MELDING! NUMMER 02 2012
PUBLIEKE VEILIGHEID
Meldkamer NoordNederland
ICT in detail
In gesprek met de centralisten
“Connecting you, is what we do”
“Data Communicatie faciliteert ...” Het samenwerken tussen meldkamer en voertuigen met behulp van plaatsbepaling en automatische statussen, het bevragen van diverse databanken, het bieden van breedbandverbindingen ten behoeve van het verzenden en ontvangen van grote stromen data; de MoMo-6 is uw instrument.
Als opvolger van de MoMo-5 biedt de MoMo-6 meer, véél meer; ● ● ● ● ●
Dual Carrier GPRS/UMTS/HSDPA en/of Mobitex Configureerbare functie matrix Ethernet Zigbee/Bluetooth/WiFi (optioneel)
Doordat het gehele portfolio bestaat uit “eigen” producten onderscheidt EAL zich van andere leveranciers. Zowel soft- en hardware ontwikkeling als productie, wordt geheel in eigen beheer gerealiseerd. Hierdoor kan EAL zich volledig onafhankelijk in de markt op blijven stellen en kunnen wij ook altijd nakomen wat we met een klant afspreken. In tegenstelling tot anderen hoeven wij immers geen extra afspraken te maken met de uiteindelijke leverancier. Door deze opstelling en uitgangspunten is onze ontwikkeling ook zeer laagdrempelig en eenvoudig te benaderen.
EAL - Mobiele Data Communicatie Electronic Application Laboratory
“EAL weet dat posities bepalend zijn”
EAL (Apeldoorn) BV Molenmakershoek 14 7328 JK Apeldoorn Tel. : +31 (0)55 539 49 00 Fax.: +31 (0)55 539 49 01 Email:
[email protected] Website: www.eal.nl
w
.e w w
n al.
l
INHOUD
Special Meldkamer Noord Nederland Voorwoord................................................................................................5 Alle kolommen nauw betrokken bij MkNN...............................................6 Wennen aan de nieuwe omgeving.........................................................10 “Geen vertraging door bestuurlijke processen”....................................12 ICT van MkNN een huzarenstukje..........................................................14 Drie spannende nachten........................................................................17
I C T. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 4
Intelligent Notificatiesysteem OOV-Alert!...............................................19 Multifunctioneel eiland...........................................................................22 “Belangen van alle kolommen goed behartigd”.....................................24 Evenementenagenda..............................................................................26 Kort nieuws............................................................................................27
Het gebouw................22
Melding! 02 | 2012 3
„Turnkey-Solutions“ voor het meldkamerdomein
Eurofunk Kappacher GmbH is een leverancier van meldkamer- en communicatiesystemen. Met haar digitale spraakcommunicatiesysteem IDDS, levert Eurofunk een geïntegreerd platform voor de afhandeling van de bedrijfstelefonie, de 112 noodoproepen en het C 2000 netwerk.
Eurofunk meldkamerproducten : IDDS – Digitale spraakcommunicatie ELDIS – Geïntegreerd Meldkamer Systeem, computerondersteunde aanname en uitgifte van meldingen Meubilair : Meldkamertafels Ontsluiting van digitale media (door middel van een touchscreen interface) Integratie van CCTV / Videobeelden Public Adress / alarmeringssystemen
eurofunk Kappacher GmbH Eurofunk-Straße 1– 6 office @ eurofunk.com 5600 St. Johann www.eurofunk.com Salzburg | Austria
4
… creating safety by technology !
Meld- en controlekamers: één leverancier voor uw totaalconcept
Melding! 02 | 2012
Introductie
Voorwoord In 2005 / 2006 besloten de hulpverleningsdiensten in het noorden, als een uitvloeisel van de ernstige gebeurtenissen in Enschede en Volendam, te komen tot één meldkamer. Naar aanleiding van dat besluit gingen drie politieregio’s, drie brandweerregio’s, drie ambulancediensten en drie GHOR organisaties aan de slag om dat te realiseren. Door Tom van der Vlist, Algemeen Projectleider MkNN
Het ontwikkelen van één meldkamer voor noord Nederland ten behoeve van twaalf partijen is een hele klus gebleken. Het bleek erg effectief om de meest lastige thema’s aan het begin af te handelen. Bijvoorbeeld de locatiekeuze , de kostenverdeling en de afspraak dat het een gecolokeerde meldkamer zou gaan worden. Het vroegtijdig regelen van dergelijke thema’s betekende dat deze niet meer als potentiële splijtzwam konden optreden in de complexe multidisciplinaire wereld. Ook de afspraak om de hoge frictiekosten van de nieuwe meldkamer Groningen gezamenlijk te dragen bleek een zeer wijs besluit. Daarmee werd duidelijk gemaakt dat de hulpverleningsdiensten oog voor elkaar hadden en dat we de kosten gezamenlijk wilden dragen. Dit alles vormde de basis voor de mogelijkheid om gedurende het project voortdurend te zoeken naar elkaar gerechtvaardigde belangen. Als de achterliggende belangen duidelijk zijn, is de oplossing immers veelal nabij.
afgerond. Gelukkig beschikken onze (ICT) collega’s over veel ervaring. Met grote inzet werden de onvermijdelijke “hobbels” genomen. Het zijn kanjers. De eerste jaarwisseling en de wateroverlast begin januari werden dan ook goed doorstaan maar leverde ook meteen weer een aantal leerpunten op. Het project is ten einde en heeft een goede basis opgeleverd om uit te groeien tot een prima meldkamer. In die zin is het einde van het project geen afsluiting maar juist het begin van de nieuwe meldkamer en zal verdere ontwikkeling nodig blijken te zijn. Ik wil iedereen bedanken die aan het tot stand komen van de MkNN heeft bijgedragen. En dat waren er velen.
Bij het project zelf werden veel eigen collega’s betrokken. Collega’s die in de meldkamer zelf werken of direct daar omheen. Hun kennis en kunde bleek van groot belang. Zij zijn de specialisten op onze meldkamersystemen. Hun inzet voerde ons steeds terug naar de essentie van het werk. Dat hielp ons om de complexiteit te verminderen. Het bleek ook nodig externe expertise aan te trekken. Overkoepelende kennis van de ICT systemen en de landelijke ontwikkelingen was, zelf meer dan verwacht, noodzakelijk. De drie bestaande meldkamers werden in een tijdsbestek van drie weken overgebracht naar de nieuwe locatie in Drachten. Daarbij werd een zwaar beroep gedaan op de centralisten, beheerders en de ICT. De collega’s hadden het best zwaar. Ga maar na. Een nieuwe fysieke omgeving, nieuwe interfaces met de bekende systemen of nieuwe systemen zoals bij de telefonie, nieuwe collega’s , een nieuw gebied en net de nodige reorganisatieperikelen achter de kiezen of nog niet volledig
Melding! 02 | 2012 5
MANAGEMENT
Alle kolommen nauw betrokken bij MkNN Vanuit de drie kolommen wordt er met grote tevredenheid teruggekeken op de wijze waarop men bij de besluitvorming voortdurend elkaars wensen heeft gerespecteerd en hoe centralisten daarbij werden betrokken. Problemen werden uitdagingen die men niet uit de weg is gegaan. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
“Net als Drenthe was ook Fryslân hard aan een nieuwe meldkamer toe. Bijzonder was dat Drenthe als eerste bereid was verder te kijken om wellicht haar nieuwe meldkamer in Groningen te realiseren, omdat men daar net een nieuwe locatie had betrokken”, vertelt Nathalie Kramers, sinds 2010 Korpschef van de regiopolitie Fryslân. Kramers was in 2006 verantwoordelijk voor het onderzoek om te komen tot een gemeenschappelijk Shared Servicecentrum Noord voor de politie. Vanuit die rol raakte zij betrokken bij het draagvlak- en locatieonderzoek dat aan de realisatie van de MkNN vooraf ging. “Als politiechefs zagen we dit als een goed moment om het met z’n drieën te doen en we hebben er meteen de collega-directies van de andere kolommen bij betrokken. In het begin heb ik het project getrokken tot er sprake was van bestuurlijke besluitvorming. Vanaf dat moment werd Tom van der Vlist projectleider. Zelf ben ik als Korpschef Fryslân voorzitter geworden van de Programmadirectie en het was natuurlijk heel leuk om alle ontwikkelingen vervolgens in eigen huis te zien voltrekken.” Criteria Een belangrijk issue bij elke fusie van meldkamers is: waar komt hij te staan ? Na het opstellen van de criteria kwam er een lijstje met mogelijke locaties op tafel te liggen. “Klimaatbeheersing en ergono-
6
mie hebben een belangrijke stempel gedrukt op de eisen die we aan de nieuwe locatie stelden. Op dit gebieden hebben we ons laten adviseren door een aantal ergonomie- en klimaatdeskundigen.” Mede om iedereen een gelijke uitgangspositie te geven bij het gewenningsproces ten aanzien van het samenwerken tussen de verschillende culturen, werd volgens Kramers besloten voor een nieuwe omgeving en niet voor een reeds bestaande locatie waar de twee andere regio’s bij zouden intrekken. “Drachten is centraal gelegen en lag dus voor de hand.” Kramers ziet de nieuwe meldkamer als een grote aanwinst. “De meldkamer speelt een steeds grotere rol en vervult een belangrijke positie ten aanzien van bijvoorbeeld grensoverschrijdend werken. Dat maakt de operationele slagkracht des te groter. Ten aanzien van kostenreductie heeft de nieuwe meldkamer de meeste besparingen opgeleverd bij de politie. We hebben de personele bezetting met een derde kunnen terugdringen ten opzichte van de oude situatie waarin met drie meldkamers werd geopereerd, alhoewel we nu bij de start bewust voor overbezetting kiezen om alle kinderziektes te overwinnen.” Een ander groot voordeel van de MkNN voor de politie is volgens Kramers dat het enorm helpt om bij opschaling meer vanuit een noordelijke benadering te werken. “Door een grotere gezamenlijke aanpak krijg je meer eenheid en lopen we eigen-
lijk dus al een beetje vooruit op de manier waarop straks ook de Nationale Politie zal opereren.” De nieuwe werkomgeving brengt voor veel centralisten nog wel de nodige gewenningsproblemen met zich mee. “Je ziet mensen nog steeds moe naar huis gegaan omdat de nieuwe manier van werken het nodige van ze vraagt. Zo is de afstand tussen de tafels van de kolommen groter geworden waardoor men minder opvangt van wat er elders om hen heen gecommuniceerd wordt. Communicatie onderling gaat nu meer via het scherm. Gelukkig zien we ook dat men heel enthousiast is en bereid is om de schouders er onder te zetten. Die bereidheid is vele malen groter dan de weerstand”, aldus Kramers. Kennis delen Volgens Kramers is het goed om de multidisciplinaire samenwerking er goed in te houden, zowel in het dagelijkse werk als bij de opgeschaalde werkprocessen. “We zien dat de versnippering en verscheidenheid er aardig uit is. Dat komt ook omdat we opleidingen zoveel mogelijk samen hebben gedaan. Dat zorgt voor verbroedering.” De MkNN deelt de lessen die men heeft getrokken uit de realisatie van de nieuwe meldkamer graag met de rest van Nederland. “We hebben alles goed gedocumenteerd en daarbij zelf goed geluisterd naar wat er buiten onze eigen regio speelt. Als ik anderen die met een derge-
Melding! 02 | 2012
Korps Divisie of district
MANAGEMENT
erdam-Amstelland
Brabant Zuid-Oost
Brabant-Noord
Drenthe
land
Fryslân
Gelderland-Midden
Gelderland-Zuid
en Vechtstreek
Groningen
Haaglanden
Hollands Midden
land
Korps Landelijke Politiediensten
Kennemerland
Limburg-Noord
urg-Zuid
Midden en West Brabant
Noord- en Oost-Gelderland
Noord-Holland Noord
rdam-Rijnmond
Twente
Utrecht
Zaanstreek-Waterland
nd
Zuid-Holland-Zuid
olitie Nederland
Politieacademie Police academy of the Netherlands
lijk traject in zee gaan iets zou moeten adviseren, dan is het wel de rol van ICT niet te onderschatten. En dus de aandacht en de investeringen die daarvoor nodig zijn. Daarnaast hebben we gezien dat voor het bereiken van zowel de gewenste kwaliteit als het benodigde draagvlak, het goed is mensen uit alle drie de kolommen goed bij alle ontwikkelingen te betrekken. Fraai is het om te zien dat centralisten de professionaliteit hebben om veel dingen ook gewoon zelf op te lossen. Verder is het achteraf gezien ook heel goed geweest dat we naast de ‘gewone bestuurders’ ook een voormalige burgemeester bij dit alles betrokken hebben omdat die vanuit een helikopterview als onafhankelijk voorzitter kon optreden.” Terugkijkend op het hele traject heeft Kramers ervaren hoe elk probleem oplosbaar blijkt te zijn wanneer je het in mootjes hakt en samen in gesprek blijft over wat je met elkaar neer wilt zetten. En oog durft te hebben voor elkaars belangen, zoals het gezamenlijk delen van ieders frictiekosten.“We kunnen trots zijn op deze meldkamer, onze slagkracht is er alleen maar groter door geworden en de noordelijke cultuur van samenwerken heeft er een enorme boost van gekregen.”
veranderingen voor de ambulancezorg ook aan de orde waren. Hierdoor leek het er eerst op dat de verschillende ambulancediensten eerder elkaars concurrenten zouden worden dan dat sprake kon zijn van de beoogde samenwerking. Het gevolg was dat partijen onderling voorzichtig werden om informatie met elkaar uit te wisselen”, vertelt Bouke Froentjes, adjunct-directeur Ambulancezorg Groningen en lid Programmadirectie. “Gelukkig werd op een gegeven moment al snel duidelijk dat er geen sprake zou zijn van onderlinge concurrentie en zijn we daarom ook met elkaar in gesprek gebleven en nader tot elkaar gekomen.” In iedere veiligheidsregio is er nu één organisatie eindverantwoordelijk voor de ambulancehulpverlening. In Drachten vindt er op de Meldkamer Noord Nederland nauwe samenwerking plaats tussen de drie ambulanceorganisaties en wordt er regie gevoerd over de hulpverleningen. Als ambulancezorg zijn we net als de brandweer een kleinere speler in de meldkamer, maar tijdens het gehele implementatietraject van de MkNN zijn we als ambulanceorganisaties daarom niet minder serieus genomen en meegekeken naar onze belangen”, gaat Froentjes verder.
Wetsveranderingen “Voor de ambulancezorg was de aanloop naar de nieuwe meldkamer wat moeizamer, omdat tijdens de aanloop de wets-
Multidisciplinaire samenwerking Van multidisciplinaire samenwerking was in Groningen al sprake middels de Gemeenschappelijke Meldkamer Groningen.
Het gebeurt nu alleen op grotere schaal. “Het is voor de centralisten nog wel een gewenningsproces, maar geleidelijk aan zal men steeds meer de meerwaarde van het samengaan ontdekken. Ik denk dat het daarom ook goed is dat de verdere samenwerking tussen de kolommen wordt bevorderd, maar er zal eerst binnen de kolommen nog het nodige werk verricht moeten worden. Het is immers al moeilijk genoeg om iedereen eenduidig te laten werken en de kennis die in de opleiding is opgedaan in de praktijk te brengen.” Toekomst Froentjes verwacht de komende jaren dat er binnen de ambulancezorg het nodige zal veranderen, bijvoorbeeld door de komst van nieuwe triage-systemen. “Om al die vernieuwingen goed te kunnen doorvoeren en een aantal mooie ontwikkelingen die er op ICT-gebied aankomen te kunnen implementeren, is het goed dat we nu bij elkaar in deze grote meldkamer zitten.” De veranderingen zullen volgens Froentjes welkome oplossingen gaan bieden om de toenemende complexiteit het hoofd te kunnen bieden. “Zeker gezien het feit dat we op onze verantwoordelijkheden worden afgerekend, is het goed dat we met onze tijd meegaan. Daarbij zal het gaan om meer geautomatiseerde systemen ter ondersteuning van onze centralisten. Dat neemt niet weg dat het altijd een samenspel zal blijven – hoe vernuftig
Melding! 02 | 2012 7
MANAGEMENT
de techniek ook zal zijn – tussen de knowhow van de centralist en ICT. Het blijft specialistenwerk waar feeling voor nodig is. Op de plek van onze centralisten kun je nog altijd niet zomaar iemand neerzetten die het uitsluitend moet hebben van de informatiesystemen die hem ter beschikking staan. Het blijft bovendien ook onze verantwoordelijkheid dat het goed gaat. Systemen zoals een geprotocolleerde intake, kunnen daar natuurlijk wel bij helpen.” Froentjes kijkt tevreden terug over de effectieve wijze waarop de voorbereiding van de migratie in goede harmonie is verlopen. “We hebben geen onoverkomelijke problemen op ons pad gekregen en we hebben met de feestdagen en de wateroverlast laten zien dat we erin geslaagd zijn een goed product neer te zetten. Het blijft van belang dat we de vinger aan de pols houden en dat we blijven vernieuwen en vooruitkijken.” Kostenbesparing “Na Enschede en Volendam ontstond er zowel ook elders in het land, ook bij ons de discussie over hoe meldkamers eruit zouden moeten zien om ook in dit soort situaties adequaat hulp te kunnen verlenen”, zegt Fred Heerink, Regionaal Commandant Brandweer Drenthe en lid programma directie. “We hebben daar in Drenthe onderzoek naar gedaan en één van de conclusies die we uit dit onderzoek
8
konden trekken, was dat we één centralist in de nachtelijke uren in zo’n situatie tekort schieten. Vanuit alle regio’s is daar overigens verschillend op gereageerd”, aldus Heerink. “In eerste instantie had ons bestuur, bestaande uit Burgemeesters, geen behoefte om bovenregionaal samen te werken. De politie Regio Drenthe had nieuwbouw plannen voor het hoofdbureau inclusief de meldkamer Drenthe. Op uitnodiging van korpschef Frans Bakker werden Tjerk Hiddes, Directeur Ambulance Voorziening, en ik gevraagd om mee te doen om de mogelijkheid te onderzoeken om de nieuwe meldkamer niet alleen voor Drenthe te ontwikkelen, maar samen met de andere provincies van NoordNederland. De eerste bevindingen die uit het onderzoek kwamen, waren zo positief dat de directies elkaar zijn blijven opzoeken vanaf dat moment. In die periode was Friesland al bezig haar meldkamer aan te passen, maar we realiseerden ons dat met Groningen een modus gevonden moest worden om frictie- en afschrijfkosten samen te delen, omdat zij pas recent een nieuwe meldkamer hadden betrokken. Daarmee zou de weg vrij zijn naar een ‘state of the art’ meldkamer waarmee we gezamenlijk kostenbesparend zouden kunnen opereren.” Na allerlei wegingsfactoren op een rijtje te hebben gezet, werden alle criteria gewogen en was klimaatbeheersing volgens Heerink
een belangrijke reden om in ieder geval niet te kiezen voor een reeds bestaand pand, maar nieuwbouw. “Drachten kwam al snel naar voren. Er was op dat moment nog geen sprake van bezuinigingsdruk, maar we hadden al wel voor ogen dat we tegen minder meerkosten flinke besparingen zouden kunnen realiseren. Inmiddels kunnen we vaststellen dat we niet alleen daarin geslaagd zijn en maar ook binnen de projectbegroting zijn gebleven.” Veranderingen Om cultuurverschillen te overbruggen, is het volgens Heerink goed geweest om juist met z’n drieën dit traject in te gaan. “Daar waar cultuurverschillen tussen Groningen en Friesland parten speelde, hebben we vanuit Drenthe daar een bemiddelende rol in kunnen spelen. Want hoezeer we in Noord-Nederland elkaar ook goed aanvoelen, we wisten natuurlijk dat cultuurverschillen in die nieuwe meldkamer niet veronachtzaamd moesten worden. Door ook op directieniveau daarvoor de koppen bij elkaar te steken, hebben we een beleid gecreëerd waarbij we vooral de overeenkomsten die we hebben belichten, waardoor de verschillen steeds meer naar de achtergrond
Melding! 02 | 2012
MANAGEMENT verdwijnen.” Met de totstandkoming van de MkNN is de Veiligheids Regio Drenthe werkgever geworden van al het brandweerpersoneel in de Meldkamer Noord Nederland. Om regio’s en meldkamer beter op elkaar af te stemmen, is er binnen de multidisciplinaire programmaorganisatie voor de brandweer het ‘Marum’overleg als opgezet. Naar het plaatsje Marum op de Fries-Groningse grens. “Het is gebleken dat nog niet alles is opgeschreven bij de uitwisseling van informatie tussen het veld en de meldkamer. Het volledig krijgen is iets wat tijd kost. Databases zijn te groot geworden om ze binnen een dergelijk kort tijdsbestek volledig te controleren. Zo werd ook de aanpassing van de kazernevolgordetabel pas in een later stadium ingevoerd. En daar zitten fouten in. Daar hebben we inmiddels al wel herstel op laten plaats- vinden. Fouten in alarmeringen worden er vaak door de centralisten uit-
gehaald. Tot echt grote problemen heeft dit niet geleid en de service aan de burger heeft er zeker niet onder hoeven lijden. Wel leidde het soms tot teveel alarmeringen of werden de verkeerde mensen opgeroepen of te grote aantallen. Door de ervaring van centralisten kon dit echter in veel gevallen worden voorkomen.” Trots Heerink acht het van belang te blijven focussen op oplossingen niet op verschillen. “We hebben met elkaar oplossingen bedacht en zowel op regio als directieniveau zijn we er steeds goed uitgekomen. Binnen de grenzen die budget en tijd ons hebben opgelegd, hebben we kans gezien een meldkamer neer te zetten waar we trots op kunnen zijn en waarmee we de tijd vooruit zijn. Het mooie daarbij is dat die meldkamer er is gekomen door onze eigen keuze om een kwaliteitsslag te maken en te-
gelijkertijd daarmee aanzienlijke kostenbesparingen zouden kunnen realiseren. Dat gaf ook de motivatie die we met z’n alleen voor dit omvangrijke project nodig hadden. Binnen de brandweer hebben we daar iedereen ook tijdens de hele ontwikkeling betrokken. Zo hadden we een klankbordgroep van lokale commandanten in het leven geroepen en hebben we ook zoveel mogelijk de wensen van de centralisten in onze besluitvorming meegenomen.” Heerink verwacht de komende tijd dat er een nog betere afstemming zal komen tussen meldkamer en het veld. Met name door het verder finetunen van de databases. “Belangrijk is dat alle betrokkenen daarover met elkaar in contact blijven, dat we servicegericht zijn en blijven luisteren naar elkaars wensen. Vanuit de regio’s is het goed nog verder het gevoel te stimuleren dat het onze meldkamer is zodat we geen klantleverancierrelatie met elkaar hebben maar in sterke verbondenheid met elkaar verder gaan.”
Melding! 02 | 2012 9
CENTRALISTEN
Wennen aan de nieuwe omgeving De meldkamer Noord-Nederland is op het moment van dit interview twee maanden in bedrijf. De eerste ervaringen zijn inmiddels opgedaan en de centralisten raken langzaamaan gewend. Hoe kijken de centralisten aan tegen de nieuwe werkplek, wat zijn de ervaringen tot nu toe en hoe kijken ze terug op het project? We spreken Piet de Groot, centralist van de ambulancezorg, Frans van Leek, centralist van de brandweer en Henk Kampherbeek, centralist van de politie in Meldkamer Noord-Nederland. Door
Remco Groet, RB&W
Piet de Groot: “Er was in Drenthe al rond het jaar 2000 sprake van dat de meldkamer zou verhuizen. Lang werd het plan vastgehouden van dat we vanuit de meldkamer aan de Tuinstraat in Assen zouden verhuizen naar de toen nieuw te bouwen politietoren.” Toen dat eenmaal aan de orde zou zijn kwam de bovenregionale samenwerking in beeld en zou het nog een flink aantal jaren duren voordat van de meldkamer in Assen daadwerkelijk afscheid zou worden genomen. Henk Kampherbeek vult aan: “Als je zicht hebt op een verhuizing dan wordt er niet echt veel geïnvesteerd in de oude lokatie en dat kon je merken in Drenthe.” Het is niet de eerste verhuizing die De Groot en Kampherbeek meemaakten. “Ook bij de vorige verhuizingen zag je dat”. Ook Frans van Leek maakte al eerder een verhuizing van de meldkamer mee, toen de meldkamer van brandweer en ambulancedienst in Friesland in 2003 bij de politie werd gevoegd. In Friesland werd het idee van de bovenregionale meldkamer bij de centralisten bekend toen er in 2005 een notitie over de Shared Services van de politie ter informatie werd rondgestuurd, vertelt Van Leek. Daarin stond tussen een groot aantal gezamenlijke diensten ook terloops de meldkamer genoemd. Lokatiekeuze Alle drie de heren vertellen over de onzekerheid die een voorgenomen verhuizing en samenvoeging met zich meebrengt. “Voor de ene dienst is dat erger dan voor de andere, maar het is moeilijk als je niet weet of je straks nog hetzelfde werk hebt en waar dat werk naartoe verhuist”. Sommige centralisten zijn in het verleden altijd verplicht geweest om op een korte afstand bij de oude meldkamer te wonen in verband met een snelle opkomsttijd, dat betekent dat iedere standplaats die gekozen zou wor-
10
den per definitie een langere reistijd in het woon-werk verkeer betekende. Maar, nuanceert Kampherbeek: er zijn ook mensen die nu op de fiets naar het werk kunnen. In Drenthe kwam de recherche, het Politie Service Centrum ging naar Groningen, het lag daarom voor de hand dat de meldkamer ergens centraal in Friesland zou komen. Toch was er onder de centralisten verbazing over de keuze voor Drachten. Een van de voorwaarden was een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer, dat is op de lokatie aan de A7 niet het geval. Groot voordeel van de lokatie in Drachten is dat het voor iedereen nieuw is. Niemand is te gast bij een ander en dat vergroot de saamhorigheid. Van Leek: “Dat het voor iedereen nieuw is maakt het hopelijk makkelijker om niet te lang te blijven hangen in hoe we het allemaal vroeger hadden, dat zou anders zijn als we in een van de oude meldkamers hedden gezeten.” Voorbereiding Kampherbeek is te spreken over de voorbereiding bij de politie. “Er was vanaf het begin veel duidelijkheid over veel dingen die voor ons belangrijk waren. Zelfs de criteria over wie wel en niet mee kon naar de nieuwe lokatie waren bekend. Bij de politie is er een landelijk sociaal statuut, dat ontbrak bij de andere diensten.” De Groot en Van Leek beamen dat: “Zelfs nu zijn er nog onduidelijkheden over de laatste details van de arbeidsvoorwaarden. Dat gaat over zaken als de overgang naar een ander pensioenfonds, reiskosten- reistijdvergoeding, seniorenregeling en het meenemen van verworven rechten.”De informatievoorziening voor de centralisten was in het algemeen goed geregeld. “We werden geïnformeerd via een nieuwsbrief en er waren informatiebijeenkomsten.” De Groot zat in de zogenaamde klankbord-
Melding! 02 | 2012
CENTRALISTEN
groep waarin hij iedere twee maanden op de hoogte werd gehouden van de ontwikkelingen. “Er is ruim gelegenheid geweest om mee te denken, zoals bij de indeling van de meldkamer. Daar zijn sessies geweest waar we de hele meldkamer als mock-up hebben kunnen zien.” Kampherbeek was kerninstructeur en verzorgde de opleiding voor veel van zijn huidige collega’s: “dan zie je iedereen een keertje langskomen. Tijdens de cursusdagen kreeg je het gevoel dat bijna iedereen er wel voor wilde gaan!”
Frans van Leek
Piet de Groot
Henk Kampherbeek
Verschillen in werkwijze De meldkamers in Groningen, Drenthe en Friesland hadden alle drie hun eigen werkwijze, die voortkwam uit de manier waarop de brandweer, politie en ambulance in die regio’s werkten. Er is veel tijd en moeite gestoken in het op elkaar afstemmen van processen en procedures. “Met name bij de brandweer ondervinden we dat de harmonisatie nog een stap verder zou moeten, nog steeds zijn er verschillen in de werkwijze, er zijn bijvoorbeeld nog vijf verschillende OMS systemen in gebruik...” Ook op de meldkamer zelf werden de werkwijzen op elkaar afgestemd. Niet alle veranderingen worden als even positief gezien, Van Leek: “Ik heb 38,5 jaar als centralist gewerkt voor zowel ambulance als brandweer, dat maakte het werk afwisselend en extra interessant. Het had ook voordelen bij multidisciplinaire incidenten.” In meldkamer Noord-Nederland werkt hij alleen voor de brandweer. “Dat is wel erg jammer”. De Groningse meldkamer had het Politie Service Centrum dichtbij, die staat nu op afstand. De Groot, Kampherbeek en Van Leek missen vooral de gezelligheid van de kleine schaal en de letterlijk korte afstand van de oude situatie. Van Leek: “Vooral het persoonlijke contact met collega’s van de andere disciplines mis ik. Soms ga je na een dienst naar huis, zonder een woord met hen gesproken te hebben.” “Vroeger kon je makkelijker anticiperen op wat de andere disciplines aan het doen waren, dat is nu minder.” Bij de ambulancedienst zorgt de indeling van de meldtafels ervoor dat het lastig is voor intake en uitgifte om direct oogcontact te hebben, daar wordt nog aan gewerkt.” Voordelen van de schaalvergroting Voordelen van de bovenregionale samenwerking liggen voornamelijk op het vlak van de interregionale coördinatie. Kampherbeek heeft een voorbeeld: “Laatst had-
den we een overval in de buurt van Peize in Drenthe en hebben we de daders in Joure kunnen pakken.” Dat had in de oude situatie ook gekund, maar dan hadden we heel veel heen en weer moeten bellen. De meeste centralisten zijn verder erg te spreken over de ICT-faciliteiten. De systemen werken goed en zijn helemaal op elkaar afgestemd. Van Leek: “Alles valt of staat met goed gevulde systemen: gelet op de omvang van het project valt dat niet tegen.” Het allergrootste voordeel zit ‘m echter in de schaal. “Voordeel van hele grote club is dat je weerbaarder bent als er iets of iemand uitvalt.” In de oude situatie was de bezetting met name ‘s nachts minimaal en zat je als verpleegkundig centralist alleen, dat zorgde wel eens voor spanning. De Groot: “In die situatie had je bij een begeleiding van een reanimatie altijd wel een soort angst dat er nog een spoedeisend geval bij zou kunnen komen, daar waren we dan niet op ingesteld en kwam het neer op improviseren.” Dat probleem is nu opgelost. Vooruitblik Er wordt werk gemaakt van verbeterpunten zoals de indeling van de ambulancetafels. Ook het licht en de akoestiek wordt aangepakt. Kampherbeek: “Het geluid is nog niet optimaal. Vooral in de binnenste ring kun je uit de gekste hoeken letterlijk horen wat iemand zegt terwijl je moeite hebt om je directe buurman of buurvrouw te verstaan”. Alle regio’s hebben hun eigen kenmerken, die vanuit de ervaring bij de centralisten bekend zijn. Het zomerseizoen in Friesland zal voor de niet-Friese centralisten wennen worden. In de zomer krijgen veel centralisten voor het eerst te maken met hulpverlening op het water. Daar is wel rekening mee gehouden in de opleidingen met casuïstiek maar het voornaamste is dat alle centralisten hun eerder opgedane ervaring in de eigen regio benutten om de collega’s op vlieghoogte te brengen. De landelijke meldkamerdiscussie wordt door de centralisten met interesse gevolgd. Gezamenlijk zijn ze het eens: “Op basis van onze ervaringen kunnen we wel aangeven dat het 10-10 scenario (10 meldkamers met intake en uitgifte, red.) een optimale maat is, niet te klein maar ook niet te groot.” Men moet er rekening mee houden dat er nu al geen rustige momenten meer zijn, het werk gaat altijd door. In de oude situatie was nog wel eens sprake van een stille nacht. “Dat hebben we niet meer.”
Melding! 02 | 2012 11
Bestuur MkNN
“Geen vertraging door bestuurlijke processen” Kunnen in Nederland nieuwe initiatieven nog wel eens averij of flinke vertraging oplopen doordat men er op bestuurlijk niveau te snel de rem op zet, in Noord-Nederland zag men kans dit te voorkomen. Wie alleen al kijkt naar de inrichting van de bestuurlijke processen die bij de totstandkoming van de Meldkamer Noord-Nederland (MkNN) tot stand kwamen, kan niet anders concluderen dat het een knappe prestatie is geweest. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
“Dat we de MkNN is een zo relatief korte tijd hebben kunnen realiseren, is niet in de laatste plaats te danken aan het feit dat we de emotie aan de voorkant van het traject hebben weggenomen. Door eerst gezamenlijk tot overeenstemming te komen over de locatie waar de nieuwe meldkamer moest komen, hebben we meteen de moeilijkste hobbel genomen en konden we het over andere zaken snel eens worden”, vertelt Jan Westmaas, burgemeester van de Gemeente Meppel en lid van de Stuurgroep MkNN. Westmaas, was reeds vanaf het begin bij de totstandkoming van de nieuwe meldkamer betrokken. Van elke provincie waren er twee bestuurlijke afgevaardigden. “Voor Drenthe was het onontkoombaar dat er een nieuwe meldkamer moest komen. Met de meldkamer die we hadden in Assen, hadden we geen twee jaar meer verder gekund. Er was ons
12
dus veel aan gelegen dat er snel een nieuwe zou komen. Voor Friesland gold dat in minder sterke mate en voor Groningen lag het natuurlijk geheel anders. Daar had men recent juist een nieuwe meldkamer in gebruik genomen.” Volgens Westmaas werd het idee om met de drie noordelijke provincies tot een gemeenschappelijke meldkamer te komen, niet eens zo zeer geboren uit de landelijke behoefte en tendens om tot schaalvergroting te komen. “Het idee is ontstaan vanuit de gedachte dat we door samen te gaan de kosten beter onder controle zouden kunnen houden. We hebben dan ook eerst gekeken of dit haalbaar zou zijn en of we daarmee de mogelijkheden zouden creëren om met minder mensen en financiële middelen uit zouden kunnen komen.”
Culturen Nadat gebleken was dat het voor alle partijen op korte of lange termijn financiële voordelen zou opleveren, diende zich de vraag aan waar de nieuwe meldkamer zou moeten komen. “Een cruciale eerste vraag waarvan we wisten dat we daar beter eerst een antwoord op moesten vinden. Na onderzoek hadden we tien locaties in gedachten waar we de voor- en nadelen van op een rij hebben gezet. Iedereen in de regio’s was het er snel mee eens dat het Drachten moest worden, al was voor Groningen in eerste instantie wrang dat zij net een nieuwe meldkamer in gebruik hadden genomen. Door de vaart die we hebben weten te houden in de bestuurlijke procesvorming, kunnen we er met een goed gevoel op terugkijken dat we alles zo snel in gang hebben weten te zetten en dat we dit hier in het noor-
Melding! 02 | 2012
bestuur MkNN
den op deze manier voor elkaar gekregen hebben”, gaat Westmaas verder. Verschillende culturen bij elkaar brengen, nieuwe afspraken maken; er is aan de bestuurlijke kant hard gewerkt om met elkaar aan de slag te gaan. Men wist een hechte werkgemeenschap te vormen die kans zag de hoofdlijnen op tafel te houden en te voorkomen dat punten en komma’s de zaak onnodig zouden vertragen. “Dat we de vaart er goed in hielden en we als bestuurders geen remmende factor zijn geweest, heeft meerdere redenen. Allereerst was er de noodzaak, zeker hier in Drenthe, om een en ander te bespoedigen. Daarnaast hebben we hier in het noorden al eerder een goede samenwerking tot stand weten te brengen op recherchegebied. Daar komt bij dat we elkaar goed begrijpen, elkaars belangen zien en elkaar respecteren. Het is zoals gezegd echter wel cruci-
aal geweest om eerst af te spreken waar de meldkamer moest komen. Hadden we dat niet gedaan dan was er een enorme vertraging op getreden of was uiteindelijk het besluit gevolgd om het alsnog niet te doen.” Bovenregionale samenwerking De bovenregionale samenwerking was volgens Westmaas ook niet helemaal nieuw. “Eerder hebben we al het Politie Service Centrum weten te realiseren. Verder speelt mee dat het plan is ontstaan uit een natuurlijk proces waarbij we het als een noodzaak zagen om onze financiële middelen zo efficiënt mogelijk te besteden. Om samen verder te kunnen is het belangrijk dat we elkaar goed verstaan en elkaar waarderen.” Westmaas is trots op de MkNN zoals die in deze vorm gestalte heeft gekregen. “Het over-
gangsproces werkte honderd procent en zonder vertraging. Door de afspraken die we hebben kunnen maken met de Meldkamer Oost Nederland (MON) hebben we bovendien een goed alternatief weten te bereiken voor een tweede meldkamer als reservemiddel. Dat zou veel duurder zijn geweest.” Westmaas verwacht dat we in Nederland uiteindelijk op tien meldkamers uit zullen komen. “Het is daarbij van belang dat een centralist een goed beeld heeft van het gebied waar hij werkt. Hij moet er een gevoel bij hebben. Het samenvoegen van de meldkamers van onze drie provincies gaat goed omdat we ondanks cultuurverschillen veel gemeen met elkaar hebben. Dat zou anders zijn dan wanneer we ons zouden aansluiten bij bijvoorbeeld de meest zuidelijke provincies van Nederland.”
Melding! 02 | 2012 13
ict van MkNN
ICT van MkNN een huzarenstukje Men neem een nieuw gebouw, voege drie meldkamers samen, hijsen de vlag en bedienen een gebied waarin 1,7 miljoen mensen wonen. Was het maar zo eenvoudig. Want hoe koppel je allerlei nieuwe systemen en laat je de juiste mensen binnen en buiten de kolommen de juiste informatie met elkaar delen. Alleen al qua ICT heeft men in de Meldkamer NoordNederland (MkNN) een huzarenstukje weten af te leveren. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
Een informatieknooppunt als een meldkamer is in toenemende mate afhankelijk van een goed werkende ICT-infrastructuur en systemen die probleemloos met elkaar werken. Door allerlei koppelingen is dit de afgelopen tien jaar alleen maar complexer geworden. Bij de totstandkoming van de MkNN ging men dan ook niet over één nacht ijs. De eerste schetsen werden in 2007 al gemaakt in goed overleg met de vtsPN. Hiermee zijn we in eigen beheer verder gegaan”, vertelt Gerwin Bruynooge, technisch projectleider van de MkNN. In 2009 lag er een globaal technisch ontwerp (GTO) op tafel waaraan tot de realisatie in 2011 nog het nodige is geschaafd om te fine-tunen. Op basis van dit GTO is een Detail Technisch Ontwerp geschreven wat het vertrekpunt is geweest voor verdere ontwerpen van deelsystemen zoals de inrichting van de telefonieomgeving en de AV middelen. Een uitgangspunt bij de ontwerpen was dat alle onderdelen modulair opgebouwd worden maar dat ze maximaal interfereren en informatie kunnen uitwisselen. Dat betekent dat uitval van een systeem nooit de hele meldkamer kan platleggen maar dat dit systeem maximaal informatie kan uitwisselen met andere systemen. “We zijn in die periode ook verder gegaan met het inrichten van OOV-Alert, het call-out systeem waar in deze editie van Melding! verder bij wordt stilgestaan, het inrichten van de GIS en GMS-systemen en uiteindelijk de inrichting van de technische ruimte. Daarbij hebben we onder andere met vtsPN afgestemd met welke partners bepaalde informatie gedeeld en ontsloten moest worden.” In april 2011 volgde de opbouw van de pand, het plaatsen van alle systemen en het aanleggen van de benodigde infrastructuur en het inrichten en opbouwen van de meldtafels. Een flinke klus wanneer je kijkt naar de omvang waarbij alleen al sprake is van 47 systeemkasten, 2.500 UTPaansluitingen en 90 spanningsgroepen. Een race tegen de onverbiddelijke klok want in augustus moest alles klaar zijn voor de opleiding van centralisten.
14
Multidisciplinaire opzet Bruynooge: “Bij de inrichting is er veel aandacht besteed aan de wijze waarop alle kolommen en partners informatie met elkaar moeten kunnen delen. Alle nodige informatie moet voor hen op de juiste manier beschikbaar en te verwerken zijn. Anderzijds moesten er ook systemen van elkaar gescheiden worden. Bepaalde informatie moet immers gedeeld kunnen worden, maar andere informatie juist niet. Soms zit je daarbij op een snijvlak en is goed overleg nodig. Je hebt immers te maken met partijen binnen één kolom die wel samenwerken maar niet gefuseerd zijn, alleen ten aanzien van intake en uitgifte.” Om tot een goede uitwijk en fallback te komen, werd het project DAZ (acroniem
Melding! 02 | 2012
ict van MkNN
voor Drachten, Apeldoorn en Zeewolde) in het leven geroepen. Daarbij werd voor een dusdanige gelijkvormige inrichting gekozen dat de meldkamers van Apeldoorn en Drachten optimaal zijn afgestemd. Standaardisatie en uniformiteit is hier uiteraard de sleutel om dit mogelijk te maken. Daarnaast is er uiteraard voorzien in redundante verbindingen. “Alle informatie die men op beide meldkamers verwerkt worden continu gesynchroniseerd. Een proces dat dus twee kanten op gaat. Hierdoor is het mogelijk dat een meldkamer ‘á la minute’ het werk van de ander kan overnemen en vanaf dat moment ook meteen over alle actuele informatie beschikt. Daarin zijn we trendsettend in Nederland”, aldus Bruynooge. En om met Staatssecretaris Fred Teeven, die eind november de officiële openingshandelingen van de MkNN verrichtte te spreken: “Deze nieuwbouw is het voorbeeld voor de meldkamer van de toekomst.” Systeemruimte De Main Equipment Room (MER) is het zoemende hart van de MkNN. In deze ruimte van 144 m2 is alle systeem apparatuur van de meldkamer geplaatst. Deze apparatuur is in 47 kasten geplaatst. Systemen die hier te vinden zijn, zijn onder andere C2000, AV-Middelen, IP-TV, netwerk componenten, OMS en WAS systemen en een compleet gevirtualiseerde serveromgeving. Een uitgangspunt was dat er zo min mogelijk actieve componenten op de meldkamer geplaatst zouden worden. Zodoende zijn de werkplekken in de MER geplaatst en met TCP/IP extenders naar de meldtafel gebracht. Omdat de werkplekken met DVI zijn uitgerust vind er geen kwaliteitsverlies in het signaal plaats. De bekabeling in de MER is van CAT6a standaard en is afgemonteerd op 45graden patchpanelen om zodoende overzichtelijke patching van bekabeling te kunnen garanderen. Om alle apparatuur te koelen zijn er 3 computairs geplaatst die koele lucht onder de computervloer blazen om de temperatuur op een
constante waarde van 23 graden te houden. De kasten zijn opgesteld in een zogenaamde warme en koude straat opstelling. Alle apparatuur wordt gevoed door een dubbele NUTS-voorziening die bij uitval wordt overgenomen door een redundantie aggregaat en een redundante UPS van 25kVA per stuk. Meldkamer In de meldkamer zijn 26 meldtafels geplaatst, vier tafels ten behoeve van opschaling en vier tafels ten behoeve van informatie voorziening en real-time-intelligence (RTI). Naast deze ruimtes is er ook een ruimte voor de meetplan organisatie (MPO) en een briefingruimte. De ondersteunende functies alsmede het RCC met twintig werkplekken wordt ook door de MkNN gefaciliteerd. Iedere meldtafel heeft, conform de gebruikerswensen, zes digitale 24uurs LCD schermen, één toetsenbord, één telefoon met touchbediening en een headset. Uitgangspunt was dat alle tafels multidisciplinair ingericht worden. We hebben daarmee dus free-seating op alle werkplekken gerealiseerd. Er zijn dus geen exoten op de tafel te vinden zoals extra schermen, toetsenborden, knopjes of andere zaken. Iedere meldtafel is uitgerust met één werkplek met Windows 7, 64bit en Office 2010, één werkplek ten behoeve van C2000 en één werkplek voor diverse stand-alone applicaties zoals WAS, OMS, PAC en dergelijke. Om de uitval van lokale C2000 apparatuur te kunnen ondervangen is een C2000 mobilofoon in de tafel geplaatst die enerzijds met een applicatie aan de werkplek is gekoppeld en anderzijds aan de C-Face is aangesloten. Op deze manier volgens Bruynooge gekozen voor uniformiteit in het werkproces. Het is tevens mogelijk om beelden (TV of video) naar de werkplek toe te halen of om deze in de ruimte te delen. Op deze manier kan er eenvoudig afgezonderd aan een incident gewerkt worden, maar kan het indien noodzakelijk ook weer met collega’s gedeeld worden. >>
Melding! 02 | 2012 15
ict van MkNN
Beheer Het beheer van al deze techniek wordt door de beheerafdeling van de MkNN zelf uitgevoerd. Om dit beheer correct uit te kunnen voeren zijn er een aantal hulpmiddelen in het netwerk geplaatst. Centraal in het netwerk is een portaal opgenomen wat alle netwerken, informatiestromen en koppelingen realiseert. Dit dubbel uitgevoerd portaal met geïntegreerde virusscanners was een wezenlijk onderdeel van de discussie tijdens het opstellen van het programma van eisen. De meldkamer heeft informatie en wil die flexibel, conform beveiligingseisen, met partners kunnen delen. Elementair in deze uitwisseling is dit portaal. Om applicaties en updates naar de werkplekken te sturen is er een softwaredistributie pakket geplaatst. Deze applicatie maakt het op eenvoudige wijze mogelijk om een applicatie op uniforme wijze naar een werkplek te sturen. Ook is er om proactief op meldingen te kunnen reageren een applicatie aangeschaft die alle systemen (Windows en Unix) monitored en via SMS beheerders van eventuele verstoringen op de hoogte brengt. Het beheer van alle meldkamersystemen (zowel functioneel als technisch)
wordt uitgevoerd door twaalf FTE’s inclusief een coördinator ten behoeve van aansturing. Ontwerp De ontwerpen van de meldkamer zijn zoals gemeld onder andere gebaseerd op de volgende uitgangscriteria: • • •
Toekomstvast Trendvolger en geen trendzetter Flexibel
“Tom van der Vlist, algemeen projectmanager MkNN, gaf bij de start van de ontwerpen heel duidelijk aan dat de klant, de burger, maar bij één ding gebaat is en dat is continuïteit en stabiliteit. Geen zaken bedenken die nauwelijks te beheren zijn en die niet eerder zijn gedaan. Samen met het programma van eisen en het GTO heeft dit alles geresulteerd in een praatplaat die bij alle discussies weer op tafel kwam. Deze praatplaat staat in versimpelde vorm hieronder vermeld.”
16
Melding! 02 | 2012
verhuizing
Drie spannende nachten ‘The proof of the pudding is in the eating’, zouden de Engelsen zeggen. Oftewel, toen de meldkamer in Drachten er helemaal klaar voor was, konden de meldkamers in Leeuwarden, Assen en Groningen in drie nachten worden gemigreerd naar Drachten en zou blijken of alles naar behoren werkte. Dat een goede voorbereiding het halve werk is, bleek ook hier meer dan een tegeltjeswijsheid. Natuurlijk waren er spannende momenten en verschilden de drie nachten van elkaar, maar de migratie verliep uiteindelijk probleemloos. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
Voor de gefaseerde migratie van de drie meldkamers werd gekozen voor drie nachten van maandag op dinsdag, nachten waarop er gemiddeld het minste meldingen binnenkomen. In de nacht van 31 oktober op 1 november was Friesland aan de beurt. “De omroutering van 1-1-2 bepaalde de migratie volgorde. Eerst 1-1-2 verhuizen van Leeuwarden naar Drachten. Vervolgens de andere regio’s daarnaartoe geleiden.”, vertelt de projectmanager IM&ICT, Hein Meijer. Op 19 juli bestond de meldkamer al voor C2000 en dit werd toen al gevierd met een simultaan gesprek tusssen het hoofd meldkamer, het hoofd van VtsPN-UMS en een lid van de programmadirectie MkNN vanuit Drachten, Driebergen en Venlo. De MkNN was vanaf medio augustus 2011 al voor het grootste groot deel ‘in functie’. Er stonden toen negen volledige werkplekken klaar voor de centralisten. Uiteraard nog niet gekoppeld aan de live-omgeving, maar aan de opleidingsomgeving. In september en oktober vonden de opleidingen plaats. Die periode werd ook gebruikt om functionaliteiten toe te voegen en er werd iteratief fine-getuned. Met die werkplekken begonnen de Friezen in Drachten. In de eerste nacht was men er in Drachten klaar voor met negen werkplekken, voldoende om het werk van die eerste nacht aan te kunnen. “Uiteraard blijft het spannend als je van de opleidingsomgeving overgaat naar de productieomgeving. Dan weet je pas écht of alles daadwerkelijk naar behoren werkt.” Na de succesvolle migratienacht werd meteen de resterende C2000apparatuur van de oude meldkamer in Leeuwarden naar Drachten gebracht. Zo werd vervolgens het aantal volledige meldtafels van negen naar veertien gebracht, voldoende om de Drenten te ontvangen in de MkNN.
Voorbereiding De migratie werd voorbereid door middel van een algemeen draaiboek waarin rollen en taken waren beschreven. Afgeleid hiervan twee minuten-draaiboeken per migratienacht: een overall stappenplan, met een personeel en locatie overzicht en tevens een functioneel draaiboek waarin de stappen per meldkamer en ook de activiteiten, zoals het opnieuw aanmelden van eenheden op straat stonden beschreven. Iedere ketenpartner had voor zijn eigen deel een hierop afgestemd draaiboek. “Na de zomer begonnen de opleidingen. Een hele roostertoer om iedereen aan bod te laten komen terwijl ook het werk in de ‘oude’ meldkamers doorging. Eigenlijk was de MkNN al gewoon bezet. We moesten hieromheen goed inplannen hoe en wanneer we de laatste tests uitvoerden of gingen sleutelen aan de techniek. Ook dat was een roostertoer”. Tijdens de eerste nacht waarbij men in Friesland van Leeuwaren naar Drachten migreerde was er tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends een normale bezetting, ook in Drachten zodat eigenlijk van een dubbele bezetting gesproken kan worden. “Die nacht werd als eerste 1-1-2 gerouteerd. Daarna volgden de koppelingen met de ketenpartners. Hierbij werkten we met een draaiboek waarin veel voorbereiding is gestoken. Iedere partij had bovendien zijn eigen draaiboek maar moest wel posten bij de andere. De volgorde waarin diverse partners werden gekoppeld was immers heel belangrijk.” Uitgangspunt tijdens deze verhuizing was dat het mogelijk moest zijn om GRIP 1 en 2 situaties gewoon te kunnen afhandelen. Het was echter ook mogelijk om de verhuizing desnoods even te onderbreken. Dat gebeurde ook in derde nacht van Groningen, op het moment dat GIS werd overgezet. Er was juist toen een incident gaande en het was nodig om de politieauto’s te zien
Melding! 02 | 2012 17
ICT blijven rijden. Toen is er heel even gewacht met de verhuizing tot uit het veld het signaal kwam dat dit incident was afgehandeld. De overgang hebben we zo laagdrempelig mogelijk gehouden. In die zin dat we het niet onnodig ingewikkeld hebben gemaakt en juist de vakmensen bij elkaar hebben gebracht. Het belangrijkste wat ons te doen stond was kijken of alle koppelingen werkten en controleren of alle gegevens er wel goed doorheen gingen. Zo moet GMS de BVH goed kunnen voeden en dient de administratie van de ambulancezorg vlekkeloos te verlopen”
schuwt Meijer dat je bij een dergelijk traject juist die laatste fase niet moet onderschatten. Het onderschatten zou dan grote gevolgen kunnen hebben. Het is dus verstandig ook dan juist je hoofd erbij te houden. Routine kan leiden tot gemakzucht.” Na de drie nachten was de klus nog niet geheel geklaard en kreeg het beheer het nog behoorlijk druk met finetunen. Inmiddels heeft de migratie zich al volop in de praktijk bewezen, zoals recent nog met oud en nieuw en de opschaling ontstaan door het hoge water in januari.
Verschil De nachten waren volgens Meijer verschillend van aard. De eerste nacht was het meest druk en daarna werd het rustiger doordat men tijdens de tweede en derde nacht kon putten uit de ervaringen van de eerste nacht. In de nacht van 7 op 8 november werd Drenthe gemigreerd. “De centralisten werden daarbij ondersteund door de Friezen die inmiddels al wat ervaring hadden met de nieuwe werkomgeving en baanbrekers zijn geweest. Ik neem mijn petje voor de centralisten af. Ze kregen met veel veranderingen te maken. Andere schermen en andere methodes. En ook: hele andere geluiden om je heen vanuit de apparatuur. Toch verliep het allemaal heel soepel en was er geen sprake van een cultuurshock. Qua overgang was het wel prettig dat de migratie in drie stappen gebeurde en niet in één keer. Toen Groningen er in de nacht van 14 op 15 november bij kwam, werd het echt volle bak.”
Telefonie en 1-1-2 Twee zeer intensieve trajecten waren die van de inrichting van de nieuwe, toekomstgerichte telefonieomgeving en 1-1-2. Beide nieuw qua techniek en bediening. “Belangrijk daarbij was hoe de gebruikersinterface eruit zou zien zodat de centralisten er goed mee uit de voeten kunnen. Ook hier geldt dat je nog zo goed van tevoren van alles kunt bedenken, maar dat je in de praktijk toch nog wilt verbeteren. Ook na de migratienachten is hierin veel geïnvesteerd. Met de leverancier van het telefonieplatform is nadrukkelijk gekeken hoe we er het meeste uit konden halen. Een redundante telefonieoplossing is mooi, maar met een grondig overleg over het goed inhangen in de MER van de MkNN hebben we een en ander nog beter kunnen maken. Belangrijk in de samenwerking is ook een goed en open overleg over bijvoorbeeld het koppelen met andere systemen. Sommige zaken hadden nog veel voeten in aarde. Zoals het implementeren van de telefoonlijsten. Daarbij is er een flinke bezem door de oude gegevens gegaan. Maar ook het veld moest weten hoe de nieuwe meldkamer te bereiken is. Veel interne en externe communicatie dus en dat is allemaal onder flinke tijdsdruk gelukt. 1-1-2 was en is een apart landelijk project. De MkNN kreeg de ‘nieuwe” 1-1-2 op het allerlaatste moment. Oude apparatuur om op terug te vallen was er niet. Meest spannend was uiteindelijk de koppeling tussen 1-1-2 met de telefonieomgeving en het GMS. “Voor de centralist is het wennen aan een nieuwe manier van werken met behulp van het landelijk aangeleverde materiaal. Hoe goed je alles ook voorbereid, wanneer je de spullen in handen hebt en ermee werkt, zie je pas echt hoe het werkt.”
De eerste nacht zijn er even wat technische problemen geweest rondom het op gang komen van 1-1-2. Vooraf was bepaald tot hoe laat men door zou kunnen gaan om eventueel tijdig terug te kunnen keren naar de oude situatie zodat de ochtendploeg gewoon weer in de oude omgeving zijn werk kon doen. “Het op een zeker moment echt even heel spannend geweest of het zover moest komen. Maar de vergadering die we toen hadden was heel open, warm, maar ook zakelijk. Er was geen paniek en niemand schoof de ander de Zwarte Piet toe. Met warme communicatie zijn we er uitgekomen. Dat kan alleen maar als je allemaal erop gericht bent dingen samen op te lossen en wanneer je samen een draaiboek volgt met mensen die ergens voor staan.” Hoewel de laatste nacht dus aanzienlijk makkelijker was, waar-
18
Melding! 02 | 2012
alarmering
Betrouwbare waarschuwing en goed overzicht in GRIPsituaties met OOV-Alert! De nieuwe Meldkamer Noord-Nederland (MkNN) is uitgerust met een nieuw Incident Notification System: OOV-Alert. Met dit nieuwe alarmeringssysteem wordt de opbouw van de hulpverlening die bij een GRIP in gang wordt gezet op een overzichtelijke manier voor betrokkenen weergegeven. Nieuw is dat niet de meldkamer, maar alle kolommen en partners zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer van hun gegevens. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
Op het moment dat er wordt besloten om op te schalen naar een GRIP-situatie, waarbij er dus altijd sprake is van een multidisciplinaire inzet, wordt het systeem door een centralist in werking gesteld. OOV-Alert zorgt voor de alarmering van de van te voren bepaalde functies. “Eigenlijk is het beter te spreken over posities. Zo kan het om een burgemeester gaan, maar betreft het feitelijk de burgemeester van dienst. Dat zou dus ook een wethouder kunnen zijn of iemand anders van wie is bepaald dat hij in bepaalde situaties de taken van de burgemeester waarneemt”, vertelt Harry Wonderman, Management Consultant bij Ordina en werkzaam binnen het project MkNN. Nadat de centralist de GRIP heeft afgegeven belt OOV-Alert de meldkamer eerst terug, zodat de centralist nog een gesproken boodschap mee kan geven aan de alarmering. De gealarmeer-
den kunnen bij een oproep van OOV-Alert aangeven of zij in staat zijn gehoor te geven aan het meewerken bij het incident. Indien ze dit bevestigen (door een ‘1’ te drukken op hun telefoon) krijgen ze daarop vervolgens de gesproken tekst van de centralist te horen. “Iedereen die wordt opgeroepen, krijgt te horen voor welke functie hij voor het betreffende incident wordt opgeroepen zodat hij of zij weet wat er van hem of haar verwacht wordt.” OOV-Alert belt bij geen gehoor maximaal twee keer naar een nummer. Daarna wordt overgeschakeld naar een eventueel volgend nummer dat is ingevoerd voor de te alarmeren functie. Reageert iemand niet, dan wordt voor die zelfde functie uiteindelijk iemand anders opgeroepen. Wonderman: “Op de meldkamer is continu te volgen wat de status van de voortgang is. Zou er sprake zijn van een te krappe respons, dan kan men tijdig ingrijpen.”
Melding! 02 | 2012 19
alarmering
Decentraal Groningen en Friesland gebruikten een dergelijk systeem al eerder. Voor Drenthe is het relatief nieuw en vraagt het dus om iets meer gewenning. “Iedere kolom of partnerorganisatie is zelf verantwoordelijk voor de juiste gegevens die in de database staan. Door de mogelijkheden die het nieuwe systeem biedt is het gegevensbeheer nog verder gedecentraliseerd.. Bij de MkNN gaat het namelijk om veel organisaties en enkele duizenden mensen. Voor de meldkamer is het ondoenlijk geworden deze gegevens zelf bij te houden en vooral, om te zorgen dat de juiste personen aan bepaalde functies gekoppeld worden. Is iemand niet aan een functie gekoppeld, dan zou hij bij een alarmering nooit opgeroepen kunnen worden. Het up-to-date houden van het systeem is een continu proces. De contactpersonen van alle organisaties hebben daarvoor een eigen inlogaccount waarmee ze ook toegang hebben tot alle alarmeringsafspraken van de betreffende organisatie. “Door regelmatig proefalarmen te draaien, houden we de vinger aan de pols en checken we of alles inderdaad loopt zoals in de gemaakte afspraken is vastgelegd.” Mono-opschaling OOV-alert kan behalve voor GRIP-situaties waarbij meerdere disciplines betrokken zijn, ook gebruikt worden voor een even-
20
tuele mono-opschaling. Wonderman: “Daarbij kan het gaan om bijvoorbeeld de inzet van de Mobiele Eenheid, de GHOR of inzet van een Brandweerpost (voor hen is OOV-alert te gebruiken als backup tijdens omstandigheden waarbij hun pager niet werkt). OOV-alert wordt ook gebruikt voor persalarmering. De pers wordt per sms gewaarschuwd in geval van ongevallen op het spoor of wanneer er sprake is van een spookrijder. Dergelijke gevallen komen dagelijks een paar keer voor.” Inmiddels zijn vooral Groningen en Fryslân goed ingevoerd in de werking van OOV-Alert. Aan de invoering van het systeem in Drenthe wordt nog gewerkt. Wonderman: “ Daar zijn we nog mee bezig , maar nu is al duidelijk dat het feit dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van zijn eigen gegevens, de betrouwbaarheid van het systeem alleen maar ten goede komt..” Het systeem is inmiddels al een aantal keren naar tevredenheid gebruikt. Harry Wonderman (Ordina) en Mark Aukema (Hulpverleningsdienst Groningen) waren samen verantwoordelijk voor de implementatie van OOV-Alert bij de MkNN. Vlak na het live gaan van OOVAlert deed zich een forse wateroverlast voor in Groningen en Fryslân. Het systeem functioneerde goed maar de bediening ervan leverde nog een aantal verbeterpunten op. Deze verbeterpunten zijn inmiddels aan de centralisten teruggekoppeld.
Melding! 02 | 2012
Meldkamer haaglanden
GRIP OP ALARMERING GRIP-1 Burgemeester
HoVD
1
VG=1
Pers
OOVAlert is het meest complete en gebruiksvriendelijke
VG=1
calamiteiten- en incident-beheersingssysteem voor meldkamers. Met OOV Alert snel (groepen) mensen
OVDB
GRIP-2
VG=1
VG=1
1
2
3
4
1
2
HoVD
3
1
multimediaal informeren over een calamiteit en die
VG=1
1
ROT
VG=1
5
2
3
VG=3
3
4
5
6
VG=3
VG=6
Brandweer
Geneeskundig
Politie
GRIP-3 Burgemeester
RBT
1
1
4
2
3
5
6
VG=1
2
1
2
1
2
4
3
4
3
4
5
6
7
8
5
6 1
2
3
4
CDK
5
1
VG=7 VG=4 Brandweer
8 9 Burgemeester
4
2 5
6
RBT
10 11 12 1 VG=12
VG=1
1
VG=8 Politie
2
3
4
5
6
8 CDK
9
10Pers 11
12 13 14VG=1 15 1 VG=15
6
Geneeskundig VG=6
OVDB
RGF
VG=1
VG=1
2
3
4
1
2
3
4
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
Groep / afdeling
4
5
6
8
9
10 11
7
Functie Persoon
12 13 14 15
VG=12
VG=9
VG=15
Brandweer
Geneeskundig
Politie
• GMS integratie
• Voorbereid op Location Based Services Posities:
1
modules
• Ongelimiteerde media per deelnemer
VG=4
VG=1
• Modulaire opbouw met losse SMS-, IVR- en hardware-
• Gescheiden beheer en meerdere autorisatieniveaus
1 DCC
OVDP
VG=4
• Realtime monitoring
MBZ
Politie
1
open standaarden.
GRIP-3
7
VG=9
5
eigen beheer ontwikkeld, webbased en op basis van
GRIP-2
17 28 3 9 4
Brandweer
MBZ
VG=5
1
3
Pers
Geneeskundig
VG=1
7
ontwikkeling van alarmeringapplicaties. Volledig in
3
GRMT
OOV Alert is een product van OrcaGroup, een telecommunicatiespecialist met een jarenlange ervaring in de
1
VG=1
1
VG=1
VG=1
VG=1
3
3
VG=1
OVDP
2
2 VG=3
OVDP
RGF
GRIP-4 5 6
1
1
RGF
OVDB
4
Pers
OVDB
7
VG=6
mensen snel mobiliseren.
2
Burgemeester
VG=5
GRIP-1
1
OVDP
RGF
• scenario-invulling op basis van deelnemers, afdelingen, groepen, organisaties en/of functies • Zowel als product als dienst leverbaar
GRIP-4
Meer weten? Bel 0412 695 100 of kijk op www.oovalert.nl
Cereslaan 8, 5384 VT Heesch Postbus 80, 5384 ZH Heesch t 0412 695100 f 0412 651995
e
[email protected] www.orcagroup.com
Melding! 02 | 2012 21
het gebouw
Multifunctioneel eiland De Meldkamer Noord-Nederland is gevestigd in een bijzonder gebouw dat tal van mogelijkheden biedt aan zowel de Politie Fryslân, de KLPD en de afdeling Forensische Opsporing van de Noordelijke Recherche Eenheid (technische recherche). Met algemeen projectleider Gerko Bosma, zetten we de vele faciliteiten nog even op een rijtje. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
“Het is een gebouw geworden waar we trots op kunnen zijn. Het mooie vind ik zelf de samenhang tussen alle ruimtes. Die zijn alle zonder ingrijpende veranderingen aan te brengen snel aan te passen om te worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Dat alles op een eiland. Een kleine veste is het eigenlijk. Het mooie is dat we alles binnen de geplande tijd hebben weten te realiseren en dat we binnen het budget zijn gebleven”, aldus Bosma. Bosma, werkzaam bij de Politie Fryslân, kent de klappen van de zweep. Hij werkte mee aan de bouw van 25 politiebureaus en ontwierp in opdracht van de Veiligheidsregio ook het Regionaal Coördinatie Centrum. Wie het gebouw Azeven binnenwandelt, vindt op de benedenverdieping ondermeer de ruimtes voor de Integrale beroepsvaardigheidstrainingen van zowel KLPD als de Politie Fryslân. Zo bevinden zich hier twee schietbanen met vier schietpunten en de bijbehorende ondersteunende ruimtes. Onder de grond bevinden zich de warmte en koudeputten om de klimaatbeheersing in het gebouw zo duurzaam mogelijk te laten zijn. Voor de meldkamer en het coördinatiecentrum zijn er twee noodaggregaten. Oefenen Op de bovenverdieping bevinden zich twee sportzalen die om te bouwen zijn tot congrescentrum en er is een fitnessruimte te vinden in de oefenstraat. Bosma: “Voor eventuele uitbreidingsmogelijk zijn er twee onder één kap woningen waarin negen trappen zijn verwerkt voor het trainen van aanhoudingstechnieken. Ruimtes waar men met een vuurwapen naar binnen kan. De muren zijn afneembaar zodat ze snel schoon te maken zijn wanneer er met zeeppatronen wordt geschoten. In deze ruimtes kan men zich ook bekwamen in het intrappen van deuren. Door gebruik te maken van zware kozijnen en de deuren met breekpennen te bevestigen, ervaart men wel de normale weerstand maar raakt de deur verder niet beschadigd.” Op dezelfde verdieping bevinden zich ook klimwanden om allerlei situaties na te bootsen en is er het ‘shootinghouse’ waar men met films in combinatie met laserschieten kan oefenen. Eveneens is voorzien in twee dojo’s, oftewel gevechtsruimtes waar men zich in judo en andere gevechtstechnieken kan bekwamen. Vlakbij de meldkamer is het forensisch laboratorium te vinden, alwaar onderzoekruimtes
22
voor DNA-onderzoek zijn ingericht. Ook verkeersongevallen analyses worden hier gemaakt. In de keuringsstraat is de bedrijfsgezondheidsdienst te vinden waar politiemedewerkers jaarlijks gekeurd worden en waar aanstellingskeuringen plaatsvinden. Op deze plek in het gebouw is ook een kleine fitnessruimte ondergebracht voor degenen die in een re-integratietraject zitten en hier kunnen trainen. Multifunctioneel Een van de technische hoogstandjes in het gebouw is te vinden in het auditorium waar plaats is voor zo’n 90 personen. “Het mooie van deze ruimte is dat deze voor meerdere doeleinden te gebruiken is en dat er gebruik gemaakt kan worden van diverse audiovisuele middelen. De zes vergaderzalen die om het restaurant heen liggen, zijn eveneens audiovisueel hetzelfde ingericht. Deze ruimtes kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden door het IBT bij rampen door het SGBO van de Provincie. Losse afstandsbedieningen zijn vervangen door een kastje in de muur. Alles is zo gekoppeld dat men vanuit de regiekamer alle beelden, als dat nodig is, door het hele pand kan tonen.” Niet onbelangrijk voor een pand met 115 werkplekken en gemiddeld 70 bezoekers per week (los van de rampenbestrijding) is het restaurant waar 110 zitplaatsen zijn. En om tot slot nog een cijfer te noemen: Azeven beschikt over 200 parkeerplaatsen.
Melding! 02 | 2012
het gebouw
Het gebouw Azeven, waarin de nieuwe meldkamer is ondergebracht, is een ontwerp van de architect Renzo Pavanello van BCT Architecten. Het staat op het bedrijventerrein Azeven in Drachten op een eiland van bijna 20.000 vierkante meter. Het gebouw Azeven zelf heeft een oppervlakte van 10.000 vierkante meter. Naast de ruimtes voor de Meldkamer Noord-Nederland, en zeer veel ruimte voor beroepsvaardigheidstrainingen voor de politie, huisvest het gebouw ook het Regionaal Coördinatiecentrum van de veiligheidsregio Fryslân, de bedrijfsgezondheidsdienst van de politie Fryslân, onderzoeksruimtes en een laboratorium voor de Forensische Opsporing in Noord-Nederland en de afdeling Verkeersongevallen Analyse voor Fryslân. Het gebouw had een aanneemsom van 25 miljoen euro. De technische inrichting van de Meldkamer Noord-Nederland, kostte 12 miljoen euro.
Melding! 02 | 2012 23
reacties uit het land
“Belangen van alle kolommen goed behartigd” Vanuit heel Nederland wordt er inmiddels met grote belangstelling en veel bewondering gekeken naar de wijze waarop de MkNN tot stand is gekomen. Zoals staatssecretaris Teeven al opmerkte: “De MkNN is een voorbeeld voor de meldkamer van de toekomst.” Voor huidige grote projecten waarbij aan nieuwe meldkamers wordt gewerkt, is het goed de kennis en ervaring die men in Drachten heeft opgedaan, te delen. Door Laurens van Aggelen, Melding! Magazine
“We hebben elkaar al reeds in de beginfase van de totstandkoming van de MkNN al snel gevonden”, vertelt Ruud Rijkse, Programmamanager Operationeel Centrum Midden Nederland (OCMNL). “Het was voor ons van groot belang dat de technische infrastructuur en inrichting zoveel als mogelijk eenduidig zou worden ingericht zodat er informatie in de toekomst kan worden gedeeld en wij elkaars uitwijk en fallback kunnen zijn. In eerste aanleg tussen Drachten, Apeldoorn en Zeewolde Hiervoor hebben we het Top-Domein ontwikkeld, waardoor nieuwe meldkamerdomeinen in Nederland aan elkaar verbonden kunnen worden . Alle reden om met Apeldoorn en Zeewolde zaken goed af te stemmen.” Het Operationeel Centrum Midden-Nederland zal naar verwachting 2014-2015 operationeel worden. In de aanloop daar naar toe is men nu bezig met een versnelde samenvoeging van de meldkamer van Flevoland en de Gooi- en Vechtstreek.” “Hoewel er vanuit het topdomein zal worden gewerkt, behoudt een ieder de inbreng vanuit zijn eigen domein. Wat we van de MkNN kunnen leren is dat het belangrijk is om focus op je doel te blijven houden en te zorgen dat je ook met de bestuurders op één lijn weet te blijven. In de nieuwe meldkamer is goed rekening gehouden met de inzichten die zijn vastgelegd in het visiedocument voor de meldkamers van 2005, bijvoorbeeld ten aanzien van de multi-intake”, aldus Rijkse. Focus Focus op het beoogde doel houden om tot optimale kwaliteitsverbeteringen te komen, is waar men in Drachten volgens Rijkse goed in is geslaagd. “Men is er in geslaagd om met alle partijen in gesprek te blijven. De wijze waarop Tom van de Vlist erin is geslaagd om de belangen van alle kolommen op tafel te blijven leggen en voortdurend het Multi-karakter van de meldkamer voor het voetlicht te houden verdient alle bewondering. Ik
24
heb er bovendien grote bewondering voor hoe allerlei processen geharmoniseerd zijn. Wat we er van kunnen leren is hoe belangrijk het is om vanuit een multi-projectleiderschap aan te blijven sturen en alle medewerkers voortdurend bij alle ontwikkelingen te betrekken en gebruik te maken van hun deskundigheid. Het is te zien dat centralisten een grote invloed hebben gehad op de inrichting, zonder dat daarbij op welke manier ook afbreuk is gedaan aan de doelstellingen.” Het was volgens Rijkse een verstandig besluit dat men bij de MkNN er voor heeft gekozen om eerst met het heetste hangijzer aan de slag te gaan. “Net als we zelf bij de Stichtse Brug hebben gedaan, zijn ze begonnen met de locatiekeuze.” Herkenbaarheid “Ook bij ons in Haaglanden zie ik dat het niet zozeer de bouwvoorbereidingen zijn, maar vooral het belang om voordurend alle betrokkenen bij het gehele proces te betrekken. Hierdoor zorg je er voor dat alle nieuwe ontwikkelingen en veranderingen voor iedereen herkenbaar blijven. Wanneer je daar geen oog voor hebt, stuit je later alleen maar op problemen die voorkomen hadden kunnen worden”, aldus Ewald Beld, Chef Meldkamer van de Politie Haaglanden, zelf nauw betrokken bij de totstandkoming van meldkamer ‘De Yp’ in Haaglanden. “Oog houden voor aardse zaken, noemde Tom van der Vlist het in zijn openingstoespraak. Daarmee sloeg hij de spijker op zijn kop. Vasthouden aan je eigen visie zonder hoogdravende verhalen waarmee je anderen tegen de borst stuit. Wat je in een dergelijk project ook voor ogen moet houden is dat je bereid moet zijn je voor te bereiden op tegenslagen die je tijdens de realisatie op je weg vindt. Het is belangrijk te weten hoe je daarop moet reageren. Je moet je ogen er niet voor sluiten en niet in een kramp schieten. Verschillende belanghebbenden hebben verschillende belangen, je
Melding! 02 | 2012
reacties uit het land
moet hier verstandig mee om gaan en je niet alleen laten leiden door kosten en tijd, maar vooral voor de kwaliteit. Uiteindelijk is de burger hier het meest bij gebaat. Op zo’n moment moet je de tegenslag aanvaarden en vast blijven houden aan de ingezette koers. Bereid je dus voor op die tegenslag en sluit je ogen er niet voor.” Buigzaamheid Het nieuwe gebouw van Haaglanden staat er inmiddels. Beld: “Alles begint nu steeds concreter te worden. Nu is het zaak oog te houden op leiderschap bij de veranderingen die zullen plaatsvinden. Je moet je afvragen wat je daar in toestaat en hoe straks verschillen ervaren zullen worden. Het is daarom van belang je aan de voorkant strak aan je planning en concepten te houden en totaalconcepten heel realistisch te blijven bekijken om te weten hoe je ze uiteindelijk zult realiseren. Daarbij moet je in ogenschouw weten te houden dat je veranderingen op je pad krijgt, dingen zult moeten toestaan die net iets anders gaan. Dat vraagt om buigzaamheid.” Beld zou anderen die met een dergelijk project beginnen, willen adviseren het hele ICT-traject niet te onder-
schatten. “Bedenk van te voren goed hoe je dit gaat doen. Het is een complex veld dat binnen het meldkamerdomein nog niet goed geborgd is. Je moet je dus goed afvragen hoe je uiteindelijk neerzet wat je van tevoren bedacht hebt.” Beld benadrukt dat de meldkamerontwikkelingen niet los te zien zijn van wat er in de politiekolom gebeurt en je bij een traject als dit te realiseren dat je te maken hebt met multipartners. Diens belangen mag je niet uit het oog verliezen. “Ik wil de MkNN een groot compliment maken voor wat er nu staat; een meldkamer die er zijn mag. “Het is goed dat Tom van der Vlist op dit moment zoveel mogelijk bezoekers van de werkvloer afhoudt. De behoefte om een kijken je te nemen is groot, maar de centralisten zitten nog midden in het gewenningsproces en omwille van rust en voldoende draagvlak is het goed dat er in dit stadium niet teveel mensen over hun schouders meekijken. Mijn collega is er in geslaagd om de interne ontwikkelingen in goede banen te leiden door de externe druk goed te managen en iedereen in betrekkelijke rust te laten wannen en het transitieproces eveneens in alle rust te laten verlopen. Het is goed om de mensen om wie het uiteindelijk gaat de druk niet te laten voelen.”
Fragmenten uit de speech van staatssecretaris Teeven tijdens de officiele opening van MkNN Van drie afzonderlijke regionale meldkamers naar één Centrale Meldkamer voor heel Noord-Nederland. Twee weken geleden bent u verhuisd naar deze mooie, nieuwe centrale in Drachten. Ik heb begrepen dat dit een heus huzarenstukje was, want tijdens de verbouwing draaide de winkel gewoon door. Ongelukken, branden, criminaliteit en andere calamiteiten weigeren zich nu eenmaal aan te passen aan uw agenda. Ook tijdens de verhuizing bleven de meldingen binnenkomen en u bent er in geslaagd ook deze meldingen allemaal keurig af te handelen. Dat alleen al lijkt me een groot compliment waard! Maar er is méér om u mee te complimenteren. Door het samenvoegen van de drie regionale Meldkamers – Groningen, Friesland en Drenthe – is hier een betere en goedkopere meldkamer ontstaan. In die zin is Drachten een voorbeeld voor de “Meldkamer van de Toekomst”. En dat is iets waarvoor ik graag naar het Noorden kom, want dat wil ik natuurlijk met eigen ogen zien. U weet, eigenlijk zou de minister hier vandaag de feestelijke openingshandeling komen verrichten. En dat had hij ook heel graag gedaan, want die Meldkamer van de Toekomst is een project dat zijn bijzondere belangstelling heeft. Maar u weet hoe dat vaak gaat bij bewindslieden: andere verplichtingen roepen. Gelukkig liet mijn agenda nog wel een – gecombineerd – bezoek aan het Noorden des lands toe. Vanochtend heb ik in Leeuwarden het Multi-Disciplinair Centrum Kindermishandeling geopend. En zo meteen heb ik de eer uw gloednieuwe Meldkamer - plus het al enkele maanden draaiende Diensten- en Trainingscentrum Azeven voor de Politie Noord-Nederland - officieel te openen! U weet, ik ben lange tijd officier van justitie geweest. En uit mijn periode bij het OM weet ik natuurlijk nog goed wat de knelpunten zijn van de huidige, vaak nog regionaal georganiseerde meldkamers. Die regionale organisatie brengt doorgaans een regionale oriëntatie met zich mee: eigen processen en eigen geautomatiseerde systemen die niet of niet goed met elkaar kunnen communiceren. Dat komt soms schrijnend aan het licht bij grootschalige incidenten, waarbij meldkamers elkaar juist goed zouden moeten kunnen ondersteunen. Ook het overnemen van elkaars taken, wordt door die regionale oriëntatie vaak bemoeilijkt. Een incident kan zich makkelijk naar een buurtregio verplaatsen - denk bijvoorbeeld aan een overvaller op de vlucht – of effecten hebben op een andere regio. Idealiter moet de meldkamer in die andere regio daar snel en goed op kunnen inspelen – iets wat nu helaas nog niet altijd mogelijk is. Met elkaar hebt u een enorme kwaliteitsslag weten te boeken. dankzij de grotere schaal is de uw meldkamer robuuster en bent u beter in staat een piekbelasting op te vangen Ik denk – en verwacht eerlijk gezegd ook - dat de hier gestarte samenwerking een fantastische voorbeeldfunctie kan vervullen voor de rest van Nederland. Hoe eerder u met deze mooie en eervolle rol kunt beginnen, des te beter - lijkt me. Ik ga nu dan ook bijzonder graag over tot het verrichten van de officiële openingshandeling. Daarvoor ga ik – zo heb ik begrepen – even uit beeld, maar vrees u niet: u hoort me zo meteen des te beter! En niet alleen u, maar ook een heleboel collega’s van politie, brandweer en ambulancezorg.
Melding! 02 | 2012 25
regionale brandweer groningen
Evenementenagenda
Datum
Plaats
Meer Informatie
16 - 17 april 2012
British APCO
Manchester
www.bapco.co.uk
25 - 26 april 2012
Counter Terror Expo
Londen
www.counterterrorexpo.com
14 - 17 mei 2012
Tetra World Congress
Dubai
www.tetraworldcongress.com
11 - 13 september 2012
GPEC
München
www.gpec.com
3 - 4 oktober 2012
RB&W Public Safety & Security Summit
Kerkrade
www.ccrsummit.com
26
Melding! 02 | 2012
colofon
Kort nieuws Ontwerpplan nationale politie
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft eerder deze maand het vastgestelde Ontwerpplan nationale politie naar alle betrokken partijen (waaronder Vereniging Nederlandse Gemeenten, Openbaar Ministerie, Raad voor de Rechtspraak, politiebonden) gestuurd. Net als voor de vervolgplannen die de kwartiermaker nationale politie momenteel maakt,
geldt voor het Ontwerpplan dat het een werkdocument is. Zolang het parlement niet heeft ingestemd met de wetgeving die nodig is voor de invoering van de nationale politie, zullen er namelijk geen stappen worden gezet die niet meer omkeerbaar zijn. Het Ontwerpplan benoemt de missie, visie en kernwaarden van de toekomstige politieorganisatie.
Aanbesteding Crisisnummer
De rijksoverheid is in januari 2012 een aanbesteding gestart voor het crisisnummer 0800-1351. Dit nummer kunnen burgers bellen in geval van een ramp. De aanbesteding wordt uitgevoerd onder regie van het ministerie
van Veiligheid en Justitie. 0800-1351 is een gratis telefoonnummer dat de overheid inzet bij een crisis. De aanbesteding draait om de verwerving van telefoon- en contactcenterdiensten.
Brandweer nog niet zeker van deelname aan LARA 3
Op vrijdag 20 januari heeft een delegatie van de NVBR weer met VtsPN gesproken over de deelname van de brandweer aan de derde Landelijke Aanbesteding Randapparatuur voor C2000 (LARA3), die door VtsPN wordt uitgevoerd. De delegatie van de NVBR bestond uit de RRC portefeuil-
lehouder C2000, vertegenwoordigers van de Vakgroep C2000 en netwerk Materieel & Verwerving. VtsPN werd vertegenwoordigd door het hoofd en enkele medewerkers van de Unit Meldkamer Systemen. Bij het gesprek was ook de deelprojectleider van het Veiligheidsberaad aanwezig.
Politie krijgt eigen sociaal-netwerk Politie+
Vanaf nu kunnen de Nederlandse politieeenheden informatie uitwisselen via Politie+, een microblogdienst die intern ontwikkeld werd. Dankzij Politie+ kunnen politiemensen vanaf hun computer of smartphone op een veilige manier tekstberichten, documenten, foto’s en video’s aan elkaar doorsturen en delen. De meerderheid van
de politie-eenheden zou al toegezegd hebben om deel te nemen. Politie+ is vergelijkbaar met microblogdiensten als Twitter en Yammer met als verschil dat het een besloten netwerk is dat alleen binnen het politienetwerk kan worden gebruikt. Meer informatie en aanmelden kan via het webadres: www.politieplus.nl
Melding! op Twitter www.twitter.com/rbenw www.twitter.com/meldkamer Melding! Nieuwsbrief
Colofon Melding! is het vakblad voor en door personen die professioneel betrokken zijn bij publieke veiligheid in Nederland. Melding! verschijnt 10 keer per jaar. Redactie-adres RB&W / Melding Beneluxlaan 59 2871 HE Schoonhoven
[email protected] T. +31(0)182 625 111 F. +31(0)182 625 119 Website www.rbenw.nl Uitgever RB&W Abonnementen Een abonnement kan worden afgesloten via www.melding-magazine.nl of via tel. 0182 625 111. Een jaarabonnement op Melding! kost € 149,50 ex. btw per jaar (voor België € 169,50). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch verlengd. Abonnementen dienen uiterlijk een maand voor de vervaldatum schriftelijk te worden opgezegd. Melding! is tevens onderdeel van het kennis- en informatieplatform RB&W. Advertentie-exploitatie Tarieven, reserverings- en sluitingsdata zijn beschikbaar bij: RB&W Beneluxlaan 59 2871 HE Schoonhoven
[email protected] T. +31(0)182 625 111 F. +31(0)182 625 119 Kopij en disclaimer Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kunnen redactie en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten of onvolkomenheden. Copyright © 2012 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1876-1836
U kunt zich via www.rbenw.nl abonneren op onze nieuwsbrief, u ontvangt dan per e-mail het laatste nieuws van Melding!
Melding! 02 | 2012 27
Securing our today. Safeguarding our tomorrow. AGT International, unlocking the potential of the world.
www.agtinternational.com