n u m m e r
141 juni
20 0 9
Ledenblad Nederlandse Melkveehouders Vakbond
Koebont vernieuwd Een totaal vernieuwde Koebont ligt voor u. Met een nieuwe ‘huisstijl’ die ook doorgevoerd zal worden in de uitnodigingen en brieven die u als lid van de NMV ontvangt. Met deze huisstijl geeft de NMV uitdrukking aan de onconventionele, jonge en frisse organisatie die zij is. Binnenkort zal ook de NMV-site www.nmv.nu een totale ‘face lift’ ondergaan om u nog beter en duidelijker te informeren over alles wat de melkveehouderij aangaat.
In dit nummer: Duizenden EMB-boeren in Brussel Bedrijfsoverdracht: schenking of niet? Actie kwantumtoeslag RFC NMV-‘position-paper’ ammoniakplan
Meer dan 2000 EMB-melkveehouders voeren actie in Brussel Op 25 mei jl. verzamelden meer dan 2000 melkveehouders, waaronder enkele honderden Nederlandse melkveehouders, zich voor het EU-Raadsgebouw waar de EU-landbouwministers vergaderden. De kaalslag onder de Europese melkveehouders moet stoppen. Dat kan door de instelling van een flexibele volumeregulering én door het melkquotum voor het melkleverantiejaar 2009/2010 met 5% te korten, aldus de EMB. Daarvoor zijn maatregelen nodig die de EU-ministerraad zou moeten invullen. De toestand op de melkmarkt is wereldwijd extreem slecht en biedt geen enkele hoop op een zelfstandige snelle verbetering. Maatregelen zijn daarom pure noodzaak.
hoog moet. Ze zijn het erover eens dat het prijsniveau in de melkmarkt onhoudbaar is voor de melkveehouders. Intussen hebben ze niets gedaan om hun verkeerde besluiten te herstellen. Tijdens de actie in Brussel werd gesproken met de Tsjechische delegatie onder leiding van de voorzitter van de landbouwraad, de heer J. Sebesta. Ook EU-commissaris Mariann Fischer Boel sprak de boeren toe. De Europese Commissaris
De EMB krijgt steun van de Belgische landbouwminister Benoît Lutgen, die in mei zijn collega- ministers opgeroepen heeft om actief het quotum te beperken. De EU-landbouwraad is hiermee opgeroepen om de goede beslissingen te nemen en flexibele volumeregulering te introduceren. De nationale EU-landbouwministers en de EU-beleidsmakers bevestigen dat de melkprijs te laag is en om-
Geen applaus voor Fischer Boel.
gaf daarbij onvoldoende blijk van oplossingsgerichtheid. De aanwezige melkveehouders hebben met hun aanwezigheid aangegeven dat het tijd is voor spijkers met koppen. Op 1 en 2 juni zal het EMB-bestuur spreken met de OostEuropese organisaties betreffende verdere maatregelen. Meer foto’s en berichten over de EMB-actiedag van 25 mei jl. kunt u vinden en downloaden op www.europeanmilkboard.org.
Bedrijfsoverdracht: In de agrarische sector vindt bedrijfsoverdracht vaak plaats tegen een prijs die lager is dan de “vrije marktprijs”. Vervolgens rijst de vraag of het verschil tussen die prijzen een schenking inhoudt. Een vraag die niet alleen uit fiscaal oogpunt van belang is. Als er sprake is van een schenking, kan dat ook grote gevolgen hebben voor het erfrecht, stelt mr. J. Boele, werkzaam bij Alfa Accountants en Adviseurs, in onderstaand artikel. In 2009 (fiscaal) en in 2004 (erfrecht) heeft de rechter daarover belangrijke uitspraken gedaan. Erfrecht De bedrijfsoverdracht vindt meestal plaats door een ouder aan een kind, waarbij de prijs vaak veel lager is dan de vrije marktprijs. Belangrijk daarbij is dat overname tegen de vrije marktprijs vrijwel altijd volstrekt onmogelijk is. Ten tijde van de bedrijfsoverdracht kunnen de andere kinderen niet eisen dat de overdrachtsprijs wordt verhoogd. Feitelijk betekent een dergelijke overnameprijs dat bij overlijden van de ouders andere kinderen minder erven, dan wat zij geërfd zouden hebben als bijvoorbeeld de overnemende zoon de vrije marktprijs zou hebben betaald. In hoeverre kunnen andere kinderen hier iets tegen doen. De Hoge Raad heeft in 2004 geoordeeld over een situatie waarbij de overnemer eerst enkele jaren met de overdrager het bedrijf in maatschap of firma exploiteerde en de zus klaagde omdat zij meende dat haar broer bij de bedrijfsoverdracht een schenking had ontvangen. Zus wilde via de rechter een deel van die schenking opeisen. De Hoge Raad oordeelde dat zoon bij bedrijfsovername helemaal geen schenking had ontvangen, gebaseerd op de gedachte dat zoon een prijs heeft betaald “waarbij een lonende exploitatie nog juist mogelijk was”. Oftewel: zoon kon gewoon niet meer betalen. En, oordeelde de Hoge Raad, zo’n werkwijze is geen schenking omdat een dergelijke overnameprijs bij maatschappen/ firma’s “redelijk en billijk is”. Bo-
2
vendien bleek dat de ouders van aanvang af ook al gewenst hadden dat de zoon een dergelijke prijs zou betalen. Kan nu geconcludeerd worden dat bedrijfsovernemers bij overlijden van de ouders “niets meer te vrezen hebben” van broers en zusters, die menen dat er bij bedrijfsoverdracht een schenking is gedaan, die met hen nog moet worden gedeeld? Die conclusie is fout. Immers: dan zal uit berekeningen bij bedrijfsovername ook moeten blijken, dat de overnemer een prijs betaalt waarbij “een lonende exploitatie nog juist mogelijk is”. Het dringende advies is om in het belang van de bedrijfsopvolger, dergelijke berekeningen bij overname te maken. Inmiddels is al gebleken dat de rechter in een andere erfrechtprocedure broers/zusters van een bedrijfsopvolger toch gelijk heeft gegeven! Daar kon niet duidelijk gemaakt worden dat de bedrijfsopvolger een prijs betaald had waarbij “een lonende exploitatie nog juist mogelijk was”. Daardoor oordeelde de rechter dat er wel sprake was van een schenking, welke de bedrijfsopvolger moest delen met broers/zusters. Fiscaal Omdat de erfrecht-uitspraak eerder (2004) werd gedaan dan de fiscale uitspraak (2009), bestond lange tijd onduidelijkheid: voor het erfrecht was dan wel bepaald dat er vaak geen schenking was, maar zijn er ook fiscale gevolgen
aan die uitspraak verbonden? In dit artikel wordt er door mr. Boele alleen ingegaan op de gevolgen voor het schenkingsrecht (maar ook de eventuele gevolgen voor bijvoorbeeld inkomstenbelasting en successierecht zijn erg complex). De erfrechtuitspraak die hiervoor is behandeld betreft het overlijden van de bedrijfsoverdrager. Maar wat gebeurt er ten tijde van de bedrijfsoverdracht (tijdens leven van de overdrager)? Vormt het verschil tussen de vrije marktprijs en de betaalde prijs fiscaal een schenking? Als dat namelijk zo is, moeten er complexe schenkingsaangiften worden gedaan, welke gevolgd worden door torenhoge schenkingsaanslagen. Aanslagen welke geheel/ grotendeels niet hoeven te worden betaald als het overgenomen bedrijf 5 jaar wordt voortgezet (op de voorwaarden gaat mr. Boele niet in). Is die fiscale vraag (wel of geen schenking) dan wel interessant als de hoge aanslag geheel/grotendeels toch niet betaald hoeft te worden? Ja, die vraag is erg belangrijk! Immers: bij de aanwezigheid van een schenking moet soms wel een deel direct betaald worden! Bovendien moet een complexe aangifte gedaan worden (adviseurkosten). En wat gebeurt er als niet voldaan wordt aan de “5 jaars-voortzettingseis”. Dan moeten de eerder opgelegde torenhoge aanslagen betaald worden! Dus: het is enorm belangrijk dat er bij bedrijfsoverdracht geen sprake is van een fiscale schenking. De belastingdienst vond dat de erfrechtuitspraak uit 2004 geen fiscale gevolgen had. Alfa Accountants en Adviseurs meende van wel. De Rechtbank en het Gerechtshof deelde de visie van de belastingdienst. Toch is de procedure voortgezet en gewonnen. De Hoge Raad oordeelt aldus: er is geen fiscale schenking als de bedrijfsopvolger vanuit een maatschaps-/firmasitu-
schenking of niet? atie een prijs betaalt waarbij “een lonende exploitatie nog juist mogelijk was”. Dus: wat voor het erfrecht geldt, geldt ook voor de belastingdienst. Ook hier geldt: als in dergelijke situaties een prijs wordt betaald waarbij “een lonende exploitatie nog juist mogelijk is”, laat dit dan uit berekeningen blijken. Gevolgen schenkingsbelasting Het fiscale gevolg lijkt duidelijk: bij een bedrijfsoverdracht in de agra-
rische sector is er geen sprake van een fiscale schenking. Maar: daarvoor is dan wel vereist dat in firma-/maatschapsituaties een prijs wordt betaald waarbij “een lonende exploitatie nog juist mogelijk is”. En wanneer is dat het geval? Als u vindt dat het zo is, als uw adviseur meent dat het zo is, pas als de belastingdienst vindt dat het zo is? Beantwoording van die vraag lijkt gemakkelijk: als objectief vaststaat dat een prijs wordt betaald waarbij “een lonende exploitatie nog juist
mogelijk is”. Sommige auteurs wekken de indruk dat het fiscale schenkingsvraagstuk bij bedrijfsoverdracht in de agrarische sector nu van de baan is. Dat valt te betwijfelen: de medewerkers van de belastingdienst streven betreffende de bedrijfsopvolginsgregeling (meestal) echt samen met het bedrijfsleven naar een praktische oplossing voor de vele gerezen vragen. Daarbij is de interpretatie van regels erg belangrijk. Als een schenkingsaanslag over dit onderwerp aan u wordt opgelegd, laat dan nagaan of die terecht is. Zelfs als die aanslag niet hoeft te worden betaald als u het bedrijf 5 jaar voortzet. Advies van mr. Boele: - Probeer bij bedrijfsoverdrachten de instemming van de gehele familie te krijgen. - Als de prijs gebaseerd wordt op de “lonende exploitatie waarde”, laat dat dan door een bedrijfskundige onderbouwen. - Bestrijd ten onrechte opgelegde belastingaanslagen.
Zachte landing mislukt In navolging op de actie “Nacht van de melkveehouderij” heeft de NMV aan minister Verburg een brief gestuurd met een aantal vragen over haar zuivelbeleid en de uitwerking daarvan. Op de LNV-site verklaart minister Verburg dat de ‘zachte landing’ zou moeten leiden tot een lagere kostprijs voor de melkveehouders en de mogelijkheid om te profiteren van een wereldwijd groeiende vraag naar zuivel door een stijgend welvaartsniveau. Zo zouden de Europese melkveehouders beter voorbereid zijn op 2015, zodat het einde van het systeem van melkquotering geen buiklanding zou worden. De NMV constateert dat het huidige zuivelbeleid bovenstaande doelstellingen niet waarmaakt en wel de buiklanding is geworden die minister Verburg wilde voorkomen. Daarnaast, en dat is nog belangrijker, staat de uitwerking van het huidige zuivelbeleid haaks op de bepalingen in het Verdrag van Amsterdam. De bepalingen in Titel II De Landbouw, artikel 33, spreken uitdrukkelijk over het feit dat het Europese landbouwbeleid tot doel heeft om “de landbouwbevolking van een redelijke levensstandaard te verzekeren met name door de verhoging van het hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw werkzaam zijn” en “de markten te stabiliseren”. De NMV constateert dat het huidige zuivelbeleid op belangrijke punten aangepast dient te worden om weer te voldoen aan de bepalingen in het Verdrag van Amsterdam. De NMV heeft minister Verburg er op gewezen dat het melkquotumsysteem dat we nog tot 2015 in de EU hebben, een waardevol instrument kan zijn om zeer snel de markten te stabiliseren en het inkomen van de melkveehouders te verhogen tot een redelijke levensstandaard.
3
Vragen NMV aan FrieslandCampina De NMV heeft, na het bericht dat er maar liefst twee leden van de concerndirectie van FrieslandCampina hun taken op korte termijn zullen beëindigen, een brief verstuurd aan bestuursvoorzitter C. Wantenaar betreffende de gevolgen die dit vertrek zal hebben op het concern. Vooral de taakverdeling binnen de directie roept vragen op, maar ook de vertrekpremie is door de NMV in de brief aangekaart. Het is tot nu toe gebruikelijk geweest binnen zuivelcoöperaties om vertrekkende directieleden een zogenoemde ‘gouden handdruk’ mee te geven. Momenteel ligt deze gang van zaken zwaar onder vuur in verband met de economische crisis en de ‘graaicultuur’ die als mede-oorzaak voor de crisis is aangetoond. Ook de historisch lage melkprijs die FrieslandCampina uitkeert, moet reden zijn tot terughoudendheid in deze. De NMV heeft aan de heer Wantenaar gevraagd of de FrieslandCampina leden op de hoogte worden gesteld van de vertrekregeling. En zo ja, wanneer daar opening van zaken over zal worden gegeven en of dan het exacte bedrag genoemd wordt met een verklaring van de rechtvaardiging voor een vertrekpremie. Zo nee, waarom men van mening is dat daar geen verantwoording voor afgelegd hoeft te worden tegenover de leden. De NMV gaat er vanuit dat openheid van zaken ook voor het bestuur van FrieslandCampina een groot goed is en wacht met vertrouwen de reactie af.
4
Actie kwantumtoeslag FrieslandCampina In het nieuwe melkgeldreglement van FrieslandCampina is een kwantumregeling opgenomen. Deze regeling bevoordeelt de grote bedrijven in sterke mate. In het maandblad “Melk” van FrieslandCampina staan de gevolgen per bedrijf daarvan afgedrukt. Zie onderstaande tabel:
Hieruit blijkt dat de regeling bedrijven tot 400.000 kg melk per jaar bijna € 2.000,- kost. Dit geld wordt als extra melkgeld herverdeeld en aan de grotere bedrijven gegeven. Een bedrijf van 2 miljoen kg houdt € 15.190,over aan de regeling, een bedrijf van 3 miljoen kg houdt er zelfs € 23.090,aan over. Voor hetzelfde product wordt verschillend beloond. Het herverdelen van melkgeld is niet gebaseerd op hogere kosten die gemaakt moeten worden voor het ophalen van de melk op kleinere bedrijven, het is inkomenspolitiek. Het argument dat gehanteerd wordt is, dat de grote bedrijven zouden gaan lopen als ze geen hogere melkprijs zouden krijgen. Deze maatregel staat haaks op de coöperatieve gedachte, schept ongelijkheid en dus verdeeldheid onder de leden en moet zo snel mogelijk verdwijnen. Om de afschaffing of aanpassing van de kwantumregeling op de agenda van het bestuur van FC te krijgen, is het nodig dat minimaal 100 leden een initiatiefvoorstel daarover ondertekenen. Daartoe deed Leo Lacroix in de “Melk” van mei jl. een oproep. Wij roepen alle leden van FC op, om zijn initiatief te ondersteunen. Dat kan door Leo Lacroix een mail te sturen:
[email protected] waarin u vermeldt dat u zijn verzoek, om de kwantumregeling op de agenda van het bestuur van FrieslandCampina te krijgen, ondersteund. Hoe meer leden dit ondersteunen, des te moeilijker het bestuur om zo’n voorstel heen kan.
Bedrijf in de knel door projectdrift overheid Bas Belder, Europarlementariër voor de ChristenUnie-SGP, bracht een bezoek aan het bedrijf van NMV-lid Bertus Doppenberg. Mede-bestuurders Dirk Jan Schoonman en Marion Logtenberg waren tevens aanwezig voor de NMV op deze middag die door bedrijfsadviseur A. Otten van Otten Makelaardij werd georganiseerd. Doppenberg valt om het maar eens met enig cynisme te zeggen “met zijn neus in de boter” wat betreft beperkende maatregelen die betrekking hebben op zijn bedrijf. Het bedrijf van Doppenberg heeft namelijk te maken met: - De ligging voor de uitlaat van de aan te leggen geul op het Kampereiland, waarbij de afvoer volledig over zijn grond moet worden afgevoerd, en men ook nog gebruik moet maken van de zomerkade van Doppenberg. - Het bedrijf ligt in een polder in de uiterwaarden, die weer in de EHS ligt.
bieden om door dit gebied naar de IJssel en vervolgens naar de Achterhoek te trekken. Op de vraag of dit bedrijf dan verplaatst moet worden, gaf hij duidelijk aan dat dit niet de bedoeling was en dat er nog voldoende perspectief is. Dit betekent voor Doppenberg dat hij zijn bedrijf anders zal moeten gaan invullen en verplicht biologisch zal moeten worden. Doppenberg: “Wij hebben niets op biologisch tegen, maar het woordje verplicht staat ons niet aan”. In de weg Volgens de heer Jos Melenhorst van de gemeente Heerde, die contactpersoon is voor de hoogwatergeul, zit het bedrijf van Doppenberg wel degelijk in de weg. Er zal gezamen-
lijk een oplossing moeten worden gevonden. Compensatie Na het bedrijfsbezoek bij Doppenberg werd een bezoek gebracht aan de familie Henniphof, die in de bedrijfsonderhandelingen met de BBL tot de conclusie kwamen dat de taxatiewaarde voor hun bedrijf onvoldoende is om een ander bedrijf te kunnen kopen. Men voelt zich overgeleverd aan BBL. Het feit dat de aan te leggen geul dient om de Nederlandse bevolking te beschermen tegen wateroverlast zou voldoende moeten zijn om de daarbij gedupeerde boeren op een nettere manier te compenseren, bijvoorbeeld door complexwaarde aan te houden, stelde de familie Henniphof. De CU/SGP was het er volkomen mee eens dat er tegenover het algemeen belang wel iets mag staan en hebben toegezegd hieraan te zullen werken.
- Het bedrijf van Doppenberg komt volledig in de Natura 2000 te liggen. - Ten slotte komt het bedrijf ook nog in de Hattemse Poort te liggen. Natura 2000 NMV-Dagelijks Bestuurslid Marion Logtenberg legde kort uit hoe aan de Natura 2000 nog veel haken en ogen kleven. Het Europarlementslid had ten onrechte het idee dat de invulling van Natura 2000 in Nederland puur door Europese regels werd gevormd, waar niet van af geweken kon worden. Marion Logtenberg legde uit dat ieder land er vrij in is om regels aan te passen, als een gebied hierom vraagt. Verplicht biologisch De heer Kiljan (gebiedsontwikkelaar Veluwe) vertelde dat de Hattemse Poort het wild de gelegenheid moet
5
NMV-‘position-paper’ ten behoeve Op 14 mei jl. vond het eerste overleg plaats tussen de agrarische vakbonden, waaronder de NMV, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg Orgaan (IPO) met het ministerie van VROM betreffende de ammoniakproblematiek in het Besluit Huisvesting. Deze lastige materie loopt de melkveehouderij al jaren voor de voeten. Van de sector wordt verwacht dat de emissies worden gereduceerd en er wordt niet gediscus sieerd of ammoniak een probleem is of niet. Een botte inspanningsverplichting dus. Het landelijke NMV-bestuur heeft besloten om aan deze discussie deel te nemen, omdat er anders over de melkveehouderij besluiten genomen kunnen worden waar we niet mee vooruit kunnen. In het position-paper, dat de NMV ten behoeve van het ammoniakplan heeft opgesteld, worden de diverse feiten en de visie van de NMV nog eens overzichtelijk op een rijtje gezet. Opmerkelijk was de afwezigheid van LTO. Deze heeft als reden te kennen gegeven niet te willen onderhandelen in het bijzijn van de vakbonden ... Algemeen standpunt t.a.v. ammoniakproblematiek Nederland moet de NEC-richtlijn in 2010 halen. Door het uitstel voor de intensieve veehouderij ten aanzien van emissiearme huisvesting komen de berekende doelstellingen in gevaar. Minister Cramer heeft aangegeven dat ook de melkveehouderij een bijdrage zal moeten leveren om de NEC-richtlijn te behalen. Wel dienen eventuele maatregelen te leiden tot resultaat in de praktijk, het moet niet zo zijn dat er door sector(en) inspanningen worden gedaan en dat deze door andere (natuurlijke) processen teniet worden gedaan. Dit staat o.a. in het RIVMrapport over het onderzoek naar het ammoniakgat, waarbij een reductie van de ammoniakuitstoot vrijwel naadloos overgenomen kan worden door (droge) depositie en de lucht-
6
kwaliteit netto onveranderd blijft. De NMV zou in die zin een visie van VROM willen zien met betrekking tot toekomstige veranderingen van alle bronnen, die samenhangend met ammoniak invloed hebben op de luchtkwaliteit. Onderscheidende kenmerken melkveehouderij versus intensieve veehouderij De melkveehouderij onderscheidt zich van de intensieve veehouderij doordat het merendeel van de koeien weiden en daarmee een belangrijke bijdrage aan de instandhouding van het typisch Nederlandse cultuurlandschap leveren. Terwijl de huisvesting zich kenmerkt door veel daglicht en natuurlijke ventilatie via open zijwanden. Dit alles in tegenstelling tot de intensieve veehouderij, waarbij die-
ren veelal in dichte stallen, onzichtbaar voor de buitenwereld en met kunstlicht en gemechaniseerde ventilatiesystemen worden gehouden. Het is niet wenselijk om vanwege de ammoniakproblematiek de manier van huisvesten van melkkoeien te wijzigen richting de huisvestingsmethode van de intensieve veehouderij. Enerzijds omdat de sector dat zelf niet wil o.a. uit oogpunt van dierwelzijn en anderzijds omdat daar geen maatschappelijk en politiek draagvlak voor is. Dit rechtvaardigt een afwijkende benadering voor de melkveehouderij ten aanzien van ammoniakreducerende maatregelen. Dierwelzijn, diergezondheid en emissiearme huisvesting De NMV is van mening dat geen enkele maatregel die de ammoniakemissie moet beperken, mag leiden tot een verslechtering van het dierwelzijn en/of diergezondheid. Sterker nog, er moet zo mogelijk gestreefd worden naar een verbetering hiervan. Bij de beoordeling en toelating van nieuwe emissiearme systemen zouden ook dierwelzijnsgerelateerde en economische factoren moeten worden meegewogen en criteria voor worden vastgesteld. Helaas zien we zelfs in een Maatlat Duurzame Veehouderij, dat melkveehouders keuzes als “geremde ventilatie” wordt aangeboden, waarbij duidelijk is dat dierwelzijn wordt opgeofferd voor reductie van
van het ammoniakplan ammoniak. De NMV is van mening dat de huidige verplichting tot emissiearm bouwen in geval van nieuwbouw bij jaarrond opstallende bedrijven voorlopig voldoende is. Natura 2000 Eventuele maatregelen die in het ammoniakplan worden opgenomen moeten ook bezien worden in relatie tot Natura 2000. Het kan niet zo zijn dat er bijvoorbeeld huisvestingsmaatregelen worden afgesproken om te voldoen aan de NECrichtlijn, waarna deze vervolgens niet kunnen worden gerealiseerd, omdat bedrijven geen NB-wetvergunning kunnen krijgen. Bredere visie dan ammoniak Helaas zien we dat in de regelgeving rondom ammoniak teveel gefocust wordt op reductie van ammoniakuitstoot. Een bredere afweging van zaken is vereist. Wat zijn de effecten van maatregelen op de uitstoot van andere stoffen en op de uitstoot op andere plaatsen in het proces? Wat betekenen maatregelen voor de concurrentie- en inkomenspositie van veehouders? Wat betekent dit voor de uiteindelijke ontwikkeling van de sector en het welzijn en de ethiek van het houden van dieren? Uiteindelijk zullen al dit soort factoren meegewogen moeten worden om te komen tot aanvaardbare maatregelen. Maatregelen Sturing van de ammoniakemissie via de voeding biedt zeker perspectieven, mits de verwachtingen realistisch zijn en gebaseerd op het uitgangspunt dat voeding in eerste instantie bedoeld is om melkkoeien gezond te laten produceren en niet om ammoniak te reduceren. De voeding sturen op basis van het ureumgetal waarbij het gemiddelde ureumgetal op jaarbasis onder een streefwaarde (20) diende te blijven, blijkt niet te werken. Hier zijn een
aantal oorzaken voor. Circa 85 tot 90% van de melkveestapel wordt geweid. Tijdens beweiding is het ureumgetal moeilijk te handhaven danwel voldoende laag te houden, weersomstandigheden hebben dan relatief veel invloed. Echter, tijdens beweiding vindt er geen vermenging van mest en urine plaats, wat toch de bron van ammoniakvorming is. Hierdoor heeft de hoogte van het ureumgetal tijdens de weideperiode zeker geen invloed op de ammoniakuitstoot. Het ureumgetal in die periode moet dus niet in een statistisch jaargemiddelde als referentie worden opgenomen voor de ammoniakuitstoot. Op veel bedrijven zal, wanneer de weideperiode gecorrigeerd wordt naar werkelijke emissie, de streefwaarde van 20 uit het huidige besluit gehaald worden. De NMV vindt dat deze “statistieke ontsporing” hersteld moet worden. Doelstellingen van maatregelen gericht op het voerspoor moeten terdege rekening houden met het ingewikkelde verteringsproces van de melkkoe of bijvoorbeeld het weer, en een voldoende bandbreedte toestaan. Mestverwerking kan als neveneffect een (aanzienlijke) reductie op de ammoniakuitstoot hebben. Initiatieven die daarbij een rendabele exploitatiepotentie (door energieopwekking) hebben, moeten vanuit de overheid worden gestimuleerd. Kortom: Er moet rekening gehouden worden met dat het totale (milieu)rendement positief is/wordt. Zo moet een relatief (geringe) reductie van ammoniak niet leiden tot dieronvriendelijke maatregelen of bijvoorbeeld vele transportkilometers. In de sector is het draagvlak het grootst als het zowel financieel als milieukundig voordeel kan opleveren, waarbij de individuele ondernemer voldoende flexibiliteit behoudt.
Kalverexport Purmerend van start Vanaf 12 mei 2009 is de volgende stap gezet in de voortgang van de veemarkt te Purmerend. De veemarkt is sinds ruim een jaar geleden verplaatst vanuit de binnenstad van Purmerend naar de Baanstede-Oost, en is voortdurend in ontwikkeling. Na de kalveren op dinsdag, de schapen op woensdag en de slachten weiderunderen op vrijdag, is op dinsdag ook de export van kalveren van start gegaan. Met goedkeuring van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) wordt vanaf heden geëxporteerd vanuit Purmerend. Door de extra afzetmogelijkheid is er meer vraag en steeg de kalverprijs met € 20,- per stuk naar € 150,- voor zwartbonte stierkalveren. “Met de huidige zeer lage melkprijs voor de melkveehouders is dit een zeer welkome ontwikkeling. De opwaartse prijsontwikkeling is niet alleen voor de aangevoerde kalveren in Purmerend belangrijk, maar straalt uit naar heel Nederland en daarbuiten”, aldus Joke Visser-Veldhuisen, bestuurslid van de Veemarkt Purmerend. Voorzitter Ed Buis hoopt dat de export lang door zal gaan, omdat het mede bepalend is voor de prijsontwikkeling van de nuchtere kalveren.
De volledige versie van het NMV‘position-paper’ over ammoniak, vindt u op onze site www.nmv.nu.
7
Boer en marktmacht Op 13 mei jl. organiseerde de landbouwwerkgroep van Groen Links een discussiemiddag over het thema Boer en Marktmacht. De middag vond plaats op de Beekhoeve in Kamerik, het bedrijf van NMV-leden Koos en Monique van der Laan. Achtereenvolgens kwamen aan het woord: dr. Harm Schelhaas (oud-voorzitter Productschap Zuivel), Monique van der Laan - Veraart (boerin Beekhoeve), dr. S.A. de Vries (Europees Recht, Utrecht) en mevr. mr. A. Gerbrandy (Economisch Publiekrecht, Utrecht). Harm Schelhaas somde 7 oorzaken op waardoor de landbouwmarkt anders is dan andere markten en de regels van de vrije markt er niet toepasbaar zijn. De belangrijkste oorzaak is dat de vele miljoenen gezinsbedrijven hun productie niet aan kunnen passen aan de vraag uit de markt. Het marktmechanisme werkt niet goed, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de industrie waar de productie wel op zeer korte termijn aangepast kan worden aan een verminderde afname. Volgens Schelhaas mag het landbouwbeleid ook na 2014 niet overgeleverd worden aan de vrije markt, maar blijft overheidsingrijpen noodzakelijk. Voortzetting van het huidige neoliberale beleid noemde hij een onverantwoordelijke grote dwaasheid. Monique van der Laan heeft zich in de bedrijfsvoering gericht op verbredende activiteiten zoals “adopteer een koe”, waar op dit moment 90 mensen aan deel nemen. Deze contacten leveren behalve extra afzetmogelijkheden, ook veel inspiratie en nieuwe inzichten op. De biologische melk wordt afgezet door EKO Holland. Onder het motto ‘Melk op maat’ probeert deze niet meer biologische melk af te zetten, dan waar voor een redelijke prijs vraag naar is. Dit heeft de afgelopen jaren voor een goede melkprijs gezorgd. De extra inkomsten van de nevenactiviteiten maakt haar bedrijf minder afhankelijk van de onbetrouwbare overheid. Monique is er zich bewust van dat deze manier van boeren voor het gros van de melkveehouders niet weggelegd
is en pleit daarom ook voor regulering en kostendekkende prijzen. Anna Gerbrandy en Siebe de Vries gingen in op het Europese mededingingsrecht en de positie van de boer en de supermarkt daarin. Duidelijk is dat de supermarkten op dit moment de prijs bepalen en een veel grotere macht hebben dan de boeren. Globaal gezien zijn er 2 oplossingsrichtingen richting de Mededingingswet: Versterk de macht van de boeren: Het huidige mededingingsrecht verbiedt afspraken over prijs en quota (door producenten, overheid kan dit wel instellen) en staat slechts beperkt samenwerking bij verkoop toe, namelijk via de bagatel wetgeving maximaal 5% van de totale afzet. Een verruiming van 5% naar 10%, zoals op dit moment door de politiek wordt voorgesteld, lost niets op. Je blijft te klein. De conclusie is dat er binnen de huidige mededingingswetgeving weinig mogelijk is voor producenten. Beperk de macht van de supermarkten: De Mededingingswet verbiedt
het om misbruik te maken van een grote machtspositie, prijzen afdwingen onder de kostprijs kan daaronder vallen. Het probleem is echter dat supermarkten in de zin van mededinging geen te grote macht hebben. De Mededingingsautoriteit grijpt pas in als het marktaandeel van een supermarktketen boven de 60% ligt. Dit is niet het geval. De conclusie is dat het huidige mededingingsrecht een obstakel is voor een eerlijke prijsvorming. Er is in de EU wel een bijzonder mededingingsregiem voor landbouw. In artikel 36 (met een verwijzing naar artikel 33 lid 1 van het EUverdrag). In principe komt het er op neer dat indien de doelstellingen van het EU-beleid verwoord in artikel 33 in gevaar komen, er door de EU-ministerraad een uitzondering gemaakt zou kunnen worden op het mededingingsrecht. In de praktijk wordt hier echter bijna geen gebruik van gemaakt en wordt de Mededingingswet strikt toegepast. Een uitweg kan zijn als je aan kunt tonen dat natuur of milieu bedreigd wordt. Bijvoorbeeld vissers die aantonen dat er vangstquota ingesteld moeten worden om de visstand niet in gevaar te brengen. Opvallend is dat de kartelwetgeving in de VS producenten meer mogelijkheden biedt dan in de EU. Dankzij de nog altijd geldende antitrust wetgeving van 1920 mogen producentenorganisaties in de land-
De koeien op De Beekhoeve volgen de discussie van GroenLinks nauwkeurig.
8
bouw wel prijs- en quota-afspraken maken. Zo houdt de CWT, waaraan ongeveer 80% van de Amerikaanse melkveehouders deelneemt, een klein deel van het melkgeld in en probeert zij hiermee de melkprijs te ondersteunen door koeien en producten van de markt te halen. In
de EU kan dat op dit moment niet. Prijsafspraken worden nog steeds gezien als doodzonde. Een fonds vormen om de (melk)prijs te onder steunen mag niet. Het zou misschien wel mogen als het gebruikt wordt voor herstructurering van de sector. Gerbrandy en de Vries adviseerden
om vooral te lobbyen bij de Europese politiek voor wetswijzigingen in het EU-mededingingsrecht. Er zou vanwege de zwakke positie van de agrariërs een verruiming van de uitzondering voor de landbouw in het mededingingsrecht op EU-niveau plaats moeten vinden.
Liberalisatie en Afrika Op 23 april jl. vond in Nijmegen het debat “Partner van Europa: Vloek of zegen voor de Afrikaanse boer” plaats. Aan dit debat onder leiding van Stefan Verwer werd deelgenomen door: Patrick John Byaruhanga, melkveehouder uit Oeganda; Harruna Ibraimah, boerenleider uit Ghana; George Osei-Bimpeh, medewerker van een Ghanese ontwikkelingsorganisatie; Burghart Ilge, Both Ends; Klaas Johan Osinga, LTO; en Hans Geurts, NMV. Dumping In zowel Oeganda als Ghana heeft men enorm veel last van de invoer van dumpartikelen zoals spotgoedkope tomaten uit Spanje, Italië en China en melkpoeder uit de EU. Door afspraken met de wereldbank en het IMF uit het verleden mag Ghana zijn boeren niet met importheffingen beschermen en zijn zelf overheidsprogramma’s waarin gezamenlijk kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen ingekocht werden, geschrapt. De kleinschalige Oegandese melkproductie wordt vooral lokaal verwerkt en verkocht. De goedkope geïmporteerde melkpoeder uit de EU drukt de binnenlandse prijs. De melkveehouders in Oeganda kunnen zich pas verder ontwikkelen wanneer geïmporteerd melkpoeder niet meer in de weg staat. EPA’s De Economic Partnership Agreements (EPA’s) die de EU de Afrikaanse landen op probeert te dringen,
gaat uit van volledige vrije handel tussen de EU en Afrika, aldus Burghart Ilge. Afrikaanse boerenorganisaties zijn hier fel op tegen omdat de kleine, slecht opgeleide boer in Afrika met beperkte middelen en infrastructuur niet kan concurreren met de goed opgeleide grootschalige boer uit Europa die een fors bedrag aan inkomenssteun krijgt. Debat In het debat ging Osei-Bimpeh fel in discussie met Osinga van LTO. Deze gaf hoog op van het ondersteunen van coöperaties in Afrika. Volgens Osei-Bimpeh is de organisatie van de boeren het probleem niet, zij zijn al georganiseerd. Het probleem is dat de Afrikaanse landen hun boeren niet of onvoldoende kunnen beschermen tegen dumpingen uit Europa, welke door de EPA’s nog verder versterkt worden. Hans Geurts gaf aan dat de NMV ziet dat we allemaal hetzelfde probleem hebben; overproductie en te lage prijzen. Dit is alleen op te lossen door in de EU door middel van een flexibele melk-
quotering de productie aan te passen aan de vraag. Het met exportsubsidie dumpen van overschotten is schandalig en geheel niet nodig. Afrika-dag Op 25 april jl. werden door Both Ends en Platform ABC op de Afrikadag van de Evert Vermeer Stichting, workshops gehouden met als thema “Het Europese landbouw en handels beleid: De gevolgen voor de Afrikaanse boer”. Deelnemers: Patrick John Byaruhanga, Burghart Ilge, Hans Geurts en Tweede Kamerlid Harm Evert Waalkens. Op deze drukbezochte en interactieve bijeenkomst, waar veel Afrikanen aanwezig waren, werd wederom ingegaan op de gevolgen van de verdergaande liberalisering en de afbouw van het Europese landbouwbeleid voor de Afrikaanse en kleinschalige Europese boeren. Op zowel de bijeenkomst in Nijmegen als die in Den Haag werd de inbreng van de NMV zeer gewaardeerd door zowel de organisatoren als ook het publiek.
9
NMV-reactie op Concept Natuurbalans 2009 De landbouwsector is zeer betrokken bij de natuur en het landschap. Door de Europese verordeningen probeert de landbouwsector positief bij te dragen aan de ontwikkeling van natuur, milieu en landschap. Helaas merkt de NMV dat de juiste feiten vaak ontbreken om oplossingen te creëren en dat het economische aspect onderbelicht blijft. In het concept Natuurbalans 2009 wordt deze NMV-gedachte jammer genoeg bevestigd. Zo constateert de NMV dat de Nederlandse interpretatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) grote problemen geeft bij de uitvoering. En ook het Europese landbouwbeleid heeft nadelige gevolgen voor het landschap, natuur en milieu.
gestemd. Een rendabele melkveehouderij gaat dan hand in hand met juiste aandacht voor natuur, milieu en landschap. Produceren voor de wereldmarkt met dumpprijzen, geeft de sector te weinig ruimte. De NMV pleit dan ook al jaren voor een flexibele marktregulatie.
Liberalisering is voor de veehouderij slecht maar ook voor milieu, natuur en landschap. Het realiseren van een zo laag mogelijke kostprijs gaat niet samen met bescherming van natuur en landschap. Bescherming van het landschap, de natuur en het milieu kost immers extra inspanning en dus geld.
Flora- en fauna In de Flora- en Faunawet worden heel veel soorten beschermd, zoals vossen, kraaien en ganzen. Hierdoor neemt de weidevogelstand af. Waar ganzen foerageren, willen weidevogels niet broeden en doordat er veel te veel vossen, kraaien en andere roofdieren komen, hebben de weidevogels het heel moeilijk. De natuur in Nederland kan zichzelf niet in stand houden, hiervoor is een beleid nodig om evenwicht te krijgen en te houden.
Liberalisatie versus markt regulatie Wanneer men kiest voor liberalisering en wereldmarkt moet de veehouderij hiervoor ruimte krijgen, die ten koste gaat van de drie elementen landschap, natuur en milieu. Wanneer men wel voor deze drie elementen wil kiezen, dan hoort hierbij een gezond inkomen voor de veehouderij om dit mogelijk te maken. Het beleid van de Nederlandse overheid kan alleen slagen wanneer vraag en aanbod op elkaar zijn af-
10
Stikstofdepositie Het ministerie van LNV en het ministerie van VROM ondervinden problemen met het beleid over de stikstofdepositie in en nabij natuurgebieden. De NMV is al langer van mening dat de stikstofdepositie door melkveebedrijven niet de grootste bedreiging is voor de soorten en typen
in de natuur. Zo zien we op vele plaatsen dat het hoogveen, dat zo gevoelig zou zijn voor ammoniak, het in gebieden met melkveehouderijbedrijven juist goed tot redelijk goed doet. In de Peel en vooral Haaksbergerveen doet het hoogveen het zelfs heel goed door het gevoerde waterbeleid. Daarom heeft de NMV ook grote vraagtekens bij de WAV, nu gebleken is dat de ammoniakuitstoot van bedrijven in de directe omgeving van natuurgebieden maar heel beperkt tot zelfs minimaal is voor het gebied. In het concept Natuurbalans 2009 wordt gesteld dat de landbouwsector meer zou kunnen profiteren van groene en blauwe diensten. De ervaring leert dat deze diensten veel te bureaucratisch en onwerkbaar zijn ingesteld. Daarbij wegen de vergoedingen meestal niet op tegen de beperkingen en de kosten. Ook het klimaat speelt een grote rol bij de ontwikkeling van natuur. Zo zien we momenteel dat het vroege voorjaar met zijn extreem hoge temperaturen voor sommige soorten zeer gunstig is, maar dat het voor andere soorten nadelig is. Tot slot is de NMV de mening toegedaan dat herstel van natuur heel veel jaren zal duren. Resultaten van gevoerd beleid en getroffen maatregelen zijn pas na langere tijd zichtbaar. Zowel de overheid als de sector zal hierin haar geduld moeten betrachten.
Internationale videoconferentie in Brussel Op initiatief van de (Duitse) Groenen in het Europees Parlement vond er op 29 april jl. een videoconferentie plaats met deelnemers uit Azië (Manilla), Afrika (Dakar) Europa (Brussel), Zuid-Amerika (Brasilia) en Noord-Amerika (Washington). Vanwege de tijdverschillen begon de conferentie met Manilla, Dakar en Brussel en eindige zonder Manilla en met Washington. Vanwege de problemen met de Mexicaanse griep die op dat moment heftig speelde, kon Brasilia uiteindelijk niet meedoen. Doel van de conferentie was om naar aanleiding van de recente voedselcrises en de enorme problemen met armoede en honger, te zoeken naar oplossingen. Hoe kunnen lokale, regionale, nationale en
internationale voedselsystemen de wereld voorzien van voldoende en veilig voedsel? Ieder continent kreeg de gelegenheid om hun problemen te analyseren en voorstellen te doen voor oplossingen. De andere continenten konden hier weer op reageren. De European Milk Board (EMB) was gevraagd uitleg te geven over haar doel en vooral over de door haar nagestreefde flexibele marktregulering in boerenhanden. Hans Geurts, vice-voorzitter van de NMV, was gevraagd om dit namens de EMB toe te lichten. De bundeling onder melkveehouders in heel Europa, zoals die op dit moment door de EMB plaatsvindt, is revolutionair te noemen en maakt wereldwijd indruk.
Enkele conclusies die getrokken werden op de conferentie: - Er concurreren op dit moment wereldwijd twee systemen, namelijk: Het dominante export georiënteerde geïndustrialiseerde systeem. De familie landbouw, gericht op het voeden van de lokale, regionale of nationale bevolking. - Enkele machtige multinationals beheersen in toenemende mate de wereldwijde voedselvoorziening, dit is een bedreiging, mede door de patentering op zaden. - De wereld moet toe naar voedselsoevereiniteit en wereldwijde afspraken over regulering. Belangrijke problemen zijn de overproductie en lage prijzen. - Een duurzame landbouw heeft familiebedrijven nodig. De huidige grootschalige landbouw heeft veel te veel input nodig en is niet duurzaam.
VAN DE VOORZITTER Prijst de melk! Melkveehouders lijken wel murw te zijn geworden door deze lage melkprijs. Vorig jaar rond deze tijd startten in Duitsland melkacties en de DDB verklaarde zich hier solidair mee. Veel boeren leverden een aantal dagen geen melk aan hun zuivelverwerker. Ook werden enkele vestigingen van Friesland Foods geblokkeerd. Dit leidde tot felle reacties van boeren die niet met de leverboycot meededen. Men wilde leveren, melk thuis houden kostte hen geld. Hopelijk gaan deze boeren nog eens bij zichzelf te rade. De melkprijs is 20 á 30 % gedaald. Dit betekent 20 á 30% minder melkgeld. Op jaarbasis melken we dus ten opzichte van vorig jaar zo’n 3 maanden zonder melkgeld te ontvangen. De Europese leverstop was een actie tegen de ondergesneeuwde positie
van de melkveehouder, die in de zuivelwereld als sluitpost geldt. Ik zeg niet dat de boeren die toen de acties gebroken hebben er verantwoordelijk voor zijn dat nu iedereen een leverstop heeft van 3 maanden (lees geen melkgeld ontvangt over 3 maanden ten opzichte van vorig jaar). Maar ze hebben zeker niet bijgedragen aan het verbeteren van de positie van de melkveehouder in de keten. Saillant detail: ik kreeg ook een ‘dreigbrief’ van Friesland Foods om de melkleveranties weer te starten, terwijl Friesland Foods op het eind van datzelfde superheffingjaar vroeg om te melden wie tijdelijk niet ging leveren in verband met hun logistiek. Laatst kreeg ik een telefoontje van een melkveehouder die het schandalig vond dat zijn hele melkgeldafrekening op ging aan een bulkje voer en kunstmest. Gelijk heeft deze boer. Een halffabricaat als voer en
kunstmest moet meer kosten als het eindproduct melk. Geen enkele econoom die dit recht kan rekenen. De NMV heeft voor deze lage melkprijzen gewaarschuwd; eind 2007 gingen de noteringen voor melkproducten al dalen. Toch besloot minister Verburg door toedoen van LTO en NZO te pleiten voor het produceren van meer melk. De uitwerking van deze lobby hebben we in 2008 en zeker in 2009 kunnen merken. Hoe de melkprijsont wikkeling nu verder gaat? Ik heb er een hard hoofd in. Zolang de positie van de boer in de coöperatie marginaal blijft, zal ook de melkprijs voor hen in dezelfde categorie vallen. Voorzitter Peter ten Hoeve
11
Agenda 15 juni Nijkerk, De Schakel, 20.00 uur, NMV-bestuursvergadering.
Op de NMV-site www.nmv.nu vindt u actuele nieuwtjes uit de melkveehouderij en van de NMV.
Adressen NMV
NMV T-shirt Wilt u ook aan iedereen laten zien, dat u lid bent van een melkveehoudersorganisatie die uw inkomen centraal stelt? De NMV heeft T-shirts laten drukken met op de voorkant een mooie koeienkop en het NMV-motto: Inkomen, daar draait ’t om! In diverse kleuren en maten. Voor het bedrag van € 7,50, excl. de verzendkosten ad € 2,45 per stuk (boven de drie stuks bedraagt de porto € 7,50) kunt u de trotse bezitter worden van dit exclusieve NMV-shirt. U kunt het T-shirt bestellen door te bellen met het NMV-secretariaat tel. 0344-655336.
Secretariaat NMV Tabaksland73, 4031 MH Ingen tel. 0344-655336 fax 0344-655221 email
[email protected] www.nmv.nu Contactpersonen NMV Grongen en Drenthe: Steef Pronk, De Wilp, 0594-642922 Friesland: H. Wiegersma, Rimsumageest, 0511-421083 Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, 036-5228630 Noord-Overijsel: Marion Logtenberg, Baak, 0575-441504 Riverengebied: Peter van Beest, Lienden, 0344662334 Gelderse Vallei/Utrect-Oost: Kees Groenestein, Eemnes, 035-5313970 Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, 0224-297156 Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, 0294-253447 De Ronde Venen: Renee Wahle, Zevenhoven, 06-10648997 Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Marja Dijkshoorn, Nieuwerbrug, 06-51400596 Alblasserwaard en Vijfeerenlanden: Tuenis Sterk, Hei- en Boeicop, 0347-342132 Holland-West: Ard van der Harg, Pijnacker, 06-13422540 West-Brabant, Zeeland en Zuidhollandse Eilanden: M. Bouwmeester, Oudenbosch, 0165-313503 Langstraat e.o.: Frank van Pelt, Oosteind, 0162-437955 Midden-Brabant: Jos Klijs, Tilburg, 0161-451717 De Kempen: Peter Vingerhoets, Diessen, 013-5041373 Maaskant: Martien Rongen, St. Anthonis, 0485-384372 Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg: Corné Reijrink, Ospel, 077-4661285 U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contactpersonen of bij het NMV-secretariaat. NMV-meldpunt I&R: 06-27328094 Foto “Koebont”: Roeland Koning
Vele NMV-ers hebben al via MAIN Energie geprofiteerd van de gunstige tarieven en besparen nu zo’n 10 tot 20% per jaar op hun energienota. Naast de financiële voordelen, bieden wij u ook persoonlijk contact. Bij MAIN Energie krijgt u direct een medewerker aan de lijn, die uw vragen kan beantwoorden. U heeft geen administratieve rompslomp en MAIN Energie zegt voor u uw huidige contract op. Voor meer informatie bel naar MAIN Energie, tel. 020-6653267, en vermeld duidelijk dat u lid bent van de NMV en van het NMV-tarief gebruik wilt maken. Zijn er daarna nog vragen over het tarief of anderszins, bel dan met het NMVsecretariaat, dan zullen wij samen met u en MAIN Energie de onduidelijkheden wegnemen.
Ledenactie Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u mee kan denken, praten en beslissen? Word dan lid van de NMV: de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan! Wie nu lid wordt kan kiezen uit een welkomstgeschenk: ontvang één van de prachtige De faire melk doeken-gratis of kies voor een blauwe overall met op het voorzakje het logo van de NMV en op het achterpand de kreet “Inkomen, daar draait ’t om”. Ook wanneer u uw collega lid maakt, kunt u kiezen uit de welkomstgeschenken. Meer informatie over de faire melk vindt u op: www.defairemelk.nl. Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel. 0344-655336 of via onze site www.nmv.nu. Deze nieuwe NMV-overalls zijn ook te bestellen. Ze kosten € 29,- per stuk, de verzendkosten bedragen € 7,50. Verkrijgbaar in de maten 54, 56, 58, 60 en 62.