Actie uit te voeren op langere termijn

Inspectieverslag brandweer ROESELARE Technische Brandweerinspectie (brandpreventie, bluswatervoorziening, voorafgaande interventieplannen, kazernering)

Volledig verslag Civiele Veiligheid Brandpreventie en gebouwen § + 32 2 500 22 79 ¨ + 32 2 500 23 65

Inspecteur:

ir. Randy MAENHOUT

Datum:

4 mei 2006

Plaats:

Koning Albert I-laan 4 – 8800 Roeselare

Aanwezig:

Kpt-cdt. Donald WITHOUCK – Brandweer Roeselare; Lt. Eric VERACX – Brandweer Roeselare; Olt. Christian GRYSPEERT – Brandweer Roeselare; ir. Randy MAENHOUT – FOD Binnenlandse Zaken; ir. Jan DE SAEDELEER – FOD Binnenlandse Zaken.

[email protected]

Dit is het verslag van het inspectiebezoek door de technische brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. Het inspectieverslag en zijn besluiten zijn uitsluitend gebaseerd op de ingevulde vragenlijst, de aanvullende informatie gegeven tijdens het bezoek zelf en het onderzoek van de stukken (brandpreventieverslagen, politiereglementen,…). De besluiten van de inspectie volgen na elk deelaspect. Bij de verschillende luiken zijn ook actiepunten opgenomen. Voor de bepaling van de prioriteit ervan dienen volgende regels te worden gerespecteerd: Prioriteit 1 Onmiddellijke actie

Actie uit te voeren ten laatste 1 jaar na inspectiebezoek

Prioriteit 2 Maatregelen nemen

Actie uit te voeren tegen volgend inspectiebezoek (2 jaar)

Prioriteit 3 Aandacht vereist

Actie uit te voeren op langere termijn

Dit inspectieverslag is opgemaakt conform met de voorschriften van NBN-EN 45004 / ISO 17020 voor keuringsinstellingen.

Technische Brandweerinspectie– Ref. 060504RoeselareT1_0

Blad 1/18

Luik I.

Identificatie van het brandweerkorps

Dit luik bevat voornamelijk algemene informatie betreffende de brandweer. Aan de hand van deze gegevens wordt een gegevensbank met adressen bijgehouden die de FOD Binnenlandse Zaken raadpleegt om informatie uit te wisselen met de brandweer. Type:

Y

Hoofdpost:

Koning Albert I-laan 4 8800 ROESELARE 051 27 21 70 051 27 21 79 [email protected]

§(adm) ¨ e-mail

Officier-dienstchef: § e-mail

Kpt-cdt. Donald WITHOUCK 051 20 76 45 [email protected]

Beschermde gemeenten:

ROESELARE

Luik II.

Beleid inzake brandpreventie

Luik II handelt over het beleid inzake brandpreventie van de brandweer. Het betreft hier in de eerste plaats de algemene richtlijnen, de wettelijke verplichtingen op alle niveaus en de documentatie die hiervoor beschikbaar is.

II.1

Algemeen beleid

II.1.1 Algemeen beleid van de brandweer ten overstaan van de brandpreventie. Dit beleid richt zich vooral op het verstrekken van adviezen voor brandpreventie van nieuwe gebouwen of inrichtingen, of voor aanvragen voor erkenning, in opdracht van de burgemeester. Controles achteraf, na realisatie van het gebouw of inrichting, gebeuren enkel op vraag van de bouwheer. Periodieke controles van bepaalde types gebouwen gebeuren enkel wanneer attesten dienen vernieuwd te worden. De brandweer doet verder proactief aan brandpreventie door middel van het invoeren van regelgeving voor natuurlijke kerstbomen. Er is nog geen werkgroep brandpreventie opgestart binnen de hulpverleningszone.


Blad 2/18

II.1.2 Gemeente(n) die niet tot de beschermde gemeenten beho(o)r(t)(en) waarin de brandweer, in toepassing van artikel 22bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, belast is met de opdrachten inzake brandpreventie. Geen.

II.2

Gemeentelijke politiereglementen

II.2.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE van de gemeentelijke politiereglementen inzake brandpreventie. ROESELARE

II.2.2

Titel

Toepassingsgebied

Datum bekrachtiging

Administratieve verordening op de verhuur van kamers

Gebouwen waar minstens 1 kamer (…) wordt verhuurd als logies (…)

27/06/1994

Administratieve verordening inzake brandveiligheid in de voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen

Voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen

27/06/1994

Toepassing en regelmatige bijwerking van deze politiereglementen. De politiereglementen zijn voldoende recent en aangepast.

II.2.3 Stappen ondernomen vanuit de brandweer om het ontwerp of de aanpassing van politiereglementen te promoten. Het politiereglement voor publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen werd aangepast voor de aanwezigheid van natuurlijke kerstbomen. Voorlopig zijn er nog geen initiatieven om ze op zoneniveau te evalueren, aan te passen of eenvormig te maken.

II.3

Documentatie

II.3.1 Bijgehouden syllabus met alle reglementeringen inzake brandpreventie, ook betreffende de arbeids- en de milieuveiligheid. Ja. II.3.2 Belgische en Europese normen inzake brandpreventie. Ja, maar deze zijn onvolledig.


Blad 3/18

II.3.3 Normen waarover de brandweer beschikt (steekproefsgewijze controle): NBN B 61-001 Stookafdelingen en schoorstenen (1986)

;

NBN S 21-100 Reddings- en brandweermaterieel – opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder (1986)

NBN S 21-205 Brandbeveiliging van de gebouwen – Hotels en gelijkaardige inrichtingen – Algemene eisen (1992)

;

NBN EN 671-1 Vaste brandbestrijdingsinrichtingen – Slangstelsel – Deel 1: Slanghaspels met vormvaste slang (2001)

NBN S 21-208-1 Brandbeveiliging van gebouwen - Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) - Deel 1: Grote onverdeelde ruimten met een bouwlaag (1995)

;

II.3.4 Technische documentatie (o.a. tijdschriften) inzake brandpreventie waarover de brandweerdienst beschikt. ANPI-magazine, documentatie van bedrijven in de sector, materieel.

Besluit en opmerkingen Beleid inzake brandpreventie

1.

De brandweerinspectie stelt vast dat het beleid inzake brandpreventie voldoende is uitgebouwd.

2.

Op zonaal niveau worden voorlopig geen initiatieven genomen voor een werkgroep brandpreventie. Dit overleg zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot het eenvormig maken van politiereglementen of systematische informatie-uitwisseling. Actie: De brandweer speelt een meer actieve rol in de commissies betreffende brandpreventie op zoneniveau. Prioriteit: 2 (Maatregelen nemen).

3.

De documentatie die de brandweer ter beschikking heeft is meestal voldoende en toereikend om de taken inzake brandpreventie goed te kunnen uitvoeren.


Blad 4/18

Luik III. III.1

Strategie inzake brandpreventie

Voorafgaande interventieplannen

III.1.1 Opdrachtgever tot het maken van een interventieplan. Het initiatief voor het opstellen van interventieplannen gaat uit van de bedrijven of de brandweer. Momenteel zijn er geen bedrijven waarvoor een interventieplan dient opgesteld te worden. III.1.2 Interventieplannen – welke gebouwen, gebouwencomplexen en installaties. Voor een 230-tal bedrijven of instellingen zijn voorafgaande interventieplannen beschikbaar. De selectie is gebeurt op basis van risico’s ’s nachts, grote bedrijven of bedrijven met een sleutelsysteem. III.1.3 Opsteller van de interventieplannen - richtlijnen. De brandweer stelt de interventieplannen op. De structuur, inhoud en opmaak van de interventieplannen gebeurt op basis van het model NVBB. Nazicht van enkele interventieplannen levert een goede kwaliteit op. III.1.4 Periodiek bijhouden van deze dossiers. De interventieplannen worden bijgehouden in de stelplaats en de eerste interventievoertuigen. Er zijn geen afspraken gemaakt voor herziening van de interventieplannen.

III.2

Vorming gegeven aan burgers, bedrijven of instellingen De brandweer geeft in beperkte mate vorming omtrent brandpreventie, voor stadsgebouwen. De brandweer assisteert bij evacuatieoefeningen van stadsgebouwen.


Blad 5/18

Besluit en opmerkingen Strategie inzake brandpreventie

4.

De brandweer is proactief voor het opstellen van voorafgaande interventieplannen. De brandweerinspectie adviseert om verdere inspanningen ter zake te doen, met name wat betreft de nieuwe dossiers en voor periodieke herziening van de bestaande dossiers. De informatie op deze interventieplannen moet beknopt zijn en direct nuttig voor de interventie. Deze interventieplannen dienen op een gestructureerde en eenvormige wijze te worden samengesteld, door de brandweer of in overleg met de brandweer. De informatie die de bedrijven verstrekken dient aan bepaalde minimumeisen te voldoen en omvat minstens: - inlichtingen over bereikbare personen, bouwwijzen, aanwezige gevaren en actieve brandbeveiliging; - liggingsplan met toegangswegen, hoofdingang(en), hoofdafsluiters, bluswatervoorzieningen, sleutelkluis, noordpijl, schaal, verzamelplaatsen voor personen; - grondplannen met toegangen, hoofdschakelaars, afsluiters, trappen, gevaren (gevaarlijke producten …) en grote risico’s, actieve brandbeveiliging (detectie, sprinkler, RWA, gasblusinstallatie, incl. synoptisch bord en bedieningsborden), noordpijl, schaal. Bovendien bepaalt het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen in artikels 21 en 29 het oprichten van een gemeentelijk coördinatiecomité en een veiligheidscel. Actie: In elke gemeente die behoort tot het beschermde gebied van de territoriaal bevoegde brandweer wordt een gemeentelijk coördinatiecomité en een veiligheidscel opgericht. Prioriteit: 2 (Maatregelen nemen).


Blad 6/18

Luik IV.

Omvang van de brandpreventieopdrachten

ROESELARE

IV.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE in welke van de volgende gevallen om een onderzoek gevraagd wordt.

In het kader van stedenbouwkundige vergunningen voor: appartementsgebouwen

A

kantoorgebouwen

A

winkels, cafés en andere publiek toegankelijke gebouwen

A

industriegebouwen

A

In het kader van verkavelingsvergunningen voor: woningen

Z

ambachtelijke zones

A

klasse 1

A

klasse 2

A

klasse 3

Z

ziekenhuizen

A

In het kader van milieuvergunningen voor:

In het kader van wettelijk voorgeschreven attesten voor: rustoorden, serviceflats, dienstencentra

A

voetbalstadia

A

kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang

A

logiesverstrekkende en openluchtrecreatieve bedrijven (hotels en campings)

A

kamerwoningen en studentenkamers

A

In het kader van gemeentelijke politieverordeningen voor: lokalen met dansgelegenheid

A

publiek toegankelijke inrichtingen

A

kamerwonen

A

In het kader van aanpassingen aan de openbare weg voor: zone 30

N

snelheidsbeperkende maatregelen zoals drempels, asverschuivingen

Z

eenrichtingsverkeer

In het kader van grote volkstoelopen (openlucht manifestaties,…)

N M

Andere Betekenis van de letters:

parades, braderie A Altijd, Meestal, Soms, Zelden, Nooit, - (niet van toepassing).

IV.2 Signalisatie van de bluswatervoorzieningen - regelmatige controle op goede werking. Technische Brandweerinspectie– Ref. 060504RoeselareT1_0

Blad 7/18

IV.2.1 Signalisatie van de hydranten overeenkomstig de omzendbrief van 14 oktober 1975. De meeste hydranten zijn overeenkomstig gesignaliseerd. IV.2.2 Periodieke controle van de werking van de hydranten: frequentie en methode. Dit gebeurt 3-jaarlijks door mensen van de brandweer. Uitgevoerde controles zijn ligging, signalisatie, bereikbaarheid, bruikbaarheid en werking. Het debiet wordt niet gemeten. Niet-conforme hydranten worden doorgegeven aan de watermaatschappij zodat zij die in orde kan brengen. Er komt geen terugkoppeling van de watermaatschappij bij herstellingswerken.

IV.2 Controle op de brandpreventie. IV.2.1 Afspraken, gemaakt met de burgemeester(s), omtrent een systematische controle van bepaalde gebouwen (scholen, bioscopen, winkelcentra, cafés,…). Er worden geen afspraken gemaakt met de burgemeester voor deze systematische controles (bijv. feestzalen en cafés). IV.2.2 Controleonderzoek ter plaatse uitgevoerd na de beëindiging van de bouwwerken (brandpreventieverslag naar aanleiding van een stedenbouwkundige of milieuvergunning). Het controleonderzoek gebeurt bij aanvragen van attesten en wanneer de bouwheer erom vraagt.

Besluit en opmerkingen Omvang van de brandpreventie-opdrachten

5.

Voor de meeste gebouwen of inrichtingen krijgt de brandweer een brandpreventieopdracht. Toch stelt de brandweerinspectie vast dat dit voor bepaalde gebouwen (bijv. publiektoegankelijke inrichtingen, studentenkamers) niet systematisch gebeurt. Zij stelt dan ook voor aan de burgemeester om hieromtrent afspraken te maken met de brandweer. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer voor systematische controles van bepaalde gebouwen. Prioriteit: 2 (Maatregelen nemen).

6.

De brandpreventie dient niet enkel op papier geregeld te zijn, maar ook in de praktijk toegepast te worden. Daartoe is de controle achteraf een onontbeerlijke schakel in het proces: een meer systematische controle a posteriori van de voorgeschreven maatregelen is voor een aantal categorieën van gebouwen dan ook wenselijk. Actie: De brandweer doet, op instructie van de burgemeester, voor een aantal categorieën van gebouwen een controle a posteriori van de brandpreventiemaatregelen. Prioriteit: 3 (Aandacht vereist).


Blad 8/18

Luik V.

Procedures

V.1 Procedures voor brandpreventieopdrachten. V.1.1 Opdrachtgever tot het uitvoeren van een onderzoek: burgemeester / technische dienst / particulier / brandweer V.1.2 Schriftelijke / mondelinge instructies omtrent de dossiers die men voor onderzoek naar de brandweer moeten zenden? Deze worden zowel mondeling als schriftelijk gecommuniceerd. V.1.3 Bedrag van de retributie, indien deze aangerekend wordt voor de opdrachten. Geen. V.1.4 Instructies aan de architecten omtrent de informatie die op de plannen moeten vermeld zijn (bvb. brandweerstand van deuren). Er zijn geen uitgeschreven instructies beschikbaar. V.1.5 Advies in de preventieverslagen gehanteerd voor bouwprojecten waarvan op plan inbreuken vast te stellen zijn op de regelgeving: gunstig onder voorwaarden / ongunstig. Beide adviezen worden gehanteerd. Het advies ‘Ongunstig’ wordt gegeven indien de bouwkundige gevolgen te ingrijpend zijn. V.1.6 Handtekeningen op de preventieverslagen Zowel preventieofficier als dienstchef. V.1.7 Preventieverslagen opgestuurd naar burgemeester / technische dienst / bouwheer / architect / inspectie / andere V.1.8 Bewaring van de dossiers (met of zonder plannen, duur, op adres of op nummer,…) De dossiers met plannen worden bewaard in de kazerne op nummer. V.1.9 Realisatie van de eenvormigheid van de brandpreventieadviezen. De eenvormigheid van de adviezen wordt regelmatig overleg tussen de brandpreventieofficieren. Grotere projecten worden in groep geadviseerd. Er zijn geen afspraken binnen de brandweerzone om deze eenvormigheid te bekomen.


Blad 9/18

V.2 Procedures voor bluswatervoorziening. V.2.1 Aanspreekpunt bij de brandweer voor alle onderwerpen, vragen,… die betrekking hebben op bluswatervoorzieningen. De officier-dienstchef. V.2.2 Identificatie van zwakke punten in de bluswatervoorziening. De evaluatie van de zwakke punten gebeurt na oefeningen en interventies. V.2.3 Plannen van het openbaar waterleidingnet. Deze plannen zijn op plan beschikbaar in de kazerne. V.2.4 Plannen van waterwinplaatsen (stromend of stilstaand water). Deze informatie is op plan beschikbaar in de kazerne. V.2.5 Tijdelijke en permanente wijzigingen van de voorzieningen - bekendmaking aan de brandweer. Deze informatie is doorgaans niet beschikbaar en ook de doorstroming ervan naar de brandweer is onvoldoende geformaliseerd. V.2.6 Afspraken met de watermaatschappij betreffende het verhogen van de druk in geval van nood. Geen. V.2.7 Advies van de brandweerdienst bij de aanleg of aanpassingen van het openbare waterleidingsnet. Dit gebeurt soms.

V.3 Procedures voor voorafgaandelijke interventieplannen. V.3.1 Gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waarvoor geen interventieplan bestaat, maar waarvoor het aangewezen is er een op te stellen. Volgens de brandweer zijn er geen gebouwen of installaties in dit geval.

Besluit en opmerkingen Procedures

7.

De brandweerinspectie stelt vast dat er voldoende procedures bestaan betreffende de opdrachten inzake brandpreventie en het opstellen van voorafgaande interventieplannen. Zij adviseert om de aanvraagprocedure voor de opdrachten verder te formaliseren zodat de aanvragen steeds via hetzelfde kanaal aankomen, de burgemeester.

8.

De procedures betreffende bluswatervoorziening zijn onvoldoende uitgebouwd. Hierbij dient de focus vooral te liggen op het formaliseren van de procedures qua informatieuitwisseling en overleg met de watermaatschappij. Actie: De brandweer legt schriftelijke procedures vast voor het garanderen van de bluswatervoorziening. Prioriteit: 2 (Maatregelen nemen).


Blad 10/18

Luik VI.

Personeel

VI.1 Personeel voor brandpreventie-opdrachten. VI.1.1 Lijst van het personeel voor brandpreventie-opdrachten. Beroeps / Vrijwillige r

Datum brevet Technicus Brandvoorkoming

Kpt-cdt.

B

19/12/1983

Supervisie, controle, assistentie bij grotere projecten

VERACX Eric

Lt.

B

19/12/1987

Voorbereiden en opstellen van adviezen

GRYSPEERT Christian

Olt.

B

19/10/2005

Stage

(naam niet meegedeeld)

-

-

-

Naam en voornaam

Graad / Functie

WITHOUCK Donald

Taak / specialisatie bij brandpreventieopdrachten

Administratieve ondersteuning halftijds

VI.1.2 Aanvullingen bij de lijst. VI.1.2 Vorming van het personeel. VI.1.2.1 Bijscholing, vorming, studiedagen,… op regelmatige tijdstippen, noodzakelijk om bij te blijven in de materie, voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. Ja. VI.1.2.2 Vrije toegang tot de documentatie, normen, syllabi voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. Ja.

VI.2 Werkbelasting van het personeel voor brandpreventie-opdrachten. VI.2.1 Schatting van het aantal mandagen/jaar gepresteerd, in de brandweerdienst, voor volgende opdrachten. Aantal mandagen/jaar Raming 2005 met huidige bezetting (1 mandag = 8 uur) Adviezen en controles inzake brandpreventie

300

Opleiding en permanente vorming in het kader van de brandpreventie

20

Opstellen en bijhouden interventieplannen

150

Andere opdrachten

300

Hydrantencontrole door brandweer Totaal


Informatie niet beschikbaar 770

Blad 11/18

VI.2.2 Schatting van de gemiddelde tijd die verloopt tussen het ontvangen van een opdracht inzake brandpreventie en het verzenden van het verslag. Gemiddeld 3 dagen. VI.2.3 Voldoende mensen en middelen voor de brandweer om zich op een snelle en kwaliteitsvolle wijze van zijn taak inzake brandpreventie te kwijten. Volgens de officier-dienstchef is er onvoldoende personeel om systematische en preventieve controles correct te kunnen uitvoeren.

Besluit en opmerkingen Personeel

9.

De brandweerinspectie stelt vast dat er momenteel voldoende personeel voorzien is dat met brandpreventie-opdrachten belast is.


Blad 12/18

Luik VII.

Brandpreventie-opdrachten

VII.1 Gebouwen of instellingen waarvoor een brandpreventie-opdracht werd ontvangen. (Steekproefsgewijze controle) Naam van gebouw of instelling

Adres

Opdrach t

Datum laatste onderzoek –

(kruis aan als ja)

Opmerkingen 18/11/2004

1. Jeugdhuis JOC DIEZIE

Sint-Michielsstraat 16 8800 Roeselare

2. Residentie Prinsenhof

Godshuislaan 92-96 8800 Roeselare

3. Arsenaal (Nationaal Wielermuseum)

Polenplein 15-17 8800 Roeselare

4. Cultuurcentrum De Spil

H. Spilleboutdreef 1 8800 Roeselare

5. De Spiegelaere Fernand NV

Nieuwe Abelestraat 20 8800 Roeselare

6. Appartementsgebouw

Bruggesteenweg 59 8800 Roeselare

7. Meubelen ’t Casteelken

Sint-Petrus & Paulusstraat 2 8800 Roeselare (Rumbeke)

;

8. IBO De Speelvogel

Kokelaarstraat 9 8800 Roeselare

;

9. Chiro Romejo

Acaciastraat 8800 Roeselare

10. Serviceflats Zilverschoon

Beversesteenweg 51 8800 Roeselare

11. Rusthuis Ten Hove

Handelsstraat 37 8800 Roeselare

12. Heilig Hartziekenhuis

Wilgenstraat 2 8800 Roeselare

;

13. Expo Roeselare

Diksmuidsesteenweg 400 8800 Roeselare

;

14. Park Rodenbach

Lange Burgstraat 5 8800 Roeselare

15. Hotel Vijfwegen Bis

Hoogstraat 8800 Roeselare

16. Fractal Building Systems

Populierstraat 73 8800 Roeselare


; Gebouw niet bekend bij de brandweer 10/03/2006

; 22/10/2002

; 06/08/1999

; 11/08/2000

; 20/11/2002

27/02/2003

23/08/1995

; 12/03/2003

; 14/10/2005

; 25/01/2006

31/10/2005

17/02/2004

; 27/02/2003

; 29/07/2002

;

Blad 13/18

Detailcontrole van dossier Serviceflats + Handelsruimte – 8800 Roeselare (niet in bovenstaande lijst) levert op: -

-

-

De referentie naar de plannen bij de verschillende preventieverslagen is niet eenduidig. We vonden 2x plannen op datum 16/12/2005; Er is geen vermelding van de buitentrap die niet doorloopt tot op het evacuatieniveau; Bij de voorschriften is een tabel uit Bijlage 5 van de basisnormen gedeeltelijk overgenomen. Het is beter om de volledige tabel over te nemen of te vermelden ‘voor andere bouwelementen gelden de voorschriften zoals in Bijlage 5 van de basisnormen’; Er is geen vermelding van de horizontale afstand russen een raam en een buitenpasserel op +1 die geen 1 m bedraagt; De formulering ‘reglementering van toepassing’ kan beter worden vervangen door de vermelding op welke regelgeving is gesteund om tot de besluiten te komen. Dit wordt dan aangevuld met de vermelding dat alle andere regelgeving die van toepassing is onverminderd dient te worden gerespecteerd; Bij het besluit kan het beste een beknopte samenvatting van de vastgestelde nietconformiteiten worden gevoegd.

VII.2 Overzicht PER BESCHERMDE GEMEENTE van het aantal brandpreventiedossiers die het voorbije jaar zijn behandeld.

LEDEGEM

Aantal dossiers

Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning

159

Aanvraag van een milieuvergunning

65

Controles op verzoek van de burgemeester

209

Ziekenhuizen, bejaardenvoorzieningen en andere verzorgingsinstellingen

6

Hotels, campings, kamphuizen,…

19

Scholen

7

Andere

0

TOTAAL

465

VII.2 Kwaliteit van de brandpreventieverslagen. De kwaliteit van de brandpreventieverslagen is gemiddeld tot goed. De verschillende voorschriften die van toepassing zijn op het gebouw worden behandeld, alsook indien het gebouw eraan al dan niet voldoet.


Blad 14/18

Besluit en opmerkingen Brandvoorkomingsopdrachten

10.

De brandweer volgt de verschillende brandpreventiedossiers goed op. De meeste data bij de dossiers onder VII.1 zijn recent te noemen. De kwaliteit van de verslagen is gemiddeld tot goed. Pro memorie vermelden we hier nog dat een systematische controle van bepaalde types gebouwen wel noodzakelijk is (zie ook besluit 6.)


Blad 15/18

Luik VIII.

Kazernering

Dit luik was niet opgenomen in de vragenlijst. Hierin zijn punten opgenomen omtrent het gebouw en de functies die erin zijn ondergebracht, zoals zij aan bod kwamen tijdens het inspectiebezoek. VIII.1 Het gebouw. De kazerne omvat 3 gebouwen: - het hoofdgebouw; - de oefenruimte, die ook door WOBRA wordt gebruikt en hier verder niet wordt besproken; - een afzonderlijke garage voor voertuigen; Het hoofdgebouw omvat: - op het gelijkvloers: de meldkamer; - de garage, tevens de kleedplaats voor de manschappen en de opslagplaats van de duikpakken; - de onderhoudsgarage voor de voertuigen - het ademluchtlokaal, met daarnaast het lokaal met de ademluchtcompressor; - de 2 werkplaatsen; - de slangenwas en de droogtoren; - de sanitaire voorzieningen; - op de verdieping: de burelen, de sportzaal, de kantine, de 2 leslokalen. Alle lokalen zijn proper en overzichtelijk. De enige uitzondering zijn de werkplaatsen en het ademluchtlokaal, waar iets meer orde en netheid zou kunnen zijn. Om hygiënische redenen is het beter de duikpakken afzonderlijk op te slaan, en ze niet in de garage te laten hangen. Er zijn plannen om de kleedkamers van de manschappen te verplaatsen naar een afzonderlijk lokaal. De kazerne is voorzien van UPS op de vitale elektronische apparatuur en een dieselgroep voor de noodstroomvoorziening van de volledige kazerne. De afzonderlijke garage is niet voorzien van een noodstroomvoorziening. VIII.2 Het terrein rond het gebouw. Het terrein rond het gebouw omvat de parking voor de wagens van de manschappen. Er werd reeds enige tijd geleden een bodemvervuiling vastgesteld door de ondergrondse brandstoftanks. Bij de sanering ervan zullen ernstige verstoringen onstaan van de circulatie van de achterzijde van het hoofdgebouw.


Blad 16/18

VIII.3 De toegangswegen van de kazerne. De kazerne beschikt over 2 toegangswegen en 2 uitvalswegen. Dit is voldoende voor de operaties. Schets van de kazerne en zijn omgeving (niet op schaal en zonder details)

Kazerne

Afz. garage

Oefenruimte

Besluit en opmerkingen Kazernering

11.

De kazernering is voldoende.

12.

De housekeeping is goed, behalve voor de werkplaatsen en het ademluchtlokaal. Actie: De brandweer zorgt ervoor dat de alle lokalen opgeruimd worden en blijven. Prioriteit: 3 (Aandacht vereist).


Blad 17/18

Opgemaakt te Brussel op: Ingenieur-inspecteur ir. Randy Maenhout

Ingenieur-inspecteur ir. Jan De Saedeleer

Namens de minister: Adviseur-generaal ir. Stefaan Maekelberg


Blad 18/18

Inspectieverslag brandweer ROESELARE Technische Brandweerinspectie (brandpreventie, bluswatervoorziening, voorafgaande interventieplannen, kazernering)

Samenvatting Civiele Veiligheid Brandvoorkoming en gebouwen

De brandweer van Roeselare heeft geen beschermde gemeenten. De samenvatting is bijgevolg niet van toepassing.


Blad 19/1

Actie uit te voeren op langere termijn

Recommend Documents