Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien.
Meer zien. Een opdracht voor
Leerlingen luisteren naar een korte introductie over
groep 5 / 6 gericht
de schilder Hendrick Avercamp. Leerlingen kijken en
op goed leren
beredeneren waar detailfragmenten thuis horen op
kijken/redeneren.
het totaalschilderij.
Ontwikkeld door
Mijs Besseling, BA-student Kunstgeschiedenis UvA.
Onderwerp
Meer zien. Beschouwing van Winterlandschap met schaatsers van de schilder Hendrick Avercamp.
Tijdsduur
Ca. 20 minuten.
Doelstellingen
• Goed leren kijken naar een kunstwerk.
KIJKEN, WETEN
Leerdoelen/leeractiviteiten:
• Kerndoel 55 en 56 van kunstzinnige oriëntatie.
KIJKEN WETEN SAMENWERKEN NADENKEN Doelgroep:
Leeractiviteiten
• Nauwkeurige observatie, afleiden, aanwijzen, beredeneren. Reflecteren.
Groep 5 of 6. Tijdsduur:
Onderbouwing
antwoord wordt er meer gezien en kan het
Ca. 20 minuten. Werkvorm: Meer zien & dialogisch leren (eerst overleg in deelgroepjes; daarna klassikaal bespreken). De docent stelt vragen die leerlingen stimuleren hun analyse te verwoorden. De docent geeft een korte toelichting bij de detailfragmenten uit het schilderij.
• Door goed te kijken en te reflecteren op het eigen kunstwerk beter begrepen worden.
Beginsituatie
Groep 5 of 6 – deze opdracht past goed in een les over kunstbeschouwing en past wellicht ook in een les over (de kunst van) de Gouden Eeuw.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl Leerlingen luisteren naar een korte introductie over de schilder Hendrick Avercamp. Leerlingen kijken vervolgens rustig en aandachtig naar het schilderij ‘Winterlandschap met schaatsers’ van Hendrick Avercamp. In groepjes kijken leerlingen naar
LESVOORBEREIDING DOOR DE DOCENT
een detailfragment uit het schilderij en beredeneren waar deze zich bevindt op het totaalschilderij en hoe ze dat zien. Leerlingen luisteren naar de toelichting die de docent geeft op het detailfragment. De opdracht leert leerlingen om goed te kijken, doordat zij aanknopingspunten in het detailfragment zoeken en deze relateren aan het schilderij. Leerlingen ontdekken wat het langer/beter kijken naar een kunstwerk oplevert: meer zien.
Voorbereiden
De docent bestudeert de toelichtingen behorend bij de detailfragmenten. De docent stelt een korte introductie op over de schilder Hendrick Avercamp. De docent bepaalt het leerdoel: de leerling kan - door middel van nauwkeurige observatie analyseren waar een detailfragment uit een schilderij gelokaliseerd moet worden binnen het totaalschilderij. Om het leerdoel te bereiken stimuleert de docent de leerlingen om goed te kijken en hun antwoord toe te lichten aan de hand van zichtbaar bewijs in het schilderij. Praktische voorbereiding: het schilderij Winterlandschap met schaatsers projecteren op beamer of smartboard. De detailfragmenten printen en eventueel plastificeren.
Instrueren
Wat:
Wat: De docent vraagt de leerlingen om heel aandachtig te kijken naar het schilderij en te onthouden wat ze allemaal zien.
(informatie
Daarna legt de docent de opdracht uit (zie Hoe). De docent vertelt dat des te langer en beter leerlingen naar het schilderij zullen
voor de
kijken, des te meer nieuwe dingen hen zullen opvallen. Doordat de docent een toelichting geeft bij elk detailfragment leren de
docent)
leerlingen spelenderwijs om de voorstelling beter te begrijpen.
Hoe:
Hoe: De docent verdeelt de klas in groepjes. Elk groepje krijgt een detailfragment en beredeneert waar dit fragment zich bevindt op het schilderij. De resultaten worden klassikaal besproken. Eerst vraagt de docent aan een groepje om uit te leggen wat er te zien is op hun fragment (1). Vervolgens vraagt de docent waar het fragment gelokaliseerd moet worden op het schilderij (2). Daarna vraagt de docent hoe de leerlingen de locatie van het fragment hebben gevonden (3). Ten slotte geeft de docent een korte toelichting op wat we zien in het detailfragment.
Waarom:
Waarom: De detailfragmenten leren leerlingen de meerwaarde in te zien van het langer kijken naar kunst. De bovengenoemde vragen (1, 2) stimuleren de leerling beter te kijken en te beschrijven wat ze zien. Door vraag 3 leren leerlingen het fragment en het schilderij (deel en geheel) te relateren en om hun visuele analyse te verwoorden. De toelichtingen bij de detailfragmenten maken leerlingen bewust van het kunstwerk als historisch object en bron van informatie over een periode uit de ge schiedenis.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl Uitvoeren
Het is belangrijk dat de docent de leerlingen eerst de gelegenheid geeft om even rustig naar het schilderij te kijken. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij kunnen uitleggen hoe ze zien of weten dat het detailfragment zich op de betreffende plaats in het schilderij bevindt. Het is van belang dat de docent deze verwachting vooraf uitspreekt, zodat leerlingen hier rekening mee houden bij het uitvoeren van de opdracht. Voordat de docent een toelichting geeft op een detailfragment kan deze eerst aan de leerlingen vragen of zij een idee hebben wat hier aan de hand is. Vb: “Waarom zien we daar een wak denken jullie?”. Op die manier blijven de leerlingen actief deelnemen.
Opruimen Nabespreken
Wat:
Na afloop van de opdracht leveren de leerlingen de detailfragmenten weer bij de docent in.
Wat: De docent blikt terug op de opdracht en vat daarbij kort samen wat de leerlingen gedaan hebben. Daarna reflecteren de leerlingen op de werkvorm naar aanleiding van vragen van de docent. Het is raadzaam om voor de nabespreking in een kring/bij elkaar te gaan zitten. Dit bevordert de betrokkenheid van de leerlingen ten opzichte van elkaar.
Hoe:
Hoe: “Eerst hebben jullie aandachtig gekeken naar het schilderij en in je opgenomen wat er allemaal te zien was. Vervolgens hebben jullie in groepjes gekeken naar een detail uit het schilderij en hebben jullie beredeneerd waar deze zich precies bevi ndt in het schilderij”. “Had je het detail ook al gezien toen je de eerste keer naar het schilderij keek?”. “Vond je het moeilijk om het detail in het schilderij op te sporen? Of vond je het moeilijker om vervolgens aan de rest van de klas uit te leggen hoe je wist waar het detail thuishoort? Waarom?”. De docent geeft verschillende leerlingen de beurt. “Waaraan konden jullie zien dat het Winterlandschap met schaatsers van Hendrick Avercamp niet in deze tijd is geschilderd, maar in de 17e eeuw?”
Waarom:
Waarom: Door de werkvorm en het geleerde te evalueren gaan leerlingen inzien dat kunst de moeite waard is om langer naar te kijken. Wie langer kijkt, ziet vaak meer. Ook worden leerlingen zich ervan bewust dat door goed naar een schilderij te kijken, het kunstwerk ons iets kan leren over een periode uit de geschiedenis en hoe men toen leefde (Vb: detail met wak).
Evaluatie
Criteria proces:
Criteria proces: Het is belangrijk dat leerlingen aandachtig naar het schilderij en de details kijken. Daarbij zoeken ze naar aanknopingspunten in het detailfragment en relateren die aan het schilderij. Door het werken in groepjes delen leerlingen hun
Criteria product:
(visuele) analyse en leren zodoende van elkaar. Elk groepje verwoordt zijn bevindingen ten overstaan van de rest van de klas; het is dus gewenst dat leerlingen naar elkaar luisteren.
Suggesties
Criteria product: Goed leren kijken door te redeneren/analyseren en zo nieuwe dingen in een kunstwerk ontdekken.
Een goede aansluiting op Meer zien. vormt de opdracht Leef je in/uit!. Te vinden bij werkvormen onder de tab 'maken'.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien.
Hendrick Avercamp, Winterlandschap met schaatsers, 1608. Olieverf op paneel.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Meer zien. 1. Het lijkt op graffiti, maar dit is de handtekening van de schilder, Hendrick Avercamp. Hij schreef: ‘Haenricus Av.’ en tekende een poppetje. 2. Hier zien we een 'treintje' schaatsers met aflopende hoedhoogte. De puntige hoed vooraan is het modernst. De plaate, breedgerande hoeden waren ten tijde van het schilderij al ouderwets. De mannen dragen wijde pofbroeken. 3. Dit hondje lijkt een spook na te jagen. In werkelijkheid is het een eerder geschilderd hondje, dat Hendrick later overschilderde. De verf is in de loop van de eeuwen doorschijnend geworden. 4. Hier zien we een schaatsend paartje. De vrouw houdt haar handschoen voor haar gezicht vanwege de kou. 5. Voor de brouwerij is een wak in het ijs gehakt, om met de hijsinstallatie water te kunnen putten voor de bierproductie. Op het balkon is een man te zien. Hij maakt gebruik van een emmer aan een houten hefboom. Misschien heette de brouwerij Brouwerij De Halve Maan.. Zien jullie het uithangbord? 6. Een zeilboot is op een paar ijzers gezet. Met zo'n ijsschuit kon je flinke snelheden bereiken. 7. Deze man speelt colf, een voorloper van onze golf en ijshockey. Dit was een populaire bezigheid in de zeventiende eeuw en ’s winters werd dit spel vaak op het ijs gespeeld. Met een houten stok werd een houten of schapenleren bal in zo min mogelijk slagen naar een doel gebracht. De stok was aan de onderkant verstevigd met lood of ijzer. 8. Hier zien we een ‘vogelknip’: een listige val, gemaakt van een oude deur. Een vogel gaat zitten eten onder de houten deur. Als vervolgens het stokje wordt weggetrokken klapt de deur naar beneden en is de vogel gevangen. 9. Hendrick Avercamp hield van grapjes in zijn schilderijen. Een wrakkig bootje op zijn kant dient als wc. Door een opening zijn de billen te zien van iemand die z’n behoefte zit te doen. Zien jullie nog zo’n kakkertje ergens op het schilderij? 10. Oei! Het ijs is glad zo te zien. Iemand glijdt uit tijdens het schaatsen. 11. Deze man heeft een soort vork aan een lange stok onder zijn arm. Dit noem je een ‘aalschaar’. Via een wak in het ijs heeft deze man een lekker bosje paling gevangen met de aalschaar. Deze activiteit wordt ‘paling steken’ genoemd. 12. Iemand is door het ijs gezakt naast een ingevroren boot. Omstanders schieten te hulp. Toelichtingen bij de detailfragmenten met corresponderende nummering. Vooraf te bestuderen door de docent. (BRON: De toelichtingen zijn ontleend aan de museumgids van het Rijksmuseum en/of aan de kijkwijzerkaart uit het Rijksmuseum.)