Verbond van Spaanse verenigingen van de pelgrimsweg naar Santiago Rúe Vieja, 3 bajo. Logroño Paradores de Turismo (Staatshotels) Centrale voor reserveringen Requena, 3. 28013 Madrid % 902 547 979 ) 902 525 432 www.parador.es
VVV-Kantoren in Spanje Astorga: Glorieta Eduardo Castro, 5 % 987 618 222 ) 987 603 065 Bilbao: Plaza del Ensanche, 11 % 944 795 760 Burgos: Plaza de Alonso Martínez, 7 % 947 203 125 ) 947 276 529 Castro Urdiales: Avenida de la Constitución, 1 % 942 871 337 A Coruña: Dársena de la Marina % 981 221 822 Donostia-San Sebastián: Reina Regente, 3 % 943 481 166 ) 943 481 172 Durango: Askatasun Etorbidea, 2 % 946 033 938 Estella: San Nicolás, 1 % 948 556 301 Frómista: Paseo Central % 979 810 180 Gijón: Puerto Deportivo. Espigón Central de Fomento % 985 341 771 / 902 931 993 Huesca: Plaza de la Catedral, 1 % 974 292 170 Jaca: Regimiento de Galicia, 2 % 974 360 098 ) 974 355 165 León: Plaza de la Regla, 3 % 987 237 082 ) 987 273 391 Logroño: Paseo del Espolón, 1 % 941 291 260 ) 941 291 640 Lugo: Plaza Mayor, 27-29 % 982 231 361 Mondoñedo: Plaza de la Catedral, 34 % 982 507 177 Nájera: Constantino Garrán, 1 % 941 360 041 Orreaga-Roncesvalles: Antiguo Molino % 948 760 301 Ourense: Edificio Caseta do Legoeiro (Ponte Romana) % 988 372 020 Oviedo: Cimadevilla, 4 % 985 213 385 Palencia: Calle Mayor, 105 % 979 740 068 ) 979 700 822 Pamplona: Calle Eslava, 1 % 848 420 420 Ponferrada: Gil y Carrasco, 4 % 987 424 236
Spaanse bureaus voor toerisme in het buitenland BELGIË. Brussel Office Espagnol du Tourisme Rue Royale, 97 - 5º 1000 BRUXELLES % 322/ 280 19 26 ) 322/ 230 21 47 www.spain.info/be e-mail:
[email protected] NEDERLAND. Den Haag Spaans Bureau Voor Vreemdelingenverkeer Laan Van Meerdervoort, 8A 2517 AJ DEN HAAG % 3170/ 346 59 00 ) 3170/ 364 98 59 www.spain.info/nl e-mail:
[email protected] Kathedraal. Santiago de Compostela
Ambassades in Madrid België Paseo de la Castellana, 18 % 915 776 300 ) 914 318 166 Nederland Avenida Comandante Franco, 32 % 913 537 500 ) 913 537 565
Voorpagina:
Portaal van de Glorie. Beeld van de apostel Santiago
Achterpagina:
Pelgrims op de weg naar Santiago
Tekst:
Cristóbal Ramírez
Vertaling:
Johanna Elisabeth de Koning
Foto´s:
Archief Turespaña
MINISTERIO DE INDUSTRIA,TURISMO Y COMERCIO
Grafisch ontwerp: Koldo Fuentes Layout:
OPCIÓN K. Comunicación Visual, S.L.
EUROPESE GEMEENSCHAP
Uitgegeven door:
© Turespaña Secretaría de Estado de Turismo Ministerio de Industria, Turismo y Comercio
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Druk:
GRAFOFFSET, S.L.
D.L.: M-27900-2009 NIPO: 704-09-369-5 Gedrukt in Spanje 4 Editie
H
TURESPAÑA
Spanje
De Pelgrimswegen naar Santiago
Toeristische Informatie: TURESPAÑA www.spain.info
Spoedeisende hulp % 112 Medische spoedgevallen % 061 Guardia Civil % 062 Rijkspolitie % 091 Gemeentepolitie % 092 Consumenteninformatie % 010 AENA (Aeropuertos Españoles y Navegación Aerea) % 902 404 704 www.aena.es ADIF % 902 432 343 www.adif.es Informatie Buitenland % 902 243 402 Wegeninformatie % 900 123 505 www.dgt.es Postkantoor % 902 197 197 www.correos.es
De Pelgrimswegen naar Santiago
Landnummer % 34
Nuttige telefoonnummers Puente la Reina: Plaza de Mena, 1 % 948 340 845 ) 948 340 813 Ribadeo: Plaza España % 982 128 689 Sahagún: El Arco, 87 % 987 781 121 Santander: Hernán Cortés, 4 % 942 310 708 Santiago de Compostela: Rúa del Villar, 30 % 981 584 081 Santo Domingo de la Calzada: Calle Mayor, 70 % 941 341 230 Villafranca del Bierzo: Avenida Bernardo Díez Ovelar % 987 540 028 Villaviciosa: Parque Vallina % 985 891 759 Vitoria-Gasteiz: Plaza General Loma % 945 161 598
Spanje
Nuttige Wenken
Inleiding
2
De Aragonese Pelgrimsweg
4
De Franse hoofdweg
8
Navarra La Rioja Burgos Palencia León Galicië De andere pelgrimswegen De kustroute De oostroute De Engelse pelgrimsweg De Portugese pelgrimsweg
12 17 20 25 27 33 38 38 43 46 47
Inleiding
n het jaar 813 ontdekt de kluizenaar Paio in het hartje van het einde van de wereld, dat we Galicië noemen, de graftombe van Santiago el Mayor, ook wel de zoon van de Donder genoemd die, naar de traditie, het noorden van het schiereiland had geëvangeliseerd. De legende vertelt ons eveneens dat zijn lijk, nadat hij in Palestina werd onthoofd, in een stenen boot werd gelegd waarin twee van zijn discipelen meereisden. Het verhaal wil verder dat de boot vanzelf de Galicische kust bereikte en uiteindelijk, varende over de rivier Ulla, in Padrón aan land kwam. Daar eenmaal aangekomen werd het dode lichaam, na verscheidene gebeurtenissen, begraven aan de berg Libredón. Beetje bij beetje raakte hij in het vergeetboekje, totdat het graf door de heremiet werd gevonden. Met deze prachige legende als achtergrond is het niet te verwonderen dat de apostolische graftombe na de ontdekking is uitgegroeid tot een aanknopingspunt voor het christendom. Met een evenredige aantrekkingskracht aan die van Rome en Jeruzalem heeft Compostela pelgrims uit alle delen van onze planeet aangetrokken die voor de vergeving van hun zonden de door de melkweg aangegeven route van de sterren hebben willen volgen. Zo deed ook, naar wordt verteld, Keizer Karel de Grote die volgens de volksoverlevering wordt beschouwd als de grondlegger van de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela. Behalve zijn spirituele betekenis bezit de, tot erfgoed van het mensdom verklaarde, pelgrimsweg nog andere historische waarden waaronder wordt gerekend dat het de ruggegraat is geweest van deze Europese culturele eenheid. De pelgrimsroute nam Zweden, Polen, Nederland, Ierland, Groot-Brittannië en Turkije als uitgangspunten; alle aftakkingen verenigden zich in Frankrijk om zich daarvandaan in één enige stroom naar Galicië te begeven. Deze mensenstroom, die de baan van de zon en de sterren volgde en de landschappen van de wereld doorkruiste, werd door de dichter Dante gedoopt met de naam van “peregrinaje”, ofwel “bedevaart” of “pelgrimstocht”. Deze stroom neemt ieder jubeljaar aanmerkelijk toe. Ieder jaar waarin de naamdag van de Apostel Santiago (25 juli) op zondag valt, wordt verklaard tot Heilig jaar voor de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Dit houdt in dat de Heilige jaren een periodieke terugkeer hebben van 6, 5, 6 en 11 jaar, ofwel, 2004, 2010, 2021, enz...
De bedevaartganger onderneemt deze route met heen- en terugweg om zichzelf en de medemens in iedere etappe te zoeken en te vinden, in iedere herberg en bij iedere monjoie -de karakteristieke steenheuveltjes- totdat hij voor het altaar van de Apostel komt te staan. Compostela, het middelpunt van Europa, is het einde van dit avontuur. Deze stad, van een duizendjarige schoonheid, ontvangt de bezoeker als bekroning van zijn wensen, als de poort tot het paradijs dat een ieder voor zichzelf heeft weten op te bouwen. De Pyreneeën zijn het eigenlijke beginpunt van deze reis. Op de bergpassen stromen de verschillende Europese pelgrimswegen samen: de “Lemovicense” (die vanuit Vezelay en Limoges komt), de “Podense” (uit Le Puy), en de “Turonense” (vanuit Tours naar Bordeaux) doortrekken de Navarrese Pyreneeën, terwijl de “Tolosana” (uit Toulouse) de bedevaartganger naar de Aragonese bergpas Somport brengt.
3
4
I
l Pelgrim
De Aragonese pelgrimsweg
O
ver de bergpas van Somport (1.632 m.) voert de “Tolosana”, de pelgrimsweg vanuit Toulouse, die het historische landschap van Bearn doorkruist. Deze bergpas geeft de weg vrij naar Candanchú en Canfranc; naast het station van de laatste plaats verheft zich het kasteel “Col de Ladrones”. Op de ruïnes na is daarentegen nóch van de vesting van Candanchú, nóch van wat eens “Campo Franco” was, weinig overgebleven. Andere attracties maken deze plaatsen echter tot een aantrekkingspunt voor een bezoek daar zij in de loop der tijd zijn uitgegroeid tot belangrijke wintersportcentra. Een route die gedeeltelijk geasfalteerd is en voor een ander deel over een steenachtig terrein voert, leidt ons naar het goed onderhouden Castillo de Jaca, een vesting die zich vanaf de twaalfde eeuw verheft op de Pyreneese route en die de aankomst aankondigt in Jaca, de toenmalige hoofdstad van het koninkrijk van Aragón. Alhoewel de stad over uitstekende moderne diensten beschikt, heeft Jaca niet vergeten dat het in de elfde eeuw de wieg van koningen was en dat het met de kathedraal van San Pedro nog steeds de karakteristiek van zijn Romaanse pracht heeft behouden. Binnenin de kathedraal bevindt zich een Diocesaan museum van een onschatbare waarde met een uitzonderlijke verzameling van middeleeuwse schilderkunst (Romaans en pregotisch). Overige kunstwerken zoals die van de kerk van Santiago, het Benedictijnenklooster en de middeleeuwse brug, getuigen van het roemrijke verleden van Jaca. Zijn grote betekenis zette zich echter over de middeleeuwse periode voort waarvan de burcht, die Filips de Tweede in de zestiende eeuw liet oprichten, als een schitterend voorbeeld van krijgsarchitectuur blijk geeft. Zijn karakteristieke vijfhoekige vorm kan men reeds van verre af al waarnemen.
l Vallei van Canfranc. Huesca
Aan de uitgang van de stad wijst de spitsbogige stenen brug van San Miguel de weg aan naar het zuiden, die een eindje verderop nogmaals door een stenen kruis wordt aangeduid. Het pad daalt af over de berghellingen van de Pyreneeën en doorkruist beken en stroompjes, steenachtige beddingen die eraan meewerken dat de prachtige parorama’s een lust voor het oog zijn: tussen de bergen van de uitlopers van de Pyreneeën daagt Santa Cilia de Jaca op, een bescheiden en goed verzorgd dorp waar we vroeger een klooster konden vinden. In de omgeving bevindt zich het kleine Puente la Reina de Jaca waar de weg de aftakking naar Berdún aangeeft, een dorp waarvan de oorsprong in de duisternis van de tijd teruggaat maar dat het karakter van een middeleeuws stadje heeft kunnen behouden waardoor het altijd een aantrekkingspunt voor de bezoeker zal blijven betekenen.
l Kasteel van Jaca (Huesca)
5
6
l Burcht van Javier. Sangüesa (Navarra)
Het geasfalteerde traject vermijdende, loopt de weg verder over Arrés, Mianos en Arteida. Wanneer we het stuwmeer van Yesa zijn overgestoken voert de route ons naar Sangüesa. We spreken hier over een bevoorrechte stad op de pelgrimsweg naar Santiago, die zijn rijkdom aan de Middeleeuwen te danken heeft. Van zijn voormalige politieke betekenis geeft het monumentale gebouwencomplex blijk, zowel op stedenbouwkundig gebied (met de herenhuizen die de Rúa Mayor omgeven, waaronder vooral het paleis van de Principe de Viana op de voorgrond treedt) als op het terrein van de religieuze architectuur. In dit opzicht moeten we vooral aandacht schenken aan de collegiale kerk van Santa María La Real waar het beeld van Santa María de Rocamador wordt vereerd, een cultus, die door de pelgrims uit de gelijknamige bedevaartplaats in Zuid-Frankrijk hier werd ingevoerd. De kerk van San Francisco boogt op een zeer opmerkenswaardige gotische kloostergang, terwijl die van Santiago een waarlijke pracht aan Romaanse en gotische voorstellingen tentoonstelt die op de Apostel betrekking hebben; bijzondere aandacht vraagt het veelkleurig beschilderde timpaan van de zuidpoort waarop we de Apostel in pelgrimsgewaad en een overvloed aan jakobsschelpen kunnen waarnemen. De bekoorlijkheid van deze streek bestaat echter niet alleen uit de bijzondere bouwwerken maar ook uit de verscheidenheid van het berglanschap. Wanneer dit echter van de wandelaar enige inspanning vergt, wordt hij toch beloond door de prachtige 7
panorama’s waarvan hij kan genieten vanaf de Alto de Loiti, die boven het geaccidenteerde bergprofiel uitsteekt en waarvanaf hij in het oosten de bergkloof kan waarnemen, die de rivier de Irati op de hoogte van Lumbier in het landschap heeft gegraven. Dan moeten we nog langs de Higa de Monreal. We hebben hier te maken met een indrukwekkende berg in de vorm van een afgeknotte kegel waarvanaf we eveneens kunnen genieten van een wijd uitzicht: de veelbelovende dalen van Navarra die de nabijheid van Puente la Reina aankondigen waar we op de Franse pelgrimsweg belanden. Bij de afdaling ontdekken we nog een gotische stenen brug met een lange pelgrimsgeschiedenis achter zich. Enkele kilometers voordat we de Aragonese pelgrimsweg verlaten, leidt het oude pad de bedevaartganger tot Nuestra Señora de Eunate, een klein en merkwaardig kerkje. Van dit achthoekige, evenals het Heilige Graf, eertijds aan de Tempeliers toebehorende kerkje, trekken vooral de verschillende zijaanzichten de aandacht. Het is omgeven door een uitzonderlijke open arcade die tevens de inspiratie gaf tot de naam (“Euñate” betekent in het Baskisch “honderd poorten”). Voordat de reiziger één van zijn belangrijkste doelstellingen heeft bereikt rest hem nog het stadje Obanos. Verteld wordt dat de Heilige Santiago in deze plaats één van zijn beroemdste wonderen bewerkstelligde: het wonder van Santa Felicia en San Guillén, of ook wel het “Misterio de Obanos” genoemd. Naar men beweert zou een engel de heidense Bourgondische graaf Guillén ertoe gebracht hebben berouw te krijgen over zijn misdaden en zich dientengevolge te bekeren tot het geloof van de Apostel met als gevolg dat hij kluizenaar werd en zijn werkzaamheden in een hospitaal verrichtte. De veelbelovende invloed van de Apostel geeft de pelgrim moed, evenals het vlakke landschap en de reeds op handen zijnde vereniging met de grote mensenstroom die de Franse hoofdweg vertegenwoordigt.
l Puente la Reina ( Navarre)
8
De Franse hoofdweg
D
e drukste weg die naar Santiago leidt is de zogenaamde Franse hoofdweg die in de Navarrese Pyreneeën de route vanuit Limoges en Le Puy verenigt, evenals dat gedeelte van de weg van Tours dat, inplaats van de weg langs de kust te volgen, de route door het binnenland van het Schiereiland verkiest. Luzaide-Valcarlos en Orreaga-Roncesvalles zijn respectievelijk de eerste, tot Navarra behorende, plaatsen die de pelgrim op zijn weg tegenkomt. Deze namen roepen de herinnering op van alle legenden die keizer Karel de Grote met de oprichting van de pelgrimsweg naar Santiago in verbinding brengen. In feite kan de penitentie doende pelgrim de treden van de beroemde keizer volgen vanaf Valcarlos waar de laatstgenoemde na zijn nederlaag tegen de Moorse koning van Zaragoza zijn leger zou hebben opgeslagen. De legende vertelt dat de “grote” Karel, nadat hij het lijk van zijn neef Roldán opgehaald en begraven had, op de top van de Alto de Ibañeta op zijn knieën viel waar een engel hem de weg van de sterren wees, zijnde de enige uitweg die tot de vergiffenis zou kunnen leiden. Tegenwoordig “vertelt” een, in de aarde vastgezet en met historische taferelen versierd, kruis over die gebeurtenis zoals ook de kleine kruizen doen die door zovele gelovigen op hun doorreis werden neergezet. In dit gebied van de Pyreneeën is het Karolingische spoor omnipresent en we kunnen het op de hele route volgen, zowel wat de geografie zelf betreft (V-vormige bergengten die Roldán zelf met
l Luzaide-Valcarlos (Navarre)
9
l Kerk van Santiago. Orreaga-Roncesvalles (Navarra)
zwaardslagen zou hebben geopend) als wat het mensenwerk aangaat, zoals het klooster van San Salvador de Ibañeta waarin in vroegere tijden de zogenaamde Capilla de Carlomagno (kapel van Karel de Grote) en het Hospitaal van Roldán waren geherbergd. Hieraan moeten nog de meest recente bijdragen worden toegevoegd, zoals de monoliet en een suggestieve representatie van de wapens van de vroegere ridder: het zwaard Durendal en twee knotsen doen in Ibañeta terugdenken aan de Franse heldendaden. In het naburige, door bossen omgeven en aan de voet van een steile berg gelegen, Roncesvalles dat eens de schouwplaats was van de bloedige slag van Chanson de Roland, wist de bisschop Sancho de Larrosa in de Middeleeuwen met een pragmatische interventie de aandacht te trekken die de pelgrims aan de bergpas van Ibañeta schonken. Uit de tijd van deze ingreep dateert de collegiale kerk Real Colegiata de Nuestra Señora de Roncesvalles, een bouwwerk waarvan, hoewel gerestaureerd, zijn gotische oorsprong duidelijk naar voren komt. In de bijgebouwen van de kerk waren zowel een hospitaal als een zogenaamd “Silo de Carlomagno”, d.w.z. een knekelhuis van de bedevaartgangers, ondergebracht dat volgens de volkstraditie rechtstreeks werd toegeschreven aan de Karolingische veldslag. In de schatkamer wordt niets geringer dan het schaakspel van Karel de Grote uit de renaissancetijd ter bezichtiging gesteld. Iets verderop leidt het bedevaartspad langs het pelgrimskruis “Cruz del Peregrino”, een votiefmonument van de volkstraditie. 10
hier alleen te maken krijgt met de bescheiden “Puente de los Bandidos” (brug van de bandieten), een punt over de rivier de Arga, dat door de reizigers in de Middeleeuwen werd vermeden en dat in die periode bijdroeg tot het, zowel alom verspreide als valse, denkbeeld van het gevaar van Navarra. Maar sindsdien is er veel tijd verstreken en kan de tegenwoordige bedevaartganger ervan verzekerd zijn dat hij zich begeeft op de wegen van de meest gastvrije en vriendelijke landstreken van de pelgrimsweg naar Santiago. De brug van Zabaldika kondigt de aankomst in het dorp Arre aan, dat ons het recent gerestaureerde gebouwencomplex van Trinidad de Arre laat zien met zijn kerk, de brug en de pelgrimsherberg, afzonderlijk van nog andere traditionele gebouwen, zoals de molens langs de rivier. Even verderop maakt Villava (geboortedorp van de beroemde wielrenner Miguel Induraín) de reiziger erop attent, dat hij zich bevindt aan de poort van het zo gastvrije Pamplona. l Erro (Navarre)
Keizer volgt op keizer, zodat sommigen er de voorkeur aan geven, als de weersomstandigheden het toelaten, het pad van de legende te verlaten en zich te begeven op de route die door Napoleon werd ingewijd. Naar men zegt, wilde Bonaparte een herhaling van het middeleeuwse incident met zijn troepen vermijden en om die reden gebruik maakte van de bergpassen die in de lente door de herders werden gevolgd. Het gaat hier om een traject van een enorm landschapsschoon waarvan men vanuit de hoogte een fantastisch uitzicht geniet. De route begint vanuit het Franse plaatsje Saint Michel Le Vieux en bereikt, dwars door een beukenbos heen, de berg Collado Lepoeder (1.440 m.). Daarvandaan leidt de weg, door bergen omgeven, tot de Poyo de Roldán op de Hoogte van Ibañeta. Apart van het voordeel dat een groot gedeelte van de straatweg wordt vermeden, biedt deze route de reiziger indrukwekkende uitzichten over de Pyreneeën.
l Pelgrimsbron. Orreaga-Roncesvalles (Navarra)
Nadat men de grote hindernissen van de bergtoppen heeft overwonnen begint een tweede etappe die naar het gebied van Pamplona voert. We hebben te maken met een bosrijk traject, dat zo nu en dan wordt onderbroken door een aantal dorpjes, zoals door het voorname Auritz-Burguete en Erro met zijn gotische kapel, of door andere meer modernere dorpen, zoals Zubiri. De vroegere belangrijkheid van Larrasoaña laat zich nog aflezen van de ruïnes van het klooster en van het hospitaal dat eertijds daaraan toebehoorde. Ook daar komt de reiziger weer in aanraking met de kunstschatten van de pelgrimsweg, alhoewel hij 11
12
Navarra
De aankomst in Pamplona (Iruña) is verwondering wekkend, zoals niet anders te verwachten is van deze tweeduizendjarige stad die haar bekoring heeft kunnen behouden. Om te beginnen moeten we de, op de pelgrimsweg traditionele, middeleeuwse brug van de Magdalena oversteken (met aan één kant een stenen kruis met het beeld van de Apostel), om vervolgens om de stadsmuur heen te lopen. Naar het gebruik moet men zich in de eerste plaats begeven naar de kathedraal, waar zich in vroegere tijden de deuren openden van het Hospital de San Miguel. Het gebouw, in de stijl van de Franse gotiek en met een sierlijke neoklassieke voorgevel, werd opgericht op de ruïnes van het oorspronkelijke Romaanse bouwwerk. In het interieur komen vooral de prachtige gotische kloostergang en de ingangspoort naar voren, evenals de voor de bedevaartsplaatsen zo karakteristieke kooromgang van de apsis. De rest van de route door Pamplona loopt door de Curia straat tot aan het begin van de Calle Mayor, waar zich de Romaanse kerk van de populaire San Cernin verheft en waarvan de galerij bekroond wordt met een beeld van de Apostel. De bedevaarten naar Santiago hebben deze stad op een sterke wijze beïnvloed, een stad, die als beschermheilige de Virgen del Camino heeft (met een aan haar gewijde kapel in de op de pelgrimsweg zo traditionele San Cernin kerk) en waarin we in ieder van zijn bedehuizen apostolische voorstellingen kunnen aantreffen, zoals in de tempel van Santo Domingo (vanaf de ingang tot aan het hoofdaltaar). Bovendien vindt de nieuweling nuttige aanwijzingen op de route naar Santiago de Compostela (pijlen in de vorm van sterren) op de straatnaamborden. De pelgrimsweg loopt ook langs de kerk van San Lorenzo, waar zich de kapel van de beroemde San Fermín bevindt. De reiziger verlaat de stad door de Vuelta del Castillo straat, die de verzorgde en goed onderhouden citadel omgeeft. Daarna moet hij nog langs de universiteit, totdat hij bij de brug over de rivier de Sadar komt, die hem weer op zijn eenzame pad terugbrengt. De route vanaf de Navarrese hoofdstad verloopt echter gemakkelijk en is rijk aan artistieke beschouwingen. Zo biedt het pad ons, onder andere, uitzonderlijke weergaven van de gotische kunst in Cizur (de kerk van
l Kathedraal van Pamplona 13
l Pamplona
San Andrés) en in Astrain en Legarda, totdat we komen bij het punt waar de twee wegen (van Navarra en Aragón) samenkomen en zich verenigen tot de Camino Real Francés (de Franse hoofdweg): Obanos, de drempel van Puente la Reina. In Puente la Reina komen we binnen door de Calle Mayor, die geflankeerd wordt door adellijke huizen en kleine paleisjes, verrijkt met niet te evenaren plafondvakwerk. Hier staat voor de bezoeker de deur open van de kerk van El Crucifijo, die door een gotische boog met de pelgrimsherberg in verbinding staat. In dezelfde straat vinden we de tempel van Santiago el Mayor, waarin we in het interieur het beroemde beeld van de Apostel kunnen waarderen dat in de volksmond bekend staat als “el Beltza”. We verlaten Puente la Reina eveneens door de Calle Mayor en steken de brug over, een prachtig Romaans bouwwerk met zes gewelven en licht gebogen rugzijde, waaraan het dorp de naam te danken heeft. De uitstekende bewegwijzering die we in geheel Navarra aantreffen geeft de mogelijkheid zonder enige moeite op weg te gaan naar Estella en onderweg kleine dorpjes te ontdekken. Cirauqui, een bescheiden dorpje bovenaan een alleenstaande heuvel, is ongetwijfeld een prachtig plaatsje dat de herinnering aan de Middeleeuwen doet oproepen hetgeen zich zowel in de loop van de straten als in de wapenschilden van de huizen weerspiegelt. Het is beslist de moeite waard even de tijd te nemen voor een rondgang. De kerk van San Román, van Romaanse oorsprong met Cisterciënzer invloed, bewaart in zijn interieur een Romeins altaarsteen. Het erfgoed van historische monumenten van 14
l Klooster van Irache
l Kerk van Santa María Viana
Cirauqui wordt afgerond door een bescheiden brug die ons naar de oude, momenteel goed herstelde, heuvelafwaartse, Romeinse weg brengt. Estella (in het Baskisch: Lizarra) is het volgende betekenisvolle doel van de tocht. De monumentale rijkdom van dit stadje was de reden dat het de naam kreeg van “La Toledo del Norte”, oftewel “het Toledo van het noorden”. De pelgrim moet allereerst de kerk van San Miguel in Excelsis bezoeken, een Romaans bedehuis met een sterke gotische invloed (einde van de twaalfde eeuw), waarvan zowel het noordelijke voorportaal met een grote rijkdom aan beeltenissen (Pantocrátor, San Miguel, enz.), als een gotisch altaarstuk in het interieur, op de voorgrond treden. We vervolgen de route door de stad en komen langs de Renaissance-fontein “Fuente de la Mona” voordat we de paleizen van San Cristóbal (met platereske voorgevel) en van de Koningen van Navarra bereiken, een prachtig voorbeeld van de Romaanse civiele bouwkunst van het schiereiland, met versieringen van legendarische oorlogstaferelen. De eindeloze lijst van historische bouwwerken van Estella wordt gecompleteerd met de parochiekerken van El Santo Sepulcro,
l Kerk van San Miguel. Estella
l Los Arcos
San Pedro de la Rúa, Santo Domingo, El Puy, enz. en eindigt met de onvermijdelijke basiliek van Nuestra Señora de Rocamador. Met Estella laat de reiziger het laatste dorp van Navarra achter zich liggen en zal zich nu op weg begeven naar Logroño in de landstreek van La Rioja. Maar om daar te komen moet hij eerst nog de vruchtbare velden van het dal van Navarra doorkruisen die rijk zijn aan groentetuin en wijngaarden. De eerste verrassing op het volgende traject is de fontein van Irache. Daarnaast zien we het prachtige klooster Santa María la Real, van Westgotische oorsprong. De pelgrimsweg, die hier samenvalt met de straatweg, loopt langs steden met een aanzienlijk historisch stempel, zoals het kleine en gefortificeerde Villamayor de Monjardín met een Karolingische traditie (men zegt dat het door de “keizer met de volle baard” werd veroverd) of het Romeinse Los Arcos, een toonbeeld van verschillende kunststijlen (de Romaanse kerk van Santa María toont een gotische toren en kruisgang en in zijn interieur een decoratie in barokstijl). In de kerk van Torres del Río komt weer de traditie van El Santo Sepulcro (het Heilige Graf) naar voren, die zich uitdrukt in de achthoekige grondtekening van het gebouw en zijn oorsprong ontleent aan het Heilige Land, hetgeen reeds in Eunate te zien was. Evenals iedere pelgrimskapel, had in vroegere tijden ook de kerk van El Santo Sepulcro een reusachtige lantaarn op de toren, die dienst deed als vuurtoren voor de pelgrims. In Viana neemt de pelgrimsweg naar Santiago afscheid van Navarra. In deze vroegere (dienovereenkomstig gefortificeerde) grensstad is het beslist de moeite waard een wandeling te maken en de prachtige 16
La Rioja
l Kathedraal van Logroño
domkerk van Santa María te bewonderen, die hoofdzakelijk gotisch is (toren, beuken en gewelven) maar zeer fraai met de barokkooromgang en de kapellen van de apsis werd voltooid. In Viana dwaalt de geest rond van César Borgia, die in het atrium van genoemde kerk werd begraven. Van zijn stoffelijke resten weet men echter vandaag de dag niets, hoewel een monument voorkomt dat degene, die eens een omstreden en hartstochtelijk mens van zijn tijd was, aan de vergetelheid wordt prijsgegeven. De pelgrimskapel van Las Cuevas (een vroeger pelgrimshospitaal uit de dertiende eeuw) en een dennenbos kondigen de nabijheid aan van de rivier en daarmee de binnenkomst in La Rioja.
17
La Rioja is een, zowel door de natuur als door de historie, begunstigde kleine landstreek die tegelijkertijd kan bogen op de belangrijke rol die het heeft gespeeld bij het onstaan van de pelgrimsweg naar Santiago. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de binnenkomst in deze streek zich veelbelovend voordoet. Inderdaad laat zich, na het oversteken van de brug die toegang geeft tot deze streek, een panorama zien van een uitgestrektheid aan tuinderijen die doen denken aan de spreekwoordelijke verfijndheid van haar tuinbouwproducten (in het bijzonder van asperges, artisjokken en paprika’s), de smaak van het fruit (kersen, peren en perziken) en het wereldwijde prestige van de wijnen. En als welk van deze basisproducten dan ook begeleid kan gaan met een op de traditionele wijze klaargemaakt gebraden lam of op z’n minst met één van de fijne vleeswarensoorten (ham, gedroogd in paprikapoeder) zal de maaltijd een waar festijn zijn geweest. Nadat we een stenen brug over de waterrijke rivier de Ebro zijn overgestoken, komen we binnen in de hoofdstad Logroño. We spreken over een kleine stad die is uitgegroeid naar gelang de vereisten, die de pelgrimsweg naar Santiago van haar vergden. Niet zonder reden wordt dan ook gezegd, dat La Rioja de streek is die het meest ingeworteld is in de traditie van de pelgrimsroute, hetgeen door de rijkdom aan historische bouwwerken en legendes wordt bevestigd. De rondgang door de stad begint aan de voet van de kerk van Santa María del Palacio, die in de tiende eeuw werd gebouwd maar waarvan van de oorspronkelijke staat bijna geen resten zijn overgebleven. Vandaag de dag kan men de piramidevormige torenspits, de gotische kruisbeuk, het renaissancistische retabel en bovendien enige fresco’s (uit de achttiende eeuw) met voorstellingen van de passie, bewonderen. Aan dit eerste bezoek moet de kerk van Santa María la Redonda nog worden toegevoegd, een achthoekig, (vandaar de naam “de l Klooster van Yuso. San Millán de la Cogolla
ronde”) vijftiende-eeuws gebouw dat in de Middeleeuwen opgericht werd op de plaats van een ander bouwwerk. De parochiekerk van San Bartolomé is van een latere periode; afzonderlijk van de vroeggotische stijl komt in het bijzonder een beeldengroep (de belangrijkste van La Rioja) op de voorgrond, die de Heilige uitbeeldt. En gezien er geen tempel kon ontbreken, die gewijd zou zijn aan de Heilige, vinden we de kerk van Santiago el Real, die ons in het zuidelijk voorportaal een bescheiden renaissancebeeld van de pelgrim Santiago laat zien dat echter in de schaduw staat van een ander beeld in barokstijl: dat van Santiago Matamoros ofwel “Santiago de vechtersbaas”. Dit doet terugdenken aan de veldslag in het nabijgelegen Clavijo waar in de bedevaartskapellen en de parochiekerken de interventie van Santiago in het jaar 844 wordt herdacht, toen hij (zoals wordt verteld) op de rug van een wit paard het leger van Abderramán aanviel en de victorie van de Christenen begunstigde. Door de eenzame velden van La Rioja komen we bij Navarrete, waar men voor de begraafplaats de architectonische resten van het oude pelgrimshospitaal heeft benut, die tegenwoordig als gotische ingangspoort voor begrafenissen dienen. Onderweg naar Nájera vindt de reiziger in Poyo Roldán nog de sporen van de legendarische Frankische ridder. Nájera staaft de nauwe band tussen de politiek en het spirituele leven in de vorige eeuwen. Aangezien Nájera hofstad was, liet de koning op zijn bevel langs dit punt de kustroute van de pelgrimsweg leiden. In dit dorp vinden we het tegenwoordige franciscanenklooster van Santa María la Real met een prachtige kloostergang waar zich het koninklijk pantheon bevindt en waarin de stoffelijke resten van Blanca de Navarra zijn begraven. Het klooster, waarin een wonderdadig beeld wordt vereerd, is eveneens een toevluchtsoord voor de pelgrims. Naar men zegt, zou een jager op zekere dag een duif tot het binnenste van een grot hebben achtervolgd, waar hij het door een olielamp verlichte beeld van de Maagd ontdekte; aan haar voeten, naast een kom met lelies, had de duif zijn toevlucht gezocht. De wonderen, wél of geen betrekking hebbende op de pelgrimsweg, zijn in deze omgeving menigvuldig en beginnen in Clavijo, terwijl zij hun middelpunt vinden in het nabijgelegen Domingo de la Calzada, een dorp dat we kunnen bereiken door direct de pelgrimsroute te volgen of door ons te laten meeslepen l Kerk van La Asunción Altaarbeeld Navarrete
l Santo Domingo de la Calzada
door onze nieuwsgierigheid, zoals ook de vroegere pelgrims dat deden. Het maakte immers vroeger, toen de mensen niet wisten wat haast betekende, voor de gelovigen niets uit om even na Azofra van de weg af te wijken om de kloosters van San Millán de la Cogolla, Yuso en Suso (erfgoed van het mensdom) en het eveneens nabijgelegen klooster van Santa María de las Cañas te bezoeken, die zich alle aan de voet van het gebergte bevinden. In die tijd was het niet zozeer de artistieke of historische interesse die de mensen motiveerde, maar wél de vurige verering voor de relikwieën die in de heiligdomskamers werden bewaard. Moge het ene voor het andere gelden. Het vlakke land kondigt vanuit de verte aan dat we op weg zijn naar Santo Domingo de la Calzada. Men kan zeggen dat het hele tegenwoordige dorp het werk is geweest van deze zelfde Domingo, een oorspronkelijk bouwkundig ingenieur uit de elfde eeuw, die zijn leven versleet met het verbeteren van de verkeersverbindingen van de omgeving, met het doel de bedevaart te begunstigen. We spreken hier over een kleine, maar goedbedeelde stad met muren, straatwegen, een Casa del Santo waar de pasaangekomenen worden opgevangen, en een Parador (staatshotel) waar degene die wat meereisend is onderdak kan vinden. En uiteraard... een kathedraal (San Salvador) waarin zich, apart van het graf van de Heilige, een curieus kippenhok bevindt ter herinnering aan één van de beroemdste wonderen waarmee de Heilige Santiago zijn pelgrims beschermt. Volgens de legende bracht de Apostel een, al gebraden, vogel weer tot leven om onrecht te voorkomen. Vandaar de spreuk: Santo Domingo de la Calzada, Daar, waar de kip kakelde, ofschoon reeds gebraden. Men verlaat het dorp over een stenen brug, eveneens een werk van de Heilige Domingo, in de richting van Grañon. De reiziger bevindt zich in het laatste dorp op de bodem van La Rioja en heeft nog de kans de religieuze kunst van deze gemeente te bewonderen: in het interieur van de parochiekerk zal hij een zeer interessant renaissance-altaarstuk kunnen aanschouwen.
19
20
de bedevaartskapel van Nuestra Señora de Belén (die zich verheft op een ruïne van een herberg) en de kerken van Santa María en San Pedro heeft behouden. Belorado heeft in het centrum een typische Plaza Mayor waar de wandelaar van een aangename rustpauze kan genieten. De volgende belangrijke halteplaats is Villafranca de Montes de Oca. In de naam klinkt de echo van de vergane glorie van een stad, die weleer bisschopszetel was. In de loop der tijd werd de prestigieuze pelgrimsherberg/hospitaal van San Antonio Abad aan zijn lot overgelaten. Het is begrijpelijk dat Villafranca eveneens bekend stond als een vreeswekkend punt. Hier begint immers het bergmassief van de Montes de Oca. Door de dichtheid van het struikgewas betekende het een moeizame route, die vandaag de dag is verbeterd en veranderd in een aangename doorgang dankzij zijn frischeid en rijke verscheidenheid en die slechts alleen aan de pas van La Pedraja (1.150 m.) een geringe inspanning van de wandelaar vergt. San Juan de Ortega ligt aan de rand van het bergmassief en is een stadje dat, sinds het door de Heilige werd opgericht en aan wie het tevens de naam te danken heeft, geniet van de belangrijke reputatie op het gebied van onderdakverschaffing aan de pelgrims. Tegenwoordig openbaart zich dit nog in een herberg met een grote opnamecapaciteit, waar de pasaangekomen pelgrims worden verwelkomd met een hartversterkende kop knoflooksoep. Aan de werken van San Juan moeten we evenwel ook de oorsprong van
l Santovenia de Oca
Burgos
Alhoewel de binnenkomst in Castilië onbeduidend lijkt (een bord midden op de pelgrimsweg), zal het landschap snel daarop aankondigen dat de reiziger binnentreedt in een streek die niets meer te maken heeft met de vruchtbare laagvlakte van La Rioja. We bevinden ons in de provincie Burgos en vanaf nu zien we, onderbroken door kleine dorpen, een eindeloze vlakte van korenvelden onder de zon. Hier en daar steekt een rode kalksteenheuvel boven de vlakte uit en verraden afgezonderde kerktorens de nabijheid van een dorp. Een enkele keer kunnen we voordat we de toren ontdekken, de kop en daarna het lange profiel van een ooievaar onderscheiden. We moeten ons echter niet vergissen in de nuchterheid van het landschap en de ogenschijnlijke armoede van de dorpen moet ons niet om de tuin leiden, want achter die strenge voorgevels verbergen zich vaak ware schatten. Dit is het geval met het eerste dorp, Redecilla del Camino, waarvan in de kerk een Romaans doopvont met Byzantijnse reminiscenties wordt bewaard. In een ander doopvont -in die van de kerk van Viloriawerd de Heilige Domingo gedoopt. Een eindje verderop komen we Belorado binnen, een dorp met een oude pelgrimstraditie, zoals we kunnen opmerken uit de architectonische resten, waaronder een ingestorte brug en de ruïnes van wat eens het Hospital de la Misericordia was (hospitaal/herberg). Hier weegt tegenop dat het dorp bij de ingang 21
l San Juan de Ortega
22
het tegenwoordige klooster toevoegen (waar de oprichter begraven ligt). Dit klooster herbergt verscheidene bijgebouwen, zoals de renaissancekapel van San Nicolás de Bari. In de kloosterkerk zelf bevindt zich een zeldzame voorstelling van de “Anunciación” (“María-Boodschap”): het gaat hier om een kapitel waarop de bijbelse scène wordt uitgebeeld die aan het begin van de lente bij het vallen van de avond door een lichtstraal wordt beschenen, die door een kleine opening vanuit de zuidkant binnenvalt. Bij het verlaten van San Juan de Ortega hebben we de keuze uit verscheidene mogelijkheden, alhoewel de meest aanbevelenswaardige wel de traditionele route is, d.w.z. de route die over Agés, Atapuerca (beroemd vanwege de prehistorische archeologische vindplaatsen) en Cardeñuela loopt. De wandelaar heeft opnieuw het zicht op de immense laagvlakte van Castilië, die nu hier en daar door een bos wordt onderbroken. De invloedrijke stad Burgos ligt nu nog op slechts geringe afstand van ons verwijderd.
l Kathedraal van Burgos
l Castrojeriz
Evenals we weten dat er dorpen bestaan die ontstaan zijn doordat de pelgrimsweg daar langs kwam, kunnen we ook aannemen dat de hoofdroute van de pelgrimsweg met opzet dusdanig werd uitgestippeld dat deze naar Burgos zou leiden. De belangrijkheid van deze oude Castiliaanse hofstad was van die mate, dat de vorsten er niet zonder enige moeite in slaagden het pad, dat in het begin langs de Cantabrische kust liep, naar dit punt over te brengen. In deze stad zal de pelgrim moeten beginnen met het volgen van de route die door de traditie werd aangegeven. Hij zal lopen door de straten Vitoria, Covadonga en Las Calzadas en zal uiteindelijk terechtkomen op het plein van San Juan. Hier stond eens één van de dertig pelgrimsherbergen die aan de bedevaartgangers onderdak verleenden. Tegenwoordig staat op deze plaats een cultuurcentrum waarvan de gotische voorgevel van het vroegere gebouw is overgebleven. Daarnaast vinden we de, eveneens gotische, kerk van San Lesmes (Heilige en ziekenverpleger van pelgrims en armen, die tot de Orde van Cluny behoorde), waarvan de zuilengalerij aan de zuidkant en een platereske kansel het meest op de voorgrond treden. De Poort van San Juan geeft toegang tot de straten van San Juan González Avellanos en Fernán González, die ons naar de kathedraal brengen. Hier staan we voor een prachtig monument dat met het luchtige aanzien het immense volumen doet vergeten. Dit, aan de Heilige María gewijde, gecompliceerde bouwwerk is van een uiterst elegante gotische stijl en werd verklaard tot Cultureel Eigendom van de Mensheid. Van de veelvoudige kunsthistorische rijkdom komt vooral de beroemde hoofdvoorgevel met de twee karakteristieke torens op de voorgrond die sterk aan de Franse stijl doen denken. In het interieur, dat uitstekend verlicht wordt door een fantastische samenstelling van kerkramen, vinden we de drie beuken, de kooromgang en een prachtige achthoekige kanseltoren. 24
We verlaten Burgos over de stenen brug Puente de los Malatos, die we over de rivier de Arlanzón oversteken en zetten de wandeling voort tot aan Hospital del Rey, die eens tezamen met die van Compostela de belangrijkste pelgrimscherberg op het bedevaartspad was. Hier komen vooral de platereske elementen (zuilengalerijen) en een enorme rijkdom aan voorstellingen betreffende de pelgrimsweg naar voren, te beginnen met het houtsnijwerk van de deur. In de nabijheid bevindt zich het klooster van “Las Huelgas Reales”. Zonder iets af te doen aan het asfalt en de loop der eeuwen, gaat de pelgrimsweg door vanaf Hornillos naar Hontanas en vandaar langs de droge bedding van de rivier Garbanzuelo tot aan de romantische ruïnes van het klooster van San Antón. We hebben hier te maken met een overblijfsel van een langgeleden uitgestorven Orde die eeuwen voorheen in groot aanzien stond, daar (zo zegt de legende) de leden daarvan in staat waren gangreen te genezen. Castojeriz is het typische voorbeeld van een dorp dat direct aan de pelgrimsweg ligt; het strekt zich uit over twee kilometer langs de weg met winkels, een collegiale kerk gewijd aan de Virgen del Manzano (met belangrijke Romaanse en gotische componenten, zoals een roosvenster en de zuilengalerijen), een Plaza Mayor, een kerk van Santo Domingo (waar we Vlaamse wandtapijten met ontwerpen van Rubens kunnen bewonderen) en de kerk van San Juan, gedrongen en met een lange geschiedenis achter zich. Op het traject naar Frómista (het volgende doel) staat ons een verrassing te wachten, d.w.z., de bestijging van de Colina de Mostelares (1.400 m.), waarvan het beginpunt, de top en de afdaling alle met een kruis zijn aangegeven. Vanaf de bergtop kunnen we in de verte Itero del Castillo waarnemen (het laatste plaatsje van de provincie Burgos) en de loop van de rivier de Pisuerga, die de binnenkomst in de provincie Palencia aankondigt. l Kerk van Santa María la Blanca. Villalcázar de Sirga
25
Palencia
Bij het verlaten van Itero del Castillo geeft de stenen brug van Fitero met zijn elf bogen de route aan, die vanaf dit moment vanuit Itero de la Vega tot aan Frómista door de zogenaamde Tierra de Campos loopt. Zoals de naam al zegt, is Itero de la Vega een oeverdorp dat vandaag de dag rekent met een moderne herberg en tegelijkertijd met de klassieke kapel (die van La Piedad) waar we een beeld van de Apostel als pelgrim ontdekken . We zijn op weg naar Bobadilla del Camino, een dorp van een grote kunsthistorische betekenis waarvan een “Isabelina “ stenen zuil en de frappante kerk uit de renaissancetijd blijk geven. De beroemde kroniekschrijver van de bedevaart, Aymeric Picaud, beëindigde zijn zesde etappe in Frómista, in welk dorp de kerk van San Martín een grotere reden gaf voor een stop dan welk gevoel van vermoeidheid dan ook. De tempel, een onvergelijkbaar voorbeeld van Romaanse kunst, brengt de juiste combinatie naar voren van eenvoud en rijkdom die de stijl eigen is. In de nabijheid vinden we de overblijfselen van een synagoge in de jodenbuurt, terwijl de passie van de pelgrim zich manifesteert in de oude pelgrimsherberg van Palmeros en de renaissancistische herberg van Santiago. In het verrassende Frómista zijn de gotische kerken van San Pedro, Santa María del Castillo en die van Santiago beslist een bezoek waard. In Villalcázar de Sirga wordt de reiziger verrast door een enorme, aan Santa María la Blanca gewijde, tempel. In het interieur l Kerk van San Martín. Frómista
León l Kerk van Santa María del Camino. Carrión de los Condes
(waarin Westgotische elementen bewaard zijn gebleven) zien we een waarlijk voorbeeld van alle stijlen, beginnende bij de gotiek van de graftombes tot aan de renaissancestijl van het houtsnijwerk. Ons volgende doel is Carrión de los Condes, waar we in de straat van Santa María bij de ingang van het dorp de kerk van Santa María vinden en in het centrum de Romaanse kerk van Santiago. Van deze laatste kerk worden de hoog-reliëfs van zijn voorgevel beschouwd als de meest voortreffelijke kunst op het gebied van de bedevaartsthematiek die we op de hele route van de pelgrimsweg tegenkomen. De afdaling naar de rivier laat al gauw aan de andere oever de schoonheid van het Romaanse klooster van San Zoilo raden, waarvan de graftombes wedijveren met de renaissance-kruisgang. De bedevaartsweg vervolgt over de straatweg tot aan de rivier, waarna het pad door het bouwland verder loopt. In de nabijheid ontdekken we de roodachtige onbebouwde hoogvlakte van het landschap van Palencia. Dit zijn etappes van intense eenzaamheid en een bijna verplichte meditatie, waarin de wandelaar de schoonheid van een nuchter landschap, zoals het elders nauwelijks te vinden is, leert waarderen. De weg volgende laten we aan de linkerkant Calzada de los Molinos (bezienswaardig zijn de hybridische voorstellingen van Santiago die in de mudéjarparochiekerk worden bewaard), Cervatos de la Cueza en Quintanilla de la Cueza (Romaanse archeologische vindplaats) achter ons liggen. Het volgende dorp op de route is Calzadilla de la Cueza dat we zowel over het pad als over de geasfalteerde weg kunnen bereiken. De naam van het dorp verwijst naar de Romeinse weg die daar doorheen liep. De volgende stadjes zijn Ledigos, Terradillos de Templarios, Moratinos en San Nicolás, die met hun baksteenarchitectuur en de eenvoudige parochiekerken op de korte afstand tot aan de provinciegrens van León voor een aardige afwisseling zorgen.
27
Bij het binnentreden in León wordt de reiziger verrast door een wegkruising. Afwijkend naar rechts leidt niettemin een voetpad naar de brug over de rivier de Valderaduey die als grens dienst doet. Aan de andere kant geeft de kapel van de Virgen del Puente de weg aan naar Sahagún, het eerste dorp in een opeenvolging van enclaves die in het territorium van het oude Koninkrijk van León een belangrijke rol spelen, zowel wat betreft de traditie van de pelgrimsweg als datgene wat de historie van het land zelf aangaat. Het stadje Sahagún ontstond rondom het Cluniacenserklooster, dat werd gewijd aan de Heilige Facundo (vandaar de naam). Uit deze luisterrijke periode zijn vandaag de dag echter alleen nog maar enkele ruïnes overgebleven, zoals die van de poort van San Benito of van de Torre del Reloj. Alhoewel in de dorpskom het kloosterverval is op te merken, is de pracht van een andere periode nog waarneembaar in de Romaanse mudéjarstijl van enkele van zijn kerken: de kapel van San Mancio en het heiligdom van de Peregrina (het beeld van de Heilige Maagd bevindt zich momenteel in het Benedictijnenmuseum) geven waarschijnlijk het beste voorbeeld van deze stijl, die zich eveneens weerspiegelt in de kerken van San Tirso en San Lorenzo. Het bedevaartspad, dat afwaarts loopt naar de rivier de Cea en deze oversteekt, verlaat de weg in Calzada del Coto. Hiervandaan splitst de route zich:aan de rechterkant loopt de Calzada de los Peregrinos (de pelgrimsweg), die de weg van de Romeinse route volgt (geplaveid en eenzaam); aan de linkerkant komen we op de Franse hoofdweg, die door de dorpen Bercianos en El Burgo Ranero loopt en eindigt in Reliegos, waar beide aftakkingen zich verenigen om ons naar Mansilla de las Mulas te vergezellen. De Franse hoofdweg heeft op dit traject het voordeel dat we de keuze kunnen maken uit een rijkelijk aantal aan pleisterplaatsen. l Poort van San Benito. Sahagún
De muren, waardoor Mansilla de las Mulas wordt omgeven, spreken over een tijd waarin deze vestingstad van strategisch belang was. Het waren tijden van voortdurende territoriale veldslagen waardoor deze, aan de oever van de rivier Elsa gelegen, stad genoodzaakt was ter bescherming dikke, hermetische muren op te bouwen. Het kwam zo ver dat Mansilla binnen de vestingsmuren, met tinnen afgewerkte torens en afgesloten door vier poorten, een klooster en zeven kerken herbergde. Thans zijn hiervan nog twee poorten overgebleven, de zogenaamde Arco de la Concepción en de Arco van San Agustin (waardoor de pelgrims de stad verlaten). Van nu af aan en tot aan de provinciehoofdstad zullen hier en daar op het traject historische overblijfselen opdoemen. Zo zal bijvoorbeeld de aankomst in Villamoros de nabijheid van een “castro” aanmelden, een Asturische vesting die door de Romeinen in de eerste jaren van onze jaartelling werd veroverd. Een eindje verderop steken we de kromme brug van Villarente over de rivier de Porma over, een brug met maar liefst zeventien bogen uit verschillende perioden. Aan het einde houdt zich nog steeds een pelgrimshospitaal in stand. Voordat de bedevaartganger León bereikt treft hij eerst nog Archajuela en Valdelafuente op zijn pad waarop hem de l Bisschopspaleis. Astorga
Alto del Portillo (1.200 m.) te wachten staat. Op deze hoogte, die wordt aangegeven door een modern kruis, kunnen we zonder enig probleem de veelbelovende torens van de kathedraal herkennen. De afdaling eindigt bij de brug “Puente del Castro”, die ons naar de andere kant van de rivier de Torio brengt naar de oude jodenbuurt. We zijn in León! De reiziger zal nooit kunnen achterhalen of de pelgrimsweg door de belangrijkheid van het hof hier naartoe werd gebracht of dat het bedevaartspad zelf de oorsprong is geweest van het ontstaan van de hoofdstad van het koninkrijk. Zeker is dat de route naar Compostela tegenwoordig door de stad loopt van het oude koninkrijk van León, zoals dat eertijds het geval was met de paden door Castilië, Navarra en Aragón. Daarbij komt nog dat deze stad de status van hoofdstad heeft verworven door de betwisting van het terrein, eerst van het Asturische Oviedo en later van het Castiliaanse Burgos. Maar dankzij al zijn krachten was het Koninkrijk van León welvarend en invloedrijk, zoals wel blijkt uit de grote stad die de pelgrim duizend jaar daarna kan aanschouwen.
De tocht begint wanneer we de brug over de rivier de Torio zijn overgestoken en vervolgt door de straat Alcalde Miguel Castaño tot aan de Plaza de Santa Ana. De Barahona straat leidt tot aan de stadsmuur, waarbinnen zich het marktplein bevindt. Hier ontdekken we de Romaanse kerk van de schutspatrones Santa María del Camino, die de bedevaartgangers door de zuidingang van de Puerta del Perdón ontving. De geplaveide straten en de zuilengalerijen leiden ons naar de kathedraal van Santa María de Regla, die beschouwd wordt als het belangrijkste voorbeeld van de gotiek van het schiereiland en waarin vooral de kerkramen naar voren komen. Het gebouw bevindt zich op de plaats van de oude Romeinse thermen en de daaropvolgende bouwwerken (Romaans en Mozarabisch). Door de prachtige kooromgang liepen de gelovigen tot aan de kapel van Santiago en die van de Virgen Blanca. Voordat we de stad langs de pelgrimsroute over de Abadia straat verlaten, is het aanbevelenswaard nog even terug te keren en nog wat rond te dwalen in de stad, die zich binnen en buiten de stadsmuren uitstrekt. Alleen dan kan men aan beide kanten van de Rúa straat de kleine paleisjes en even verderop de Casa de los Botines van de architect Gaudi bezichtigen. De buiten de stadsmuur gelegen Renueva straat brengt ons naar het klooster van San Marcos (heden ten dage een luxueus staatshotel) en de pelgrimsherberg, één van de laatste juwelen die León voor de wandelaar bestemd heeft. Tegenover de voorgevel zien we een majestueus kruis van de Alto del Portillo dat ondanks haar schoonheid de renaissance-voorgevel van het, op de pelgrimsroute onmiskerbare, gebouw niet in de schaduw stelt.
l Collegiale kerk van San Isidoro. León
31
l Heiligdom van de Quinta Angustia. Cacabelos
De bedevaartgangers moeten de brug van San Marcos over de rivier de Bernesga oversteken om zich op weg te begeven naar de woeste hoogvlakte. De helft van dit traject wordt door de toren van een moderne tempel aangegeven, het heiligdom van de Virgen del Camino, met bronssculpturen van Subirachs. Na de plaats San Miguel del Camino begint het grondgebied van de woeste vlakte, waarvan heden ten dage het harde aanzicht wat verzacht wordt door kanalisaties en maïsverbouw. Spoedig belanden we in Hospital de Orbigo, een vriendelijk dorpje dat we bereiken door de beroemde brug van “Paso Honroso” (“eervolle weg”) over te steken, een naam die sinds 1434 werd meegekregen toen hier een waarlijk schouwspel van een ridderlijk kampspel plaatsvond. Bij het klimmen naar de hoogvlakte laat zich in het gebied van Maragatería het prachtige dorpje Astorga zien. Een Romeinse brug over de rivier de Tuerto kondigt een oord aan met een lange Romeinse traditie: van de oude Astúrica zijn in het centrum van het stadje nog talrijke resten overgebleven. Daar vinden we eveneens het gotische klooster van San Francisco en het Hospital de las Cinco Llagas. De weg loopt verder over de Plaza Mayor waar het klokkenspel van het gemeentehuis de uren aankondigt met de slagen van twee figuren van de “Maragatos”, de oorspronkelijke bewoners van de streek. Niet ver hiervandaan verheft zich de laatgotische kathedraal van Santa María met een enorme rijkdom aan kerkramen en voorstellingen die betrekking hebben op de pelgrimsweg (waaronder de figuur van de Maragato-held van de slag van Clavijo, Pedro Mato). Naast dit kolossale gebouw onthult het bisschoppelijk paleis de totaal verschillende stijl van de Catalaanse architect Antonio Gaudi; een “museum van de weg”, het zogenaamde “Museo de los Caminos” is erin ondergebracht (naast de pelgrimsweg, eveneens gewijd aan de Romeinse wegen). 32
In de nabijheid van de bergen van León (niet erg duidelijk waarneembaar), die leiden vanaf Rabanal del Camino tot aan de mijnstad Ponferrada, bespeuren we reeds de provincie Galicië. Op dit traject zal de wandelaar kennismaken met het meest kenmerkende gebruik van de pelgrimsweg, de Monjoies, de door de pelgrims opgebouwde steenhoopjes die in het noordoosten van het schiereiland ook wel milladoiros genoemd worden: op de bergpas van Foncebadón geeft een kruis op één van deze steenhopen de route aan en nodigt de bezoeker uit ook zijn steen daartoe bij te dragen. Vanaf de top van de bergpas (1.517 m.) kan men genieten van een schitterend panorama over de vruchtbare streek van “El Bierzo”. In de onmiddellijke omgeving van Ponferrada wacht ons Molinaseca met een belangwekkende kapel van de Angustias en een goed onderhouden monumentaal complex: Romeinse brug en oude straten met zuilengalerijen, waaraan we oude herenhuizen ontdekken. Aan het einde duidt de kapel van San Roque de uitgang van Molinaseca en de naderende binnenkomst in Ponferrada aan. Ponferrada is een mijnstad met een lange historie achter zich. Zowel de naam, die doet denken aan de met ijzer verserkte brug (Pons ferrata), als het kasteel van de Tempeliers brengen een krachtig verleden in herinnering. Het kasteel dat aan de buitenkant zeer goed in stand is gehouden verheimelijkt het sterke kabalistische karakter niet (drie stadsmuren, twaalf torens, enz.). Meer naar beneden vinden we in de oude stadskern het Hospital de la Reina, een renaissancistische herberg dichtbij de kerk van San Andrés, waar een Christenbeeld van de Tempeliers bewaard wordt. Terwijl de pelgrim zich al voorbereidt op het verlaten van de stad, komt hij eerst nog langs de basiliek van de Virgen de la Encina (met een schitterende baroktoren) die zinspeelt op een miraculeuze verschijning. Het volgende traject loopt door de vruchtbare velden van “El Bierzo” en bereikt snel Cacabelos, waarnaar de wijnen uit de streek zijn vernoemd. In het centrum vinden we de kerk van Nuestra Señora de la Plaza en een interessant archeologisch museum. Aan het einde van deze etappe komen we bij Villafranca del Bierzo waar de bedevaartgangers, die het geloofwaardig kunnen bewijzen, hun pelgrimspad als beëindigd kunnen beschouwen en zich het laatste traject kunnen besparen. Daar staat een, aan Santiago gewijde, Romaanse kerk met een onvermijdelijke Puerta del Perdón (de poort van de vergiffenis). Daar vlakbij wijst het klooster van San Francisco (de religieuzen produceren hier hun eigen wijn) ons het afdalende pad naar de oude stadskern, waarin de straten met prachtige herenhuizen zijn omgeven. Aan de andere kant ligt het kasteel met streng hekwerk en sterke muren. Naarmate de pelgrim de bochten van de rivier de Valcarce kruist en zich steeds verder verwijdert van die welige kersenplantages, dringt hij meer en meer binnen in de bergstreek die tot aan Ruitelán de hoogten ontwijkt maar daarvandaan de wandelaar voorbereidt op de laatste grote strijd: de verovering van Galicië via O Cebreiro.
Galicië
Eindelijk bereiken we Galicië, het land waar de stoffelijke resten van de Apostel Santiago begraven liggen. We spreken hier over een vruchtbaar land, bergachtig, soms ruw maar altijd de moeite waard, zoals de pelgrim zelf kan vaststellen als hij vanaf de hoogte van Pedrafita naar links afslaat en, verder bergopwaarts gaande, aankomt in O Cebreiro, een dorpje waarin een groep “pallozas”, ofwel stenen stulpen met strooien daken, tot nog niet zo lang geleden werden bewoond. Eén van deze stulpen, echter van jongere datum, maakt deel uit van de twee, voor het agrotoerisme bestemde, complexen waarover het dorp beschikt. Een andere, veel oudere hut, werd omgezet in een museum dat met vrije toegang ´s morgens en ´s middags is geopend. In O Cebreiro moet men zeker niet nalaten de kerk te bezoeken die een Heilige Graal herbergt, waarin de wijn in het bloed van Christus en de hostie in brood veranderde (een wonder dat rondom het jaar 1300 geschiedde); de klokken van de kerk luiden gedurende de winters om de pelgrims bij nevel te oriënteren. Ook moet men even een halt houden bij de herberg van San Giraldo de Aurillac die na Roncesvalles zonder twijfel de meest bezochte is, daar deze vanaf de elfde eeuw, met een onderbreking van iets meer dan honderd jaar, nog steeds in gebruik is. Vervolgens gaan we op weg naar Liñares (eenvoudige en mooie kerk van Santo Estevo; de plaats behoorde tot de
l Pallozas. O Cebreiro
34
l Klooster van La Magdalena. Sarria
l Kerk van Santiago Barbadelo
l Voorportaal van La Gloria Santiago de Compostela
kloosterlingen van O Cebreiro) en klimmen steeds omhoog, eerst tot aan de hoogte van San Roque en daarna tot aan die van O Penedo om uiteindelijk Hospital Padornelo (bronnen van Pinguela en kerk van Xoán) en nog hogerop, op 1.335 m. hoogte, Poio te bereiken. Eindelijk gaat het nu weer bergafwaarts. Bij Fonfría (dat eveneens over een herberg beschikte) en Biduedo (met een aan de Heilige Petrus gewijde kapel) dalen we af tot Triacastela. Zo belanden we in de stad, waarin de elfde etappe van het boek Codice Calixtino eindigde, een gids van de hand van de schrijver Aymeric Picaud. Een stad die in de tijd van Koning Alfons de Negende een aanmerkelijke bloeiperiode ondervond. We vinden er een kerk, die aan het einde van de achttiende eeuw werd gereconstrueerd op een vroegere Romaanse, waarvan enige steunberen en de apsis in stand zijn gebleven. Van daaruit beginnen ook de eindeloze stijgingen en dalingen die alle duidelijk worden aangegeven, zodat er weinig kans bestaat te verdwalen. Een lichtere route brengt ons naar A Balsa (bedevaartskapel) en San Xil. Een ander, eveneens veelgebruikt maar langer, traject leidt naar het indrukwekkende klooster van Samos. Hier woonde een gemeenschap van kluizenaars die zich bevoorrecht achtte door de initiatieven van de religieuze hiërarchie, waardoor zij beetje bij beetje het klooster opbouwden dat de rest van het dorp in de schaduw stelt. In Samos woonde de bekende geleerde Benito Feijóo, beter bekend als Padre Feijóo, die in de zeventiende eeuw in Ourense werd geboren en in de eeuw daarop stierf; zijn voetsporen dragen een deel bij aan de historie van Galicië. In de tweede helft
van de twintigste eeuw zou het klooster bijna geheel in vlammen zijn opgegaan. Gelukkig werd het gerestaureerd en kan de pelgrim tegenwoordig wandelen door de twee kloostergangen: die van Feijóo en die van Las Nereidas. Meerdere aftakkingen voeren naar Sarria, een stad die eertijds door Alfons de Negende werd opgericht onder de naam Vilanova de Sarria. Een ironie van het leven wilde dat de monarch in deze stad stierf toen hij op zijn bedevaartsgang naar Compostela daar doorheen liep. Het is aanbevelenswaard even te stoppen om het kasteel te bezichtigen, evenals het klooster van La Magdalena, de kerken van Santa María en El Salvador en, waarom niet, even een blik te werpen op de voorwerpen die door de talrijke antiquairs worden aangeboden. Van hieruit gaat de route naar Barbadelo (kerk met een bezienswaardige Romaanse voorgevel en toren) om daarna te vervolgen naar Morgade (overblijfselen van een pelgrimskapel), Mirallos (met een kerk die zich tot aan de achttiende eeuw op een andere plaats bevond en door de bewoners van het dorp werd verplaatst) en Vilachá. Daarna komen we langs Portomarín, dat verzonken ligt onder het water van het stuwmeer van Belesar. Er is, niettegenstaande, een nieuw Portomarín opgerezen, alhoewel het niet begunstigd is met de bekoring van het oude maar ondanks dat wél dezelfde kerk heeft kunnen behouden die eens in het dal stond. In tegenstelling daarmee staat hij nu op het hoogste punt van een heuvel. De kerk is aan de Heilige Nicolás gewijd en de tinnen aan de bovenkant brengen ons de tijd in herinnering waarin het kruis en het zwaard niet altijd antagonistisch waren.
35
36
l Pelgrimsherberg. Portomarín
Palas de Rei (achter ons hebben we Castromaior met zijn Romaanse kerk en Vendas de Narón met de bedevaartskapel van Magdalena laten liggen) is de voorbode van een dorp, waarvan het historische centrum in de loop der eeuwen van een bijzondere protectie heeft kunnen genieten. We spreken hier over Melide, een dorp dat zeer zeker een rondgang verdient om ten eerste (bij de ingang) de kapel van San Roque te bezichtigen, met een transept dat gedurende decennia als het oudste van Galicië werd beschouwd. Daarna moeten we beslist het Museo da Terra de Melide bezoeken om vervolgens de wandeling voort te zetten naar de Plaza del Convento, waaraan we de kerk van San Pedro vinden (met mooie middeleeuwse sarcofagen) en het zeventiende-eeuwse gebouw waarin het gemeentehuis is ondergebracht. Reeds bij de uitgang geeft de kerk van Santa María (uit de twaalfde eeuw) ons aan hoe de pelgrimsweg verder loopt en afdaalt tot aan de rustige vallei van de rivier de Iso, waar een middeleeuwse brug en het hospitaal van San Antón op ons wachten. Zo belanden we tenslotte in de “hoofdstad van de kaas”, Arzúa genaamd, met de gotische kerk van Magdalena en die van Santiago, terwijl ons tot aan Compostela nog slechts de laatste kilometers resten. De wandelaar hoeft nu geen grote monumenten meer te verwachten maar kleine dorpjes en bij de uitgang van Arzúa de fontein van Fuente del Francés en het adellijke huis van San Lázaro. We treffen eveneens een fontein in Santa Irene, waar zich een kapel uit de achttiende eeuw bevindt. Zonder grote hoogteverschillen komen we in Lavacolla terecht. In de rivier van dit dorp verfristen de pelgrims zich voordat zij de laatste afdaling gingen ondernemen die naar de Monte do Gozo leidt, waarvanuit we reeds de kathedraal van Compostela kunnen herkennen. Reeds in de binnenstad aangeland, bereiken we door de San Pedro straat de poort Porto do Camiño, waarna we door de Casas Reais straat omhooglopen tot aan de Plaza de Cervantes (waar in vroegere tijden een levendige markt plaatsvond). De bedevaartganger bevindt zich op dit moment middenin de historische stadskern van Santiago, binnenin de reeds verdwenen stadsmuren en op slechts geringe afstand verwijderd van de voorgevel van Azabachería, waar de straat met dezelfde naam ons 37
naartoe brengt. Mocht het het geval zijn dat de pelgrim zijn bedevaart heeft ondernomen in een jubeljaar dan zal hij de Puerta Santa (de Heilige Poort) in de apsis geopend vinden. Binnenin de indrukwekkende tempel -erfgoed van de mensheid- wacht ons de zilveren kist met de resten van de Apostel Santiago. De pelgrim moet in geen geval de plaats verlaten zonder te hebben voldaan aan het ritueel door de hand te leggen op de Pórtico de la Gloria (het meesterwerk van de Europese Romaanse kunst), zonder het beeld van Maestro Mateo (de architect van het voorportaal) een kleine kopstoot te hebben gegeven en zonder het borstbeeld van Santiago (op het hoofdaltaar) te hebben omarmd. Pas dan is de bedevaart de moeite waard geweest.
l Kathedraal van Santiago de Compostela
De andere pelgrimswegen
A
lhoewel alle wegen naar Compostela leiden is de Franse weg wel de meestgebruikte. Dat het de drukste weg is, betekent echter niet dat het de enige weg is. Er bestonden vele andere routes over het gehele schiereiland die naar Santiago voerden en die op hun beurt varianten deden ontstaan, die verscheidene streken doorkruisten. Het zijn die wegen, ver verwijderd van de massificatie, die de mogelijkheid hebben geboden andere historische monumenten te leren kennen, monumenten met een misschien niet zó klinkende naam maar die ongetwijfeld van een grote schoonheid en historische waarde zijn.
De kustroute
Van alle redenen, die instaan voor deze route, pleegt men die van de beroemde pelgrim Aymeric Picaud te noemen voor wie het er alleen maar om ging de barbaarsheid van Navarra te ontvluchten. Niettegenstaande moeten we, de bekoorlijkheid en de gastvrijheid van de streek in aanmerking nemende, niet vergeten dat de eersten die zich op weg begaven naar Santiago het alleen maar waagden de kustzones te doorkruisen, daar deze de enige vreedzame route vormden in de turbulente tijd van het eerste millennium. Dit was hoofdzakelijk het geval totdat Burgos tot hofstad werd verheven.
l Tolosa (Guipúzcoa)
Bovendien zochten de bedevaartgangers, op weg naar Compostela, de bescherming van andere relikwieën, waarvan vele in het Asturische Koninkrijk werden bewaard. Om al deze redenen legde een groot deel van de wandelaars de weg tot de Apostel af vanuit Bayonne (Frankrijk) om direct daarna het Baskenland, Cantabrië en Asturië te doorkruisen. In Irún, waar zich een pelgrimsherberg bevindt, komen we het schiereiland binnen. Van daaruit staken de pelgrims de primitieve voorganger van de actuele houten brug over de rivier de Bidasoa over. Alhoewel het niet wordt aangegeven op de route van de pelgrimsweg, biedt de nabijheid van Donostia-San Sebastián een goede gelegenheid deze stad te leren kennen. In Hondarribia doet een kapel van Santiago herinneren aan de doorgang van de
l Zumaia (Guipúzcoa)
l San Juan de los Prados Oviedo
l Klooster van El Salvador. Vilar de Donas (Lugo)
mensen, die tegenwoordig kunnen genieten van het beschouwen van het kunsthistorische erfgoed. Vanuit Oiartzun voerde een aftakking van de hoofdroute naar Tolosa en Vitoria-Gasteiz tot Burgos. Op dit traject zijn vooral de plaatsen Armentia, Miranda de Ebro en het monumentale Briviesca vermeldenswaard. De pelgrimsweg liep echter door langs de Baskische kust naar Orio waar zich nog steeds de pelgrimskapel van San Martin de Tours verheft, en naar Zarautz, waar zich in de kerk van Santa María la Real, zo zegt de traditie, “het graf van de pelgrim” bevindt. De weg gaat verder vanaf Zumaia naar Gernika-Lumo waar we nog een hospitaal in barokstijl ontdekken dat tegenwoordig dienst doet als pelgrimsherberg. We bevinden ons reeds in de nabijheid van Bilbao, een stad die met de kathedraal van Santiago, die gebouwd werd op de plaats van de vroegere tempel, tot de traditie van de pelgrimsweg naar Compostela behoort. Daar ontdekken we ook de Puerta de los Peregrinos, terwijl we het populaire heiligdom van de Virgen de Begoña niet over het hoofd moeten zien. De hele Baskische kust is zowel bezaaid met pelgrimsherbergen en aan de Apostel gewijde kapellen als met uitbeeldingen, die met de bedevaart in verband staan (zoals die van Santiago Matamoros van Santa María de Portugalete). In Cantabrië vinden we in dit opzicht niet minder voorbeelden, waaronder vooral die van Santoña op de voorgrond treden (aan de oude pelgrimsherberg kan nog de prachtige laatgotische kerk van Santa María del Puerto worden toegevoegd).Op een niet al te grote afstand ligt het gastvrije en rustige Santander, waar de rijkdom van de religieuze architectuur (de kathedraal verheft zich op de fundamenten van de kerk van Cuerpos Santos) zich verenigt met de bekoorlijkheid van het stadsbeeld (het paleis van La Magdalena niet te vergeten).
41
Op enkele kilometers afstand komen we in het kunsthistorische Santillana del Mar waar in de onmiddellijke nabijheid de grotten van Altamira met tederheid worden beschermd. Bovendien betekent de Romaanse collegiale kerk van Santa Juliana een mijlpaal voor degenen die hiervandaan de Franse pelgrimsweg bij Frómista zochten. Het aan de provinciegrens liggende stadje San Vicente de la Barquera bewaart nog twee van de vroegere pelgrimsherbergen. Hier komen we het Prinsdom van Asturië binnen waar we, afzonderlijk van de herberg in het eenvoudige havenstadje Llanes, voordat we belanden in het mooie Ribadesella (kerken van Santa María Magdalena en Nuestra Señora de la Guía; grotten van Tito Bustillo), het Romaanse klooster van San Salvador de Celorio kunnen bezoeken. De bergen kondigen de nabijheid van Oviedo aan. De hoofdstad van het Asturische Koninkrijk was het bevoorrechte doel van de bedevaartgangers die daar de kathedraal van San Salvador bezochten, waarvan de onschatbare rijkdom slechts vergelijkbaar is met die van de preromaanse kerken uit de omgeving. De toeloop van pelgrims riep een variant van de pelgrimsweg in het leven, die vanuit León over de bergpas Puerto de Pajares naar Oviedo voerde. Vanuit de belangrijke Asturische hofstad (die de gedachte van de pelgrimsweg naar Santiago over de gehele wereld uitstraalde) nam men opnieuw de weg naar het westen en volgde daarbij twee varianten: de eerste liep over Los Oscos tot aan Grandas de Salime en doorkruiste daarbij de bergpas van Acebo om bij Fonsagrada de landen van Galicië binnen te komen. Daarna ging het verder naar het zuiden tot Castroverde (kerk in Vilabade en die van Santiago in Castroverde) en Vilar de Donas in de nabijheid van Lugo. De andere variant nam de bergpas Puerto de la Espina, waar men de grens met Galicië bij de rivier de Eo bereikte, die men vanuit Castropol per boot moest oversteken.
l Mondoñedo (Lugo)
42
De oostroute
l Kerk van Santiago en kruizen. Baamonde (Lugo)
Ribadeo (Romaanse kapel van De Virgen del Camino; kunsthistorische gebouwen zoals El Pazo de los Moreno), de eerste stad op Galicische bodem, ontving in de haven de pelgrims die uit het noorden kwamen. Deze gingen daarna verder langs de kust tot aan Foz (kerk van Santiago), nadat ze het onvoorstelbare natuurschoon van het strand van As Catedrais hadden kunnen bewonderen. In Foz gaat de weg landinwaarts tot Vilanova de Lourenzá (klooster van Santa María de Vilanova; graf van Conde Santo) en bereikte, na de bergen te hebben doorkruist, het monumentale Mondoñedo, heden tot cultuurmonument verklaard. De afdaling naar het vlakke Vilalba (kerk van San Roque; etnografisch museum; toren van de Graven van Andrade) leidt snel naar Baamonde (kerk van Santiago, kruizen en moderne beeldengroep). In het oude Parga komen we over een middeleeuwse brug op de weg naar Sobrado dos Monxes, waar zich een indrukwekkend Cisterciënzerklooster (Santa María) verheft, dat ons een mengsel toont van architectonische stijlen. Van daaruit bereiken we Arzúa (kerk van Santiago en pelgrimsherberg), waar we op de Franse pelgrimsweg terechtkomen.
43
Deze route kwam vanuit het zuiden van het schiereiland en van Castilië en liep noordwaarts door Extremadura, Salamanca en Zamora tot aan de streek van Ourense. Het traject viel samen met de Ruta de la Plata (de zilverroute), een Romeinse verbindingsweg die van Sevilla naar Astorga en naar de Cantabrische Zee leidde. Het beginpunt van deze route is mogelijk vanuit welk zuidelijk punt dan ook en velen situeren dat in Sevilla zelf (klooster van de Orde van Santiago) en van daaruit loopt hij naar het noorden over Zafra, Mérida (was hoofdstad van de Orde van Santiago in Extremadura; talrijke Romeinse resten) en het monumentale Cáceres, tot aan Plasencia (kerk van Santiago de las Batallas). In ieder geval was Salamanca het belangrijkste knooppunt van deze route. Daar kwamen de zijwegen samen vanuit Ávila (over Peñaranda de Bracamonte en Alba de Tormes) en uit Extremadura, die vanuit verschillende zuidelijke punten naar het noorden omhoogliepen. Salamanca is een belangrijk kunsthistorisch oord. Aan de twee kathedralen (de oude en de nieuwe), de universiteit en het stadsbeeld moet nog de, aan Santiago gewijde, kerk worden toegevoegd. Zamora is een monumentale stad (kerk van Santiago en bijgebouwen van de Orde met dezelfde naam; pelgrimsherbergen). Even verderop vinden we een splitsing die ons via Benavente (kerk van Santiago en van de Johannieterorde) naar Astorga brengt. We kunnen de route eveneens voortzetten langs de bergmeren van Puebla de Sanabria tot aan de streek van Ourense.
l Kathedraal van Plasencia (Cáceres)
44
Over de bergpas van A Canda (heiligdom in Lubián) komen we Galicië binnen en bereiken snel A Gudiña (kerk van San Martiño). Op het vlakke land belanden we bij Verin waarop een andere, vanuit het Portugese Chaves afkomstige, zijweg uitloopt. Het moderne stadsdeel verrijst naast het middeleeuwse, dat zeker een bezoek waard is. Monterrei bewaart met waardigheid zijn burcht evenals een, aan Santiago gewijde, Romaanse kerk. De ruïnes van een pelgrimsherberg zijn naast het kasteel gemakkelijk te herkennen. De pelgrimsweg coïncideert met de straatweg tot aan Xinzo de Limia en loopt langs de uitgedroogde lagune van Antela (waarvan de bodem de legende van een verzonken stad verbergt), laat Sandiás (Vlaamse schilderkunst in Santo Esteve) achter zich liggen en klimt vervolgens omhoog naar Allariz. Deze stad, die de wieg van koningen was, rekent met een prachtig kunsthistorisch stadsdeel van een evenzo waardevolle etnologische betekenis. Op de voorgrond komen de Romaanse kerk van Santiago en de civiele bouwkunst (jodenwijk en brug). De route doorkruist een kloof met thermen bij Santa Mariña de Augasantas (Romaanse kerk van Santa Mariña, in de omgeving een kerk en een antropomorfische graftombe) en leidt verder naar Ourense.
l Universiteit en nieuwe kathedraal. Salamanca
45
l Allariz (Ourense)
De provinciehoofdstad kan bogen op een lange traditie wat betreft de pelgrimsweg naar Santiago, die zich manifesteert in het voorportaal (verwant aan “La Gloria” van die van Compostela) van de kathedraal. De gehele oude stadskern is één kunsthistorisch monument en aan al deze schoonheid moet nog die van de kerken van Santiago en van het klooster van San Francisco (gotische kloostergang) worden toegevoegd. De Romeinse oorsprong van de stad ontspruit uit de warmwaterbronnen van As Burgas. Alhoewel het een afwijking op de aangegeven route betekent, is het toch de moeite waard een bezoek te brengen aan de kloosters van het canyon van Sil: Santo Esteve de Ribas de Sil en San Pedro de Rocas. De route naar Santiago gaat van Ourense naar San Cristovo de Cea (dichtbij het kunsthistorische klooster van Oseira en bekend om het beste brood van Galicië). Slechts enkele kilometers verder komen we in Dozón (oud benedictijnenklooster, tegenwoordig Romaanse kerk) en Silleda (in de nabijheid het heiligdom van “Nosa Señora do Corpiño” in Vila de Cruces en iets verderop de ruïnes van het klooster van Carboeiro). Het stenen kruis van Bandeira kondigt de aankomst in A Granxa aan (preromaanse kerk en Mons Illicinus van de pelgrimslegende) op een symbolische steenworp van de Pico Sacro verwijderd: vanaf de top kunnen we de torens van Compostela reeds waarnemen.
46
De Engelse pelgrimsweg
Onder deze naam staat de route bekend welke door de pelgrims werd ondernomen die, afkomstig van de Britse eilanden, voet aan wal zetten in de havens van het noordwesten van Galicië om zich daarvandaan op weg te begeven naar Compostela. De route behaalde de grootste populariteit vanaf de veertiende eeuw. In A Coruña gingen de bedevaartgangers vanaf de haven van O Parrote op weg naar de Romaanse collegiale kerk van Santa María en de kerk van Santiago om vandaar omhoog te klimmen naar de hoogte van Alto de Eiris. Daarna gingen ze in de richting van O Burgo dat eveneens een aanleghaven was. In Cambre moet vooral de kerk vermeld worden, met een kooromgang en een doopvont die volgens de traditie uit het Heilige Land zou zijn meegebracht. De bedevaarstocht gaat verder door Sigrás, Calle en Bruma, waar de twee aftakkingen vanuit de havens van Ferrol en Neda zich verenigen. Degenen die voet aan wal hadden gezet in één van deze plaatsen begaven zich, nadat zij de brug over de rivier de Eume waren overgestoken, op weg naar het middeleeuwse Pontedeume (toren van Andrade; kerk van Santiago). Over Perbes bereikten ze San Martin de Tiobre (Romaanse kerk) en van daaruit liepen ze verder over de brug Ponte Vella tot de vestingplaats Betanzos (kunsthistorisch monumentale stad, bezienswaardige Romaanse kerk van Santiago). Door Requián bereikten ze Bruma, trefpunt met de zijweg die vanuit A Coruña komt. Hiervandaan gaat de weg verder naar het zuiden en kruist de rivier de Tambre bij Sigüeiro in de nabijheid van San Marcos, waar deze zich verenigt met de Franse weg om in Compostela binnen te komen.
l Kathedraal. Hoofdpoort. Tui (Pontevedra)
De Portugese pelgrimsweg
Ook voor de Portugezen was het fenomeen van de bedevaarten naar Santiago niet onbekend. Zij volgden niet alleen één weg, maar kwamen vanuit verschillende punten en vloeiden samen in Chaves -waarvandaan ze in Verin belandden en de zilverroute bereiktenofwel in Valencia do Minho. Degenen die aan deze tweede mogelijkheid de voorkeur gaven staken per boot de rivier de Minho over en kwamen aan in Tui of in de omgeving daarvan (een klein dorp, genaamd Hospital is nog bewaard gebleven) om zich daarna over Pontevedra en Padrón naar het noorden te begeven.
l Kerk van San Francisco Betanzos (A Coruña) 47
48
Nuttige Wenken Landnummer % 34 Toeristische Informatie: TURESPAÑA www.spain.info Verbond van Spaanse verenigingen van de pelgrimsweg naar Santiago Rúe Vieja, 3 bajo. Logroño Paradores de Turismo (Staatshotels) Centrale voor reserveringen Requena, 3. 28013 Madrid % 902 547 979 ) 902 525 432 www.parador.es
VVV-Kantoren in Spanje Astorga: Glorieta Eduardo Castro, 5 % 987 618 222 ) 987 603 065 Bilbao: Plaza del Ensanche, 11 % 944 795 760 Burgos: Plaza de Alonso Martínez, 7 % 947 203 125 ) 947 276 529 Castro Urdiales: Avenida de la Constitución, 1 % 942 871 337 A Coruña: Dársena de la Marina % 981 221 822 Donostia-San Sebastián: Reina Regente, 3 % 943 481 166 ) 943 481 172 Durango: Askatasun Etorbidea, 2 % 946 033 938 Estella: San Nicolás, 1 % 948 556 301 Frómista: Paseo Central % 979 810 180 Gijón: Puerto Deportivo. Espigón Central de Fomento % 985 341 771 / 902 931 993 Huesca: Plaza de la Catedral, 1 % 974 292 170 Jaca: Regimiento de Galicia, 2 % 974 360 098 ) 974 355 165 León: Plaza de la Regla, 3 % 987 237 082 ) 987 273 391 Logroño: Paseo del Espolón, 1 % 941 291 260 ) 941 291 640 Lugo: Plaza Mayor, 27-29 % 982 231 361 Mondoñedo: Plaza de la Catedral, 34 % 982 507 177 Nájera: Constantino Garrán, 1 % 941 360 041 Orreaga-Roncesvalles: Antiguo Molino % 948 760 301 Ourense: Edificio Caseta do Legoeiro (Ponte Romana) % 988 372 020 Oviedo: Cimadevilla, 4 % 985 213 385 Palencia: Calle Mayor, 105 % 979 740 068 ) 979 700 822 Pamplona: Calle Eslava, 1 % 848 420 420 Ponferrada: Gil y Carrasco, 4 % 987 424 236
Verbond van Spaanse verenigingen van de pelgrimsweg naar Santiago Rúe Vieja, 3 bajo. Logroño Paradores de Turismo (Staatshotels) Centrale voor reserveringen Requena, 3. 28013 Madrid % 902 547 979 ) 902 525 432 www.parador.es
VVV-Kantoren in Spanje Astorga: Glorieta Eduardo Castro, 5 % 987 618 222 ) 987 603 065 Bilbao: Plaza del Ensanche, 11 % 944 795 760 Burgos: Plaza de Alonso Martínez, 7 % 947 203 125 ) 947 276 529 Castro Urdiales: Avenida de la Constitución, 1 % 942 871 337 A Coruña: Dársena de la Marina % 981 221 822 Donostia-San Sebastián: Reina Regente, 3 % 943 481 166 ) 943 481 172 Durango: Askatasun Etorbidea, 2 % 946 033 938 Estella: San Nicolás, 1 % 948 556 301 Frómista: Paseo Central % 979 810 180 Gijón: Puerto Deportivo. Espigón Central de Fomento % 985 341 771 / 902 931 993 Huesca: Plaza de la Catedral, 1 % 974 292 170 Jaca: Regimiento de Galicia, 2 % 974 360 098 ) 974 355 165 León: Plaza de la Regla, 3 % 987 237 082 ) 987 273 391 Logroño: Paseo del Espolón, 1 % 941 291 260 ) 941 291 640 Lugo: Plaza Mayor, 27-29 % 982 231 361 Mondoñedo: Plaza de la Catedral, 34 % 982 507 177 Nájera: Constantino Garrán, 1 % 941 360 041 Orreaga-Roncesvalles: Antiguo Molino % 948 760 301 Ourense: Edificio Caseta do Legoeiro (Ponte Romana) % 988 372 020 Oviedo: Cimadevilla, 4 % 985 213 385 Palencia: Calle Mayor, 105 % 979 740 068 ) 979 700 822 Pamplona: Calle Eslava, 1 % 848 420 420 Ponferrada: Gil y Carrasco, 4 % 987 424 236
Spaanse bureaus voor toerisme in het buitenland BELGIË. Brussel Office Espagnol du Tourisme Rue Royale, 97 - 5º 1000 BRUXELLES % 322/ 280 19 26 ) 322/ 230 21 47 www.spain.info/be e-mail:
[email protected] NEDERLAND. Den Haag Spaans Bureau Voor Vreemdelingenverkeer Laan Van Meerdervoort, 8A 2517 AJ DEN HAAG % 3170/ 346 59 00 ) 3170/ 364 98 59 www.spain.info/nl e-mail:
[email protected] Kathedraal. Santiago de Compostela
Ambassades in Madrid België Paseo de la Castellana, 18 % 915 776 300 ) 914 318 166 Nederland Avenida Comandante Franco, 32 % 913 537 500 ) 913 537 565
Voorpagina:
Portaal van de Glorie. Beeld van de apostel Santiago
Achterpagina:
Pelgrims op de weg naar Santiago
Tekst:
Cristóbal Ramírez
Vertaling:
Johanna Elisabeth de Koning
Foto´s:
Archief Turespaña
MINISTERIO DE INDUSTRIA,TURISMO Y COMERCIO
Grafisch ontwerp: Koldo Fuentes Layout:
OPCIÓN K. Comunicación Visual, S.L.
EUROPESE GEMEENSCHAP
Uitgegeven door:
© Turespaña Secretaría de Estado de Turismo Ministerio de Industria, Turismo y Comercio
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Druk:
GRAFOFFSET, S.L.
D.L.: M-27900-2009 NIPO: 704-09-369-5 Gedrukt in Spanje 4 Editie
H
TURESPAÑA
Spanje
De Pelgrimswegen naar Santiago
Toeristische Informatie: TURESPAÑA www.spain.info
Spoedeisende hulp % 112 Medische spoedgevallen % 061 Guardia Civil % 062 Rijkspolitie % 091 Gemeentepolitie % 092 Consumenteninformatie % 010 AENA (Aeropuertos Españoles y Navegación Aerea) % 902 404 704 www.aena.es ADIF % 902 432 343 www.adif.es Informatie Buitenland % 902 243 402 Wegeninformatie % 900 123 505 www.dgt.es Postkantoor % 902 197 197 www.correos.es
De Pelgrimswegen naar Santiago
Landnummer % 34
Nuttige telefoonnummers Puente la Reina: Plaza de Mena, 1 % 948 340 845 ) 948 340 813 Ribadeo: Plaza España % 982 128 689 Sahagún: El Arco, 87 % 987 781 121 Santander: Hernán Cortés, 4 % 942 310 708 Santiago de Compostela: Rúa del Villar, 30 % 981 584 081 Santo Domingo de la Calzada: Calle Mayor, 70 % 941 341 230 Villafranca del Bierzo: Avenida Bernardo Díez Ovelar % 987 540 028 Villaviciosa: Parque Vallina % 985 891 759 Vitoria-Gasteiz: Plaza General Loma % 945 161 598
Spanje
Nuttige Wenken
Cartografía: GCAR S.L. Cardenal Silíceo, 35 28002-MADRID Año 2004
LEGENDE Erfgoed van de mensheid Tolweg Staatshotel Snelweg en autoweg Heligdom-Klooster Rijksweg Luchthaven Eersterangs provinciale weg Grotten Secundaire provinciale weg Lokale weg Hogesnelheidslijn Spoorweg DE PELGRIMSWEGEN NAAR SANTIAGO De Franse hoofdweg Cabo Ortegal
Ortigueira
A
A R I
L
S
T
A
Viveiro
549
Xistral 1033
AG-64
Pontedeume
As Pontes de Neda García Rodríguez
Foz
Cabo de Peñas
Tapia de Casariego
Cabo Prior
Ferrol
De andere pelgrimswegen
Cervo
Cedeira
S
De noordelijke route
Estaca de Bares
Ribadeo
Cudillero
Luarca
634
Navia
Castropol
Pravia
C
O
S
Candás
Avilés 632
T
A
V
E
R
D
E
Gijón
A-8
C
Cabo de Ajo
O
S T
A
A S C Bayonne Orthez Santoña Castro Bermeo A-64 Arteixo Malpica A-8 Suances Hondarribia 634 Arriondas Tineo Punta do Roncudo Llanes 634 Urdiales Getxo Grado Santa Eulalia Pola de AG-55 AS-1 634 Torrelavega Colindres Gernika-Lumo Betanzos A-8 OVIEDO Rí Langreo 640 Vilalba Colombres Cambre de Oscos Laxe Cangas Allende Carballo o Limpias Covadonga Parga "Cuevas de VI I Irún Puente Zumaia Zarautz Narcea Pola de de Onís 595 A-67 550 PAU Panes Ainhoa P Altamira" Grandas Portugalete BILBAO Mieres Oiartzun Viesgo Laviana Baamonde 621 a Ramales A-8 Muxia Cangas 625 o s de Salime Na 121 Pola de Europ Orio 121 I lón Elgóibar Peña Sagra A-6 de la Victoria Fonsagrada PARQUE NACIONAL C O de Narcea DonestebeCabo Touriñán de Lena Arenas Potes 2046 Sobrado St. Jean-Pied-de-Port "Monasterio Oloron-Ste. Marie DE LOS PICOS DE EUROPA R D Balmaseda R Santa Comba Santesteban Tolosa de Santa María" de Iguña Durango do Monxes Fuente Dé I L L E 1890 Luzaide Dumbria Vilabade A 623 R C LUGO e 634 I A "San Salvador I R r Bergara B Á C A N T Llodio AP-68 240 Campomanes Sigüeiro Valcarlos mb de Ibañeta" a 611 Peña Prieta Espinosa de T Fisterra Castroverde Braña Caballo 2536 121 Riaño Orreaga-Roncesvalles N AP-9 S A-15 Beasain los Monteros 641 2189 Embalse Espigüete Arrasate A Puebla Amurrio SANTIAGO Peña Ubiña Aitzgorri Reinosa 629 E V de Riaño 2450 Cabo Lekunberri Auritz-Burguete A-1 Arzúa 547 Melide 2417 Degaña de Lillo 1544 Lavacolla DE COMPOSTELA Fisterra 138 S Pic d'Orhi Palas de Rei Embalse Medina Ulla Valdecebollas O 2021 del Ebro Villablino T E Altsasu"Santuario de Nuestra Muros 2136 630 de Pomar VITORIAErro Miravalle M O N Cervera RÍO Señora do Corpiño" Vila de Cruces Portomarín e S Boñar i n 1969 Alsasua Noia Palacios del Sil de Pisuerga 135 Zubiri GASTEIZ Río Bandeira Sarria Triacastela VI S A AP-66 Padrón 640 Urdos Ezcároz Isaba Visaurin 540 Pedrafita 685 Cistierna AP-53 Silleda 2670 Trespaderne Aguilar 640 Villava 232 PAMPLONA Fabero Argomaniz La Robla Armentia Aoiz O Cebreiro do Cebreiro 623 Embalse de Campóo Vilagarcía A Estrada Candanchú Cizur Altotero Lalín Samos 550 Rioseco Guardo de Belesar Ruitelán Miranda 1176 Treviño Liñares Legarda de Arousa Canfranc de Tapia Ansó Sta. Uxia 525 Chantada 330 de Ebro Cirauqui Obanos Amaya Monreal Río Lumbier Caldas "San Salvador 625 Poza de la Sal Bembibre AP-9 1373 de Ribeira Almanza Dozón Estella Pancorvo "Monasterio Santa Cilia Villanúa de Leyre" "Nuestra Señora 627 de Reis Cacabelos AP-68 Puente Monforte Villafranca del Bierzo Berdún de Oseira" A-6 111 de Eunate" Cambados 541 de Jaca 240 Yesa la Reina Villamayor de Monjardín AP-1 de Lemos Haro Biescas Laguardia Jaca LEÓN Herrera de O Grove "Santa María la Real" PONTEVEDRA Molinaseca Briviesca Los Arcos San Cristovo 232 Ponferrada 120 Sangüesa Javier Puente la Reina 120 Saldaña Pisuerga 611 Villadiego EB Viana de Cea ío R Astorga Santo Domingo Tafalla de Jaca R Torres del Río O I e "San Juan Mansilla de 536 AP-71 Sos del Marín Pobra t Rabanal Sil de la Calzada Calzada de la Peña" O Carballiño Sabiñánigo Olite A-231 las Mulas LOGROÑO Rey Católico Hospital n del Camino de Trives Sasamón 550 del Coto Sahagún O Barco Gállego San Juan Osorno Navarrete VI Belorado o de Órbigo A-66 A-231 Hornillos AP-15 Cangas Redondela Grañón de Ortega M Carrión de El Burgo Ranero OURENSE Tardajos Nájera Lédigos del Camino 330 Teleno Manzaneda los Condes Itero del Castillo Vigo Ribadavia Calahorra Villafranca232 AP-68 2185 La Bañeza Peña Trevinca 1778 Quintanilla Itero de la Vega Hontanas 2077 120 120 Villalbilla 601 A-52 121 2124 Clavijo Montes de Oca 630 de la Cueza Castrojeriz Baños de Villalcázar San Millán BURGOS Sádaba Viana do Bolo Cervatos de de Sirga Ponteareas Castrocontrigo Bobadilla Molgas AG-57 A-55 Arnedo Frómista Ayerbe de la Cogolla Baiona Alfaro la Cueza A-1 Allariz 525 del Camino Villanueva 611 A-62 Lago de Sanabria HUESCA Tui Sandiás de Cameros Ribadelago Río Villalón A Gudiña Amusco Monçao Xinzo de Campos Becilla de Ayedo Valença A-23 Cintruénigo 525 Ejea de de Limia Mombuey 111 Tudela Camarzana 1719 Valderaduey Monterrei A-52 Salas de Lubián los Caballeros Ca Puebla de Tera A-52 610 Cebolla Almudébar Río los Infantes rrió 525 610 1415 Lerma 113 2142 de Sanabria n A Guarda 1755 Benavente 121 Verín Corraes PALENCIA 232 S 330 1262 532 Magaz ie Larouco Vinuesa Santo Domingo Peña Mira Tauste Zuera rr 1575 Tarazona 1238 S de Silos a 122 Medina Tórtoles AP-68 Dueñas 234 de Feces Villalpando Tábara I Agreda Matute Alcubierre de Rioseco de Esgueva l M A-6 S Alagón 1419 on 631 VIANA DO 630 ca 601 A-62 T BRAGANÇA San Leonardo yo Alcañices Utebo a v E 2313 CASTELO e de Yagüe Embalse de Esgu 1256 SORIA Ricobayo Río 122 M a eg Aranda âm A Villanubla T VALLADOLID 122 El Burgo de Duero 234 BRAGA ZARAGOZA 122 de Osma Rí Gómara Alfajarín o I Miranda do Douro AP-2 Toro Peñafiel 111 B 122 A-11 II San Esteban Río Rubio ZAMORA de Gormaz Tordesillas Cabrera La Almunia de Almazán É 1313 Ria 1433 A-2 R z Bermillo ío Godina a A-1 RDoña330 Cuéllar de Sayago Ayllón A-62 VILA REAL Calatayud I 110 601 Alaejos Belchite Ce Embalse de ga Cariñena C 630 Río Almendra Medina Riaza Fonta Longa 620 232 Alhama Sepúlveda O 883 del Campo Peñausende Fuentesaúco de Aragón A-6 PORTO
Cabo de San Adrián
Mondoñedo
1201
Cornellana
Boal
A-66
Villaviciosa
634
632
Colunga
SANTANDER
Ribadesella
"Cuevas de Tito Bustillo"
San Vicente de la Barquera
A-8
Cabo Matxitxako
Santillana del Mar
V
A
Pi
Río
Eo
AP-9
Vilanova de Lourenzá
o
Rí
O
e
Esla
O
RÍ
s
Ega
Río
erv a
Hu
Rí
o
ón
t ra
Du
RÍ O
Río
RO
E DU
VISEU 70 km
SALAMANCA 30 km
SALAMANCA 36 km
MADRID 96 km
MEDINACELI 10 km
TERUEL 109 km
FRAGA 47 km
Sabo
r
Ja
ló
n
BARBASTRO 49 km
o
big
Ór
Bibey
Río
Río
A S I X B A
Pisuerga
Cea
d
ión
Carr
S Í A
AINSA-SOBRARBE 59 km
Río
Río
L e ó n
c
MIÑ
r r a d e a r e s
C
O
Rí
o
S
Na via
c
Río
R
Río
AVEIRO 80 km