Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Continuïteit en Vernieuwing
Versie
Definitief
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
1 van 38
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Continuïteit en Vernieuwing
Opdrachtgever Raad van Bestuur Status Na instemming door Raad van Toezicht vastgesteld door Raad van Bestuur en goedgekeurd door minister van Infrastructuur en Milieu Verspreiding Openbaar Versiehistorie Versie
Datum
Definitief 14 december 2015
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
2 van 38
Inhoudsopgave
1.......... Voorwoord .................................................................................................................................... 3 2.......... Ontwikkelingen in de omgeving van het Kadaster....................................................................... 5 3.......... Ambities en doelstellingen ........................................................................................................... 8 3.1 ....... Continuïteit in uitvoering.................................................................................................................. 8 3.2 ....... Zekerheid in eigendom en gebruik van alles op en onder de grond..................................................11 3.3 ....... Platform waarmee iedereen met geo-informatie altijd en overal aan de slag kan ..............................14 3.4 ....... Partner voor gebruik van geo-informatie in maatschappelijke vraagstukken .....................................17 4.......... Bedrijfsvoering ............................................................................................................................21 4.1 ....... Organisatie en personeel ...............................................................................................................21 4.2 ....... IT ..................................................................................................................................................21 4.3 ....... Alliantiemanagement .....................................................................................................................22 4.4 ....... Overige bedrijfsvoeringsaspecten...................................................................................................23 5.......... Financiën .....................................................................................................................................27 Bijlagen.....................................................................................................................................................31 Bijlage A. Kadaster: taken, missie, doelgroepen ..........................................................................................31 Bijlage B. Financiële meerjarenplanning ......................................................................................................34 Bijlage C. Scenariowaarden ramingsmodel..................................................................................................37 Bijlage D. Afkortingen en begrippen ............................................................................................................38 Bijlage E. Contactinformatie ........................................................................................................................38
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
3 van 38
1
Voorwoord
Koning Willem-Alexander sprak aan het einde van de Koningsdagviering in Dordrecht van een geslaagde combinatie van continuïteit en vernieuwing. Zonder het te weten typeerde hij daarmee wat het Kadaster wil zijn en wat we, in alle onbescheidenheid, ook al menen te zijn. Het Kadaster is een publieke organisatie met wettelijke taken. Het bieden van continuïteit in de dienstverlening is daarom cruciaal. Als wij bijvoorbeeld een of meer dagen geen overdrachtsakten kunnen inschrijven of informatie over kabels en leidingen kunnen verstrekken, is de economische schade aanzienlijk. Het bieden van continuïteit betekent echter niet dat wij steeds hetzelfde blijven doen of op dezelfde wijze blijven werken. We moeten en willen continu op de eisen van de samenleving blijven inspelen. En omdat de samenleving zich ontwikkelt, ontwikkelt het Kadaster zich ook voortdurend. De afgelopen maanden hebben we ons intensief verdiept in de ontwikkelingen die wij voor de komende 10 jaar verwachten. Naast economische, maatschappelijke en internationale ontwikkelingen zullen technologieontwikkelingen waarschijnlijk dominant zijn. Burgers en bedrijven beschikken over hoogwaardige technologie. Door hun grotere wendbaarheid zal de technologie waarover zij beschikken geregeld moderner zijn dan de technologie waarover de overheid beschikt. De burger is altijd online en heeft dan toegang tot een vrijwel onbegrensde hoeveelheid data, informatie en diensten. Daarnaast speelt de wens van de burger tot meer regie over het eigen (gezins)leven en de eigen loopbaan. De zelfwerkzaamheid van burgers is daardoor groot. Het Kadaster speelt hierop in, onder meer door ervoor te zorgen dat informatie die de burger nodig heeft, in bruikbare vorm beschikbaar is. De bestaande informatievoorziening via PDOK en de plannen voor informatievoorziening in het kader van de Omgevingswet zijn hier voorbeelden van. Op basis van het digitale handelen van burgers bouwen grote commerciële partijen zoals Google en Facebook met big-datatechnieken veel kennis over individuen en hun gedrag op. Daarmee kunnen zij het leven van individuen vergemakkelijken en veraangenamen. Maar als er onvoldoende ‘checks and balances’ zijn, kunnen dergelijke grote partijen ook machtsfactoren worden die de democratische processen overvleugelen. In die wereld levert de overheid, waaronder het Kadaster, toegevoegde waarde. Zo zorgen wij er onder meer voor dat de gebruiker van Kadastergegevens daar daadwerkelijk op kan vertrouwen. Hoewel onze kadastrale registratie al een van de beste van de wereld is, kent zij enkele beperkingen, bijvoorbeeld bij eigendomsverkrijging via vererving. Ons programma Positivering is erop gericht om op dergelijke punten de registratie verder te verbeteren. Het besef dat geo-informatie kan helpen bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken dringt langzaam maar zeker door in de sectoren die niet geo-georiënteerd zijn. Met standaard- en maatwerkinformatieproducten, maar ook met advies op basis van geodata kunnen wij geografisch inzicht geven in de huidige situatie en in mogelijke oplossingsrichtingen. De sectoren vastgoed, landbouw, natuur en openbare orde en veiligheid wisten ons al langer te vinden, maar ook partijen die zich bezighouden met bijvoorbeeld regionale krimp, leeftijdbestendig wonen en agrarisch verkeer wenden zich tegenwoordig tot ons.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
4 van 38 Met dit alles in gedachten zijn we gekomen tot het definiëren van drie inhoudelijke ambities: • Wij bieden zekerheid in eigendom én gebruik van alles op en onder de grond. • We bieden het platform waarmee iedereen met geo-informatie altijd en overal aan de slag kan. • Wij zijn partner voor het gebruik van geo-informatie als onmisbare schakel bij maatschappelijke vraagstukken, zowel binnen als buiten Nederland. Deze ambities vormen het raamwerk van dit meerjarenbeleidsplan. Samengevat in de woorden van onze koning: we gaan voor een geslaagde combinatie van continuïteit en vernieuwing! Raad van Bestuur Kadaster Dorine Burmanje en Frank Tierolff
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
5 van 38
2
Ontwikkelingen in de omgeving van het Kadaster
Zowel binnen als buiten het Kadaster doen zich ontwikkelingen voor waardoor het nodig is om het voorgaande MBP (2015-2019) op een aantal punten bij te stellen. De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn hieronder gerubriceerd. Van veel ontwikkelingen is nog niet duidelijk hoe deze het werk van het Kadaster zullen beïnvloeden. Waar dat wel duidelijk lijkt, staat in onderstaande tekst een verwijzing naar de desbetreffende onderdelen van de navolgende hoofdstukken. Economie en vastgoedmarkt Alles wijst erop dat we het diepste punt van de economische crisis gepasseerd zijn. Het consumentenvertrouwen neemt toe en al minstens 6 maanden achtereen is het aantal onroerendgoedtransacties hoger dan een jaar eerder. Deze ontwikkelingen zijn niet te beïnvloeden door het Kadaster, maar zijn desondanks zeer belangrijk. Ruim drie kwart van de inkomsten van het Kadaster is immers rechtstreeks gerelateerd aan het aantal onroerend-goedtransacties. Net als in de maatschappij als geheel is ook in de vastgoedwereld vaker sprake van gedeeld gebruik. Voor veel mensen is een gebruiksrecht voldoende, onafhankelijk van wie de eigenaar van het vastgoed is. Deze ontwikkeling kan leiden tot een toenemende behoefte aan een objectieve, betrouwbare registratie van gebruiksrechten. Zie paragraaf 3.2, onder ‘Verkennen van nieuwe registraties’. Ruimtelijke ontwikkelingen De kaart is nooit af, de landmeter is nooit klaar, omdat de voortdurende maatschappelijke en natuurlijke ontwikkelingen van invloed zijn op de ruimte en op het ruimtegebruik. In Nederland zien we dat de bevolking meer in de steden en minder in het buitengebied gaat wonen. Tegenover toenemende verstedelijking en bevolkingsaanwas in de Randstad staat regionale krimp in gebieden als Oost-Groningen, de Achterhoek, Zuid-Limburg en Zeeuws Vlaanderen. Daarnaast spelen internationale vraagstukken als de energietransitie (minder fossiele brandstoffen, meer duurzame energie-opwekking) en de wateropgave in samenhang met klimaatverandering en zeespiegelrijzing. De Groningse aardbevingsproblematiek is nu zo groot geworden dat alleen een multidisciplinaire, integrale aanpak tot resultaten kan leiden. In al dit soort ruimtelijke vraagstukken kan en wil het Kadaster de betrokken partijen helpen door data en integrale informatieproducten ter beschikking te stellen en geo-advies te geven. Zie paragraaf 3.4. Politiek en overheid Het samenbrengen van tal van wettelijke regelingen op het gebied van onder meer ruimtelijke ordening en ruimtelijk gebruik in de nieuwe Omgevingswet is een speerpunt van het beleid van de minister van IenM. Vlak voor de zomer van 2015 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsontwerp. Deze mijlplaal in het wetgevingstraject is een extra bevestiging dat de bouw van het digitale stelsel ter uitvoering van de wet voortvarend moet worden opgepakt. Het Kadaster levert hieraan in een consortium met Rijkswaterstaat en RIVM belangrijke bijdragen. Zie paragraaf 3.3.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
6 van 38 De decentralisatie van de verantwoordelijkheid voor het landelijke gebied (natuur, landbouw) van het rijk naar de provincies is afgerond. Nieuwe initiatieven tot gebiedsinrichting komen vooral van de gebiedspartijen zelf en niet zozeer van de overheid. De kennis en ervaring van het Kadaster met onder andere herverkaveling blijft hierbij van belang. Parallel hieraan ontstaan er diverse initiatieven tot stedelijke herverkaveling. De minister van IenM bereidt wetgeving hierover voor. Zie paragraaf 3.4. Met het programma Rijksoverheid Digitaal 2017 streeft het kabinet ernaar dat burgers en bedrijven vanaf 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen regelen. Als publieke uitvoeringsorganisatie heeft het Kadaster zich verbonden aan deze doelstelling. Hoewel het merendeel van de dienstverlening van het Kadaster al digitaal verloopt, zullen we toch nog enkele diensten hierop moeten afstemmen. Zie paragraaf 3.3, onder ‘Focus op de klant’. De besturing van (semi-)publieke organisaties vraagt om transparantie en integriteit. Het Kadaster draagt beide waarden uit onder meer door als deelnemer in de Handvestgroep Publiek Verantwoorden te werken aan de herziening van de Code Goed Bestuur. Technologie De afgelopen jaren heeft de informatietechnologie zich revolutionair ontwikkeld. De komende jaren blijft dat naar verwachting zo en worden de maatschappelijke mogelijkheden en effecten steeds groter. Burgers, bedrijven en professionals hebben ongelimiteerde toegang tot informatie en beschikken over technieken die hen ondersteunen in de toepassing daarvan. Ontwikkelingen die het werkgebied van het Kadaster raken zijn onder meer big data en linked data. Big-dataverzamelingen overtreffen bijvoorbeeld in omvang ruimschoots de dataverzamelingen die het Kadaster beheert. En in die wereld ontwikkelt zich ook de onderscheidende waarde van het Kadaster. Ontwikkelingen als ‘the internet of things’ en autonoom vervoer (zelfrijdende auto’s) hebben tot gevolg dat niet zozeer mensen, maar apparaten met elkaar communiceren en van elkaar moeten weten waar zij zijn. Dit stelt hoge eisen aan de beschikbaarheid van actuele en nauwkeurige geo-informatie. Maatschappelijke en sociale context Op het raakvlak van technologie en maatschappelijke ontwikkelingen liggen de sociale media. De techniek heeft het voor mensen mogelijk gemaakt om voortdurend online te zijn en via de sociale media verbonden te zijn met de sociale netwerken van hun keuze. In slechts enkele jaren zijn de sociale media zodanig gemeengoed geworden dat zij niet meer weg te denken zijn. Voor het Kadaster, dat daar wil zijn waar de klant ons verwacht, betekent dit dat de sociale media onderdeel moeten uitmaken van ons hele communicatiearsenaal, zowel op organisatie- als op medewerkersniveau. Ook verwacht men ter plekke en op elk moment van de dag toegang tot de informatie van het punt waar men staat. Partijen hebben en pakken de kans zelf actie te ondernemen. Ze zijn in hoge mate zelfwerkzaam. Dat is deels omdat ze dat willen en kunnen. Soms ook dwingt een terugtredende overheid ze tot zelfwerkzaamheid. In deze wereld is er steeds meer behoefte aan gegevens en informatie waar je op kunt vertrouwen, vooral als het gaat om beslissingen met grote gevolgen zoals het kopen van een huis of het inrichten van een gebied.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
7 van 38 Het gaat er daarbij niet alleen om dat de informatie op dat moment juist is. Het is ook belangrijk dat er waarborgen zijn dat de informatie juist blijft. Alleen dan kunnen partijen met een gerust hart zaken doen. Privacy Mede ingegeven door de almaar toenemende technologische mogelijkheden zijn er ontwikkelingen op het gebied van privacy en bescherming van persoonsgegevens. De Europese privacyverordening zal nieuwe rechten voor burgers introduceren, zodat zij beter in staat worden gesteld hun privacybelangen te behartigen. Dit betekent dat het Kadaster in lijn met deze nieuwe wetgeving waarborgen moet bieden om de privacy van personen te beschermen, zodat bijvoorbeeld datalekken zoveel mogelijk worden voorkomen. Ketenintegratie Als gevolg van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen raken de processen van ketenpartners meer geïntegreerd en verknoopt. Om de ketenprocessen blijvend optimaal te laten verlopen is bij alle ketenpartners diepgaande kennis nodig van de eigen processen, maar ook een toenemende kennis van de deelprocessen bij de andere partners. Deze ontwikkeling vraagt van het Kadaster een actief kennismanagement (paragraaf 4.1). Internationale ontwikkelingen De Europese ontwikkeling kent twee gezichten. Enerzijds is er sprake van toenemende harmonisatie, onder andere blijkend uit de toepassing van Europese richtlijnen als INSPIRE en Kostenreductie Breedband en het toenemende aantal Europese samenwerkingsverbanden zoals UN-GGIM en EULIS. Aan de andere kant vertoont het Europese bouwwerk scheuren, blijkend uit de Griekenland-problematiek en de opkomst van Eurosceptische politieke bewegingen. Door conflicten in het Midden-Oosten en armoede in Afrika zijn miljoenen mensen op drift, onder andere met als doel om in Europa een beter bestaan op te bouwen. De spanning in oostelijk Oekraïne straalt sterk af op de relatie tussen de EU-landen en Rusland. Internationale conflicten brengen (economische) onzekerheid met zich mee. Gekoppeld aan deze ontwikkelingen zien we een toenemende behoefte aan betrouwbare en actuele geo-informatie voor defensiedoeleinden en nieuwsgaring. Doorwerking op het Kadaster In de hoofdstukken 3 en 4 is te lezen hoe het Kadaster inspeelt op de externe ontwikkelingen. Waar bijvoorbeeld de afdeling Public Affairs zich vooral focust op de politieke ontwikkelingen, zijn de adviesafdelingen gericht op ruimtelijke ontwikkelingen. De eenheden voor product- en procesinnovatie volgen en stimuleren technologische ontwikkelingen, vaak in samenspraak met de (geo-)industrie. De productieafdelingen spelen voortdurend in op schommelingen in het werkaanbod en Kadaster International heeft vanzelfsprekend een internationale focus.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
8 van 38
3
Ambities en doelstellingen
3.1
Continuïteit in uitvoering
Het Kadaster kent geen marktwerking in de uitvoering van zijn wettelijke taken. De benodigde ‘checks and balances’ komen uit het toezichtsarrangement met de Raad van Toezicht en de minister van IenM. Daarnaast blijven we zelf steeds kritisch op de wijze waarop we onze werkzaamheden uitvoeren. Klantbehoeften zijn het uitgangspunt voor het ontwikkelen van de juiste producten en diensten, afgestemd op klantsegmenten voor standaarddiensten en op de individuele klanten voor maatwerk. We borgen het evenwicht tussen de klantwens en onze kosten: de productiekosten voor producten en diensten moeten gedekt worden door tarieven die voor de klant acceptabel zijn en door budgetten die de opdrachtgever/financier ervoor over heeft. Continuïteit gaat ook over het permanent zoeken naar mogelijkheden tot efficiëntieverbetering, terwijl de kwaliteit van dienstverlening op peil blijft. De focus ligt daarbij op digitale optimalisering van de ketens voor registratie en informatievoorziening. Onder andere technologische ontwikkelingen maken efficiëntieverbetering mogelijk, maar ook een kritische beschouwing van samenhang van de afzonderlijke processtappen van onszelf en van onze ketenpartners. Het ruime palet aan diensten dat het Kadaster voert, met vastgoed- en geo-informatie als bindende factor, biedt bovendien kansen om synergievoordeel te behalen in productontwikkeling en dienstverlening. Ook het toepassen van internationale en nationale standaarden draagt bij aan een optimale uitvoering. Hieronder noemen we enkele relevante operationele doelstellingen voor de planperiode, die zullen bijdragen aan de continuïteit van onze dienstverlening. Vernieuwing systemen voor Basisregistratie Kadaster De bestaande systemen voor bijhouding van de BRK zijn technisch verouderd. Wetswijzigingen of gerechtvaardigde klantwensen vereisen soms functionele aanpassing, maar het is vaak moeilijk om deze nieuwe functionaliteit in het bestaande systeem in te bouwen. Dit heeft te maken met de verouderde techniek, maar ook met de steeds schaarser worden de kennis over de oude technologie. Om de continuïteit te kunnen waarborgen en de flexibiliteit te verhogen blijven we inzetten op vernieuwing van de gegevensregistratie en de bijhoudingsprocessen voor zowel de akteverwerking als de bijhouding van de kadastrale kaart. De vernieuwing van de primaire systemen, waaronder AKR/Hyp, is al een aantal jaren geleden in gang gezet. Belangrijke resultaten hiervan tot nu toe zijn de vernieuwing van de persoonsregistratie en de introductie van Kadaster-on-line. Wat nu resteert, is de vernieuwing van de (harde) kern van AKR/Hyp, te weten de registratie van kadastrale objecten, rechten, beperkingen en hypotheken. De vervangende applicatie krijgt de naam KOERS. De ontwikkeling hiervan start in 2015. Automatische vervaardiging Basisregistratie Topografie Het Kadaster vervaardigt de topografische kaart 1:50.000 (TOP50NL) sinds 2014 volledig automatisch uit de kaartschaal 1:10.000 (TOP10NL). Deze methode is internationaal toonaangevend. Via meerdaagse seminars
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
9 van 38 hebben we onze kennis en en ervaring op dit vlak gedeeld met de topografische diensten van onder meer Zweden en Zwitserland. Proefnemingen hebben uitgewezen dat het mogelijk is om de TOP10NL grotendeels via automatisch generaliseren af te leiden uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT, 1:1.000 en 1:2.000). Dat betekent dat we op termijn de complete schaalrange van topografische producten deels automatisch te kunnen vervaardigen uit één grootschalig bronbestand. Daarmee worden de topografische producten consistenter en de productie efficiënter. Wel zullen de BRT-specificaties op enkele punten aangepast moeten worden. Dit doen we in overleg met de BRT-stakeholders. En automatische vervaardiging van de TOP10NL uit de BGT wordt pas mogelijk als de BGT landsdekkend compleet en consistent is. Optimaliseren informatievoorzieningen Op grond van diverse wetten en opdrachten beheert het Kadaster tal van centrale geoinformatievoorzieningen. Voor de meeste van deze taken is de minister van IenM de opdrachtgever, maar ook andere ministers hebben informatietaken bij het Kadaster belegd. Wij streven ernaar het geheel van deze opdrachten op de meest efficiënte wijze uit te voeren met maximaal gebruik van generieke technische bouwstenen. Landelijke voorzieningen In de afgelopen jaren heeft het Kadaster steeds meer landelijke voorzieningen in beheer genomen. In 2015 zijn dit de landelijke voorzieningen BAG, WKPB, beeldmateriaal, energielabels, ruimtelijke plannen, WOZ en BGT. De voorzieningen zijn los van elkaar en door diverse organisaties gebouwd. Om op beheer en onderhoud te besparen, voeren we het project 'Synergie landelijke voorzieningen' uit. We streven naar het ombouwen van specifieke IT-componenten tot generieke componenten voor alle landelijke voorzieningen. Dit is een geleidelijk proces, gekoppeld aan het reguliere onderhoud van de afzonderlijke landelijke voorzieningen. Ook zullen we het beheer en de exploitatie van het geheel aan landelijke voorzieningen bundelen. Lopende ontwikkelingen zijn de implementaties van de landelijke voorzieningen WOZ en BGT. De LV WOZ is in 2013 in gebruik genomen en de LV BGT in 2014. Voor beide voorzieningen geldt dat eind 2015 nog niet alle gemeenten en andere bronhouders hun data zullen hebben opgeleverd. In de eerste helft van de planperiode zal dit alsnog gaan gebeuren. Het Kadaster treft maatregelen om de overgang van GBKN naar BGT soepel te laten verlopen. Naar verwachting zal eind 2016 een deel van de WOZ-gegevens openbaar worden. Deze openbare WOZ-gegevens worden dan ook als open data vrijgegeven. In 2014 is het Kadaster samen met de graafsector (grondroerders en netbeheerders) en de ministeries van EZ en IenM gestart met het programma KLIC-WIN. In het kader van dit programma zullen we het huidige KLIConline doorontwikkelen. Het vernieuwde systeem is naar verwachting in 2017 gereed. Met de doorontwikkeling streven we naar efficiëntere informatie-uitwisseling over kabels en leidingen en verlaging van het aantal graafincidenten. Met het vernieuwde systeem zullen we tevens voldoen aan de Europese regelgeving INSPIRE. Samen met het ministerie van EZ kijken we naar de mogelijkheden om KLIC-WIN ook te laten dienen als ‘Single Information Point’ in het kader van de Richtlijn Kostenreductie Breedband.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
10 van 38
Publieke Dienstverlening Op de Kaart Het Kadaster ziet de PDOK-voorziening als de voornaamste distributiefunctie van zijn geo-informatie. Zo is PDOK het distributiekanaal voor de INSPIRE-datasets, het gezamenlijk ingekochte beeldmateriaal en verscheidene basisregistraties zoals de Basisregistratie Topografie (BRT), Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Ook ruimtelijke plannen zijn te raadplegen via PDOK, naast het eigen kanaal ruimtelijkeplannen.nl. De PDOK-voorziening maakt gebruik van generieke functies voor het ontsluiten en distribueren van geodata, bijvoorbeeld ordermanagement en toegangsbeveiliging. PDOK is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, Geonovum, het Kadaster en de ministeries van IenM en EZ. Het Kadaster is namens de samenwerkingspartners de beheerder en ontwikkelaar van PDOK. In de afgelopen jaren heeft de PDOK-voorziening zijn nut en degelijkheid bewezen en zijn de beheerskosten per hit, webservice en service-call gedaald. PDOK heeft de potentie uit te groeien tot het geo-knooppunt van de overheids-informatievoorziening en is een belangrijke bouwsteen van de toekomstige infrastructuur voor de Digitale Overheid en het digitale stelsel voor de Omgevingswet. De huidige overeenkomst tussen de partijen in het samenwerkingsverband loopt eind 2016 af. 2015 en 2016 worden daarom gebruikt om nieuwe afspraken te maken over de governance en financiering, mede in het licht van de te verwachten groei van het gebruik. Het dataverkeer zal toenemen als gevolg van de BGT, de Omgevingswet en 3D-data, maar ook doordat meer publieke dienstverleners overwegen hun geodata via PDOK te ontsluiten. Internationale harmonisatie Met het oog op binnenlandse toepassing is het Kadaster actief op het vlak van Europese standaardisatie, harmonisatie en wetgeving. We streven ernaar tijdig in te spelen op technologische ontwikkelingen elders in de wereld. In het kader van de Europese richtlijn voor geo-informatie INSPIRE is het Kadaster (mede-)verantwoordelijk voor de thema’s Administratieve eenheden, Adressen, Kadastrale percelen, Geografische namen, Hydrografie, Vervoersnetwerken, Bodemgebruik, Gemeentegrenzen, Gebouwen, Gebiedsbeperkingen en Zeegebieden. Het Kadaster voldoet aan zijn INSPIRE-verplichtingen door de betreffende informatie waar nodig te harmoniseren en te verstrekken via PDOK. Mogelijk gaan de Rijksdienst voor Cultureeel Erfgoed en de waterschappen hun INSPIRE-datasets in de loop van de planperiode ook via PDOK ontsluiten In maart 2013 is het project European Location Framework (ELF) van gestart gegaan. Dit Europese project is een publiek-private samenwerking tussen de geo-industrie en de National Mapping and Cadastre Agencies (NMCA’s). ELF heeft tot doel een infrastructuur te realiseren waarin de NMCA’s hun INSPIRE-informatie laagdrempelig aanbieden aan de gebruikers. ELF wordt daarmee een soort PDOK op Europese schaal. Het ELF-project zal volgens planning lopen tot eind 2016. Binnen het ELF-programma leidt het Kadaster het project voor het ontwikkelen van geo-tools. Ook ontwikkelen we het algoritme voor automatische generalisatie door op basis van ELF-specificaties. En we hebben een actieve bijdrage in het ontwikkelen van licentiemodellen. In 2016 zullen we werken aan het beheer en de doorontwikkeling van ELF na 2016.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
11 van 38
Geodetische infrastructuur Samenwerking De verantwoordelijkheid voor het geodetische referentiesysteem is in Nederland verdeeld over het Kadaster (X- en Y-coördinaat) en Rijkswaterstaat (Z-coördinaat). De satellietplaatsbepalingsmethoden die gebruikt worden voor het inwinnen van de coördinaten, werken volledig driedimensionaal. Daarom werken beide organisaties sinds 2014 samen in een gezamenlijke, virtuele organisatie die voor het geheel verantwoordelijk is en alle werkzaamheden in samenhang uitvoert. In de komende jaren zal de samenwerking uitgebreid worden met de Dienst Hydrografie. Daarmee bereiken we dat de geodetisch referentiesystemen op land en op zee volledig zullen integreren. Daarnaast zullen we ons met onze samenwerkingspartners richten op het geodetische referentiesysteem voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Europees coördinatenstelsel Sinds 2000 is het European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89) de basis voor de definitie van het Nederlandse referentiestelsel RD. Daarmee is gerealiseerd dat GPS-metingen goed kunnen worden gebruikt voor de bijhouding van geodatabestanden in RD. Ook is voor internationaal gebruik de transformatie van RDgeodatabestanden naar ETRS89 eenduidig gedefinieerd. Een werkgroep samengesteld uit overheden en bedrijven heeft zich gebogen over de vraag of naast het referentiestelsel niet alle bestanden in ETRS89 moeten worden ingewonnen, geregistreerd en uitgewisseld. In 2015 heeft deze werkgroep de conclusie getrokken dat dit voorlopig niet nodig is, mits er wel voorzieningen worden getroffen voor gebruiksvriendelijke en foutloze transformaties van het ene naar het andere coördinatenstelsel. Hierop zal het Kadaster zich samen met de andere partners in de planperiode richten.
3.2
Zekerheid in eigendom en gebruik van alles op en onder de grond
Nu en in de toekomst zijn gegevens steeds ruimer en laagdrempeliger beschikbaar voor burgers, bedrijven en overheden. Het Kadaster onderscheidt zich door het leveren van authentieke, gevalideerde informatie. Naast informatie over eigendom leveren we ook steeds meer gevalideerde informatie over het gebruik van de ruimte, vastgoed en netwerken. Dat doen we in 3 dimensies, vaak samen met keten- en netwerkpartners. Bij de gebruiker moet de beleving zijn: “Nu weet ik hoe het echt zit”. Zekerheid bepaalt ons bestaansrecht. Een zekerheid waarop onze afnemers kunnen bouwen. Programma Positivering Nederland heeft één van de beste landregistraties ter wereld. Niet voor niets adviseren we andere landen over het opzetten of verbeteren van hun landregistraties. Toch kent ons systeem enkele beperkingen. Hierdoor kunnen gebruikers niet in alle gevallen een recht ontlenen aan de gegevens in de kadastrale registratie. Er zijn namelijk vormen van eigendomsverkrijging (bijvoorbeeld vererving) die niet, of niet direct, in de kadastrale registratie zichtbaar worden. Tegelijkertijd is de kadastrale registratie in de loop der tijd zo betrouwbaar geworden dat veel gebruikers daar in de praktijk wel op vertrouwen. Op lange termijn streven we naar een positieve registratie waarin de geregistreerde rechten gegarandeerd zijn. Dat is een langdurig proces. Tijdens deze planperiode zetten we stappen op weg naar een positiever
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
12 van 38 stelsel, waarin de rechten nog niet gegarandeerd zijn, maar van zodanige kwaliteit dat de gebruikers er (nagenoeg) blindelings op kunnen vertrouwen. Dat proces noemen we positivering. Het programma om te komen tot een stelsel met meer positieve kenmerken (Positivering) is bij uitstek het middel om de ambitie ‘Zekerheid in eigendom en gebruik van alles op en onder de grond’ waar te maken. Positivering is daarom het vlaggenschip van deze ambitie. Met het oog op positivering zullen wij ons in de planperiode richten op het creëren van één geïntegreerde registratie waarin de juridische en geografische informatie en processen zijn versmolten. Voor de gebruiker zijn die toch al één. Op weg daar naar toe zetten we stappen waardoor de klassieke administratieve en geografische werelden in één registratie versmelten. Uiteindelijk garanderen wij de afnemers de juistheid van onze registraties. Registratie van rechten Door de automatische verwerking van akten (KIK), het opnemen van erfopvolging, de ontsluiting van erfdienstbaarheden sinds 1950, de koppeling met andere basisregistraties en het bieden van terugmeldvoorzieningen worden de kwaliteit en juistheid van onze registraties steeds beter. We leveren steeds alle meta-informatie en semantiek waarmee iedereen kan zien wat de status en kwaliteit is van de gegevens en informatie. Kwaliteit is daarmee altijd kenbaar en traceerbaar. De kwaliteit verbetert ook door de feedback van gebruikers voor die gegevens die als ‘open data’ beschikbaar komen. Grenzen en oppervlakten Op dit moment kent vrijwel elke kadastrale grens een afbeelding op de kaart en exacte meetgetallen waarmee de grens in het terrein uitgezet kan worden. Voor de klant is deze tweevoudige vastlegging van de grenzen vaak verwarrend. In het licht van de nagestreefde positivering willen we komen tot een enkelvoudige vastlegging, die beide doelen kan dienen (in vakjargon de kadastrale kaart 1:1). In eerste instantie zullen we dit alleen realiseren voor nieuw in te winnen kadastrale grenzen. Via de metadata zal van elke grens de nauwkeurigheid bekend zijn. Voor de oppervlakten van kadastrale percelen geldt iets vergelijkbaars. De oppervlakte die we kunnen uitrekenen uit de digitale kadastrale kaart wijkt in het algemeen af van de oppervlakte berekend uit de oospronkelijke metingen. Daarnaast kennen we de officieel vastgestelde kadastrale oppervlakte. In het belang van de klant streven we naar eenduidige oppervlaktegetallen, om te beginnen met nieuwgevormde percelen. Koppelen van basisregistraties We zijn actief deelnemer in het stelsel van basisregistraties. Als bronhouder van de basisregistraties Kadaster en Topografie voldoen we sinds 2014 aan de wettelijke plicht om koppelingen aan te brengen met andere basisregistraties (Adressen en Gebouwen, Personen, Handelsregister). In de planperiode zullen we samen met de andere bronhouders werken aan verdere verbetering van de koppelingen, want geen van de koppelingen is tot op heden volledig, dat wil zeggen dat 100% van de gegevens gekoppeld is. In sommige gevallen is aanpassing van de regelgeving de enige wijze waarop een verdere verbetering bereikt kan worden. Met onze kennis en ervaring dragen wij bij aan verbetervoorstellen.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
13 van 38
3D kadastrale registratie Appartementsrechten en gestapelde rechten zoals opstalrechten nemen in aantal en complexiteit toe. Om zulke rechten goed en duidelijk vast te leggen kan 3D-presentatie worden ingezet. Inmiddels biedt het Kadaster de mogelijkheid om in aanvulling op de reguliere inschrijving een ruimtelijke beschrijving van een 3D-eigendomssituatie in te schrijven. Eind 2015 zal de 3D-pilot van de ondergrondse spoor- en stationsvoorzieningen in Delft zijn afgerond. Aan de hand van de ervaringen in de pilot zullen we de aanpak van 3D-registratie verder concretiseren, zowel juridisch als technisch. Kabels- en leidingenregistratie De kadastrale registratie van netwerken zal verder geoptimaliseerd worden door interne processen te verbeteren en te vereenvoudigen. Daarnaast wordt onderzocht of de leidinginformatie die in het kader van KLIC wordt gebruikt, tevens kan worden herbruikt voor de kadastrale registratie van netwerken. Hierbij richten we ons ook op 3D-registratie van eigendomsrechten op onder- en bovengrondse kabel- en leidingnetwerken. Uiteindelijk streven we naar één registratie die bruikbaar is voor zowel de eigendomsregistratie als voor de KLIC-functie (voorkomen graafschade). Verkennen van nieuwe registraties Het Kadaster verkent in de planperiode het nut, de noodzaak en de mogelijkheden van potentiële nieuwe of aanvullende registraties. Klantvragen, maatschappelijke of publieke vraagstukken zijn de aanleiding voor de onderzoeken. Een onderzoek naar het nut en de noodzaak van een centrale pachtregistratie is in 2015 begonnen. Het gaat hierbij om de behoefte aan transparantie en eenduidigheid bij de vernieuwing van het pachtstelsel. Daarnaast wordt onderzocht of er bij ketenpartners en beleidsmakers behoefte bestaat aan een uitbreiding van de hypothekenregistratie (verrijking met meer aktegegevens en mogelijk vernieuwing door actuele schuldpositie). Kenbare kwaliteit van gegevens en processen Steeds meer processen die het Kadaster uitvoert, zijn onderdeel van grotere ketenprocessen. Voor de eindgebruikers is niet zozeer de kwaliteit van de afzonderlijke schakels in de keten interessant, maar meer de kwaliteit van het eindproduct. Het Kadaster ziet voor zichzelf een taak om te waken over de kwaliteit van de brongegevens van diverse bronhouders en van de processtappen in de ketens. Kadastrale functie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn per 10 oktober 2010 onderdeel geworden van het land Nederland binnen het koninkrijk. Naar aanleiding daarvan heeft het kabinet midden 2013 besloten de kadasters in Caribisch Nederland onderdeel te laten worden van het Kadaster. Het ministerie van IenM bereidt de hiervoor benodigde wetgeving voor, die naar verwachting in 2017 gereed is. De Raad van Bestuur van het Kadaster wordt dan ook formeel verantwoordelijk. Het Kadaster pakt ondertussen in samenwerking met de eilandsbesturen en de kadasters op de eilanden de functionele transitie op. Tot 2017 zullen we werken aan de
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
14 van 38 verdere professionalisering van kadaster Bonaire en een impuls geven aan de kadastrering op Saba en Sint Eustatius.
3.3
Platform waarmee iedereen met geo-informatie altijd en overal aan de slag kan
Het Kadaster heeft, zeker sinds het een zelfstandig bestuursorgaan is, altijd veel aandacht voor het optimaliseren van de eigen processen en het goed bedienen van de klanten. De laatste jaren realiseren we ons meer dan vroeger, dat de Kadasterprocessen vaak maar schakels zijn in een ketenproces dat de klant doorloopt of stukjes kunnen aanleveren van de totale informatiepuzzel van de klant. De overvloedig beschikbare data leiden burgers en bedrijven nog niet direct naar een antwoord op hun vragen. Met al onze kennis van data en de relaties tussen data is het Kadaster de uitgelezen partij om voor ruimtelijke informatie de klant te bedienen met juiste gegevens. Wij zorgen ervoor dat betrouwbare, gevalideerde ruimtelijke informatie uit diverse bronnen vindbaar, goed toegankelijk en bruikbaar is. Daarmee kan de klant zijn eigen processen inrichten. Bij de gebruiker moet dit de beleving oproepen: “Met dit inzicht durfden we de volgende stap te zetten”. Programma Omgevingswet De stelselherziening van het omgevingsrecht is een prominent onderdeel van het regeringsbeleid. De nieuwe Omgevingswet brengt in totaal 26 wetten en een uitgebreid en complex stelsel van uitvoeringsregelingen op het gebied van ruimtelijke ordening, ruimtelijk gebruik, bouwen, wonen en milieu samen. Het digitale stelsel ter ondersteuning van de nieuwe Omgevingswetprocessen (voorheen aangeduid als de Laan van de Leefomgeving met aanliggende informatiehuizen) is een belangrijk onderdeel van de wetgeving. Het Kadaster gaat hier, deels in een consortium met Rijkswaterstaat en RIVM, een vooraanstaande rol in spelen. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2018, dus halverwege deze MBP-periode, moet de eerste fase van het digitale stelsel operationeel zijn. In consortiumverband werken we in de planperiode aan: • De Registratie voor Omgevingsdocumenten Deze registratie zal op termijn de landelijke voorziening ruimtelijkeplannen.nl gaan vervangen. De Registratie Omgevingsdocumenten moet beschikbaar zijn bij inwerkingtreding van de Omgevingswet en zich dan geleidelijk vullen. Tegelijkertijd zal ruimtelijkeplannen.nl in enkele jaren tijd geleidelijk leger worden. Het tempo wordt bepaald door de geldigheidsduur van de in ruimtelijkeplannen.nl aanwezige plannen. • Opzetten van Huis Ruimte In het toekomstige Informatiehuis (juridische) Ruimte staat de informatievoorziening over gebiedsbeperkingen, regelgeving, ruimtelijke plannen en (privaatrechtelijke) rechten die op een locatie van toepassing zijn centraal. Binnen dit informatiehuis wordt onderscheid gemaakt in de werkvelden publiekrechtelijke beperkingen, privaatrechtelijke beperkingen, planologie en welstand. De Registratie Omgevingsdocumenten wordt een bron voor de informatievoorziening vanuit het informatiehuis Ruimte. Het Kadaster is beoogd huismeester van het huis Ruimte. Het huismeesterschap houdt in dat we een coördinerende rol zullen hebben binnen de groep bronhouders van het informatiehuis, onder andere op het vlak van standaardisering en governance.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
15 van 38 • Opzetten van Huis Bouw Het toekomstige informatiehuis Bouw omvat de informatievoorziening rond de regelgeving van de omgevingsvergunningen. Ook heeft het informatiehuis een rol in het ontsluiten van de registers van private kwaliteitsborgers en van toegelaten kwaliteitsinstrumenten. Deze registers komen tot stand in het kader van de invoering van private kwaliteitsborging in de bouw. Het informatiehuis speelt mede een rol in de standaardisering van de wijze van beheer en ontsluiten van beschikbare gegevens. Het Kadaster is tevens beoogd huismeester van het huis Bouw. Het beoogde consortium is in 2015 al begonnen met het opstarten van de werkzaamheden door het gezamenlijk kwartiermaken. In 2015 zijn het uitvoeringsprogramma en de programmaorganisatie voor de realisatiefase van het digitale stelsel voorbereid. In het uitvoeringsprogramma zijn de projecten benoemd die onder meer in de periode tot en met 2018 moeten worden gerealiseerd om de digitale ondersteuning te kunnen borgen van de uitvoering van de wet. Nu het bestuursakkoord door de verschillende bestuurslagen (rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) is ondertekend, is de weg vrij voor afbakening van en prioritering in het programma. Als afgeleide daarvan wordt dan ook de door Kadaster verder te leveren bijdrage aan de realisatie van het digitale stelsel scherper. Naar verwachting gebeurt dit nog in 2015. De zelfstandige Omgevingswetlijn van het Kadaster bevat activiteiten die geen rechtstreekse opdracht zijn vanuit de strategische of tactische aansturing van de Omgevingswet. Het Kadaster voert deze activiteiten uit om hiermee te anticiperen op de effecten van de Omgevingswet op de huidige taken van het Kadaster of om de organisatie voor te bereiden op de toekomstige taken. Wij voorzien de volgende trajecten voor de jaren 2016 tot 2018: • Het in beeld brengen van de gevolgen van de Omgevingswet op de invulling van huidige Kadastertaken. Waar nodig zullen wij voorstellen doen voor het aanpassen van de bestaande wet- en regelgeving ten aanzien van de Kadastertaken. • Het project Geo Realtime Informatie en Distributie (GRID). Dit project is in 2015 gestart en richt zich in eerste instantie op het opbouwen van kennis over nieuwe services. Waar PDOK en de landelijke voorzieningen nu voornamelijk dataservices bieden, zien we een toenemende behoefte aan ‘antwoord op een vraag’ als serviceconcept. Door hierover kennis op te doen, kunnen we onze dienstverlening in PDOK en in de online-kanalen van het Kadaster verrijken, maar zijn we ook beter voorbereid op de gevraagde dienstverlening rondom de Omgevingswet. • Het creëren van een proeftuin. Dit is een technische omgeving, waarin we met nieuwe technologieën, processen en use cases kunnen experimenteren. De proeftuin zal gebruikt worden als voorbereiding op het digitale stelsel van de Omgevingswet, maar is als generieke voorziening ook toepasbaar op andere processen. Het is bedoeld als open innovatieplatform met ruime mogelijkheden voor samenwerking met andere partijen. • De wet- en regelgeving ten aanzien van publiekrechtelijke beperkingen gaat voor een deel op in de Omgevingswet. De kenbaarheid van deze publiekrechtelijke beperkingen gaat dus onderdeel uitmaken van het digitale stelsel van de Omgevingswet. Voor de overige publiekrechtelijke beperkingen moet de kenbaarheid op een andere wijze geregeld worden. Het Kadaster zal de minister van IenM hierover adviseren. Ook het duale stelsel (gemeentelijke beperkingen versus beperkingen opgelegd door overige bestuurslagen) zal in het advies betrokken worden.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
16 van 38
Uit het bovenstaande blijkt dat de activiteiten om de digitale dienstverlening rondom de Omgevingswet te gaan verzorgen omvangrijk zijn. We gaan een moderne geo-informatievoorziening opbouwen die grote en belangrijke maatschappelijke processen ondersteunt, zekerheid biedt, klantgericht is en toekomstvast. Deze kenmerken maken dat de informatievoorziening Omgevingswet mede invulling geeft aan de ambitie om zekerheid te bieden over alles op en onder de grond. En bovenal zien we de informatievoorziening Omgevingswet als het vlaggenschip van de ambitie om het platform voor geo-informatie te bieden. Vergroten toepassingsmogelijkheden geodata Als bronhouder van onder meer de basisregistraties Kadaster en Topografie hebben we de taak om deze brondata in te winnen en ter beschikking te stellen van de samenleving. Een veranderende samenleving vraagt om continue aandacht voor de wijze van inwinnen en ontsluiten. Open data De minister van IenM heeft aangegeven dat alle dataverzamelingen waarvoor zij verantwoordelijk is, uiterlijk in 2015 beschikbaar moeten zijn als open data, tenzij er zwaarwegende belangen zijn om de toegang tot de data te beperken. Op basis van dit uitgangspunt verstrekt het Kadaster informatie uit de Basisregistratie Topografie, referentiepunten uit het Rijksdriehoeksnet en gemeente- en provinciegrenzen als open data. Vanaf 2016 geldt dit ook voor de kadastrale kaart. Ook informatie uit de landelijke voorzieningen voor adressen en gebouwen, grootschalige topografie en ruimtelijke plannen vallen onder het open-dataregime. Privacy- en rechtszekerheidsaspecten, marktwerking en de financiering van de informatieverstrekking houden algehele vrijgave van andere datasets, zoals de kadastrale registratie (m.u.v. de kaart) en Netpos, tegen. Hierover vindt nader overleg plaats met het ministerie van IenM. 3D Topografie Sinds 2015 is een proefversie van de driedimensionale TOP10NL landsdekkend beschikbaar. In de planperiode zullen we dit product verder ontwikkelen met het oog op een hogere actualiteit van het hoogtegegeven, een eenvoudigere inwinning, afstemming op de specificaties van het Bouwwerk Informatiemodel (BIM) en de eisen vanuit het digitale stelsel Omgevingswet. De beschikbaarheid van 3D topografie zal de informatievoorziening rondom de Omgevingswet duidelijker en gebruiksvriendelijker maken. Focus op de klant Klanten verwachten van het Kadaster een efficiënte en effectieve dienstverlening. Uiteraard moet de dienstverlening voldoen aan de normen uit het kwaliteitshandvest, dat in samenspraak met de stakeholders tot stand gekomen is. Om blijvende klanttevredenheid te realiseren hebben we de afgelopen jaren een solide stelsel van klant- en marktonderzoek en klantsignaalmanagement ingericht. De geconstateerde klantbehoeften vormen een belangrijke basis voor de ontwikkeling en optimalisatie van producten en diensten. Ook uit het programma Rijksoverheid Digitaal 2017 zullen de nodige aanpassingen van de dienstverlening voortkomen. Voor een goede klantbediening zullen we in de MBP-periode werken aan onder meer de volgende zaken:
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
17 van 38 • Klantsignalen omzetten in verbeterde klantprocessen • Technische en functionele vernieuwing van het kanaal MijnKadaster, te beginnen met de webshop voor particuliere klanten • Specialisatie en concentratie van het Klantcontactcentre (KCC) • Afstemming van de dienstverlening op het programma Rijksoverheid Digitaal 2017, onder andere aansluiten bij overheidsmiddelen om het digitaal indienen van gewaarmerkte formulieren en bestellingen te ondersteunen. • Ervoor zorgen dat producten en diensten meer voor zichzelf spreken als middel om zelfwerkzaamheid te faciliteren.
3.4
Partner voor gebruik van geo-informatie in maatschappelijke vraagstukken
Data en kennis zijn de bouwstenen van de standaard-informatieproducten en van de maatwerkproducten en adviesdiensten. Vanuit onze onpartijdige positie bieden we onze kennis dan ook actief aan om onze klanten te helpen bij het oplossen van hun vraagstukken. Bij een groot deel van de maatwerk- en adviesactiviteiten werken we samen met partners, zoals universiteiten, kennisinstellingen, marktpartijen en partijen binnen het overheidsdomein. Met hen werken we ook aan innovaties van processen en dienstverlening. Door de gezamenlijke kennis te gebruiken kunnen we de klanten beter van dienst zijn, zodanig dat zij na afloop van een opdracht denken: ”Ik zou ze meteen weer vragen”. Maatwerkinformatieproducten Naast de standaard informatieproducten vragen klanten om gebruiksklare maatwerkinformatieproducten te leveren. Klanten benaderen hiervoor het Kadaster, omdat dit bij uitstek de partij is die op grond van zijn kennis en ervaring de betekenis van de vastgoed- en geodata kan duiden. Een grote afnemer van maatwerkproducten is het ministerie van Defensie. Voor deze klant maken we diverse producten, waaronder topografische kaarten uit satellietfoto’s van (potentiële) conflictgebieden verspreid over de wereld. Andere afnemers van maatwerkproducten zijn onder meer de overheid, banken, leidingbeheerders, professionele grondeigenaren en branche-organisaties. Kenmerkend voor maatwerk is dat een individuele klant een uniek product afneemt. Een maatwerkproduct kan zich ontwikkelen tot standaardproduct, wanneer blijkt dat het herhaald geleverd is en het naar verwachting nog vele malen geleverd zal gaan worden. Advisering op maatschappelijke thema’s Met onze adviesdiensten helpen we met name andere overheden hun taken doelmatig en efficiënt uit te voeren. We ondersteunen opdrachtgevers die hun beleidsbeslissingen doelmatiger willen nemen en gerichter willen sturen op hun beoogde resultaat. Dat kan doordat we inzichtelijk maken hoe ruimtelijke informatie feitelijke onderbouwing geeft en houvast biedt bij de uitvoering van beleid. Onze adviesdiensten beslaan alle beleidsterreinen waar ruimtelijke vraagstukken spelen. Dat betreft niet alleen de vastgoedsector en de ruimtelijke ordening. Ook de energietransitie, de decentralisaties in de zorg, en de afschaffing van de melkquota zijn actuele maatschappelijke thema’s met ruimtelijke implicaties. In de provincie Groningen speelt een combinatie van aardbevingsschade en regionale krimp. Als deelnemer in de
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
18 van 38 ‘brede coalitie’ (provincie, gemeenten, woningcorporaties, hypotheekbanken, makelaars en NAM) zitten we aan tafel bij de Nationaal Coördinator Groningen. Met informatie en advies en de hierna beschreven herverkavelingsdiensten geven we mede gestalte aan de toekomstige leefbaarheid van de regio. In het algemeen proberen we daar waar toepassing van geodata nog weinig tot ontwikkeling is gekomen, actief een rol in te nemen en een netwerk te ontwikkelen waarbinnen we met goede voorbeelden laten zien welke maatschappelijke baten er te behalen vallen. We geven antwoord op beleidsvragen aan de hand van geïntegreerde data-analyse en adviseren over hoe ruimtelijke informatie processen kan verbeteren. Daarnaast ondersteunen we initiatieven van bedrijven en instellingen die nieuwe toepassingen willen ontwikkelen op basis van de mogelijkheden die momenteel ontstaan vanuit onder meer het stelsel van basisregistraties. Bij al onze adviesdiensten is het uitgangspunt dat we zoveel mogelijk samenwerking zoeken met bedrijven en kennisinstellingen. Hoewel we de exacte klantvragen in de komende jaren nog niet kennen, kunnen enkele voorbeelden uit het heden en verleden verduidelijken wat onze adviesdienstverlening inhoudt. • Advisering: prijsvorming grondmarkt op nieuwbouwlocaties; de situatie van starters op de koopwoningenmarkt. • Procesverbetering: in beeld brengen van vastgoedbezit van grote (semi-)publieke organisaties; met kennis en data ondersteunen van het proces van EZ voor het toekennen van voorlopige energielabels aan woningen. • Productontwikkeling: het ontwikkelen van een agrarische grondprijsmonitor. Herverkavelingsdiensten Herverkaveling landelijk gebied Vanuit zijn rol als bieder van rechtszekerheid ten aanzien van onroerend goed is het Kadaster al bijna een eeuw nauw betrokken bij herverkaveling in het landelijk gebied. De opheffing van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) per 1 maart 2015 heeft een gewijzigde rolverdeling bij de inrichting van het landelijk gebied met zich meegebracht. De bij DLG aanwezige kennis over herverkaveling hebben we kunnen borgen door deze deels over te brengen naar het Kadaster. Met de combinatie van deze nieuwe kennis en de al bij ons aanwezige verkavelingskennis bieden we sinds 2015 binnen de kaders van onze wettelijke taak advies en ondersteuning aan in alle fasen van het herverkavelingsproces, van voorverkenning tot en met de daadwerkelijke grondruil en de financiële afwikkeling daarvan. Deze expertise blijven we in deze planperiode inzetten voor gebiedsgebonden vraagstukken. In het landelijke gebied hebben agrarische ondernemers en overheden een groot belang bij een optimale combinatie van een economisch rendabele landbouw en de inpassing van overheidsopgaven zoals natuur en waterbeheersing. Om de partijen hierin te ondersteunen werkt het Kadaster intensief samen met LTO Nederland aan de innovatieve gebiedsgerichte verkavelingsmethode Verkavelen voor Groei. Dit is een aanzienlijk snellere en goedkopere aanpak dan traditionele ruilverkaveling. Zo biedt de aanpak aan partijen de mogelijkheid om zelf het ruilplan op te stellen. Hierbij krijgen ze optimale ondersteuning van digitale hulpmiddelen (bijvoorbeeld het herverkavelingsportaal) en de kennis en kunde van LTO en het Kadaster. Als
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
19 van 38 Kenniscentrum Verkavelen wil het Kadaster in nauwe samenwerking met LTO deze succesvolle verkavelingsmethode blijven toepassen. Gelet op de problematiek in het landelijke gebied verwachten we tijdens de planperiode een toenemende vraag naar deze dienstverlening. Naast de agrariërs, al dan niet via kavelruilstichtingen, melden zich ook grote gebiedspartijen, zoals Staatsbosbeheer en de provinciale landschappen als belangstellenden voor verkavelen voor groei. Vanuit de agrarische sector verbreedt de scope zich van agrarische structuurverbetering naar agrarisch waterbeheer. Stedelijke herverkaveling De kennis en ervaring in het landelijk gebied blijkt ook uitstekend toepasbaar in het stedelijk domein, waar overheden zich voor nieuwe uitdagingen zien gesteld. Vanuit een onpartijdige positie zetten we onze expertise en hulpmiddelen in bij herstructurering van het stedelijke gebied, onder andere door de gemeenteraad en eigenaren bij te staan als adviseur bij de uitvoering van de herverkaveling. Na enkele geslaagde pilotprojecten, gedreven vanuit het aanbieden van het herverkavelingsinstrumentarium aan stedelijke partijen, bespeuren we inmiddels een autonome vraag naar stedelijke herverkaveling. Mede door de ervaringen in de pilotprojecten heeft de minister van IenM het initiatief genomen voor een wettelijke regeling voor stedelijke herverkaveling. De tekst van het wetsvoorstel wordt in 2015 opgesteld, waarna in 2016 de Kamerbehandeling volgt. Het wetsvoorstel kent een regeling voor vrijwillige herverkaveling en kent op dit moment geen mogelijkheid voor het verplichten van deelname aan herverkaveling zoals men die wel kent bij herverkaveling in het landelijk gebied. Het Kadaster in internationale context Zoals Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie en de wereldgemeenschap, zo is ook het Kadaster verbonden met het internationale werkveld. Al enkele decennia brengt het Kadaster kennis naar landen die op het gebied van landregistratie minder ver ontwikkeld zijn dan Nederland. Ook met het nabije buitenland delen we veel kennis, terwijl wij met die landen ook veel harmonisatie-activiteiten uitvoeren. Internationaal kennisen advieswerk blijkt ook steeds meer een aanjager te zijn voor innovaties in de binnenlandse werkprocessen. In 70% van de wereld bestaat geen goede registratie van landrechten. In het huidige tempo zou het nog honderden jaren duren om dit percentage op nul te krijgen. Met de ‘fit for purpose land administration’ aanpak, die het Kadaster met enkele internationale partners heeft ontwikkeld, moet het mogelijk zijn om binnen een generatie overal ter wereld een landadministratie op te zetten. Na een proefimplementatie in een deel van Colombia in 2015, zal in de planperiode in meer gebieden een landadministratie volgens deze aanpak worden opgezet. Het Kadaster adviseert buitenlandse overheden over het opbouwen of verbeteren van het locale landregistratiesysteem of het opzetten van een nationale geo-informatie-infrastructuur. Ook adviseren we over grondallocatie en de dynamiek van de grond- en vastgoedmarkt in relatie tot mondiale problemen als voedselzekerheid, waterbeheer en het opwekken van duurzame energie. De adviesdiensten voeren we kostendekkend uit door financiering uit (internationale) fondsen zoals die beschikbaar zijn bij de Nederlandse overheid, de Europese Commissie, de Verenigde Naties en de
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
20 van 38 Wereldbank. In dit verband zijn we in 2015 een partnerschap voor 4 jaar aangegaan met de minister voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De uitvoering van de advieswerkzaamheden zelf verloopt steeds meer via het peer-to-peer-concept. Rond het vraagstuk organiseren we kennisgroepen samengesteld uit de opdrachtgever, het Kadaster als opdrachtnemer en eventuele andere opdrachtnemers (partners). Naast deze adviesprojecten voert het Kadaster internationale activiteiten uit op het vlak van voorlichting, onderwijs en onderzoek. Net als voorgaande jaren zullen we geregeld delegaties van buitenlandse zusterorganisaties ontvangen voor studiebezoeken. Het Kadaster levert ook een kennisbijdrage aan multilaterale en koepelorganisaties. Zo vervullen enkele Kadasterfunctionarissen een bestuurlijke of uitvoerende rol in organisaties zoals de Wereldbank, UN-GGIM, EULIS, EuroGeographics, EuroSDR en WPLA. We beheren het OICRF, een internationaal documentatiecentrum van de FIG op het gebied van landregistratie. Gekoppeld aan het Nederlandse EUvoorzitterschap zullen we in 2016 een Europese summit organiseren voor internationale netwerken. Door de breedte van het takenpakket is het Kadaster bij uitstek de organisatie om deze netwerken bij elkaar te brengen en kennis te laten uitwisselen. Daarnaast doen we aan kennisuitwisseling door onder meer bijdragen te leveren aan internationale congressen, symposia en publicaties, zowel in het domein van landadministratie en geo-informatie als in het domein van publieke uitvoeringsorganisaties.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
21 van 38
4
Bedrijfsvoering
De in hoofdstuk 3 genoemde ambities vinden hun vertaling in het personeels- en IT-beleid, maar ook bijvoorbeeld in de integriteitsrichtlijnen en het risicomanagement. De belangrijkste zaken zijn genoemd in dit hoofdstuk.
4.1
Organisatie en personeel
Het waarmaken van deze ambities vraagt om een organisatie van hoge kwaliteit. Dat wil zeggen een organisatie die opereert in netwerken, verankerd is in de informatiemaatschappij, aansluit bij behoeften en ontwikkelingen van de maatschappij en van de klant en die weet waar zij het over heeft. Dit doen we als volgt: 1. We handhaven onze positie als kennisplatform door actief kennismanagement, professionele samenwerking en externe (ook internationale) oriëntatie. We blijven onze rol vervullen als onpartijdig baken en de aanjager voor marktpartijen en overheid op het gebied van (geo-)data-inwinning, -beheer en distributie, rechtszekerheid en toepasbaarheid van informatie. 2. We ontwikkelen een open bedrijfscultuur waarin kwaliteit, klantgerichtheid en innovatie centraal staan. 3. Ons leiderschap is gericht op het realiseren van onze ambities. Op basis van onze publieke taak en met oog voor de behoeften van de klant doen we dit met een zakelijk bedrijfsvoering. Voor de ontwikkeling van het leiderschap voeren we een actief MD-beleid. 4. We hebben een personeelsbestand dat kwalitatief en kwantitatief aansluit bij de doelstellingen en ambities, permanent leert en goed kan samenwerken. Het personeelsbestand is divers van samenstelling en heeft een externe focus. Externe medewerkers worden ingezet om pieken op te vangen en om specifieke kennis in de organisatie te brengen. Met het oog op de grote pensioenuitstroom in de komende jaren zullen we tijdig inzetten op vervanging van medewerkers en op het overdragen van kennis. 5. We vergroten onze flexibiliteit om snel, alert en adequaat te kunnen reageren op de snel veranderende omgeving. Veel van de bovengenoemde doelen zijn onderdeel van de eind 2013 met de vakbonden afgesloten vijfjarige ‘CAO van de toekomst’. Aan het einde van de termijn van deze CAO zal de HR-visie ook het vertrekpunt zijn voor de CAO voor een nieuwe termijn. Uiteraard maken we ook gebruik van de bevindingen en aanbevelingen uit het medewerkerstevredenheidonderzoek en het imago-onderzoek, die beide recent zijn uitgevoerd.
4.2
IT
Er zijn bij het Kadaster nauwelijks bedrijfsprocessen die niet afhankelijk zijn van IT. De beschikbaarheid van IT is dan ook cruciaal voor de continuïteit van de dienstverlening. Ook bij de (door)ontwikkeling van Kadasterproducten en –diensten gaat het in hoge mate om IT-ontwikkeling. Daarbij zijn nieuwe technologieën vaak de aanjager voor productinnovaties. Voor het Kadaster is het dus van het hoogste belang dat het beschikt over een hoogwaardige IT. De ITdienstverlening moet aan vier eisen voldoen.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
22 van 38 • Robuust Binnen de intern en extern afgesproken servicetijden moeten de systemen en de infrastructuur 100% beschikbaar zijn. • Betrouwbaar De governance van IT-trajecten moet goed geregeld zijn. Dit is een van de bevindingen van de commissie Elias. Binnen het Kadaster realiseren we dit onder meer via het Integraal Portfolio-overleg tussen bestuurlijk, functioneel, technisch en financieel betrokkenen. Via dit overleg borgen we niet alleen de uitvoering van projecten, maar ook de onderlinge samenhang van de projecten. • Wendbaar Systeemontwikkeling vindt plaats via Scrum/Agile. Hiermee realiseren we een goede ‘business-ITalignment’ en de mogelijkheid om snel bij te sturen bij zich wijzigende omstandigheden. • Marktconform Binnen de organisatie moet een goed kostenbewustzijn leven. Benchmarken ten opzichte van andere organisaties is een van de middelen om dit te bereiken. Ook qua kennis en beschikbare technieken moet de IT van het Kadaster zich kunnen meten aan vergelijkbare organisaties. Met het oog op de eisen waaraan de IT-ondersteuning moet voldoen, is medio 2014 de inrichting van directie IT aangepast. 2015 staat in het teken van het afronden van deze organisatiewijziging, inclusief de outsourcing van de rekencentrum- en werkplekdiensten. In 2016 en 2017 zal vooral de scrum/agile werkwijze verder doorgevoerd worden, zowel in breedte (producten en diensten) als in de diepte (van tester en programmeur tot projectmanager, architect en producteigenaar). Daarmee ontwikkelt IT zich verder van ondersteunend naar participerend in de productieketen en in innovatieprocessen. Het Kadaster heeft kennisgenomen van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie ICT (Elias) en de kabinetsreactie hierop. Onze systeemontwikkeling is in lijn met de aanbevelingen van de commissie Elias. In de (grote) IT-projecten besteden we veel aandacht aan risicobeperking en risicomanagement. De instelling van het Bureau ICT-toetsing (BIT) kan nog leiden tot aanvullende eisen aan onze systeemontwikkelingsaanpak.
4.3
Alliantiemanagement
Het Kadaster werkt op vele vlakken samen met publieke en private partners. Deze samenwerkingen zijn gericht op het optimaal bedienen van de gezamenlijke klanten en het optimaliseren van ketenprocessen en het bijeenbrengen van kennis bij productontwikkeling. Met het oog op de toegenomen wens en noodzaak tot samenwerken zijn we in 2013 begonnen met een actiever alliantiemanagement. Primair stellen we ons de vraag of we een bepaalde activiteit zelf doen, laten doen of samen met een ander doen (‘make, buy or ally’). Waar een alliantie de beste optie is, zetten we deze op via een aantal gedefinieerde stappen: alliantieontwerp, partnerselectie, onderhandeling en starten van de alliantie-activiteiten. Regelmatige evaluatie van lopende allianties is een wezenlijk onderdeel van alliantiemanagement. Daar waar de alliantie geen toegevoegde waarde meer levert, beëindigen wij hem.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
23 van 38 Een concreet alliantieprogramma, dat al gestart is en doorloopt in de planperiode, is GeoSamen. Vanuit een gezamenlijke visie van Geobusiness Nederland, de overheid en de wetenschap op het gebied van geoinformatie proberen de partijen (innovatieve) initiatieven te ontplooien waarin ieders sterke kanten worden benut. De regelgeving ten aanzien van ‘markt en overheid’ is medebepalend voor de verdeling van de werkzaamheden tussen bedrijven en het Kadaster. Het consortium dat het Kadaster met Rijkswaterstaat en RIVM heeft gevormd met het oog op het inrichten van het digitale stelsel van de Omgevingswet is een duidelijk voorbeeld van een alliantie tussen publieke partijen. Ook de bestaande samenwerking bij PDOK is een publieke alliantie.
4.4
Overige bedrijfsvoeringsaspecten
4.4.1
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Het Kadaster hanteert maatschappelijk verantwoord ondernemen als bedrijfsvoeringsprincipe. Dit uit zich op tal van terreinen, die elders in dit meerjarenbeleidsplan aan bod komen. Hieronder een bundeling van de MVO-gerelateerde voornemens van het Kadaster. Als publieke organisatie richt het Kadaster zich op het creëren van waarde voor de maatschappij. Dit uitgangspunt betekent dat we ons in de keuze van de producten en diensten die we aanbieden (binnen de wettelijke kaders) zullen laten leiden door de vraag in hoeverre deze bijdragen aan maatschappelijke processen en in hoeverre het Kadaster de meest gerede partij is om deze aan te bieden. Het kostendekkend uitvoeren van de taken is een belangrijke randvoorwaarde. Om dit te bewerkstelligen voert het Kadaster een degelijk en risico-arm financieel beleid. Het Kadaster gaat zorgvuldig om met zijn medewerkers. Dat doen we door het uitoefenen van modern werkgeverschap met onder andere aandacht voor kennis- en competentie-ontwikkeling, werk-privébalans, diversiteit (gender, leeftijd etc.) en ‘het nieuwe werken’. Goed werkgeverschap leidt onder meer tot beter gemotiveerde medewerkers en het binden van talent en draagt daarom bij aan de kwaliteit van dienstverlening. In lijn met de Participatiewet zetten we ons in voor het tewerkstellen van mensen met een beperking. In onze begroting houden we rekening met een groei van 9 (2016) naar 25 (2020) mensen in deze categorie. Om ook in de toekomst goede dienstverlening te kunnen bieden is het voor het Kadaster van belang dat er nu goedgekwalificeerde mensen worden opgeleid in de vastgoed- en geo-informatie. Om de te verwachten tekorten aan landmeters op te vangen zijn we in 2015 begonnen met het werven van nieuwe medewerkers die we intern opleiden tot landmeter. In totaal zullen we op deze manier de komende jaren enkele tientallen landmeters opleiden. Daarnaast nemen we deel in de Stichting Arbeidsmarkt Geo. Deze bevordert de opzet en permanente modernisering van het geo-onderwijs op MBO-, HBO- en universitair niveau. De zorgvuldige omgang met het milieu komt tot uiting in diverse milieusparende maatregelen. Deze sparen niet alleen het milieu, maar leiden ook tot financiële besparingen, bijvoorbeeld op het gebied van energie- en
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
24 van 38 papierverbruik. Zo passen we in toenemende mate LED-verlichting toe en voorzien we binnenkort een eerste kantoorpand van zonnepanelen. Enkele jaren geleden al heeft het Kadaster zich verbonden aan duurzaam inkopen. Concreet is dit aan de orde bij de hernieuwde aanbesteding van de facilitaire ondersteuning (catering, receptie, schoonmaak). In internationaal verband blijft het Kadaster streven naar kennisdeling met en advisering aan buitenlandse zusterorganisaties, zoals beschreven in paragraaf 3.4.
4.4.2
Kwaliteitsmanagement
Kwaliteitsmanagement zet kwaliteit in het brede perspectief van bedrijfsvoering en gaat dus niet alleen over de kwaliteit van de producten. Kern van kwaliteitsmanagement is het continu verbeteren van processen, producten en registraties. De processen, de verantwoordelijkheden daarin, de aansturing en de toetsing ervan, zijn vastgelegd in het Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS). In de jaarlijkse ‘directiebeoordeling’ spreekt de Directieraad zich uit over de werking van het KMS. De directiebeoordeling is een wezenlijk onderdeel van de ISO-norm 9001:2008 (kwaliteitsmanagement) waarvoor het Kadaster is gecertificeerd. De toetsing van de kwaliteit van de registratie gebeurt door steekproefsgewijze kwaliteitsmetingen. Voor de toetsing van de kwaliteit van de processen worden planmatig audits uitgevoerd (volgens het auditjaarplan); de focus verschuift in de komende jaren naar integrale, bedrijfsbrede, risicogedreven onderzoeken op verzoek van het management. Steeds vaker zal samenwerking en kennisuitwisseling gezocht worden bij vergelijkbare organisaties, onder meer via platforms als de Rijksbrede Benchmarkgroep, de Handvestgroep Publiek Verantwoorden en de Manifestgroep. Kwaliteit is een belangrijk aspect in de relatie met de klanten. Het Kadaster wil transparant zijn naar de klanten over de kwaliteit van de dienstverlening en producten. In het Kwaliteitshandvest worden hierover beloftes gedaan aan de klanten, vastgelegd in normen. Deze zijn verdeeld in: servicenormen, actualiteit van de registratie en kwaliteit van de registratie. Het beleid is erop gericht om de signalen van klanten (zoals klachten en bezwaren) te gebruiken als input om de kwaliteit van registratie, producten en processen te verbeteren. Naast het snel oplossen van de klachten is er daarom steeds meer aandacht voor het zoeken naar de achterliggende oorzaken en het doorvoeren van verbeteringen. 4.4.3
Risicomanagement
Het Kadaster heeft bij het uitvoeren van de activiteiten en het bereiken van de gestelde doelen te maken met risico's en onzekerheden. Om de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening en de financiële situatie te borgen voert het Kadaster een actief risicomanagement dat erop gericht is tijdig de belangrijkste risico’s te identificeren en maatregelen te nemen om deze te beheersen. Uitbreidingen van het takenpakket en bijbehorende verantwoordelijkheden, maar ook ontwikkelingen in de omgeving waarin het Kadaster opereert, leiden ertoe dat de risico’s waaraan het Kadaster blootgesteld wordt, voortdurend veranderen. Het risicomanagement richt zich primair op het borgen van de correcte uitvoering van de wettelijke taken. De uitkomst van het recent uitgevoerde imago-onderzoek is een bevestiging van het
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
25 van 38 belang hiervan. We streven in het risicomanagement naar een goede balans tussen enerzijds risicoacceptatie en anderzijds het nemen van (soms dure) preventieve maatregelen. Voor risico’s die we niet (geheel) kunnen ondervangen proberen we pro-actief de eventuele negatieve gevolgen te beperken. De belangrijkste risicogebieden voor het Kadaster zijn: • strategisch: ontwikkelingen die het voortbestaan, de positie of het imago van het Kadaster bedreigen, bijvoorbeeld door de omvang of de snelheid van externe veranderingen; • compliance: zich wijzigende wet- en regelgeving en eisen ten aanzien van governance waar het Kadaster vaak op korte termijn aan moet voldoen; • operationeel: onder meer het risico dat de integriteit van data (in systemen) verstoord raakt, mede in relatie tot outsourcing (onder meer IT) van deelprocessen en toenemende ketenintegratie; en het risico van een kwalitatief en/of kwantitatief onvoldoende passend personeelsbestand, onder andere als gevolg van pensionering en procesveranderingen; • financieel: effecten van het niet-beïnvloedbare werkaanbod en eventuele uitloop of tegenvallers bij grote (IT-)projecten. In de planperiode zullen we het risicomanagementsysteem verder ontwikkelen naar een expliciete en risicogebaseerde werkwijze die voor het gehele Kadaster kan worden toegepast.
4.4.4
Informatiebeveiliging
Beveiliging is een belangrijke pijler onder een betrouwbare dienstverlening door het Kadaster. Aspecten als een hoge beschikbaarheid, adequate toegangsbeveiliging, integere en juiste gegevens staan nadrukkelijk aan de basis van onze dienstverlening. Sinds 2003 is de beveiliging bij het Kadaster gecertificeerd op basis van de ISO27001-norm voor informatiebeveiliging. Sinds 2014 volgt het Kadaster ook de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR) en de Quick Scan BIR van de Rijksoverheid voor het uitvoeren van risicoanalyses. Door middel van interne en externe audits en rapportages wordt periodiek getoetst en in kaart gebracht of de informatiebeveiliging nog op peil is of aanvullende maatregelen vraagt. Een toenemend aantal dreigingen vanuit het internet (cybersecurity), snelle technologische ontwikkelingen, de outsourcing van het IT-rekencentrum, de groei van de hoeveelheid data en een toenemende uitwisseling van data tussen organisaties zorgen voor nieuwe uitdagingen qua informatiebeveiliging. Om nieuwe risico’s en bedreigingen als gevolg van deze ontwikkelingen adequaat het hoofd te kunnen bieden blijven wij het beveiligingsproces in de komende jaren verder professionaliseren en zullen we meer risicogebaseerd gaan werken. Het Kadaster heeft een groeipad gedefinieerd om er voor te zorgen dat de inrichting en het volwassenheidsniveau van het beveiligingsproces aansluit bij de snelle ontwikkelingen en nieuwe uitdagingen op dit vakgebied. In het komend jaar ligt de focus op de borging van beveiliging in de organisatie, de continuïteit van de dienstverlening en de logische toegangsbeveiliging.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
26 van 38 4.4.5
Integriteit
Integriteit is de basis van ons werk. Het Kadaster staat voor betrouwbare en objectieve dienstverlening. Dat betekent dat ook iedereen de Kadastermedewerkers moet kunnen vertrouwen. Om dat te waarborgen heeft het Kadaster een integriteitsbeleid dat onder meer bestaat uit richtlijnen voor integer handelen, een regeling voor interne klachten van medewerkers en een klokkenluidersregeling. In 2015 is het beleid getoetst aan de hedendaagse inzichten. Op grond van de bevindingen passen we in 2015/2016 waar nodig het beleid aan en geven we de uitvoering daarvan vorm. Het beleid richt zich vooral op preventie, door middel van bijvoorbeeld een gedragscode. Maar het bevat ook regelgeving voor handhaving en opvolging van meldingen en klachten.
4.4.6
Compliance
Een belangrijke basis voor de uitoefening van zijn functie ligt voor het Kadaster in wet- en regelgeving. Teneinde hieraan te voldoen hebben we compliance structureel ingebed in de vorm van een set van interne normen en regels. Scheiding van functies, de privacyrichtlijn en de klokkenluidersregeling zijn hiervan enkele voorbeelden. Hiernaast inventariseren we periodiek de actuele wet- en regelgeving en beoordelen we of de interne beheersingsmaatregelen nog voldoen. Dit wordt gecoördineerd vanuit een overlegorgaan binnen het Kadaster waaraan de meest betrokken disciplines deelnemen.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
27 van 38
5
Financiën
De financiële strategie van het Kadaster is gericht op het creëren van financiële stabiliteit tegen de achtergrond van een wisselend werkvolume. Dit werkvolume kunnen wij nauwelijks beïnvloeden. Uitgangspunt blijft dat het Kadaster mee kan bewegen met de markt en zijn basistaken, inclusief investeringen in projecten, moet kunnen uitvoeren binnen een beheersbare eigen huishouding. De groei van het werkaanbod die vorig jaar is ingezet, zet zich door in 2015. Ook gedurende de rest van de planperiode verwachten we dat het aanbod licht zal blijven groeien. De groei is groter dan vorig jaar werd verwacht, hetgeen de stijging van de opbrengsten ten opzichte van het vorige Meerjarenbeleidsplan verklaart. Tegelijk wordt een groei van het aandeel automatisch verwerkte akten voorzien. Hiervoor gelden lagere tarieven, waardoor vanaf 2018 een daling van de opbrengsten wordt voorzien. In de komende planperiode verwachten wij een pensioengerelateerde uitstroom van circa 350 fte’s. Deze capaciteit wordt gedeeltelijk vervangen en beperkt aangevuld met nieuwe functies. Tijdelijke tekorten aan eigen capaciteit worden opgevangen door “piekenpools” en uitbesteding van werkzaamheden, om meer flexibiliteit van de kosten te realiseren. Daarnaast worden nieuwe medewerkers aangenomen en opgeleid (onder andere landmeters). Met het oog op kennisoverdracht werken deze enige tijd samen met de vertrekkende medewerkers. Hierdoor neemt de eigen capaciteit in 2016 tijdelijk toe, waarna deze tot en met 2020 geleidelijk weer afneemt. Per saldo is de afname van de eigen capaciteit over de planperiode circa 150 fte’s. De collectieve arbeidsvoorwaarden zijn gericht op vergroten van de flexibiliteit. De huisvestingscapaciteit, met name van de huurpanden, is op middellange termijn beïnvloedbaar door afloop van contracten in 2017/2018. Waar mogelijk worden kostenbesparende maatregelen doorgevoerd. Door genoemde effecten komen de financiële resultaten zonder tariefaanpassingen gedurende de gehele planperiode positief uit. Over 2016 wordt een positief resultaat verwacht van € 25 miljoen. Ten opzichte van de verwachting voor het jaar 2015 is het kostenniveau 2016 vooral hoger door een stijging in de productie en de vernieuwing van het legacy systeem AKR die vanaf eind 2015 gaat plaatsvinden. In de jaren na 2016 zijn de verwachte resultaten eveneens positief. Het resultaat daalt van € 29 miljoen in 2017 tot € 22 miljoen in 2020. Dit teruglopende resultaat wordt veroorzaakt door een daling in de bedrijfsopbrengsten als gevolg van het digitaal aanleveren en automatisch verwerken van akten. Deze akten hebben een lager tarief dan regulier aangeleverde akten. De daling van de gemiddelde tarieven is groter dan het effect van de stijgende aanbodontwikkeling. Daarnaast zorgt het uitbesteden van landmeetkundige activiteiten voor hogere kosten voor deze producten. De resultaten in dit Meerjarenbeleidsplan geven ons ruimte om te tarieven te verlagen. Er wordt op productniveau beoordeeld hoe de tariefstructuur kan worden vereenvoudigd en welke mogelijkheden voor tariefaanpassingen er zijn. Separaat aan dit Meerjarenbeleidsplan stellen wij een wijziging van een aantal tarieven voor. Het financiële effect hiervan is niet in de ramingen verwerkt. Eigen vermogen Voor een ongestoorde uitvoering van de wettelijke taken heeft het Kadaster een eigen vermogen nodig als buffer om financiële tegenvallers, bijvoorbeeld als gevolg van een teruglopende vastgoedmarkt, op te kunnen vangen. De structurele reserve bedraagt volgens de wettelijke afspraken 1/3 van het structurele balanstotaal.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
28 van 38 Het conjuncturele deel van het eigen vermogen bedraagt volgens de huidige afspraken maximaal € 34 miljoen. Het ziet ernaar uit dat het eigen vermogen van het Kadaster ultimo 2015 boven het (krachtens de wet vastgelegde) maximum niveau, het zogenoemde normvermogen, zal liggen. Bij de geraamde positieve financiële resultaten zal het eigen vermogen, zonder tariefaanpassing, gedurende de planperiode toenemen tot € 223 miljoen ultimo 2020. Volgens de geldende afspraken is voor een gezonde financiering een eigen vermogen nodig van circa € 80 miljoen, plus een wettelijk verplichte reserve voor de zelfontwikkelde systemen van circa € 10 miljoen. In bijlage B is onder meer de ontwikkeling in het eigen vermogen zichtbaar bij gelijkblijvende tarieven. Ramingsmodel Het werkaanbod is van groot belang voor de verwachte omzet van het Kadaster uit hoofde van de tariefgefinancierde wettelijke taken. Het Kadaster hanteert een ramingsmodel dat op basis van een aantal externe factoren het werkaanbod voorspelt. Het werkaanbod is sterk conjunctuurgevoelig en de economische ontwikkelingen zijn duidelijk merkbaar in de uitkomsten van de afgelopen jaren. Het ramingsmodel is in samenwerking met onderzoeksinstituut OTB van TU Delft tot stand gekomen en is in 2014 geëvalueerd en op onderdelen bijgesteld. In het model zijn de verklarende variabelen economische ontwikkeling (groei bruto binnenlands product) en de ontwikkeling van de hypotheekrente gehandhaafd. Voor de raming in dit MBP zijn cijfers van de Nederlandse Bank (DNB) en het Centraal Plan Bureau (CPB) gehanteerd (zie ook bijlage C). Het model leidt tot uitkomsten volgens een hoog, laag en middenscenario. Voorzichtigheidshalve wordt net als in de afgelopen jaren het zogenoemde middenscenario gehanteerd. De uitkomst hiervan leidt tot een geringe stijging van de werkvolumes van enkele procenten per jaar. De uitkomsten van het ramingsmodel moeten vanwege de onzekerheden in de aannames met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
Werkaanbod Akten en Hypotheekstukken Realisatie t/m 2014, prognose 2015 en raming MBP 2016-2020 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000
Akt en
Hypot heekst ukken
20 20
20 19
20 18
20 17
20 16
Pr 20 og 14 no se 20 15
20 13
20 12
20 11
20 10
20 09
20 08
20 07
20 06
100.000 0
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
29 van 38
De uitkomsten voor het werkaanbod akten en hypotheekstukken zijn weergegeven in de bovenstaande grafiek. De financiële meerjarenraming zoals opgenomen in bijlage B is eveneens gebaseerd op het middenscenario. Voor de planning van de meetposten geldt dat deze heeft plaatsgevonden op basis van interne ramingen. Daarnaast is rekening gehouden met uitbesteding van de productie van landmeetkundige diensten, voor zover de interne capaciteit medewerkers onvoldoende is. Voor de berekening van de bedrijfsopbrengsten zijn de effecten van de groei van het digitaal aanleveren en het geautomatiseerd muteren van akten en hypotheekstukken opgenomen, oplopend van bijna 30% medio 2015 tot een verwacht aandeel van 75% in 2020. De raming van de zogenoemde outputproducten, met name informatieverstrekkingen, is in lijn gebracht met de hiervoor vermelde inputproducten. Voor de informatieverstrekking wordt uitgegaan van een afname in de levering van de klassieke output producten, als gevolg van een verschuiving naar Kadaster-on-line (KOL). De autonome groei van producten binnen KOL is beperkt gehouden. Overige wettelijke omzet Naast de omzet die gebaseerd is op het werkaanbod, heeft het Kadaster andere tariefgefinancierde taken, zoals KLIC. Ook hier is sprake van een conjunctuureffect en hebben wij de omzet over de gehele planperiode ten opzichte van vorig MBP op een hoger niveau gesteld. Een deel van de producten en diensten van het Kadaster wordt door middel van budgetfinanciering gefinancierd. Voor de basisregistraties Topografie, Adressen en Gebouwen en een deel van de basisregistratie Kadaster is de omzet op basis van de bestaande budgetfinanciering in het Meerjarenbeleidsplan opgenomen. Voor andere opdrachten, zoals in het kader van Publieke Dienstverlening op de Kaart, is omzet gepland op basis van interne ramingen. Voor de omzet van Landinrichting en gebiedsontwikkeling, is het Kadaster afhankelijk van budgetten bij opdrachtgevers. Dit betreft klassieke landinrichtingsprojecten, alsook nieuwe diensten van het Kadaster op het gebied van gebiedsontwikkeling. Er worden opdrachten uitgevoerd voor meerdere opdrachtgevers, waaronder het ministerie van Defensie en verscheidene provincies. De omzet is gebaseerd op interne ramingen. Omzet nevenactiviteiten De omzet nevenactiviteiten bestaat uit de omzet Internationale Consultancy en de omzet Grootschalige BasisKaart van Nederland (GBKN). De verwachte daling van de omzet nevenactiviteiten wordt veroorzaakt doordat de GBKN dienstverlening in 2017 nagenoeg is afgebouwd. Deze dienstverlening bestaat uit het uitvoeren van opdrachten betreffende directievoering, bestandsbeheer, distributie en relatiebeheer.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
30 van 38 Bedrijfslasten De bedrijfslasten dalen in de planperiode van € 241 miljoen in 2016 tot € 233 miljoen in 2020. Dat het kostenniveau in de planperiode op een hoger niveau uitkomt ten opzichte van de ramingen in vorig MBP wordt met name veroorzaakt door het hogere werkaanbod, hogere automatiseringskosten door noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen, hogere gemiddelde loonkosten en inflatie. Kostenbeheersing heeft de bijzondere aandacht, ook voor de komende planperiode. Verdere kostenreductie kan leiden tot afbreuk aan de kwaliteit van de geleverde dienstverlening en de noodzakelijke investeringen daarin. Dit zou de uitvoering van de wettelijke taken in gevaar kunnen brengen. In de kostenraming is rekening gehouden met de noodzaak in de komende jaren enkele oude “legacy-systemen” zoals AKR te vervangen. De vervanging van AKR gaat nog in 2015 van start. Er is in 2016 een stijging zichtbaar in de loonkosten. Dit is het gevolg van meer fte’s en hogere loonkosten. In 2014 en 2015 hebben na de totstandkoming van het vorige MBP CAO verhogingen plaatsgevonden, waardoor de loonkosten vanaf 2015 jaarlijks € 4 miljoen hoger uitkomen. Daarnaast is het aantal fte’s hoger. De afgelopen jaren is uitstroom van medewerkers opgevangen met flexibele capaciteit. Afgelopen jaar is gebleken dat de behoefte aan eigen medewerkers van onder andere akteverwerking en landmeetkundige diensten hoger is dan de huidige capaciteit, zeker als rekening wordt gehouden met de uitstroom van circa 350 fte’s bij het Kadaster in de komende planperiode. De kosten uitbesteed werk en andere externe kosten blijven op een hoger niveau voornamelijk als gevolg van hogere productiegerelateerde kosten (met name meetposten) als gevolg van het hogere werkaanbod en door hogere kosten in het kader van projecten. In de financiële meerjarenraming (bijlage B) is het kostenniveau gespecificeerd. Bij de bedrijfslasten is uitgegaan van het prijspeil ultimo 2015. Investeringen De specificatie van de verwachte investeringen over de planjaren is als volgt (x € 1 miljoen): 2016
2017
2018
2019
2020
Software en licenties
5
6
5
4
4
Gebouwen en terreinen
2
1
1
1
1
Andere vaste bedrijfsmiddelen
6
4
3
5
4
13
11
9
10
9
De software en licenties zijn opgenomen onder de immateriële vaste activa. Het betreft gekochte software, licenties en zelfontwikkelde systemen. De bedrijfsgebouwen en -terreinen en andere vaste bedrijfsmiddelen zijn opgenomen onder de materiële vaste activa. De investeringen in bedrijfsgebouwen en -terreinen betreffen de aanpassingen en herinrichting van een aantal panden. De investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op geodetische apparatuur, vervoermiddelen, kantoorinventaris en technische installaties. De investeringen zijn mede bepaald op basis van ervaringscijfers.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
31 van 38
Bijlagen Bijlage A. Kadaster: taken, missie, doelgroepen Het Kadaster speelt van oudsher een belangrijke rol in het bevorderen van stabiliteit en rechtszekerheid in het maatschappelijk en economisch verkeer. De Topografische Dienst, in 2004 opgegaan in het Kadaster, vervaardigt al 200 jaar topografisch kaartmateriaal van hoge kwaliteit. Het Kadaster verzamelt sinds zijn oprichting in 1832 eigendoms- en locatiegegevens van percelen, die het beschikbaar stelt aan burgers, bedrijven en overheden. Inmiddels zijn daar gegevens over onder meer schepen, luchtvaartuigen, kabels, leidingen, ruimtelijke plannen, adressen, gebouwen en WOZ-waarden bijgekomen. Afnemers vinden in het Kadaster een autoriteit op het gebied van waarheidsgetrouwe, volledige en actuele informatie, die hen in staat stelt om (rechts)handelingen te verrichten. Wettelijke taken De opdracht aan het Kadaster wordt omschreven in artikel 2a van de Kadasterwet. Het Kadaster dient vier doelen: - de bevordering van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen in het rechtsverkeer, het economisch verkeer en het bestuurlijk verkeer tussen burgers en bestuursorganen; - de bevordering van een doelmatige geo-informatie-infrastructuur; - een doelmatige informatievoorziening van de overheid ten behoeve van de goede vervulling van publiekrechtelijke taken en de nakoming van wettelijke verplichtingen door bestuursorganen; - de ondersteuning en de bevordering van economische activiteiten. In het kader van de wettelijke opdracht voert de organisatie verschillende taken uit, die onder meer beschreven staan in, of berusten op de Kadasterwet, de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG), de wetgeving over de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (WKPB), de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION), de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT). De wettelijke taken zijn: - het bijhouden van de openbare registers en de kadastrale registratie (de Basisregistratie Kadaster) en het verstrekken van informatie daaruit aan de samenleving; - het uitvoeren van adviestaken in relatie tot de inrichting van het landelijke gebied; - het registreren en verstrekken van topografische informatie (de Basisregistratie Topografie); - het bijhouden van een registratie voor schepen en een registratie voor luchtvaartuigen; - het onderhouden van het Rijksdriehoeksnetwerk; - het beheren van de Landelijke Voorziening voor gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen; - het beheren van de Landelijke Voorziening voor adressen en gebouwen (BAG); - het beheren van de Landelijke Voorziening voor ruimtelijke plannen; - het faciliteren van de informatieverstrekking over de ligging van kabels en leidingen (KLIC); - het vervullen van de rol van registratiehouder en het beheren van de Landelijke Voorziening voor grootschalige topografie (BGT) - het beheren van de Landelijke Voorziening WOZ
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
32 van 38 Naast deze wettelijke taken voert het Kadaster met toestemming van de verantwoordelijke minister een tweetal nevenactiviteiten uit, namelijk dienstverlening voor de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN, aflopend in 2016) en internationale consultancy. Missie De Kadastermissie is het bindende element tussen alle taken en geeft aan wat de visie van het Kadaster is op betekenisvolle uitvoering van de taken. De missie is als volgt geformuleerd: Het Kadaster draagt bij aan economische ontwikkeling en maatschappelijke stabiliteit. Dit doet het door vanuit een onafhankelijke positie zekerheid te bieden over de status van geografische objecten en gebieden. Ook stelt het zijn expertise en competenties op dat gebied ter beschikking aan de Nederlandse en internationale samenleving. Het Kadaster werkt tegen zo laag mogelijke kosten. Doelgroepen Van oudsher vormen de partijen die actief zijn op de vastgoedmarkt (notariaat, makelaardij en banken) de belangrijkste klantengroep van het Kadaster. Een solide systeem van openbare registers en kadastrale registratie is immers een randvoorwaarde voor een goed functionerende vastgoedmarkt. Daarnaast spelen de registraties die het Kadaster beheert een belangrijke rol in overheidstaken als ruimtelijke ordening, natuurbeheer, defensie en openbare orde en veiligheid. Zij bieden ook een grondslag voor belastingheffing (onroerende zaakbelasting en waterschapslasten). Naast de primaire partners in de vastgoedsector en de overheid is een ruimere groep afnemers geïnteresseerd in de vastgoedinformatie van het Kadaster, veelal als deel van een bredere informatiebehoefte op het gebied van wonen en onroerendgoedbeheer. Deze groep bestaat uit onder meer bouwbedrijven, financiële instellingen, ingenieursbureaus, marktonderzoekbureaus, resellers, professionele onroerend goedbezitters, kennisinstellingen en particulieren. Dezelfde klantengroepen nemen ook andere informatie van het Kadaster af, onder andere topografie, adressen, gebouwen en ruimtelijke plannen. En als beheerder van het samenwerkingsverband Publieke Dienstverlening Op de Kaart is het Kadaster ook de leverancier van informatie over vele andere publieke, ruimtelijke thema’s. Bij de informatieverstrekking over de ligging van kabels en leidingen verzorgt het Kadaster de informatiestroom van netbeheerders naar ‘grondroerders’. De maatwerk- en adviesdiensten van het Kadaster kennen de landelijke en lokale overheid als belangrijkste klant. Relevante sectoren zijn onder meer ruimtelijke ordening, vastgoed, defensie, infrastructuur, landbouw, natuur, milieu en waterbeheer. Buiten Nederland richt het Kadaster zich op het opzetten en verbeteren van grondregistraties in onder meer Latijns-Amerika, Azië, Afrika en voormalige Oostbloklanden. Deze projecten worden veelal geïnitieerd en/of gefinancierd door de Verenigde Naties, de Wereldbank of de Europese Unie. Het Kadaster werkt in toenemende mate samen met andere partijen om te voldoen aan de maatschappelijke behoeften. De samenwerking betreft niet alleen de productieprocessen, maar bijvoorbeeld ook internationale kennisdeling en mobiliteit van medewerkers. Binnen Nederland zijn mede-overheden en ketenpartners belangrijke samenwerkingspartijen. Ook wordt samengewerkt met de wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven. Buiten Nederland werkt het Kadaster samen met kadasters en topografische diensten uit andere Europese landen en met internationale koepelorganisaties, onder andere ten behoeve van standaardisatie.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
33 van 38
Governance Het Kadaster is in 1832 opgericht. Tot 1974 was het onderdeel van het ministerie van Financiën, daarna van het voormalige ministerie van VROM. Vanaf 1994 is het een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO). Dit betekent dat het Kadaster een publiekrechtelijke rechtspersoon is die als organisatie zelfstandig zijn wettelijke taken uitvoert en daarbij verantwoording aflegt aan de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM). De Organisatiewet Kadaster regelt de governance van het Kadaster met een bestuur, Raad van Toezicht en Gebruikersraad. Tevens worden de onderlinge verhoudingen tussen deze organen en de minister geregeld. Elk van deze organen draagt op basis van de Organisatiewet Kadaster en een bijbehorende ministeriële regeling zijn eigen verantwoordelijkheden. Vanuit zijn faciliterende rol in het beheer van de verschillende landelijke voorzieningen van (basis)registraties is het Kadaster partij in de besturing (governance) van deze voorzieningen. Elke landelijke voorziening kent zijn eigen besturing. In de meeste gevallen is er een zogenaamd Bronhouders- en Afnemersoverleg (BAO) ingesteld om de belangen van de betrokken partijen te waarborgen. Organisatiestructuur De huidige organisatiestructuur van het Kadaster bestaat sinds 1 januari 2013. Voor de vormgeving van de structuur zijn de volgende elementen leidend geweest: de klant voorop stellen, optimale dienstverlening, ondersteunend aan strategie en doelstellingen, ondersteunend aan de kernfuncties, voortbouwend op de taakclusters, eenheid van leiding, plat en compact en passend bij de fase waarin de organisatie zich bevindt. De Raad van Bestuur bestaat uit twee leden die in gezamenlijkheid besluiten nemen (collegiaal bestuur). Voor slagvaardige besluitvorming hebben de twee bestuurders met de vier directeuren een overlegverband ingesteld, de directieraad. Deze vormt de eerste managementlaag, waarin elk van de zes leden een eigen lijnverantwoordelijkheid heeft. De bestuursvoorzitter geeft leiding aan de directie Bestuur & Strategie. De andere bestuurder leidt de directie Landregistratie & Geografie. Daarnaast zijn er vier directieportefeuilles: Geo- en Vastgoedinformatie en Advies, IT, Control & Financiën en Organisatie & HRM. Minister IenM
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur Ondernemingsraad
Gebruikersraad
Bestuur en
Landregistratie
Geo- en Vast-
Strategie *
en Geografie *
goedinformatie
IT
en Advies
* Deze directie wordt geleid door één van de leden van de Raad van Bestuur
Control en
Organisatie
Financiën
en HRM
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
34 van 38
Bijlage B. Financiële meerjarenplanning Balans (in miljoenen euro's) 2016
2017
2018
2019
2020
Vaste activa Immateriële - en materiële vaste activa
69
68
65
63
60
Totaal vaste activa
69
68
65
63
60
Totaal vlottende activa
181
205
224
243
266
Totaal activa
250
273
289
306
326
Passiva (ultimo)
2016
2017
2018
2019
2020
Eigen vermogen
125
154
178
201
223
Voorzieningen
19
16
13
11
9
Langlopende schulden
31
31
31
31
31
Kortlopende schulden
75
72
67
63
63
250
273
289
306
326
Activa (ultimo)
Totaal passiva
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
35 van 38
Winst- en verliesrekening (in miljoenen euro's) 2016
2017
2018
2019
2020
Bedrijfsopbrengsten Omzet wettelijke taken Wijziging onderhanden werk Opbrengst nevenactiviteiten
262 0 3
262 0 3
258 0 2
256 0 2
253 0 2
Som der bedrijfsopbrengsten
265
265
260
258
255
116
113
113
111
109
50
48
48
51
51
11 63
12 63
12 63
12 61
12 61
240
236
236
235
233
25
29
24
23
22
0
0
0
0
0
25
29
24
23
22
Bedrijfslasten Lonen en salarissen (inclusief sociale lasten) Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
36 van 38
Toelichting op de meerjarenraming De in deze bijlage opgenomen financiële informatie is opgesteld met als uitgangspunt de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk wetboek. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op aanschaffings- dan wel vervaardigingskosten. Voor een nadere toelichting op de financiën alsmede de toelichting op de ontwikkeling van de situatie van het eigen vermogen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van dit meerjarenbeleidsplan. De onder de vaste activa opgenomen immateriële vaste activa hebben betrekking op softwareontwikkelingen, licenties en de waarde van een gebruiksrecht. Wat betreft de softwareontwikkelingen bestaat de verwachting dat de hiermee samenhangende toekomstige opbrengsten voldoende ruimte laten voor afschrijvingen. De afschrijvingen zijn hier gesteld op maximaal 5 jaar. De onder de vaste activa opgenomen materiële vaste activa, bestaande uit bedrijfsgebouwen, verbouwingen, installaties, automatiseringsapparatuur, kantoorinventaris en vervoermiddelen, worden gewaardeerd op hun aanschaffingswaarde verminderd met lineaire afschrijvingen over de geschatte gebruiksduur. De vlottende activa hebben betrekking op onderhanden werk van reeds uitgevoerde deelwerkzaamheden voor meetposten, de voorraad topografische kaarten, debiteuren, overige vorderingen, overlopende activa en liquide middelen. Onder de liquide middelen zijn tevens deposito’s verantwoord welke rekening houdend met het zogenoemde schatkistbankieren van het ministerie van financiën zijn verkregen. Het saldo van de liquide middelen (rekening-courant ministerie van Financiën en de deposito’s) bedraagt ultimo 2016 € 139 miljoen, oplopend tot € 225 miljoen ultimo 2020 en heeft tevens een langlopend karakter. Rekening houdend met het lage rentepercentage zijn geen rentebaten opgenomen. De voorzieningen bestaan uit ingegane wachtgeld- en werkloosheidsverplichtingen, kosten voor mobiliteit en overige voorzieningen, waarbij bedragen zijn contant gemaakt tegen een rekenrente van 1,2%. De langlopende schulden hebben voornamelijk betrekking op vooruitontvangen bedragen inzake meetposten en verplichtingen inzake spaardagen. De post vooruitontvangen op meetposten bestaat uit per balansdatum ontvangen of gefactureerde bedragen en waar tegenover prestaties staan die in de toekomst moeten worden uitgevoerd. Deze post is gewaardeerd op nominale waarde. De aantallen meetposten die de productie van één jaar overschrijden zijn verantwoord onder de langlopende schulden. Onder de kortlopende schulden is ondermeer opgenomen de post vooruitontvangen op meetposten, waarvan de voorraad binnen één jaar wordt afgedaan. Tevens zijn onder de kortlopende schulden opgenomen de crediteuren en overige te betalen posten. De debiteuren, overige vorderingen, overlopende activa, liquide middelen, crediteuren en overige te betalen posten behoren tot de financiële instrumenten. Onder de omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten aan derden, onder aftrek van kortingen en dergelijke en onder aftrek van over de omzet geheven belastingen. Tevens bestaat de omzet uit inkomsten van budgetgefinancierde activiteiten. Verliezen worden in aanmerking genomen in de periode waarin deze voorzienbaar zijn. Voor een gedetailleerde beschrijving van de waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen waaronder tevens de beschrijving van de financiële instrumenten wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening 2015. Betreffende grondslagen zijn in deze meerjarenraming onverkort toegepast.
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
37 van 38 Bijlage C. Scenariowaarden ramingsmodel
2010 Realisatie 2011 Realisatie 2012 Realisatie 2013 Realisatie 2014 Realisatie 2015 Prognose MBP 2016 Scenario MBP-2017 Scenario MBP-2018 Scenario MBP-2019 Scenario MBP-2020 Scenario
Scenario Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente Groei BBP Niveau hypotheekrente
Midden 1,50% 4,52% 0,90% 4,55% -1,20% 4,27% -0,80% 3,78% 0,80% 3,37% 2,00% 3,10% 2,10% 3,00% 2,40% 2,90% 2,70% 2,90% 2,85% 2,90% 3,00% 2,90%
De verwachte groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) ontwikkelt zich volgens het midden scenario als volgt: In het eerste MBP jaar (2016) is de groei conform de prognose van het CPB (raming juni 2015). Daarna een stijging van het BBP naar 2,4% in 2017, 2,7% in 2018, 2,85% in 2019 en 3,0% in 2020. De gerealiseerde hypotheekrente in 2014 is gebaseerd op de gemiddelde hypotheekrente uit de statistieken van DNB. Voor de toekomstige hypotheekrente ontwikkeling is gekeken naar de ontwikkeling van de lange rente op dit moment. De hypotheekrente daalt nog licht tot 2,9% (in 2017) en blijft daarna constant (in lijn met huidige dalende rente).
Datum
14 december 2015 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2016-2020 Versie
Definitief Blad
38 van 38
Bijlage D. Afkortingen en begrippen 3D
Driedimensionaal
KLIC
Kabels en leidingen Informatiecentrum
BAG
Basisregistraties Adressen en Gebouwen
KLIC-WIN
KLIC-aanpassing conform WION en INSPIRE
BBP
Bruto Binnenlands Product
KOERS
Kadaster Objecten- En RechtenSysteem
BGT
Basisregistratie Grootschalige Topografie
LTO
Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland
BRK
Basisregistratie Kadaster
LV
Landelijke Voorziening
BRT
Basisregistratie Topografie
MBP
Meerjarenbeleidsplan
ETRS89
European Terrestrial Reference System 1989
OICRF
EULIS
European Land Information Service
Office International du Cadastre et du Régime Foncier
EU
Europese Unie
PDOK
Publieke dienstverlening op de kaart
TOP10NL
Topografisch basisbestand 1:10.000
UN-GGIM
United Nations initiative on Global Geospatial Information Management
WION
Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten
Euro-SDR
European netweork for Spatial Data Research
EZ
(ministerie van) Economische Zaken
FIG
Fédération Internationale des Géomètres
IenM
(ministerie van) Infrastructuur en Milieu
IT
Informatietechnologie
WKPB
INSPIRE
Infrastructure for spatial information in Europe
Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen
WOZ
Waardebepaling Onroerende Zaken
KIK
Ketenintegratie Inschrijving Kadaster
WPLA
Working Party on Land Administration (van de Verenigde Naties)
Positief en negatief stelsel van registergoederenrecht Het Nederlandse stelsel van registergoederenrecht is negatief. Dit betekent dat de inschrijving in de openbare registers geen recht schept; derden mogen niet zonder meer vertrouwen op hetgeen staat ingeschreven in de openbare registers. De bewaarder is niet bevoegd een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de feiten die ter inschrijving worden aangeboden. Onder andere Duitsland en Oostenrijk hebben een positief grondboekhoudingsstelsel. Daar mag een derde afgaan op de correctheid en compleetheid van hetgeen in het ‘Grundbuch’ omtrent een onroerende zaak staat vermeld.
Bijlage E. Contactinformatie Het Klantcontactcenter van het Kadaster is bereikbaar op werkdagen van 9:00 uur tot 17:00 uur via 088 183 22 00. Informatie over bezoek- en postadressen van Kadasterlocaties is te vinden op www.kadaster.nl. Op www.kadaster.nl/meerjarenbeleidsplan kunt u dit meerjarenbeleidsplan als pdf-document downloaden. Ook vindt u daar de online-publieksversie van het meerjarenbeleidsplan. Een vraag of opmerking over het meerjarenbeleidsplan kunt u mailen naar
[email protected].