IN DE JUISTE RICHTING! schoolloopbaanbegeleiding
RETO-2010
Met dank aan de medewerkers van de werkgroep 'schoolloopbaanbegeleiding': OUDERS Nancy Stoffels Michael Bennik Frans Van Miert Frank De Groot Luc Augustyns Jan-Pieter Roovers Sofie van Beek Edith van Gemert CLB Katrien Spaepen - Vrij CLB-Kempen Johan Claes - CLB kempen GO Cherstine Michielsen - CLB kempen-GO OUDERKOEPELS Bart Van Dijck - KOOGO Kelly Van Tricht - VCOV Koenraad Van den Bussche - GO! ouders
LOP Marc Van de maele RESOC Kempen Bart Meeussen An Jacobs
INHOUD Inleiding 1
Hoe ouders kiezen
2
Wat kan er anders?
3
Voorbeelden uit de praktijk
4
2 3-4 5 6-7
Leren kiezen begint in de kleuterschool!
8-9
Studiekeuze bevorderen met doelstellingenrapport
10-11
Werken in het grabbelhuis
12-13
Beroepenweek, ouders aan het werk!
14-15
Meesterwerk als pièce de résistance
16
Klasoverstijgend werken aan talenten
17
Schoolloopbaanbegeleiding gaat verder dan leren kiezen
18
Onthaalsessies voor ouders en curriculumdifferentiatie
19
Leerlingen bezoeken studierichtingenmarkt
20-21
Studiekeuze, voorsprong voor morgen
22-23
TO- en wetenschapsdag een groot succes
24-25
Informatiebronnen
26-29
LERE LE REN N KI KIEZ EZEN EN KENNISMAKEN MET BEROEPEN
HET ONTWIKKELEN VAN TALENTEN
IN DE VOORBEELDEN UIT DE PRAKTIJK SCHENKEN WE AANDACHT AAN
1
INLEIDING Steeds meer jongeren verlaten zonder getuigschrift of diploma de school. Voor wie geen diploma op zak heeft, vergroot het risico op werkloosheid en sociale uitsluiting. Om schoolmoeheid en het ongekwalificeerd uitstromen van leerlingen in te perken is een goede begeleiding van cruciaal belang. Iedereen is overtuigd van het belang van een goede schoolloopbaanbegeleiding, maar over de invulling daarvan, heerst onduidelijkheid. De onderwijsinspectie wil, in de onderwijsspiegel 20082009, scholen inspireren om werk te maken van schoolloopbaanbegeleiding.
2
Naar aanleiding van een kleinschalig onderzoek naar de praktijk van schoolloopbaanbegeleiding in de Vlaamse scholen formuleert de inspectie deze omschrijving: "Schoolloopbaanbegeleiding heeft een drieledig doel, namelijk: de leerling informeren over de keuzemogelijkheden (horizonverruiming), inzicht geven in zichzelf (zelfconceptverheldering) en keuzebekwaam maken (loopbaancompetentie). Om goed te kunnen kiezen, moet elke leerling zich deze drie deelcompetenties eigen maken.'"
beroepskeuze op scharniermomenten. De derde graad van het basisonderwijs is zo’n scharniermoment. Kinderen van twaalf jaar worden geacht een studie- en schoolkeuze te maken voor het secundair onderwijs. Ze kunnen hierbij rekenen op de steun van ouders, om dit vaak moeilijke studiekeuzeproces te doorlopen en hopelijk tot een goed einde te brengen. Maar worden de ouders wel voldoende geïnformeerd over de mogelijkheden die hun kind heeft?
De onderwijsinspectie benadrukt daarbij dat schoolloopbaanbegeleiding meer is dan enkel de studiekeuze of
Het Regionaal Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs (RETO), in samenwerking met de koepels van ouderverenigingen (VCOV, GO! ouders en KOOGO) en het Lokaal Overlegplatform (LOP) Turnhout onderzochten hoe ouders kiezen. Aan de hand van een vragenlijst die door duizend ouders werden ingevuld, gingen we na hoe ouders het studiekeuzeproces bij de overgang van het lager naar het secundair onderwijs beleven. Waarmee houden ze rekening, wat vinden ze belangrijk en wat verwachten ze van de basisschool van hun kind?
We formuleren enkele aanbevelingen waar mee de scholen rekening kunnen houden in het verder uitbouwen van hun acties rond schoolloopbaanbegeleiding.
In het eerste deel van deze brochure stellen we de resultaten van het onderzoek kort voor.
In het derde deel kan u een aantal nuttige informatiebronnen vinden.
In het tweede deel bieden we u enkele voorbeelden van scholen die over schoolloopbaanbegeleiding hun ervaringen met u willen delen. Zij brengen u praktijkvoorbeelden van hoe zij als school leerlingen leren kiezen, hoe zij talenten van leerlingen ontdekken en ontwikkelen en hoe zij werken rond beroepen en studierichtingen in het secundair onderwijs.
1 HOE OUDERS KIEZEN?!? WE VROEGEN AAN 1000 OUDERS... 1.1 Welke elementen beïnvloeden het studiekeuzeproces? We vroegen aan 1000 ouders welke elementen zij belangrijk vinden in het maken van een school- of studiekeuze. Ten eerste vinden zij de toekomstmogelijkheden die de gekozen studierichting biedt en de mogelijkheid om de volledige studierichting af te ronden in dezelfde school het belangrijkste. Ten tweede hechten zij veel belang aan de aandacht die de gekozen school heeft voor kinderen met allerhande problemen.
Ouders die al kinderen in het secundair onderwijs hebben, geven aan dat het imago van de school en het feit dat hun andere kinderen ook naar die school gaan, medebepalend zijn voor het maken van een school- of studiekeuze voor hun jongere kinderen. Eenoudergezinnen vinden de studiekosten wel belangrijk. In tegenstelling tot de andere ouders vinden zij het sport- en cultuuraanbod van de secundaire scholen belangrijke elementen in het school- en studiekeuzeproces.
Ten derde blijkt dat ouders veel rekening houden met het advies dat zij van de klasleerkracht krijgen op het einde van het zesde leerjaar.
1.2 Waar haalt u informatie?
1.3 Hoe kiest u?
1.4 Wanneer start het studiekeuzeproces?
Als je op zoek gaat naar informatie over scholen of studierichtingen, kan je verschillende informatiebronnen raadplegen. De ouders uit ons onderzoek maken het meest gebruik van de informatie die ze krijgen van de basisschool van hun kind. Daarnaast geven ze aan dat ze de informatie die ze krijgen tijdens info-avonden en opendeurdagen heel belangrijk vinden. Van informatie via de media (krant, tv, folders, internet, enz.) wordt zeer weinig gebruik gemaakt.
De grote meerderheid van ouders kiest eerst de studierichting of de studierichting en de school samen. Een heel klein aantal kiest eerst de school, los van de studierichting. De ouders blijken over voldoende informatie te beschikken over scholen en over verschillende studierichtingen die ze geschikt vinden voor hun kinderen. Hoewel de school- en studiekeuze medebepalend zijn voor de toekomst van het kind, mogen slechts vier op de tien kinderen zelf kiezen wat of waar ze gaan studeren.
Kinderen beginnen op 2,5 jaar aan hun schoolloopbaan. De eerste negen jaar van die loopbaan brengen ze door op de basisschool. Voldoende tijd dus om een studiekeuze te maken? Uit het onderzoek blijkt dat de meeste ouders maar aan een studiekeuze beginnen te denken zodra hun kind in het vijfde of zesde leerjaar zit.
3
1.5 Wat verwacht u van de basisschool van uw kind?
1.6 Wilt u uw kind zo hoog mogelijk laten instromen?
Ouders hebben hoge verwachtingen ten aanzien van de school van hun kind. Ze willen dat de school hun kind en henzelf begeleidt in het studiekeuzeproces. Ze willen dat de school hun kind leert om een gerichte studiekeuze te maken door het te informeren over de verschillende studierichtingen en de vakken die daarin aan bod komen. Daarnaast vinden ze het belangrijk dat kinderen leren over verschillende beroepen en dat ze bezoeken brengen aan secundaire scholen.
De wens om kinderen zo hoog mogelijk te laten instromen, is het meest aanwezig bij ouders met een kind in het vijfde leerjaar, die nog geen ervaring hebben met het maken van een studiekeuze. Als ouders reeds kinderen in het secundair onderwijs hebben, is die wens minder sterk aanwezig. Uit het onderzoek blijkt dat er wel een verschil is tussen vaders en moeders. Vaders wensen meer dan moeders dat hun kind zo hoog mogelijk instroomt.
Aan het onderzoek namen 285 vaders, 645 moeders en 9 personen die een andere relatie tot het kind hebben (vb. voogd) deel. 70 vragenlijsten werden onvolledig ingevuld.
Uit het onderzoek blijkt dat deze verwachtingen, volgens de ouders, slechts in beperkte mate worden ingelost.
1.7 Welk beroep overweegt uw kind? 1 Onderwijs: leerkracht 2
De respondenten zijn allemaal ouders van kinderen uit het vijfde en/of zesde leerjaar van 31 scholen uit de Noorderkempen.
5
4
Technische beroepen: loodgieter, bouwvakker, houtbewerker, automechanicus, elektricien, metaalbewerker, ingenieur,... 3
Creatieve beroepen: fotograaf, architect, modeontwerper, muzikant,...
4
Beroepen met dieren: dierenarts, dierenverzorger, hondenkapper,...
Dokter: huisarts, chirurg, tandarts, dermatoloog, kinderarts, oogarts,...
6
Horeca: beroepen in de toeristische sector, kok, hotelier, bakker,...
7
Wetenschappelijke beroepen: bioloog, geoloog, archeoloog,...
8
Sociale beroepen: beroepen in de sociale sector, verzorger, verpleegkundige,...
9
Lichaamsverzorging: kapper, schoonheidsspecialiste,...
10
Andere: transporteur, beroepen in de financiële sector, ICT’er, topsporter, politieagent, ...
2 WAT KAN ER ANDERS? 2.1 Moeten leerkrachten de talenten van het kind leren kennen en al zijn talenten verder ontwikkelen? Leerkrachten zouden voldoende de talenten van het kind moeten kunnen inschatten om een gefundeerd advies te kunnen geven. De zoektocht naar de talenten van een kind start best zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan.
2.4 Moeten ouders meer informatie krijgen over studiemogelijkheden in het beroepsonderwijs? In het beroepsonderwijs kan men na een zevende specialisatiejaar het diploma van secundair onderwijs behalen. Daarnaast bestaat er sinds kort ook het hoger beroepsonderwijs dat tal van mogelijkheden biedt aan jongeren.
2.2 Moeten scholen kinderen laten kennismaken met verschillende beroepen?
2.3 Moeten leerkrachten de studierichtingen in het secundair onderwijs kennen?
In de tweede graad van het lager onderwijs zouden scholen de kinderen in contact moeten brengen met een waaier van beroepen. De beroepen moeten genuanceerd worden belicht: voor- en nadelen moeten aan bod komen evenals de talenten die nodig zijn voor een bepaald beroep, de studierichtingen die erop voorbereiden, enz.
Dat veronderstelt dat leerkrachten zich informeren en/ of bijscholen zodat ze alle vernieuwingen op dat terrein op de voet kunnen volgen.
2.5 Moeten scholen vroeger starten met studiekeuze?
2.6 Moeten scholen ouders informeren?
Scholen zouden vanaf het vierde leerjaar kunnen werken rond studiekeuze of hun aanbod meer spreiden over de twee leerjaren van de derde graad lager onderwijs.
Ouders moeten over alle mogelijke aspecten van het studiekeuzeproces worden geïnformeerd. Scholen doen al veel, maar communiceren dit soms onvoldoende naar de ouders.
Uit het onderzoek kunnen we concluderen dat ouders hoge verwachtingen hebben ten aanzien van de schoolloopbaanbegeleiding van hun kind(eren). De meerderheid van de ouders (+50%) verwacht dat de school • hun kind leert om een gerichte studiekeuze te maken; • aan het kind en aan de ouders informatie geeft over de verschillende studierichtingen; • aan het kind en aan de ouders informatie geeft over verschillende vakken in het secundair onderwijs; • kinderen laat kennismaken met verschillende beroepen; • een bezoek brengt aan secundaire scholen; • ouders betrekt bij het studiekeuzeproces. Meer dan de helft van de ouders vindt dat hun verwachtingen ingelost werden, behalve op het vlak van informatie over studierichtingen. Vooral de kennismaking met verschillende beroepen en informatie over verschillende vakken komen onvoldoende aan bod. Uit het rapport 'ouderbetrokkenheid bij studiekeuze' 2009-2010 5
3 VOORBEELDEN UIT DE PRAKTIJK Leren kiezen begint in de kleuterschool! Kinderen leren al van in de eerste kleuterklas keuzes maken. Het werken in hoeken is hiervan het beste voorbeeld. Elk kind mag elke dag één keer of meerdere keren een keuze maken van wat het wil doen. Meestal kiezen kinderen voor activiteiten die aansluiten bij hun talenten of voor activiteiten die ze gewoon leuk vinden. Je leest er meer over op blz. 8.
Studiekeuze bevorderen met doelstellingenrapport Het doelstellingenrapport geeft een totaalbeeld van het kind. Het gaat niet meer over de punten van het kind, maar over zijn ontwikkeling. Het geeft een duidelijk beeld van het dagelijks werk van het kind, en geeft weer welke leerstof het zich voldoende en welke onvoldoende heeft eigengemaakt. Het proces dat het kind aflegt doorheen het schooljaar, wordt zo in beeld gebracht. Je leest er meer over op blz. 10.
Werken in het grabbelhuis Om kinderen een zo breed mogelijke vorming aan te bieden, maakten we een herkenbare en natuurlijke leefomgeving in de school: een keuken, eetkamer, salon en bureau,... waar kinderen tal van activiteiten kunnen doen en waar ze op een andere manier leren. Door de brede waaier aan activiteiten kunnen kinderen al hun talenten ontwikkelen. Je leest er alles over op blz. 12.
Beroepenweek: ouders aan het werk! Ouders en grootouders betrekken bij het studiekeuzeproces van leerlingen? Het kan! Nodig ouders en grootouders uit om tijdens een beroepenweek iets te vertellen of te tonen van hun beroep. Kinderen maken beroepenkaarten die ze achteraf in de klas kunnen gebuiken om te leren over verschillende beroepen. Je leest er meer over op blz. 14.
Meesterwerk als pièce de résistance Een meesterwerk is een werkstuk waarin je al je talenten laat zien, iets waar je heel goed in bent of wat je graag doet. Elk kind moet tegen het einde van het zesde leerjaar een meesterwerk maken van zijn talenten. Zo laten de kinderen aan hun omgeving zien waar ze goed in zijn. Het is het pièce de résistance van hun lagere schoolloopbaan. Je leest er meer over op blz. 16.
Klasoverstijgend werken aan talenten In klasoverstijgende workshops krijgen kinderen de kans om hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen op socio-emotioneel, technisch, creatief en cognitief vlak. Er worden verschillende workshops aangeboden: technische, sportieve, muzikale, leergerichte, creatieve,... workshops, telkens met een creatieve touch. Je leest er meer over op blz.17.
Schoolloopbaanbegeleiding gaat verder dan leren kiezen Een geslaagde schoolloopbaan is een loopbaan die afgestemd is op de mogelijkheden en de talenten van de leerling. Een goede studiekeuze maken is daarin een essentieel element naast het leren leven, leren leren, leren zorgen en het zichzelf leren kennen. De school speelt een eerstelijnsrol bij het begeleiden van leerlingen in hun loopbaan. Je leest er meer over op blz. 18.
Onthaalsessies voor ouders en curriculumdifferentiatie Hoe kan je ouders betrekken bij de schoolloopbaan van jonge kinderen? Onthaalsessies voor ouders bieden deze mogelijkheid. Om kinderen met een leerachterstand goed te oriënteren wordt er aan curriculumdifferentiatie gedaan. Gedurende twaalf lesuren per week krijgen kinderen, van wie men zeker weet dat ze naar het beroepsonderwijs gaan, op een andere manier les. Je leest er meer over op blz.19.
6
IN DE VOORBEELDEN UIT DE PRAKTIJK SCHENKEN WE AANDACHT AAN HET
ONTWIKKELEN VAN TALENTEN O
KENNISMAKEN MET BEROEPEN
LEREN KIEZEN
Leerlingen bezoeken studierichtingenmarkt Het Koninklijk Atheneum te Geel vindt studiekeuzeoriëntatie van basisschool tot en met hoger onderwijs belangrijk. Daarom schenkt de school er ook ruime aandacht aan en wordt er jaarlijks een studierichtingenmarkt georganiseerd voor alle leerlingen. Tijdens de studierichtingenmarkt wordt er gekeken naar alle scharniermomenten in het studiekeuzeproces. Je leest er meer over op blz. 20.
Studiekeuze: voorsprong voor morgen Bezoeken organiseren voor leerlingen van de lagere school, informatieavonden voor ouders en leerlingen laten kennismaken met vakken en studierichtingen bevorderen een gerichte studiekeuze. Werken aan studiekeuze is een proces dat je samen met alle betrokkenen doorloopt. Het mag geen momentopname zijn. Je leest er meer over op blz.22.
TO- en wetenschapsdag: een groot succes Op de TO- en wetenschapsdag van KTA De Merodelei kunnen kinderen van het zesde leerjaar van alle basisscholen in de Kempen kennismaken met een dertigtal workshops die allemaal gelinkt zijn aan technische en wetenschappelijke beroepen. Je leest er meer over op blz. 24.
7
GBS Heieinde Sint -Jozefstraat 30 2350 Vosselaar 014/61.43.42
LEREN KIEZEN BEGINT IN DE KLEUTERSCHOOL
Kinderen leren al van in de eerste kleuterklas keuzes maken. Het werken in hoeken is hiervan het beste voorbeeld. Elk kind mag elke dag één of meerdere keren een keuze maken van wat hij of zij wil doen: spelen in de poppenhoek, de puzzelhoek, de zandbak, het ballenbad, de computerhoek, de bouwhoek, enz. Meestal kiezen kinderen voor activiteiten die aansluiten bij hun talenten of voor activiteiten die ze gewoon leuk vinden. Als de juf merkt dat een kind steeds dezelfde activiteit kiest, zal ze proberen het kind te overtuigen een andere activiteit te kiezen om zo de ervaringswereld van het kind te verruimen. Als ze merkt dat een kind problemen heeft met het kiezen van andere of nieuwe activiteiten, stelt de juf samen met het kind een contractje op. Dit contractje, in de vorm van een stempelkaart, helpt het kind om gedurende de week alle hoeken te bezoeken. Op deze manier leren kinderen zich verschillende vaardigheden eigen te maken. Ze leren dat nieuwe dingen toch leuk kunnen zijn. Spelenderwijs kiezen en verschillende activiteiten uitproberen helpt de kinderen om hun talenten beter te leren kennen en verder te ontwikkelen. Zo kunnen ze later beter kiezen voor activiteiten die aansluiten bij hun talent. Het werken in hoeken wordt verdergezet in de lagere school. Uiteraard gebeurt dit minder vaak dan in de kleuterschool. In de lagere school maken kinderen ook kennis met contractwerk. Het contractwerk is een werkbundel met een verscheidenheid aan oefeningen (vb. taal, rekenen, rebus, kruiswoordraadsels, vraagstukken, tekenen, ...). Sommige oefeningen zijn ‘moetjes’, die het kind dus moet maken en sommige oefeningen zijn ‘magjes’. Het kind kiest zelf of het magjes maakt en welke magjes het maakt. Aan de hand van deze contractwerkjes leren kinderen kiezen en leren ze hoe ze moeten plannen: "Wat doe ik vandaag en wat doe ik morgen?" Zo leren de kinderen doorheen hun schoolloopbaan kiezen. Onze school schenkt daarbij extra aandacht aan de talenten van kinderen. Welke talenten hebben ze en welke kunnen ze nog verder ontwikkelen?
Ik ben Super Mega Knap! Sinds dit schooljaar werken wij met het project Super Mega Knap! Dit project helpt alle kinderen van alle klassen op een speelse manier talenten te herkennen en te ontwikkelen. We zetten daarbij acht talenten centraal: taalknap, rekenknap, beeldknap, beweegknap, samenknap, zelfknap, natuurknap en muziekknap. Deze acht verschillende talenten vormen de rode draad doorheen de schooldag van het kind. Kinderen leren hun talenten benoemen en evalueren zichzelf om te weten te komen hoe ze ‘knap’ zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat als ze zicht hebben op de talenten die ze goed en minder goed ontwikkeld hebben, kinderen gemakkelijker een gerichte studiekeuze kunnen maken.
8
Beroepen en studierichtingen Onze kleuters leren op zeer jonge leeftijd al enkele beroepen kennen, bv. met moeder- en/of vaderdag mogen de mama’s en papa’s naar school komen om hun beroep te tonen aan de kinderen. De ouders vertellen dan aan de kinderen wat hun beroep inhoudt. Samen met de kinderen gaan ze dan hun beroep uitoefenen: auto’s wassen, koken, een krantje maken, timmeren, schilderen, ... Zo leren kinderen weer nieuwe dingen en leggen ze een verband tussen wat ze al gedaan hebben en het beroep dat mama of papa komt tonen. Ook in de lagere school schenken we veel aandacht aan de verschillende beroepen en studierichtingen. Naast de klassieke activiteiten (Op weg naar het secundair onderwijs, schoolbezoeken, enz.) brengen de kinderen bezoeken aan verschillende bedrijven. Zo bezoeken zij het ziekenhuis, een boerderij, een dierenarts, de bakkerij, enz. om op een speelse manier verschillende beroepen te leren kennen. Ook technische beroepen komen aan bod. In onze techniekklas gaan kinderen aan de slag om te timmeren, bouwen, koken, proefjes te doen, ... en zo leren kinderen heel veel bij over techniek, technische beroepen en studierichtingen die tot deze beroepen leiden.
Aangepaste begeleiding voor kinderen met speciale noden Jasmien zit in het zesde leerjaar. Een studiekeuze maken is voor haar anders dan voor de meeste kinderen in haar klas. Jasmien is één van de vele kinderen met autismespectrumstoornis. Toch kan Jasmien binnenkort met een gerust gevoel de overgang naar het secundair onderwijs maken. De school begeleidt Jasmien en haar ouders al vanaf het vierde leerjaar in het kiezen voor een geschikte studierichting en school. De basisschool heeft een ontmoeting geregeld in een school die de ouders en Jasmien gekozen hebben om daar met alle betrokkenen (GON, directie, zorgjuf, CLB, ouders) rond de tafel te gaan zitten. Er werden aantekeningen gemaakt waarmee rekening gehouden zal worden in de toekomst. De ouders vonden dit een aangename ervaring. Ook Jasmien zelf zal samen met haar GON-juf een bezoekje brengen aan de school in werking. Daar zal ze opgevangen worden door de zorgleerkracht en al haar vragen kunnen stellen. Naast deze aangepaste begeleiding omwille van speciale noden, volgt Jasmien alle andere activiteiten die de school in functie van het studiekeuzeproces organiseert. Ook Jasmien vindt het belangrijk om te weten waar ze goed in is.
Elk jaar doen we verschillende dingen waarbij je dan merkt: “Oh, dit kan ik goed” of “Nee, dit is mijn ding niet,” of “Hey, ik wist niet dat ik dit kon”. Voorbeelden hiervan zijn de sportdag en scholencross, gedichten schrijven, opstel maken, een spreekbeurt geven, een boekbespreking, de rekenles, Frans in het vijfde en zesde, muziekles, de techniekprojecten, op uitstap naar het Prinsenpark of naar de boerderij, het ziekenhuis, bos- en zeeklas, technopolis, enz. Dan weet je toch al een beetje of je taalknap, beweegknap, samenknap, rekenknap, zelfknap, beeldknap, natuurknap of muziekknap bent. Jasmien, 6de leerjaar
www.heieinde.be
[email protected] 9
GBS Voorheide De Brulen 2 2370 Arendonk 014/67.77.54
STUDIEKEUZE BEVORDEREN MET DOELSTELLINGENRAPPORT
Net zoals de meeste Vlaamse scholen werkt het zesde leerjaar van de gemeentelijke basisschool Voorheide met het werkboekje van het CLB waarin de structuur van het secundair onderwijs aan de kinderen wordt uitgelegd en waarin zij stappen zetten om te leren kiezen. Ook andere acties zoals het bezoeken van bedrijven en secundaire scholen, het werken met techniek en het leren kiezen in hoekenwerk, komen aan bod. Deze school heeft al een hele weg afgelegd in de zoektocht naar betere manieren om kinderen voor te bereiden op het secundair onderwijs. Een aantal jaren geleden werd er een bewuste keuze gemaakt om nog een stapje verder te gaan. Het schoolrapport werd onder de loep genomen. De school besliste om het puntenrapport af te schaffen en over te stappen naar een doelstellingenrapport. Dit doelstellingenrapport geeft een beter totaalbeeld van van het kind. Het gaat niet meer over de punten van het kind, maar over zijn ontwikkeling. Het geeft een duidelijk beeld van het dagelijks werk van het kind, en geeft weer welke leerstof de leerling zich voldoende en welke onvoldoende heeft eigengemaakt. Het proces dat de leerling aflegt doorheen het schooljaar, wordt zo in beeld gebracht.
Hoe werkt het doelstellingenrapport? Net zoals bij een klassiek puntenrapport wordt het rapport opgesplitst in de verschillende leergebieden. Binnen de leergebieden maakt de school een opsplitsing per domein en binnen de verschillende domeinen splitsen ze op in doelstellingen. De leerkrachten geven de doelstellingen erg gedetailleerd weer zodat er een duidelijk beeld ontstaat van wat er wel en niet goed loopt bij het kind. In plaats van punten te geven, werkt de school met een kleurencode: GROEN Dit lukt je goed, prima zo! GEEL Je kan het. ORANJE Soms lukt het al, maar het is nog moeilijk voor jou. ROOD Dit lukt nog niet. De leraar bepaalt, in overleg met het schoolteam, wat de leerling precies moet kunnen/kennen om een doelstelling te bereiken. De leraar baseert zich dus niet alleen op toetsen, maar kijkt ook naar het dagelijks werk, de inzet van de leerling , enz.
Leerlingen werken met leertrajecten Aan het doelstellingenrapport hangen leertrajecten vast: als een kind uitvalt op bepaalde vakken, wordt er een leertraject opgestart voor die leerling. Leerachterstanden zijn op deze manier snel opspoorbaar. De leerlingen zien zelf welke vooruitgang ze maken omdat hun rapport van kleur verandert. Leerlingen die te veel problemen hebben of voor wie de leerstof echt te zwaar is, krijgen minder zware leerstof die expliciet met doelen wordt omschreven in een individueel rapport. Doelen van een vorige periode kunnen in dit rapport ook nog geëvalueerd worden. Zo zien ook deze leerlingen de evolutie in hun leerproces. In het uiterste geval kan er, in samenspraak met de ouders, ook beslist worden om de doelen niet in te kleuren.
Dit lukt je goed, prima zo!
10
Je kan het.
Soms lukt het al, maar het is nog moeilijk voor jou.
Dit lukt nog niet.
Leraren sturen zich voortdurend bij Het doelstellingenrapport is tegelijkertijd een instrument voor zelfevaluatie voor de leraar want als je op deze manier werkt, moet je ook de leerstof en je onderwijsmethode in vraag durven stellen. De leraren sturen zichzelf voortdurend bij. Er is heel veel overleg geweest tussen de leraren onderling. Het doelstellingenrapport werd opgenomen in het GOK-plan van de school en krijgt daarom ook heel veel aandacht. Ook de werkpunten van de leraren zitten mee in het GOK-plan. Zo krijgt het doelstellingenrapport ook een meerwaarde voor de leraren zelf. Zo geven de leraren aan dat ze een beter beeld hebben van de leerlingen en dat ze genoodzaakt zijn om beter en gerichter naar de leerlingen te kijken. Ze gaan bewuster observeren: "Wat heeft dit kind nodig? Wat vinden de ouders ervan?" De reacties van de meeste ouders zijn positief. In het begin was er wat weerstand omdat vele ouders echt punten willen zien en willen weten hoe goed hun kind het doet in vergelijking met de rest van de klas. Dat kan nu niet meer. Het rapport is immers een individueel rapport waarbij de evolutie van elk kind in kaart gebracht wordt. Ze kunnen dus hun kind niet met andere kinderen vergelijken. Het doelstellingenrapport van de Gemeentelijke Basisschool Voorheide is nog volop in ontwikkeling. Het is dus te vroeg om vast te stellen of er al een effect is op het studiekeuzeproces van kinderen. Een dergelijke manier van observatie en evaluatie vraagt veel tijd. De school wil hierbij niet overhaast handelen en gaat doelgericht te werk. Momenteel wordt het nieuwe rapport gebruikt van het eerste tot en met het derde leerjaar. Volgend schooljaar wordt het uitgebreid naar het vierde leerjaar. Over drie jaar moet het in heel de school gebruikt worden. Zo bouwen zij systematisch het doelstellingenrapport uit voor alle leerlingen. Eén ding is zeker, ouders kunnen niet meer zeggen: "Met 65% heeft mijn zoon toch genoeg om over te gaan naar die of die richting?" De studiekeuze zal grondiger besproken moeten worden met de ouders en de leerling en er zal gekozen moeten worden op basis van het ontwikkelingsprofiel van het kind. Welke doelstellingen heeft hij binnen welke leergebieden voldoende behaald en wat betekent dat nu voor zijn verdere loopbaan in het secundair onderwijs?
Ik heb een leuk rapport! Ik vind het nieuwe rapport veel leuker dan een rapport met punten. Als ik nu een rapport krijg, zie ik meteen of het goed is, met punten moet je eerst nog rekenen en moet je veel beter kijken. Ik haal het liefst groen, maar oranje heb ik ook al wel eens gehad. Dat was niet zo goed. Maar dan weet ik dat ik meer moet oefenen om de volgende keer weer groen te hebben. Ik vergelijk nooit met de andere kinderen van mijn klas. Ik ben wel nieuwsgierig welke kleur ze hebben en dan kijk ik wel naar hun rapport. Mijn vriendinnen van buiten de school vragen wel eens hoeveel punten ik heb op mijn rapport. Maar dan kan ik niet antwoorden want ik heb geen punten. Ik heb meestal groen.
Cato, 3de leerjaar
www.basisschoolvoorheide.be
[email protected] 11
VBS De Parel Kloosterstraat 2A 2460 Lichtaart 014/55.20.00
WERKEN IN HET GRABBELHUIS
In het kader van onze bezorgdheid om een zo breed mogelijke vorming aan onze leerlingen te geven, kwam een groep leerkrachten op het idee om leerstof en vaardigheden op een andere manier aan te bieden. We beschikten over twee vrije klaslokalen die we omvormden tot een natuurlijke leefomgeving voor de leerlingen. Het werd een ‘gewoon huis’ in de school. Van de eerste ruimte maakte we een keuken, eetkamer, salon en bureau. De tweede ruimte werd een werkplaats en een speelruimte. De lokalen werden ingericht met huismeubilair. Verschillende lokale bedrijven sponsorden de kurken vloer, de gordijnen en de muurverf. De technische school maakte een zeshoekige werktafel. Omdat kinderen veel meer moeten kennen en kunnen dan rekenen en taal, proberen we op deze manier nog meer aandacht te geven aan hun verschillende talenten. Naast de lessen lichamelijke opvoeding kunnen de leerlingen met de hele klas een uur per week naar het grabbelhuis. Naargelang het thema komen de leerlingen in een activiteitencarrousel zodat ze bij elk bezoek een volgende opdracht krijgen en zo het hele aanbod doorlopen. Bij sommige thema’s kunnen de leerlingen zelf een keuze maken uit een ruim aanbod om hun interesses op het spoor te komen en hun talent te ontwikkelen.
Zelfstandig werken in het grabbelhuis De opdrachten worden steeds aangeboden in hoekenwerk. De leerlingen kunnen in groepen van twee tot vier leerlingen werken, sommigen werken liever alleen. Voor elke opdracht is er een speciale werkruimte voorzien en ligt het materiaal waarmee ze werken, klaar. Door deze manier van werken ontwikkelen de leerlingen meer zelfstandigheid en denken ze na over veiligheid en aanpak. Uiteraard houden de leerkrachten (de klastitularis en de leerkracht van het grabbelhuis) een oogje in het zeil en begeleiden ze de leerlingen waar nodig. Leerlingen leren niet van de ene op de andere dag om op deze manier te werken. Een geschiedenis van hoekenwerk en contractwerk in de klas gaat hieraan vooraf. De leerlingen weten ook dat het werken in het grabbelhuis niet zomaar een uurtje vrijblijvende fun is en dat ze hier extra dingen kunnen leren die in de klas of thuis vaak niet aan bod komen. Het grabbelhuis beperkt zich niet alleen tot de twee lokalen. Op de aangrenzende speelplaats, gazon, zandbak en tuin is er een ruimte voor ‘buitenactiviteiten ‘ zoals een spel, een sportopdracht, het zoeken naar insecten, iets bouwen, een knikkerbaan maken, … Activiteiten die te maken hebben met ‘het leven thuis’ zijn ook steeds een succesformule. Strijken, een knoop aannaaien, zaaien, … zijn dingen die ze thuis (nog) niet ‘mogen doen’. De activiteiten in het grabbelhuis zijn heel gevarieerd zodat alle talenten aan bod kunnen komen. 12
Koken... is meer dan koken Het werken in de keuken is iets dat elke keer op het menu staat. Het gaat hierbij niet alleen om de kookactiviteit zelf maar ook om alles wat daarbij hoort: het lezen van een recept, plannen, samenwerken, organiseren, materiaalkeuze, veiligheid, tijdsbesef, omrekenen van hoeveelheden, de tafel dekken, etiquetteregels, afwassen en opruimen. Hierbij gaan de leerlingen na in welke onderdelen zij sterk zijn.
Technische vaardigheden ontwikkelen De technische vaardigheden komen ook elke keer ruim aan bod. Experimenteren met elektriciteit is voor velen een boeiende materie. De kleinsten vinden het geweldig als ze ontdekken hoe ze een lampje kunnen laten branden of een zoemer laten werken. De oudere leerlingen krijgen al moeilijkere opdrachten zoals toepassingen op serie- en parallelschakelingen of met een stappenplan een echte verlengdraad maken. De leerlingen ondervinden al snel of werken met elektriciteit hun ding is. Sommigen krijgen het van al dat gepruts met draadjes en van het fijne soldeerwerk op hun heupen, anderen kunnen er niet genoeg van krijgen en bedenken zelf ruimere toepassingen. Aan de grote werktafel zien we kinderen, die helemaal opgaan in houtbewerking. Ze mogen werken met een boormachine en kolomboor, zagen, vijlen,… Vertrekkend vanuit een voorgesteld product met een stappenplan of vanuit een eigen idee dat ze zelf uitwerken, kunnen ze hun gang gaan. Hierbij worden steeds de nodige afspraken gemaakt i.v.m. veiligheid en materiaalgebruik. Naast de bijhorende woordenschat leren de kleinsten hoe je een zaag of een schroevendraaier moet vasthouden of hoe je een boormachine moet bedienen.
Taal beleven Leerlingen die een voorliefde hebben voor taal kunnen hun hart ophalen in het salon waar hen een selectie van boeken wordt aangeboden of waar ze creatief bezig kunnen zijn met taal. Bij de activiteiten in het grabbelhuis wordt de leerlingen gevraagd of zij dit werk graag doen. We kijken of het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen hoger liggen dan bij de gewone klasopdrachten. We hopen dat kinderen in het grabbelhuis een beeld krijgen van hun talenten en dat ze daarmee rekening houden als ze een studiekeuze maken. Ook ouders zijn heel enthousiast over het grabbelhuis. Op een oproep voor meer materiaal wordt snel ingegaan. Sommige kinderen vertellen thuis meer over hun activiteiten in het grabbelhuis dan over wat ze hebben geleerd in de klas. Door over hun ervaringen te vertellen geven ze hun ouders informatie over de activiteiten waar ze goed of minder goed in waren, die ze leuk of minder leuk vonden.
www.vbs-deparel.be
[email protected] 13
VBS Rozenberg Rozenberg 2 2400 Mol 014/31.33.43
BEROEPENWEEK OUDERS AAN HET WERK
De Gesubsidieerde Vrije Lagere School Rozenberg betrekt ouders en grootouders bij het studiekeuzeproces van haar leerlingen. Om de leerlingen op een aangename manier te laten kennismaken met tal van beroepen nodigen ze ouders en grootouders uit om gedurende een beroepenweek hun beroep te komen voorstellen.
Van militair tot bakker Een aantal ouders en grootouders zijn in de klas komen vertellen over hun beroep. Door middel van een doorschuifsysteem komen alle leerlingen bij elk van hen terecht. De mama van Elias maakte de leerlingen aan de hand van concrete voorbeelden duidelijk wat economie inhoudt. Heidi, de mama van Stef, had haar bezoek grondig voorbereid. Het beroep van verpleegster had al gauw geen geheimen meer voor de leerlingen. Ilse, de moeder van Rik, had ook veel materiaal meegebracht om haar beroep van bejaardenverzorgster toe te lichten. De papa van Naomi kon heel boeiend vertellen over zijn beroep van bakker. De opa van Innes toonde aan de leerlingen het productieproces van lampen. Olga, de mama van Stef, kwam vertellen over het zware beroep van opvoedster bij probleemjongeren. Tot slot kwam ook de papa van Ines nog aan de beurt. Zijn legeruniform trok onmiddellijk de aandacht.
Heidi is verpleegster en mama van Stef Heidi had een hele koffer meegebracht met allerlei materialen: zuurstofmasker, infuus, maagsonde, operatiehoedje en nog zoveel meer. Sommige kinderen vonden het toch een beetje akelig of zelfs onsmakelijk. Naast al de technische kneepjes vertelde Heidi ook over de dankbaarheid van vele patiënten. Ze vindt het belangrijk dat kinderen een realistisch beeld krijgen van het beroep. De kinderen mochten vragen stellen over de studies die ze heeft gedaan, over het ‘waarom’ van haar keuze. Ze wilden ook horen wat de voor- en nadelen zijn van haar beroep. De meeste kinderen komen vlot met hun vragen voor de dag. Ze hebben het interview vooraf ingeoefend met de juf van het zesde en thuis met hun ouders.
Kiezen op het einde van de lagere school blijft moeilijk Volgens juf An, zesde leerjaar, scoren sommige beroepen beter dan andere. De militair, de kleuterleidster, de bakker, de juwelier, de ingenieur en de piloot lagen duidelijk goed in de markt. Het beroep van econoom, bejaardenhelpster en verpleegster riepen dan weer heel wat reserves op bij de kinderen. Boeiend, maar niets voor mij… De kinderen krijgen meer inzicht in een beroep en het traject dat er naartoe leidt. Via de beroepenweek kunnen te hoog gespannen verwachtingen wat bijgesteld worden. Tijdens deze projectweek worden de banden met een aantal (groot)ouders aangehaald. Kiezen op het einde van de lagere school blijft hoe dan ook moeilijk… 14
Beroepenkaarten opstellen Elke kind stelt twee beroepenkaarten op met telkens vijf onderwerpen: • de vereisten • het doel/nut van het beroep • de activiteiten op de werkvloer • de vooropleiding • het genderaspect: Is dit eerder een beroep oep dat mannen dan wel vrouwen aanspreekt? kt?
www.basisschoolrozenberg.be
[email protected] 15
Freinetschool de Regenboog Hertoginstraat 124 2300 Turnhout 014/47.90.32
MEESTERWERK ALS PIECE DE RESISTANCE
Elk kind moet tegen het einde van het zesde leerjaar een meesterwerk maken van zijn talenten. Zo laten de kinderen van freinetschool de Regenboog aan hun omgeving zien waar ze goed in zijn. Het is de pièce de résistance van hun lagere school loopbaan. Een meesterwerk is een werkstuk waarin je al je talenten laat zien, iets waar je heel goed in bent of wat je heel graag doet. Freinetschool de Regenboog verwacht van al haar schoolverlaters dat zij een meesterwerk maken. Zij mogen het onderwerp en het eindproduct helemaal zelf bepalen. Sommige kinderen zullen dit heel praktisch aanpakken, andere zullen zich eerst in de theorie verdiepen. Het belangrijkste is dat ze op het einde een eindproduct hebben waarmee ze laten zien waar ze goed in zijn.
In verschillende stappen je talenten ontdekken Stap 1 : september - oktober keuze van het onderwerp van het meesterwerk door het kind Stap 2 : september - oktober Elk kind krijgt een mentor. Dit is een leerkracht van de school (zowel kleuterjuffen als leerkrachten lagere school) Stap 3 : november tot eind april uitwerking van het werkstuk door overleg tussen kind en mentor Samen bepalen ze welk traject er wordt afgelegd, wat er verder onderzocht moet worden, wat het kind gaat doen en hoe het eindproduct eruit zal zien. Het hele traject is individueel bepaald zodat er op maat van het kind kan gewerkt worden en zodat de echte talenten bovenkomen. Stap 4 : mei voorstelling voor klasgenoten, ouders, leerkrachten en andere sympathisanten De voorstelling kan bestaan uit een PowerPointpresentatie, een voorstelling (van vb. dans), een kunstwerk, de hapjes of drankjes van de receptie, …
Waarom een meesterwerk maken? De kinderen staan bewust stil bij hun talenten. Ze graven dieper, gaan een stapje verder. Ze laten zien welke vaardigheden ze geleerd hebben in de loop van hun schoolloopbaan in onze Freinetschool. Ten slotte laten ze vol trots en een beetje zenuwachtig hun resultaat aan het grotere publiek zien.
www.freinetschoolderegenboog.be
[email protected] 16
KLASOVERSTIJGEND WERKEN AAN TALENTEN
VBS DE Regenboog Kapelstraat 24 2440 Geel 014/58.79.67
De leerlingen van de Gesubsidieerde Vrije Gemengde Basisschool De Regenboog leren doorheen het schooljaar hun talenten en vaardigheden kennen in klasoverstijgende workshops. Om dit te realiseren doet de school beroep op alle medewerkers van de school, ouders en externe organisaties. Tijdens de workshops krijgen leerlingen tijdens een namiddag de kans om hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen op socio-emotioneel, technisch, creatief en cognitief vlak. Er worden verschillende workshops aangeboden waarbij er voor elk wat wils is. Zo zijn er technische, sportieve, muzikale, leergerichte, creatieve,… workshops telkens met een creatieve touch. Hierbij krijgen ze meer oog voor hun interesses en talenten die nodig zijn om later een latere studiekeuze te kunnen maken.
Hoe werkt het? Zeven namiddagen per jaar gaat de hele lagere school (van eerste tot het zesde leerjaar) in klasoverstijgende groepjes van ongeveer tien leerlingen op diverse locaties werken aan verschillende vaardigheden om de talenten te ontplooien, samen met de hele school, met ouders en met externe organisaties. De leerlingen van elke klas worden in verschillende groepjes gezet. Ze krijgen een dierennaam. De leeuwen zijn bijvoorbeeld drie leerlingen van het vierde leerjaar, drie leerlingen van het vijfde leerjaar en drie leerlingen van het zesde leerjaar. Zij krijgen op voorhand een briefje waarin staat wat ze moeten meebrengen voor de workshop. Op de dag zelf gaan ze bij hun dier staan op de speelplaats en worden ze begeleid door een leerkracht of ouder, die de kinderen vervolgens onderdompelt in zijn/haar workshop. Dit kan gaan van techniek (een metaaldetector maken) tot muziek en dans, van een bezoek aan een dierenkliniek tot het koken en bakken…
Wat levert het op? Alle vaardigheden van de leerlingen worden onder de loep genomen. Naar doorstroming en oriëntatie toe leren de leerkrachten de kinderen kennen en omgekeerd. De kinderen krijgen een beter zicht op hun interesses en talenten, wat hen zal helpen bij het maken van een gerichte studiekeuze. Iedereen doet mee en het is telkens een geslaagde namiddag met tevreden kinderen, leerkrachten, directie, ouders, begeleiders. Een meer dan tevreden school!
www.vbsregenboog.be
[email protected] 17
VBS De Toverboom Bel 131 2440 Geel 014/58.92.44
SCHOOLLOOPBAANBEGELEIDING GAAT VERDER DAN LEREN KIEZEN
Een geslaagde schoolloopbaan is een loopbaan die afgestemd is op de mogelijkheden en de talenten van de leerling. Een goede studiekeuze maken is daarin een essentieel element naast het leren leven, leren leren, leren zorgen en het zichzelf leren kennen. De school speelt een eerstelijnsrol bij het begeleiden van leerlingen in hun loopbaan. Mede daarom vinden de leerkrachten van VBS De Toverboom een goed contact met hun leerlingen zeer belangrijk. De leerlingen en leerkrachten zijn evenwaardige partners die, in interactie met elkaar, samen een weg afleggen, samen doelstellingen bereiken en elkaar versterken. De school legt haar eigen accenten in het geheel van de schoolloopbaanbegeleiding, die de eigenheid van de school benadrukken.
Hoekenwerk als rode draad Een werkvorm die als een rode draad doorheen de Toverboom loopt, is hoekenwerk. Samen met contractwerk is dit dé werkvorm bij uitstek voor het trainen van keuzevaardigheden en zelfsturing: "Welke hoek is vrij? In welke hoek wil ik werken? Wie is mijn hoekenwerkpartner? Op welke manier pakken we de opdracht het best aan? Wat doe ik als ik klaar ben? Hoe plan ik mijn moetjes? Wanneer kan ik een moment van ontspanning inbouwen?" Daarnaast kunnen de kinderen af en toe ook een eigen hoek inrichten voor de klasgenoten, kiezen ze mee welke hoeken vergroot of verkleind kunnen worden, welke afspraken met betrekking tot hoekenwerk gemaakt moeten worden. In een aantal klassen is er ook ‘keuzehoekenwerk’. Hoekenwerk is een werkvorm waarin de leerkrachten van De Toverboom gespecialiseerd zijn en waardoor de leerlingen enorm veel bijleren.
Het leven buiten de school De leerlingen van De Toverboom nemen aan tal van buitenschoolse activiteiten en projecten deel: naar tentoonstellingen gaan, de bibliotheek bezoeken, middelbare scholen bezoeken, bedrijfsbezoeken, wetenschappen- en techniekdagen, enz. Elk leerjaar neemt deel aan de projecten die voor dat leerjaar geschikt en zinvol zijn. Via deze weg verruimen ze de horizon van de kinderen en leren ze hen ook buiten de school keuzes te maken.
Terugkomdag voor oud-leerlingen De laatste vrijdag voor de paasvakantie organiseert het zesde leerjaar een ‘terugkomdag voor oud-leerlingen’. De leerlingen die een jaartje geleden ‘afgezwaaid’ zijn, komen dan terug naar De Toverboom. Bij een drankje en een hapje worden er boeiende ervaringen uitgewisseld: "Hoe ziet een doorsneedag eruit op de grote school? Hoe zit het met het huiswerk? Zijn de leraren streng, de toetsen moeilijk?" Er is geen vraag die onbeantwoord blijft. Schoolloopbaanbegeleiding in De Toverboom gaat veel verder dan enkel het leren kiezen. Het gaat om welbevinden, betrokkenheid, het goed in je vel zitten, het weten wat je wil en wat en wanneer je er iets voor moet/kan doen.
www.detoverboom.be
[email protected] 18
ONTHAALSESSIES VOOR OUDERS EN CURRICULUMDIFFERENTIATIE
VBS Windekind Markt 19 2290 Vorselaar 014/50.93.48
Een aparte klasgroep voor curriculumdifferentiatie Leerlingen van de derde graad basisonderwijs die problemen ervaren met de leerstof van taal en wiskunde, en hierdoor een leerachterstand dreigen op te lopen, worden in kleine groepjes begeleid naar technische en beroepsstudierichtingen in het secundair onderwijs. Gedurende vijf à zes lesuren per week vormen zij samen één klasgroep die op een andere, actievere manier leert. Het gaat om kinderen van wie met zekerheid geweten is dat zij niet kunnen doorstromen naar de A-stroom en die na het vijfde of zesde leerjaar doorstromen naar het eerste leerjaar van de B-stroom. Deze klasgroep wordt samengesteld na overleg met de leerkrachten, ouders, CLB en het zorgteam. Ook met het kind zelf gaan ze in gesprek om het voor te bereiden op de curriculumdifferentiatie. Meestal start deze klasgroep in september met kinderen van het zesde leerjaar die reeds in het vijfde leerjaar deelnamen en wordt de groep in oktober aangevuld met kinderen van het vijfde leerjaar. De curriculumdifferentiatie wordt op een actieve, praktijkgerichte manier ingevuld. De leerstof van taal en wiskunde wordt afgestemd op de leerstof van het eerste leerjaar van de B-stroom. De lessen worden gegeven door de zorgleerkrachten.
Voorbeeld van curriculumdifferentiatie In de les wiskunde moeten de leerlingen een oppervlakte leren berekenen. Deze les wordt voor de klasgroep omgezet in een actieve, ervaringsgerichte les. De leerlingen moeten berekenen hoeveel het zou kosten om alle ramen van de school te laten poetsen. Ze bellen naar een bedrijf om te weten te komen hoeveel het kost om ramen per m² te laten poetsen. Daarna gaan ze de ramen meten en tellen ze uit hoeveel m² ramen gepoetst moeten worden. Zo leren de leerlingen een oppervlakte berekenen op een speelse, actieve manier.
Onthaalsessies voor ouders Voor alle ouders worden er onthaalsessies georganiseerd. Deze onthaalsessies zijn voor ouders vaak een kennismaking met de klas van hun kind, de leerstof die het kind te verwerken krijgt en de cultuur en sfeer die er op school en in de klas heerst. De sessies worden gegeven door de zorgjuf, de psychologe van het CLB en soms door de leerkrachten zelf. Voor ouders van kinderen in het eerste leerjaar worden er vier sessies georganiseerd op maandagochtend. Soms worden de kinderen bij deze sessies betrokken. Voor ouders van kinderen in het tweede leerjaar worden er sessies georganiseerd over de maaltafels, lezen en schrijven, enz. In totaal worden er tien reeksen onthaalsessies georganiseerd, voor ouders van kinderen uit alle leerjaren. De onderwerpen van deze sessies zijn heel uiteenlopend: van specifieke leerstof tot sociale vaardigheden en opvoedingstips. Op deze manier worden ouders betrokken bij de school en bij de schoolloopbaan van hun kind.
www.bs-windekind.be
[email protected] 19
GO Geel Technische Schoolstraat 15 2440 Geel 014/58.00.31
LEERLINGEN BEZOEKEN STUDIERICHTINGENMARKT
Het Koninklijk Atheneum te Geel vindt studiekeuzeoriëntatie van basisschool tot en met hoger onderwijs belangrijk. Daarom schenkt de school er ook ruime aandacht aan en wordt er jaarlijks een studierichtingenmarkt georganiseerd voor alle leerlingen. Tijdens de studierichtingenmarkt wordt er gekeken naar alle scharniermomenten in het studiekeuzeproces.
Overgang basisschool - eerste graad secundair onderwijs Leerlingen van het zesde leerjaar komen kijken in het eerste jaar SO. De aandacht gaat vooral naar de invulling van de uren in de vrije ruimte. Het urenpakket van de vrije ruimte (vier uren per week) voor de eerste graad, wordt in deze school op een originele, vernieuwende manier ingevuld. Waar de meeste scholen de vakken in de vrije ruimte voor heel het schooljaar vastleggen, kiest het KA ervoor om kinderen verschillende keuzes aan te bieden. Zo kiezen de leerlingen de keuzevakken voor de periode van september tot en met januari en kiezen ze opnieuw voor de periode van februari tot en met juni. De keuzevakken die in de vrije ruimte worden aangeboden, zijn allemaal gelinkt aan een toekomstige studierichting en worden opgevat als projecten, zoals het project WWAB – Wetenschappen en Wiskunde Anders Bekeken. In dit project voeren de leerlingen praktijkoefeningen en proefjes uit rond wetenschappen, leren ze verschillende spelen, smartgames en Nintendo op een wiskundige manier kennen, enz. Er worden ook bepaalde vakken in het Frans of Engels gegeven en vanaf volgend schooljaar start de school zelfs met een keuzevak Chinees.
20
Een hele dag op bezoek De kinderen van het zesde leerjaar die de studierichtingenmarkt bezoeken, doorlopen negen korte workshops verspreid over een volledige dag. In deze workshops worden ze begeleid door leerlingen van het eerste jaar SO en leerlingen van het zesde jaar SO. De leerlingen van het eerste jaar vertellen over hun kersverse ervaringen in het secundair onderwijs terwijl de zesdejaars vertellen over de studierichting waarin ze zelf zitten en over hun studieloopbaan. De leerlingen van het zesde leerjaar krijgen op deze manier een pak informatie mee en worden ondergedompeld in de wereld van het secundair onderwijs.
Alle leerlingen nemen deel aan de studierichtingenmarkt Tijdens dezelfde studierichtingenmarkt gaan de leerlingen van het tweede jaar SO op bezoek bij het derde jaar. Ze doorlopen daar alle verschillende studierichtingen aan de hand van korte workshops. Als voorbereiding op deze dag werken deze leerlingen rond studiekeuze, vaardigheden en kwaliteiten, talenten, kennismaking met de beroepenwereld, enz. Ook de voorbereiding gebeurt aan de hand van leuke workshops, maar dan georganiseerd door de leerkrachten. Het vierde middelbaar gaat kijken bij het vijfde middelbaar. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij de overgang van de eerste naar de tweede graad. Het zesde leerjaar van het secundair onderwijs krijgt oud-leerlingen over de vloer die vertellen over hun ervaringen in het hoger of universitair onderwijs of in de beroepswereld. Ze vertellen over hun dagelijkse activiteiten. Het zijn mensen die werken of nog studeren. Diezelfde avond krijgen de leerlingen, samen met hun ouders, informatie over de structuur van het hoger onderwijs (de Bama-structuur, schakeljaren, enz ).
Creatief omspringen met de uren van de 'vrije ruimte' Ook in de tweede en derde graad werkt men vernieuwend met het urenpakket in de vrije ruimte. Daar worden de uren ingevuld aan de hand van modules. Een leerling die bijvoorbeeld in het derde jaar Latijn zit en die interesse toont in gedrags- en cultuurwetenschappen, kan toch een module volgen in deze richting. In de derde graad zijn deze modules gericht op het verder studeren: een leerling die weet dat hij in een wiskundige studierichting gaat verder studeren, kan een voorbereidende module wiskunde volgen. Leerlingen ervaren waar hun interesses liggen en krijgen een beeld van hun prestaties in de gemaakte keuzes. Alle keuzes die de leerling doorheen zijn schoolloopbaan maakt, worden bijgehouden in zijn persoonlijke portfolio vanaf het eerste jaar vrije ruimte. In het zesde middelbaar krijgt de leerling een overzicht van zijn keuzes en prestaties doorheen zijn schoolloopbaan in het secundair onderwijs.
Anders kijken naar onderwijs stimuleert de creativiteit van de leerkrachten De school maakt gebruik van projecten die door de leerkrachten zelf werden ontwikkeld. Zij gebruiken bijna geen handboeken en lesmethodes meer en stemmen hun lespakketten af op het dagelijks leven. De projecten zijn alomvattend: bijna alle vakken zijn geïntegreerd in het project. Door deze manier van werken hebben ze ruimte gecreëerd voor nieuwe dingen door te vermijden dat dezelfde onderwerpen in verschillende vakken aan bod komen. In het verleden hebben zij gemerkt dat dit beter werkt. Het stimuleert leerkrachten om creatief te zijn en bevordert het welbevinden van de leerlingen. De druk ‘ik moet dat en dat gezien hebben,' is weg. Ze merken dat ze minder C-attesten moeten geven. Ze krijgen ook een andere instroom. De vaardigheden van leerlingen zijn ruimer. Dat is een algemene tendens.
www.gogeel.be
[email protected] 21
Heilig Graf Apostoliekenstraat 26 2300 Turnhout 014/41.06.23
STUDIEKEUZE, VOORSPRONG VOOR MORGEN
Onze school werkt al meer dan tien jaar rond studiekeuze. We zijn destijds gestart met ondersteuning van het CLB, maar de laatste jaren is het echt een project van de school geworden. Onze werking wordt jaarlijks bijgestuurd. We werken met onze leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs in verschillende fasen. fase 1: Een CLB-medewerker in de klas Een medewerker van het CLB komt in elke klas uitleg geven over alle studierichtingen in de tweede graad secundair onderwijs. Het traject dat de leerling doorheen het jaar zal doorlopen, wordt grondig toegelicht. fase 2: Werken rond studierichtingen in de klas De klastitularis gaat met de leerlingen op weg om de verschillende studierichtingen beter te leren kennen. Alle mogelijkheden worden toegelicht aan de hand van een PowerPointpresentatie. De leerlingen maken oefeningen op de computer om de studierichtingen verder te verkennen. fase 3: Op bezoek in de tweede graad secundair onderwijs De leerlingen brengen een bezoek aan de tweede graad van het secundair onderwijs. Hiervoor kiezen ze een richting binnen de eigen school, op basis van hun persoonlijke interesse. Ze kunnen kiezen tussen richtingen in het ASO, TSO, KSO en BSO. Tijdens hun bezoek krijgen ze informatie over de studierichting die ze gekozen hebben. fase 4: Zelfevaluatie aan de hand van examenresultaten Na de Paasexamens bekijken de leerlingen hun resultaten. Ze vergelijken hun eigen resultaten met de gemiddelde resultaten van de leerlingen in hun studierichting: "Hoe is mijn resultaat in vergelijking met de anderen?" De leerlingen moeten dan ook een eerste studiekeuze bekend maken en ze vergelijken hun resultaten met de gemiddelde resultaten van leerlingen in die studierichting. De leerkrachten bekijken de studiekeuzes die de leerlingen hebben gemaakt en geven daarover feedback. Al die informatie verzamelen de leerlingen in een mapje. Dat mapje nemen ze regelmatig mee naar huis om het samen met hun ouders te bekijken. Op deze manier worden de leerlingen zelf, hun ouders en de leerkrachten van de school betrokken bij het studiekeuzeproces.
22
fase 5: We organiseren een vragenforum In het derde trimester komen leerkrachten van de tweede graad naar de school om deel te nemen aan een vragenforum. De leerlingen bereiden dit voor in de klas. In dit vragenforum kunnen ze alle mogelijke vragen stellen aan de leerkrachten. Actieve deelname aan dit forum wordt sterk gestimuleerd. Wij ervaren deze methode als zeer waardevol. fase 6: Tweede proefkeuze De leerlingen hebben nu heel wat informatie verzameld en al hun vragen werden beantwoord. Nu moeten zij opnieuw een studiekeuze maken. Deze keuze wordt meegenomen naar de klassenraad waar elke leerling besproken wordt. Na deze klassenraad wordt een advies geformuleerd. Deze werkwijze werkt voor onze school. De leerlingen maken een gefundeerde studiekeuze. Ze weten waarvoor ze kiezen omdat ze alle mogelijke richtingen hebben bestudeerd. Bovendien gaat er zo heel wat tijd overheen waardoor leerlingen niet het gevoel hebben dat ze plots moeten kiezen.
Ouders moeten betrokken worden! Ieder schooljaar organiseren we een info-avond voor ouders. Tijdens deze avond krijgen ouders algemene informatie over de school en de verschillende studierichtingen die hun kinderen hier kunnen volgen. Daarnaast organiseren we die avond werkwinkels vanuit de verschillende studierichtingen. Elke werkwinkel gaat in een ander lokaal door en omvat alle informatie over een specifieke studierichting. Ook de vakken in die studierichtingen worden in de werkwinkels grondig toegelicht. Ouders kunnen op één avond drie werkwinkels volgen. We organiseren een gelijkaardige ouderavond voor ouders van kinderen die op het punt staan de overgang te maken van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs.
Wat doen we voor de basisscholen? Elk jaar komen verschillende basisscholen op bezoek dus ook daarvoor moesten we zoeken naar een werkbare formule. De kinderen die op bezoek komen, maken vooraf een keuze van wat ze bij ons willen zien en doen. We organiseren per studierichting enkele hoekenwerken waarin de kinderen kunnen kennismaken met de vakken die er in die studierichting zijn. Naast de hoekenwerken organiseren we ook een ‘CHATROOM’ waar de kinderen al hun vragen kunnen stellen en waar ze met leerlingen van de eerste graad kunnen babbelen. Onze leerlingen zijn dan even de ‘ervaringsdeskundigen’ die met de kinderen in een vrijblijvende en losse sfeer een babbel doen. Verder is onze opendeurdag hét gebeuren voor de nieuwe leerlingen. We vinden dit een heel belangrijke dag omdat we dan alles wat we in huis hebben, kunnen tonen. We werken aan een nieuw concept waarbij we onze eigen leerlingen meer kunnen betrekken: een actieve dag waar kinderen die komen kijken, kunnen deelnemen aan tal van activiteiten.
www.heilig-graf.be
[email protected] 23
KTA de Merodelei de Merodelei 220 2300 Turnhout 014/47.14.40
TO- EN WETENSCHAPSDAG EEN GROOT SUCCES
Op de TO- en wetenschapsdag van KTA de Merodelei, georganiseerd in samenwerking met campus Boomgaard, kunnen kinderen van het zesde leerjaar van alle basisscholen in de Kempen kennismaken met een dertigtal workshops die allemaal gelinkt zijn aan technische en wetenschappelijke beroepen. Vorig schooljaar mocht de school meer dan vijfhonderd leerlingen van veertig verschillende basisscholen ontvangen. De TO- en wetenschapsdag is een groot succes: kinderen gaan er graag naartoe.
Kennismaken met tal van technische en wetenschappelijke beroepen In een ongedwongen sfeer maken de kinderen tijdens de verschillende workshops kennis met chemie en scheikunde: bruisballen maken, een proevencircuit afleggen om de mogelijkheden van een laboratorium te ontdekken, op zoek gaan naar chemie in hun directe omgeving, enz. Om kennis te maken met ICT kunnen de leerlingen deelnemen aan een workshop computervaardigheden of veilig op het internet en leren ze hoe je een PowerPointpresentatie maakt of hoe een computer er vanbinnen uitziet. Kinderen die dat wensen kunnen zelfs hun eerste stappen zetten in de robotica. Zij programmeren een robot en laten hem alles doen wat ze hem opgedragen hebben. Een verscheidenheid aan creatieve, originele en praktische workshops wordt aangeboden die tot doel hebben kinderen te laten proeven van verschillende vakken in het secundair onderwijs en meteen ook de link te leggen met de beroepen die aansluiten op deze interessevelden. Van het recycleren van afval tot het onderzoeken van honingbijen, van het voelen van geluid tot een stroomkring maken, van een lekke band vervangen tot schrijnwerkerij , van het maken van houten werkstukjes tot het lassen van stukken metaal , van drukken tot glas graveren, van soep koken of soesjes vullen tot het ontwerpen van reclameborden of een proef met ijskoude stikstof... Het aanbod is zo groot, dat elk kind wel iets binnen zijn interesse kan doen. Het enthousiasme van de leerlingen is heel groot: kinderen kijken uit naar de TO- en wetenschapsdag.
24
De vraag is groter dan het aanbod Steeds meer scholen schrijven zich in voor deze dag. De vraag is groter dan het aanbod. KTA De Merodelei zou ook de kinderen van het vijfde leerjaar willen uitnodigen, maar dan kan de school het programma niet meer afwerken. Er zouden waarschijnlijk dubbel zoveel leerlingen zijn. Het is een netoverschrijdend initiatief waaraan ook de basisscholen van het buitengewoon onderwijs kunnen participeren. Daarom groeit het aantal inschrijvingen elk jaar. De school zoekt naar oplossingen.
Waarom organiseren we deze dag? Het antwoord op deze vraag is simpel: "Omdat we het belangrijk vinden dat kinderen een juiste keuze maken." Een juiste studierichting kiezen is niet gemakkelijk. Kinderen moeten zicht hebben op de vele studierichtingen die er zijn. Daarbij moeten we extra aandacht schenken aan de technische richtingen en de studiemogelijkheden in het beroepsonderwijs. Alle kinderen die deelnemen, krijgen een kaartje om voor zichzelf te evalueren welke workshop ze interessant en leuk vonden en in welke activiteiten ze goed waren. Ze krijgen dit kaartje mee naar huis zodat ze het ook aan hun ouders kunnen tonen. Hopelijk nemen ze die informatie ook mee in het studiekeuzeproces. Voor vele kinderen is het deelnemen aan de TO- en wetenschapsdag hun eerste ervaring met techniek. Ook de leerkrachten van de lagere school genieten van deze dag en steken enorm veel op over de mogelijkheden in het secundair onderwijs. Tegelijkertijd bieden we hun voorbeelden aan waarmee ze zelf in hun eigen school aan de slag kunnen met techniek en wetenschap.
www.kta-demerodelei.be
[email protected] 25
4 INFORMATIEBRONNEN
26
STUDIEKEUZE http://www.dewereldaanjevoeten.be/studiekeuze/studiekeuze1.html http://www.destapgent.be/stapper/ http://ouders.wordeenheld.be/ www.studiekiezer.be (S.O.)
ONDERWIJSAANBOD Basisonderwijs http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod.BaO/default.htm Secundair onderwijs http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/SO/default.htm Proeftuinen www.ond.vlaanderen.be/proeftuinen Secundair onderwijs: informatiebronnen schoolloopbaanbegeleiding www.vvkso.be/publicaties/studierichtingsprofielen www.studiekiezer.be (S.O.) www.digiclb.be/scholengids Leren en werken www.deeltijdsleren.be www.stageforum.be www.deeltijdsonderwijs.be www.arktos.be (POT) www.leertijd.be www.syntra.be Uniformopleidingen http://brandweer.startpagina.be http://portal.brandweervlaanderen.be www.mil.be (defensie) www.rma.ac.be (Koninklijke Militaire School) www.mobilit.fgov.be/nl/lucht/lic.htm (piloot) www.piloten.be/training.htm www.jobpol.be (politie) www.police.be
CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding) http://www.ond.vlaanderen.be/CLB.htm CLB Kempen GO!
www.clbgokempen.be Vrij CLB Kempen
www.clb-kempen.be 27
ALGEMENE INFO ONDERWIJS Onderwijswetgeving www.ond.vlaanderen.be/edulex http://mededelingen.vvkso.be (implicaties van nieuwe regelgeving)
Voor het brede publiek www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorouders (voor ouders met kinderen in het basisonderwijs) www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorleerlingen (voor leerlingen in het secundair onderwijs) www.ond.vlaanderen.be/publicaties
Actuele onderwijsontwikkelingen www.ond.vlaanderen.be (zie nieuwsberichten) www.klasse.be www.vclb.be
SCHOLEN EN ONDERWIJSNETTEN Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap www.g-o.be www.go-clb.be
Officieel gesubsidieerd onderwijs www.ovsg.be (onderwijssecretariaat voor Vlaamse Steden en Gemeenten) www.pov.be (Provinciaal Onderwijs Vlaanderen)
Vrij gesubsidieerd onderwijs www.vsko.be (Vlaams Secretariaat van het Katholiek onderwijs) www.ipco.be (protestants onderwijs) www.vclb-koepel.be (Vrij centrum voor leerlingenbegeleiding)
Methodescholen www.steinerscholen.be www.fopem.be (Freinet- en ervaringsgerichte scholen) www.voop.be (vrijzinnige en pluralistische scholen)
Vlaamse onderwijsaangelegenheden in Brussel www.vgc.be/onderwijs (Vlaamse Gemeenschapscommissie)
Europese en internationale scholen www.eursc.org (Europese school) www.ecis.org (internationale school)
EXAMENCOMMISSIE Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor voltijds secundair onderwijs. www.ond.vlaanderen.be/secundair/examencommissie Afstandsonderwijs www.ond.vlaanderen.be/bis/examencommissie/index.html GOK Gok algemeen www.ond.vlaanderen.be/gok Lokale overlegplatformen www.ond.vlaanderen.be/gok/lop Kostenbeheersing www.ond.vlaanderen.be/schoolkosten Anderstalige nieuwkomers www.ond.vlaanderen.be/onthaalonderwijs 28
Project gerealiseerd met de financiële steun van de Provincie Antwerpen