Meer met data; kansen voor de waardekaart Verslag
Datum: 29 april 2013 Locatie: Platform31 – Stichthage Den Haag
Een aantal deskundigen die zich vanuit verschillende invalshoeken bezighouden met data en het beter (laten) gebruiken van data ging heeft zich 29 april 2013 gebogen over de volgende uitgangspunten en vragen:
Er zijn zeer veel data beschikbaar in Nederland; Wat doen we met deze gegevens? Worden de beschikbare gegevens op goede wijze gebruikt voor nieuwe beleidsvragen? Kunnen partijen uitgenodigd worden om meer en andere toepassingmogelijkheden voor en met deze data te ontwikkelen?
Technologische ontwikkelingen maken nieuwe instrumenten en toepassingen mogelijk; Gaan deze ontwikkelingen “vanzelf”, met voldoende snelheid, worden de technische mogelijkheden óók benut met de bestaande data en worden de mogelijkheden in het beleid in voldoende mate benut?
In theorie zou er vanuit beleidsmatige ontwikkelingen (decentralisaties sociale beleid, waardekaart t.b.v. de stedelijke vernieuwing op uitnodiging) behoefte aan beter gebruik van data en nieuwe informatiebronnen zijn; Wordt deze behoefte gevoeld door de praktijk en hoe kan dit op een effectieve en efficiënte manier worden ingezet.
Hoe kom je tot nieuwe data- en informatieproducten. Wat zijn de ervaringen met nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. Welke hindernissen zijn er die eerst overwonnen moeten worden (onvoldoende ontsluiting, ongekende vraag, onvoldoende open source, e.d.)? Hoe kan het gebruik van bestaande data vergroot worden en hoe kunnen wij de kans vergroten dat ondernemers nieuwe producten en diensten ontwikkelen met de bestaande data voor de nieuwe beleidsvragen en de behoeften van de samenleving?
Aanvullingen vanuit de deskundigen De deskundigen hebben over bovenstaande vragen nagedacht en hebben ieder voor zich, vanuit verschillende achtergronden en activiteiten, hun prioriteit geformuleerd: Er zijn heel veel data, maar wat is de betekenis van data? Daar houden wij ons met zijn allen te weinig mee bezig. Dit werd ook wel geformuleerd als: er zijn te veel data maar er is te weinig kennis en informatie. Hoe wordt de data die beschikbaar gesteld wordt door het ministerie gebruikt en geeft dit aanleiding voor het ministerie om een minder groter data-inspanning op zich nemen? Hoe kan het gat worden gedicht tussen de beschikbare data en het gebruik van data? Hoe kan je met data en open data burgers activeren en hoe kan de dynamische interactie tussen burgers en bestuur (met data) gerealiseerd en onderhouden worden? Wat zijn de vergezichten en mogelijke instrumenten gebaseerd op data in het fysieke domein? Hoe te komen tot een vertaalslag van data en onderzoekers naar beleid en de beleidsmakers? Hoe bestrijd je dat overheden aarzelend zijn en het ingewikkeld vinden om data beschikbaar te stellen aan burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties e.d. (terwijl met een 2
beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur uiteindelijk bijna alle gegevens toch beschikbaar gesteld moeten worden)? In tijden van crisis is data veel belangrijker geworden om nog gebiedsontwikkelingen van de grond te krijgen; Er blijft een ongebreidelde behoefte om nieuwe data over de samenleving te verkrijgen (er worden op traditionele wijze voortdurend en nieuwe grootschalige persoons- en huishoudgegevens verzameld), terwijl de vraag nauwelijks gesteld wordt hoe de data vervolgens voor welke vraag gebruikt gaan worden en er (nog) onvoldoende gebruik gemaakt wordt van big data (bewegingen gemeten via OV-chipkaart, GPS-gegevens over de beweging van personen met smart phones, pinnen met bankpas).
De kansen voor (open) data In de gedachtewisseling kwam naar voren dat open data de mogelijkheid biedt om meer van de creativiteit en het innovatievermogen van burgers, ondernemers en wetenschappers gebruik te kunnen maken. Ook wordt op deze manier beter aangesloten bij de maatschappelijke vraagstukken. Een mooi voorbeeld is de ervaring van Open.data.next van BZK in Oost-Groningen. Men ging in gesprek met bewoners in Den Andel vanuit de beleidsgedachte dat er allerlei behoeften zijn aan voorzieningen en het behoud van voorzieningen (school, winkel) in het krimpgebied. Dit bleek echter niet het geval. Men loste dit onderling op door iets grotere afstanden met de auto af te leggen naar de school, winkel e.d. Wat wel een probleem is het niet kunnen beschikken over data over stankoverlast, vergunningen e.d. van een fabriek in de buurt. Kortom, de maatschappelijke vragen liggen soms heel anders dan je denkt, zijn moeilijk van te voren te bedenken en voorspellen en door data open te stellen, komt de behoefte sneller aan het licht. Het beschikbaar stellen van open data door overheden gaat niet vanzelf en deze data worden niet vanzelf gebruikt en benut. In de samenleving is voldoende energie om data te gaan gebruiken. Maar er moet wel een kloof overbrugd worden. Informatieproducten moeten ontwikkeld worden door bijvoorbeeld app-ontwikkelaars, kunstenaars en groepen bewoners. Investeringen en nieuwe initiatieven zouden moeten worden uitgelokt die aansluiten bij de echte maatschappelijke vraagstukken. Gezamenlijk hebben de genodigde experts richting gegeven aan de discussie over bovengenoemde vragen en onderwerpen, er zijn oplossingsrichtingen geformuleerd en de behoefte voor de toekomst is benoemd. Handelingsperspectief koppelen aan betekenis Een van de oplossingsrichtingen die werd benoemd was het koppelen van een handelingsperspectief aan de betekenis van data; wat wordt de burger er beter van? Op deze manier nodigen data uit tot het doen van proposities en kan het interactie met burgers opbouwen en vasthouden. Stakeholders worden getriggerd om te participeren in kansen die zich voordoen. Wanneer je aan de hand van voorbeelden en succesvolle toepassingen kan aantonen dat het koppelen van een handelingsperspectief aan data meerwaarde heeft zal dit als vliegwiel werken. Dit vraagt echter wel om een duidelijke investering aan de voorkant. Een proces waarin afwegingen moeten worden gemaakt tussen het werken met zogenaamde ‘Big Data’ en ‘traditionele data’. In dit proces wordt 3
het steeds logischer dat de partij die de betekenis verbindt aan de data niet altijd degene hoeft te zijn die de data genereert of die de vraag stelt. Eenduidigheid en hiërarchie tussen data Belangrijk is dat data een bepaalde mate van eenduidigheid heeft, aldus de deelnemers aan de expertmeeting. Dit is een voorwaarde om data te kunnen vergelijken. Op deze manier kan er intelligentie tussen de data ontstaan. Dit betekent niet dat data gedecentraliseerd moet worden maar breng structuur en een bepaalde hiërarchie aan tussen data. Blijf de mogelijkheden van Open Data onderzoeken Op dit moment loopt er een programma binnen de Rijksoverheid Open.Data.Next. De centrale vraag bij dit programma is om te onderzoeken hoe economische èn maatschappelijke spin off van open data in Nederland bereikt kan worden. Hiervoor vinden verkenningen vinden plaats op het de thema’s voorzieningen in achterstandswijken en de rol van open data bij bevolkingskrimp. De eerste resultaten van dit programma zijn veelbelovend te noemen. Deze resultaten kunnen worden uitgerold maar hiervoor is het belangrijk dat er een goede aansluiting wordt gezocht met de belevingswereld van de maatschappij. Open.data.next werkt daarom vanuit de maatschappelijke opgave en kijkt hoe open data een bijdrage kan leveren aan de oplossing. Hierbij zijn de zogenaamde ‘Oplossers’ meer dan alleen techneuten en App-bouwers. Denk bijvoorbeeld ook aan wetenschappers, ondernemers en burgers. Rijk dienstbaar naar gemeenten Een van de deelnemers stelt dat er sprake is van een mismatch tussen data-informatie en wijsheid. De data-informatiedichtheid neemt toe en de wijsheid stijgt niet evenredig mee. Er wordt gesproken over informatieasymmetrie. De opdracht is om de juiste betekenis uit ‘de zee’ van informatie te filteren. Hiervoor is het stellen van de juiste vragen cruciaal. Gemeenten moeten helder en duidelijk formuleren waar hun behoefte ligt en het Rijk moet zich dienstbaar opstellen om deze vraag te (helpen) beantwoorden. Dit geldt voor hun rol als dataleverancier maar ook als intermediair tussen gemeenten en bijvoorbeeld CBS. Het Rijk kan de rol van oliemannetje vervullen. Gesteld wordt dat partijen, zoals CBS, meer moeten gaan werken en ontwikkelen op basis van de vraag in plaats van (blijven) werken als een zogenaamde cijferfabriek. Gemeenten lukt het onvoldoende om hiervoor een vuist te maken richting CBS. Het Rijk zou in dit gat moeten springen. Daarnaast moet het Rijk niet te veel zelf ‘dataproducten’ willen ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld de Leefbaarometer, maar zou de data die onder deze producten ligt moeten aggregeren. Gemeenten zijn gebaat bij een Data-makelaar De mogelijkheden van open data binnen een gemeente bevinden zich met name op het vlak van schoon, heel en veilig. Het biedt mogelijkheden om inzichtelijk te maken hoe, wie en waar geïnvesteerd kan worden, wat nodig is en om te inventariseren wat al beschikbaar is. Om deze mogelijkheden verder uit te breiden is het aan te raden om binnen een gemeente een zogenaamde data-makelaar of chief data officer aan te wijzen. De persoon heeft verstand van data en kan gericht de vraag en het aanbod bij elkaar brengen. Hij kan beoordelen welke data binnen een gemeente cruciaal is, welke data door de gemeente zelf moet worden gegenereerd en beheerd en voor welke data het noodzakelijk is dat het ‘realtime’ wordt bijgehouden. Een andere taak voor deze chief data officer is om een netwerk aan te leggen van oplossers . Ga als gemeente niet te snel zelf ontwikkelen. 4
Ga eerst eens na wat de markt in huis heeft. Denk bijvoorbeeld aan het uitschrijven van prijsvragen en het organiseren van Hackathons. Deze data-makelaar zou overigens ook op regionaal niveau kunnen opereren. Label data met een metadatakaart Door data te labellen met een kaart waarop de inhoud, de herkomst, etc staat beschreven borg je de kwaliteit van data, voorkom je wildgroei en dubbelingen. De opstellen en beheren van deze metadatakaarten zou ook een taak kunnen zijn van de data-makelaar. Stel data open en wees transparant In sommige gevallen wordt bepaalde data (nog) niet opengesteld. Dit komt bijvoorbeeld door de angst voor aansprakelijkheid en privacywetgeving. Laat deze angst los en stel zoveel mogelijk data open. Deze transparantie geeft je meer inzicht in de opgave waar je voor staat en nodigt anderen uit om mee te denken met de oplossing. Hiermee open je een intelligentie discussie over beleidsbeslissingen en organiseer je andere feedback. Het delen van data zou het nieuwe uitgangspunt moeten zijn. Behoeften in de toekomst De deskundigen hebben voor een aantal onderwerpen aangegeven dat hier een toekomstige behoefte ligt. Dit is een behoefte naar meer inzicht, kennisdeling, verkenning of onderzoek. Deze behoefte bestaat uit: Welke de informatie- en databehoeften hebben decentrale overheden om tot goed en effectief beleid te kunnen komen? Hoe organiseer je de informatie waarover huismeesters, wijkagenten, BOA’s, wijkverpleegkundigen, huisartsen, leerkrachten e.d. beschikken voor beleid en hoe maak je hier data en beleidsinformatie van? Toon en draag uit de successen met data en databronnen. Maak data openbaar, wat je ook doet. Dit gaat niet vanzelf zodat in de overgangsfase een chief data officer nuttig kan zijn. Na de overgangsfase is iedereen van nut en noodzaak doordrongen en is de officer niet meer nodig Kijk wat er is en begin niet gelijk weer opnieuw nieuwe data te verzamelen. Denk na over de effecten op de burgers die met deze ontwikkelingen meekunnen en de burgers die dat niet kunnen.
5
Deelnemerslijst
Voorzitter Olof van de Wal
Unitmanager Platform31
DEN HAAG
Koos van Dijken
Programmamanager Platform31
DEN HAAG
Ben Geurts
Kennis en verkenningen Ministerie van BZK
DEN HAAG
Ferry de Groot
Programmamanager open data Gemeente Rotterdam
ROTTERDAM
Willeke Koops
Beleidsmedewerker Wonen Gemeente Zaanstad
ZAANSTAD
Dick Meuldijk
Veiligheidsmonitor Platform31
DEN HAAG
Paul Suijkerbuijk
Projectleider data.overheid.nl Ministerie van BZK
DEN HAAG
Bart van der Vossen
Partner Rijnboutt
AMSTERDAM
Ronald Wall
Senior onderzoeker IHS
ROTTERDAM
Dick van der Wouw
Senior onderzoeker Scoop
DEN HAAG
Projectleider Platform31
DEN HAAG
Deelnemers
Organisatie Fanny Gelissen
6