familie of vrindenkring, problemen op het werk of het gebrek aan tijd voor hobbies. Oorzaken binnen onszelf kunnen zijn: verschillende krachten die ontstaan door innerlijke emoties, gevoelens en gedachten. Maar ook door een foute levenswijze zoals eenzijdig te eten, weing beweging, roken en alcohol. Zo’n ongezonde levenswijze vermindert onze weerbaarheid tegen stress. (Van Kampen & Vervaeke (red.), 2008) Stress speelt zich af op het raakvlak tussen lichaam, psyche en omgeving. Ons lichamelijke evenwicht kan worden bedreigd door lichamelijke stress bijvoorbeeld de stress veroorzaakt door een infectie ziekte, door het werken in een te hete of een te lawaaierige omgeving en het werken onder tijdsdruk. 2.6.3 Positieve en negatieve stress Er zijn twee soorten van stress positieve stress en negatieve stress. Stress kan ook een positieve uitwerking hebben. Elke mens moet een bepaalde hoeveelheid van stress ervaren, want dit leidt tot creativiteit en productiviteit. Stress doet je beter presteren bijvoorbeeld binnen een examensperiode. Stress kan een cruciale stimulans zijn om iets te bereiken. Zonder stress zou het leven saai zijn. (Van Kampen & Vervaeke (red.), 2008)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
14
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Negatieve stress is vooral langdurende stress. Volgens Kabat-Zinn (2006) kan te veel en langdurende stress en daar niet adequaat mee omgaan, tot uitputting van psychische bronnen leiden. Die kan tot een zenuwinstorting leiden, de mens krijgt het gevoel absoluut niet meer in staat te zijn in zijn gewone leven te functioneren. Deze toestand kan zelfs zo erg worden dat ziekenhuisopname en behandeling met medicijnen nodig zijn. Tegenwoordig wordt het burnout-syndroom genoemd. Klachten zijn bijna volledige of volledige psychische uitputting die gepaard gaan met verlies van interesse en enthousiasme voor de details van het leven. Men heeft geen plezier meer in dingen waaraan men vroeger wel plezier beleefde. Iemand met burn-out voelt zich van werk, familie en vrienden vervreemd; niets lijkt meer zinvol. Onder deze omstandigheden kan zich een diepe depressie ontwikkelen; waardoor een mens niet langer doeltreffend kan functineren.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
15
Praktijkonderzoek
2.7
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Kernbegrippen
2.7.1 Product Een product is een beschrijving in grote lijnen van een hulpvraag-behandelaanbod-combinatie volgens het ‘vakwerk’-protocol (Van Hattum & Hutschemaekers, 2000 in Uit de verf, p.450) De beschrijving is globaler en abstracter. Het is metname bedoeld voor niet-vakgenoten zoals verwijzers, beleidsmakers, politici en managers in het werkveld van de vaktherapie.(Van der Beek, 2010, FVB) 2.7.2 Mindfulness Mindfulness vertaald in het Nederlands betekent aandachtgerichtheid of oplettendheid. “Aandachtgerichtheid betekent aandacht geven op een speciale manier: bewust, op het moment zelf, en niet oordelend” (Segal, Williams & Teasdale, 2004, p. 37) 2.7.3 Mindfulness-Based Stress Reduction Mindfulness-Based Stress Reduction, in het kort MBSR, werd ontwikkeld door Kabat-Zinn in 1979 aan de Universiteit van Massachusetts. Het stressreductieprogramma is gebaseerd op een systematische training in oplettendheid en wordt binnen acht weken uitgevoerd. Volgens Segal e.a. (2004) is het doel de patiënt in staat te stellen zodanig te reageren op stress in zijn leven dat hij niet vervalt in de mentale reacties die de stress vaak vergroten en een effectieve probleemoplossing in de weg staan. 2.7.4 Geführtes Zeichnen Geführtes Zeichnen werd ontwikkeld door M. Hippius in 1932. De term ‘Geführtes Zeichnen’ wil zeggen: tekenen op geleide van de innerlijke impuls of beweging. In het Nederlands letterlijk vertaald ‘geleid tekenen’. In deze methode staat de bewegingsimpuls centraal. 2.7.5 Oervormen De oervormen zijn hoofdonderdeel van de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’. Het zijn basisvormen zoals de schaal, de boog, de kring, de lemniscaat, de golf, de spiraal, de verticale lijn, de horizontale lijn, het kruis, de driehoek, de rechthoek of het vierhoek, de ster en de punt. 2.7.6 Stressgerelateerde klachten Stressgerelateerde klachten zijn klachten, waarbij de relatie tussen het psychische en lichamelijke aanwezig is. Ze worden ook wel stressgerelateerde klachten genoemd. Er is een disbalans ontstaan tussen draaglast en draagkracht. Stressgerelateerde klachten kunnen zich uiten in lichamelijke klachten zoals vermoeidheid, spierklachten, gewrichtsklachten, pijnklachten, benauwdheid en druk op de borst, tintelingen in armen en benen, overmatig transpireren, beverige of trillende handen en hartkloppingen. (Blanken, 2011) Stressgerelateerde klachten kunnen zich ook in psychische aandoeningen uiten zoals in depressie of burnout. 2.7.7 Depressie Depressie is een affectieve stoornis of stemmingstoornis. Symtomen zijn een depressieve stemming, duidelijke vermindering van interesse of plezier, verminderd concentratievermogen, moeheid en verlies van energie. Het is te vinden in de DSM-IV op AS 1.1 (Möller, Laux, Deister, 2005)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
16
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
2.7.8 Burnout-Syndrom Het Burnout-Syndroom is een voortdurende stressreactie gerelateerd aan belasting op de werkplek. De gevolgen zijn psychische klachten zoals hopeloosheid, concentratieproblemen, minder cognitief vermogen en nervositeit. Lichamelijke klachten zijn uitputting, hoofdpijn, slaapproblemen, hartklachten en spijsverteringsproblemen. (Möller, Laux, Deister, 2005) Er is geen algemeen erkende classificatie voor burnout in de DSM-IV te vinden.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
17
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
3. Probleem- en doelstelling Probleemstelling Uit bovenstaande literatuurstudie blijkt, dat er op dit moment nog geen product ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness door middel van de inzet van de oervormen uit beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ voor volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten bestaat. Het probleem is dat er speciale vakkennis ontbreekt over de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ m.b.t. de doelgroep en het behandeldoel stressreductie. Bovendien ontbreekt vakkennis over geschiktheid en inzetbaarheid van de oervormen voor een ‘Beeldende stress reductie training’. De onderzoekster heeft positieve ervaringen opgedaan binnen de praktijk als beeldend therapeut en ook aan de hand van eigen ervaringen met de oervormen in het beeldend medium. De verwachting is dat deze weinige positieve ervaringen die opgedaan werden bekrachtigd kunnen worden door middel van dit praktijkonderzoek. Een hypothese is dat de oervormen inzetbaar zijn als werkvormen bij deze doelgroep. Doelstellingen Het doel van dit onderzoek is, een behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ te ontwikkelen, gebaseerd op mindfulness en de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ , die ingezet kan worden bij cliënten met stressgerelateerde klachten zoals depressie of burnout. Het onderzoeksverslag in combinatie met het behandelproduct zou geschikt kunnen zijn als globale leidraad voor beeldend therapeuten die mindfulness en ‘Geführtes Zeichnen’ willen combineren binnen hun eigen praktijk of kliniek. Bovendien is het product bedoeld voor niet-vakgenoten zoals verwijzers, beleidsmakers, politici en managers in het werkveld van de vaktherapie. Het kan ingezet worden ter verantwoording en ter onderbouwing naar andere disciplines. Een helder beschreven beeldend behandelproduct kan tevens ook onderzocht worden op de werkzaamheid van deze interventie. De kennis die opgedaan wordt door dit onderzoek dient ter uitbreiding van de mogelijkheden en/of kennis van de beeldend therapeut en van de beeldende therapie.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
18
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
3.1 Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Hoe kunnen de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ geïntegreerd worden in een product ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) dat ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten zoals depressie en/of burnout? Onderwerp Een ontwikkeling van een product ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) door middel van de inzet van de oervormen uit de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ voor volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten zoals depressie en/of burnout.
Deelvragen 1. Welke interventies plegen beeldend therapeuten binnen ‘Geführtes Zeichnen’ bij het behandeldoel stress-of spanningreductie en welke therapeutische houding nemen zij aan? 2. Hoe wordt mindfulness betrokken binnen ‘Geführtes Zeichnen’? 3. Welk positief of negatief effect zien of ervaren beeldend therapeuten en cliënten bij het herhalend tekenen van een oervorm zoals de liggende lemniscaat of de schaal m.b.t. het behandeldoel stressreductie? 4. Welk verschil ervaren beeldend therapeuten en cliënten tussen staand tekenen aan de muur en zittend tekenen aan de tafel en hoe belangrijk is dat voor het behandeldoel stressreductie? 5. Is het mogelijk een stressreductietraining te ontwikkelen d.m.v. de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’?
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
19
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4. Onderzoeksmethode 4.1 Het onderzoekstype en benadering Er is gekozen voor een kwalitatieve, interpretatieve onderzoeksmethode in dit geval ‘Ontwerpgericht onderzoek’ volgens Harinck, omdat er een behandelproduct ontworpen wordt. Door middel van ontwerpgericht onderzoek wordt er toegewerkt naar het onderzoeksresulaat het ontwerpen en ontwikkelen van een behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’. Het gaat hier dus om een praktische activiteit, namelijk ontwerpen. Dat ontwerpen wordt ondersteund door middel van kwalitatief onderzoek. Dit onderzoek heeft betrekking op uitgangspunten, op problemen of behoeften van de doelgroep, in dit geval mensen met stressgerelateerde klachten, op mogelijk in te zetten middelen en materialien, op organisatorische aspecten en op vereiste competenties van degenen die de methode zullen gaan gebruiken. (Harinck, 2009) Volgens Wester en Peters (2004) gaat het bij kwalitatief onderzoek om het opsporen en benoemen van relevante eigenschappen. Het is een formulerend onderzoek, waarbij het perspectief van de onderzoeker door de opgedane inzichten met nieuwe begrippen wordt verrijkt. Het is een interpretatieve benadering omdat de kwalitatieve gegevens geinterpreteerd worden. Binnen het interpretatieve onderzoek staat de menselijke zingeving centraal. Hierbij gaat het de onderzoeker niet primär om dat wat hij waarneemt maar het gaat om de betekenissen die deze waarneming voor betrokkenen hebben, om de impliciete en expliciete regels die zij voor geldig houden en die hun handelen leiden. (Harinck, 2009) 4.2
Technieken en kwaliteitscriteria behorend bij de onderzoeksmethode
Triangulatie Binnen dit praktijkonderzoek werd gebruik gemaakt van meerdere gegevensbronnen om vanuit verschillende invalshoeken en gegevens naar een verschijnsel te kijken en om verschillende gezichtspunten expliciet op tafel te krijgen, zoals in dit geval door middel van literatuuronderzoek, het interviewen van verschillende onderzoeksgroepen zoals beeldend therapeuten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren, beeldende therapeuten die mindfulness binnen beeldende therapie hanteren, en cliënten met stressverschijnselen. (Harinck, 2009) Member checking Het onderzoeksverslag wordt becommentarieerd door een beeldend therapeut om feedback te ontvangen over de geïnterpreteerde gegevens en om de validiteit van het onderzochte te bevorderen. (Harinck, 2009) Peer check (Critical friend) Een fragment van twee pagina’s uit een interview met een beeldend therapeut werd aan twee medestudenten voorgelegd om het door hen te laten coderen en om te kijken hoe zij het zouden analyseren. Markeren zij dezelfde inhoudelijke passages of andere? En zouden ze daardoor tot de zelfde inzichten komen. Dit wordt gedaan omdat de onderzoeker bepaalde waarden of verwachtingen kan hebben. Er bestaat het gevaar dat hij zich door die verwachtingen teveel laat leiden en met een te gekleurde bril op te werk gaat. Daarom is het belangrijk om verslagen en interpreaties af en toe door collega’s te laten lezen of een deel van de dataverzameling te laten doen. (Baarda, 2005). De betrouwbaarheid en de validiteit van dit onderzoek wordt zo bevorderd en de kwaliteit van dit onderzoek gewaarborgd. (Harinck, 2004)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
20
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4.3 De dataverzamelingsmethoden Het verzamelen van gegevens gebeurde voornamelijk via twee waarnemingsmethoden: •
• •
Door middel van bevragen: via het houden van interviews met beeldend therapeuten die ‘geführtes Zeichnen’ hanteren, beeldend therapeuten die mindfulness binnen beeldend therapie hanteren en drie cliënten met stressverschijnselen Door middel van lezen: via het lezen van literatuur Door middel van observeren: via het bijhouden van een logboek en participerende observatie tijdens een sessie met een cliënt met het aansluitend afnemen van een interview (Harinck, 2009) Bovendien nam de onderzoekster binnen een interview afname deel aan een sessie ‘Geführtes Zeichnen’.
Participerende observatie Volgens Wester en Peters (2004) gaat het bij participerende observatie om de directe contact met de (geleefde) werkelijkheid. Hierbij wordt niet allen deel genomen maar ook meebeleefd. De wijze van registreren van de gegevens De interviews werden via een dicteerapparaat (audio) geregistreerd om de sociale werkelijkheid zo getrouw als mogelijk vast te leggen. Gedurende de hele onderzoek werd een schriftelijk digitaal logboek gevoerd. 4.4
De databronnen
De onderzoeksgroep De onderzoeksgroep bestaat uit vier therapeuten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren, twee beeldend therapeuten die mindfulness binnen beeldende therapie gebruiken, een beeldend kunstenaar en docent en twee cliënten met stressverschijnselen. Mediaproducten Er is gebruik gemaakt van literatuur, vaktijdschriften, wetenschappelijke artikelen en van de controlelijst voor het beschrijven van producten. 4.5
Onderzoeksinstrumenten
Door de onderzoekster werden meerdere semi-gestructureerde vragenlijsten ontworpen met voornamelijk open vragen en aanvullende gesloten vragen (semi-gestructureerd) voor de verschillende onderzoeksgroepen. (zie bijlage 3) Deze hebben betrekking op het onderzoeksonderwerp. (Harinck, 2009) De bedoeling was om vakkennis te krijgen over praktijk ervaringen van beeldend therapeuten die de methode ‘Geführtes Zeichnen’ in hun praktijk hanteren en praktijk ervaringen van beeldende therapeuten die mindfulness binnen beeldende therapie hanteren. Bovendien zijn er interviews afgenomen met twee cliënten om te ervaren hoe zij het tekenen van een oervorm ervaren. Het gaat hierbij om subjectieve belevingen. 4.6
Data-analyse
Transcriptie Er vond een transcriptie plaats van gesproken naar uitgeschreven interactiemateriaal. (Wester en Peters, 2004) om het ruwe materiaal geschikt te maken voor verdere inhoudsanalyse.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
21
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Formele Inhoudsanalyse Het kwalitatief interviewmateriaal werd op een systematische wijze verwerkt en codeerd. De inhoudsanalyse wordt toegepast als het om redelijk gestructureerde gegevens gaat zoals bij antwoorden op een ‘gerichte open vraag’. (Harinck, 2004, p.126) Het uitgeschreven interviewmateriaal is voorzien van codes (trefwoorden) in de vorm van thema’s, die verwijzen naar relevante analytische ingangen. Op deze gegevens zijn de conclusies van het onderzoek gebaseerd. Matrixen vormen Om de kwalitatieve gegevens systematisch en nauwkeurig te kunnen analysen en te ordenen is er gekozen voor het vormen van matrixen volgens Harinck (2004). Dit vergemakelijkt de interpretatie van gevens. Bovendien is het informatiever als de gegevens van meerdere respondenten in één matrix verwerkt worden. Een matrix dient dus om de antwoorden van meerdere personen op meerdere vragen compact weer te geven. Er werden steekwoorden uit de antwoorden uitgefilterd om een korte en kernachtige antwoord te construeren. Samenvatting De antwoorden van de respondenten werden in matrixen samengevat en van hoofdonderwerpen voorzien. Op elkaar lijkende antwoorden worden hierdoor duidelijk kenbaar.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
22
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
5. Resultaten De letters A, E, I, T, M, Est, G, O en S staan voor de respondenten. Beantwoording van de deelvragen 1. Welke interventies plegen beeldend therapeuten binnen ‘Geführtes Zeichnen’ bij het behandeldoel stress-of spanningreductie en welke therapeutische houding nemen zij aan? Aandachtoefening Vier van de respondenten die de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren, doen aan het begin van een sessie, voordat de cliënt begint met tekenen, een soort korte lichamelijke aandachtoefening in de vorm van een bodyscan. Tijdens de korte bodyscan wordt de aandacht gericht op verschillende lichaamsdelen meestal beginnend bij de voeten en eindigend bij het hoofd. Ook wordt de aandacht gericht op de ademhaling hierbij volgt de aandacht de adembeweging van de buik. De aandachtoefening wordt geinstrueerd en begeleid door de therapeut vanuit ontspanning met zinnen zoals “Nu sluit je je ogen, je let alleen maar op de ademhaling, zet je voeten ontspannen recht op de bodem, ontspan je beenspieren, ontspan je bekkengebied...” (E, A, I en T) Vervolgens wordt de cliënt geïnstrueerd met zijn handen over het papier te gaan. Dit gebeurt op een aandachtige en langzame manier. De ogen zijn hierbij gesloten. Dit wordt gedaan om contact op te nemen met het papier en te voelen hoe groot de papiervlak is. Soms wordt de beweging bijvoorbeeld van de schaal ook eerst in de lucht getekend voordat deze op het papier getekend wordt. De aandachtoefening wordt gedaan om het waarnemen en het opsporen van de innerlijke bewegingen of sensaties te bevorderen. Het is de eenvoudigste en directe weg om in contact te komen met je (innerlijke) zelf. (Elbrecht, 2006) Het doel van de aandachtoefening is je automatische reacties, lichamelijke gewaarwordingen, gevoelens en gedachten waar te nemen. (Schilling, 2011) Voorafgaande interventies Vier respondenten die de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren, geven aan dat ze aan het begin van een sessie de opdracht uitleggen en de materialen voorbereiden. Meerdere bladen papier, zes of meer worden op de tafel over elkaar gelegd en met plakband aan alle hoeken vast geplakt. De krijtjes worden bovendien bij de hand naast het papier gelegd. De therapeut neemt plaats tegenover de cliënt aan de tafel bji een individuele therapie. (E, A, I en T) Tussentijdse interventies Drie van de respondenten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren geven aan een steeds herhalende cirkelende tekenbeweging met twee handen van buiten naar binnen, naar zichzelf toe bewegend te zien of soms geïnterpreteerd kan worden als destructieve beweging naar zichzelf toe. (E, A en I) En dat ze dan met een vraag ingrijpen om de destructieve beweging om te buigen in een tegenovergestelde beweging, de beweging eens andersom te laten maken door middel van een ondersteunende en aanmoedigende suggestie. De beeldend therapeut zegt dan bijvoorbeeld “Kun je ook een andere, tegenovergestelde beweging uitproberen?”(A ) Drie en meer respondent die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren geven door middel van aanwijzende vragen aan wat te doen is tijdens het werkproces. Volgende vragen worden gesteld tijdens de interviews: O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
23
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
“Wil je dat in een lijn weergeven, een impressie van wat je in je handen hebt?” (citaat, Molenaar-Coppens) De onderzoekster had op dit moment een voorwerp in zijn handen en bevoelde het aandachtig met gesloten ogen. Een ander beeldend therapeut geeft aan dat als ze ziet dat de cliënt bijvoorbeeld heel klein tekent ze de volgende vraag stelt: “Kun je ook proberen om het hele papier te gebruiken?” (Gerlag, 2011) Een respondent geeft aan dat de beeldend therapeut tijdens de sessie gaat benoemen wat zij heeft geobserveerd bij de cliënt of in de tekeningen. Bijvoorbeeld “Je bent dus instaat om die beide hoedanigheden goed te onderkennen.” (Molenaar-Coppens, 2011) Als de cliënt beschrijft wat hij waarneemt in de tekening vult de beeldend therapeut de beschrijvingen soms aan. (E) De beeldend therapeut ondersteunt de cliënt de aandacht op verschillende gebieden te richten zoals op het getekende of op handelingen of gedrag van de cliënt binnen en buiten het medium. Zij zegt dan bijvoorbeeld “Zie je wat er gebeurt. Vergelijk het nu met de twee andere vellen. Dat komt er een beetje in en dat komt er een beetje in.” (citaat, MolenaarCoppens, 2011) Speciale interventies bij het doel stressreductie Een respondent geeft aan dat ze het materiaal inperkt bij het behandeldoel stressreductie. Het is een inperkende aanpak. Als de cliënt gaat zitten dan heeft die nog altijd de mogelijkheid om staand te werken. De gegevens worden ingeperkt zoals bijvoorbeeld door het formaat van het papier kleiner te maken. (Molenaar-Coppens, 2011) “Als daar met de emoties die opgeroepen worden door gaat tekenen als daar niet een uitdrukking gegeven wordt in de verbale zin dan kan er zich wel iets ontspannen, maar soms is dit niet bewust.” (citaat, Molenaar-Coppens, 2011) Stressreductie gebeurt niet alleen door rustig handelen. Ook krassen of iets kapot maken kan een stressreducerend effect hebben. Door inspanning volgt ontspanning. Door je in te zetten, door in beweging te gaan, je te gaan inspannen, je best doen met bewegingen dan ga je inspannen, van inspanning naar ontspanning. Dat is de boog. Ontspanning gaat niet zonder inspanning. (Dhont, 2011) Materialen Materialen zoals papier en krijtjes worden voorbereid en aangereikt door de therapeut. “Als ik hier iets kostbaars van maak zien mensen dit is iets waar ik aandacht aan kan schenken.“ (citaat, Molenaar-Copens, 2011) De cliënt krijgt ook ondersteuning bij het papier vast plakken. De materialen zijn meestal beperkt tot meerdere bladen papier, formaat 60 x 80 cm en zwart krijt van verschillende hardheden, zelden ook kleurige krijt. Opdrachten en werkvormen Vijf respondenten geven gerichte opdrachten aan de cliënt vooral aan het begin van een therapietraject om structuur te bieden. Dit gebeurt op verschillende manieren. Een respondent instrueerd de cliënt het tekenen te starten vanuit een gevoel. (A) Een andere respondent reikt een kist met spullen aan zoals houtstukken, mosselen, mos, schapenwol maar ook piepschuim. De cliënt wordt dan geinstrueerd een voorwerp te pakken. Een voorwerp voor afkeur en een voor voorkeur. De voorwerpen worden vervolgens aandachtig en met gesloten ogen betast en dan wordt het opgroepen gevoel in een tekenbeweging weergegeven. (E) Twee respondenten geven de cliënt een vorm op bijvoorbeeld juist hoekig te gaan tekenen of verticaal of horizontaal of beginnend met de schaal. (I en T) Na afloop van een tekening wordt op het blad rechts onder in de hoek een nummer geplaatst en een woord erbij geschreven wat passend is voor een gevoel of voor de tekening. Als dan de O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
24
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
hele serie klaar is kan de cliënt vervolgens bij de nabespreking de stappen volgen van het gehele tekenproces. (I en T) Binnen één tekenproces worden 6-8 tekeningen gemaakt. (A) Er worden dus verschillende manieren van opdrachten aangeboden en elk sessie op een andere manier. Interventies tijdens de nabespreking van een sessie Alle respondenten doen aan het einde van elke sessie een nabespreking. Drie antwoorden van de geinterviewden lijken op elkaar. Op het einde van een tekenproces worden alle tekeningen van een reeks, dat kunnen 5-8 tekeningen zijn, op een rijtje gelegd in de volgorde van de nummering. Vervolgens wordt gekeken wat er gebeurd is. (A) De cliënt vertelt wat hij tijdens het tekenen voelde of deed of wat hij heeft ervaren. De therapeut stelt dan vragen op de manier van bijvoorbeeld ‘Hoe voel je je nou?’. Drie respondenten geven aan dat ze in de nabespreking altijd de cliënt het eerste woord laten hebben en aan hem vragen hoe hij het heeft ervaren. Vervolgens kijkt de therapeut mee en geeft feedback en haar eigen visie. (I en T) Één van de respondenten doet de eindevaluatie via het BeeldWaarneming benoemingsapparaat. Er worden dan de vijf registers gevolgd. Deze beginnen met de algemene indrukken van lijn, vorm, kleur en beweging en welke bewegingspatronen er te zien zijn. Het wordt gekeken naar de opgeroepen symboliek van de beeld- en vormelementen en de verschillende contrasten in het beeld. (E) Het BeeldWaarneming benoemingsapparaat ontwikkeld door Molenaar-Coppens is ook te vinden in het boek ‘Uit de verf’ (p.245-249).
Therapeutische randvoorwaarden binnen ‚Geführtes Zeichnen’ Voorwaarden tijdens het tekenen Twee respondenten geven aan dat getekend wordt met gesloten ogen omdat de cliënt dan makkelijker de aandacht naar binnen kan richten. Maar bij mensen die heel veel zelfcontrole willen hebben is dit soms niet zo makkelijk. Daarom is het niet verplicht de ogen de sluiten. Het tekenen gaat ook met halfgesloten ogen zodat de cliënt nog een beetje kan zien en zich kan orienteren. (I en T) Tijdaangeving Tien minuten voordat het hele tekenproces zal eindigen wordt een tijdslimiet aangeven van rond tien minutes om de cliënt tijd te geven om het proces af te ronden. (T) Ruimte Volgens Elbrecht (2006) is ‘Geführtes Zeichnen’ een vorm van actieve meditatie en vereist een setting dat een rustige en aandachtige sfeer ondersteunt. Omdat de meeste cliënten met gesloten ogen zullen tekenen moet de ruimte veilig zijn zodat ze zich openen kunnen zonder angst en overlast. De ruimte moet ingericht zijn met tafels en stoelen. De hoogte van de tafel zou iets lager zijn dan de navel. De stoelen zouden zo hoog zijn dat de knieën iets lager zijn dan de bekken en de voeten volledig op de bodem kunnen staan. Individuele en/of groepstherapie Volgens Elbrecht (2006) kan ‘Geführtes Zeichnen’ én als individuele én ook als groepstherapie worden aangeboden. Individuele therapie is gekenmerkt door meer stilte en tussentijdse reflectie. De opgedane ervaringen tijdens het tekenproces kunnen achteraf in de nabespreking binnen de groep gedeeld worden. Hier ziet men duidelijke verschillen in de tekeningen hoewel dezelfde vorm voor alle geinstrueerd werd. O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
25
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Tijdens het tekenproces zou niet gepraat worden. De hele focus zou naar binnen gericht zijn. Vier van de respondenten bieden ‘Geführtes Zeichnen’ als groeps- en individuele therapie aan. (E, A, I en T) Therapeutische houding Twee respondenten geven aan dat ze aan het begin van het therapietraject leidend en directief zijn om duidelijkheid te verschaffen en structuur te bieden.(E en T) Maar tegelijkertijd zijn ze ook volgend in hun houding om de zelfverantwoordelijkheid/zelfstandigheid van de cliënt te bevorderen. Drie respondenten wijzen aan dat ze een aandachtige houding innemen. Want de aandacht die de cliënt van de therapeut krijgt is de eerste stap dat de cliënt leert zelf aandacht te schenken aan bijvoorbeeld ook al kleine gevoelsbewegingen of alles wat daar is. (E, A, I en T) Twee therapeuten geven aan een verzorgende houding in te nemen omdat dat dan een beweging kan komen vanuit die zorg, omdat de cliënt zich dan veilig voelt om zich te kunnen uiten. (I en T) Andere aspecten die belangrijk zijn bij het behandeldoel stressreductie zijn: het begleiden vanuit ontspanning door middel van de cliënt tijd te geven, ruimte te bieden en de cliënt serieus te nemen. (I en T)
Conclusie deelvraag 1: De beeldend therapeuten intervenieren vooral door hun houding bij het behandeldoel stressreductie. Ze begeleiden vanuit ontspanning, zijn zorgend in hun houding door het materiaal voor te bereiden. Ze bieden ondersteuning bij het richten van de aandacht. Structuur en een directieve houding biedt de cliënt een stukje ontspanning. Vooral aan het begin van de therapie, want diegene die naar de therapie komt is onzeker, weet niet wat daar te gebeuren staat, dus de therapeut verschaft duidelijkheid. Ze passen de interventies aan de behoefte van de cliënt aan. Maar ook door het materiaal in te perken of oervormen aan te bieden die een zachte, ronde en vloeiend karakter hebben wordt stressreductie gegenereerd. Dit wordt zo ervaren door de respondenten. 2. Hoe wordt mindfulness betrokken binnen ‘Geführtes Zeichnen’? Volgens Elbrecht (2006) kan ‘Geführtes Zeichnen’ als een manier van actieve meditatie gezien worden. Het puur automatisch herhalen van de oervormen heeft geen werking. Voorwaarde is, dat diegene die tekent in staat is de eenvoudige oefeningen met aandacht te voltrekken. De gehele aandacht is tijdens het tekenen gericht op de momentele lichamelijke en psychische toestand om dit innerlijke gebeuren zo precies als mogelijk weer te (kunnen) geven in zijn (een) specifieke beweging. Tijdens het tekenen van een oervorm is de aandacht naar binnen gericht en niet gericht op het ontstaan van het getekende. In het kader van het gehele therapieaanbod in Rütte wordt s’ochtends en s’avonds ZaZen meditatie uitgeoefend. “Die Medien des Initiatischen Weges sind vielgestaltig. Ihre Grundlage ist die Meditation, das Sitzen in der Stille ’im Stile des ZaZen“ (Graf Dürckheim, in Sopp, 2007, p.16) Aan het begin van een sessie ‘Geführtes Zeichnen’ wordt een soort lichamelijke aandachtoefening gedaan. „Dann setzten wir uns vor das Zeichenblatt, schlossen die Augen ließen uns nieder in unsere Leibschale und legten die Hände auf das Papier. Wir machten uns vertraut, spürten die Papieroberfläche, bewegten die Hände tastend darüber, nahmen Kontakt auf. (...) Wir horchten auf das Geräusch der Kreide auf dem Papier, spürten der Form nach (...)“ (Sopp, 2007, p.20-21) Uit de interviews met de beeldend therapeuten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren kwamen soortgelijke antwoorden naar voren. Alle respondenten gaven aan dat ze aan het begin van het O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
26
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
tekenproces een korte aandachtoefening doen. De aandacht wordt hierbij gericht op de ademhaling en het innerlijke lichamelijke gebeuren. Het wordt een soort bodyscan geintroduceerd. ‘Ik begin met de aandacht naar binnen te gaan, voeten op de grond, bekkenbodem voelen en dan zeg ik op gegeven moment, voel eens met je handen over het hele papier en dan neem je met je ogen dicht twee krijtjes en dan probeer je te voelen wat daar eigenlijk in je buik en bekken aan stemming is.’ (citaat uit het interview met Gerlag, 2011) Twee respondenten geven aan dat mindfulness een modern, nieuw begrip is voor een gegeven dat al eeuwen lang bestaat namelijk Zen en boeddhistische meditatie. En ‘Geführtes Zeichnen’ is een combinatie uit meditatie en het tekenen op papier. Het is dus meditatie in actie of beweging. (Schilling en Gerlag, 2011) Conclusie deelvraag 2: Mindfulness wordt betrokken binnen ‘Geführtes Zeichnen’ door middel van de aandacht te richten op de innerlijke sensaties zoals lichamelijke gewaarwordingen, gedachtes, gevoelens en emoties. Bovendien doordat een lichamelijke aandachtoefening aan het begin van de sessie gedaan wordt en de aandachtgerichtheid vastgehouden zou moeten worden tijdens het gehele proces. 3. Welk positief of negatief effect zien of ervaren beeldend therapeuten en cliënten bij het herhalend tekenen van een oervorm zoals de liggende lemniscaat of de schaal mbt. het behandeldoel stressreductie? Het positief effect van het herhalend tekenen van een oervorm Vijf respondenten geven aan dat de herhalende tekenbewegingen rustgevend en ontspannend werken op het moment zelf. (A, E, I, T en M) Dit gegeven kan de cliënt weer meer naar zichzelf terug brengen. Het herhalende bewegen heeft een meditatieve werking waardoor je in het eigen midden komt. (Molenaar-Coppens, 2011) Volgens Schilling kan de cliënt de tekenbewegingen waarnemen en observeren, wat of welke associaties het in hem oproept. “Als de cliënt herhalende tekenbewegingen doet hoeft hij niet meer te denken en doet het gewoon vanuit zijn buik, hij komt in het meditatieve vlak. En dat krijgt hij alleen als hij steeds de herhaling doet, dat werkt rustgevend en ontspannend en zeker als hij het met aandacht doet. (Gerlag, 2011) Twee respondenten geven aan, zachte en vloeiende vormen te ervaren als stressreducerend. (I en T) “Door je in te zetten, door in beweging te komen, je te gaan inspannen, je best doen met bewegen dan ga je je inspannen en van daaruit ga je ontspannen. Ontspanning gaat niet zonder inspanning.” (citaat, Dhont, 2011) Uit interviews met twee cliënten blijkt dat het herhalende tekenen van de schaal en de liggende lemniscaat als rustgevend en ontspannend wordt ervaren. (O en S) Schaalvorm De schaalvorm is een dragende en wiegende vorm. (E) „Und dann entstand die Schale auf dem Papier. Immer wieder zeichneten wir die Schale – mit geschlossenen Augen und mit beiden Händen. Wir horchten auf das Geräusch der Kreide auf dem Papier, spürten der Form nach, hatten sie innerlich vor Augen und als Bewegung in unseren Händen- die eine oder andere Teilnehmerin hatte sie auch als schwingende Bewegung in ihrem Becken. …Ich fühlte mich entspannt und zufrieden. Die Schale hatte mir wohl gut getan.“ (Sopp, 2007, p. 21) Een cliënt geeft aan dat ze de schaalvorm als rustgevend ervaart. (S)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
27
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Lemniscaat De lemniscaat (liggende acht) bevordert het evenwicht en de balans. Ze verenigt de twee polariteiten en de twee hersenenhelften met elkaar.(M) Twee cliënten geven aan dat ze het tekenen van de lemniscaat als aangenaam hebben ervaren in het bijzondere het schommelende meebewegen. Ze beleven de lemniscaat als een lichamelijke ervaring.(S en O) Het negatief effect van het herhalen van een oervorm Drie van de respondenten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren geven aan een steeds herhalende cirkelnde tekenbeweging met twee handen van buiten naar binnen, voortdurend naar zichzelf toe bewegend te zien of soms geinterpreteerd kan worden als destructieve beweging naar zichzelf toe. (E, A en I) Het bewegen naar zichzelf toe, kan vernietigend werken. Het is zoals een slaan naar zichzelf toe en kan dus destructief werken. (E, A en I) Twee beeldend therapeuten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren geven aan, dat door het herhalende tekenen van een oervorm heftige gevoelens en emoties kunnen opgeroepen worden. ‘De oervormen in de bijzonder kunnen van alles oproepen omdat ze archetypisch zijn, verbonden met het onbewuste, de collectieve lagen’. (citaat Molenaar-Coppens, 2011) Als je met cliënten werkt met ontremde toestanden of mensen die wanordelijk zijn in zichzelf. Het kan zelfs een psychose geïnduceerd worden. Dit gegeven vraagd veel zorg van de begeleidende therapeut. (Demmer & Boschloo, 2011) Omdat wat opgeroepen wordt zodanig te begeleiden, dat het de mensen rust bezorgt. Dat het weer ‘gesetteld’ raakt wat opgeroepen wordt. (Molenaar-Coppens, 2011) Een respondent geeft aan dat de meditatieve werking verhinderd wordt, als de herhaling van het tekenen een mechanische beweging wordt. (M) Een soortgelijke antwoord van een andere respondent luidt dat het herhalende tekenen van een oervorm pas negatief wordt als men heel erg in een beweging blijft hangen, zodat er geen andere variatie meer kan ontstaan. (A) Het kan dus gebeuren dat het herhalend tekenen van een oervorm ook stress op kan roepen. (Est, I en T) Een cliënt geeft aan dat ze duizelig werd tijdens het tekenen van een kringvorm met gesloten ogen.(S) Conclusie deelvraag 3: Het kan van alles opgeroepen worden tijdens het tekenen van een oervorm. Het herhalend tekenen van een oervorm kan erg positief en ook ontspannend worden ervaren. Maar het kan ook negatief worden ervaren. Volgens drie respondenten is dat in het bijzonder bij cliënten het geval, die niet voldoende gehecht of gecentreerd zijn met zichzelf en er psychotische kwetsbaarheid bestaat. Dit is dan een contra-indicatie. (E, A, I en T) Het vraagt in iedergeval veel zorg en begeleiding door de therapeut dat dat wat opgeroepen kan worden bij de cliënt ook weer een plek krijgt. “Zo’n beeldend proces komt niet vanzelf, het vraagt om gedisciplineerde aanpak en goede begeleiding.” (citaat, Molenaar-Coppens, 2011) Volgens Molenaar-Coppens (2011) is het ook een belangrijke voorwaarde dat de beeldend therapeut die de oervormen hanteert alle oervormen zelf gedaan heeft om te weten wat deze kunnen oproepen bij de cliënt. Voordat de beeldend therapeut de oervormen inzet bij een cliënt.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
28
Praktijkonderzoek
4.
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Welk verschil ervaren beeldend therapeuten en cliënten tussen staand tekenen aan de muur en zittend tekenen aan de tafel en hoe belangrijk is dat voor het behandeldoel stressreductie?
Staand tekenen aan de muur Twee beeldende therapeuten geven aan dat door het staande werken aan de muur een appèl gedaan wordt op de grove motoriek. (E en M) Vier respondenten wijzen aan dat de aandacht meer op het lichaam gericht wordt en daardoor het lichaamsbewustzijn meer aangestuurd wordt. Als men staand werkt kan je de voeten en het hele lichaam beter bewegen. (G) Het wordt een beroep gedaan op het voelen van de eigen lichamelijke kracht en het in evenwicht staan. De aandacht wordt op het lichaam gericht en van daaruit kan een beweging ontstaan. (A) Twee respondenten benoemen de rijkwijdte die de cliënt in kan gaan en dat een beroep gedaan wordt op het innemen van ruimte. Daarvoor is het belangrijk dat het formaat van het papier navenant aangepast wordt na grote formaten van 2,00 m lang mal 1,50 m hoog bijvoorbeeld. Het is een actieve houding (I en T) als men staand aan de muur werkt. De cliënt kan groter en opener bewegingen maken (M) en ook meer kracht uitoefenen als dit nodig is.(I) Een mogelijke reden om de cliënt staand te laten werken aan de muur. Een respondent geeft aan dat de meeste mensen die depressief zijn hun armen helemaal niet boven de lichaam kunnen krijgen. (M) Uit de literatuur blijkt dat depressieve mensen zich vaak machteloos voelen en niet in staat zijn om iets te doen waardoor ze zich beter zouden voelen. De cliënt bevindt zich in een neerwaartse spiraal van nietsdoen, waardoor hij lustelozer wordt en zich niet meer kan motiveren om actief te zijn. Onderzoek naar lichaamsbeweging toont aan dat beweging zowel psychologisch als lichamelijk baat oplevert (Byrne, 1993, in ‘Depressie overwinnen met aandacht’, 2004) Lichaamsbeweging verandert meteen de chemische werking van de hersenen. Bij stress, angst en depressie is het hormon cortisol verhoogd aanwezig. Lichaamsbeweging maakt dat het cortisolniveau in de hersenen daalt. Het helpt het lichaam zo om te ontspannen in plaats dat het zich voorbereidt op gevecht. Bij lichaamsbeweging kan pure bevrijding van opgebouwde spanning optreden. (Gorman, 2002, in ‘Depressie overwinnen met aandacht’, McQuaid, J.R., Carmonda, P. E., 2004) Zittend tekenen aan de tafel Twee respondenten geven aan dat de cliënt zich beter op zijn innerlijke beleving kan richten tijdens het tekenen zittend aan de tafel. Vanuit de stilte is het makkelijker gevoelens van bijvoorbeeld verdriet of woede bij jezelf waar te nemen. De cliënt kan deze gevoelens dan beter waarnemen en ontvangen. (I en T) Drie respondenten wijzen aan dat de therapeut zich bovendien na de behoefte van de cliënt richt en de cliënt zelf laat bepalen wat hij wil. Patiënten met burnout-syndroom of stressklachten zijn vaak heel moe. Deze cliënten zijn vaak perfectionistisch en leggen de lat hoog voor zichzelf en anderen. Dan is het soms beter het aanbod in te perken vooral aan het begin van de therapie. Dus aan het begin van het therapietraject zittend aan de tafel beginnen. (I en T) Uiteindelijk moet rekening gehouden worden met de doelgroep waarmee gewerkt wordt, de behoefte van de cliënt en de appèlwaarde die gekoppeld is aan beide mogelijkheden. (E, I en T)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
29
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Welke aanpak, staand of zittend, bij het behandeldoel stressreductie? Één respondent geeft aan dat, als het behandeldoel stressreductie geindiceerd is zij altijd zou beginnen met het tekenen aan de tafel omdat zij aanneemt dat het tekenen aan de muur vermoeiender zou zijn. Ze zegt dat mensen met stress heel vaak moe zijn. (T) Één respondent wijst aan en stelt in zijn boek ‘t Tijdloze uur’ bij de basistekenbeweging die op staande manier wordt uitgevoerd het volgende “Het uitdrukken en ontladen van spanning, stress, en het laten ontstaan van rust en tevredenheid door het maken van een wiegende beweging de wiegende basistekenbeweging. Door deze wiegende beweging worden de hersengolven trager. Innerlijke evenals fysiologische processen spelen zich nu af in de hersenen waardoor spanningen in het kind (stress) zich via de tekenbeweging kunnen ontladen.” (citaat, Dhont, 2000, 2011, p.42) Conclusie deelvraag 4: Er blijkt een duidelijk verschil te zijn tussen het zittend tekenen aan de tafel en het staand tekenen aan de muur. Bij het tekenen op zittende manier kan de cliënt beter zijn aandacht richten op de innerlijke bewegingen zoals gevoelens omdat de lichaam passiever is, meer in stilte. Bij het tekenen op staande manier wordt de grove motoriek, het hele lichaam aangesproken. De cliënt kan grotere en opener bewegingen maken en de hele lichaam inzetten. Welke manier nu in het geheel als stressreducerender ervaren wordt, wordt niet duidelijk zichtbaar. Alle beide manieren kunnen even stressreducerend ervaren worden van de therapeuten zoals ook van de cliënten. Ook de behoefte van de cliënt speelt hierbij een rol en de doelgroep waarmee gewerkt wordt. Uit de ervaringen van de therapeuten blijkt dat cliënten met burnout-syndroom andere behoeften hebben als cliënten met depressieve toestanden ook als deze allebij stressgerelateerd zijn.
5. Is het mogelijk een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ te ontwikkelen d.m.v. de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ en mindfulness? Alle respondenten geven aan dat het mogelijk is een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ te ontwikkelen op basis van de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ en mindfulness. Wel geven ze er volgende redenen, suggesties en adviezen om het te kunnen realiseren. Deze zijn allemaal verschillend van aard. Drie van de respondenten geven aan dat mindfulness eigenlijk al een onderdeel van ‘Geführtes Zeichnen’ is en dat het alleen een bepaalde volgorde moet krijgen om er een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ van te maken. (A, E en T) Een tip luidt: “Maak het niet te strak. Hoe minder, hoe simpeler, als je te veel dingen gebruikt kunnen de cliënten niet genoeg herhalen en voelen.” (A) Een andere respondent geeft aan: ‘Houd je aan de volgorde van de oervormen en ga zelf een beeldend proces doorlopen als voorwaarde om de werkvormen bij anderen in te kunnen zetten. Het is belangrijk dat je zelf voelt wat de oervormen kunnen oproepen.’ (E) Twee van de respondenten kunnen zich wel voorstellen dat men gedeelten van beide methoden in elkaar kan schuiven. (I en T) En dat het ook binnen acht weken mogelijk is, gerelateerd aan de 8-weekse MindfulnessBased Stress Reduction Training’ van Kabat-Zinn, het behandeldoel stressreductie te halen. Want ontwikkelingsprocessen met ‘Geführtes Zeichnen’ gaan soms heel snel. Bovendien kan de training ook na een verloop van tijd nog eens herhaald worden om inzichten te verdiepen en te bevestigen of om verdere nieuwe visies open te leggen. (I en T) Een respondent geeft aan “Ja als je kunst als medium neemt en de waardering tergelijkertijd ook voor kunst hebt, maar vooral voor het eigen proces, voor de uitdrukking, de basis van creativiteit, dan kun je daar alles mee doen.” (citaat, Dhont, 2011) O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
30
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Conclusie deelvraag 5: Het is dus mogelijk een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ te ontwikkelen door middel van de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ en mindfulness als de ontwikkelaar zich houdt aan bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn tips die afkomstig zijn van therapeuten met een jarenlange praktijkervaring.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
31
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4. Conclusie 4.1
Beantwoording van de onderzoeksvraag
Hoe kunnen de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ geintegreerd worden tot een (product) ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten (zoals depressie en/of burnout)? Het resultaat van dit onderzoek is een hulpvraag-behandelaanbod-combinatie/ behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateeerde klachten zoals depressie of burnout. Binnen de ‘Beeldende Stress Reductie Training’ worden twee methoden/gegevens met elkaar gecombineerd, de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ met gegevens uit de MindfulnessBased Stress Reduction (MBSR). Doel van de ‘Beeldende Stress Reductie Training’ is, dat de cliënt leert zich bewuster te worden van stresssignalen in zijn lichaam, gedachten en gevoelens, deze leert te erkennen en adequater op stresssituaties leert te reageren. Doordat de cliënt leert beter met stress om te gaan wordt uiteindelijk stressvermindering genereert. (Schilling & Krul, 2011) Een sessie kan als volgt opgebouwd worden: Aan het begin van een sessie wordt een lichamelijke aandachtoefening van 7-10 minuten gedaan. Dat kan een lichaamsscan zijn of een zitmeditatie met de aandacht op de ademhaling. Daarna wordt een beeldende werkvorm uitgevoerd door middel van de inzet van een of meerdere oervormen. Uit de interviews en de literatuur (Elbrecht, 2006) blijkt dat het beter is een bepaalde volgorde van de oervormen aan te houden binnen het therapietraject. Er zijn ingewikkelde oervormen, zoals de ster, die hevige gevoelens zouden kunnen oproepen. Volgens Molenaar-Coppens (2011) kunnen dit alleen cliënten doen die voldoende ‘gecentreerd’ zijn. Als eerste is er de schaal, dan volgt de boog, de kring, de lemniscaat, de spiraal, de golf, de horizontale lijn, de verticale lijn, het kruis, de driehoek, de vierhoek en tenslotte de ster. Door de antwoorden van de respondenten blijkt dat sommige oervormen (de ronde) geschikter zijn voor een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ dan andere (hoekige) omdat deze als meer stressverminderend ervaren kunnen worden dan andere oervormen. De ronde vormen zijn zachte en vloeiende vormen. Drie van de respondenten beginnen het tekenproces met de schaal, omdat deze een dragende en wiegende vorm is. De schaal roept associaties van geborgenheid, houvast en rust op. Het voelt alsof je geschommeld wordt in de armen van de moeder. (Elbrecht, 2006) Volgens Molenaar-Coppens (2011) is de liggende lemniscaat een vorm waar de beeldend therapeut veilig mee kan werken. De lemniscaat kan goed gehanteerd worden als laatste vorm om een sessie af te sluiten. Ze wordt getekend met twee handen tegelijk. Ook de horizontale lijn is een geschikte vorm om dat deze een structurerend charakter heeft. Bovendien kan het tekenen van twee kringen met beide handen met een opende beweging van binnen naar buiten ingezet worden. Volgens Elbrecht (2006) kan de cirkelende beweging met twee handen in het allgemeen ook geassocieerd worden met inademen en uitademen. Sommigen willen de cirkelende tekenbeweging afstemmen op hun ademhaling. Middels een diepe en ontspannen aandacht leidt deze oefening tot een subtiele ademmeditatie. Het lichaam ontspant zich op een zeer diep niveau. De ademhaling wordt gebruikt om spanningen los te laten. (Equadraat, 2011)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
32
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Volgens Krul (2011) kan als afsluiting van de sessie weer een korte lichamelijke aandachtoefening gedaan worden, om nog eens waar te nemen welke de veranderingen in het lichaam zijn en om even stil te staan bij jezelf. Dan volgt een nabespreking. Hier is het belangrijk dat de cliënt eerst aan het woord gelaten wordt om over zijn ervaringen, bevindingen en betekenissen te praten. Vervolgens vertelt de beeldend therapeut zijn visie en geeft feedback over het proces. De twee respondenten die met mindfulness binnen beeldende therapie werken, geven aan dat de oervormen geschikt zijn voor een ‘Beeldende Stress Reductie Training’. Want de oervormen zijn eenvoudige basisvormen zonder inhoud. Hoe eenvoudiger de vorm hoe minder afleiding er is. Volgens hen maakt het niets uit welke vorm getekend wordt. (Krul en Schilling, 2011) Bij mindfulness binnen beeldende therapie is de benadering anders dan bij ‘Geführtes Zeichnen’. Bij ‘Geführtes Zeichnen’ volgt de cliënt zijn innerlijke impuls met aandacht. Hij volgt zijn innerlijke beweging, spontaan en intuitief. De handen laten zich leiden door deze innerlijke impuls. Bij mindfulness binnen beeldende therapie gaat het niet over volgen van het gevoel of volgen wat je intuitie zegt. (Krul, 2011) Het gaat om het waarnemen wat er is en er wordt inhoudelijk niet ingegaan op wat waargenomen wordt. Het gaat om waarnemen en weer loslaten. De aandacht wordt telkens opnieuw gericht op een vorm die getekend wordt. Als je opmerkt dat je aandacht ergens anders naartoe is gegaan richt je de aandacht bewust weer terug op de vorm. Ook als je de impuls voelt iets anders te willen maken of de beweging saai of niet fijn vindt blijf je je aandacht richten op de vorm. Je mediteert in de vorm beweging. Het richten van je aandacht op een focus wordt ook eenpuntige aandacht genoemd. (Schilling, 2011) Het is meditatie in beweging zoals ook bij ‘Geführtes Zeichnen’ gezegd wordt, maar op een andere manier. Bij mindfulness gaat het erover dat je die beweging waarneemt, zonder oordeel. Het gaat niet over dat de beweging kleiner of groter gemaakt wordt. Het gaat erom dat het er is en niet om wat het is. (Krul, 2011) De beeldend therapeut vanuit mindfulness intervenieert wel op een andere manier dan de ‘Geführtes Zeichnen’ therapeut. Wat gelijk is: aan het begin van de sessie wordt een korte lichamelijke aandachtsoefening gedaan middels een bodyscan of meditatie. Wat anders is, is dat de beeldend therapeut die vanuit mindfulness intervenieert bijvoorbeeld constant gaat spiegelen wat ze bij de cliënt ziet of wat hij zegt. Dit wordt gedaan op een niet oordelende en realistische manier. Zij gaat benoemen wat er precies is in de zin van: dit is een gevoel, een gedachte of een lichaamssensatie. Bij de beeldend therapeut die met mindfulness werkt is de basishouding dat gegevens helemaal niet geproblematiseerd worden. Alle respondenten onder zowel de beeldend therapeuten die ‘Geführtes Zeichnen’ hanteren, als ook de beeldend therapeuten die mindfulness binnen de beeldende therapie hanteren, zijn van mening dat de oervormen in het algemeen ingezet kunnen worden binnen een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ voor volwassenen met stressgerelateerde klachten en het behandeldoel stressreductie. Conclusie: Zoals hierboven beschreven, zouden de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ geïntegreerd kunnen worden tot een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten. De combinatie van de oervormen uit ‘Geführtes Zeichnen’ en mindfulness passen heel goed samen. Mindfulness bestaat er al binnen ‘Geführtes Zeichnen’. Alleen wordt het op een iets andere manier toegepast. De beeldend therapeut die de ‘Beeldende Stress Reductie O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
33
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Training’ aanbiedt, kan vanuit de methode ‘Geführtes Zeichnen’ of vanuit mindfulness benaderen, afhankelijk van het behandeldoel. In een eerste fase kunnen de oervormen ingezet worden om volgens het principe van mindfulness te oefenen met vaardigheden zoals het leren verdragen van ongenoeglijke gegevens en weerstand, het leren ‘zijn’ inplaats van iets willen veranderen en het leren erbij kunnen blijven in het moment. Het is een trainingsgerichte aanpak. In een tweede fase kan de cliënt nu vanuit het erbij kunnen blijven een proces starten. Diepere lagen van het zelf kunnen geopend worden. Dit gebeurt middels het tekenen van de oervormen en het aandachtig luisteren en voelen naar de innerlijke lichamelijke sensaties, gevoelens en emoties. De cliënt volgt zijn innerlijke beweging intuïtief en geeft deze analoog/parallel weer op het papier. Hierbij kan de vorm/beweging veranderd worden. ‘De cliënt gaat in dialoog met zichzelf en zijn innerlijke bewegingen en komt zo in contact met zichzelf.’ (Boschloo in Schweizer (red.) 2009, p.354) De cliënt kan exploreren en experimenteren met nieuwe bewegingen. Hij krijgt inzicht in eigen behoeftes, kan geblokkeerde bewegingen opsporen en deze vervolgens oplossen. Het is een inzichtgevende en veranderingsgerichte manier. Beide benaderingen hebben hun waarde en kunnen zich elkaar verrijken.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
34
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4.2 Discussie Middels dit onderzoek werd er een eerste ontwerp van een behandelconcept/behandelproduct ontwikkeld. Toepasbaarheid binnen de praktijk Het moet verder onderzocht worden of het product toepasbaar is in de praktijk. Er werden wel twee tot drie sessies uitgeprobeerd en getest door de onderzoekster binnen dit onderzoek en de werkvormen werden door de cliënten als stressverminderend ervaren. Maar het was maar één sessie per cliënt die uitgevoerd werd en niet een heel therapietraject. Behandelduur Hoe lang een behandeltraject in het geheel moet zijn, werd niet duidelijk via de respondenten. De onderzoekster is uitgegaan van een behandelduur van acht weken gebaseerd op het Mindfulness-Based Stress Reductie Training’ van Kabat-Zinn en andere tot nu toe ontworpen modules die mindfulness binnen de beeldende therapie hanteren. Voor de respondenten leken acht weken eerst kort maar uiteindelijk stelden ze dat processen binnen ‘Geführtes Zeichnen’ soms heel snel gaan. Dat zelfs binnen één uur een probleem opgelost kan worden. (I en T) Terwijl een Mindfulness-Based Stress Reductie Training’ erg trainingsgericht is. Het gaat om het trainen van een vaardigheid. Het oefenen van gewoon ‘zijn’. Het lichaam en geest doelbewust in het moment tot rust laten komen, hoe het lichaam ook aanvoelt of wat er ook in het lichaam aan klachten aanwezig is. De dingen zo accepteren als deze zijn zonder iets eraan te willen veranderen. Om tot de cursus te worden toegelaten, moeten de deelnemers beloven elke dag met dit ’alleen maar zijn’ te oefenen. In acht weken krijgt de cliënt de handvatten, de basis; daarna is het belangrijk dat de cliënt doorgaat zodat de kracht van oplettendheid in stand wordt gehouden en hij zijn eigen weg vindt om er iets mee te doen in zijn leven. (KabatZinn, 2004) Kwaliteitscriteria validiteit, betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid Binnen dit onderzoek werd gebruik gemaakt van meerdere databronnen en dataverzamelingstechnieken zoals triangulatie en het bijhouden van een logboek tijdens het onderzoeksproces (zie hoofdstuk 2). Dit gegeven bekrachtigt de betrouwbaarheid van de verzamelde informatie en het onderzoek. Er werd gezorgd voor een goede feedback door medestudenten (peer-debriefing) Het resultaat/behandelproduct werd aan twee beeldende therapeuten voorgelegd om vast te stellen of de reconstructie van de werkelijkheid voor hen ook herkenbaar is en niet alleen voor de onderzoekster (Wester e.a.(red.), 2000) Evaluatie van resultaten in het licht van het doel van het onderzoek Persoonlijk: Het onderzoeksthema heb ik gekozen omdat het mij in eerste instantie persoonlijk interesseert. Ik ben van plan in de toekomst ooit een eigen praktijk op te zetten waar ik Tai Chi, Yoga, MBSR en beeldende therapie wil verenigen binnen het behandelaanbod. Mijn hypothese was dat de oervormen als werkvormen binnen de beeldende therapie goed bij de andere methoden zouden passen. Deze hypothese is voor mij bevestigd. Het resultaat van dit onderzoek geeft mij nieuwe handvatten over hoe ik de oervormen mbt. mindfulness in de toekomst in kan zetten in de praktijk. Bovendien kreeg ik ideeën voor nieuwe behandelmogelijkheden zoals opdrachten, interventiemogelijkheden, therapeutische houding en opbouw van een sessie. Maar ik heb ook gemerkt dat ik nog verdere bijscholingen nodig heb in deze methoden om deze professioneel in te kunnen zetten. Dat werd mij
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
35
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
duidelijk binnen de interviewgesprekken met de beeldende therapeuten. Hun ervaringsschat was enorm groot tegenover de mijne. Professioneel: Er is een behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ en mindfulness ontwikkeld, die ingezet kan worden bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten. Het behandelproduct kan als leidraad dienen voor beeldend therapeuten. Het biedt verdere interventiemogelijkheden voor hun praktijk. Maatschappelijk: Op grond van de steeds groter wordende belasting en stress zoals bijvoorbeeld op de werkplek of binnen interpersoonlijke relaties, stress op school of studie, en de daaruit volgende stressgerelateerde klachten zoals burnout en depressie (verwijzing naar hoofdstuk 1.3 stress), stijgt de vraag naar behandelingen die als doel hebben stress te reduceren. Door de inzet van een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ kan verwacht worden dat de gevolgen van stress verminderd worden. Doordat de cliënt, bijvoorbeeld een werknemer, leert met stress om te gaan en deze leert te reduceren is hij weer productief in het bedrijf. Vervolgens is dit bevordelijk voor de economie. Dit is een groot doel maar uiteindelijk kan het ertoe bijdragen. Volgens Siegel (2011) is mindfulness heel modern op dit moment en wint steeds meer terrein in de geestelijke gezondheidszorg. Mindfulness in verbinding met het tekenen van de oervormen kan er misschien toe bijdragen dat de mensen weer dichter bij hun oorspronkelijke vorm komen en dichter bij zichzelf. Ze komen in contact met zichzelf en leren bewuster te leven met hun omgeving en zichzelf. Reflectie op (mogelijk gerealiseerde) innovatieve waarde van de onderzoeksresultaten voor de professionele praktijk Door middel van dit onderzoek werd de waarde van de oervormen uit ‘Geführtes Zeichnen’ opnieuw bekeken met betrekking tot een bepaalde doelgroep: in dit geval cliënten met stressgerelateerde klachten en het behandeldoel stressreductie. De opgedane kennis werd in kaart gebracht en leidde tot een globale beschrijving van een behandelproduct/concept dat in de praktijk toegepast kan worden. Beeldend therapeuten die met mindfulness, Geführtes Zeichnen of met de oervormen als werkvormen binnen hun praktijk werken, hebben verrijkende handvatten gekregen hoe de oervormen ingezet kunnen worden speciaal voor de doelgroep ‘cliënten met stressgerelaterde klachten’ en het behandeldoel ‘stressreductie’. Resultaat van dit onderzoek is ook het besef dat mindfulness een groot part inneemt binnen ‘Geführtes Zeichnen’. Dit gegeven is vooraf niet zo duidelijk naar voren gekomen. Mindfulness is heel oud maar op dit moment weer erg modern. Mindfulness is een evidencebased aanvullende behandelmethode binnen de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. ‘Geführtes Zeichnen’ is ook al een oude methode en de oervormen zijn zeker nog ouder als de mensheid omdat deze overal in de natuur te vinden zijn. De gedachte daarachter is om iets ouds met iets gewaand nieuws, moderns te verbinden, om ‘Geführtes Zeichnen’ en de oervormen weer in tot elkaar te brengen. De verwachting is dat de opgedane kennis misschien ter motivatie dient de oervormen meer in te zetten binnen de praktijk om nieuwe behandelmogelijkheden te creëren.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
36
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4.3 Aanbevelingen Voor vervolgonderzoek: o De resultaten van dit onderzoek werden uitgewerkt in een behandelproduct. Het behandelproduct/de resultaten van dit onderzoek kunnen verder ontwikkeld/uitgewerkt worden tot een module door middel van gebruik van de checklijst module ontwikkeling. o Binnen dit onderzoek heeft men zich beperkt tot de doelgroep volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten. Voorts zouden de oervormen onderzocht worden op hun effectiviteit bij verschillende andere doelgroepen zoals bij kinderen of bij andere ziektebeelden zoals persoonlijkheidsproblematiek of traumata. o Het zou tevens interessant zijn om te onderzoeken of het tekenen van een bepaalde oervorm, bijvoorbeeld de schaal, echt een stressreducerend effect heeft. Dit kan onderzocht worden middels kwantitatieve of ook kwalitatieve onderzoeksbenadering. Tot nu toe werd er nog geen echt wetenschappelijk onderzoek gedaan (Elbrecht, 2006) over de oervormen hoewel er al heel veel en jarenlang in de praktijk mee gewerkt wordt. De oervormen blijken te werken maar de werking en de betekenissen van de oervormen zijn wetenschappelijk nog niet bewezen. De verwachting is dat het herhalend tekenen van een bepaalde oervorm zoals de schaal of de lemniscaat als spanningsreducerend ervaren wordt door diegene die tekent. o Het behandelproduct/aanbod kan binnen de praktijk getest worden op effectiviteit en toepasbaarheid. Voor de praktijk: o Als een beeldend therapeut binnen de praktijk met dit product wil werken, is het van essentiel belang dat de therapeut een erkende opleiding in creatieve therapie beeldend heeft gedaan en aanvullende opleidingen/seminare/workshops in bijvoorbeeld MBSR en ‘Geführtes Zeichnen’. Volgens Molenaar-Coppens (2011) wordt aangeraden dat diegene, die de oervormen aan cliënten instrueert, zelf alle oervormen doorgewerkt heeft om te weten wat deze kunnen oproepen bij de cliënt.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
37
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
5. Referentielijst Baarda, D.B., De Goede, M.P.M. & Teunissen, J. (2005). Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: p/a Noordhoff Uitgevers Compernolle, T. (2006). Stress. Vriend & Vijand. De aanpak van stress, thuis en op werk. Tielt: Uitgeverij Lanno. Dhont Czn, M. (2000). T’tijdloze uur. 22 oefeningen ter bevordering van integratie van de cognitieve, emotionele en sociale intelligentie. Arnhem: uitgeverij Lambo. Elbrecht, C., (2006). The Transformation Journey. The process of guided drawing – An Initiatic Art Therapy. Norderstedt: Johanna Nordländer Verlag. Elbrecht, C. (2007). Das geführte Zeichnen auf dem Hintergrund der Initiatischen Therapie. Die neuen Kreativitätstherapien. Handbuch der Kunsttherapie. Theorie und Praxis Band 1. Bielefeld und Locarno: Edition Sirius. (p. 473-498) Frieling, E. (2008). Therapiewege im Formenzeichnen, Bad Homburg: VAS-Verlag. Harinck, F. (2009). Basisboek praktijkonderzoek. Antwerpen – Apeldoorn: Garant. Hattum, M.van & Hutschemaekers, G. (2000). Vakwerk, prototyperingen van vaktherapeuten voor het programma stemmingsstoornissen. Utrecht: Trimbos-instituut. Hillarion, G. Petzold/Ilse Orth (Hgg. ). (2007). Die neuen Kreativitätstherapien. Handbuch der Kunsttherapie. Theorie und Praxis Band 1. Bielefeld und Locarno: Edition Sirius. Hippius-Gräfin Dürckheim, M. (2007). Die gestaltende Dimension in der Initiatischen Therapie. In: Die neuen Kreativitätstherapien. Handbuch der Kunsttherapie. Theorie und Praxis Band 1. Bielefeld und Locarno: Edition Sirius. ( p.463-473) Itten, J. (1975). Gestaltungs-und Formenlehre. Vorkurs am Bauhaus und später. Ravensburg: Ravensburger Buchverlag. Jung, C.G. & Jung, L. (2008). Archetypen. München: Herausgeber Lorenz Jung, Deutscher Taschenbuchverlag GmbH & Co. KG Kabat-Zinn, J. (2004). Handboek meditatief ontspannen, Effectief programma voor het bestrijden van pijn en stress, Haarlem: Altamira-Becht. McQuaid, J.R. & Carmonda, P. E. (2004). Depressie overwinnen met aandacht, een praktische gids voor aandachtgerichte cognitieve gedragstherapie bij depressie. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Möller H., Laux G. & Deister A., (2005). Psychiatrie und Psychotherapie, 3. überarbeitete Auflage. Stuttgart: Georg Thieme Verlag KG.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
38
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Molenaar-Coppens, E. (2009). Beeldwaarneming, een beeldend benoemingssysteem. In Schweizer, C. (red.). Handboek beeldende therapie, Uit de verf. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Segal, V., Z., J. Williams, M. G. & Teasdale, J. D. (2004). Aandachtgerichte cognitieve therapie bij rezidiverende depressie. Een nieuwe methode bij rez. depressie om terugval te voorkomen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Schilling, G. (2007). Aandachtgericht Beeldend werken. Een onderzoek naar de mogelijkheden van beeldende therapie mensen met depressie in staat te stellen piekeren bewust te verminderen. HAN Nijmegen Schweizer, C. (red.). (2009). Handboek beeldende therapie. Uit de verf. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Sopp, G. (2007). Wandlungsschritte, Geführtes Zeichnen auf dem Initiatischen Weg, Johanna Norderstedt: Nordländer Verlag. Strauss M. (1994). Von der Zeichensprache des kleinen Kindes. Stuttgart: Verlag freies Geistesleben. ter Haar, L. (2007/2008). Module aandachtgerichte Beeldende therapie. De kunst van mindfulness. HAN Nijmegen Van Kampen, M. & Vervaeke, M. (red.) (2008). Stress. Preventie, reductie en ontspanning. Twalf methoden. Leuven: Uitgeverij Acco. Wester, F. en Peters, V. (2004). Kwalitatieve Analyse. Uitgangspunten en procedures. Bussum: Uitgeverij coutinho. Artikelen uit tijdschriften Gatterburg, A. (2011). „Ich verliere mein Selbst“ Der Spiegel. Wissen. Das überforderte Ich. Stress - Burnout - Depression. NR.1/2011. Hamburg: Spiegel-Verlag Rudolf Augstein GmbH & Co.KG., 13-17 Shafi, S. (2011). Wenn die Hirnmasse schrumpft. Spiegel. Wissen. Das überforderte Ich. Stress - Burnout - Depression. NR.1/2011. Hamburg: Spiegel-Verlag Rudolf Augstein GmbH & Co. KG, 29-33 Websites Blanken, M. (2011). Specialisaties. Stressgerelateerde klachten. Opgevraagd 08 maart 2011 afkomstig van http://www.fysiotherapie-wageningen.nl/stress-klachten.html CCGT- Centrum Cognitieve Gedragstherapie, boekbespreking, Siegel, R.D.(2011). Mindfulness als uitweg. Opgevraagd op 1 mei 2011 afkomstig van http://www.ccgt.nl/boeken.htm#MAU Equadraat (2011). Ademmeditatie. opgevraagd op 08 mei 2011, afkomstig van http://www.equadraat.nl/workshops/ademmeditatie/index.html O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
39
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Existential-psychologische Bildungs- und Begegnungsstätte Todtmoos-Rütte, Schule für Initiatische Therapie, Dürckheim-Zentrum (2011). Geführtes Zeichnen. Opgevraagd 14 mei 2011 afkomstig van http://www.duerckheim-ruette.de/inhalt.php?WEBYEP_DI=4 Floor, L. & Overman, D. (2011). de methode. inleiding. Opgevraagd 14 mei 2011 afkomstig van http://www.tekenbeweging.nl/de_methode.html Legeland, T. (2011). Aandachttraining... Opgevraagd 13 februari 2011 afkomstig van http://www.mbsr.nl/ mbsr-mbct Verband (2011). MBSR (Mindfulness-Based Stress Reduction). Opgevraagd 13 februari 2011 afkomstig van http://www.mbsr-verband.org/was-ist-mbsr.html Seminarhaus Schmiede (2011). Initiatische Therapie. Opgevraagd 19 mei 2011, afkomstig van http://www.seminarhaus-schmiede.de/methoden/initiatische-therapie.html Wiley, J. & Sons, Ltd. (2005). A randomized, controlled trial of mindfulness-based art therapy (MBAT) for women with cancer. Opgevraagd 13 februari 2011 afkomstig van http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/pon.988/abstract
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
40
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
6. Bijlagen 6.1
Bijlage 1
Raamwerk Controlelijst bij het schrijven van producten Naam van het product Zorgprogramma Prototype werkvorm Rationale Indicaties Contra-indicaties Doelen Interventies: - Rol van de therapeut - Activiteit - Materiaal Randvoorwaarden Behandelduur en frequentie Eindtermen Hattum, M.van & Hutschemaekers, G. (2000). Vakwerk, prototyperingen van vaktherapeuten voor het programma stemmingsstoornissen. Utrecht: Trimbos-instituut.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
41
Praktijkonderzoek
6.2
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Bijlage 2
Behandelproduct ‘Beeldende Stress Reductie Training’ gebaseerd op mindfulness (MBSR) door middel van de inzet van de oervormen uit de beeldende methode ‘Geführtes Zeichnen’ voor volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten ___________________________________________________________________________ Zorgprogramma
volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten
Prototype werkvorm
trainingsgericht – inzichtgevend-plus
Rationale Bij volwassen cliënten met stressgerelateerde klachten is er sprake van klachten, waarbij de relatie tussen het psychische en lichamelijke aanwezig is. Er is een disbalans ontstaan tussen draaglast en draagkracht. Stressgerelateerde klachten kunnen zich uiten in een algehele vermoeidheid, spierklachten en gewrichtsklachten, hoofdpijn met soms duizeligheid, benauwdheid en druk op de borst, tintelingen in armen en benen of hartkloppingen. (Blanken, 2011) Volgens Kabat-Zinn (2004) zijn chronische pijn, slaapstoornis, paniekaanvallen, stressgerelateerde spijsverteringproblemen of huidklachten maar ook burnout of depressieve klachten vaak het resultaat van landurige stress. Deze cliënten hebben vaak niet alleen het gevoel dat hun lichaam, maar ook hun hele leven aan hun controle ontsnapt. Ze voelen zich overweldigd door angsten en zorgen, die vaak door pijnlijke gezinsrelaties veroorzaakt of verslechterd worden. (Kabat-Zinn, 2004) Het doel van het ‘Beeldende Stress Reductie Training’ is dat de cliënt leert middels het tekenen van de oervormen gevoelens, gedachtes, lichaamssensaties beter waar te nemen, signalen van stress en spanning leert te herkennen en vervolgens leert beter met de stress om te gaan. De inzet van de oervormen op een aandachtige manier binnen beeldende therapie biedt de cliënt de mogelijkheid toegang te krijgen tot eigen beleven en ervaren. Hij komt zo in contact met zichzelf. Expressie in beeldend materiaal biedt de cliënt de mogelijkheid via de oervormen op een nieuwe wijze contact te maken en in dialoog te komen met zichzelf. Innerlijke beelden van emoties kunnen tot expressie worden gebracht en worden op deze manier zichtbaar en tastbaar. (Boschloo, 2009, in Schweizer (red.), p.354) Het concrete beeld maakt de innerlijke beleving en behoefte zichtbaar. (Demmer & Boschloo, 2004 in Uit de verf, 2009, p.357) De oervormen bieden bovendien de mogelijkheid om volgens het principe van mindfulness te oefenen met vaardigheden zoals het bewust waarnemen op een oordeelvrije manier en het leren accepteren en verdragen van onaangename gewaarwordingen. (Schilling en Krul, 2011) Volgens Molenaar-Coppens (2011) heeft het herhalende bewegen of tekenen een meditatieve werking waardoor de cliënt in het eigen midden komt. Het herhalend, ritmisch tekenen van een oervorm is een vorm van actieve meditatie. Het is gericht op de beleving in het hier en nu en vraagt erom met de hele aandacht aanwezig te zijn. “Als de cliënt herhalende tekenbewegingen maakt, hoeft hij niet meer te denken en doet hij het gewoon vanuit zijn buik, hij komt in het meditatieve vlak. Herhaling is hierbij essentieel. Dit kan ervaren worden als rustgevend en ontspannend en zeker als de cliënt het met aandacht doet.” (Gerlag, 2011) Door het tekenproces en de tekeningen komt de cliënt in contact met zijn innerlijke werkelijkheid. Doordat kan er een structurele verandering plaatsvindt. (Demmer & Boschloo, 2004 in Schweizer (red.), 2009, p.357) Indicaties Deze naar aanleiding van de antwoorden van de respondenten tijdens de interviews en de literatuur.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
42
Praktijkonderzoek
•
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Volwassenen met stressgerelateerde klachten zoals burnout of/en depressieve episodes, lichamelijke klachten zoals onbegrepen lichamelijke klachten, somatische klachten en pijnklachten
Contra-Indicaties
Neiging tot psychose of psychotische episodes Te ernstige angstproblematiek Het ontbreken van reflectief vermogen bij de cliënt De onmogelijkheid van de cliënt om contact met zichzelf te maken Te ernstige depressieve episodes (Williams, Teasdale Segal, Kabat-Zinn, 2008, p. 209)
Doelen Algemeen De cliënt leert beter om te gaan met stress en de lichamelijke en psychische reacties die stress veroorzaakt (Van Kampen & Vervaeke (red.), 2008) Een voelbare stressvermindering in het dagelijkse leven Het doeltreffender omgaan met stresssituaties (lange termijn doel) Specifiek leren waarnemen van gedachten, gevoelens, emoties en lichaamssensaties (korte termijn) leren signalen en oorzaken van stress en spanning waar te nemen en te erkennen leren stil te staan bij ervaringen, zonder oordeel acceptatie van de diagnose (Krul 2011) leren hoe je met spanning en stress om kan gaan het leren ontwikkelen van bewustzijn Subdoelen uitgewerkt in fases: Fase 1 ‘trainingsgericht’ - observeren (zelfobservatie) op een oordeelvrije en vriendelijke manier - leren stilstaan bij ervaringen, een realistisch beeld vormen - leren gevoelens, gedachtes, lichaamssensaties waar te nemen - het kunnen verdragen van onaangename gewaarwordingen - het leren ‘zijn’ inplaats van iets willen veranderen Fase 2 ’inzichtgevend’ - oorzaken leren herkennen : Wat bezorgd je de stress? - herkennen van signalen van stress en spanning
-
herkennen dat het er is acceptatie van de diagnose, dat er iets aan de hand is eigen grenzen erkennen
Fase 3 - leren omgaan met de spanning en stress - Wat heb ik nodig? Leren eigen behoeftes te ontdekken - Welke manieren zijn er om de stress en spanning te verminderen? Interventies Activiteiten in fasen Fase 1 ‘trainingsgericht’ De therapeut structureert het mediumaanbod door het aanreiken van een oervorm. Hierbij houdt de therapeut zich aan de volgorde van de oervormen. Deze begint bij de schaal, gevolgd door de boog, de O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
43
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
kring, de spiraal, de lemniscaat, de golvende lijn, de verticale lijn, de horizontale lijn, het kruis, de driehoek, het vierhoek, de punt en de stervorm. De oervormen kunnen ingezet worden om volgens het principe van mindfulness te oefenen met vaardigheden zoals het leren verdragen van ongenoeglijke feiten en weerstand, het leren ‘zijn’ inplaats van iets willen veranderen en het leren erbij kunnen blijven in het moment. Dit wordt gedaan met behulp van het in de tekenbeweging, de vorm blijven en deze niet te veranderen, welke behoefte de cliënt ook voelt om deze beweging te veranderen. Dit heet eenpuntige aandacht. Het is zoals mediteren in één beweging of oervorm. Bovendien biedt het tekenen van een oervorm de mogelijkheid oplettendheid te oefenen gericht op het hier en nu. Het is een trainingsgerichte aanpak omdat de cliënt vaardigheden traint. Fase 2 ‘inzichtgevend’ Inmiddels kent de cliënt de afloop van een sessie en de oervormen.Vanuit het erbij kunnen blijven kan de cliënt nu een proces starten. Diepere lagen van het zelf kunnen geopend worden. Dit gebeurt middels het tekenen van de oervormen en het aandachtig luisteren en voelen naar de innerlijke lichamelijke sensaties, gevoelens en emoties. De cliënt volgt zijn innerlijke beweging intuïtief en geeft deze analoog/parallel weer op het papier. Hierbij kan de vorm/beweging veranderd worden. De cliënt gaat in dialoog met zichzelf en zijn innerlijke bewegingen en komt zo in contact met zichzelf. (Boschloo in Schweizer (red.) 2009, p.354) De cliënt kan exploreren en experimenteren met nieuwe bewegingen. Hij krijgt inzicht in eigen behoeftes, kan geblokkeerde bewegingen opsporen en deze vervolgens oplossen. Ook hier is de ritmische herhaling belangrijk. Hierdoor komt de cliënt in contact met emoties, lichaamsherinneringen en gedragspatronen uit het onbewuste. Dit bewustwoordingsproces creërt de mogelijkheid tot verandering. Zodoende krijgt de cliënt grip op zijn eigen situatie. (Boschloo in Schweizer (red.) 2009, p.354) Bij beide methoden, mindfulness en Geführtes Zeichnen, is het essentieel dat de cliënt met zijn volle aandacht erbij blijft. Opbouw van een sessie: Aan het begin van elke sessie wordt een lichamelijke aandachtsoefening gedaan middels een bodyscan of een zitmeditatie geïnstrueerd door de therapeut. Dit wordt gedaan om de aandacht te richten op innerlijke lichamelijke sensaties en om in contact te komen met het innerlijk van jezelf. Vervolgens wordt een beeldende werkvorm aangeboden op basis van een of meerdere oervormen. Getekend wordt zittend aan een tafel of staand tegen de muur, naar gelang de behoefte van de cliënt of het behandeldoel. De cliënt is zo lang bezig met een tekening totdat hijzelf waarneemt dat het genoeg is of totdat zich een nieuwe vorm aandient. Binnen één sessie kunnen vijf tot acht tekeningen ontstaan. Na afloop van het gehele tekenproces wordt een nabespreking gedaan. Hierbij worden de tekeningen naar volgorde van ontstaan op een rijtje gelegd. De cliënt reflecteert wat hij heeft ervaren tijdens het tekenen. Opdrachten
een oervorm wordt aangereikt/voorgedaan (bijvoorbeeld de schaal, welke structuur en houvast biedt) mediterend tekenen in één oervorm volgens mindfulness tekenen vanuit een innerlijke lichamelijke sensatie, gevoel, emotie tekenen vanuit betasten van een voorwerp met gesloten ogen, ‘voorkeur’ en ‘afkeer’ tekenen vanuit behoefte van de cliënt tekenen vanuit tegenstellingen, tegenstelling tekenen van een actuele tekenbeweging
Er wordt altijd getekend met beide handen tegelijk en met gesloten ogen omdat de cliënt dan beter de aandacht kan richten en houden op het innerlijke gebeuren.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
44
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Tussentijdse interventies De therapeut gaat benoemen en beschrijven wat ze bij de handelingen van de cliënt of in de tekeningen observeert. Ze ondersteunt de cliënt bij het richten van aandacht. Ze structureert het proces, neemt de cliënt serieus in zijn uitingen, biedt ruimte en tijd zodat de cliënt zich vrij kan ontwikkelen en uitdrukken. De therapeut geeft ondersteunende een aanmoedigende suggesties en grijpt in als de cliënt overspoeld raakt door te heftige gevoelens die opgeroepen kunnen worden door de oervormen. Rol therapeut Aan het begin van het therapietraject is de therapeut leidend en directief om duidelijkheid te verschaffen en structuur te bieden. Maar tegelijkertijd is ze ook volgend in haar houding om de zelfverantwoordelijkheid/zelfstandigheid van de cliënt te bevorderen. De therapeut legt de opdracht
uit en reikt de materialen aan. Ze neemt een aandachtige houding in. Want de aandacht die de cliënt van de therapeut krijgt is de eerste stap dat de cliënt leert zelf aandacht te schenken aan zijn innerlijke beweging. De therapeut neemt een verzorgende houding in zodat er vanuit de client een beweging kan komen. (Demmer, 2011) Veiligheid is cruciaal voor de cliënt om zich te kunnen uiten. Houding van de therapeut De therapeut begleidt de cliënt vanuit ontspanning, bijvoorbeeld tijdens de aandachtoefeningen. Zij neemt een uitnodigende en aandachtige houding in tegenover dat wat de cliënt doet of zegt. Aan het begin van het traject is de therapeut vooral leidend en directief om duidelijkheid en veiligheid te verschaffen. De therapeut neemt de cliënt serieus in zijn gevoelsbelevingen en lichaamssensaties. Zij bevordert een bepaalde zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid bij de cliënt door hem de middel in handen te geven en hoe hij vervolgens daarmee om kan gaan. Materiaal Lichtgeruwd papier in grotere fomaten van 60 cm x 80 cm om aan de tafel te tekenen en 2,00 x 1,50 m om aan de muur te tekenen, plakband, punaises en zwart contékrijt in verschillende hardheden. Randvoorwaarden Individuele therapie Er is een ruimte nodig waar een tafel en een muur beschikbaar moet zijn om met beide mogelijkheden te kunnen werken. Behandelduur en frequentie Wekelijkse bijeenkomst van 60-90 minuten. De behandelduur is verschillend per cliënt omdat ieder cliënt verschillend is naar gelang van stresssensatie, zwaarte van de problematiek of individueel voortgang van het proces. De therapeut stemt de behandelduur individueel af op de behoeften en vaardigheden van de cliënt. Uiteindelijk bepaalt de cliënt zelf omdat hijzelf het best weet wanneer hij minder stress ervaart en zijn proces afgesloten is. De stresssensatie is bij ieder mens verschillend, vaardigheden moeten worden verinnerlijkt, zo ‘n proces is individueel verschillend per cliënt. Het kan dus 8 weken duren of twee jaar. Vaardigheden moeten steeds herhaald worden daarmee deze niet weer verloren gaan of worden vergeten gedurende de tijd. De geleerde vaardigheden moeten getransformeerd en geïntegreerd worden in het dagelijkse leven en bijgehouden worden om terugval te vermijden. Eindtermen De cliënt heeft geleerd zich te ontspannen en beter met zijn stress omgaan. Daardoor zijn er minder ernstige lichamelijke symptomen, hij heeft meer zelfvertrouwen, optimisme en assertiviteit, hij heeft meer geduld met zichzelf en kan zichzelf en zijn handicaps beter accepteren. De cliënt heeft meer vertrouwen in zijn vermogen met lichamelijke en emotionele pijn om te gaan, hij is minder angstig en minder depressief. Hij heeft geleerd zich meer de baas te voelen van stresssituaties waarop hij vroeger de greep zou had verloren. (Kabat-Zinn, 2004)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
45
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
6.3 Bijlage 3 Interviewlijsten Interviewtopiclijst voor beeldend therapeuten die werken met ‘Geführtes Zeichnen’ Semi-gestructureerde interview volgens Harinck (2009) In het kader van afstudeeronderzoek CTO-beeldend het ontwikkelen van een module ‘Beeldende Stress Reductie Training’ op basis van de oervormen uit het ‘Geführtes Zeichnen’ en MBSR (mindfulness). Door: Christiane Kaiser, 442206, CTO-DH01X Datum: Therapeut: Geführtes Zeichnen 1. Hoe en wanneer bent u in aanraking gekomen met Geführtes Zeichnen? 2. Met welke doelgroep werkt u? Zijn/waren er ook stressgerelateerde klachten daarbij? 3. Welke therapeutische houding neemt u in binnen Geführtes Zeichnen? 4. Hoe is een sessie opgebouwd binnen Geführtes Zeichnen? 5. Hoe ziet u de link tussen mindfulness/meditatie en ‘Geführtes Zeichnen’ ? Hoe wordt
mindfulness betrokken binnen Geführtes Zeichnen?
6. Wat zijn indicaties/contraindicaties bij Geführtes Zeichnen?
De oervormen 7. Hoe zijn de oervormen ontstaan? 8. Waarom zouden de oervormen geschikt kunnen zijn voor een ‘Beeldende Stress Reductie Training’? 9. Welk positief effect heeft volgens u het herhalende tekenen van een oervorm bij een cliënt (met stressklachten)? Wat zijn uw ervaringen en wat hebt u geobserveerd bij de cliënt?
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
46
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
10. Kan het tekenen van een oervorm ook een negatief effect tot gevolg hebben? Welke dan?
Interventies en randvoorwaarden 11. Welke interventies plegen beeldend therapeuten binnen ‘Geführtes Zeichnen’ bij het behandeldoel stress-of spanningreductie? 12. In welke volgorde kunnen de oervormen ingezet worden binnen een ‘Beeldende Stress
Reductie Training’?
13. Voor welke doelgroep zou een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ op basis van Geführtes Zeichnen geschikt kunnen zijn? 14. Wat zijn mogelijke behandeldoelen die opgesteld kunnen worden voor een Beeldende Stress Reductie Training op basis van Geführtes Zeichnen? 15. Wat is het verschil tussen werken staand aan de muur en zittend aan de tafel en hoe belangrijk is dat? 16. Welke aanwijzingen/instructies geeft u tijdens Geführtes Zeichnen?
Stress- en spanningsreductie 17. Welke oervormen werken volgens u stressreducerend/spanningreducerend en welke minder ? Welke oervormen zijn geschikter dan andere vormen.
18. Welk verschil is er te zien in het spanningsniveau bij de cliënt, voor en na het tekenen van de oervormen? Kunt u daar iets over vertellen?
19. Is het mogelijk een stressreductietraining te ontwikkelen d.m.v. de oervormen uit het
‘Geführtes Zeichnen’? Op welke manier zou dit mogelijk kunnen zijn?
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
47
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Interviewtopiclijst voor beeldend therapeuten die werken met mindfulness binnen beeldende therapie Semi-gestructureerd interview volgens Harinck (2009) Datum: Beeldend therapeut: Vragen over aandachtgericht beeldend werken met als behandeldoel stress- en spanningsreductie
20. Welk positief effect heeft volgens u aandachtgericht beeldend werken bij een cliënt met stressklachten? 21. Welke werkvormen gebruikt u binnen aandachtgericht werken?
22. Voor welke doelgroep zou een ‘Beeldende Stress Reductie Training’ geschikt zijn?
23. Welke behandeldoelen stelt u op binnen aandachtgericht beeldend werken?
24. Op welke manier betrekt u mindfulness binnen aandachtgericht werken?
25. Welke mindful interventies hanteert u binnen aandachtgericht beeldend werken? Bv welke aandachtoefeningen, hoe lang, wanneer: aan het begin of einde van een sessie?
26. Welke instructies en/of aanwijzingen geeft u?
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
48
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Interview Cliënt/Klient: Datum: Het zijn Duitse cliënten en daarom is het interview in het duits afgenomen. Onderwerp: het beeldend werken met oervormen en het subjectief ervaren effect van het tekenen van een oervorm voor de cliënt Thema: Das Zeichnen einer oder mehrerer Urformen/Zeichenbewegungen und der subjektiv erfahrene Effekt dieser Urformen für den Klienten 1. Hoe hebt u het tekenen van de oervormen ervaren? Hoe was het voor u? Wie haben Sie dass Zeichnen dieser Urform erfahren? Was haben Sie erlebt?
2. In welk mate hebt u spanningsreductie of ontspanning ervaren tijdens of na afloop van het tekenen van de oervormen? Haben sie eine Spannungsreduktion oder Entspannung erfahren während oder nach dem Zeichnen? In welchem Maße war diese?
3. Hoe hebt u de meditatie/lichamelijke aandachtoefening ervaren aan het begin en aan het eind van de sessie? Wie haben Sie die Meditation/Aufmerksamkeitsübung zu Beginn und am Ende der Sitzung erfahren?
4. Welke oervorm vond u het meest ontspannend? Welche Urform/Zeichenbewegung empfinden Sie am Entspanntesten?
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
49
Praktijkonderzoek
6.4
Bijlage 4
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Aanvullende Literatuurstudie
Aandachtgerichte Cognitieve Therapie De Mindfulness-Based Cognitive Therapy oftewel Aandachtgerichte Cognitieve Therapie is vanaf 1992 door Segal, Teasdale en Williams in Canada en England, ontwikkeld als terugvalpreventie-methode bij recidiverende depressie. De meditatie- en andere aandachtoefeningen in de MBCT zijn overgenomen uit de MBSR (Mindfulness-Based Stress Reduction) ontwikkeld door Jon Kabat-Zinn. (Segal, Williams & Teasdale, 2004) MBCT koppelt de kernelementen uit het MBSR-Programma met technieken uit de cognitieve gedragstherapie ook binnen een 8-weekse trainingsprogramma. De inhoud van ACT zijn aandachtsoefeningen, het leren van een aandachtige houding in het alledagsleven, psychoeducatie over depressie en oefeningen uit de cognitieve gedragstherapie. De aanpak van Geführtes Zeichnen Volgens Elbrecht (2006) zit de cliënt tegenover de therapeut. De therapeut vraagt aan de cliënt zijn ogen te sluiten en zijn aandacht te richten op het innerlijke van zijn zelf. Het luisteren naar binnen. De therapeut start de sessie met een lichaamelijke aandachtoefening. Hij instrueert de cliënt met aandacht door zijn lichaam te gaan. Met de uitademing zich laten zakken naar beneden in het bekken, de wervelkolom oprichten, voeten op de bodem aarden, en aandachtig luisteren naar het ritme van de ademhaling. De therapeut vraagt de cliënt of hij een innerlijke beweging kan opsporen die er is. Dat kan een adembeweging zijn of het hartritme. Het kan opwinding of angst zijn. Een geblokkeerde beweging zoals een knoop in de buik, een stijve nek, spanning ergens in het lichaam of pijn. De therapeut moedigt de cliënt steeds aan om te vertrouwen op zijn lichamelijke waarneming/gewaarwordingen. Het is de eenvoudigste en meest directe weg om in contact te komen met je (innerlijke) zelf. De lichaamssensatie of ervaring ‘het fladderen in de buik’ wordt geconverteerd in een plaat in het brein en vervolgens op het papier weergegeven. De therapeut moedigt de cliënt verder aan om een ritmische herhaling te gebruiken om een beweging uit te proberen en te testen. Deze fase wordt ‘flow’genoemd. Deze fase is essentieel voor het succes van het creatieve proces en niet te onderschatten. Ritmische herhaling is cruciaal om in contact te komen met emoties, lichaamsherinneringen en gedragspatronen uit het onbewuste. Dus de cliënt zal direct zijn innerlijke sensatie op het papier reproduceren. Hij kan fladderen met het krijt precies zoals het ook in zijn buik fladdert. Vervolgens vraagt de therapeut aan de cliënt te beginnen met tekenen, een stuk krijt in elke hand, nog steeds met de ogen dicht, en nog steeds in contact met de innerlijke sensaties. De getekende oervormen kunnen zo vaak veranderd worden totdat de tekenbewegingen of de vorm overeenkomen met de innerlijke sensaties. Zo lang tot de tekenbewegingen juist aanvoelen en aansluiten bij de innerlijke sensaties. Het vel wordt ieder keer gewisseld als een impuls voldoende onderzocht en geëxploreerd is. Binnen de tweede fase kunnen vragen gesteld worden in de zin van “hoe voel ik me”? en dan ‘wat heb ik nodig?’. Welke beweging past daarbij? Welke beweging heb ik nodig om de spanning op te lossen? Wat zou kunnen helpen om de pijn te stillen? Heb ik kalmering nodig, cirkelende ‘masserende’ bewegingen of rechte, scherpe en krachtige lijnen? Of heb ik afgrenzing of concentratie nodig? Op deze manier vindt diegene die tekent stapsgewijs zijn eigen vorm en beweging uit, geboren uit zijn diepe contact met zichzelf. Beweging en emotie kan uitgedrukt worden, zoals ook geblokeerde bewegingen en hoe deze worden belemmerd. In een verdere fase kunnen bij voorbeeld vragen gesteld worden zoals ‘Hoe ga ik met mijn kwaadheid om? Welke manieren zijn er om de kwaadheid te verminderen zonder dat ik O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
50
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
mezelf of een vriend kwets? Hoe voelt het om de kwaadheid af te bouwen/uit te drukken op het papier? Hoeveel van de kwaadheid is ouder dan de huidige oorzaak van de kwaadheid? De getekende beweging reflecteert een interne stroom/flow van energie. De cliënt kan leren zijn energieflow te begrijpen, om te leiden, te transformeren, te integreren en dus om het uiteindelijk te genezen en te vergroten. De flow kan destructief of constructief zijn, bewust of onbewust. Het vertelt een verhaal van een persoon, waar bepaalde gedachten, gevoelens, emoties en acties mogen vloeien andere zijn verboden en geblokkeerd. (Elbrecht, 2006)
Fasen van de behandeling gebaseerd op mindfulness en ‘Geführtes Zeichnen’ (gebaseerd op antwoorden van de respondenten en literatuuronderzoek) Fase 1 ‘trainingsgericht’ Doelen: - observeren (zelfobservatie) van deze op een oordeelvrije en vriendelijke manier - leren stil staan bij ervaringen, een realistisch beeld vormen - leren gevoelens, gedachtes, lichaamssensaties waar te nemen - het kunnen verdragen van onaangename gewaarwordingen - het leren ‘zijn’ inplaats van veranderen Fase 2 ‘inzichtgevend’ Doelen: - oorzaken leren herkennen : Wat bezorgd je de stress? - herkennen dat het er is - acceptatie van de diagnose, dat er iets aan de hand is. - herkennen van signalen van stress en spanning - eigen grenzen erkennen Fase 3 - leren om gaan met de spanning en stress - Wat heb ik nodig? Leren eigen behoeftes te ontdekken - Welke manieren zijn er om de stress en spanning te verminderen?
Initiatische Therapie De methode ‘Geführtes Zeichnen’ heeft haar wortels in de jungiaanse dieptepsychologie, zenmeditatie en christelijke mystiek. (Boschloo in Schweizer (red.) 2006, p.356) Geführtes Zeichnen is onderdeel van de Initiatische Therapie en één medium van meerdere media die binnen de Initiatische Therapie gehanteerd worden. De term ‘initiatie’ komt voort uit het Latijnse woord ‘initiare’ en betekent ‘de deur naar het geheim openen of een begin maken’. De Initiatische Therapie werd ontwikkeld begin jaren vijftig door Prof. Karlfried Graf Dürckheim en zijn vrouw dr. Maria Hippius-Gräfin Dürckheim. De Initiatische Therapie is gebaseerd op de transpersonele psychotherapieën. Ze is tegelijkertijd een weg ter oefening van meditatie en een dieptepsychologische begeleiding. (Seminarhaus Schmiede, 2011)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
51
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Archetypes Binnen de jungiaanse context worden de oervormen archetypes genoemd. C.G. Jung ontwikkelde het concept van de archetypes binnen de analytische psychologie. Volgens Jung wordt de term archetype vaak verkeerd begrepen als duiding van mythologische motieven. (Elbrecht, 2006) Archetypes zijn in het collectieve onbewuste gevestigde oerplaten van menselijke denkbeelden. Het zijn onbewuste werkingsfactoren die het bewustzijn beinvloeden. Vele archetypes zijn gebaseerd op oerervaringen van de mensheid zoals geboorte, kindheid, puberteit, zwangerschap, ouderschap, het oud worden en de dood. Een archetyp is onbewust en niet zichtbaar, maar de werking van een archetyp kan ervaren worden in symbolische platen zoals dromen, visioenen, psychoses, in beeldende werstukken, sproken en mythen. Er is een aantal archetypes of oervormen die als symbolen verschijnen. Een archetypisch symbool is een meerduidig bouwsel dat associaties gerelateerd aan geestelijke ideeën uitlokt. Een cirkel bijvoorbeeld wordt binnen de meeste culturen gezien als een symbool dat geassocieerd wordt met geslotenheid, heelheid en compleetheid. Een kruis wordt geassocieerd met de vier windstreken, de vier seizoenen of de vier elementen. De archetypes zijn in het algemeen niet zichtbaar, niet empirisch en daarom gekoppeld aan het intuïtieve denken. (Jung, C.G. & Jung, L., 2008) Ze zijn een instinctieve ontwikkeling. Instincten zijn psychologische driften/lusten en worden waargenomen via de zintuigen. Maar tegelijkertijd manifesteren ze zich in fantasieën en openbaren ze zich in de aanwezigheid van symbolische platen. Deze manifestaties zijn wat Jung noemt archetypes. (C.G. Jung, 1990, in Elbrecht, 2006)
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
52
Praktijkonderzoek
6.5
bijlage 5
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
voorbeeld van een opdracht
Opdracht ‘voorkeur’ en ‘afkeer’ (Van: Molenaar-Coppens, 2011) Doel: De cliënt leert de signalen in hem zelf op te vangen. Het gaat dus om het ontdekken van een beweging in jezelf en hoe je op deze beweging aansluit of reageert. Materiaal: Kist met spulletjes zoals, schelpen, mosselen, houtstukjes, schapenwol, voorwerpen uit de natuur, papier formaat 80 x 60 cm, zwarte krijt verschillende hardheden, plakband, twee kaartjes; op de ene staat ‘voorkeur’ op de ander ‘afkeer’. Instructies en uitleg opdracht: Het gaat over ‘voorkeur’ en ‘afkeer’. Kies uit de kist met de spulletjes twee voorwerpen. De eene voorwerp kies je vanuit voorkeur en de ander vanuit afkeer. Een voorwerp voor voorkeur en een voorwerp voor afkeer. Die voorwerpen plaats je bij de karten. De therapeut instrueert de cliënt het voorwerp van de voorkeur in zijn hand te nemen. Met gesloten ogen wordt het voorwerp betast. Vervolgens vraagt de therapeut de cliënt of hij de impressie van wat hij in zijn handen heeft, weer wil geven in een lijn op het papier. Vervolgens wordt hetzelfde gedaan met de ander voorwerp op een tweede vel. Na het tekenen worden de twee tekeningen vergeleken. De cliënt gaat beschrijven wat hij ziet. Nu wordt een derde vel aangereikt. De therapeut instrueert de cliënt nu een keuze te maken. Welke hoedanigheid (spreekt je meer aan?) Vervolgens wordt een lichamelijke aandachtoefening gedaan. Van tevoren wordt het papier weer vastgeplakt. Instructies aandachtoefening: De cliënt wordt verwezen naar wat hij gemaakt (getekend) heeft. “Nu even helemaal niks, je weet: dat heb je gemaakt. Nu sluit je je ogen, je let alleen maar op je ademhaling, leg even de krijtjes uit je handen, zodat je niet in actie bent, maar eenvoudig bij jezelf. Je ademt een paar keren dieper uit de buik. Adem maar gewoon goed uit. Zet je voeten ontspannen recht op de bodem. Ontspan je beenspieren, ontspan je bekkengebied, en richt je op vanuit je bekken. Je merkt van alles nu in je lichaam. Let nu op je middenrif, waar de adem beweegt, het in- en uitademen en zorg dat dat vrijelijk kan gebeuren.” (citaat, Molenaar Coppens, 2011) Dan pakt de cliënt in elke hand een krijtje, en hij laat zijn handen gaan, nog steeds met gesloten ogen. Volgende aanwijzing kan gegeven worden: ‘Laat je handen gaan en zie maar wat daar uit komt.’ Na afloop van het tekenen wordt het derde vel met de twee andere vellen vergeleken. Volgende aanwijzing wordt gegeven: ‘Vergelijk het nu met de twee andere vellen.’ De cliënt beschrijft wat hij ziet en de therapeut beschrijft wat ze ziet, wat er is getekend. Tekeningen die gemaakt werden binnen de sessie ‘voorkeur’ en ‘afkeer’ De onderstaande tekeningen zijn getekend door de onderzoekster. Deze zijn ontstaan binnen het interviewgesprek met Ella Molenaar-Coppens binnen dit onderzoek. Zij deed met de onderzoekster een kleine sessie om te laten zien hoe zij een sessie opbouwt.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
53
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
1 tekenen naar het voorkeur voorwerp
2 tekenen naar het afkeer voorwerp
3 Instructie: ‘Laat je handen gaan en zie maar wat daar uit komt.’
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
54
Praktijkonderzoek
6.6
bijlage 6
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
tekeningen van cliënten uit de proefsessies
Onderstaande tekeningen zijn de resultaten uit de proefsessies met twee cliënten. Cliënt A Sessie 1
1 de schaal titel’ de eerste keer’
2 twee kringen
3 de kring
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
55
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
4 de lemniscaat
5 hier had de cliënt de vrije keuze De eerste vier oervormen werden gegeven door de therapeut. Voorafgaand aan de vijfde tekening gaf de therapeut de instructie om vanuit een eigen innerlijke beweging te tekenen. Er werd altijd getekend met gesloten ogen en met beide handen tegelijk.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
56
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Cliënt B Sessie 1
1 titel ‘BVB’, de schaal. Instructie: Teken een schaal.
2 titel ‘fiets’ twee kringen Instructie: Teken twee kringen met een beweging van binnen naar buiten.
3 titel ‘stroom’, de lemniscaat
4 titel ‘krassen’ O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
57
Praktijkonderzoek
‚Door middel van de oervormen naar een meer ontspannen zelf’
CTO
Instructie: Tekenen vanuit een innerlijke lichamelijke sensatie
Instructie: Teken een beweging die je nodig hebt. 5 titel ‘bron’ De eerste drie tekeningen werden gemaakt zoals aangegeven door de therapeut. Bij de vierde tekening gaf de therapeut de instructie te tekenen vanuit een innerlijke lichamelijke sensatie. Voor de vijfde tekening gaf de therapeut de instructie ‘Welke beweging zou je nu nodig hebben om de beweging die er eerder was op te lossen?’ Er werd altijd getekend met gesloten ogen en met beide handen tegelijk.
O&I verslag CTO beeldende therapie Christiane Kaiser, mei 2011
58