Lestip 'Voel je wat ik voel?' Over het boek Blozende wangen, ruziënde ouders, scherven van vriendschap en snippers van geluk, ze komen allemaal aan bod in deze bundel. Hij bevat meer dan 150 gedichten over gevoelens en is kleurrijk geïllustreerd door twaalf verschillende tekenaars. Auteur(s) Jan van Coillie, Kristien Aertssen (illustrator) Uitgeverij Davidsfonds/Infodok / 2009 Aantal pagina's 191 p. ISBN 9789059082960 Genre Poëzie Doelgroep 4de leerjaar, 5de leerjaar Trefwoorden poëzie, emoties
Aan de slag Opmerking vooraf Lees het woord vooraf op pagina 11 en 12 voor je aan de slag gaat met Voel je wat ik voel? Het geeft je inzicht in de structuur en de inhoud van de gedichtenbundel.
Aanzet Een kind een kind een boek een boek een kind ze horen bij elkaar hier weet je dat er boeken zijn ze liggen voor je klaar een kind een land een land een kind geen scholen en geen geld
daar kunnen ook geen boeken zijn daar wordt alleen verteld verhalen zijn er overal die horen bij de mens maar boeken – planken, kasten vol dat is voor daar een wens een kind een boek een boek een kind dat geldt voor iedereen je wereld wordt er groter door je kijkt er meer doorheen Nannie Kuiper (uit De Voorleesvogel) Stel het Jeugdboekenweek-thema voor, lees zelf even de inleiding op het thema op www.jeugdboekenweek.be. Hou ook een exemplaar van de Jeugboekenweek-affiche bij de hand. Laat kinderen kort reageren op het thema en de affiche. Daarna lees je bovenstaand gedicht van Nannie Kuiper voor dat het thema Recht op boeken! perfect verwoordt. –Wat voor soort tekst is dit (een gedicht)? Door welke kenmerken weet je dat? –Wat heb je ontdekt in dit gedicht? –Hoe sluit het gedicht aan bij het thema van de Jeugdboekenweek? –Welk gevoel roept het gedicht bij je op? Filosofeer even verder naar aanleiding van het gedicht (over Filosoferen met kinderen lees je meer in de algemene suggesties bij de Jeugdboekenweek): –Hebben kinderen recht op boeken? –Wat is een recht? –Is leren lezen voor kinderen een recht? –Staat dat in het verdrag met de rechten van het kind? –Hebben kinderen boeken nodig? –Wat kunnen boeken betekenen voor kinderen? –Kunnen boeken kinderen helpen? –Welke boeken hebben voor jou iets betekend? Op welke manier? Door het gesprek wordt vast duidelijk dat een boek je troosten en opvrolijken kan, dat een boek je op andere gedachten kan brengen… Misschien kwam ook aan bod dat er niets zaliger is dan in een boek een gevoel te herkennen dat je zelf nooit zo mooi onder woorden kan brengen. En dat is precies waar dichters erg goed in zijn. Stel de gedichtenbundel voor: een verzameling gedichten over gevoelens. Vertel ook iets over de auteurs en de illustratoren.
EINDTERMEN ●
Lager - Nederlands - Spreken 2.5
Verwerkingsactiviteiten
Vooraf Voor deze lestip werd een beperkt aantal gedichten geselecteerd. De bundel bevat natuurlijk veel meer moois. Je kan de kinderen elke dag van de Jeugdboekenweek op een extra gedicht trakteren: een leuk literair tussendoortje. Komt er een herkenbaar gevoel aan bod, mogen ze reageren. Maar gewoon genieten mag ook.
Spiegelgedichten ‘Je gezicht’ van Jan ’t Lam (p. 14) Laat alle kinderen een spiegel(tje) meebrengen. Lees het korte gedicht voor. Wat betekent ‘je eigen bui zien hangen’? Laat de kinderen om beurt een gezicht in de spiegel trekken die ze hoog in de lucht steken. Dat gezicht weerspiegelt hun bui. Klasgenootjes kijken in de spiegel. Wie ziet de bui van de klasgenoot hangen?
‘Ik wou dat ik’ van Hans Hagen (p. 15) Ik wou dat ik is nog een gedicht met een spiegel: –Welk gevoel geeft dit gedicht je? –Hoe voelt ‘de ik’ zich in het gedicht? –Is het gevoel van ‘de ik’ herkenbaar? De kinderen nemen opnieuw hun spiegel. Terwijl ze in de spiegel kijken kunnen ze hun gezicht naschilderen op de spiegel. Ze leggen ook een bepaalde emotie in hun schilderij. Heb je plaats in de klas, dan heb je met alle spiegels op een rij een prachtige spiegeltentoonstelling. Iedereen raadt elkaars emoties. De spiegelgedichten hang je uitvergroot bij de spiegels. Je kan ook mooie gezichten in elektriciteitsdraad laten maken. Leuke voorbeelden daarvan vind je in het knutselboek Max op visite van Ellen Cornelis op pagina 20 (zie: Bibliografie). Opnieuw kunnen de kinderen proberen om een gevoel te laten zien in het gezicht van elektriciteitsdraad. EINDTERMEN ● ●
Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6 Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.2
‘Hier wordt gewaakt (een rap voor reptielen)’ van Colin McNaughton (p. 150) Terwijl je het gedicht leest begin je vanzelf te rappen. Laat de kinderen per twee aan de slag gaan. Rappen ze om de beurt een strofe of vormen ze samen een echt rapgroepje? Ook klassikaal kan je aan het rappen slaan. De meisjes rappen de even strofes, de jongens de oneven strofes. Dit is een leuke opdracht als bewegingstussendoortje. EINDTERMEN ● ●
Lager - Muzische vorming - Muziek 2.2 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8
Diverse gedichten over verliefdheid (p. 102 – 114) Van pagina 102 tot pagina 114 staan heerlijke gedichten in verband met verliefdheid. Laat de kinderen hun favoriete gedicht kiezen om voor te dragen. De kinderen die hetzelfde gedicht hebben gekozen kunnen samen gaan zitten om voor te bereiden. Vraag aan de kinderen waarop je moet letten bij het voordragen van een gedicht. Breng hun ideeën op het bord en zorg voor een samenvatting. Tijdens hun voorbereiding kunnen ze dan altijd terugvallen op die samenvatting. De stemming van het gedicht bepaalt het tempo. Zijn er klemtonen die ze moeten leggen? De kinderen moeten vermijden dat het gedicht wordt afgedreund. Je kan klemtonen leggen door harder, stiller, sneller of trager te spreken. Ook pauzes kunnen ervoor zorgen dat het aangenamer wordt om naar het gedicht te luisteren. Kan het gedicht door verschillende personen gelezen worden of laat het beter door één persoon voordragen?
Wat vinden kinderen van dit soort gedichten? Hier kan je ook stil staan bij de individuele beleving. Lenen deze gedichten zich tot voorlezen of zijn ze eerder bedoeld om zelf in stilte te lezen? EINDTERMEN ● ●
Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (taalsysteem) 6.5 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8
Verschillende stijlen De gedichten werden geïllustreerd door het kruim van de Vlaamse – en enkele Nederlandse – illustratoren. Als je door de bundel bladert, merk je dat elke illustrator zijn eigen stijl heeft. Kies er enkele illustratoren uit en kopieer van elk een aantal prenten. Herkennen de kinderen de verschillende stijlen en kunnen ze de prenten samen brengen per illustrator? In het mooie boek Buiten de lijntjes gekleurd vind je extra achtergrondinformatie over het werk van heel wat Vlaamse illustratoren. EINDTERMEN ● ●
Lager - Muzische vorming - Beeld 1.1 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.2
En verder Kinderrechten in poëzie Laat de rechten van het kind koppelen aan de verschillende gedichten. Als je door de bundel bladert, vind je bij elk recht wel een passend gedicht. Enkele voorbeelden: –Een geheim plekje op pagina 36 en Eiland op pagina 37 illustreren heel mooi dat elk kind recht heeft op een privéleven. –Ziekenhuis op pagina 41 toont het recht op een aangepaste verzorging bij ziekte of handicap. –Adv. op pagina 61 en het gedicht zonder titel op pagina 181 wijzen op het recht op veiligheid en bescherming. –De gepeste op pagina 86 en Frekie op pagina 98 illustreren het recht op gelijke behandeling. Je kan op twee manieren werken. Of je biedt hen een grote selectie gedichten aan waaruit ze er eentje kiezen en waaraan ze vervolgens een kinderrecht koppelen. Of ze krijgen een lijst met kinderrechten waaruit ze eentje kiezen en waarbij ze een gedicht zoeken. Voorzie naast Voel je wat ik voel? ook andere dichtbundels (zie: Bibliografie). Ze mogen ook zelf hun favoriete dichtbundel meebrengen. Wie wil mag ook zelf een gedicht verzinnen bij een kinderrecht naar keuze (bijv. een haiku of een elf, zie: ‘Tweede, derde leerjaar’ – ‘Lestip 3 – De Zomerzot’ en ‘Lestip 4 – In een land hier ver vandaan...’). Je vindt ook info in handleidingen of websites rond poëzie-onderwijs (voor enkele suggesties, zie: Bibliografie). Laat de kinderen van de gedichten met bijbehorende kinderrechten affiches maken die ze illustreren. Inspiratie genoeg in Voel je wat ik voel? Alle affiches hang je uit in de gang. Samen vormen ze een prachtige kinderrechtententoonstelling. Zorg voor een plechtige opening met een fijne receptie. Met hun affiche kunnen ze ook deelnemen aan de Poem Express (een internationaal kunst- en poëzieproject, voor meer info, zie: www.boekie-boekie.nl). Je kan ook een poëzievoordracht rond kinderrechten houden. De kinderen dragen hun favoriete gedichten voor. Ze geven ook kort uitleg over het bijbehorende kinderrecht. Je kan ouders of andere klasen uitnodigen. EINDTERMEN ●
Lager - Wereldoriëntatie - Maatschappij (politieke en juridische verschijnselen) 4.13
Bibliografie
Boeken Buiten de lijntjes gekleurd: uitgelezen Vlaamse illustratoren in de kijker / Marita Vermeulen. Lannoo, 2006 De Voorleesvogel / Bibliotheek Rotterdam (digitale versie op: http://www.bibliotheekdenhaag.nl/asp/com/voorleesvogel/download/Volwasseneneducatie%20Lesmateriaal%20cu rsisten.pdf) Vrij: de rechten van de mens voor alle kinderen / John Burningham e.a. (ill.). Lemniscaat, 2008 Dichtbundels Altijd heb ik wat te vieren / André Sollie. Querido, 2008 Fluit zoals je bent / Edward van de Vendel (comp.) en Carll Cneut (ill.). De Eenhoorn, 2009 Lampje voor de nacht / Theo Olthuis en Alice Hoogstad (ill.). Holland, 2005 Twee ons liefde / Ted van Lieshout. Leopold, 2008 Boeken over poëzie Het huis lijkt wel een schip: handleiding voor het poëzieonderwijs op de basisschool / Jacques Vos. hb, 2004 Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken / Jan van Coillie. Davidsfonds/Infodok, 2007 Websites over poëzie http://www.boekie-boekie.nl http://www.doemaardichtmaar.nl http://www.gedichtendag.org http://www.jeugdenpoezie.be http://www.skep.nl