Meerjarenbeleidsplan 2016-2019
“SAMEN VOOR KWALITEIT”
Woerden, 16 oktober 2015
Definitieve versie MJBP 2016-2019
1
INLEIDING Dit meerjarenbeleidsplan 2016-2019 volgt het plan van 2012-2015 op, dat als thema “beklemtonen” had. Het nieuwe thema is “samen voor kwaliteit”. De input voor dit plan is geleverd door leden tijdens de speciale zogenoemde SWOT bijeenkomst en de jaarlijkse districtsbijeenkomsten, de bureaumedewerkers, de statutaire commissies, het verenigingsbestuur en de ledenraad. De leden gaven tijdens de districtsbijeenkomsten de NVLF de volgende negen belangrijkste opdrachten mee voor de komende vier jaren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Versterk het zichtbaar zijn van de NVLF voor leden, patiënten, zorgverzekeraars en politiek Ga door met het creëren van data & onderzoek Ga door met het ontwikkelen van richtlijnen Behartig de belangen van de leden en stem dit met het werkveld af Ga de media pro-actiever benaderen Betrek wetenschappelijk onderzoek Zorg er voor dat ons werk leuk blijft Verzamel nog meer de effecten van logopedie Wees proactief richting politiek Den Haag
Op basis van bovenstaande opdrachten en de inzichten van alle beleidsmedewerkers van het verenigingsbureau is dit meerjarenbeleidsplan opgesteld. Er wordt voor de komende vier jaren ingezet op een aantal thema’s. Deze thema’s zijn: doelmatig werken, financiering, de keuze voor wel/niet specialiseren en netwerken. In de jaarplannen zullen de plannen, zoals benoemd in dit meerjarenbeleidsplan, nader worden uitgewerkt, inclusief financiële paragraaf en ambitieuze doorlooptijd. Uiteraard vinden naast deze plannen jaarlijks veel structurele werkzaamheden plaats vanuit het verenigingsbureau. Een opsomming van de belangrijkste werkzaamheden zijn terug te vinden in bijlage 1.
Dit document heeft het volgende traject doorlopen: augustus 3 september 7 september 10 september 14 september 29 september
: wekelijks document bespreken met alle beleidsmedewerkers : commissie SEB en commissie PR & Communicatie: 1e concept : commissie Vakinhoud: 1e concept : commissie Financiën: 1e concept : verenigingsbestuur: 1e concept : ledenraad: 1e concept
12 oktober 2 november 26 november
: commissie Vakinhoud : 2e concept : verenigingsbestuur: definitieve versie : ledenraad: definitieve versie
Definitieve versie MJBP 2016-2019
2
Missie en Visie MISSIE
“De Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie behartigt de belangen van de logopedisten en bevordert de kwaliteit van de logopedie in Nederland. De NVLF zet zich in voor het behoud en de versterking van een goede en verantwoorde logopedische zorg en voor een professioneel deskundige beroepsgroep”.
VISIE 2016-2019 De NVLF is dé beroepsorganisatie van logopedisten die ijvert voor de instandhouding van kwalitatief hoogstaande logopedische zorg in Nederland door het stimuleren van onderzoek en kennisvermeerdering bij de beroepsbeoefenaren. De vereniging wil deze kwaliteit meetbaar en zichtbaar maken voor stakeholders.
De NVLF functioneert namens een goed georganiseerde en hoog opgeleide beroepsgroep die (preventieve) zorg geeft aan patiënten, voor wie het functioneren van hun communicatie (spraak, taal, stem, gehoor) en het slikken afhankelijk is van de best mogelijke logopedische zorg. Excellente dienstverlening aan de leden ondersteunt hen bij het zorgtraject, bij bedrijfsmatige processen en bij de communicatie/patiëntenvoorlichting.
De toegankelijkheid tot de zorg voor de patiënt en de betaalbaarheid zijn belangrijke voorwaarden voor een continuering van voldoende zorgaanbod. Directe belemmeringen en omstandigheden, die kunnen leiden tot een zorgaanbod onder het niveau van de vraag naar zorg, zullen moeten worden beperkt. De NVLF gaat hiervoor het gesprek aan met zorgverzekeraars, verwijzers, patiëntenvertegenwoordigers en andere zorgverleners om in samenwerking tot verbeteringen van het zorgstelsel te komen.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
3
Ambities 2016-2019 De NVLF heeft een ambitieuze agenda van kwaliteitsslagen die dwars door de organisatie gaan. Van leden wordt gevraagd dat ze met gebruik van data hun kwaliteit van handelen aantonen. Logopedie moet immers aantoonbaar effectief zijn. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de NVLF. De dienstverlening aan de leden is vaak een ‘proces achter de schermen’. Transparantie over dit proces draagt bij aan een betere herkenning bij leden over de voortgang van thema’s door relevante ontwikkelingen te communiceren. Een transparante vereniging ‘laat zich lezen’ als er met regelmaat verdiepende verhalen en to-the-point duiding wordt gepubliceerd. Het faciliteren van leden gebeurt met een scala aan instrumenten ter verbetering van zowel de vakinhoudelijke deskundigheid als de praktijkvoering. Een actueel beroepsprofiel en de registratie in het Kwaliteitsregister Paramedici zijn peilers waaraan de kwaliteit van de beroepsgroep wordt gemeten. De beroepscode, standaarden en richtlijnen zijn onmisbaar voor zowel de individuele beroepsmatige profilering, de collectieve belangenbehartiging als voor kwalitatief goede zorg. De ambities hebben betrekking op onze rol als belangenbehartiger, bevorderaar van deskundigheid, ‘communicator’ en de wijze waarop de NVLF daar uitvoering aan geeft. Belangenbehartiging Landelijke en regionale thema’s ontwikkelen en agenderen, die relevant zijn voor de kwaliteit en continuïteit van de logopedie en die de positie van de beroepsgroep als maatschappelijke speler in de voorhoede plaatst. Dit geldt ook voor een volledige en juiste vergoeding van de werkzaamheden. Deskundigheidsbevordering Goede en verantwoorde logopedische zorg vraagt om goed opgeleide en bekwame professionals die volgens de laatste inzichten hun beroep uitoefenen. Samenwerking met landelijke onderzoeksinstituten, universiteiten, hogescholen en met vertegenwoordigers van gespecialiseerde logopedische zorg. Innovatie is een aanjager van vernieuwing voor zowel organisatorische knelpunten als zorginhoudelijke uitdagingen. Samenwerking met externe partijen zullen leiden tot nieuwe vormen van behandelmethodieken, testmateriaal. Communicatie Communiceren van de kernwaarden van de beroepsgroep vanuit een merkversterkende propositie. Vanuit deze ambitie zal de NVLF een nieuwe weg inslaan die de diverse communicatie-activiteiten naar een volgend niveau zullen brengen. Dit heeft betrekking op zowel het organiseren als het uitvoeren van activiteiten die vallen onder communicatie. De organisatie van de communicatie wordt afgestemd op de eisen die tegenwoordig aan communicatie gesteld worden ten aanzien van professionaliteit en effectiviteit. Het vaker en gerichter inzetten van digitale mogelijkheden ter versterking van de traditionele communicatie, schept een enorm groot en extra bereik. De contactmogelijkheden met doelgroepen nemen toe door informatie in gevarieerde vorm beschikbaar te maken: content (inhoud) wordt medium-specifiek. Thematische campagnes naast specifieke (op een beperkte groep personen gerichte) activiteiten versterken elkaar door gebruik te maken van op elkaar afgestemde boodschappen en middelen. De nieuwe lijn in de communicatie is een voortzetting van de strategie die in 2015 is ingezet. De NVLF gaat de uitdaging aan om zowel mee te bewegen met landelijke ontwikkelingen (bijv. richtlijnen) als aan de wensen van de leden (bijv. lagere administratieve lasten) te voldoen. De NVLF kwaliteitsagenda 2016-2019 is gebouwd op vier fundamenten: 1. Doelmatig werken 2. Financiering 3. Specialiseren 4. Netwerken
Definitieve versie MJBP 2016-2019
4
1. DOELMATIG WERKEN 1.1 Landelijke ontwikkelingen De komende jaren zal de zorgvraag blijven groeien door onder andere de vergrijzing. De invulling van de zorgvraag zal wijzigen door het stellen van hogere eisen aan zelfmanagement door zowel de patiënt, de overheid als de zorgverlener, die er naar handelt. Om de zorg betaalbaar te houden wordt landelijk door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Nederlandse Zorgautoriteit en de zorgverzekeraars gestuurd op doelmatige en betaalbare zorg. De overheid verwacht van de logopedisten dat zij doelmatige en transparante zorg leveren. Dit geldt voor logopedisten ongeacht het werkveld. Dit vraagt van logopedisten dat zij kunnen verantwoorden waarom zij bepaalde logopedische zorg aan patiënten of leerlingen geven. Daar tegenover staat dat er minimaal een balans is tussen de kosten en de uitkomst van de behandeling. Onder doelmatig werken verstaat de NVLF: “De logopedist biedt kwalitatief goede en veilige logopedische zorg op basis van bewezen resultaten en gemeten *) in gezondheidswinst en positieve patiëntervaringen.” Onder transparante zorg verstaat de NVLF: “Zorginhoudelijke verantwoording afleggen als logopedist aan zorgverzekeraars, zorginstellingen, onderwijs, andere zorgverleners, patiënten en binnen de beroepsgroep.” Het bieden van doelmatige en transparante zorg wordt ingezet als gevolg van landelijke ontwikkelingen om de zorg op termijn betaalbaar te houden. Deze landelijke ontwikkelingen zijn:
A) Demografische ontwikkelingen Vergrijzing en ontgroening zijn twee demografische ontwikkelingen, die zich in Nederland en in geheel Noordwest-Europa en Oost-Europa in de periode 2000-2040 voordoen. De bevolking wordt steeds ouder. Het aantal 65-plussers zal sterk toenemen: van 2,7 miljoen in 2012 tot 4,7 miljoen in 2041 (bron: CBS). De verwachting is dat de (logopedische) zorgvraag hierdoor zal toenemen. De kans is reëel dat hierdoor een toename komt van het aantal mensen met chronische aandoeningen. Mensen willen langer zelfstandig (thuis) blijven wonen. De overheid stuurt hier ook op aan.
*) evidence & practice based en op basis van best practices
Definitieve versie MJBP 2016-2019
5
VWS zegt over preventie het volgende; Preventie gericht op ouderen heeft als doel ouderen zo lang mogelijk zelfstandig, onafhankelijk en gezond te houden. De doelgroep ouderen is een grote groep (14% van de bevolking in 2007) die in de toekomst alleen nog maar meer zal toenemen (24% in 2050). Gezond en succesvol ouder worden gaat niet alleen om het voorkómen en uitstellen van ziekte en sterfte, maar zeker ook om de preventie van beperkingen in het functioneren, het voorkómen van verlies van zelfredzaamheid en het terugdringen van afhankelijkheid van de zorg. Zowel op landelijk als op regionaal en lokaal niveau ligt de nadruk van preventie gericht op ouderen op een aantal thema’s: beweging, gezonde voeding, valpreventie, depressie, eenzaamheid en decubitus (doorliggen). Er worden in Nederland minder kinderen geboren. Deze ‘ontgroening’ treft het overgrote deel van ons land. Niet alleen in de traditionele krimpgebieden, maar ook in de Randstad. Het gevolg: een lagere instroom van leerlingen op de basisschool en vervolgens op de middelbare school.
B) Hogere eisen zelfmanagement patiënt De overheid zet in op zelfmanagement door de patiënt. Hiermee wordt gestreefd de patiënt zo kort mogelijk onder behandeling te laten zijn bij een zorgverlener, zoals een logopedist. In 2015 is het advies ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren’ (commissie Kaljouw) verschenen. In dit advies staat het functioneren van de burger centraal. Hierin staat het volgende beschreven: “De gezondheidszorg is in de toekomst gericht op het bevorderen en herstellen van het zelfstandig functioneren van mensen in hun eigen leefomgeving. De eigen regie en veerkracht van het individu staan hierbij centraal.” Deze visie op gezondheid en zorg – niet de ziekte staat centraal maar het functioneren – heeft ook gevolgen voor de zorgprofessionals. In het advies wordt een ABCD model voor zorg in 2030 beschreven. Dit omvat vier zorggebieden; voorzorg (A), gemeenschapszorg (B), laagcomplexe en complexe zorg (C) en hoogcomplexe zorg (D). Voorzorg is gericht op het bevorderen van gezond leven van de hele Nederlandse bevolking. Dat gebeurt op school, op het werk en in de buurt. Daarnaast is voorzorg gericht op het ontwikkelen van veerkracht en het voeren van de eigen regie. Gemeenschapszorg is zorg die burgers zelf of via het eigen netwerk regelen, ondersteund door de technologie. Laagcomplexe en complexe zorg is basiszorg en gespecialiseerde zorg, zowel acuut als planbaar, die erop gericht is iemand zo snel mogelijk weer zelfstandig of zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door inzet van slimme technologie. Hoogcomplexe zorg, voor mensen met een ernstige verstandelijke of psychische aandoening, met ernstige dementie of in de laatste levensfase, zal zoveel mogelijk kleinschalig of thuis plaats vinden. Het ICF-denken (International Classification of Functioning, Disability and Health), wat logopedisten toepassen, past goed in dit advies omdat in de behandeling meer op participatie dan op stoornis wordt gericht.
C) Selectieve inkoop logopedie Ongeacht zijn of haar werksetting merken logopedisten de gevolgen van bezuinigingen. In de eerstelijn voelt men de druk dat mogelijk de bekostiging van logopedie uit de basisverzekering wordt beperkt, of het eigen risico wordt verhoogd. Zorgverzekeraars zullen de komende jaren selectiever gaan contracteren. Logopedisten zullen steeds vaker verschillende soorten overeenkomsten aangeboden krijgen die op basis van kwaliteitsaspecten en doelmatigheidsnormen worden aangeboden.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
6
Binnen de jeugdgezondheidszorg wordt bezuinigd op de logopedie. Gemeenten kopen minder vaak logopedie in. De screening op spraak- en taalstoornissen wordt dan niet meer door een logopedist afgenomen maar door bijvoorbeeld de jeugdarts of –verpleegkundige. De andere landelijke tendens is de discussie in het (speciaal) onderwijs over de primaire onderwijstaken. De discussie gaat over de wijze waarop logopedie binnen het onderwijs bekostigd moet worden. Zo ontstaat een scheiding tussen enerzijds (preventieve) zorg ten laste van het onderwijs, en anderzijds (curatieve) zorg via de bekostiging van de zorgverzekeraar. Een soortgelijke ontwikkeling vindt plaats binnen de tweedelijnszorg zoals verpleeghuizen, ziekenhuizen en revalidatiecentra. Hier voelt men druk doordat er steeds minder geld beschikbaar komt. Er vindt verschuiving van de tweede naar de eerstelijn plaats en banen vervallen. D) Richtlijnen en protocollen Een landelijke ontwikkeling is de toename van het aantal richtlijnen en protocollen. Bij diverse partijen bestaat de behoefte gestandaardiseerd te werken. Enerzijds bij logopedisten zelf, richtlijnen zijn namelijk gebaseerd op de meest recente evidence. Anderzijds is er behoefte aan richtlijnen bij verwijzers; zij zien zo nog concreter wie welke zorg kan verlenen. En ook is er behoefte bij zorgverzekeraars en de overheid om (para)medici volgens richtlijnen te laten werken. Op deze wijze verwachten zij meer effectiviteit van de behandeling en meer transparantie in het handelen. Ook patiënten zijn gebaat bij richtlijnontwikkeling en patiëntversies van richtlijnen. Zij kunnen zich enerzijds zelf inlezen in goede behandelingen volgens de laatste inzichten. Anderzijds weten zij dat, als de behandelaar de richtlijn volgt, zij behandeld worden naar de laatste inzichten.
1.2 Invloed van de landelijke ontwikkelingen op de logopedie Doelmatig en transparant: stijgende administratieve lasten Het doel van doelmatige en transparante zorg is goede en gerichte zorg voor de patiënt en zijn/haar omgeving. De zorginhoudelijke verantwoording die de logopedist hierover aflegt vraagt extra inspanning. Logopedisten ervaren evenwel ook de nadelige gevolgen van het doelmatig en transparant werken. Dit blijkt uit de signalen die de NVLF van logopedisten ontvangt over een toenemende administratieve lasten. Dit speelt in alle werkvelden: zowel de eerstelijns praktijken, onderwijs als de instellingen. Zorg die transparant en toetsbaar moet zijn volgens huidige wetgeving, vraagt van logopedisten om het methodisch handelen vast te leggen. Ook de financiers en de patiënt stellen meer eisen aan transparantie van de behandelingen. Dit is de reden dat steeds meer instellingen en zorgverzekeraars hier op toetsen. Signalen van leden zijn: “we krijgen ons werk niet meer af”, “we zijn overwerkt”, “we komen niet meer toe aan datgene waar we het vak voor gekozen hebben, namelijk behandelen van patiënten”, “het werken volgens de richtlijnen vraagt veel tijd.” Voorbeelden van administratieve lasten, onafhankelijk van het werkveld, zijn: richtlijnen verslaglegging, organisatie van de praktijk / bedrijfsvoering, richtlijnen verslaggeving en positie verwerven in een nieuwe keten ( bijv. gemeente). Tevens stellen patiënten hogere eisen aan de behandeling en zijn mondiger, hetgeen kan leiden tot meer administratieve lasten in verband met klachten, inzage in dossiers, etc.
Binnen de werkvelden onderwijs en intramurale zorg wordt door de werkgevers vaker gestuurd op doelmatige zorg. Productieve uren maken gaat ten koste van de multidisciplinaire aanpak of de coachende rol van de logopedist.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
7
Ook binnen deze werkvelden vinden verschuivingen plaats richting de eerste lijn terwijl een deel van de leden zich hier niet of nauwelijks van bewust is of niet aan de voorwaarden voldoet, die aan de eerstelijns zorgverlening worden gesteld. Denk hierbij aan kwaliteitsregistratie, handelen volgens de richtlijnen van de NVLF, etc.
Demografische ontwikkelingen: verschuiving naar de eerstelijn Mensen worden ouder en willen en moeten langer thuis blijven wonen. Voor de logopedie zal dit betekenen dat er een verschuiving van logopedische zorg zal gaan plaatsvinden van de tweede lijn naar de eerstelijns zorg. Dit is een trend, die de laatste jaren al is ingezet. Een duidelijke trend is dat instellingen steeds vaker contracten afsluiten met zorgverzekeraars om diensten in de eerstelijn te verlenen. Het betreft zorg aan eventuele toekomstige bewoners, zorg aan bewoners die weer thuis gaan wonen na een revalidatieperiode, maar ook zorg aan de “klassieke” eerstelijns patiënten. Als er meer logopedie (bij ouderen) plaats gaat vinden in de eerstelijn, in plaats van in de tweede lijn, dan is het van belang om verwijzers en mantelzorgers goed te informeren over wat ze tegen kunnen komen aan logopedische stoornissen en welke rol de logopedist hierbij kan spelen. Een effect van de ontgroening van de bevolking is de reële kans dat er minder kinderen worden aangemeld voor behandeling logopedie. Op termijn kan dit leiden tot een afname van logopedie voor kinderen in de verschillende werkvelden zoals de preventieve logopedie, eerstelijnspraktijken, maar ook binnen de revalidatie centra en ziekenhuizen.
Zelfmanagement: meer samenwerking, doelmatiger, besparingen en preventie In het advies ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren’ wordt een visie op de zorg in 2030 beschreven. Deze visie op gezondheid en zorg kan gevolgen hebben voor zorgprofessionals zoals de logopedisten. De gevolgen zijn dat iedere zorgprofessional – naast vakkennis – over een aantal overstijgende vaardigheden beschikt die bijdragen aan het bevorderen en herstellen van het functioneren, zoals de toepassing van technologie. Het advies voorziet dat in 2030 de meeste zorgprofessionals breed inzetbaar zijn en zich in meerdere zorggebieden bewegen, dat wil zeggen in de ABCD gebieden (voorzorg, gemeenschapszorg, laagcomplexe en complexe zorg en hoogcomplexe zorg) en in wisselende settings. Professionele zorg is altijd gericht op het herstel en het bevorderen van het functioneren, bijvoorbeeld wat er moet gebeuren om terugkeer naar huis mogelijk te maken. Dit laatste past heel goed bij de ICF gedachte waar de logopedisten al bekend mee zijn, Het toepassen van technologie in de zorg is een aspect waarin de logopedie de komende jaren nog kan groeien. Landelijk wordt meer ingezet op preventie van klachten. De logopedist kan hier op inspelen door goed samen te werken met consultatiebureaus, voorscholen of kinderdagverblijven wat betreft de signalering van logopedische stoornissen bij jonge kinderen. Door het vroegtijdig signaleren van spraak- en taalstoornissen bij kinderen wordt zorg doelmatiger. Vroeg ingezette logopedische behandeling is effectief. Bij logopedische behandeling in de voorschoolse leeftijd is de behandelduur korter dan bij verwijzing op latere leeftijd. Daarnaast is aangetoond dat vroeg ingezette logopedische behandeling besparing oplevert door minder verwijzingen naar het speciaal onderwijs, een betere sociale ontwikkeling en leidt tot minder criminaliteit (bron: SEO rapport, de waarde van logopedie). Er kan ook gedacht worden aan preventie bij ouderen, met name informatie voorziening aan verwijzers / signaleerders over de rol van de logopedist in de ouderenzorg. Dan is samenwerking met verwijzers, wijkverpleegkundigen en gespecialiseerde verpleegkundigen aan de orde. Verder lijkt informatie voorziening en samenwerking met gemeenten van belang, zeker als we lezen (zie landelijke ontwikkelingen) dat gemeenten ook verantwoordelijk zijn voor ouderenzorg en zij onder andere als taak hebben vroegtijdig te signaleren en voor te lichten en te begeleiden,
Definitieve versie MJBP 2016-2019
8
Selectieve inkoop logopedie Zorgverzekeraars bieden verschillende soorten overeenkomsten aan. Het is belangrijk dat de logopedist in gesprek kan treden met de zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars staan echter niet open voor overleg met individuele zorgverleners. De mededingingswetgeving beperkt nu sterk de mogelijkheden voor gezamenlijk overleg. Zorgverzekeraars gaan inkopen op basis van spiegelinformatie, die zij zelf verzamelen vanuit hun declaratiesystemen. Spiegelinformatie zegt echter niets over de geleverde kwaliteit door de logopedist. Een andere ontwikkeling is dat zorgverzekeraars de zorg op basis van audits inkopen of een hoger tarief vergoeden. Door de lage tarieven die de zorgverzekeraars bieden, staat de tijdsinvestering van de indirect patiëntgebonden tijd onder druk. Dit is de tijd, die wordt besteed aan zaken als het bijhouden van patiëntendossiers, contact met huisarts, overdracht, contacten met ouders en leerkrachten en reistijd. Logopedie op school leidt in de praktijk regelmatig tot onduidelijkheid over de bekostiging, terwijl onderwijs en zorg twee duidelijk gescheiden domeinen zijn met een eigen financieringsstructuur.
Richtlijnen en Protocollen: doorgaan met ontwikkelen Doordat landelijk meer vraag is naar richtlijnen en protocollen heeft de NVLF de afgelopen jaren geïnvesteerd in het ontwikkelen van monodisciplinaire richtlijnen en heeft de NVLF medewerking verleend aan de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen. Logopedisten worden nu ook getoetst of ze werken volgens de richtlijnen; bijvoorbeeld in de kwaliteitstoets. De verwachting is dat de vraag naar richtlijnen (en indirect naar doelmatig en transparant werken) zal blijven en dat het voor de logopedie wenselijk is door te gaan met het ontwikkelen van richtlijnen, aangezien er pas voor een klein deel van de logopedie (monodisciplinaire) richtlijnen bestaan.
1.3 Wat gaat de NVLF in 2016-2019 doen? De uitdaging voor de komende beleidsperiode is om zowel mee te bewegen met de landelijke ontwikkelingen qua doelmatigheid als aan de wens van de leden te voldoen de werkdruk te verlagen.
Aanpakken administratieve lasten en meer inzicht in eigen processen
Ondersteunen van de, bij logopedisten in gebruik zijnde, softwareprogramma’s voor zowel de financiële (patiënten- en declaratiesysteem) als zorginhoudelijke (verslaglegging en verslaggeving) registratie. De NVLF onderzoekt mogelijkheden voor het werken met een keurmerk voor softwareleveranciers of het samenwerken met één a twee voorkeursleveranciers, zodat de NVLF meer grip heeft op de (tijdige) ontwikkeling van de softwarepakketten. Een effectief en efficiënt administratief proces moet de veranderingen en innovaties ondersteunen. Een elektronische dossiervoering, indien nog niet ingevoerd, kan dit ondersteunen.
Verbeteren van bestaande processen ten aanzien van de verslaglegging en verslaggeving.
Intensiveren van de contacten met de HBO instellingen, dusdanig dat een optimale aansluiting van het onderwijs naar de praktijk wordt gerealiseerd.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
9
Betrokken blijven bij het verzamelen en verwerken van verschillende soorten data: a. Van het Lectoraat Logopedie en de Leerstoel Logopedie. Op basis van hun onderzoeken kan o.a. de noodzaak van logopedie worden onderbouwd en kan het effect van logopedie in kaart worden gebracht. b. Van Nivel Zorgregistraties. Op basis van hun data kan bijvoorbeeld chronische/langdurige logopedische zorg worden gebenchmarkt. Van Vektis voor eerstelijns informatie en Nederlandse Zorgautoriteit voor instellingen, zodat bijvoorbeeld onderzoek naar de formatie van de logopedie binnen zorginstellingen en onderwijs kan worden uitgevoerd. c. Steeds meer data zal ter beschikking komen vanuit de klant ervaringsonderzoeken (KEO’en). Deze gegevens zullen gebruikt worden voor ontwikkeling van kwaliteitsinstrumenten. d. Vanuit het onderwijs en zorginstellingen. e. NVLF ledenportaal. Deze data zullen gebruikt worden om de dienstverlening aan leden te verbeteren.
Belang van data De NVLF wil de beschikbare gegevens kunnen koppelen en verrijken, zodat goede analyses mogelijk worden. Met de resultaten kunnen vergelijkingen tussen praktijken gemaakt worden (benchmarks). Het is dan mogelijk om het optimale aantal behandelingen per medewerker per dag vast te stellen of te berekenen wat de marktconforme personeels- en praktijkkosten zijn. Landelijke of regionale trends kunnen er mee ontdekt worden, waarop kan worden geanticipeerd. Bijvoorbeeld, wat is de ontwikkeling in de patiëntenpopulatie ? Met de bevindingen kunnen logopedisten ook de zorgverzekeraars betere inzichten geven.
Demografische ontwikkelingen: keten
Positioneren van de logopedie binnen verschillende ketens, waarbij activiteiten worden uitgevoerd, die er gericht op zijn de verwijzers, met name wijkzorg, huisartsen (ook als poortwachter) en gespecialiseerd verpleegkundigen, te informeren over de mogelijkheden van de logopedie, zodat meer en sneller wordt doorverwezen naar een logopedist. Hierbij zal, waar mogelijk, steun gezocht worden bij patiëntenverenigingen en mantelzorgers. Tevens kan aansluiting op landelijke ontwikkelingen (zoals Zorgdomein) de samenwerking binnen de keten vereenvoudigen. Zelfmanagement: multidisciplinair
De verwachting (Kaljouw 2015) is dat de burger in 2030 steeds vaker verschillende aandoeningen en problemen heeft en zich in meerdere zorggebieden beweegt. Om daarbij aan te kunnen sluiten worden zorgarrangementen uitgevoerd door multidisciplinaire teams. De teams worden samengesteld op basis van de zorgvraag. De burger maakt ook deel uit van het team en voert zelf regie over de zorg, zo nodig ondersteund door een zorgregisseur. Het is dus van belang dat de logopedist werkzaam is binnen multidisciplinaire teams. Voor burgers en andere (para)medici is het belangrijk dat zij weten wat de logopedist kan bieden aan zorg. Hier ligt de komende jaren een taak voor de NVLF en de beroepsgroep. De komende jaren zullen de zorgprofessionals meer gebruik gaan maken van technologie in de zorg( Kaljouw 2015). De logopedist kan dit bijvoorbeeld doen door apps te ontwikkelen en te gebruiken. Er wordt momenteel onderzoek gedaan naar wat geschikte apps zijn binnen de logopedie en er worden ook apps ontwikkeld, die visuele feedback geven, zodat patiënten thuis beter kunnen oefenen. Dit draagt bij aan zelfmanagement van de patiënt. De NVLF zal de ontwikkelingen op technologisch vlak volgen en indien relevant delen met haar leden. Als logopedisten ‘shared decision making’ meer gaan toepassen dan kan dat de patiënt ook helpen bij het vergroten van zelfmanagement. Door shared decision making kunnen chronisch zieken in samenspel met hun zorgverleners de diagnostiek of behandeling kiezen die het beste bij hen past. De NVLF heeft hier het afgelopen jaar al aandacht aan besteed op de landelijke KKBdag. Dit kan de komende beleidsperiode verder uitgebouwd worden, aangezien zelfmanagement
Definitieve versie MJBP 2016-2019
10
een belangrijk item is. Ook neemt de NVLF in 2016 deel aan een project dat twee keuzehulpen gaat ontwikkelen voor mensen die een CVA gehad hebben, dit is ondersteunend bij zelfmanagement. Doordat het zelfmanagement van de patiënt de komende jaren moet worden vergroot is een belangrijke rol weggelegd voor logopedie die zich richt op preventie. Een taak voor de NVLF is het ondersteunen van haar leden bij het versterken van haar positie op het gebied van logopedie gericht op preventie. Door als NVLF te zorgen voor meer bekendheid / meer aandacht voor signalering van logopedische problemen (in de vorm van direct signalering door de logopedist, maar ook in de vorm van het informeren van andere professionals door de logopedist) kan de logopedist mogelijk in de toekomst wel eerder ingeschakeld gaan worden door professionals of de omgeving van de patiënt. Dat levert naar verwachting winst op voor de patiënt (kwaliteit van leven & zelfredzaamheid) en mogelijk voor zorgverzekeraars (efficiënter, korter behandelen). Deze voordelen zullen onderzocht /onderbouwd worden.
Inkoop logopedie: beïnvloeden en verduidelijken
Beïnvloeden van de landelijke stakeholders (patiënten, politiek, zorgverzekeraars), dusdanig dat een tarief wordt afgesproken, waarbij rekening wordt gehouden met de tijdsinvestering voor de indirect patiëntgebonden activiteiten.
Nader transparant maken van de verleende zorg: o Richting de zorgverzekeraars met behulp van Kwaliteitstoets Logopedie en Kwaliteitsregistratie bij Kwaliteitsregister Paramedici o Richting de zorgketen, te weten: de andere zorgverleners, verwijzers en collega logopedisten o Richting de patiënt o Als beroepsgroep met behulp van richtlijnen, protocollen en productontwikkeling
Inkooppakketten (toolkits) ontwikkelen voor gemeentes en instellingen, waarmee logopedisten makkelijker het gesprek aan kunnen gaan.
Richtlijnen en Protocollen
Continu ontwikkelen van monodisciplinaire richtlijnen en kwaliteitsinstrumenten. Er zal in de komende beleidsperiode geëvalueerd worden of de richtlijnen in hun huidige vorm de meest optimale vorm zijn. De aanbevelingen in de procesmatige richtlijnen (Verslaglegging en Verslaggeving) worden bijvoorbeeld als belastend ervaren door logopedisten, dit zal geëvalueerd worden.
Inzetten op de ontwikkeling van multidisciplinaire zorgproducten. Met name door een verschuiving van een deel van de verstandelijk gehandicaptenzorg en de ouderenzorg is multidisciplinaire behandeling belangrijk voor de kwaliteit van zorg. Bieden van scholingen rondom implementatie van richtlijnen en gebruik van de kwaliteitstoets, zodat op een efficiënte wijze kan worden voldaan aan de toenemende eisen (o.a. verslaglegging).
Aansluiten bij bestaande landelijke plannen van onder meer a) het Kwaliteitsinstituut, dat zich richt op het meten van uitkomsten van patiëntervaringen en op het meten van uitkomsten met behandeling, b) het Ministerie van VWS met “2015: het jaar van de transparantie” en c) zorgaanbieders, patiëntenorganisaties, Zorgverzekeraars Nederland en Zorginstituut Nederland, die hun focus richten op het vindbaar en begrijpelijk maken van bestaande kwaliteitsinformatie. Het maken van patiënten versies van bestaande kwaliteitsrichtlijnen en het online toegankelijk maken van die kwaliteitsinformatie zijn hier de belangrijkste uitdagingen.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
11
2. FINANCIERING VAN DE LOGOPEDIE 2.1 Landelijke ontwikkelingen Zoals al eerder geconstateerd ervaren logopedisten ongeacht het werkveld grote druk rondom de financiering en de inkoop van de logopedie. Logopedisten in de eerstelijn zijn ontevreden over de inkoop, de hoogte van het tarief en over de onderhandelingsruimte met zorgverzekeraars. In de tweedelijn worden ontwikkelingen als substitutie van zorg naar de eerste lijn, DBC’s (Diagnose Behandel Combinaties), ZZP’en (zorgzwaartepakketten) en integrale bekostiging als een bedreiging gezien. De vergoeding van de logopedische zorg is vaak niet zichtbaar in de bekostiging van de instellingen waardoor vertrekkende collega’s vaak niet meer worden vervangen. In het onderwijs kunnen na de invoering van de lumpsum financiering de schoolbesturen zelf bepalen op welke wijze de middelen worden besteed. Bij een krimpend leerlingenaantal wordt bezuinigd op het onderwijsondersteunend personeel, waaronder de logopedie. Gemeenten moeten steeds meer taken doen met minder middelen. In de gemeenten die preventieve logopedie inkopen bij de GGD (of zelf nog logopedisten in dienst hebben) staat het voortbestaan van de preventieve logopedie jaarlijks op de agenda. Er komen steeds meer landelijke signalen dat mensen (noodzakelijke) zorg mijden, vanwege de hoge kosten (eigen risico). Uit een onderzoek onder de leden lijkt duidelijk sprake te zijn van mijden van zorg door patiënten met name in de eerstelijn. Door de versterking van de eerstelijnszorg nemen de kosten van logopedie in de eerstelijn toe. Zowel binnen het onderwijs en de tweedelijnszorg heeft er een verschuiving van zorg naar de eerstelijn plaatsgevonden. Gevolg van deze verschuiving is een kostenstijging in de basiszorg. Door de komst van het passend onderwijs per 1 augustus 2014 zijn de formatieplaatsen logopedie in het onderwijs sterk verminderd terwijl de eerstelijns logopedisten praktijken binnen de scholen openen. Hierdoor neemt de tevredenheid waarmee logopedisten in het onderwijs hun werk doen af, vanwege gevoelde oneerlijke concurrentie. Landelijk wordt ingezet om de zorg in de buurt te versterken. Optimale kansen voor laag geletterden, wegwerken van taalachterstanden bij jonge kinderen en optimale kansen voor ieder kind om het maximale uit zichzelf te halen staan volop in de aandacht. Zeer waarschijnlijk worden de prijzen per 2017 vrij gegeven. Dit zal consequenties hebben voor de praktijkvoering en de inkoop van logopedie.
2.2 Invloed van de landelijke ontwikkelingen op de logopedie Meer kosten in de eerstelijn betekent automatisch dat er meer voor logopedie wordt uitgegeven, dus dat het budget voor logopedie daarmee groeit. Het aantal behandelingen neemt immers toe doordat er steeds meer logopedisten werkzaam zijn binnen de eerstelijn. Behandelingen van logopedisten die werkzaam zijn bij instellingen, die voorheen uit het budget van het ziekenhuis of het verpleeghuis werden betaald, komen nu door reorganisaties binnen zorg en onderwijs ten laste van logopedie in de eerstelijn. Het inkomen van de individuele logopedist is niet toegenomen, maar er zijn door de substitutie van zorg veel meer logopedisten werkzaam in de eerstelijn. De aanpak van de problemen van laaggeletterden en taalachterstanden bij jonge kinderen staat of valt bij een tijdige signalering van taal- en spraakproblemen. De preventieve logopedie vraagt om een herpositionering. Via de ontwikkeling van een nieuwe JGZ richtlijn spraak-taalontwikkeling zullen
Definitieve versie MJBP 2016-2019
12
knelpunten in de signalering worden verminderd. Daarnaast zal ook worden onderzocht in welke mate een andere naamgeving van preventieve logopedie, zowel van de behandelaar als de activiteiten, invloed heeft op de inzet van logopedisten in deze signalering (preventieve logopedist of spraak-taal deskundige of iets dergelijks).
2.3 Wat gaat de NVLF in 2016-2019 doen? Zorgverzekeraars
De lobby vanuit de NVLF om de macht bij de zorgverzekeraars te verminderen zal onverminderd voort gezet worden richting het Ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en Tweede Kamerleden. Naast een goede tarifering is het belangrijk om verschillende prestaties in te kunnen zetten. Met de zorgverzekeraars zijn en blijven we in gesprek over de invoering van nieuwe prestaties. Denk aan prestaties voor complexe zorgvraag en variabele behandelduur. Onderwerpen waar de NVLF afspraken over mag maken met de zorgverzekeraars zijn kwaliteitsaspecten. De NVLF is het hele jaar door gesprekspartner van alle zorgverzekeraars, voorbeelden van onderwerpen van gesprek zijn de kwaliteitsinstrumenten zoals kwaliteitstoets, klant ervaringsonderzoek (KEO) en logopedie op school. Ook de komende periode zet de NVLF in op de ontwikkeling en vervolgens de honorering van kwaliteitsinstrumenten. Signalen als verhoogde administratieve lasten, zware kwaliteitseisen worden bij de gesprekken en afspraken met de zorgverzekeraars betrokken. De komst van vrije prijzen brengt met zich mee dat er geen maximum tarieven meer worden vastgesteld door de NZa. Voor leden is door de invoering van vrije tarieven nog belangrijker geworden om met zorgverzekeraars afspraken te kunnen maken over de contractering met de bijbehorende afspraken. De NVLF zal de leden informeren over de consequenties van de invoering van vrije prijzen.
Gemeenten, onderwijs en instellingen
De NVLF zal ook de komende beleidsperiode de effecten van het passend onderwijs volgen voor die kinderen die vóór de invoering van het passend onderwijs naar het speciaal (basis) onderwijs gingen. De knelpunten in de aansluiting tussen zorg en onderwijs zullen ook de komende periode onder de aandacht van de politici en andere beleidsmakers worden gebracht. Na jaren van bezuinigingen op de preventieve logopedie lijken gemeenten en scholen iets meer bereid te investeren in de signalering van spraak- en taalproblemen en wordt de vroeg- en voorschoolse educatie versterkt. Het SEO rapport “De Waarde van Logopedie”, waarin staat beschreven dat investeren in signaleren van spraak- en taalproblemen effectief is, zal ook de komende beleidsperiode worden gebruikt om de meerwaarde van de logopedie onder de aandacht van de beleidsmakers (zoals politici op landelijk en gemeentelijk niveau) te brengen. Met het oog op de versterking (eerstelijns)zorg is multidisciplinaire samenwerking essentieel. Dit kan gelden voor zowel overleggen op een school als een overleg met een andere zorgdiscipline. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat dergelijke overleggen in eigen tijd moeten plaatsvinden zonder dat daar een vergoeding tegen overstaat. Daarnaast zijn er groepen van zorgvragers waarbij een monodisciplinaire behandeling of een behandeling van 30 minuten niet volstaat. Denk hierbij aan verstandelijke gehandicapten die voorheen zorg vanuit de AWBZ ontvingen en deze zorg nu vanuit de eerstelijn ontvangen. De aanvraag van prestaties voor specifieke doelgroepen zal samen met andere beroepsverenigingen worden ingediend. Wij houden de leden van de vaste kamer commissie onderwijs op de hoogte van onze ervaringen en bieden suggesties voor de verbetering van het passend onderwijs Door krappere budgetten binnen de intramurale zorginstellingen en het onderwijs staat de formatie logopedie onder druk. Het is dan belangrijk voor de logopedist de meerwaarde binnen de
Definitieve versie MJBP 2016-2019
13
instelling duidelijk te maken of nieuwe aandachtsgebieden of taken op zich te nemen. Via de NVLF Academy zullen cursussen op het gebied van profilering worden aangeboden.
NVLF Academy Met de introductie van de NVLF Academy in 2015 biedt de NVLF haar leden een cursus- en trainingsaanbod gericht op het versterken van de eigen positie in een veranderende, lokale zorgmarkt. Om dit trainingsaanbod bij de leden sterk in de markt te zetten, wordt de NVLF Academy als activiteit een eigen label en krijgt het een aangepaste vormgeving. Qua aanbod kun je denken aan onderwerpen als:
Versterk je (online) positie Positionering in een nieuwe zorgmarkt Positionering, waarvoor sta jij bekend? Wat is er nodig; diverse tools om je cliënt te volgen en efficiënter te werken
Het cursus- en trainingsaanbod zal bestaan uit korte praktijkgerichte trainingen waarmee de cursisten direct hun voordeel kunnen doen. De trainingen worden in samenwerking met partners opgezet die over de specifieke deskundigheid beschikken. Nu alle studenten logopedie voor de gehele periode van hun studie ‘gratis’ lid zijn van de vereniging heeft de NVLF de mogelijkheid om gericht te peilen waar zij behoefte aan hebben. Onder het label van de NVLF Academy wordt specifieke ondersteuning geboden die samen met een groep studenten logopedie ontwikkeld zal worden.
Nieuwe Markten
Naast bestaande markten wil de NVLF zich inzetten op mogelijkheden voor logopedisten binnen nieuwe markten, mits er andere financieringsbronnen beschikbaar zijn. NVLF wil deze financieringsbronnen signaleren, bijvoorbeeld bij gemeenten en de logopedist ondersteunen bij de verkrijging van deze bronnen. De logopedist kan ingezet worden als deskundige op het gebied van communicatie. De logopedist kan veel betekenen op het gebied van de spraak- en taalontwikkeling van kinderen. Zij heeft de kennis over de normale en de afwijkende spraak- en taalontwikkeling en over het stimuleren van de taalontwikkeling van verschillende doelgroepen. De logopedist kan professionals uit andere beroepsgroepen informeren en trainen. Te denken valt aan het trainen van VVE-leidsters, VVE-coördinatoren, JGZ-artsen en verpleegkundigen, voorleescoaches, intern begeleiders, leerkrachten, docenten en professionals voor ouderen. Maar ook: het informeren en adviseren van projectleiders, betrokken bij projecten voor taalstimulering, het bestrijden van laaggeletterdheid e.d. Logopedisten, die ook dyslexiebehandelaar zijn, zijn bij uitstek deskundige op het gebied van het vergroten van het leesplezier, zowel bij kinderen, jongvolwassenen als volwassenen. De logopedist kan ook ingezet worden in het NT2 onderwijs voor zowel kinderen als volwassenen, zij kan ondersteunen bij de uitspraak van de klanken, maar ook op het gebied van het vergroten van de woordenschat en het coachen van leerkrachten.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
14
3. SPECIALISEREN Ten tijde van het schrijven van dit plan (augustus/september 2015) wordt het Arbeidsmonitor onderzoek uitgevoerd onder de leden. Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt zal begin 2016 haar rapport uitbrengen. De resultaten uit dit rapport zullen een richting geven aan de keuze voor wel/niet specialiseren.
3.1 Landelijke ontwikkelingen Een specialist is iemand die veel weet van weinig. Iemand die een expert is op zijn/haar vakgebied. Iemand die een oplossing heeft voor elk probleem binnen dat terrein. Een generalist is iemand die breed opgeleid is en in staat is om een probleem vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Een logopedist die afstudeert is een generalist. Het StudieRichtingsOverleg-Logopedie heeft de volgende ambitie uitgesproken “Vanaf 2020 leiden opleidingen logopedie op tot masterniveau en hebben de opleidingen een gezamenlijke bachelor en een onderscheidend masterprofiel”. Een ontwikkeling is dat er op de HBO logopedie minors zijn gekomen. Minors waarbij de student specifieke kennis opdoet rond een specifiek deelonderwerp binnen de logopedie. Binnen de logopedie komen steeds meer groepen en kwaliteitskringen rond specifieke logopedische onderwerpen. Een ontwikkeling die ook te zien is bij andere beroepsgroepen. Denk bijvoorbeeld aan de gespecialiseerd verpleegkundigen. Wat wil de patiënt? De patiënt wil goede zorg. Zorg waarbij jij zelf kan kiezen of hij deze dicht bij huis zoekt, of dat de zorg verder weg gehaald moet worden, omdat daar meer kennis en kunde is; lees specialisatie. Steeds vaker komt de slogan langs “Dichtbij als het kan, ver weg als het moet”. Een patiënt kan echter alleen kiezen, als transparant is welke logopedisten over welke kennis en kunde beschikken.
3.2 Invloed van de landelijke ontwikkelingen op de logopedie Zorgverzekeraars en overheid sturen steeds meer op doelmatige zorg. Zij streven naar kwalitatief goede zorg in zo min mogelijk behandelingen. De gedachtegang is dat hoe meer kennis en kunde de logopedist heeft rond een specifiek logopedische vraagstelling, hoe sneller het behandeltraject doorlopen kan worden. Een generalist is ziet een brede patiëntengroep, dient te beschikken over veel kennis, kunde en materialen en dient snel te kunnen schakelen tussen verschillende logopedische hulpvragen. Dit kan extra investering vragen, zowel in tijd als geld. Ook het uitgangspunt dat patiënten keuzevrijheid dient te hebben, motiveert deze gedachtegang. Patiënten kunnen alleen kiezen als inzicht hebben in de kwaliteit van de zorg.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
15
3.3 Wat gaat de NVLF in 2016 – 2019 doen? In 2016 wordt een besluit genomen over de mogelijkheid om al dan niet te specialiseren binnen de logopedie. Uitgangspunt hierbij zal zijn dat iedere logopedist wordt opgeleid als generalist en zich daarna eventueel kan ontwikkelen als specialist. Dit hoeft niet, maar kan. De logopedist bepaalt zelf welke persoonlijk ontwikkeltraject hij/zij wil volgen. Bij een positief besluit volgt uitvoering. Denk aan het uitbreiden van specialistische werkgroepen, een extra aantekening in het Kwaliteitsregister Paramedici en het toekennen van keurmerken. Ook wordt nagegaan of specialisme een hoger tarief zal opleveren en zal worden bepaald hoe we ons gaan profileren.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
16
4. NETWERKEN 4.1 Landelijke ontwikkelingen Netwerken Het maatschappelijke veld is in beweging. De belangrijkste transitie die zich nu voltrekt is de overheveling van het rijk naar gemeenten van voorzieningen die betrekking hebben op werk, zorg en jeugd. Deze decentralisatie, ook wel 3D geheten, stelt gemeenten voor de uitdaging om met samenwerkingspartners een nieuwe structuur vorm te geven voor professionele hulp aan inwoners. Voor deze maatschappelijke ondersteuning is minder geld beschikbaar; mensen zijn in eerste instantie aangewezen op het eigen netwerk van familie, vrienden en buren. Deze transitie betekent voor de logopedie een noodzakelijke kans om in beeld te komen bij de professionals die in de voorhoede van dit sociale domein het aanspreekpunt zijn. In de meeste gemeenten zijn hiervoor sociale wijkteams in het leven geroepen, soms zijn er ook domein-specifieke wijkteams actief zoals wijkteams Jeugd- en gezin.
Netwerken in de zorg en het onderwijs Door de veranderde rol van gemeenten als regisseur (en inkopende partij) van onder meer jeugdhulp ontstaan er binnen gemeenten nieuwe netwerken. Ouders die behoefte hebben aan professionele steun in verband met opvoeden en opgroeien, kunnen op deze zorg een beroep doen. Verder komt ook het passend onderwijs in de discussie over de inrichting van maatschappelijke structuren in beeld. Het integreren van zorg en onderwijs om kinderen en jongeren een goeie start te geven (en waar nodig tijdig hulp te bieden) wordt door steeds meer bestuurders (groep wethouders / koplopers) en professionals als model gezien. De wijkteams zijn de plek waar de hulpvraag van gezinnen door diverse disciplines besproken worden. Verschillende professionals maken deel uit van deze teams, werken samen, stemmen de hulpvraag af en coördineren de aanpak. Behalve de huisarts en de wijkverpleegkundige is de traditionele eerstelijnszorg nagenoeg buiten beeld van de transitiepartijen, die meestal bestaat uit maatschappelijk werkers, opbouwwerkers, of ouderenconsulenten.
4.2 Invloed van de landelijke ontwikkelingen op de logopedie Hoe groot de invloed van de transformatie op de vraag naar logopedie is, is niet bekend. Het is aannemelijk te veronderstellen dat er geen direct kosteneffect is omdat de toegang tot logopedie geen onderdeel is van de zorg bedoeld in het kader van de Wmo of de Jeugdwet. Indirect kan er vraag ontstaan als verwijzers en andere professionals aan logopedie denken wanneer zij bij de doelgroep taal- of spraakproblemen signaleren. De inschatting is dat vanaf 2016 en verder het moment aanbreekt om de paramedische zorg naar voren te plaatsen, in de aandacht van professionals die de eerste schil van de jeugdhulp vormen.
Netwerken zijn een manier van werken, buiten de muren van de eigen organisatie. Zakelijke netwerken ontstaan (soms tijdelijk) en vormen zich rond individuele professionals die elkaar opzoeken rond het projectmatig uitvoeren van een activiteit. Een praktische, oplossingsgerichte insteek is vaak de reden om in netwerkverband te werken aan 1 specifieke taak. Verbindingen leggen tussen en (onder)houden van netwerken is dan ook een voorwaarde om in beeld te zijn bij andere personen. Het zijn de vaak minder zichtbare ontmoetingen
Definitieve versie MJBP 2016-2019
17
tussen organisaties naast de formele, op afstemming gerichte overlegstructuren binnen de eigen organisatie. Binnen netwerken doe je kennis op, worden ontwikkelingen vaak als eerste zichtbaar, zijn trends en kansen onderwerp van gesprek. Om een (kennis)voorsprong te krijgen in een dynamische omgeving, is het actief meedoen aan netwerken onontkoombaar.
4.3 Wat gaat de NVLF in 2016-2019 doen? De betekenis van netwerken voor de NVLF In de vorige beleidsperiode is de stap gezet naar het ontsluiten van het NVLF-netwerk door het in kaart brengen van de verschillende groeperingen waar logopedisten op regelmatige basis bijeenkomen. Er zijn enkele bijeenkomsten gehouden met de vertegenwoordigers van deze groeperingen. In de beleidsperiode 2016 – 2019 gaat de NVLF deze structuren inhoudelijk en organisatorisch versterken zodat er een grotere lokale en regionale zichtbaarheid is van de aanwezige logopedisten. De nieuwe logopedische netwerken zijn niet alleen door kennis gedreven / intern gerichte structuren, maar zullen zich meer als marktpartij opstellen richten op hun omgeving. Het lokaal en regionaal in kaart brengen van zowel de zorgstructuur als de onderwijsvoorzieningen is stap 1. Dit proces wordt met de Regionale OndersteuningsStructuren en ROS-vertegenwoordigers verder uitgewerkt. Logopedisch netwerk: van intern naar extern De samenwerkingsverbanden van logopedisten in de regio zijn een voorbeeld van een beroepsgroep die zich ontwikkelt van zelfstandig werkende individualisten tot een naar afstemming en eenwording zoekend collectief. Dit proces voltrekt zich nochtans met name buiten de NVLF, op sommige plaatsen wordt het ondersteund door Rossen. De NVLF wil in de regio en binnen gemeenten krachtige partijen stimuleren die zich op de zorgmarkt manifesteren.
Regionaal zorgaanbod creëren De regionalisering van de logopedie is een trend die support verdient wanneer hiermee een passend zorgaanbod ontstaat dat aantrekkelijk is voor de lokale vraag naar logopedie. Efficiency wordt bereikt als de verwijzing naar de logopedie wordt gestroomlijnd binnen logopedische samenwerkingsverbanden in een regio of op stedelijk niveau. Deze worden een aanspreekpunt voor verwijzers, het basisonderwijs, maatschappelijke hulpverleners en informatiezoekers naar specifieke logopedische behandeling en bieden generieke informatie die door de NVLF beschikbaar wordt gesteld. Om het externe netwerk van goede ondersteuning te voorzien zal de NVLF de meest geschikte (werken overleg)vorm bepalen in aansluiting op de verenigingsstructuur en in lijn met de dynamiek die aan netwerken eigen is. Een operationele netwerkstructuur vraagt om specifieke deskundigheid en kwaliteit van zowel kaderleden als medewerkers, die intern ontwikkeld moet worden. In de komende beleidsperiode wil de NVLF onderzoeken wat de meest ideale werkvorm is die past bij het ontwikkelen en aansturen van netwerken als middel om logopedie duurzaam in te zetten. Over de samenwerking in netwerken, ketens en allianties is veel gepubliceerd. Werken binnen netwerken wordt afgezet tegen het traditioneel organiseren. Er hoort ook een geheel eigen jargon bij: volgzaam werken, verbinden over grenzen heen, ketenbenadering. Paramedische verbreding De afstemming binnen Paramedisch Platform Nederland (PPN) wordt voortgezet: verdieping op inhoudelijke overeenkomsten leidt ertoe dat het overstijgende belang van de deelnemende verenigingen sterker naar voorgebracht kan worden. Hiertoe wordt de PPN nog in 2015 een federatie. Onder de paraplu van PPN werd al meerdere keren gereageerd op politieke ontwikkelingen (hinderpaalcriterium, budgetpolis). Agendering gebeurde op bestuurlijk niveau. Om van de PPN een
Definitieve versie MJBP 2016-2019
18
invloedrijke factor te maken voor het paramedische zorgveld (als zorgaanbieders, als werkgever, als economische sector), zal een gezamenlijke bestuursagenda verder richting geven aan beleids-/ en communicatieactiviteiten. De volgende beroepsverenigingen maken deel uit van de federatieve PPN i.o.: Ergotherapie Nederland, Nederlandse Vereniging van Diëtisten, Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, Nederlandse Vereniging voor Huidtherapeuten, NVLF. Pijlen richten op gemeenten In toenemende mate vindt er toenadering plaats tussen de ministeries van Onderwijs en Zorg. Beide ministeries zijn onder andere betrokken bij het programma Tel mee met taal. Die ministeriele toenadering vertaalt zich ook in de beweging om te werken aan ‘gemeenten van de toekomst’. In deze beweging zie je de omslag terug in het denken over gemeentelijke taken en het uitvoeren van de overheidsopdracht samen met de burger in plaats van voor de burger. Decentralisatie vindt plaats in het passend onderwijs en de jeugdzorg onder de noemer transformatie sociaal domein (Jeugd, WMO, Participatiewet). Via lobby, (in)formele contacten, en een informantennetwerk van logopedisten zal de NVLF in contact komen met het lokale bestuur en de uitvoerende partijen die zich richten op jeugd en ouderen. Door profileren onderdeel van het transformatieproces worden Binnen het transformatieproces buigen talloze organisaties zich over hun nieuwe rol. Ter ondersteuning heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten OndersteuningsTeam Decentralisaties in het leven geroepen. De inzet is om de kracht van de burger aan te spreken: meer overlaten aan de burger die voor zichzelf moet (zien te) zorgen. Lokale samenwerkingsverbanden van logopedisten kunnen zich via voorlichting en presentaties aan deze maatschappelijke organisaties presenteren. De NVLF wil aan deze initiatieven ondersteuning geven. Zorg aan ouderen In de nieuwe Wet publieke gezondheid is vastgelegd dat gemeenten zorgen voor de uitvoering van de gezondheidszorg voor ouderen (inclusief preventie). Deze taak omvat in ieder geval: - Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en - bedreigende factoren. - Het ramen van de behoeften aan zorg. - De vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen. - Het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding. Uit onderzoek blijkt dat er tot nu toe onduidelijkheid bestond over hoe de gemeenten het preventieve beleid gericht op ouderen moeten vormgeven (Schippers et al., 2009). Bij de samenwerking met gemeenten zal ook aandacht aan preventie op het gebied van logopedie bij ouderen worden gegeven. Een ander goed voorbeeld van een netwerk is het Deltaplan Dementie. Dit valt onder het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid…’ en dat bundelt acties die Nederland gezonder maken. Binnen dat programma is aandacht voor preventie, één van de speerpunten is het Deltaplan Dementie. Dat wil zeggen dat het kabinet de komende jaren in aanvullende maatregelen investeert om de levenskwaliteit van mensen met dementie te verbeteren. De maatregelen focussen op een dementievriendelijke samenleving en persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Het Deltaplan is een mooi voorbeeld, waar NVLF bij betrokken wil zijn Uit het NIVEL concept-rapport “de huidige en potentiële rol van de logopedie binnen de ouderenzorg”, in opdracht van de NVLF, blijkt: Op basis van externe data kan een impressie worden gegeven over de samenwerking van logopedisten met anderen. Met de huisarts lijkt deze samenwerking rondom ouderenzorg nog gering van omvang; met medisch specialisten, met name neurologen en KNO-artsen, hebben logopedisten wel een duidelijke (verwijs)relatie. Uit het onderzoek kwam naar voren dat vooral van belang is wie in een bepaalde gemeente/regio de rol vervult van casemanager voor oudere patiënten. Dit zou naast de wijkverpleegkundige bv. ook het algemeen maatschappelijk werk kunnen zijn. In potentie is dit ook een type samenwerking waar de eerste lijn een centrale rol in kan vervullen, in het kader van de zorg
Definitieve versie MJBP 2016-2019
19
dichtbij huis. Het werken in zorginstellingen daarentegen biedt juist meer mogelijkheden voor het werken in multidisciplinaire teams en mogelijk ook voor het deelnemen aan ouderdomsgerelateerde zorgnetwerken, bijvoorbeeld rondom CVA of Parkinson. Aangezien er een grote variatie zichtbaar is in het soort zorgnetwerken waaraan men deelneemt, b.v. rond ouderen met (verstandelijke) handicaps, komt duidelijk naar voren dat er in het veld van de logopedie vele initiatieven zijn. Deze drie ontwikkelingen in de ouderenzorg sluiten aan bij het voornemen, om logopedie in de ouderenzorg beter te positioneren in verschillende ketens, zoals beschreven in hoofdstuk 1 van dit meerjarenbeleidsplan.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
20
Bijlage 1 Samenvatting
“SAMEN VOOR KWALITEIT” Wat leden van de NVLF vragen
DOELMATIG WERKEN > EFFECTIVITEIT EN KWALITEIT Betrek wetenschappelijk onderzoek Verzamel nog meer de effecten van logopedie
SPECIALISEREN > BEROEP EN VAKMATIGE ONTWIKKELING
FINANCIERING > POSITIONERING Versterk het zichtbaar zijn van de NVLF voor leden, patiënten, zorgverzekeraars en politiek Behartig de belangen van de leden en stem dit met het werkveld af
NETWERKEN > PROFILEREN
Ga door met het ontwikkelen van richtlijnen
Ga door met het creëren van data & onderzoek
Zorg er voor dat ons werk leuk blijft
Ga de media pro-actiever benaderen Wees proactief richting politiek Den Haag
Definitieve versie MJBP 2016-2019
21
Wat de NVLF gaat doen voor de leden
DOELMATIG WERKEN > EFFECTIVITEIT EN KWALITEIT
FINANCIERING > POSITIONERING
Aanpakken administratieve lasten: meer inzicht in eigen processen
Afstemming met zorgverzekeraars & lobby met centrale overheid
Demografische ontwikkelingen: onderdeel zijn van de ketenpartners
Gemeenten, onderwijs en instellingen actief informeren
Zelfmanagement: multidisciplinair kijk op zorg en preventie
NVLF Academy: versterken eigen positie van leden
Inkoop logopedie: beïnvloeden en verduidelijken
Nieuwe Markten: in kaart brengen van geldbronnen en kansen voor logopedie verkennen.
Richtlijnen en Protocollen: inzetten op multidisciplinaire zorgproducten
SPECIALISEREN > BEROEP EN VAKMATIGE ONTWIKKELING
NETWERKEN > PROFILEREN Logopedisch netwerk: van intern naar extern
Implementeren specialisatie-traject Regionaal zorgaanbod creëren Paramedische verbreding via PPN Pijlen richten op gemeenten wat betreft jeugdgezondheidszorg en onderwijs Zorg aan ouderen
Definitieve versie MJBP 2016-2019
22
Structurele werkzaamheden van het verenigingsbureau
DOELMATIG WERKEN > EFFECTIVITEIT EN KWALITEIT
FINANCIERING > POSITIONERING
Service
Sociaal Economische Belangen
Ledenwerving en –behoud Helpdesk voor de leden (antwoorden op vakinhoudelijke, juridische en bedrijfsmatige vragen) Organiseren van jaarcongres, districtsen themabijeenkomsten, trainingen en workshops Beheren van het NVLF register NVLF Academy Ondersteuning statutaire commissies
SPECIALISEREN > BEROEP EN VAKMATIGE ONTWIKKELING
belangenbehartiging t.a.v. sociaal economische belangen voor de beroepsgroep logopedisten en vakgebied algemeen profileren logopedisch beroep naar patiënten, collega-paramedici, huisartsen, specialisten (verwijzers: KNO-arts), zorgverzekeraars, onderwijs en gemeenten e.d. netwerk opbouwen voor lobby overleg met ZN, NZa, ministeries voorbereiden logopedisten op marktwerking: marktoriëntatie, samenwerking, concurrentie
NETWERKEN > PROFILEREN PR en Communicatie
Vakinhoud
Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsregister Paramedici Productontwikkeling Deskundigheidsbevordering van de leden Ondersteunen van de 350 kwaliteitskringen Kwaliteitsinstrumenten ontwikkelen en herzien, zoals richtlijnen, zorgstandaarden, evidence summaries, logopedische standaarden, literatuurstudies, position statements Participatie in onderzoeksprojecten, zoals RAAK Beheer kwaliteitstoets
Informeren van leden met behulp van website, Facebook, nieuwsbrief en app Uitbrengen van Nederlands tijdschrift voor Logopedie Inschakelen lobbykantoor Uitvoeren campagnes
Het verenigingsbureau voert bovenstaande werkzaamheden momenteel (oktober 2015) uit met zes beleidsmedewerkers (5,0 fte), één servicemanager (1,0), zes beleidsondersteuners (4,4), één financieel medewerkster (0,6), één boekhouder (0,6) en één vestigingsmanager (0,9). Het totaal aantal medewerkers bedraagt 12,5 fte.
Definitieve versie MJBP 2016-2019
23