OOK – Vlaams OUDEREN OVERLEG KOMITEE vzw
MEMORANDUM: OUDEREN EN MEDIA 1. Algemeen 1.1. In het verleden is de ‘zwijgende meerderheid’ van ouderen al te vaak als ‘niet interessant’ of ‘onaantrekkelijk’ voorgesteld of over het hoofd gezien. Ouderen zijn nochtans geïntegreerd in alle facetten van het maatschappelijk leven, maar deze graad van integratie wordt onvoldoende weerspiegeld in de media. 1.2. Het beeld dat in de media wordt opgehangen, is er een van uitersten, en derhalve onrealistisch. Ouderen zijn ofwel heel jong, ofwel heel oud; ouderen zijn ofwel jong en vrij van zorgen of oud en zorgbehoevend, ze zijn zeer welstellend of leven in armoede. Ouderen kunnen ook niet als ‘de ouderen’ benoemd worden. Het is duidelijk dat er vooral bij ouderen een groot onderscheid bestaat tussen de chronologische en de psycho-sociale leeftijd. 1.3. Het moderne beeld over de ouderen helt over in de richting van de actieve, volop in het leven staande oudere consument. 1.4. De media in het algemeen en radio en t.v. in het bijzonder dienen dan ook met het toenemend belang en veranderend beeld van ouderen in de samenleving rekening te houden.
2. Aandachtspunten 2.1. Het Ouderen Overleg Komitee spreekt zich uit voor: - meer verscheidenheid in de thema’s waarbij ouderen aan bod komen. Niet alleen wanneer de aangesneden thema’s rusthuizen, dementie, ziekte of pensioenen behelzen. Ook 55-plussers nemen deel aan alle aspecten van het maatschappelijke leven, maar dit wordt onvoldoende weerspiegeld en benadrukt. - het onder de aandacht brengen van meer items, waarin zaken die voor ouderen belangrijk zijn centraal staan, zowel nationaal, regionaal als provinciaal. Hierbij wordt gedacht aan (maatschappelijk relevante) ouderenzaken i.v.m. sociale zekerheid en welzijnszorg, gezondheid, pensioenen, zorg en opvang voor kleinkindereren,
OOK-vzw
Memorandum Media
1/7
vrijwilligerswerk, informatietechnologie, levenslang leren, actief ouder worden, maatschappelijke inspraak en beleidsparticipatie, cultureel aanbod, financiën, tijdsbesteding, toerisme... - een spreiding van de aangesneden themata in die zin dat deze aandachtspunten niet uitsluitend tijdens de ouderenweek aan bod moeten komen, maar gans het jaar door hun beslag moeten krijgen. - meer aandacht voor het ‘dagdagelijkse leven’ van de oudere. De leefwereld die getoond wordt, is te beperkt, en het zijn vooral de extreme situaties die onder de aandacht worden gebracht. De realiteit is veel rijker dan dat. - meer diversiteit in de beeldvorming, dan wordt de impressie ook realistischer en representatiever. 2.2. Het Vlaams Ouderen Overleg Komitee onderstreept - de nood aan een media mét ouderen. Eerder dan een media voor ouderen. - de nood aan oudere-journalisten, -commentatoren en - analisten, die vanuit hun ervaring, deskundigheid, binding met de ouderenpopulatie en inlevingsvermogen, meer kunnen inspelen op de noden, wensen en behoeften van het ‘oudere’ doelpubliek. - dat redacties zich de ondervertegenwoordiging van ouderen extra aan zouden moeten trekken omdat zij de grootste doelgroep vormen. Daarbij kunnen opgezette programma’s een voorbeeldfunctie vormen voor andere leeftijdsgroepen en de basis leggen voor een eerlijke beeldvorming over zowel ouderen als jongeren. Ouderen hebben heel wat levenservaring en mogelijkheden, en die willen ze ook overdragen. - de nood aan een betere vertegenwoordiging van de vrouwelijke oudere, rekening houdend met het demografisch profiel van de ouderenpopulatie, waarin de vrouwen de meerderheid uitmaken. 2.3. Met het oog op een juiste beeldvorming wenst het OOK - meer ouderen in de kijker te plaatsen - meer verschillende soorten ouderen in beeld te brengen, want ‘dé oudere’ als dusdanig bestaat niet - benadrukt te zien dat niet alleen oudere politici, academici en andere hoogwaardigheidsbekleders nog actief zijn, maar nog tal van ouderen een professionele
OOK-vzw
Memorandum Media
2/7
bezigheid hebben of sinds jaren als vrijwilliger in de sociaal-culturele en welzijnssector actief zijn en blijven. In die groep vindt men heel wat ‘vitale ouderen’ voor wie oud zijn of worden een synoniem wordt van vitaliteit, genieten, ervaring, comfortabel leven. ‘De vitale oudere’ – en dat zijn er heel wat – heeft een positieve attitude tegenover het leven, is in goede psychische en fysieke conditie, staat open voor de omgeving en is bedrijvig in het maatschappelijke veld, al of niet op vrijwillige basis. Sommigen beoefenen hobby’s, doen aan vrijetijdsbesteding, scholen zich bij, hebben oog voor de technologische ontwikkelingen, staan als grootouder in voor de kinderopvang en nemen deel aan het rijke aanbod binnen het verenigingsleven. Waarmee wordt gesteld dat niet alle ouderen in rusthuizen leven, maar daarentegen de meerderheid geïntegreerd is in de maatschappij. Deze denkpiste staat los van de leeftijd en gezondheidstoestand van de oudere, iets waar momenteel teveel wordt op gefocust. - dat ouderen minder in functie van hun leeftijd maar eerder op grond van hun levenswijsheid en –ervaring in beeld zouden worden gebracht, hierover aangesproken en besproken zouden worden. 2.4. Het Oudereren Overleg Komitee stelt vast dat - nieuws en duiding commerciëler en subjectiever worden - de digitalisering van de TV nieuwe en meer mogelijkheden biedt, maar deze vernieuwingen verdringen vertrouwde zenders en verhogen de kosten - de visuele cultuur gedegradeerd is tot puur en simpel amusement, zonder veel informatieve of educatieve inhoud - onder het mom van het te hanteren concurrentiemodel, de openbare omroep opgeschoven is naar het midden, m.a.w. naar vervlakking - meer zenders en de daarmee gepaard gaande concurrentieslag niet noodzakelijk meer toegevoegde waarde betekenen - de commerciële tegenprogrammering niet ten goede komt aan de vrije keuze en correcte informatie - de ouderen al te veel in een slachtofferrol worden getoond - regionale zenders nog het meest tegemoet komen aan de noden van de ouderen, maar dat een beperkt budget de kwaliteit ondergraaft
OOK-vzw
Memorandum Media
3/7
- programmakeuzes meer en meer bepaald worden door winstoogmerken met een vertekend maatschappijbeeld tot gevolg - de visuele cultuur een groot medium kan zijn om informatie en ontspanning te bieden en de eenzaamheid te verdrijven, maar een zekere verslaving het tegenovergestelde effect kan hebben en de vereenzaming nog meer in de hand kan werken; dit kan heel verschillend zijn naargelang de situatie (bv. in de thuissituatie of in een instelling) - ouderen vaak overspoeld worden met allerlei, soms tegenstrijdige informatie
2.5. Het Ouderen Overleg Komitee gaat ervan uit dat de reclame medeverantwoordelijk is voor onze beeldvorming over leeftijden en van de sociale rollen die we met de verschillende leeftijden associëren In dit verband wordt vastgesteld dat - Vlaamse adverteerders niet lijken te reageren op de vergrijzing van de bevolking en (vooral vrouwelijke) ouderen ondervertegenwoordigd in de reclamespotjes voorkomen, behalve dan als het er om gaat om deze groep belachelijk te maken. - het beeld van de ouderen in de reclame vaak negatief en soms beledigend is. Beledigend in die zin dat ouderen karikaturaal worden neergezet, nu eens als incontinent, dement en weinig lollig, dan weer als bazig, vervelend en ouderwets. Ouderen worden het meest afgebeeld in reclame voor gezondheidsproducten en hulpmiddelen, zoals instapbaden, trapliften en elektrische rolstoelen. Al te dikwijls wordt de oudere alleen afgebeeld, meestal in een passieve of slechts in beperkte mate actieve rol. De stereotypen van enerzijds de mindervalide oudere en anderzijds de levensgenieter komen het meeste voor. Het valt tevens op dat zodra er in een spot humor wordt gebruikt ouderen al heel snel een zwart-wit rol krijgen toebedeeld. - adverteerders geneigd zijn zich vooral te richten op de groep van 20- tot 40-jarigen, omdat er wordt van uit gegaan dat ouderen merkgetrouw zijn en daarom moeilijk te bewegen een ander product te kopen. Ook zouden ze ‘technofoob’ zijn en bijgevolg niet geïnteresseerd in nieuwe technieken. - vijftigplussers meer dan 20 procent van de maatschappij als geheel uitmaken en de ouder wordende babyboomers een interessante, doorgaans welgestelde en actieve (consumenten)groep van jong-senioren vormen die evengoed ‘trendsetters’ kunnen zijn en wel belangstelling hebben voor de jongste technieken. - adverteerders en reclamemakers zich meer zouden moeten verdiepen in wat het betekent ouder te worden of te zijn en oog moeten hebben voor nuancering in de
OOK-vzw
Memorandum Media
4/7
voorstelling van ouderen.
3. Actiepunten 3.1. Het is daarom belangrijk dat ouderen op bewuste en systematische wijze kwalitatieve keuzes gaan maken uit het massale aanbod. 3.2. Sensibilisering over de problematiek (op micro- en macroniveau) is aangewezen en hierin ligt een educatieve opdracht voor de overheid, sociaal-culturele verenigingen, scholen. Beeldvorming en overdracht van waarden zijn hierbij belangrijke aspecten, waarbij informatie en voorlichting centraal staan. 3.3. Een aantal mogelijkheden: - Zowel senioren- als jeugdraden aanschrijven om een sensibiliseringsproces op gang te brengen. - De geschreven en gesproken pers ertoe bewegen meer aandacht te hebben voor de bestaande specifieke ouderenprogramma’s. - Door, waar en voor zover het nog niet bestaat, het op de markt brengen van een specifiek tijdschrift voor alle ouderen, dat niet alleen gericht is op de actieve oudere. - Via infobladen vooral ouderen in rusthuizen informeren over voor hen aangepaste programma’s. - Acties die ertoe leiden dat in de opleiding van rusthuis-animatoren niet alles in functie staat van het zuiver bezighouden van residenten, maar dat ook aandacht dient besteed aan meer (re)-vitaliserende, geestesactiverende en –verrijkende belevingsmomenten. - Contactname met de animatoren van rusthuizen met het oog op de uitbouw en bestendiging van een wederzijdse wisselwerking - Programmamakers sensibiliseren voor deze problematiek door het meer toegankelijk maken van de media voor de verschillende groepen van senioren. - Opstarten van ouderenprogramma’s, of programma’s waar ouderen aan bod komen meer bepaald op de regionale zenders. - Erop aandringen dat interessante programma’s, waarbij zowel jongeren als ouderen zijn betrokken, om welke reden dan ook, niet voortijdig worden afgevoerd en er dan nadruk op leggen dat deze waard zijn om hernomen en bestendigd te worden.
OOK-vzw
Memorandum Media
5/7
- Uitbouw van een digitaal netwerk (bv. e-mailcirkel) waarmee met het oog op de communicatie en doorstroming van informatie, te allen tijde, op nationaal, provinciaal en gemeentelijk vlak, beleidsverantwoordelijken en/of functionarissen belast met de ouderenproblematiek, in kennis kunnen worden gesteld van standpunten, eisen(bundels) en verzuchtingen, actie- en knelpunten, sensibiliseringscampagnes, op til zijnde (ouderen)manifestaties, enz.
4. Algemene conclusies 4.1. Het te lang aangehouden negatief ouderenbeeld moet kost wat kost worden doorbroken met de bedoeling een mentaliteitsverandering tot stand te brengen. 4.2. Ouderen willen zich niet in een apart hokje geduwd zien, noch in de maatschappij, noch in de media. En met hun inzichten dient rekening gehouden. 4.3. Oudere-zijn betekent meer dan zorg-behoevend zijn. 4.4. Ouderen willen in hun diversiteit met respect benaderd worden. Wijsheid, mildheid, tijd en onthaasting zijn en blijven belangrijke levenswaarden. Dit zou automatisch moeten leiden tot een positievere beeldvorming omtrent ouderen. Ouderen krijgen hierdoor een voorbeeldfunctie ten aanzien van de hele samenleving. 4.5. Deze evolutie en benadering kunnen leiden tot de bestendiging van een nieuw eenzijdig beeld: de oudere als zelfredzame, zelfstandige, welvarende, sociaal geïntegreerde en vitale consument. M.a.w. de dominantie van één stereotiep beeld, de stereotype van de moderne senior, waarbij andere groepen ouderen buiten de aandacht vallen. 4.6. Er dreigt een steeds grotere kloof te ontstaan tussen de geïnformeerde en de nietgeïnformeerde oudere… 4.7. Er dient derhalve voor geijverd te worden dat op basis van een aan te houden genuanceerde en kritische benadering het beeld van ouder worden en hoge leeftijd in zijn juiste proportie wordt weergegeven. 4.8. De ouderen moeten meer aan bod komen, in meer gediversifieerde rollen en in interactie met andere generaties. Of dat lukt, en in welke mate, is grotendeels afhankelijk van de graad van bewustzijn van de individuele oudere en de ‘tegenenergie’, die de ouderen kunnen putten uit het beeld dat ze van zichzelf hebben. 4.9. De werkgroep roept de ouderen derhalve op om deel te nemen aan het sociale, culturele en politieke leven, om zo het negatieve (zelf)beeld te doorbreken en de samenleving tot andere inzichten en vernieuwende initiatieven te brengen.
OOK-vzw
Memorandum Media
6/7
4.10. De werkgroep pleit ten slotte voor de benadering van de oudere als volwaardige en autonome burger, met meer respect en minder betutteling, wetende dat deze menselijke aanpak van zowel jongeren als ouderen moet komen.
Bronnen : Smeets, R., (1993), De nieuwe senioren, Leuven : Davidsfonds, 105 p. Penninx, K., (1995), Beeldvorming over ouder worden, Houten/Diegem : Bohn Stafleu, Van Loghum, 151 p. Wierstra, R., (2001), Goede beelden, slechte beelden, Utrecht : LBL, expertisecentrum leeftijd en maatschappij Oostelaar, D. En Wolkfswinkel, G. (1998), Ouderen in de samenleving. Basisboek gerontologie voor hulp- en dienstverleners, Al Bussum: Uitgeverij Coutinho, 216 p. Schoenmaekers, D., Breda J. (2004), Senioren onder loep : in hun hemd gezet of naar waarde geschat? Het sociaal-wetenschappelijk onderzoek over ouderen in Vlaanderen tussen 1990 en 2003. Antwerpen, UA, Steunpuntengelijkansenbeleid, 488 p. Hermans, F., (1993), Ouderen en de media – Televisiekijkgedrag en beeldvorming van ouderen in de televisiereklame : een exploratief onderzoek. 162p. + bijl.
Voorbereid door de werkgroep Media Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 28 september 2005
Mie Moerenhout directeur Vlaams Ouderen Overleg Komitee vzw – Vlaamse Ouderenraad Konigsstraat 136 1000 Brussel tel.: 02 209 34 51 GSM: 0472 445 313 Fax: 02 209 34 53 e-mail:
[email protected] website : www.vlaams-ook.be
OOK-vzw
Memorandum Media
7/7