Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
WAT ZIE IK? KLEUR
WAT ZIE IK? KLEUR Een opdracht voor
In de les leren leerlingen gezamenlijk kleuren en
groep 1,2 gericht
basisvormen te herkennen en te benoemen. De les is
op het leren van
opgebouwd van eenvoudig naar complex.
primaire en secundaire kleuren. Ontwikkeld door
Felicia Bakkers, MA
Onderwerp
Kleurennamen: primair en secundair. Kleurensoorten: bont, licht donker. Vormsoorten: rond, vierkant, driehoek, bol etc. Lijn: recht, gebogen etc.
Leerdoelen/leeractiviteiten:
KIJKEN WETEN VOELEN MAKEN Doelgroep:
Tijdsduur Doelstellingen
KIJKEN, WETEN, VOELEN, MAKEN
Kerndoel 54 van kunstzinnige oriëntatie.
Leeractiviteiten
Kunst analyseren: kleur en vorm.
Onderbouwing
Samen goed leren kijken.
Beginsituatie
Groep 1,2
Groep 1,2 Tijdsduur:
Ca. 30 minuten
30 minuten. Werkvorm: In een klassikaal onderwijsleergesprek leren leerlingen spelenderwijs kleuren en basisvormen te herkennen en benoemen. Met behulp van de kleurendobbelstenen komen verschillende kleuren aan bod die de leerlingen gaan zoeken in de afbeeldingen.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl Leerlingen rustig en aandachtig laten kijken naar de afbeeldingen. De afbeeldingen verlopen van weinig verschillende
LESVOORBEREIDING DOOR DE DOCENT Voorbereiden
kleuren en vormen naar steeds meer verschillende kleuren en vormen. Leerlingen leren op schilderijen en in objecten de kleuren en vormen te herkennen en benoemen. Tot slot wordt de leerlingen gevraagd naar de lievelingskleur en mooiste vorm. Dit kan een beginpunt vormen voor een praktische opdracht.
De docent maakt drie gekleurde dobbelstenen.
A. Primaire kleuren en zwart en wit. B. Secundaire kleuren en zwart en wit. C. Primaire en secundaire kleuren. • Zorg voor een kleurpotlodenset (rood, geel, blauw, oranje, groen, paars, zwart en wit per leerling • Computer: PowerPointpresentatie of uitgeprinte afbeeldingen op A3 formaat. Instrueren
Wat:
(informatie
Hoe:
voor de
Waarom:
docent)
Wat: de vraag is welke primaire en secundaire kleuren er zijn. Leerlingen leren deze kleuren herkennen en benoemen. En welke basisvormen zijn er en hoe zien deze eruit? Vormsoorten: rond, vierkant, driehoek, bol etc. herkennen, onthouden en opnoemen.
Hoe:
Deel 1: elke leerling heeft drie kleurpotloden vast. Dit zijn de primaire kleuren: rood, blauw en geel. De docent benoemt de kleuren en vraagt de leerlingen het potlood met dezelfde kleur omhoog te houden. Toon afbeelding 1: Leerling 1 dobbelt met dobbelsteen A. De leerlingen houden het potlood met dezelfde kleur omhoog. Welke kleur is dit? Is deze kleur te zien op het schilderij? Waar zie je deze kleur op het schilderij? Welk vorm zie je? Zie je dezelfde vorm ergens anders? En welke kleur heeft die vorm?
Deel 2: elke leerling heeft drie kleurpotloden vast. Dit zijn de secundaire kleuren: oranje, groen en paars De docent benoemt de kleuren en vraagt de leerlingen het potlood met dezelfde kleur omhoog te houden. Toon afbeelding 2: Leerling 1 dobbelt met dobbelsteen B. De leerlingen houden het potlood met dezelfde kleur omhoog. Welke kleur is dit? Is deze kleur te zien op het schilderij? Waar zie je deze kleur op het schilderij? Welk vorm zie je? Zie je dezelfde vorm ergens anders? En welke kleur heeft die vorm?
Deel 3: elke leerling heeft drie zes kleurpotloden vast. Dit zijn de primaire en secundaire kleuren. De docent benoemt de kleuren en vraagt de leerlingen het potlood met dezelfde kleur omhoog te houden. Toon afbeelding 3: Leerling 1 dobbelt met dobbelsteen C.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl De leerlingen houden het potlood met dezelfde kleur omhoog. Welke kleur is dit? Is deze kleur te zien op het schilderij? Waar zie je deze kleur op het schilderij? Welk vorm zie je? Zie je dezelfde vorm ergens anders? En welke kleur heeft die vorm?
Waarom: door elke leerling een set kleurpotloden te geven wordt elke leerling geactiveerd. De kleur wordt herkend op de dobbelsteen, tussen de kleurpotloden en op het schilderij. De dobbelsteen gaat de klas rond dus kan elke leerling aan de beurt komen om een kleur te benoemen. Leerlingen kijken en denken mee waar de kleur te vinden is op het schilderij.
Uitvoeren
Bij het uitvoeren van deze opdracht is het belangrijk dat de docent leerlingen eerst zelf heel rustig laat kijken nadat er gedobbeld is met de dobbelsteen. Vervolgens vraagt de docent wie iets kan aangeven en vraagt de docent aan andere leerlingen om heel aandachtig te luisteren naar de anderen, zodat er niet twee dezelfde antwoorden worden gegeven. Goed leren luisteren is ook belangrijk om te leren.
Opruimen Nabespreken
Dobbelstenen en kleurpotloden.
Wat:
Wat: de docent bespreekt met de leerlingen de kleuren en vormen die zijn besproken.
Hoe:
Hoe: welke kleuren hebben we gezien? Welke vormen hebben we gezien? Wat vindt jij de mooiste kleur? Waarom vindt je die
Waarom:
kleur mooi? Welke vorm vindt jij mooi? Waarom vindt je die vorm mooi?
Waarom: door het klassikaal stellen van deze vragen zijn de leerlingen aan het samen vatten. Bij het geven van een mening leren de leerlingen uit te leggen waarom zij iets vinden.
Evaluatie
Criteria proces: Criteria product:
Suggesties
Criteria proces: Elke leerling doet actief mee in de les. Leerlingen luisteren naar elkaar en vullen elkaar aan.
Criteria product: Leerlingen kijken en luisteren naar elkaar en gebruiken de juiste woorden en termen.
Na deze opdracht kan een tekenopdracht/knutselopdracht volgen waarin de kleuren en basisvormen centraal staan met als beginpunt de mooiste kleur en vorm.
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
WAT ZIE IK? KLEUR
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl
Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.nl A. Piet Mondriaan, Compositie met gele lijnen, 1933. Gemeentemuseum Den Haag. Gerrit Rietveld (ontwerper), Gerard A. van de Groenekan (uitvoerder), Militaire stoel, 1923. Centraal Museum Utrecht. Piet Mondriaan, Compositie No. II met rood en blauw, 1929)MoMA. Kazimir Malevich, Dynamic Suprematism Supremus, 1915 of 1916.Tate. Bart van der Leck, Wandbord met geometrisch decor, 1939. Gemeentemuseum Den Haag. Gerrit Rietveld, Kruiwagen, 1923. Stedelijk Museum Amsterdam. Piet Mondriaan, Compositie in Rood, Blauw en Geel, 1937-1942. MoMA. Gerrit Rietveld, Bolderwagen, 1922. Stedelijk Museum Amsterdam. Gerrit Rietveld, Rood-Blauwe stoel, 1919. Stedelijk Museum Amsterdam. B. Theo van Doesburg, Compositie XVII, 1919. Gemeentemuseum Den Haag. Mark Rothko, Untitled, 1968. MoMA. Mark Rothko, No. 4/No. 13, 1949. MoMA. Sir Eduardo Paolozzi, Donald Duck Meets Mondrian uit Moonstrips Empire News, 1967. Tate. Patrick Heron, Brown Ground with Soft Red and Green: August 1958 - July 1959, 1958-1959. Tate. C. Olle Baertling, Ardek, 1963. Tate. Dick Bruna, Kasteel uit bouwblokken, uit: Nijntje op school. Centraal Museum Utrecht. 1984. Kazimir Malevich (1879-1935), Suprematist Composition. Wassily Kandinsky, Swinging Schaukeln, 1925. Tate