Meerjarenplan De Regenboog Groep 2015 – 2016 Voorwoord De Regenboog Groep wil door middel van diverse projecten en activiteiten bezoekers, klanten en deelnemers actief laten deelnemen in de maatschappij en stimuleren in hun ontwikkeling. Zo verbinden we hen met elkaar, met maatjes en coaches, met maatschappelijk werkers, met buurtbewoners en met andere aardige Amsterdammers. Daarnaast blijven wij er ook voor hen die (nog) niet in staat zijn een stap in hun ontwikkeling te maken. De betrokkenheid en inzet van honderden vrijwilligers is onmisbaar voor het werk van De Regenboog Groep. Door hun persoonlijke ervaringen met de doelgroep dragen zij bij aan de maatschappelijke acceptatie van onze deelnemers en bezoekers. Daarbij zijn vrijwilligers zelf onderdeel van diverse sociale en professionele netwerken en helpen zij deze netwerken voor onze organisatie te openen. Waar in dit meerjarenplan gesproken wordt van 'medewerkers' worden ook al onze vrijwilligers bedoeld. Dit beleidsplan geeft de ambitie van De Regenboog Groep weer voor de komende twee jaar. De gemeente Amsterdam staat voor een enorme opgave. Drie grote decentralisaties, AWBZ naar WMO, jeugdzorg naar de gemeente, en de nieuwe participatiewet waardoor een deel van de taken van het UWV overgaan naar de gemeente. De invloed van stadsdelen op de verdeling van middelen zal de komende jaren verder afnemen. Dit gaat gepaard met een bezuinigingsoperatie. Dit heeft ook gevolgen voor de financiering van De Regenboog Groep. 2015 en 2016 worden gezien als de transitiejaren. In deze periode zal voor alle nieuwe gemeentelijke taken een werkvorm ontwikkeld moeten worden. Dit betekent dat er verschuivingen gaan optreden in het veld en alle partijen zullen zich opnieuw gaan bezinnen op wat ze wel en wat ze niet gaan doen. Dit kan betekenen dat er concurrentie gaat ontstaan op het werkterrein van De Regenboog Groep. We zullen ons moeten oriënteren op nieuwe en hernieuwde samenwerkingsverbanden.
Missie Wij stimuleren de ontwikkeling van mensen in (sociale) armoede zodat zij actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. Toelichting op de missie Vanuit onze visie dat ieder mens de moeite waard is, willen wij mensen met ernstige effecten van hun (sociale) armoede kansen bieden om naar hun wensen en mogelijkheden weer deel te nemen in onze maatschappij. Mensen die hinder ondervinden van sociale uitsluiting en / of financiële problemen en die wij helpen, kunnen dakloos en/of thuisloos zijn, zowel ingezetenen als niet-ingezetenen met of zonder verblijfstitel, die verdovende, stimulerende en/of geestverruimende middelen gebruiken, dan wel zich op voor hen schadelijke wijze bezighouden met kansspelen, of in de invloedssfeer van gebruikers/dealers van deze middelen (dreigen te) komen, verslaafd en hiv-geïnfecteerd zijn en ex-verslaafd die hulp zoeken, alswel in de prostitutie werken.
Visie Ieder mens is de moeite waard, dus ook mensen die in armoede leven en/of sociale uitsluiting ervaren. Wij stimuleren mensen zelf vorm en inhoud te geven aan hun bestaan. Betrokkenheid bij mensen in (sociale) armoede is dat wat onze vrijwilligers en medewerkers bindt. Wij vinden dat iedereen recht heeft op een menswaardig leven en mee mag doen in de samenleving. Als mensen onder elkaar.
17 april 2015
1
Externe ontwikkelingen De komende twee jaar zien wij de volgende ontwikkelingen, die impact hebben op onze doelstellingen en onze organisatie, op ons afkomen: 1) Financiering inloop, dagbesteding en ambulante begeleiding. De Regenboog Groep ziet haar inkomsten uit publieke gelden de komende jaren afnemen. De stadsdelen trekken minder geld uit voor Informele Zorg, terwijl de vraag groter wordt. Vanaf 2016 loopt de financiering van de inloophuizen een risico. Voor dagbesteding en ambulante begeleiding komen nieuwe aanbestedingen, welke 1 juli 2015 ingediend moeten zijn. Vragen die spelen zijn: hoe verkopen we wat we doen? Hoe kunnen we duidelijk maken wat we niet doen? Willen de centrale stad of de formele zorg de Informele Zorg financieren? Of moeten nog andere bronnen worden aangeboord? 2) Vanaf 2015 regelen 22 wijkteams de toegang naar lichtere vormen van dagbesteding en de IZ. De gevolgen hiervan voor ons zijn onzeker. Eén van de gevolgen kan zijn dat de toestroom via de wijkteams gaat groeien. Een groei in aantal klanten kunnen wij met onze financiële middelen en tijd niet aan. Het zou ook kunnen zijn dat het enkel een verschuiving tussen verschillende toestroomkanalen gaat zijn. Al met al is het van belang dat wij goed aangelijnd zijn in de keten, de teams, per gebied. Wel moeten we hierbij oppassen niet onzichtbaar te worden door deze aansluiting, omdat we dan gelieerd kunnen worden aan alle doelgroepen van de wijkteams en dat zijn niet allemaal onze doelgroepen. 3) Vanaf 2016 zijn we afhankelijk(er) van de toeleiding vanuit de formele zorg: GGD, GGZ, maatschappelijke dienstverlening en maatschappelijke opvang. Een deel van deze toeleiders vormen ook onderdeel van de wijkteams, waarop we meer aangelijnd moeten zijn. Met het In voor zorg!-project wordt nu veel aandacht en tijd besteed aan de positionering van Informele Zorg ten opzichte van de formele zorg. 4) Voor IZ komt meer focus op het behaalde resultaat te liggen. Financiers vragen hier meer naar. Dit wordt het onderscheidend vermogen tussen de verschillende aanbieders. Daarom moeten wij de effecten van onze diensten (ZRM-ladder / social impact) kunnen meten en over de resultaten communiceren met onze (potentiële) financiers. 5) De gemeente en stadsdelen vinden het moeilijk om een goede keuze te maken uit aanbieders, omdat veel partijen zeggen hetzelfde te kunnen. Vooral op het gebied van Informele Zorg bestaat bij kwartiermakers van de gemeente begripsverwarring. Het is aan ons om de positie van onze Informele Zorg duidelijk te maken, maar ook bij te dragen aan de algemene begripsvorming binnen het sociale domein van de gemeente Amsterdam. 6) De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid over meer doelgroepen en mag herverdelen. Door deze ontwikkeling krijgen wij meer concurrentie voor de middelen die de gemeente beschikbaar heeft en stelt voor o.a. hulpverlening en begeleiding aan onze klanten. Daarnaast zien we dat de gemeente steeds meer taken naar haar toetrekt door nieuwe functies en rollen binnen de gemeente te creëren. Hiermee wordt de gemeente naast financier ook uitvoerder. Een zorgelijke ontwikkeling volgens de zorgaanbieders in Amsterdam. 7) Opkomende nieuwe doelgroepen: alcoholisten, de ‘nieuwe dak- en thuislozen’, asielzoekers, mensen op trede 3 van de DWI-ladder (arbeidsparticipatie), kinderen uit armoedegezinnen en (ex)prostituees, leiden voor ons tot extra productie met bijbehorende financiering. 17 april 2015
2
8) De populatie verslaafden binnen Amsterdam die in de maatschappij hinder ondervindt van de verslaving veroudert. Hierdoor is de verwachting dat tussen nu en vijf jaar de gebruikersruimtes niet meer nodig zijn en wij deze dus zullen sluiten. 9) Er heerst grote concurrentie op het gebied van IZ: het inzetten van vrijwilligers. De juist gekwalificeerde vrijwilligers zijn moeilijker te vinden en als je ze niet direct kunt inzetten, gaan ze voor een andere organisatie werken. We hebben meer behoefte aan vrijwilligers, waarbij ook nog eens de eisen aan onze vrijwilligers steeds hoger worden. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om genoeg vrijwilligers voor onze dienstverlening te werven. Daarnaast is het even afwachten welk effect het aantrekken van de arbeidsmarkt heeft op de beschikbaarheid van vrijwilligers. Al wordt dit effect niet groot geacht. Een risico dat gepaard kan gaan met verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers, is dat het ons belemmert onze dienstverlening te kunnen leveren of dat er wachtlijsten ontstaan. 10) Er wordt van aanbieders, inclusief DRG, verwacht dat ze zorgen voor voldoende schaalgrootte door samenwerkingsverbanden of samengaan. Het potentieel risico voor ons is heel klein. In zijn algemeenheid kan het leiden tot stadsbreed niet mee kunnen doen, maar dit zien wij voor ons niet als risico. 11) Door afnemende publieke middelen stijgt de druk op het zoeken en vinden van nieuwe geldstromen (nieuwe financieringsmix). Het opzetten van sociale firma’s is één van de mogelijkheden, maar wordt niet door alle stakeholders goed ontvangen. Daarnaast zien we steeds meer mogelijkheden om onze kennis, kunde en ervaring te verkopen, niet alleen door middel van dienstverlening aan onze klanten. 12) ICT-inzet wordt binnen een periode van 3 à 4 jaar een factor bij de toekenning van financiering van onze dienstverlening. Hierom is het belangrijk dat we onderzoeken op welke manieren ICT onze dienstverlening kan helpen, dan wel hoe we eventuele negatieve effecten van ICT-ontwikkelingen voor onze dienstverlening kunnen voorkomen. 13) Vanaf 2015 is HKZ-certificering (of ISO-certificering) vanuit de gemeente verplicht voor ons. In 2015 worden de activiteiten gestart om één van deze certificaten te behalen.
Interne ontwikkelingen Naast bovenstaande externe ontwikkelingen zijn de volgende interne ontwikkelingen relevant voor het meerjarenplan: 1. Medewerkers zullen steeds beter in staat moeten zijn om als ambassadeur van de organisatie en haar werk naar buiten te treden. Netwerken wordt steeds belangrijker in een veranderend speelveld en in het wijkgericht werken. Medewerkers worden worden getraind in netwerken en in het verhaal van DRG vertellen aan de stakeholders in het netwerk 2. DRG wil een leidende rol spelen in de informele zorg in Amsterdam. In 2015 zal een visie op informele zorg worden neergelegd die de toon bepaald in Amsterdam. Daarnaast zal de methodiek beschreven zijn over hoe formele en informele zorg op een vruchtbare wijze met elkaar kan samenwerken. 3. De invulling en vormgeving van medezeggenschap van bezoekers, deelnemers en cliënten zal in 2015 aan de eisen van de WMCZ moeten voldoen. Dit betekent dat er een formele samenwerkingsovereenkomst tussen organisatie en medezeggenschapsraden moet worden opgesteld waarin alle wederzijdse rechten en plichten in zijn vastgelegd.
17 april 2015
3
4. De matrix organisatie structuur bestaat inmiddels 3 jaar, in 2015 zal heroverwogen worden of de huidige structuur ook op de lange termijn de beste keuze blijft
Doelstellingen en activiteiten De doelstellingen van De Regenboog Groep en de activiteiten die wij gaan uitvoeren om deze doelstellingen te behalen zijn weergegeven in de strategiekaart 2015 – 2016. In dit hoofdstuk wordt hierop een toelichting gegeven.
1. Einddoelen Wat zijn de belangrijkste doelen die we eind 2016 bereikt willen hebben? 1.1 Vergroot zelfredzaamheid van klanten Wat willen we bereiken Het is onze ambitie om klanten te ondersteunen om financieel en sociaal zelfredzaam te worden en de kwaliteit van hun leven te verbeteren. We streven ernaar dat te realiseren door te zorgen dat ze meer zelfvertrouwen krijgen en van daaruit initiatief nemen om zich te ontwikkelen. Dit gaat verder dan het aanbieden van diensten. We willen duurzaam resultaat bij onze klanten realiseren. Eind 2016 blijkt uit de zelfredzaamheidsmatrix dat klanten zich gemiddeld positief hebben ontwikkeld op het gebied van zelfredzaamheid.
17 april 2015
4
Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Deelnemers, bezoekers en klanten stimuleren tot (arbeidsmatige) dagbesteding en ontmoetingsactiviteiten; Ontwikkelgericht werken integreren in de reguliere werkprocessen; Medezeggenschap van deelnemers, klanten en bezoekers een integraal onderdeel uit laten maken van de beleidscyclus. Medezeggenschap is vormgegeven zoals dit in de WMCZ is vastgelegd.
1.2 Vergroot volume Wat willen we bereiken We willen het huidige omzetniveau verhogen, om onze klanten de juiste hulp te kunnen blijven bieden en een serieuze gesprekspartner voor financiers te zijn. De uitwerking van de decentralisatie van de Wmo leidt direct tot een verlaging van de omzet uit publieke middelen. Daarbij gaan we meer concurrentie krijgen. Wij streven ernaar ook onder deze omstandigheden ons huidige volume te vergroten om voldoende slagkracht, weerstands- en innovatievermogen te behouden. Voor 2016 realiseren we een omzet op jaarbasis van 10,5 miljoen euro. Voor 2015 stellen wij het beoogde omzetniveau op 10 miljoen. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan om aanbod op gebied van informele zorg en ontmoeting uit te breiden; Onderzoeken of een samenwerkingsverband met Streetcornerwork en/of De Volksbond meerwaarde oplevert voor onze klanten; Actief benaderen van andere aanbieders; Actief contact leggen en onderhouden met wijkteams en formele zorgaanbieders; Nieuwe aanbesteding dagbesteding in 2015, eventueel in samenwerking met nieuwe partners naast de huidige; In samenwerking met de Diaconie een supermarkt opzetten voor voedselbankklanten: 'de sociale kruidenier'. 1.3 Realiseer gezonde financieringsmix Wat willen we bereiken Onze ambitie is om een gezonde financieringsmix te realiseren. Met minder publieke middelen en de wens om ons volume te verhogen, is het noodzakelijk om minder afhankelijk te zijn van de financiering vanuit de gemeente. Een gezonde financieringsmix betekent een betere verdeling tussen verschillende financieringsbronnen, zoals geld van bedrijven en uit giften, van onderaanneming en uit eigen inkomsten. Eind 2016 is 15% van onze omzet output gefinancierd. Daarnaast komt 15% van onze omzet uit private middelen. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Opzetten van minimaal twee sociale ondernemingen vóór 1 januari 2016; Fondsenwervingsbeleid aansluiten op de wensen van de fondsen; Werving donateurs en legaten verder intensiveren; Met bedrijven samen sociale ondernemingen starten; Warm-hart-campagne in 2016; Gericht benaderen van bedrijfsfondsen; Verkopen van kennis over informele zorg en/of onze doelgroep (naar voorbeeld van Porticus); Mogelijkheden tot financiering vanuit provincie / Rijk / EU onderzoeken.
17 april 2015
5
2. Dienstenportfolio en positionering We moeten duidelijke keuzes maken in de diensten en doelgroepen waar we ons op richten. Welke diensten zijn het meest effectief, in termen van het behalen van onze einddoelen èn het genereren van inkomsten? Op welke doelgroep(en) moeten we ons richten? En waar positioneren wij ons in de keten? 2.1 Word de aanbieder niet-rechthebbenden en inloophuizen Wat willen we bereiken We willen de aanbieder in Amsterdam worden van hulpverlening aan niet-rechthebbenden (illegalen en niet-Amsterdammers) en van inloopvoorzieningen. Hiermee creëert De Regenboog Groep een unieke (pro)positie richting financiers, zowel naar fondsen als de gemeente. Het benadrukt dat we opkomen voor de meest kwetsbare mensen, ongeacht hun herkomst. En de opbrengsten uit inloopvoorziening dragen bij aan het in stand houden van ons volume. Eind 2016 zijn we de belangrijkste aanbieder van hulpverlening aan niet-rechthebbenden en van inloopvoorzieningen en zijn wij de aanbieder met dé expertise op deze twee diensten.
Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Herverdelen aanbod met De Volksbond en StreetCornerWork; Actief benaderen andere aanbieders van inloophuizen over evt. overname; Investeren in netwerk met politie en justitie; Kwaliteitsslag maken voor de (hulpverlening in de) inloophuizen; Het aantal repatrianten inzichtelijk maken; De werkzaamheden van BARKA overnemen vanaf 1 januari 2015; Aanbod hulpverlening aan niet rechthebbenden aanbieden in politiecellen en penitentiaire inrichtingen. 2.2 Versterk positie Informele Zorg Wat willen we bereiken We willen onze positie in de stad op het gebied van Informele Zorg verstevigen. We zijn goed in dit type hulpverlening en willen ook als zodanig erkend en herkend worden door onze stakeholders. Het versterken van deze positie draagt bij aan de zelfredzaamheid van onze klanten en aan ons volume. Eind 2015 bepalen wij de definitie van Informele Zorg, hebben we een visie hierover neergelegd die leidend is voor de gemeente en andere partijen in de keten. Wij zijn de expert op het gebied van Informele Zorg in Amsterdam. Daarnaast hebben wij andere Informele Zorg aanbieders aan ons gebonden om een gedifferentieerd aanbod aan onze klanten te kunnen bieden. Ook zijn wij het eerste aanspreekpunt voor de formele zorgaanbieders. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): In 2015 een samenwerking aangaan met twee partners; Het Hi5-model implementeren voor Informele Zorg; Verbeteren communicatie over specifieke kenmerken van onze Informele Zorg voor onze specifieke doelgroep richting gemeente en andere verwijzende partijen; Uitvoeren In voor Zorg!-project: aanpassen van de werkwijze van Informele Zorg zodanig dat deze aansluit bij de professionele hulpverlening in zowel de eerste als de tweede lijn; Actief aansluiting zoeken bij wijkteams en Samen doen teams; Pilots met formele zorgaanbieders gericht op samenwerking en methodiekontwikkeling. 2.3 Zorg voor heldere positionering naar omgeving Wat willen we bereiken Om ons volume te kunnen laten groeien, zullen we een duidelijke positionering moeten kiezen in de zorgketen. Onze werkwijze en methodiek(en) moeten helder en duidelijk zijn bij onze financiers, ketenpartners en samenwerkingspartners. Zo ook de aansluiting op formele zorg en andere hulpverlening en begeleiding aan onze klanten. Eind 2016 is voor de ketenpartners duidelijk welk deel van onze dienstverlening welke positie inneemt. 17 april 2015
6
Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Uitvoeren InvoorZorg!-project: de strategische positionering van de Informele Zorg bepalen; Verbeteren en differentiëren (positionering, boodschap en medium) van (externe) communicatie afgestemd op iedere partij in onze omgeving, zie uitkomsten stakeholdersanalyse; Deelnemen aan nieuwe infrastructuren binnen het sociale domein van Amsterdam.
3. Propositie richting financiers en klanten Wat kenmerkt onze benadering van klanten? Waarin onderscheiden wij ons richting hen? En wat is onze onderscheidende belofte richting onze financiers? 3.1 Specialist voor moeilijke doelgroep tegen scherpe prijs Wat willen we bereiken Richting onze financiers willen wij ons positioneren als dé specialist op het gebied van onze doelgroep: mensen die ernstige hinder ervaren van hun (sociale) armoede, bijvoorbeeld sociale uitsluiting. Wij weten als geen ander hoe we deze mensen weer een plek in de maatschappij kunnen geven. En dat is waarmee we ons ook onderscheiden van andere aanbieders: wij leveren aantoonbaar resultaat bij onze klanten. Daarnaast willen wij bijdragen aan het beleid wat betreft prijsstelling en de weergave hiervan. Wij moeten kunnen uitleggen waarom Informele Zorg kost wat het kost. Eind 2016 hebben onze financiers en stakeholders inzicht in de definities van onze dienstverlening en betalen zij onze tarieven hier ook voor. Daarnaast is ons marktaandeel Dagbesteding gegroeid door onze prijsstelling. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Transparantie bieden aan onze financiers over de kosten van onze hulpverlening in relatie tot de activiteiten voor onze specifieke doelgroep; Duidelijke communicatie richting onze financiers over onze werkwijze, de bijzondere aspecten en de resultaten hiervan; Ontwikkelen van een methode die uitstroom richting sociale ondernemingen bevordert; Initiëren en projectleiding bieden aan een pilot waar nieuwe dagbestedingstrajecten worden aangeboden om de doorstroom te bevorderen en instroom nieuwe klanten mogelijk te maken ondanks het feit dat budgetten gelijk blijven binnen de gemeente. 3.2 Vraaggerichte en integrale hulpverlener o.b.v. gelijkwaardigheid Wat willen we bereiken Het vertrekpunt van wat we voor onze klanten doen, is wat iemand zelf wil en kan. De behoefte en capaciteiten van de klant zijn leidend voor wat wij bieden. Wij kunnen daarbij putten uit een breed en samenhangend aanbod, en waar nodig doorverwijzen. Samen met de klant ontdekken we hun wensen en talenten. Uniek is dat wij veel werken met vrijwilligers en ervaringsdeskundigen, die vaak hetzelfde hebben meegemaakt als klanten. Daardoor zijn de hulpverleners heel toegankelijk en ervaren klanten het als een gelijkwaardige relatie. Zij krijgen inspraak en zijn mede verantwoordelijk voor hun vooruitgang. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de beste benadering is om klanten te faciliteren richting een zelfstandig bestaan. Eind 2016 onderstreept 60% van de klanten in een onderzoek dat De Regenboog Groep hun perspectief centraal stelt en dat zij zich gelijkwaardig voelen aan de medewerkers, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Intake in inloophuizen verbreden met vragen over de gewenste ontwikkeling van de klant; ZRM als meetinstrument inzetten Cliënttevredenheidsonderzoek doen (en opvolging); Meer vrijwilligers inzetten op plekken waar zij nog niet veel vertegenwoordigd zijn.
17 april 2015
7
4. Interne processen Wat moeten we verbeteren in onze manier van werken om onze belofte aan de klant en financier waar te maken en daarmee onze einddoelen te kunnen behalen? 4.1 Werk vraag- en ontwikkelgericht Wat willen we bereiken Om de zelfredzaamheid van onze klanten te vergroten moeten we onze hulpverlening in inloophuizen, dagbesteding en informele zorg nog beter afstemmen op de behoeften van klanten en op hun ontwikkelingsmogelijkheden. Vraag- en ontwikkelgericht werken betekent dat we niet gewoon ons aanbod ‘draaien’, maar bij alles wat we doen zoveel mogelijk rekening houden met wensen en doelen van klanten, ten dienste van hun ontwikkeling. En ons aanbod in de volle breedte benutten als dat de klant verder helpt. Eind 2016 hebben wij van 50% van onze vaste klanten hun vraag goed in beeld. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Vervolgtrainingen aanbieden aan medewerkers in ontwikkelgericht werken binnen de inloophuizen; De medewerkers zijn voldoende toegerust om de bezoeker een breed aanbod (in- en extern) te bieden die aansluit bij de vraag en mogelijkheden van de bezoeker; Medewerkers zijn voldoende toegerust om in het netwerk de passende aanvullende zorg of ondersteuning te vinden en te bieden als DRG zelf hier geen aanbod op heeft of het aanbod van een andere partij beter past; Starten werkgroep ‘integraal werken’; Uitvoeren Pilot ‘Trajectmatig werken’. 4.2 Formaliseer samenwerking met formele zorg Wat willen we bereiken Om de positie van m.n. de Informele Zorg te versterken moeten wij de formele zorgaanbieders (o.a. maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en woonbegeleiding) duidelijk maken hoe onze dienstverlening aansluit op hun dienstverlening en moeten we de samenwerking met hen verbeteren. Zij kennen ons aanbod namelijk niet goed genoeg of hebben er onvoldoende vertrouwen in. Met de veranderende financiering verwachten we meer concurrentie, dus we moeten actief onze positie in de keten verstevigen om de toetredingsdrempel voor andere aanbieders te verhogen. Daarom hebben we op dit moment samenwerkingspilots met de formele zorg. Intern vraagt dit van ons ook andere werkprocessen, waarbij de formele zorg onderdeel wordt van deze werkprocessen en hierdoor de afstemming tussen onze werkers en de formele zorg verbetert. Eind 2015 sluit ons aanbod goed aan op de formele zorg en kunnen wij eventueel ook werkzaamheden van hen overnemen. Daarnaast is een methodiek voor samenwerking met formele zorgaanbieders vormgegeven. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Aansluiten bij verschillende teams in de stad, FACT, Wijkzorg GGZ, Samen doen en de Wijkzorgnetwerken; Formaliseren samenwerkingsverbanden met GGZ en MO instellingen; Uitvoeren InVoorZorg!-project: aanpassen van de werkprocessen, met de formele zorg als onderdeel hiervan. 4.3 Ontschot Informele Zorg Wat willen we bereiken We willen de projectgrenzen binnen de Informele Zorg laten verdwijnen. Coördinatoren die als het ware één frontoffice vormen en bekend zijn met alle projecten, kunnen beter bepalen welk project het beste bij de klant past. Daarbij verwachten wij dat het tijd scheelt (minder doorverwijzingen) en inzet op wijkniveau beter mogelijk maakt. Dit wordt nog belangrijker wanneer financiering (subsidieverstrekking) plaats gaat vinden op basis van outcomeverplichtingen (en dit is wel de verwachting). Daarnaast gaan we ervaringsdeskundigen een rol geven in het leveren van informele zorg. Eind 2015 hebben we ons geprofileerd als integrale Informele Zorg aanbieder in plaats van aanbieder van afzonderlijke projecten. We hebben een samenwerking met andere informele zorg 17 april 2015 8
aanbieders in een Hi5 constructie om het speelveld voor de formele zorgaanbieders/verwijzers overzichtelijker te maken. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Inrichten van één front office intern; Samen met andere informele zorgaanbieders een samenwerkingsverband aangaan volgens het model van Hi5 In samenwerking met Achmea en de huisartsen samen met de vrijwilligersacademie een training ontwikkelen voor professionals, hoe samen te werken met vrijwilligers.
5. Innovatie, informatie en infrastructuur Wat moet er verbeteren op het gebied van innovatie, informatie en infrastructuur om onze processen goed te kunnen uitvoeren en daarmee onze ambities waar te maken? 5.1 Vergroot inzicht in effecten Wat willen we bereiken Door de toenemende schaarste van financiële middelen eisen financiers vaker inzicht in de effecten van hun bestedingen. We verwachten dat financiers op den duur alleen nog middelen ter beschikking zullen stellen aan organisaties die met effectmetingen kunnen laten zien wat er mee gerealiseerd is. Daarnaast hebben we zelf ook de ambitie om de effecten van ons werk inzichtelijk te maken, om onze dienstverlening continu te kunnen verbeteren. In januari 2015 wordt dan ook gestart met het meten en registreren van effecten van onze dienstverlening. Eind 2015 hebben we zowel kwantitatief als kwalitatief inzicht in de effecten van ons aanbod. Daaropvolgend is in 2016 ons aanbod afgestemd op de uitkomsten van onze effectmetingen. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Eind 2015 is de ZRM ingevuld bij alle cliënten en deelnemers in het ECD; Eind 2015 kunnen wij op wijkniveau aangeven hoeveel deelnemers, cliënten wij ondersteunen en wat de aard van de hulpvraag is. 5.2 Benut internationaal opgedane kennis en ervaring Wat willen we bereiken De internationale afdeling van De Regenboog Groep is al jaren actief in Europese projecten en samenwerkingsverbanden. Hiermee wordt veel waardevolle kennis opgedaan, die ook bruikbaar kan zijn voor de hulpverlening aan onze doelgroep in Amsterdam. We plukken hier nu nog te weinig de vruchten van, omdat deze afdeling geïsoleerd opereert. Naast het nuttige werk dat zij internationaal verrichten, willen we hun ervaring ook gaan benutten voor de doorontwikkeling van onze hulpverlening in Amsterdam. Eind 2015 is de kennisdeling tussen de internationale afdeling en de interne organisatie op gang gekomen. Eind 2016 hebben we alleen nog internationale projecten die het werk van DRG in Nederland versterken. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): De medewerkers van de internationale afdeling ook inzetten voor concrete verbetering van hulpverleningsmethodieken en voor het leiden van en meewerken aan projecten; De medewerkers van de internationale afdeling maken hun kennis toepasbaar voor de rest van de organisatie; DRG is projectleider van minimaal twee internationale projecten en participeert als onderaannemer in minimaal één internationaal project. 5.3 Professionaliseer oprichting sociale ondernemingen Wat willen we bereiken Sociale ondernemingen zijn voor De Regenboog Groep een manier om werkplaatsen te creëren waar onze klanten kunnen reïntegreren. Wij hebben een gevarieerd aanbod van werkplaatsen nodig, waar onze klanten naar kunnen doorstromen. Samen met sociale ondernemers willen wij sociale ondernemingen opzetten, waar onze klanten de medewerkers zijn en waarvan de commerciële doelstellingen de verantwoordelijkheid zijn van de ondernemer. En waarin de sociale doelstellingen 17 april 2015 9
van De Regenboog Groep geborgd zijn. Sociale ondernemingen komen echter niet zomaar van de grond. Om van ideeën naar de oprichting van deze ondernemingen te komen zullen we een hiervoor een professioneel proces moeten ontwikkelen en inrichten. Eind 2015 is een proces ingericht waaruit sociale ondernemingen voortkomen. Eind 2016 hebben we een financieringsbasis gevonden voor de ontwikkelingskosten die vooraf gaan aan het opzetten van een sociale onderneming. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Eind 2016 is er structurele financiering voor een projectleider sociale ondernemingen die externe of interne ondernemers helpt een sociale onderneming op te richten; Aanbieden van een traineeship voor sociale ondernemers in samenwerking met de Diaconie en de UVA; Er is een juridische structuur ontworpen waarmee de onderneming echt kan ondernemen, De Regenboog Groep haar sociale doelstellingen kan halen en de zeggenschap op een werkbare wijze is vormgegeven; Eind 2016 is DRG aandeelhouder van minimaal 6 sociale ondernemingen.
6. Medewerkers en cultuur Welke uitdagingen hebben we op het gebied van ontwikkeling van onze medewerkers en cultuur? 6.1 Versterk competenties voor externe gerichtheid Wat willen we bereiken Om de samenwerking met formele zorg aanbieders, wijkteams, Samen doen teams en andere partijen in en rondom het sociale domein in Amsterdam zo goed mogelijk vorm te kunnen geven, moeten onze medewerkers en vrijwilligers extern gericht zijn. Dit gaat ook de benodigde samenwerking binnen De Regenboog Groep verbeteren. De competenties om hier zo goed mogelijk invulling aan te kunnen geven, moeten nog verder ontwikkeld worden. Eind 2016 zijn medewerkers in staat om het werk van DRG in alle netwerken waarin zij actief is op een goede manier te 'verkopen'. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): In 2015 wordt aan alle ambulant werkende medewerkers een training netwerken aangeboden; Eind 2015 is er beschreven methodiek waarin is vastgelegd hoe de samenwerking tussen formele en informele zorg optimaal kan worden vormgegeven. 6.2 Vergroot arbeidsmobiliteit Wat willen we bereiken Wij willen het voor onze medewerkers en vrijwilligers makkelijk(er) maken om zich in te zetten voor verschillende diensten in ons aanbod. Hiermee willen wij binnen De Regenboog Groep onderlinge integratie, kennisdeling en –overheveling verbeteren. Ook kunnen wij zo het werk veel meer laten aansluiten op de talenten van onze medewerkers en vrijwilligers. Eind 2016 is van alle medewerkers bekend waar hun ambities liggen en is er een plan hoe deze ambities waargemaakt kunnen worden binnen of buiten de organisatie. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): In de jaargesprekken worden ambities besproken en wordt een plan van aanpak gemaakt hoe dit te behalen. 6.3 Draag kernwaarden uit Wat willen we bereiken Onze kernwaarden (inventief, betrokken en versterkend) zijn richtinggevend voor hoe wij werken. Daarom is het van belang dat de kernwaarden bij iedereen in onze organisatie bekend zijn. We willen nog een stap verder gaan dan dit, namelijk dat iedereen dagelijks handelt in lijn met deze waarden. Dit maakt dat wat wij doen aansluit bij wat we willen zijn en uitstralen. Daarnaast draagt dit bij aan een grotere verbondenheid met de organisatie, een wij-gevoel. Eind 2015 scoren wij in het medewerkerstevredenheidsonderzoek een minimale score van 80% op ‘bekendheid met de kernwaarden van De Regenboog Groep’. Eind 2016 moeten onze medewerkers onze kernwaarden kunnen uitdragen en hier hun eigen verhaal aan kunnen verbinden. 17 april 2015
10
Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Kernwaarden in alle uitingen, in- en extern, naar voren laten komen; Kernwaarden onderdeel maken van het inwerkprogramma; Uitdragen van kernwaarden meenemen in beoordelingscyclus; Medewerkers worden getraind om eigen verhaal over werk en motivatie te verbinden met de kernwaarden van DRG.
7. Financieel Wat zijn de financiële doelstellingen van De Regenboog Groep voor de komende jaren? 7.1 Verhoog particuliere inkomsten Wat willen we bereiken Om een gezonde financieringsmix te kunnen realiseren, is een groei van de particuliere inkomsten van groot belang voor de Regenboog Groep. We willen niet alleen meer fondsen en giften werven, maar ook de eigen inkomsten uit onderneming vergroten. Eind 2015 hebben we 1.000 vaste donateurs. Eind 2016 is het aantal vaste donateurs met minimaal 10% gestegen ten opzichte van 2015. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Fondsenwerving; Legatenwerving; Donateurswerving; Relatie opbouwen met nieuwe vermogensfondsen en bedrijfsfondsen met ondersteuning van externe expert. 7.2 Verwerf keurmerken Wat willen we bereiken De gemeente Amsterdam, onze belangrijkste financier, stelt een HKZ-certificaat als inkoopeis. Deze moeten wij in 2015 dus verwerven. Daarnaast willen we in 2015 als maatschappelijke instelling voor ons vrijwilligersbeleid het keurmerk ‘GOED GEREGELD’ verlengen. Datzelfde geldt in 2015 voor het CBF-keurmerk. Keurmerken zijn belangrijk om voldoende alternatieve middelen te werven. Financiers hechten hier veel waarde aan. Eind 2015 hebben we beide keurmerken behouden en het keurmerk ‘GOED GEREGELD’ uitgebreid voor de inloophuizen. Daarnaast zal een ISO certificering behaald moeten worden omdat de gemeente dit ons verplicht. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Audit van 2015 voorbereiden; Inloophuizen gereed maken voor keurmerk ‘GOED GEREGELD’; ISO certificering behalen met behulp van de expertise van de Volksbond op dit gebied. 7.3 Verhoog productiviteit IZ (bij gelijke kosten) Wat willen we bereiken Kostenbesparingen zijn voor de Informele Zorg niet verder mogelijk met dezelfde personele bezetting. Waarschijnlijk wordt van ons wel gevraagd om onze Informele Zorg tegen een lagere kostprijs aan te bieden. Om hieraan te kunnen voldoen moeten we met hetzelfde budget meer klanten gaan helpen. Eind 2015 helpen we 15% meer klanten met hetzelfde budget als in 2013. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Vrijwilligers nemen taken van coördinatoren over; Met de financiers productie afspraken maken die gelden voor totaal van het aanbod informele zorg in plaats van per project, waardoor overproductie op projectniveau ook meetelt in de afrekening van de prestaties.
17 april 2015
11
7.4 Realiseer sluitende exploitatie Inloop en Dagbesteding Wat willen we bereiken Op de inloop en dagbesteding zullen we met bestaande middelen hetzelfde moeten blijven doen er zal naar verwachting geen prijscompensatie op deze activiteiten gaan plaatsvinden de komende jaren. Eind 2015 zijn de Inloop en Dagbesteding kostendekkend. Eind 2016 hebben we de positie van de inloophuizen voor de komende vijf jaar veiliggesteld en helder gepositioneerd ten opzichte van de inloopvoorzieningen die in het kader van de decentralisatie onder het gemeentelijke regime vallen. In de aanbesteding in 2015 10% extra productie volume contracteren. Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten / projecten): Inschrijven op aanbesteding Dagbesteding voor 2015 – 2017; Meer klanten in traject plaatsen; Nieuwe methodiek ontwikkelen en implementeren om klanten door te laten stromen naar sociale ondernemingen; Andere werkwijze implementeren; Overnemen van minimaal 1 inloopvoorziening voor eind 2016.
17 april 2015
12