Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen)
Week 1 : Het gezicht
-
-
Doel: -
Grote kring : Puk heeft spiegeltjes meegenomen, want hij vind dat hij er zo mooi uit ziet in de spiegel. Elk kind krijgt een spiegeltje en we kijken hoe we er uit zien. Wat zien we ?(ogen, oren, mond, neus etc.) Wat kun je allemaal met je gezicht? (knipogen, tong uitsteken, gekke bekken trekken,boos kijken, blij kijken, lippenstift opdoen etc.) Kleine kring : Schminken. Nogmaals alles in het gezicht benoemen, maar ook voelen dat iets kriebelt in je gezicht, koud is, nat is … Creatieve activiteit : Gezichtjes plakken, waar horen de oren, ogen etc. Liedje : Dit zijn mijn wangetjes Extra : You tube filmpje : De vijf zintuigen.wmv (op laptop)
De kinderen worden zich bewust van (de functie) van het gezicht en kunnen de onderdelen ervan benoemen. De kinderen leren om zelf de positie te bepalen van de oren, ogen, neus en mond in het gezicht De kinderen worden zich bewust dat ze emoties kunnen (laten)zien op het gezicht en oefenen daar mee
Woorden: het gezicht de spiegel het oog het oor de neus de mond kijken voelen kriebelen koud nat
Week 2 : Wat zie ik?
-
-
-
Grote kring : Puk heeft een mooie bril op zijn neus. Daar kan hij heel goed door kijken zegt hij. Waar mee kun je kijken? Waardoorheen kun je kijken en wat zie je dan ? ( vergrootglas, verrekijker, donkere bril, caleidoscoop etc.)(ogen dicht, ogen open, knipogen, blinddoek..) Kleine kring : We bekijken met de kinderen een bril, een zakdoek, een trommel, een fluit, een zachte bal en een verpakt snoepje. We praten over deze voorwerpen en ontdekken waar je ze voor kunt gebruiken. (zakdoek=neus, fluit= oor en mond etc.) Dan verstoppen we de voorwerpen onder een grote doek. Eén voorwerp halen we weg en de kinderen mogen raden wat er mist. Dit herhalen we meerdere keren. Creatieve activiteit : Verrekijkers maken Liedje : deurtje open, deurtje dicht (kiekeboespelletje)
Doel : - De kinderen leren dat je kunt kijken met je ogen - De kinderen ontdekken dat het zicht kan veranderen door iets voor je ogen te plaatsen of ergens doorheen te kijken - De kinderen trainen hun geheugen bij het verstopspel en hebben daar plezier in
Woorden : De bril Het oog Kijken Zien Open Dicht Verstoppen Vinden Raden
Week 3 : Wat hoor ik?
-
-
Doel: -
Grote kring : De juf maakt een hoop lawaai met twee deksels. Puk schrikt er van en doet gauw zijn handen voor zijn oren. Dat is veel te hard ! Kan het ook zachtjes? Willen de kinderen ook muziek maken ? Wat doe je met de trommel, met de sambaballen, met de belletjes etc. Kunnen we hard en zacht spelen? Snel en langzaam? Mooi en lelijk? Kleine kring : Geluiden lotto. De kinderen horen een geluid, herkennen het en zoeken het plaatje erbij. Creatieve activiteit : Muziekinstrumentjes maken Liedje : Clowntje piet .
De kinderen hebben plezier in het maken van muziek De kinderen leren enkele instrumenten bij naam De kinderen ervaren en leren de begrippen hard en zacht en snel en langzaam De kinderen herkennen geluiden en weten deze te benoemen De kinderen oefenen met het herkennen van een afbeelding bij een geluid
Woorden : Het oor Horen De muziek De trommel De fluit De sambaballen Hard Zacht Snel Langzaam Het lawaai
Week 4 : Wat ruik ik/ proef ik ?
-
-
-
Doel : -
Grote kring : Puk heeft twee koekjes meegenomen. De een vind hij erg lekker, de ander echt vies! Hoe komt dat dan? Het een is zoet en het ander zout. Willen de kinderen ook proeven? Wat vinden zij lekker en wat vies? Kunnen we ook ruiken aan het koekje? Ruikt het lekker? Ruikt het zoet? Zullen we nog meer ruiken en proeven? Waarmee ruik je? Waarmee proef je? Kleine kring : we maken met de kinderen poppetjes van klei. Daarbij gebruiken we insteekfiguurtjes van lichaamsdelen, met name ogen, oren, mond, neus. Al kleiende benoemen we deze en kijken waar ze horen in het gezicht. Ook tellen we de verschillende lichaamsdelen en werken met de begrippen meer en minder. Creatieve activiteit :eierkoeken versieren met fruit en dan alles lekker proeven en ruiken Liedje : Smakelijk eten Boek :” Dat ruikt lekker” van Mary Murphy
De kinderen leren verschillende smaken kennen De kinderen leren de functie van mond en neus De kinderen oefenen met de telrij en de begrippen meer en minder/ veel en weinig De kinderen hebben plezier in het manipuleren van materialen (klei, water)
Woorden: Het koekje Proeven Lekker Vies Zoet Zout Ruiken De neus De mond Meer Minder Veel weinig
Week 5 : Wat voel ik?
-
-
-
Doel: -
Grote kring : Spelen met de voeldoos In de doos zitten gevarieerde materialen waarbij je verschillen kunt voelen als hard en zacht, warm en koud, rond en hoekig, voelt het fijn of niet fijn etc. . Puk wil het eerst wel eens proberen. Hij haalt een ijsklontje uit de kist en bibbert van de kou! Nu mogen de andere kinderen het proberen. Herkennen zij wat ze in hun handen hebben en kunnen ze benoemen hoe het voelt? Kleine kring : Aan de slag met de begrippen warm en koud. Eerst voelen we aan de kruik. Hoe voelt dat? Is het warm of koud, is het hard of zacht? Dan spelen we met ijsklontjes. Zijn die warm of koud, hard of zacht. Hoe voelt het ijsklontje op je huid. Wat gebeurt er met het ijsklontje als je er langer mee speelt? Creatieve activiteit : Spelen met scheerschuim. Hoe voelt dat? Wat kun je er allemaal mee? Liedje : “met de vingertjes” Extra : Liedje “Visje in het water.” De kinderen mogen met hun handen in een kom water het visje spelen en manipuleren het water door spetteren etc. Boek :” Hoofd, schouders, knie en teen” van J. Hindley en B. Granstrom, een boek over het ontdekken van je lichaam vol bewegingsspelletjes
De kinderen ervaren hoe verschillende materialen aanvoelen De kinderen hebben plezier in het ontdekken en manipuleren van materialen De kinderen leren het verschil tussen hard en zacht/ koud en warm/ nat en droog De kinderen hebben plezier in bewegen en het ontdekken van hun lichaam
Woorden :
De vingers Voelen Het ijsklontje Warm Koud Hard Zacht Nat Droog Smelten