Natuurmuseum Nijmegen en omstreken
Binnen kijken = Buiten zien Beleidsplan 2011 - 2015
Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding De Collectie Presentatie: Tentoonstellingen en Educatie Documentatie en NME-uitleenservice Bedrijfsvoering (P&O, PR, Huisvesting) Financieel beleid Organisatie en Medewerkers Uitvoering beleid
Nijmegen, juli 2010
p. 2 p. 3 p. 6 p. 10 p. 12 p. 14 p. 17 p. 19
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
1. Inleiding Het Natuurmuseum Nijmegen en omstreken is nog steeds het jongste natuurmuseum van Nederland. In mei 2010 bestond het ‘pas’ dertig jaar terwijl de meeste andere natuurmusea uit de eerste helft van de vorige eeuw stammen. Dat neemt niet weg dat het Nijmeegse Natuurmuseum een vaste plek heeft veroverd bij het onderwijs, ouders met kinderen en natuurliefhebbers. Het Natuurmuseum behoort al jaren tot de middelgrote musea en krijgt veel waardering van publiek en vakbroeders. Enthousiasme voor de ons omringende natuur, veel creativiteit en een brede deskundigheid binnen het team van medewerkers en vrijwilligers vormen de belangrijkste pijlers van het Natuurmuseum. Zowel bij het beheer van de collectie als in het educatieve werk toont het Natuurmuseum zich graag een actieve en betrokken instelling. Dankzij deze gretigheid is het museumaanbod uitgegroeid tot meerdere vaste, tijdelijke en zelfs door heel Nederland reizende tentoonstellingen, een informatiecentrum voor natuur en landschap in het rivierengebied, een omvangrijk excursie- en activiteitenprogramma, een apart gebouw voor het beheer van de museumverzameling en een compleet uitleenbedrijf voor educatieve middelen. Het plan ‘Binnen kijken = Buiten zien’ beschrijft het museumbeleid voor de periode 2011 – 2015. De titel geeft aan dat het Natuurmuseum de museumbezoeker enthousiast wil maken voor de prachtige natuur in onze regio en het publiek zo wil stimuleren om er zelf op uit te trekken en de natuur (nog) meer te gaan waarderen. Dat geldt zowel voor de natuur binnen de stadsgrenzen als voor schitterende natuur en landschappen van het Gelderse rivieren- en stuwwallengebied. We merken dagelijks dat voorlichting en educatie over natuur en landschap veel mensen plezier en ontspanning biedt en dat het Natuurmuseum daarin een belangrijke functie vervult. Tevens draagt het Natuurmuseum bij aan het positieve imago van Nijmegen bij recreanten en toeristen, aan citybranding en aan invulling van het 'museumkwartier'. Dit beleidsplan is dan ook bedoeld voor iedereen die op een of andere wijze betrokken is bij het reilen en zeilen van het Natuurmuseum. Als organisatie willen we daarmee openheid en transparantie bieden, geheel in de traditie van de Code voor Cultural Governance die in 2010 ook als richtlijn in onze statuten is opgenomen.
Juli 2010,
Joop Tettero, voorzitter
Gerard Mangnus, directeur
2
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
2. De Collectie Hoewel het Natuurmuseum Nijmegen bij het grote publiek vooral waardering krijgt voor de vele, vaak originele en educatieve publieksactiviteiten, ligt de basis van het museumwerk toch bij de collectie. Als regionaal museum dat tevens een bezoekerscentrumfunctie voor het Gelderse rivierengebied vervult, richt het verzamelbeleid zich op objecten die een relatie hebben met onze regio. Collectiebeheer en publiekstaken sluiten daardoor beter bij elkaar aan. De komende beleidsperiode wil het Natuurmuseum vaker ‘open-depot’-dagen , workshops en excursies organiseren om zo het belang van natuurhistorisch collectiebeheer beter voor het voetlicht te krijgen.
-collectie Natuurmuseum = afspiegeling biodiversiteit in de regioDe collectie van het Natuurmuseum omvat ± 57.500 natuurhistorische objecten. Het accent ligt bij dieren, planten en gesteenten afkomstig zijn uit de eigen regio. Tot de ‘eigen regio’ rekent het Natuurmuseum de provincie Gelderland, met name het rivierengebied van Midden-Gelderland, en de Gelderse Poort met het aangrenzende stuwwallengebied. Deze regio ligt grotendeels in de provincie Gelderland maar de kenmerkende landschappen strekken zich in het zuiden uit tot in Noord-Limburg en Noord-Oost Brabant en in het oosten tot in Duitsland.
-ontheffing art. 75 Flora- en FaunawetDe collectie van het Natuurmuseum bestaat voor een groot deel uit dieren en planten die in de Flora- en Faunawet als beschermde soorten zijn aangewezen. Het museum heeft een ontheffing voor de verbodsbepalingen in artikel 75 van de Flora- en Faunawet met betrekking tot het bezit en vervoer van beschermde soorten. De huidige ontheffing is verleend voor de periode van 31 mei 2010 t/m 30 mei 2015. Met de Nijmeegse politie zijn in 2009 nadere afspraken gemaakt voor het in ontvangst nemen van dode dieren en afdhandeling van daarbij behorende ‘vervoersvergunningen’. Met preparateur Herman Huilmand zijn afspraken gemaakt over verwerving, registratie en preparatie van nieuwe aanwinsten volgens de normen van het Ministerie van LNV.
-aansluiting bij Natuurhistorische Collectie NederlandDe verzameling van het Natuurmuseum is onderdeel van de Natuurhistorische Collectie Nederland zoals die in 1998 in het rapport “Verzamelde natuur” voor het eerst is beschreven. In 2011 veschijnt een actuele editie van dit rapport. Sinds 2008 participeert het Natuurmuseum in de Stichting Natuurhistorische Collecties Nederland. Bij deze stichting zijn de tien grootste natuurhistorische musea van ons land aangesloten. In 2009 is gestart met het project Digitale Natuurhistorische
3
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Collectie Nederland met het doel de collecties van alle instellingen via internetfaciliteit te kunnen ontsluiten. Het is de verwachting dat deze internetfaciliteit in 2011 operationeel wordt. De bestanden worden dan meteen ook gekoppeld aan het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit dat in 2010 is opgericht.
-aansluiting bij natuuronderzoekHet Natuurmuseum werkt al jaren nauw samen met natuurorganisaties als KNNV, SOVON, FLORON, RAVON, EIS, NGV, VWG en NEV. Sinds 2010 zijn de meeste van deze ‘gegevensleverende organisaties’ ondergebracht in het Natuurplaza bij de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2010 organiseerde het Natuurmuseum een werksessie met een aantal van deze organisaties om hun expertise zo meer te betrekken bij de verdere ontwikkeling van onze museale en educatieve taken.
-geregistreerd museumHet Natuurmuseum Nijmegen is sinds 2000 aangesloten bij de Stichting Nederlands Museumregister. Deze stichting is een intiatief van de Nederlandse Museumvereniging en het Landelijk Contact Museumconsulenten. Doel is de kwaliteit en de professionaliteit van musea te bewaken en het merk ‘museum’ een duidelijke inhoud te geven. Inmiddels is voor veel overheden de erkenning als geregistreerd museum voorwaarde voor subsidieverlening. In 2005 vond een eerste herijking plaats en het Natuurmuseum mag zich nog tot 7 december 2010 “Geregistreerd Museum” noemen. Eind 2010 vindt opnieuw herijking plaats.
-wetenschappelijke waarde van de collectieDe collectie van het Natuurmuseum omvat verschillende bijzondere aanwinsten die zijn beschreven in wetenschappelijke publicaties. Soms krijgen deze objecten ook veel aandacht van publieke media. Dankzij een toenemende ‘regionaliteit’ geeft de collectie inmiddels een goed beeld van de biodiversiteit in de regio en is het een kenniscentrum dat regelmatig om advies wordt gevraagd.
-digitalisering en collectieregistratieIn het kader van de landelijke subsidieregeling ‘Digitaliseren met beleid’ is in 2008 het Informatieplan Natuurmuseum Nijmegen opgesteld. Het Natuurmuseum heeft daarmee in kaart gebracht hoe automatisering en informatietechnologie worden toegepast en wat daaraan nog kan verbeteren. Een belangrijk knelpunt bleek de achterstand in digitale collectieregistratie. Inmiddels is op tijdelijke basis (2009-2011) een registrator aangesteld om zo opgelopen achterstanden weg te werken.
4
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Beleid 2006-2010 voor de Afdeling Collectiebeheer:
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: het proces van selectie en afstoting versnellen zodat de ‘regionaliteit’ van de collectie verder kan toenemen; - de wetenschappelijke waarde van de collectie beter in beeld brengen; - de collectie zodanig digitaal ontsluiten dat alle gevraagde gegevens m.b.t. de collectie digitaal geleverd kunnen worden; - de kwaliteit van het collectiebeheer aanpassen aan richtlijnen en kwaliteitsnormen van de Nederlandse Museumvereniging en het Instituut Collectie Nederland.”
Evaluatie Streefgetallen beleidsperiode 2006-2010 (t/m mei 2010): behoud & beheer van 50.000 objecten =>resultaat: 57.500 objecten (zoölogie, botanie en geologie) ‘ontzamelen’ van objecten die niet in beleid passen =>resultaat: 12.000 objecten verwijderd (niet regionaal/slechte kwaliteit: 2.500 gesteenten, 6.000 vlinders, 3.500 schelpen) 100% geregistreerd in digitale database => resultaat: 70% gedigitaliseerd 50% van objecten digitaal gefotografeerd => resultaat: 3.000 objectfoto’s (5%) collectiedatabase toegankelijk via internet =>resultaat: beperkte selectie is toegankelijk via www.natuurmuseum.nl; het herbarium ook via Global Biodiversity Information Facility (GBIF) en Index Herbariorum New York Botanical Garden
Evaluatie beleid 2006-2010 voor de Afdeling Collectiebeheer: - de versterking van de ‘regionaliteit’ van de collectie verloopt geheel volgens plan - publicaties en vermeldingen van nieuwe aanwinsten in de media zijn duidelijk toegenomen (o.a. ‘Limos-zwijn’ en ‘otter vam Doesburg’) - door verbouwing van het depot 3e Walstraat is de opslag van de collectie verbeterd; - klimaatbeheersing in het depot is nog niet optimeel en het museumpand wacht nog op een ingrijpende vernieuwing van de klimaatinstallatie. Voor het depot zijn nog een aantal kleine ingrepen gepland die we in eigen beheer kunnen uitvoeren. Voor het museumpand is in samenspraak met de Afdeling Vastgoed van de gemeente Nijmegen een klimaatplan opgesteld dat via een huuropslag gefinancierd zou worden. De gemeente geeft echter (nog?) geen toestemming voor de uitvoering van dit plan. (Investeringskosten: € 46.000,-; voorgestelde huuropslag: € 4.000,- per jaar.) (NB: Uitvoering van dit plan biedt tevens een oplossing voor problemen met het klimaat in de werk- en publieksruimtes dat nu niet aan Arbo-normen voldoet.) - digitale ontsluiting van de collectie verloopt minder snel dan gehoopt. Door de tijdelijke aanstelling van een ‘registrator’ (2009/2011) hopen we de achterstand in te halen. (NB: om dit te kunnen financieren is de vacature conservator/beheerder tijdelijk niet ingevuld.)
5
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Beleidsvoornemens 2011-2015 voor de Afdeling Collectiebeheer: - voortzetting van het beleid uit de periode 2006 – 2010 voor zover dit nog niet is gerealiseerd - aanvragen eigen prepareervergunning ingevolge art. 62, lid 1 Flora- en Faunawet zodat zelf kan beslissen over het al dan niet opzetten van dode dieren. Het Natuurmuseum wil het bezit van een prepareervergunning koppelen aan de in 2011 aan te stellen ‘collectiebeheerder’. - de Ethische Code nadrukkelijker hanteren bij het collectiebeheer. Dit is ook van belang omdat enkele (vrijwillige) medewerkers ook zelf collecties bezitten of werkzaam zijn op terreinen die overlappen met de werkzaamheden die ze voor het Natuurmuseum verrichten. - zichtbaarheid van de museale functie en het collectiebeheer vergroten
Streefgetallen beleidsperiode 2011-2015: behoud & beheer van 60.000 objecten 100% geregistreerd in geautomatiseerde database 50% van alle objecten digitaal gefotografeerd volledige collectiedatabase selectief toegankelijk via www.natuurmuseum.nl
6
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
3. Presentatie (Exposities & Educatie) Natuurhistorische musea spelen van oudsher een belangrijke rol bij het verstrekken van informatie over natuur en landschap. Het zijn van oudsher ook ontmoetingsplaatsen van betrokken burgers die op een of andere wijze actief zijn bij de bestudering of de bescherming van de natuur. De laatste decennia gaat dit gepaard met een groeiend besef dat we de resterende natuur en biodiversiteit moeten koesteren, zowel binnen als buiten de museummuren. Daarom is het belangrijk een breed maatschappelijk draagvlak te hebben voor de inspanningen die daarvoor nodig zijn. Natuurmusea spelen een belangrijke rol in het creëren en behouden van dit maatschappelijke draagvlak. In de afgelopen jaren heeft het Natuurmuseum zich daarbij vooral op de jeugd gericht. Nu er een steeds duidelijkere focus op natuur en landschap in het Gelderse rivierengebied is, ligt het voor de hand ook arrangementen voor andere doelgroepen te ontwikkelen en daarmee ook aanvullende inkomsten te genereren.
-natuureducatie voor jong en oudHet Natuurmuseum wil zijn bezoekers enthousiast maken voor natuur en landschap, zowel voor de prachtige natuur in onze regio als ook voor de natuur in eigen achtertuin. Deze doelstelling is ook in dit beleidsplan het belangrijkste uitgangspunt bij het programmeren van activiteiten en de verdere ontwikkeling van ons eductieve aanbod. De jeugd, zowel via het onderwijs als buitenschools, blijft een belangrijke doelgroep maar via gerichte tentoonstellingen, excursies en arrangementen richten we ons ook op andere doelgroepen zoals senioren en recreanten/toeristen van de Gelderse Poort.
Groepsbezoek in 2009: basisonderwijs VO/HBO/WO buitenschools/excursies/evenementen speciale activiteiten/arrangementen Totaal 2009:
Nijmegen: 136 3 30 50 ------ + 219 (69%)
regio: 84 -13 ------- + 97 (31%)
totaal : 220 (69%) 3 ( 1%) 43 (14%) 50 (16%) --------------- + 316 (100%)
(Bron: Jaarverslag 2009)
7
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Bezoekersaantallen 1980-2009
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
1983
1982
1981
1980
(Bron: Jaarverslag 2009)
-kennis- en informatiecentrum Gelderse Poort‘Wie binnen kijkt, ziet buiten meer’, zo luidt de slogan van de Kring van Gelderse Bezoekerscentra waar het Natuurmuseum ook toe behoort. De titel van dit beleidsplan is eraan ontleend. Het is niet alleen een statement dat de inrichting en het aanbod van het Natuurmuseum stuurt, het is ook een oproep aan onze bezoekers om erop uit te trekken en zelf te gaan genieten van de natuur en prachtige landschappen in onze regio.
-veldles StadswaardIn 2008 is het Natuurmuseum gestart met het project ‘Struinen door de stadwaard’. In nauwe samenwerking met terreinbeheerder Staatsbosbeheer laten we leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs kennis maken met het natuurontwikkelingsproject dat in de Stadswaard gestalte krijgt. Het VSBfonds, de provincie Gelderland en Staatsbosbeheer steunen dit project met een startsubsidie voor 3 jaar.
-lekker buitenOnder de titel ‘Lekker Buiten!’ heeft het Natuurmuseum samen met beeldend kunstenaar Marieke Droesen in 2010 een nieuw struinarrangement ontwikkeld.
8
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
De deelnemers trekken erop uit en maken met natuurlijke materialen een kunstwerk in de vrije natuur. Het arrangement kan op verschillende locaties rondom Nijmegen worden uitgevoerd. Het museum onderzoekt nog mogelijkheden om samen met verschillende excursiebureau’s meer arrangementen te ontwikkelen.
-ontdekkingstochtenDe maandelijkse ‘Ontdekkingstochten’ voor kinderen van 8 –12 jaar (in samenwerking met IVN-Nijmegen) blijven een succes. Na enkele jaren van een licht afnemende belangstelling is het deelnemersaantal in 2009 weer gestegen. De inspanning van het museum blijft in dit project beperkt tot ondersteuning bij de organisatie en bij de publiekswerving.
-Handel en WandelHet project ‘Handel & Wandel’ is een stadswandeling langs nog aanwezige sporen van de koloniale tijd. Met dit project bereikt het museum jaarlijks ca. 400 leerlingen uit het middelbaar onderwijs. Dit project wordt georganiseerd in samenwerking met het COSGelderland. De wandelingen worden begeleid door gidsen van het Gilde.
-centrumfunctieDe KNNV-Nijmegen heeft in het museum werkavonden voor de insectenwerkgroep en de plantenwerkgroep. Ook zijn er regelmatig vergaderingen, lezingen of cursussen van o.a. KNNV, NGV/GEA en de Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort. Het museum fungeert als postadres voor de Vogelwerkgroep Rijk van Nijmegen. Het museum organiseert samen met deze ‘huisgenoten’ regelmatig bijzondere publieksactivitieiten en excursies.
-reizende tentoonstellingenHet Natuurmuseum Nijmegen heeft in de loop der jaren een grote expertise ontwikkeld wat betreft de organisatie van educatieve activiteiten, zowel voor de eigen instelling als voor andere instellingen. De dienstverlening aan andere instellingen varieert daarbij van de uitleen van enkele losse objecten tot de distributie van reizende tentoonstellingen. De reizende tentoonstellingen zijn erg gewaardeerd bij natuurmusea, bezoekerscentra en milieueducatieve centra in heel Nederland. Er zijn zelfs al enkele malen tentoonstellingen geplaatst in Duitsland en in België.
9
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
-internet: www.natuurmuseum.nl De ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologie hebben niet alleen gevolgen voor registratie en presentatie van museumcollecties. Ook de mogelijkheden voor publiekswerving voor exposities en activiteiten zijn ongekend. Dat geldt ook voor de uitwisseling van collectiegegevens. De nieuwste ontwikkeling is het interactieve gebruik van websites in de vorm van data-uitwisseling, downloaden van lesmateriaal, virtueel museumbezoek en uitwisseling met PDA’s en ‘smartphones’. In 2010 is besloten tot vervanging van het ICT-netwerk en het beheer van de centrale server van dit nieuwe systeem uit te besteden aan een professioneel bedrijf (Masc ICT, Nijmegen). Dit nieuwe netwerk wordt in 2010 en 2011 gerealiseerd. Alle locaties en alle werkstations van het museum zijn dan met elkaar verbonden zodat dan goede voorwaarden zijn geschapen voor verdere ontwikkeling van de digitale informatie- en communicatiestructuur van het Natuurmuseum. In juli 2010 is ook een nieuwe website in gebruik genomen, gebaseerd op een opensource CMS-systeem. Deze website is ontwikkeld door een stagiaire van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Daarbij is ook rekening gehouden met het gebruik van social media. In de komende jaren zal het Natuurmuseum deze nieuwe mogelijkheden op ICT-gebied verder moeten verkennen en inzetten in de communicatie met de verschillende doelgroepen.
Prestaties www.natuurmuseum.nl unieke bezoekers aantal bezoeken aantal pagina’s (pageviews) aantal hits bytes
2009: 44.251 57.196 515.735 1.069.632 21,40 GB
2008: 43.391 54.339 453.900 939.353 18,14 GB
(Bron: Jaarverslag 2009)
Beleid 2006-2010 voor de Afdeling Presentatie (exposities en educatieve activiteiten):
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: - informatieverstrekking aan en begeleiding van bezoekers van de Gelderse Poort continueren en afstemmen op ontwikkelingen in de Ooyse Schependom; - (kostendekkende) groepsarrangementen ontwikkelen voor doelgroepen die nu nog te weinig het museum bezoeken;
10
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
-
de functie als kennis- en informatiecentrum Gelderse Poort versterken; website actueel houden en mogelijkheden voor een e-mail-nieuwsbrief onderzoeken; aanwezige expertise niet alleen via reizende tentoonstellingen maar ook via andere projecten tot uiting te brengen; educatieve activiteiten afstemmen op beschikbare capaciteit.”
Evaluatie streefgetallen beleidsperiode 2006-2010 (t/m 2009): 20.000 bezoekers per jaar => resultaat: gemiddeld 19.722 bezoekers 350 groepen => resultaat: gemiddeld 432 groepen (2007/2008 incl.BSO Struin)
Evaluatie beleid 2006-2010 voor de Afdeling Presentatie: - de functie als kennis- en informatiecentrum Gelderse Poort is dankzij projecten als ‘Struinen door de stadswaard’, ‘Lekker Buiten!’ en ganzenexcursies duidelijk in beeld gebracht. Dit leidde ook tot meer samenwerking met partijen als Staatsbosbeheer, de Kring van Gelderse Bezoekerscentra en recreatie-ondernemers in het gebied; - het museum anticipeert met haar programma op de realisatie van een nieuw ‘Natuurcentrum Rivieren’ op de grens van stad en Ooijpoler; - de ontwikkeling van groepsarrangementen is vooralsnog beperkt gebleven tot enkele incidentele ontvangsten in het museum in combinatie met een excursie in de Gelderse Poort; - na jaren van snelle groei van het aantal websitebezoekers blijft het websitebezoek op gelijk niveau. Het bijhouden en vernieuwen van de website vraagt een investering in tijd en middelen die het museum niet beschikbaar heeft. In 2010 wordt de website vernieuwd door een stagiaire van Hogeschool Arnhem Nijmegen. - tot nu toe heeft de krimpende personeelsformatie nog niet geleid tot afname van het aantal activiteiten. Het wordt echter wel steeds moeilijker het groepsbezoek de gewenste deskundige ontvangst te bieden; - de belangstelling van groepen uit de bovenbouw basisonderwijs neemt af; tijdelijke tentoonstellingen met een educatief programma voor de leeftijdscategorie 4-8 jaar blijven populair.
Beleidsvoornemens 2011-2015 voor de Afdeling Presentatie: - ontwikkeling van een educatief aanbod voor natuur en landschap in onze regio voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs zodat de band met deze doelgroep weer wordt hersteld; - omschakeling van het marketingbeleid van traditionele media naar e-marketing;
11
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
-
toepassing van nieuwe media en ICT-technieken in het publiekswerk van het museum; ontwikkeling van groepsarrangementen in samenwerking met ondernemers in het Gelderse rivierengebied; samenwerking met vrijwilligersorganisaties op het gebied van natuuronderzoek en natuureducatie.
Streefgetallen beleidsperiode 2011-2015: 20.000 bezoekers per jaar 350 groepen boekingen voor excursies en groepsbezoeken 95% via website/online 50.000 unieke bezoekers per jaar op website www.natuurmuseum.nl
12
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
4. Documentatiecentrum & NME-uitleenservice Het Natuurmuseum Nijmegen is sinds de opening in 1980 sterk gericht op het toegankelijk maken van de collectie voor educatieve doeleinden, vooral ook voor het natuuronderwijs. Dat werd nog sterker toen alle lesmaterialen van de voormalige schoolbiologe aan het Natuurmuseum werden overgedragen. Inmiddels is de Afdeling Documentatie uitgegroeitd tot een uitgebreide uitleenservice voor educatie op het gebied van natuur, milieu en landschap.
-uitgebreide service natuur- en milieueducatieSinds 1993 kreeg het documentatiecentrum van de gemeente Nijmegen een centrale rol in beheer en distributie van NME-materialen voor het basisonderwijs. Bij de ondersteuning van het basisonderwijs werkt het museum nauw samen met het Nijmeegs Milieu Educatie Centrum (MEC). Het museum is ook aangesloten bij het de in 2009 opgerichte Vereniging Netwerk van Gelderse NME-centra. Met deze organsaties samen wordt jaarlijks een aanbod vastgesteld waar de scholen op in kunnen tekenen. Daarnaast biedt de uitleenservice van het museum ook ondersteuning aan andere organisaties zoals aan de provincie Gelderland bij de distributie van de GPS-leskist voor de Lingewaard.
Uitleen documentatiecentrum NME in 2009: (in aantal weken) leskisten leskoffers lespakketten videobanden/cd-roms overige materialen totaal:
Nijmegen: 1.010 64 110 29 173 -------1.386 (82%)
regio/overige: 227 11 4 64 -------306 (18%)
totaal: 1.237 75 114 29 237 -------1.692 (100%)
(Bron: Jaarverslag 2009)
-capaciteitsgrenzen bereiktIn de afgelopen jaren is regelmatig gesproken over de wenselijkheid om de NMEservice aan scholen van 40% naar 60% van de Nijmeegse basisscholen uit te breiden (o.a. NME-nota ‘Winterklaar’, 2002)). Wegens bezuinigingen is uiteindelijk gekozen voor
13
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
handhaving van NME-diensten voor 40% van de scholen. Omdat de capaciteitsproblemen door bezuinigingen op gesubsidieerde arbeid (ID en WIW) nog verder toenemen, ziet het Natuurmuseum zich genoodzaakt de dienstverlening met circa 30% in te krimpen. Zonder extra middelen is deze maatregel nodig om de kwaliteit en de continuïteit van de aangeboden NME-diensten te kunnen garanderen.
-kwaliteitslagSinds 1993 ontvangt het Natuurmuseum van de gemeente subsidie voor de NME-service van het documentatiecentrum. Dit budget is ongewijzigd gebleven. De uitleen aan scholen is sindsdien met circa 400% toegenomen. Deze explosieve groei ging ten koste van onderhoud en vernieuwing van NME-materialen. De kwaliteit van het lesmateriaal is met de huidige menskracht en middelen niet op peil te houden. De gemeente Nijmegen heeft daarom voor de periode 2007 t/m 2009 een projectsubsidie beschikbaar gesteld die voor het Natuurmuseum voorziet in een beperkte vergoeding van de materiaalkosten zodat het tempo van vernieuwing en actualisering beperkt is gebleven.
-regionale dienstverleningDe gemeenten Heumen, Ubbergen en Millingen aan de Rijn besloten in 2004 tot financiële ondersteuning van de NME-service die het Natuurmuseum verzorgt. Deze toezegging gold voor 3 jaar en was onderdeel van een samenwerkingsovereenkomst met het MEC Nijmegen. Deze overeenkomst is inmiddels twee maal met een periode van 3 jaar verlengd. In 2010 echter heeft de gemeente Millingen a/d Rijn om financiële redenen de overeenkomst op moeten zeggen. Inmiddels lopen er ook besprekingen tussen het MEC Nijmegen en de overkoepelende Milieu en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) om voor de gehele regio een NME-service te ontwikkelen. Het is nog niet duidelijk of en hoe het Natuurmuseum daarbij betrokken zal zijn.
Beleid 2006-2010 voor de Afdeling Documentatie:
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: - afstemmen van de dienstverlening van het documentatiecentrum op de beschikbare capaciteit aan menskracht en middelen (ca. 30% krimp); - de kwaliteit van het NME-aanbod weer op peil te brengen. Daartoe zal de overheid verzocht worden de benodigde middelen beschikbaar te stellen.”
Evaluatie streefgetallen beleidsperiode 2006-2010 (t/m 2009): NME-lesmiddelenservice: 1.300 uitleenweken/jaar => resultaat: 1.683 uitleenweken/jaar 113 materiaalpakketten per jaar => resultaat: 256 pakketten/jaar uitleen natuurhistorische objecten: 199/jaar => resultaat: 255 objecten/jaar
14
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Evaluatie beleid 2006-2010 voor de Afdeling Documentatie: - dankzij de inzet van tijdelijke Werkervaringsbanen (WEB) en later ook ‘Participatibanen’ kon de dienstverlening aan het basisonderwijs op gelijk niveau blijven; - de kwaliteit van het NME-aanbod is wel afgenomen door onvoldoende budget en menskracht voor vernieuwing van het aanbod; - binnen het project ‘kwaliteitsslag NME-aanbod’ (gesubsidieerd door gemeene Nijmegen) was voor het Natuurmuseum onvoldoende budget gereserveerd zodat de ‘kwaliteitsslag’ helaas beperkt is gebleven; - de noodzakelijke digitalisering van het aanbod en de service is weliswaar in gang gezet maar het ontbrak aan voldoende menskracht om dit op een afdoende niveau te brengen.
Beleidsvoornemens 2011-2015 voor de Afdeling Documentatie: - herstructureren NME-uitleenservice met focus op lesmiddelen die zich richten op natuur en landschap in de regio - aftemming lesmiddelen op andere educatieve activiteiten in het Natuurmuseum (o.a. veldles ‘Struinen door de Stadswaard’, nog te onwikkelen museumles ‘Ice Age’ over pleistocene vondsten in het rivierengebied) - optimaliseren van NME-service via internet (en dus afname aantal fysieke handelingen met lesmaterialen) - ontwikkelen aanbod voor digiborden - herstellen evenwicht tussen omvang dienstverlening en beschikbare menskracht
Streefgetallen beleidsperiode 2011-2015: uitleen NME-lesmateriaal: 1.000 uitleenweken per jaar 150 materiaalpakketten per jaar uitleen natuurhistorische objecten: 250 objecten/jaar
15
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
5. Het museum als bedrijf Het Natuurmuseum Nijmegen is een complex bedrijf. Het museum opereert op het grensvlak van de beleidsterreinen ‘natuur’ en ‘cultuur’. De publiektaken omvatten zowel natuuronderwijs en voorlichting als ook meer recreatief entertainment. Achter de schermen heeft het museum te maken met maar liefst 4 verschillende regelingen voor arbeidsvoorwaarden, een reeks subsidieverleners met allemaal eigen procedures, een veelvoud aan vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor de exploitatie van een museumpand, etc., etc. Wie een tijdje meedraait in een museumbedrijf, komt al snel tot de ontdekking dat musea veelzijdige bedrijven zijn die vragen om een professionele, efficiënte bedrijfsvoering.
-afdeling bedrijfsvoeringAlle taken die niet rechtstreeks met collectiebeheer of met de organisatie en uitvoering van publiekstaken hebben te maken, zijn ondergebracht bij de Afdeling Bedrijfsvoering. Deze afdeling is verantwoordelijk voor alle ondersteunende taken zoals het beheer van de gebouwen en installaties, de museumwinkel, de museumbalie, personele zaken, de administratie, het computernetwerk, het beheer van de website en de algemene promotie van het Natuurmuseum.
-huisvesting museum en collectieZowel in het collectiebeheer als bij de uitvoering van de verschillende publiekstaken stagneerden ontwikkelingen door gebrek aan ruimte. In de periode 2006 - 2010 is daarom extra opslag- en atelierruimte gehuurd (ca. 90 m2) zodat in de dependance aan de 3e Walstraat ruimte kwam voor ruimtelijke scheiding van beheersfuncties en het creëren van een afgesloten, hoogwaardige depotruimte. Ook is gewerkt aan een betere klimaatbeheersing in depot-, kantoor- en publieksruimtes. Deze voldoet echter nog steeds niet aan geldende normen. Dat geldt zowel voor de richtlijnen van het Instituut Collectiebeheer Nederland voor een verantwoord beheer van natuurhistorische objecten, als voor de normen op het gebied van arbeidsomstandigheden en voor ruimtes waar publiek wordt ontvangen. In 2009/2010 is een verbeterplan opgesteld maar vooralsnog ontbreken financiering en toestemming van de pandeigenaar (gemeente Nijmegen).
-ICT/automatiseringOntwikkeling en onderhoud van het ICT-netwerk komen geheel voor rekening van de systeembeheerder die is aangesteld in het kader van de ID-regeling. Dat geldt ook voor ontwikkeling, onderhoud en innovaties van de website. Het Natuurmuseum wordt steeds meer geconfronteerd met de beperkingen van deze constructie. In 2010 is aan een
16
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
extern ICT-bedrijf opdracht gegeven om te onderzoeken hoe en tegen welke kosten een professioneel ICT-netwerk te realiseren is.
-RI&E en Veilgheidsnetwerk Gelders ErfgoedIn de beleidsperiode 2006 – 2010 is de verplichte Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) geactualiseerd. Het Plan van Aanpak voor het oplossen van nog geconstateerde knelpunten is met de Arbo-dienst besproken en de meeste urgente knelpunten zijn inmiddels opgelost. Ook het aantal BHV-ers is inmiddels op het aanbevolen niveau. Sinds 2008 is het Natuurmuseum Nijmegen ook aangesloten bij het Veiligheidsnetwerk Gelders Erfgoed waarbij verschillende collega-instellingen zijn aangesloten.
-Natuurcentrum RivierenIn juli 2005 besloot de Nijmeegse gemeenteraad tot het laten verrichten van een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijke verhuizing van het Natuurmuseum naar de Ooyse Schependom (“Plan Ooypoort”). Onder leiding van de gemeente Nijmegen is inmiddels een stuurgroep actief die zich inzet voor realisatie van een nieuw ‘Natuurcentrum Rvivieren’ op de grens van stad en Ooijpolder. In de stuurgroep zijn naast het Natuurmuseum ook Staatsbosbeheer, MEC Nijmegen en IVN-Nijmegen vertegenwoordigd.
-samenwerkingHet beleid van het Natuurmuseum is erop gericht zoveel mogelijk activiteiten samen met collega-instellingen te realiseren en om optimaal gebruik te maken van de ondersteuningsmogelijkheden van branche-organisaties en samenwerkingsverbanden.
Beleid 2006-2010 voor de Afdeling Bedrijfsvoering:
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: - (gebouw) renovatie collectiedepot + klimaatbeheersing in museum - (gebouw) oplossing ruimtegebrek/onderzoek Plan Ooypoort - (marketing & PR) promotie Natuurmuseum via arrangementen.” Evaluatie beleid 2006-2010 voor de Afdeling Bedrijfsvoering: - extra depotruimte in Gorterplaats 34A (ca. 90 m2); - depot 3e Walstraat in eigen beheer geheel gerenoveerd - klimaatbeheersingsplan voor museumpand opgesteld - e-marketingplan opgesteld - opdracht verleend aan Mask-ICT voor quick-scan van museumnetwerk - vernieuwing website geïnitieerd via stage-opdracht bij HAN
17
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Beleidoornemens 2011-2015 voor de Afdeling Bedrijfsvoering: - afstemming bedrijfsvoering op afbouw gesubsidieerde banen ( o.a. ID en WIW) - implementatie van het nieuwe ICT-netwerk - modernisering van communicatie- en marketingtechnieken - introductie van duurzame, klimaatvriendelijke apparatuur en installaties - financiering ICT-kosten door besparing op traditionele technieken en methodes - voortzetting participatie in de projectgroep ‘Natuurcentrum Rivieren’ - intensievere samenwerking met partners in deze projectgroep (zoals de veldles ‘Struinen door de Stadswaard’ die in samenwerking met Staatsbosbeheer wordt georganiseerd en de maandelijkse ‘Ontdekkingstochten’ met het IVN-Nijmegn).
Overzicht lidmaatschappen en overleg in 2009: Museaal: • • • •
Stichting Natuurhistorische Collecties Nederland i.o. Nederlandse Museumvereniging Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea Stichting Gelders Erfgoed
Natuur- en milieueducatie / natuurgerichte recreatie: • • • • •
Stichting Gelderse Milieufederatie NME-Gelders Overleg en Samenwerking (NME-GOS) Vereniging Netwerk NME-centra in Gelderland Gemeentelijk Educatie-Overleg (GEO) Kring Gelderse Bezoekerscentra / Netwerk Bezoekerscentra Nederland
(Bron: Jaarverslag 2009)
18
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
6. Financieel beleid Net als de meeste musea in ons land is ook het Natuurmuseum Nijmegen sterk afhankelijk van overheidssubsidies die de overheid betaalt voor de maatschappelijke diensten die het museum levert. Voor het Natuurmuseum ligt de belangrijkste financiële basis in de budgetsubsidie die de gemeente Nijmegen jaarlijks betaalt voor de prestaties die het museum levert op het gebied van collectiebeheer, natuureducatie en ondersteuning van scholen op het gebied van natuur- en milieueducatie. Daarnaast ontvangt het Natuurmuseum regelmatig projectsubsidies van andere overheden of particuliere fondsen voor conrete projecten. De eigen inkomsten uit de exploitatie van het museum en het leveren van andere diensten bedragen ca. 15 – 25% van de jaarlijkse exploitatiesom.
-afbouw gesubsidieerde banenHet Natuurmuseum is in de loop der jaren uitgegroeid tot een professionele organisatie met een eveneens professioneel financieel beleid. Dit is mede te danken aan de inschakeling van ID-banen die sinds 1995 een belangrijk deel van de publiekstaken voor hun rekening nemen. Sinds invoering van de Wet Werk en Inkomen in 2003 is er sprake van afbouw van deze ID-regeling. Het nieuwste collegeakkoord van de gemeente Nijmegen gaat uit van modernisering van de gesubsidieerde arbeid en volledige afbouw van de oude vormen van gesubsidieerde arbeid (ID, WIW en Participatiebanen). Dit moet worden uitgevoerd in de periode 1-1-2011 t/m 31-12-2012. Het Natuurmuseum staat dus voor de uitdaging om in de komende jaren een structurele oplossing te vinden voor de afbouw van gesubsidieerde banen die 70% van de personeelsformatie vormen.
-eploitatietekortSinds de gemeente Nijmegen in 1996 de budgetfinanciering invoerde is het Natuurmuseum zelf verantwoordelijk voor onderhoud en investeringen. De ruimte voor financiering daarvan moet binnen de eigen begroting worden gevonden. Jaarlijks is een bedrag van € 30.000,- nodig. Het museum is er nog steeds niet in geslaagd om voldoende dekking voor dit bedrag te realiseren. Onderhoud en investeringen blijven nu achter bij hetgeen nodig is om inboedel en presentaties op peil te houden. Zonder structurele verhoging van subsidies en/of eigen inkomsten zal deze situatie niet veranderen.
-eigen inkomsten uit entreeOp basis van publieksonderzoek en vergelijking van tarieven binnen de museumbranche zijn de afgelopen jaren verschillende aanpassingen van entreeprijzen en andere tarieven doorgevoerd. Dit beleid zal worden voortgezet. De laatste verhoging van de
19
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
entreeprzijzen vond plaats in 2009. Dit gebeurde nadat de aangekondigde gratis toegang voor kinderen niet haalbaar bleek. De tarieven voor educatieve diensten aan scholen worden jaarlijks volgens gemeentelijke richtlijnen geïndexeerd. Het Natuurmuseum kan hier dus geen zelfstandig prijsbeleid voeren.
-museumwinkelIn de afgelopen jaren zijn de inkomsten uit de museumwinkel afgenomen. Dit was vooral te wijten aan de gewijzigde verkoopstrategie van bekende natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Vogelbescherming en de KNNV. Deze organisaties zijn gestopt met de verkoop van artikelen via ‘groene winkels’, waartoe het Natuurmuseum ook werd gerekend. In de komende beleidsperiode moet worden bekeken hoe de inkomsten uit de museumwinkel weer kunnen toenemen. Ook wordt onderzocht of het opzetten van een ‘groene webwinkel’ zinvol is.
-inkomsten uit dienstverlening: reizende tentoonstellingenDoor ons verouderd aanbod van reizende tentoonstellingen en krimpende budgetten bij instellingen voor natuur- en milieueducatie staan de inkomsten uit verhuur van deze tentoonstellingen onder druk. Door de afbouw van ID-banen slaagt het museum er niet in het aanbod te vernieuwen. Het Natuurmuseum blijft de komende periode doorgaan met productie en distributie van reizende tentoonstellingen, maar er moet rekening mee worden gehouden dat deze inkomsten beperkt zullen blijven.
-inkomsten uit dienstverlening: educatieve dienstenVoor de uitleen van lesmaterialen aan Nijmeegse scholen ontvangt het Natuurmuseum een vergoeding uit het ‘declaratiefonds NME’ van de gemeente Nijmegen. Scholen uit andere gemeenten betalen deze vergoeding rechtstreeks aan het museum. Daarnaast ontvangt het Natuurmuseum (via contractpartner MEC Nijmegen) van de gemeenten Heumen, Millingen a/d Rijn, Ubbergen en Mook een vergoeding van € 0,10 per inwoner voor geleverde educatieve materialen. Voortzetting van deze dienstverlening aan randgemeenten na het schooljaar 2010/2011 is echter donzeker geworden, hetzij door financiële tekorten bij randgemeenten, hetzij door gewijzigd beleid. Omdat de tarieven voor onze schoolexcursies niet kostendekkend zijn, is in 2010 gestart met een tweetal projecten (‘Veldles Stadswaard’ en ‘Lekker Buiten!’) waarbij het Natuurmuseum rechtstreeks met de scholen prijsafspraken maakt.
20
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
-inkomsten uit dienstverlening: advisering en projectondersteuning voor derdenIn de afgelopen jaren heeft het Natuurmuseum zijn deskundigheid op het gebied van natuur, landschap en educatie ook enkele malen commercieel in kunnen zetten. Zo zijn enkele veldwerkopdrachten uitgevoerd, specifieke cursusonderdelen verzorgd, dieren geprepareerd voor NME-centra, enkele interactieve units gerproduceerd en zelf een volledige reizende tentoonstelling gemaakt. Vooralsnog zijn de inkomsten uit deze diensten te onzeker om een structurele rol te kunnen spelen in de exploitatieopzet van het museum.
-fondswervingHet museum ontvangt jaarlijks een of meerdere projectsubsidies. Vaak betreft het projectsubsidies van de provincie Gelderland of de Mondriaan Stichting die worden verleend op basis van het cultuurbeleid van de overheid. Projecten van het Natuurmuseum krijgen vooral waardering om hun educatieve waarde. Ook hechten rijk en provincie aan een hoge participatiegraad, oftewel deelname van publieksgroepen die minder vaak musea bezoeken. Tot nu toe bleef de fondswerving veelal beperkt tot de materiële projectkosten. Bij nieuwe projectaanvragen zullen waar mogelijk ook personele kosten worden meegenomen.
-vrienden van het museum/donateurswervingNa jaren met een gelijkblijvend aantal vrienden/donateurs nam hun aantal de laatste jaren met bijna een kwart af (van 408 in 2005 naar 314 in 2009). Campagnes om meer vrienden te werven of om vrienden te wijzen op de mogelijkheden voor fiscaal aantrekkelijke vormen van schenkingen of legaten hadden tot nu toe geen succes. Een ‘belevingsonderzoek’ onder vrienden/donateurs, uitgevoerd door stagiaires van de HAN, wees uit dat vrienden/donateurs wel nog steeds tevreden zijn over onze diensten (o.a. gratis toegang, Nieuwsbrief en korting bij excursies). Als belangrijkste redenen om de relatie als vriend/donateur te beëindigen, worden ‘overlijden’ en ‘kinderen zijn het huis uit’ genoemd.
-sponsoringSponsoring door het bedrijfsleven speelt in het Natuurmuseum tot nu toe nauwelijks een rol van betekenis. Volgens CBS-gegevens levert deze vorm van sponsoring in de Nederlandse museumwereld gemiddeld 2% van de inkomsten. Sponsoring door particuliere fondsen speelt voor het Natuurmuseum wel een belangrijke rol. Het museum ontving al verschillende malen projectmiddelen van fondsen als het Wereld Natuur Fonds, VSBfonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds. De tegenpresatie die deze fondsen vragen is meestal gering zodat eerder sprake is van ‘subsidie’ dan van ‘sponsoring’’.
21
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Aantal Vrienden van het Natuurmuseum Nijmegen 1981-2009 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
1983
1982
1981
(Bron: Jaarverslag 2009)
Financieel beleid 2006-2010:
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: - verhoging inkomsten uit exploitatie - verhoging inkomsten uit dienstverlening - uitbreiding fondswerving c.q. projectfinanciering - uitbreiding aantal donateurs en sponsors.” Evaluatie Financieel beleid 2006-2010: - eigen inkomsten uit museumexploitatie en uit dienstverlening zijn toegenomen - de personele kosten en de huisvestingslasten zijn echter sterker gestegen dan de daarvoor bestemde subsidie zodat het exploitatietekort niet is afgenomen - acties om het aantal vrienden/donateurs uit te breiden bleven nog zonder resultaat
Beleidsvoornemens Financieel beleid 2011-2015: - ontwikkeling van publieksarrangementen die inkomsten genereren (zoals nu al geld voor activiteiten als Ganzenexcursies en Verjaardagsarrangemen ‘Ooijse Ooievaar’) - opvangen verlies aan inkomsten door het wegvallen van gesubsidieerde banen - kostenbesparing door consequent toepassen van moderne ICT-mogelijkheden (portokosten, telefoon- en kopieerkosten nemen de laatste jaren af).
22
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
7. Organisatie en medewerkers Het Natuurmuseum Nijmegen is voortgekomen uit de in 1975 opgerichte Stichting tot Behoud van Natuurhistorische Verzamelingen. Toen het museum in 1980 zijn deuren opende, waren er uitsluitend vrijwilligers werkzaam die naast hun uitvoerende werk ook meteen de bestuurstaken voor hun rekening namen. Inmiddels is het museum uitgegroeid tot een middelgroot museum met een kleine professionele staf, een brede groep medewekerkers met reïntegratiebanen en een groot aantal vrijwilligers. Het bestuur bestaat inmiddels uit leden die vooral om hun bestuurlijke kwaliteiten zijn gekozen en die op gepaste afstand toezien op het reilen en zeilen van het museum.
-Ethische Code en Code Cultural GovernanceHet Natuurmuseum gebruikt de ethische museumcode als referentie bij het maken van afspraken met bestuursleden, medewerkers en vrijwilligers. De ethische code wordt ook steeds gebruikt als referentie bij het afbakenen van activiteiten. In de beleidsperiode 2006 – 2010 kwam ook de Code Cultural Governance in beeld. Deze code is omarmd door de gemeente Nijmegen die alle door de gemeente gesubsidieerde instellingen verzocht hun statuten, organisatievorm en bedrijfsvoering aan te passen aan deze code. In het Natuurmuseum heeft dat inmiddels geleid tot aanpassing de statuten en het directiereglement. Ook is een jaarlijks functioneringsgesprek met de directeur ingevoerd en worden functies en nevenfuncties van bestuursleden met ingang van 2010 in het jaarverslag gepubliceerd.
-bestuurDe Stichting Natuurmuseum Nijmegen en omstreken beheert officieel het museum. Zoals hiervoor al is opgemerkt zijn de statuten in 2010 aangepast aan de Code Cultural Governance, een landelijke code met richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur. Het Natuurmuseum hanteert daarbij het ‘bestuur + directie-model’. (Zie ook www.culturalgovernance.nl.) Organisatieschema Natuurmuseum Nijmegen:
23
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
-personeelPersoneel Natuurmuseum Nijmegen:
2006:
Personeel: (regulier) directeur conservator beheer docucentrum secretariële kracht
3,11 fte 0,84 0,72 0,63 0,92
Personeel: (ID-banen) educatief medewerker PR-medewerker cöordinator balie/veiligheidszorg systeembeheerder/webmaster begeleiding vrijwilligers/stages receptioniste/informatrice conciërge
2,99 fte 0,84 0,60 0,63 0,92
5,56 fte 0,89 0,89 0,89 0,89 0,44 0,67 0,89
Gedetacheerd via Uitzicht/Wijkwerk administratief medewerker (WIW) assistent publiekstaken/toezichthouder (ID) receptioniste/informatrice (participatie) assistent collectiebeheer (participatie) assistent NME-service/publiekstaken (participatie)
2010:
3,78 fte
0,89 0,89 0,44 0,67 0,89
0,66 fte 0,66
3,60 fte 0,66 0,89 0,44 0,89 0,72
-vrijwilligers en stagiairesHet Natuurmuseum is een professionele instelling waarin een belangrijke plaats is weggelegd voor enthousiaste en actieve vrijwilligers. In 2010 is met ruim 40 personen een vrijwilligers- of stageovereenkomst afgesloten.
-scholing/deskundigheidsbevorderingDoor wijzigingen in personeelsformatie en in de samenstelling van de groep vrijwilligers is het nodig extra aandacht te besteden aan bij- en nascholing om noodzakelijke kennis en deskundigheid op peil te houden. Door extra scholingsverplichtingen (o.a. BHV, brandveiligheidstraining). Sinds 2004 reserveert het Natuurmuseum jaarlijks 2% van de loonsom voor reguliere krachten voor scholing en deskundigheidsbevordering. In de afgelopen jaar bleek dit budget onvoldoende en het museum staat de komende jaren dan ook voor de opgave om de daarvoor noodzakelijke middelen te vinden.
24
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
Beleid 2006-2010 voor organisatie en medewerkers
“In de periode 2006-2010 is het beleid gericht op: - de afbouw van de ID-banen zoveel mogelijk geleidelijk te laten verlopen en het museumprogramma af te stemmen op de krimpende personeelsformatie; - onderzoeken of nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid een rol kunnen spelen; - bij de gemeente verzoeken om versterking van de reguliere formatie, met name voor de coördinatie van de educatieve werkzaamheden; - beleid voor deskundigheidsbevordering ontwikkelen; - arbo- en verzuimbeleid bijstellen/actualiseren.” Evaluatie beleid 2006-2010 voor organisatie en medewerkers: - De personeelsformatie nam af van 8,67 fte in 2006 naar 6,77 fte in 2010, met name door het wegvallen van een educatief medewerker en een PR-medewerker. - De tijdelijke aanstelling van 2 WEB-krachten (dankzij een tussentijdse gemeentelijke subsidie van € 9.000,-) kon dit verlies slechts ten dele compenseren; - aanvulling van de personeelsformatie via participatienbanen brengt niet de benodigde kwaliteit en inzetbaarheid om het museumprogramma op hetzelfde niveau voor te kunnen zetten; - versterking van de reguliere formatie is dus dringend gewenst (kosten 1,0 fte incl. overhead: € 66.000,-); - budget voor scholing/desklundigheidbevordering staat onder druk door verplichte scholing op het gebied van BHV en veiligheid.
Beleidsvoornemens 2011-2015 voor organisatie en medewerkers: - verdere implementatie van de Code Cultural Governance en de Ethische Code voor musea; - de afbouw van de ID-, WIW- en Participatiebanen zorgvuldig te laten verlopen en het museumprogramma afstemmen op de krimpende personeelsformatie; - onderzoeken of nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid in het kader van b.v. arbeidsreïntegratie rol kunnen spelen; - gericht vrijwilligers werven en opleiden voor functies van informatrice en/of baliemedewerker; - bij de gemeente verzoeken om versterking van de reguliere formatie, met name voor de coördinatie van de educatieve werkzaamheden; - beleid voor deskundigheidsbevordering ontwikkelen, afgestemd op meer roulatie c.q. kortdurende dienstbetrekkingen.
25
Binnen kijken = Buiten zien, beleidsplan 2011-2015
8. Uitvoering beleid Om de voortgang in de realisatie van beleidsvoornemens te bewaken zijn er de volgende instrumenten: A. Ten behoeve van het bestuur: •
begroting- en beleidsprogramma: het bestuur stelt dit een half jaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar vast. Afhankelijk van de jaarresultaten of wijzigingen in structurele subsidies kan bij aanvang van het begrotingsjaar een bijstelling volgen.
•
BBI-cyclus (bestuurlijke beleidsinformatie): per kwartaal stelt de directie ten behoeve van het bestuur een inhoudelijke en financiële voortgangsrapportage op.
B. Ten behoeve directie en uitvoering: •
werkplan directie: het werkplan van de directie richt zich vooral op de positionering van het Natuurmuseum, samenwerkingsverbanden en externe relaties, het personeelsbeleid en de organisatie van de dagelijkse werkzaamheden. Het werkplan van de directie geeft ook aan hoe uitvoeringsprogramma’s zich verhouden tot het beleidsplan en welke prioriteiten worden gehanteerd.
•
werkplannen afdelingen: geeft aan wat de afdeling het betreffende jaar wil realiseren en hoe daarbij de taakverdeling binnen de afdeling is.
26