“Damiaan inspireert”
OKRA-themabezinning: 2010
Met dank aan:
de leden van werkgroep OKRA-ZINGEVING algemeen
OKRA-Algemeen secretariaat Haachtsesteenweg 579, PB 40, 1031 Schaarbeek 02-246 44 47,
[email protected], www.okra.be
Inleiding •
Keuze voor pater Damiaan
‘Damiaan was een man met een ongelooflijke spirituele overtuiging, met een enorme liefde voor de zwaksten onder de zwakken. Hij heeft de bijbel perfect beleefd.
Pater Damiaan is voor velen een voorbeeld. Zijn leven biedt zoveel inspiratie voor OKRA: o als symbool van solidariteit o zorg voor de medemens o niet blijven filosoferen maar ook iets doen, iets verwezenlijken o idealen nastreven en waarmaken. Het zijn elementen die elke dag door OKRA-vrijwilligers worden waargemaakt. Niet altijd even zichtbaar maar zo belangrijk: o een huisbezoek bij een zorgbehoevend OKRA-lid o meewerken aan een activiteit die mensen zin geeft in het leven o iemand helpen met de paperassen voor een uitkering o een OKRA-lid dat niet zo goed te been is ophalen voor de feestvergadering o SAMEN iets verwezenlijken in de parochie. We staan er met deze bezinning even bij stil.
‘Damiaan laat een duidelijke boodschap na, een boodschap die uitgedrukt wordt in enkele extreme karaktertrekken: doorzettingsvermogen, moed, wilskracht, koppigheid maar ook een grote openheid naar anderen en een grenzeloze liefde voor zijn medemensen. Blijven vechten, soms tegen beter weten in, zodat elke zieke zich gerespecteerd weet: dit is het credo van Damiaan.
•
Ook in jouw trefpunt?
Eens stilstaan bij dit thema op een bestuursvergadering. o Stuk tekst voorlezen, even bij stilstaan. o Vragen aan bestuursleden wat Damiaan voor hen betekent. o Een aandachtspunt zoeken voor je trefpunt: wat betekent solidair zijn voor ons?
De teksten gebruiken bij verschillende OKRA-activiteiten. o Als basis voor een gebedsviering. o Als thema voor een bezinningsmoment op een feestvergadering. o Een tekst op de ledenvergadering. Wat langer stilstaan bij het thema: een bezinningsnamiddag met geïnteresseerden. o Samen met je buurtrefpunt of op gewestniveau. o Met de hulp van een externe begeleider of zelf uitwerken. o Als thema op een bezinningswandeling. Of gewoon de bundel eens rustig thuis bekijken, doorgeven aan geïnteresseerden. Kortom: inspiratie opdoen.
•
Een voorbeeld uit regio-Oostende
Tot op vandaag was de lentebezinning een aardige traditie in deze regio. Ook de OKRA-bezinning wordt verder als initiatief behartigd. In de brochure met het jaaraanbod wordt de lentebezinning voorgesteld als een mogelijk aanbod voor de trefpunten. In deze brochure staan een aantal namen van mogelijke begeleiders voor deze bezinning. Het is de bedoeling dat de trefpunten deze bezinningsbegeleiders contacteren om met hen een datum af te spreken. Begin januari komen dan de verschillende bezinningsbegeleiders samen. Op deze samenkomst wordt de bezinning thematisch doorgenomen door de regiopastor. Op die manier zijn de bezinningsbegeleiders inhoudelijk gewapend om zelf verder voor te bereiden. De begeleiders kiezen zelf naar hoeveel trefpunten zij kunnen gaan. Dit varieert van een tweetal naar een vijftal. Op deze samenkomst worden ook praktische afspraken bekeken. Indien een bepaald trefpunt nog een begeleider zoekt, wordt dit ook dan afgesproken. In een aantal trefpunten gebeurt een combinatie op een bijeenkomst van anderhalf uur bezinning en daarna nog een ontspannend iets. Het is belangrijk dat beide delen duidelijk hun ruimte krijgen. Begin januari is er een samenkomst van de verantwoordelijken OKRAZINGEVING. Op deze samenkomst wordt onder meer een deeltje van de lentebezinning gebracht, als smaakmaker. Zo krijgen deze verantwoordelijken zicht op de inhoud. In 2008 telde de regio Oostende 850 deelnemers voor deze lentebezinning. In 2007 waren het er 932. Dit betreft 23 van de 39 trefpunten
1. Even stilstaan bij heiligheid We staan even stil bij het zinvolle maar ook bij het riskante van ‘heilig verklaren’ door de kerk en door onszelf in het dagelijkse leven. In elk geval mag Damiaan door zijn heilgverklaring niet boven de mensen staan. Voor hem waren de melaatsen heilig: •
Heilig verklaren, kerkelijk, wereldlijk… goede bedoelingen, ook risico’s
Goede bedoelingen -
Door iemand heilig te verklaren wil de Kerk het voorbeeldige van iemand accentueren. Door iemand heilig te verklaren wil de Kerk wegen aanreiken tussen de mensen (‘arme zondaars’) en God (‘almachtige Vader’). Door iemand heilig te verklaren wil de Kerk aangeven dat het goede, dat wonderen en mirakels alleen gebeuren door wie door God bezield is.
Risico’s -
-
-
Heiligverklaring houdt het risico in dat iemand op een verhoog geplaatst wordt, boven de mensen. Op een plaats waar die mens zelf niet wilde staan. Heiligen staan daardoor te veel boven mensen en maken te weinig duidelijk dat elke mens iets heiligs, iets van God heeft. Heiligverklaring houdt het risico in dat goed leven te veel gezien wordt als buitengewoon goede prestaties leveren, terwijl goed leven te maken heeft met goede bedoelingen, met goede bezieling (door God bezield zijn). (zie bijlage 1) Heiligverklaring houdt het risico in dat we God blijven zien als ver van ons af, terwijl de menswording van God, God die in mensen duidelijk wordt de kern van het geloof betekent.
Bedenking ‘Alleen God is goed’, zegt het evangelie. Alleen God is heilig. In de mate God in ons tot leven komt, zijn wij allen heilig te noemen. • -
-
-
Heiligen, ook vandaag
Heiligen is leven respecteren (respect zit in OKRA). Het is de grenzen van leven respecteren opdat daardoor de mogelijkheden tot het goede tot uiting zouden komen. Bijvoorbeeld: de grenzen van de aarde respecteren opdat de aarde zou blijven bestaan als iets goeds. Heiligen, iemand als heilig beschouwen is de waarde en de waardigheid van iemand daadwerkelijk erkennen. Bijvoorbeeld: Damiaan heeft de mensen met melaatsheid geheiligd, hen in hun waardigheid gerespecteerd door ten volle met hen mee te leven. Ons geloof vraagt ons om zelfs de meest kwetsbare mens als heilig te beschouwen (zie verder Mt 25 Wat je aan de minsten der mijnen hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan.) Heiligen is God herkennen en erkennen, in het leven in elke mens. Heilig ben je wanneer je je vanuit goddelijke bezieling ten volle wil geven aan mensen, aan het leven. Daarom mag o.m. Damiaan heilig genoemd worden. Maar
ook heel wat mensen die niet heilig verkaard zijn, zijn heilig in ons leven omdat we mochten meemaken dat ze zich ten volle gaven aan anderen.
•
Heilig beschouwen… goede bedoelingen, ook risico’s
We beschouwen iets als heilig, wanneer we het als uitermate belangrijk beschouwen. Alle andere dingen dreigen daarvoor te moeten wijken. Laten we daar voorzichtig mee zijn. - Wie zijn planning als heilig beschouwt, verliest de waarde van verrassing en verwondering. - Wie zijn eigen principes en overtuiging als heilig beschouwt, die mist heel wat verrijking dankzij andere mensen. - Het heilig land…? Welke zaken beschouwen wij te zeer als heilig, met conflicten tot gevolg? Met de beste bedoelingen beschouwen wij dingen en mensen als uitermate belangrijk maar dit mag de waarde van andere dingen en mensen niet uit het oog doen verliezen.
Bijlage 1:
Heiligheid ligt niet in volmaaktheid Uit: Woorden om te bezinnen, Luc Vandenabeele
Heiligheid ligt niet in volmaaktheid. Het is immers veel heiliger om je fouten toe te geven, om vergeving te vragen en vrede en verzoening na te streven. Je moet er heel klein en kwetsbaar voor durven zijn om zo naar anderen te durven gaan, met de vraag of een nieuw begin mogelijk is. Maar heilige mensen durven het aan om in alle kleinheid vergeving te vragen, omdat ze geloven in andere mensen die zo heilig zijn dat ze zich klein genoeg kunnen maken om vergeving te schenken. Heiligheid ligt niet in alles weten of alles kunnen. Het is immers veel heiliger om je eigen grenzen te kennen, om van daaruit te weten dat je anderen nodig hebt, en van daaruit een beroep te durven doen op andere mensen die weten dat zij alleen maar samen iets kunnen realiseren. Heiligheid ligt niet in plichtsgetrouw wetten en geboden nakomen. Het is veel meer dan dat. Het is vanuit gedrevenheid, vanuit liefde meer doen dan nodig. Het is daarom waardering en dankbaarheid voelen en vanuit die waardering en dankbaarheid je nog meer gestimuleerd weten om meer te doen dan nodig. Heiligheid ligt niet alleen in goede daden stellen. Het heeft veel meer te maken met de gedrevenheid van waaruit je goede daden stelt. Puur omwille van anderen, zuiver omdat je goed zijn belangrijk acht.
Bijlage 2:
Voorzichtig heilig verklaren
Luc Vandenabeele
Laten wij heel voorzichtig heilig verklaren. Mensen doen het vaak sneller dan ze denken. Zijn er niet in de geschiedenis al miljoenen gedood, omdat principe, ras, cultuur, godsdienst en overtuiging heilig werden verklaard? Laten we heel voorzichtig verklaren. We doen het vaak sneller dan we willen. Zijn er niet al veel te vaak mensen pijn gedaan, omdat principe, gewoonte, planning en afspraken heilig werden verklaard? Laten we heel voorzichtig heilig verklaren. Ja, alleen dat wat wonderen verricht, alles dus wat met echte liefde te maken heeft. ‘Niemand is goed dan God alleen.’ en hij en wij samen, in wie God zich thuis wil weten. Laten wij heel vlug heilig verklaren. Elke mens dus en mensen goedbedoeld samen, en alles wat leven is en daarom daadwerkelijk eerbied opbrengen. Laten we heel vlug heilig verklaren, dit leven, nu reeds, zelfs met al zijn haperen, en eerbied opbrengen. Metterdaad.
2. Het leven van Sint-Damiaan, Jozef Deveuster
•
Eerste periode van zijn leven
-
Geboren op 3 januari 1840 in Tremelo in een groot gezin van bemiddelde landbouwers.
-
Ingekleed 2 februari 1859 als ‘Damiaan’ in de congregatie van de H. Harten van Jezus en Maria.
-
Op 7 oktober 1860 legt hij zijn eeuwige geloften af.
-
Ingescheept tijdens de maand oktober1863 naar Honolulu om de plaats van zijn broer Auguste/Pamphile in te nemen, die besmet was met tyfus. De reis duurde 148 dagen.
-
Priester gewijd op 21 mei 1864 in Honolulu door de Franse bisschop Maigret. •
Damiaan op Molokaï
-
Inscheping 10 mei 1873 (samen met 50 melaatsen) naar Molokaï, met alleen zijn brevier als bagage. De bisschop wilde om de drie maanden een andere missionaris sturen omdat het leven daar te hard was om er lang te blijven. Damiaan zou er niet meer weggaan.
-
September 1873: ‘Damiaan mag Molokaï niet meer verlaten.’ Bevel van de gezondheidsraad.
-
Eind september 1873: provinciaal komt naar Molokaï toe maar hij mag het schip niet verlaten. Damiaan mag niet op het schip. Hij moet zijn biecht roepen. Een moment van vernedering.
-
Half november: het regime versoepelt een beetje. Hij mag het eiland van tijd tot tijd verlaten.
-
Jaarlijks stierven in die periode een honderdtal melaatsen: pater Damiaan bouwde zijn levenswerk uit.
Damiaan actief Damiaan zorgt voor kerken, houten, stevige huisjes, een omheining rond het kerkhof, een waterleiding, wegen, een weeshuis, een fanfare… Zelf wordt hij begraven in een kist gedragen door zes melaatsen en begeleid door fanfaremuziek. Damiaan eenzaam Meermaals vraagt Damiaan naar een collega. Minstens om zijn zonden te belijden maar ook omdat de noden zo groot zijn. Met de collega’s die er korte tijd komen, komt hij niet overeen. Slechts op het einde van zijn leven komt er steun.
•
Damiaan als één van hen
In 1878 begint hij zijn eucharistie met de bekende woorden: “Wij melaatsen” Hij leeft ten volle met hen. -
In 1880 is meer dan de helft van de melaatsen katholiek.
-
1880: Damiaan heeft een huidziekte waarvan hij later zou genezen zijn.
-
1885: Damiaan wordt door een ziekte bedreigd, naar zijn zeggen. ‘Bid voor mij en voor ons melaatsen.’ Er volgt een verbod om naar Honolulu te gaan.
-
2 juli 1886: Damiaan gaat toch naar Honolulu. Hij wordt verdacht. Men ging er van uit dat zijn melaatsheid het gevolg was van syfilis en dus het gevolg van seksueel contact.
-
9 december 1886: ‘Ik ben een melaatse zondaar die zo zelden biecht.’ In een brief aan de regering schrijft hij: ‘Geen mens mag uitgesloten worden, laat staan harteloos ten dode opgeschreven staan.’ Tevens stelt hij de vraag om steun en materiaal voor melaatsen.
-
12 juni 1888: provinciaal laat weten niks meer met hem te maken te willen hebben.
-
1888: enkele zusters franciscanessen komen naar het eiland om de melaatse meisjes te verzorgen.
-
Maart 1889: zijn laatste biecht, viaticum, sacrament van de zieken.
-
15 april 1889: Damiaan sterft. ‘Wat is het zacht te sterven als kind van de Heilige Harten.’ Zijn laatste woorden.
•
Damiaan blijft voortleven
-
16 april 1889: begraven op de door hem aangewezen plaats.
-
27 januari 1935 - 3 mei 1936 zijn lichaam wordt van Molokaï naar Antwerpen gebracht.
-
4 juni 1995: zaligverklaring.
-
11 oktober 2009: heiligverklaring.
Het leven van Damiaan toont hem als mens onder mensen. -
3. De boodschap van Damiaan voor Okra
•
De keuze voor openheid
Uiteraard mogen we er vanuit gaan dat Damiaan kind was van zijn tijd. Damiaan wilde zeker missionaris zijn om mensen te bekeren tot het christelijke, katholieke geloof. Zelfs de protestantse kerk was aanvankelijk een tegenstander. Gaandeweg is Damiaan geworden tot een man van openheid. Hij vond het ziek zijn van de melaatsen zo erg dat hij geen onderscheid meer wilde maken. Hij wilde er zijn voor alle melaatsen, zijn broeders en zusters en later zijn lotgenoten. Damiaan vond de nood
zo erg dat hij in mensen en groepen van andere overtuigingen bondgenoten wilde zien om de hel op aarde te veranderen naar leefbaarheid. Damiaan is een oproep om ook bij mensen en groepen met een andere visie bondgenoten te zoeken om de hel om te keren naar leefbaarheid.
•
De keuze voor Christus, kwetsbaar zijn en worden uit liefde
In zijn radicaliteit lijkt Damiaan bijzonder sterk op Christus. Hij zocht de meest uitgesloten mensen op in een hel waarvan zijn bisschop dacht dat geen missionaris er lang zou kunnen blijven. Hij bleef. Hij was consequent. Tot hij aan den lijve de miserie van mensen moest ondergaan. Hij riep ook kerkelijke en burgerlijke overheden op om de situatie van de melaatsen ernstig te nemen. Hij werd daarin vaak niet serieus genomen. Te radicaal. Zijn vraag om steun bleef aanvankelijk onbeantwoord. Eenzaam moest hij volhouden. Of Damiaan een rebel was? Wie tot het uiterste gaat, komt in botsing met wie slechts de middelmaat wil. Damiaan erkende, eigen aan zijn tijd, ook in sterke mate zijn kwetsbaarheid. Zijn zonden niet kunnen belijden omwille van zijn isolement was erg voor hem. Maar radicaal in het spoor van Christus werd hij zo kwetsbaar als een mens kan zijn, dodelijk ziek met zijn zieke medemensen. Wie liefde tot het uiterste wil beleven, moet er kwetsbaar zijn voor over hebben. Damiaan is een oproep om zo lief te hebben dat je kwetsbaar bent met de kwetsbare medemens.
•
De keuze voor respect
Is er een duidelijker boodschap van respect wanneer hij in een brief aan de overheid schrijft: ‘Geen mens mag uitgesloten worden, laat staan harteloos ten dode opgeschreven staan.’ Wanneer Damiaan kiest voor het isolement, ver weg van familie en vrienden, om daar radicaal uitgesloten melaatsen te beminnen, dan kan dat alleen vanuit een rotsvast geloof in de waardigheid van elke mens. Een geloof dat hij niet loslaat!
Damiaan laat zich niet bekoren door de vrees voor eigen leven door ‘gevaarlijke’ mensen, niet door de neiging om mensen af te wijzen vanuit: ze hebben het zelf gezocht. Damiaan ziet in elke mens een waardevolle mens. Als christen ziet hij ook in elke mens God. Naar het evangelie van Mt zou hij kunnen zeggen: ‘Wanneer hebben wij u melaats gezien, God, en stuurden we jou weg naar een eiland?’ Zelfs de doden verdienen respect. Daarom bouwde hij een omheining omheen de begraafplaats en maakte hij meerdere kisten. Onbegrip bij kerkelijke en burgerlijke overheid deed hem niet opgeven. De hel was te erg. Zijn liefde en respect voor mensen te groot.
•
De keuze voor actie(f)
Damiaan koos voor actie vanuit liefde. Hij deed het niet in de eerste plaats om resultaat of verandering te bekomen. Hij deed het vanuit gedrevenheid, vanuit roeping, vanuit consequente liefde. Zelfs de mens die voor de wereld opgegeven is, verdient liefde.
Damiaan is ook vandaag een oproep om geen enkele mens op te geven, een oproep om aandacht te geven aan de mens waarvan gedacht wordt dat hij geen mens meer is. Damiaan is een oproep om vanuit liefde en bezieling actief te blijven, zonder resultaat of verandering op de eerste plaats te zetten. Damiaan roept op om in actie te treden omdat elke mens mens is, omdat elke mens beeld van God is.
4.
Damiaan vandaag
Inspiratie uit homilie Damiaan, door kardinaal Danneels Hoe kunnen we Damiaan navolgen in deze tijd? Pater Damiaan is heilig verklaard. Wat hij altijd is geweest, heeft de Kerk nu plechtig verklaard en ze heeft hem als navolgenswaardig voorbeeld aan de hele wereld voorgesteld. Hij die als een held stond ingeschreven in het boek van de heldhaftige mensen, staat nu ook in het boek van Gods lieve heiligen. God zij dank gezegd voor onze nieuwe heilige, want het zijn niet de mensen die een heilige maken: het is Gods werk. Het is genade. Zoals elke dauwdruppel het uitspansel weerspiegelt op zijn eigen wijze, zo doet ook elke heilige: hij toont een facet van Gods oneindige volmaaktheid. Kijken naar de heiligen is lezen in het prentenboek van Gods eigen kwaliteit. We kijken dwars door de heiligen heen om God te zien. En om Hem na te volgen. Maar hoe kunnen wij Damiaan navolgen? •
Ja zeggen op vragen die je niet had verwacht
Damiaans leven stak vol met onverwachte dingen, wendingen en vragen. Zijn oudste broer Pamfiel, bestemd voor de missie op Hawaï, werd ziek. Damiaan zei meteen: ‘Het is mijn beurt. Ik ga.’ Dat had hij nooit kunnen voorzien. In elk leven van ons gebeurt het: dat omstandigheden die we nooit hadden kunnen voorzien, ons vragen wat we nooit hadden kunnen verwachten of denken. ‘Ja zeggen’, zou Damiaan zeggen, want het is God die spreekt. •
Niet weglopen
Genezen kon hij ze niet: er was geen geneesmiddel. Maar wat hij wel kon, was bij hen blijven. Als we niets meer kunnen doen, kunnen we nog altijd één iets wel: aanwezig blijven en beminnen. Blijven, ook aan een ziekbed zonder uitzicht, is wellicht de puurste vorm van beminnen. Damiaan zegt ons vandaag: ‘Loop nooit weg, ook al is er geen hoop.’ •
Geloven maar ook doen
Damiaan had het woord van de apostel Jakobus goed gehoord. ‘Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen.’ (Jak 1,22) Misschien heeft hij die zin voor werkdadig geloof wel meegekregen vanuit de grond waaruit hij is gesproten: de Tremelose grond. Want in onze streken is het geloof altijd geïncarneerd geweest in ontelbare werken: sociale werken, scholen, ziekenhuizen, bewegingen. Is het toeval dat ook Cardijn hier bij ons is geboren? Zien–oordelen-handelen. Damiaan zegt ons: ‘Zonder werken is het geloof dood.’
•
Voor wie gelooft, zijn er geen hopeloze zaken
Bij God is niets onmogelijk. Elke tijd kent zijn uitgestotenen, zijn afgestotenen en gemarginaliseerden. Ze zijn niet te tellen: alcoholici, drugpatiënten, aids-lijders, zwaar depressieven, hopeloze jongeren die kiezen voor de dood, vreemdelingen en vluchtelingen met have noch goed. En nog zovele anderen aan wie we vaak niet denken maar die door de mazen van het sociale net zijn gevallen. Onder dat net is er altijd weer nood aan christelijke caritas die een vangnet spant. Voor wie gelooft, is er altijd hoop, want er is de liefde. •
God niet doodzwijgen
We zijn vaak bang om te tonen dat we geloven en dat we bij God onze kracht halen… Damiaan had geen schrik om het woord ‘God’ te laten vallen en zijn bron te onthullen. Hij schrijft dat hij het allemaal maar kon door God. In een brief zegt hij het zo: ‘Zonder constante tegenwoordigheid van onze goddelijke Meester op het altaar in mijn armoedige kapel, had ik nooit kunnen volharden in mijn besluit het lot van de melaatsen op Molokaï te delen. Maar door de heilige communie, het dagelijks brood van de priester, voel ik me gelukkig, zeer tevreden en gelaten in deze ietwat bijzondere toestand, waarin de goddelijke voorzienigheid mij heeft willen plaatsen.’ Damiaan was niet bang voor bronvermelding. Hij zou ons stilzwijgen over God niet begrijpen. Broeders en zusters, ‘ja zeggen op vragen die je nooit had verwacht, erbij blijven en niet weglopen, geloven en werken’; nooit zeggen: ‘Er is toch niets meer aan te doen.’ Niet
zwijgen over waar je het allemaal haalt, God niet doodzwijgen… Dat is Damiaan navolgen. En daarom werd hij heilig verklaard. En ook om tot hem te bidden en om dat te kunnen. Want Hij is niet alleen een held om naar op te zien maar ook een heilige om tot te bidden.
5. De Bergrede… ook een boodschap voor OKRA In het evangelie zijn er de zaligsprekingen in de Bergrede. Waarom is Damiaan zalig? Wanneer kunnen wij zalig zijn, wanneer is het zalig in OKRA? We zijn zalig als we zoals Damiaan de daad bij het woord (de zaligsprekingen) voegen. Maar wij lijken zo klein, zo onhandig, zo onbeholpen wanneer wij eraan denken dat het onze opgave is als christen, deze ‘utopische’ waarden in daadkracht om te zetten. In concrete alledaagse dingen. Als persoon en als lid van OKRA. Jawel, ook verenigingen of organisaties die zich christelijk durven noemen (en dat doen wij met de spitse K van OKRA in onze naam) kregen met de Bergrede die acht opdrachten mee. Een christelijke visie vertrekt echter nooit van een illusoir ideaal. Christendom kartelt en wortelt in het leven. En leven is mensen (een heel complex werkwoord). Vertaal het maar als: leven is vallen en opstaan. Een goed mens willen zijn met veel vallen en moeilijk recht krabbelen en steeds de wil daartoe te hebben, dat is het wat een levensecht geloof als takenpakket meegeeft aan ons. Elk vertaalt dit in zijn eigen leven naar omstandigheden, draagkracht en vermogen. Zo ook moet dat in een OKRA-leven kunnen zijn. Een realistische vertaling van de Bergrede. Laten wij even een poging doen.
Gelukkig wie nederig van hart zijn Zijn wij in OKRA louter voor onszelf, of stellen wij ons dienstbaar naar degenen die hulp nodig hebben? Zijn wij als bestuurslid of verantwoordelijke nederig genoeg om onszelf weg te bergen en soms ongezien werk te verrichten? Gelukkig de treurenden Kunnen wij meevoelen wanneer anderen getroffen worden door ziekte, verlies, persoonlijke of familiale tegenslag? Bestaat er in ons OKRA-trefpunt een informele
structuur om met treurenden mee te voelen, mee te stappen? Of gaan wij daar zo overheen? Zijn er huisbezoeken, vriendelijke woorden, gebeden of persoonlijke ondersteuning voorzien in onze werking? Immers ook daar is onze beweging voor. Gelukkig de zachtmoedigen Is onze beweging een zachte, tedere beweging met voelhorens naar de anderen? Heerst er evenwichtige affectie bij onthaal van nieuwe leden, bij opvang van eenzamen op onze bijeenkomsten? Stralen wij warmte, genegenheid en sereniteit uit? Of zijn de grootste roepers de echte trendsetters, degenen waarvoor anderen bedeesd zwijgen? Is onze beweging respectvol, zoals het in onze naam staat met die rollende R? Gelukkig die hongeren naar gerechtigheid Hoe staat het met de belangenbehartiging in ons trefpunt? Verdedigen wij de kleine, rechtstreekse en rechtvaardige belangen van onze leden? Of vinden wij dat OKRA alleen ontspanning en genot moet brengen? Hebben wij Vingerknippers die dorsten naar gerechtigheid voor anderen?
Gelukkig de barmhartigen Zijn wij ontmoetend, open en helpend naar de anderen? Sluiten wij geen anderen uit, uit onze gezellige OKRA-kring? Zijn wij een stukje barmhartige Samaritanen die oog hebben voor andersdenkenden, anders voelenden en anders zijn? Hoe staan wij tegenover de multiculturele programmapunten en activiteiten van OKRA? Hoe staan wij als beweging tegenover vreemdelingen, allochtonen, mensen zonder papieren? Of raakt ons dit niet? Zalig die zuiver van hart zijn Durven wij altijd direct en open zijn in ons bewegingsleven? Kritisch zijn voor onszelf? Het eerlijke woord op onze lippen leggen. Of zijn wij een getto waar eerder geslotenheid heerst en vele dingen ongezegd blijven? Zit er geen ruis of gruis in ons samenzijn? Kunnen wij met zuiverheid van hart, woorden spreken die oprecht zijn en mensen heerlijk raken? Gelukkig de vredestichters In elk mens schuilen een duif en een havik. Niemand is daar vreemd aan. Lossen wij misverstanden, onenigheden, verschil van standpunten, persoonlijke wrijvingen, kasproblemen op, op een op dialoog en breedheid berustende houding? Wrijvingen zullen er altijd zijn. Proberen wij wijs en geduldig te zijn in de benadering van de andere? De wijsheid van de traagheid (in de goede betekenis van dit woord) van de empathie, van de goede wil, is dat niet het middel om ons trefpunt voortdurend vredig te maken? Gelukkig degenen die vervolgd worden Laten wij dit eenvoudig in ons leven plaatsen. Kunnen wij kritiek op onze plaats of werking in OKRA altijd even goed duiden? Of voelen wij ons vlug aangevallen, trekken wij ons al te gemakkelijk terug in zelfbeklag? Kunnen wij dit verwerken en nieuwe stappen zetten naar nog meer gedreven inzet? Ook samen met mensen die hard waren voor ons. Vele moeilijke opgaven lijken het ons. Met inderdaad vele vraagtekens. Maar is dat niet echt evangelisch willen leven? Grote woorden, grote waarden in kleine directe positieve menselijkheid om te zetten. Is dat niet de essentiële opgave van elke christen? Het leven bestaat niet uit grote daden maar uit een aaneenschakeling van kleine, menselijke
stapjes vooruit. Stapjes naar een betere wereld, naar een wereld met minder vallen en meer recht blijven. Aldus kan de mens worden, aldus kan OKRA worden: een stukje zout van de aarde een stukje licht van de wereld een kleurige stad die boven op de berg ligt en niet verborgen blijft.
God, onze Vader, Gij schenkt ons een nieuwe heilige, iemand van bij ons. Pater Damiaan. Wij danken U met heel ons hart. In hem is uw Zoon Jezus opnieuw al weldoende rondgegaan tussen de armen en de verworpenen. Geef ons meer geloof om ook het verborgen lijden te kunnen zien en te helpen wie vaak vergeten wordt. Leer ons hopen tegen alle hoop in en schenk ons vertrouwen ook bij uitzichtloze situaties. Maar leer ons bovenal te beminnen zoals Damiaan, die zelf niet heeft geaarzeld om melaatse onder de melaatsen te worden, een van hen. Maak ons door uw genade zoals hij, heldhaftig en heilig in uw dienst en in dienst van de mensen, de armen en de verworpenen eerst. Door Jezus Christus onze Heer. Amen. Heilige pater Damiaan, bid voor ons.
Godfried kardinaal Danneels
6. Bijlagen: ‘ZORGEN dragen VOOR’ Vanuit een ander leven…
Ik ben oud geworden, getekend door de jaren. In deze tijd ben ik afwezig. Gisteren is vandaag en ook morgen ben ik in een ander leven. Soms kan ik onverstaanbaar glimlachen. Naar wie? Dan weer gooi ik woorden dooreen tot wat geen mensenlogica is. Mijn lichaam reageert op niets, misschien ook op te veel. Ik ben mij niet meer meester. Ik verdwaal, lijk nergens nog te passen Ik ben alleen nog uitnodiging tot graag zien, minzaam en geduldig. Ik voel je antwoord, wil het onverstaanbaar beamen. Jij begrijpt zo lief wie schuilt achter mijn ander leven: toch een mens, een goddelijke vraag, grote moeite waard! Goddank, dat dit nog kan, dat ik pas in jouw verhaal. Dat maakt mijn leven toch zo anders.
Luc Vandenabeele
Geschreven vanuit een zorgbehoevende oudere … R-espect gevraagd in het spoor van K-ristus…
Als ik jouw zorgen nodig heb… Als je me optilt, doe het dan niet alleen met handen en instrumenten. Doe het met liefde. Ik zal het voelen, zelfs als ik het niet meer verwoorden kan. Als ik je aanspreek, traag, misschien nauwelijks verstaanbaar, hoor dan niet eenmaal. Maar hoor tweemaal, tot je me verstaat. En als dat niet kan, luister tot je me aanvoelt. Ik zal het voelen, zelfs als ik het niet meer verwoorden kan. Als je me terug ziet, kijk me dan niet alleen aan met je ogen. Zeg niet te vlug dat ik er goed uit zie. Maar zie naar mij met je glimlach, en ik zal voelen dat ik welkom ben in je leven, zoals ik ben, zelfs als ik je nauwelijks nog iets meer kan bieden dan de diepe vraag naar liefde. Als ik mezelf aanvoel, en van daaruit de vrees verwoord, de nauwelijks te verwoorden levensonzekerheid, zeg dan niet dat er niets aan de hand is. Zeg niets en neem mijn hand. Als ik dan niet weet hoe het verder gaat, dan zal ik niet alleen gaan. En dat doet deugd. Als ik weer een dag wacht, nauwelijks wetend waarop of op wie, weet dan dat je gemeende ‘goeiedag’ veel betekent. Mijn dag wordt eventjes beter. Want ik wacht wellicht op alles wat God te bieden heeft, en het leven heeft mij geleerd dat dit vaak kleine, heel kleine en fijne dingen zijn. Als ik dan zoek mijn handen te vouwen, dan doen wij het hoe dan ook samen, zelfs als jij geen tijd hebt om je handen te vouwen. Je werk, je gezin. Ik begrijp het wel. Maar als ik dat kan doen voor een ander, dan vouw ik mijn handen voor twee. Vooral Hij zal het begrijpen en doen voelen, en dat doet deugd. Luc Vandenabeele
Als kwetsbaar zijn ontroert… Als aan het begin van ’t leven een pasgeboren kind amper iets kan doen, nauwelijks iets kan zeggen, dan wordt iedereen ontroerd bij zoveel grootse kwetsbaarheid. De waarde van een ‘mensje’ schuilt immers niet in kunnen doen en kunnen zeggen. Niet het kind maar wel de ‘grote’ mens reageert dan onwennig. Wie is er op zo’n moment het meest een ‘mensje’? Als later in het leven iemand, zorgbehoevend, amper iets kan doen, nauwelijks nog iets kan zeggen, dan rijst een vraag naar ontroering bij zoveel grootse kwetsbaarheid. Ook de waarde van zo’n ‘mensje’ schuilt immers niet in kunnen doen en kunnen zeggen. Alleen de ‘grote’ mens - vaak zo onwennig bij kwetsbaar leven – meent zijn waardigheid te vinden in kunnen doen en in kunnen zeggen, terwijl wij allemaal maar ‘mensjes’ zijn vanaf het begin tot verder in het aardse leven. We mogen ons allemaal mensjes weten, zorgbehoevend of onwennig zorgend, ontroerd door grootse kwetsbaarheid. Onze God voelt zich goed in ‘mensjes’, klein en groots tegelijk. Onwennig is Hij wel in wie zich groot waant door zijn zo tijdelijk kunnen. Luc Vandenabeele
Waar mensen elkander dragen Waar twee of drie of meer elkaar gaan dragen in het leven wetend van de broosheid en de gebrokenheid die bij de ene net zo leeft als bij de andere. Waar twee of drie of meer thuis mogen komen bij elkaar, zich veilig en geborgen weten in de ruimte van begrip en verbondenheid. Waar twee of drie of meer klankbord willen zijn van elkaars onmacht en ontmoediging, waar ze mogen uitspreken wat ze nergens kwijtraken. Waar twee of drie of meer elkaar bemoedigen in dezelfde geest, en bij elkaar dezelfde droom gaan wakker houden, ligt de toekomst open. Want gedragen wordt men uitgedaagd, en bekwaam gemaakt om weer op weg te gaan naar een nieuwe morgen. Waar twee of drie of meer zo samen-zijn, is het Leven, het Mysterie, is God heel dicht bij, is Hij niet meer tegen te houden.