MET de BURTON naar SANTIAGO de COMPOSTELLA In augustus 2013 heeft Agnes het idee om op “pelgrimstocht” naar Santiago de Compostella te gaan. Na overleg besluiten we om binnen de BOC te vragen of er Burtonrijders zijn die met ons mee willen, helaas melden er zich geen medepelgrims. Er zijn diverse pelgrimsroutes die naar S. de C. leiden; wij kiezen voor de fietsroute “Langs oude wegen” . Deze route leidt over historische verbindingswegen, die eeuwenlang gebruikt werden door pelgrims en handelaren, kunstenaars en koningen. “Langs oude wegen” volgt pelgrimssporen zoveel mogelijk over landelijke wegen zonder druk autoverkeer. Wij willen starten in st Jacobiparochie en dan via Aken en oost Frankrijk naar Oleron st Marie, hier de Pyreneeën over’’, dan naar Jaca, Logrono, Burgos en Leon naar Santiago. Als we op de routekaartjes kijken zien we vooral veel B-weggetjes, maar we zullen vast wel eens onze route moeten aanpassen wanneer “de fiets” over een fietspad naast een kanaal of zo voert. Voor de fietser is dit een pittige route met veel hellingen maar dit moet voor de Burton geen probleem zijn. Verder willen we zo “basic” mogelijk reizen om het pelgrimsgevoel wat te benaderen d.w.z. kamperen en de spullen moeten allemaal in de Burton kunnen: 2 slaapmatjes, daaroverheen een tweepersoons dekbedhoes waar we inkruipen. 1 slaapzak (dekenmodel) houdt ons warm. Zo niet, dan schuiven we nog dichter naar elkaar. Nog niet dan worden er sokken, T-shirt en desnoods lange broeken aan gedaan. Onze kleren passen ruimschoots in een weekendtas. De keuken bestaat uit een eenpitsbrander (gasflesjes), 1 grote pan, 1 koekenpan, 1 beslagkom (die in de grote pan past), 2 mokken, bestek, snijplank, scherp mesje. Klein emmertje (ook voor de afwas) met flesje afwasmiddel, schuursponsje, theedoek, elastiek met enkele wasknijpers. 2 kleine plastic bakken met proviand. Nu ik dit opschrijf lijkt het ook wel weer erg veel. Het gasstel, snijplank, borden en pannen zit in een tomado-box. Deze box gebruiken we ook als tafel. En we hebben 2 kleine lage stoeltjes mee. Het koken gebeurt op de knietjes. Als we ’s ochtends vertrekken hebben we in een handig Mitra –tasje thermosflessen met thee en warm water (voor koffie en cup a soup). Ook brood en fruit gaat erin. En zo hoeven we overdag niet meer bij de achterbak die Keimpe iedere ochtend met de groots mogelijke nauwkeurigheid pakt. De tentspullen gaan voorin onder de motorkap. Het rijden van de fietsroute gaat prima, maar je hebt geen idee waar je ergens “op de grote kaart van “Frankrijk of Spanje” bent. De eerste week in Frankrijk rijden we veel in de regen , maar als we de Pyreneeën over zijn wordt het droger. Ook komen we in Spanje steeds meer fietsers en vooral wandelaars tegen. Vooral op de laatste 100 km lijkt het soms wel file-wandelen. Dit heeft een logische verklaring: iemand die alle benodigde pelgrimsstempels van deze laatste 100 km heeft, kan een zgn. postelaat krijgen (bewijs dat je de st.Jacobsroute hebt gelopen). Voor de liefhebbers van oude kerken, Romeinse/middeleeuwse bruggen en monumenten is de route in Spanje een el dorado. In Santiago gaan we zondagmorgen naar de speciale pelgrim mis in de kathedraal. Deze mis wordt geleid door de kardinaal (in het Spaans) maar de meeste kerkgangers komen voor een ander “spektakel”. Hierbij wordt een groot zilveren wierookvat door 5 mannen
aan het slingeren gebracht, waarbij het vat tot in de nok van de kathedraal komt.
De volgende dag gaan we naar Fisterra, de n-w punt van Spanje. Keimpe is hier lang geleden langs gevaren en wil dit punt nu van de landkant bekijken. Ook staat hier paal 0,00 van de Camino, waarbij het de gewoonte is dat de pelgrims o.a. hun oude versleten schoenen verbranden.
In N-Spanje lopen 2 hoofdroutes van de Pyreneeën naar Santiago: de zuidelijke Camino Francesca en de noordelijke Camino Antigua. Via de zuidelijke route zijn we naar Santiago gereden en we rijden nu via de noordelijke Camino Antigua terug. Deze route loopt grotendeels over een hoogvlakte waar veel minder mensen wonen en dus ook veel minder dorpjes zijn. Praktisch houdt dit in dat het veel eenzamer is en ’s nachts veel kouder(tegen het vriespunt !). Het is de bedoeling dat we naar Biarritz rijden en dan de Burton op de trein naar Parijs zetten en vandaar verder naar Roden rijden. Helaas, als we voor het hek van het station in Biarritz staan is er geen trein en blijft het hek dicht: een treinstaking!.
Dus nu moeten we de 1600 km via de snelste mogelijkheid, dus 4-baanswegen, naar Roden. Dit is andere koek dan leuke “Burtonweggetjes”, maar ook deze beproeving doorstaan we en komen we zonder 1 pechmoment in Roden aan na 3 weken en
6264 km ECHT EEN AANRADER VOOR BURTONRIJDERS