Langere termijn huisvesting 2016 – 2020 Versie: 21 maart 2016 Referentie: 2015003836
0.
Voorwoord
Dit is een ander type huisvestingsplan dan Saxion voorheen gemaakt heeft. We schetsen duidelijke toekomstbeelden, als basis voor onze visie op de lange termijn huisvesting. We kijken zowel naar de fysieke omgeving, ‘de stenen’, als naar de wijze van bekostiging op korte en langere termijn. We geven een lange termijn kijk, die we jaarlijks actualiseren op basis van actuele, jaarlijkse ontwikkelingen en cijfers. Saxion heeft de afgelopen 20 jaar haar vastgoed planmatig uitgebreid. Op basis van langere termijn huisvestingsplannen is stap voor stap vormgegeven aan de groei in de vraag naar ruimte voor onderwijs en onderzoek. De basis hiervoor ligt in de toename van het aantal studenten en de strategische keuzes die Saxion in de loop der jaren heeft gemaakt op gebieden van onderwijs en onderzoek. We zien dat deze groei in aantallen studenten afneemt en de verwachting is dat na 2020 sprake is van stabilisatie en op den duur zelfs afname. Tegelijkertijd zien we dat de omgeving van Saxion, en daarmee ook Saxion zelf, in rap tempo verandert. De vastgoed- en huisvesting-ontwikkeling komt daardoor in een andere fase. Door de ontwikkelingen die we het Saxion Strategisch Plan 2016-2020 schetsen ontstaan er andere vragen omtrent kwaliteit, flexibiliteit en inzetbaarheid van ruimtes. De komende periode kenmerkt zich meer door herschikking van functies i.p.v. het bouwen van nieuwe huisvesting. De exacte behoefte aan huisvesting en vastgoed wordt minder voorspelbaar. Dat maakt dat de wens voor flexibele en andere vormen van huisvesting toeneemt. Daarvoor dienen de beheersbaarheid en wendbaarheid voor vastgoed en financiën goed op orde moet zijn. In de afgelopen jaren heeft Saxion haar visie op vastgoed en huisvesting geleidelijk gerealiseerd. Het is nu tijd voor een volgende fase in de lange termijn strategie op gebied van huisvesting en vastgoed. Waar tot nu toe de aandacht lag op de accommodatie van het groeiend aantal studenten, richten we ons nu op consolidatie en de optimale efficiency van bestaande huisvesting. Met dit document voor het langere termijn huisvestingsplan geven we de contouren voor het huisvestingsbeleid van Saxion in de komende jaren. We schetsen onze visie op huisvesting, als directe resultante van de Saxion Strategische Visie voor 2016-2020. Daarna geven de facts & figures van huidige situatie anno 2015. Dit is ons uitgangspunt. Op basis daarvan geven we een aantal overwegingen en de keuzes die we daaruit afleiden. Na vaststelling van de uitgangspunten in deze notitie is een meerjarig huisvestingsprogramma gemaakt. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen.
2
1.
Strategische visie op huisvesting
De ontwikkelingen van huisvesting en vastgoed van Saxion kent twee hoofdlijnen: 1. We investeren niet meer zelf in vastgoed; geen stenen meer stapelen, maar daar waar nodig de gebouwen aanpassen aan de ontwikkelingen van onderwijs en onderzoek. 2. We ontwikkelen andere vormen van samenwerking met bedrijfsleven en werkveld. Via nieuwe arrangementen en co-creatie wordt kennis en voorzieningen binnen en buiten de gebouwen van Saxion gedeeld. De voorbeelden zijn het Bim-lab in Saxion waar het bedrijfsleven in participeert of het vuilwaterlab, creatieve campus, TPRC, Mesa+ of OICAM waar Saxion buiten de deur participeert. Hiervoor worden nieuwe businessmodellen, huurconcepten of samenwerkingsverbanden ontwikkeld. Bij dit alles worden door Saxion de middelen doelmatig en functioneel ingezet waarbij de resultaten voor het onderzoek en onderwijs het uitgangspunt zijn. De eventuele aanpassingen aan gebouwen gaan op basis van noodzaak door veranderingen in het primair proces. Zo is er een ontwikkeling naar multidisciplinair samenwerken aan vraagstukken uit de omgeving. Dit vraagt ander ruimtegebruik. Het gaat om must-have’s en niet om want-to-have’s. Door terughoudend om te gaan met gevraagde aanpassingen wil Saxion de huidige financiële ruimte in huisvestingsbudget blijvend inzetten voor onderwijs en onderzoek.
Saxion is een University of Applied Sciences (UAS) waar we werken aan praktijkgericht onderwijs en onderzoek dat aansluit bij vragen in de maatschappij. In dit kader geeft het Saxion Strategisch Plan 2016-2020 absolute prioriteit aan studiesucces en kwaliteit van onderwijs. Hiervoor is intensiever onderwijs noodzakelijk. In de Saxion-UAS vormt het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek een cruciaal onderdeel. Studenten die in open innovatielabs experimenteren, die leren onderzoeken en ontdekken hoe kennis bijdraagt aan de beroepsontwikkeling. Hier ontstaan startende bedrijven, die kennis valoriseren en vertalen in maatschappelijke oplossingen. Dit vormt een interessant ecosysteem voor bedrijven om in co-creatie met lectoraten van Saxion en studentondernemers tot nieuwe businessvormen te komen, gebaseerd op vernieuwende financiële constructies. De wereld om ons heen verandert snel. Technologische innovaties bieden nieuwe mogelijkheden en maken dat we anders met elkaar communiceren en leren. Tegelijkertijd zien we de verschillen in de samenleving toenemen, dat meer jongeren niet mee kunnen met de economische ontwikkeling en de gevolgen van crisissen als de vluchtelingenstromen. Als Saxion staan we midden in de samenleving en zien dat de emancipatierol van het hbo steeds belangrijker wordt. Hoe meer mensen kunnen gaan
3
studeren, hoe beter dat is voor de samenleving en de maatschappij. Wij zien het als onze taak om die beweging samen met de stadsomgeving op te pakken. De ontwikkeling van een stadscampus, als locatie voor onderwijs, onderzoek en ondernemerschap, heeft hierin een belangrijke rol. Door gezamenlijke aanpak van de binnenstadontwikkeling wordt de aantrekkelijkheid van het hele gebied vergroot. In Enschede heeft de Stadscampus vormen gekregen, waarbij we de verschuiving en ontwikkeling van het Ariënsplein nog verder onderzoeken. Ook voor Deventer gaan we een visie ontwikkelen hoe we Saxion beter kunnen verbinden aan de stedelijke ontwikkeling(en) van Deventer. Praktijkgericht onderzoek, intensief onderwijs, startende ondernemerschap, co-creatie met bedrijfsleven en kennisontwikkeling op maatschappelijke vraagstukken vraagt om ruimte, om laboratoria voor onderzoek, om flexibele leeromgeving en om inspirerende gebouwen. Midden in de samenleving ontwikkelen we onze huisvesting met en in samenhang met onze directe omgeving te gebruiken door al onze studenten, medewerkers en gasten. Soberheid en doelmatigheid zijn hierbij leidende termen, effectiviteit en toekomstbestendigheid, ook financieel, zijn uitgangspunten. Samen bouwen we zo aan de toekomst.
4
2.
Huidige huisvestingssituatie, facst & figures
De huidige situatie van het vastgoed van Saxion, status oktober 2015, ziet er als volgt uit.
Tabel 1, vastgoed Saxion In de tijd gezien is het aantal studenten gegroeid. De ruimte die Saxion in eigendom heeft of (bij) huurt wordt hierop bijgestuurd. In onderstaande tabel is de ruimtebenutting per student aangegeven in bruto vloeroppervlak (bvo) per student. Hierbij zijn we uitgegaan van het totaal aantal bekostigde en onbekostigde studenten inclusief de studenten van de voormalige Hogeschool Edith Stein (HES). Om de vergelijking met situatie nu te maken, is de ruimte van HES in de berekening na 2012 niet mee genomen.
Ruimtebenutting Aantal studenten [incl. Hengelo] Totaal m2 bvo [excl. Hengelo] Bvo m2 / student [excl. Hengelo]
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
26.204
26.527
26.663
24.439
23.360
22.910
22.125
115.409
105.777
102.135
101.585
97.657
105.577
109.900
4,40
4,13
3,96
4,32
4,13
4,61
4,97
Tabel 2, ruimte-kengetal
5
In dit kader varieert ook de bezettingspercentages van de onderwijsruimtes. We sturen op een grotere bezettingsgraad en daarmee hogere efficiency van onze beschikbare ruimtes. Bezettingsgraad
Okt 2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
Apeldoorn
50%
52%
41%
42%
53%
46%
41%
Deventer
58%
58%
60%
59%
51%
46%
47%
Enschede
49%
54%
55%
55%
51%
45%
39%
Tabel 3, ruimtebezettingsgraad huisvesting Saxion regelt voor het eerste studiejaar van non-EU studenten de kamers, inclusief alle service. Dit zijn grotendeels huurpanden; slechts één pand is in eigendom. De omvang van het aantal kamers voor studentenhuisvesting is als volgt. Locatie
Ultimo
Ultimo
Ultimo
Ultimo
Ultimo
Ultimo
2015
2014
2013
2012
2011
2010
Deventer
178
178
171
171
229
210
Enschede
165
166
151
97
82
82
Apeldoorn
6
6
6
6
-
-
Hengelo
-
12
12
12
-
-
349
362
340
286
311
292
Totaal
Tabel 4, overzicht aantal kamers studentenhuisvesting internationale studenten d.d. november 2015 Saxion reserveert per jaar voor ca € 660.000 voor onderhoud aan gebouwen op basis van meerjarige onderhoudsplannen. Voor een periode van de komende vier tot vijf jaar zijn extra investeringen van € 1.000.000 goedgekeurd om te voldoen aan wettelijke verplichtingen, zoals de aanpassingen t.b.v. legionella-preventie, upgrading van voorzieningen (toiletten en vloerbedekking) en het wegwerken van achterstallig onderhoud. Volgend jaar worden de Meerjaren Onderhoudsplannen in lijn met onderhavig huisvestingsplan visie geactualiseerd, verbeterd en resultaatgericht(er) gemaakt.
6
3.
Ontwikkelingen
We zien een aantal ontwikkelingen dat invloed heeft op huisvesting. Saxion staat in de samenleving en heeft direct te maken met veranderingen die daar plaats vinden. Demografische invloeden als het aantal studenten, digitalisering, de veranderende binding met het werkveld en een samenleving die kantelt en meer van onderop denkt. We zien het assortiment opleidingen van Saxion verschuiven van primair voltijds bachelor, naar een mix van bachelors met AD’s, masters en post-hbo onderwijs, in voltijds- en deeltijdsvarianten. Onderwijs wordt multidisciplinair, digitaal en tweetalig. Onderzoek neemt toe in importantie en vraagt om steeds meer lab-faciliteiten. Het aantal studenten dat een eigen onderneming start neemt toe, iets dat we ook blijven stimuleren. Ook de aanwas van internationale studenten roept vragen op ten aanzien van studentenhuisvesting. En niet in de laatste plaats de professionalisering van wendbare en multifunctionele medewerkers van Saxion. Deze ontwikkelingen raken direct of indirect de wijze waarop we als Saxion gebruik maken van de ruimte die tot onze beschikking staat. 3.1. Externe invloeden Saxion heeft een sterke binding met Oost-Nederland. We werken veel samen met het werkveld als het gaat om onderwijs en onderzoek. Iets dat we alleen maar willen intensiveren. Een sterke binding met het werkveld is immers een basis om goede professionals op te leiden. Als kennisinstelling staan we klaar voor samenwerking. In de praktijk blijkt er echter dat we nog niet op alle fronten even gemakkelijk die samenwerking ook daadwerkelijk kunnen invullen. Saxion kent geen 24/7 openstelling, is tijdens de (lange) zomervakanties grotendeels onbenut en is niet ingericht om snel te schakelen met externen. Als we meer en intensief onderzoek willen doen, in de avonduren en op zaterdag grote groepen deeltijdstudenten willen ontvangen en het werkveld adequaat willen bedienen, moeten we kijken naar de mogelijkheid van een ruimere openstelling van (delen van) onze gebouwen. De samenwerking met het werkveld kan zich ook uiten in het samen gebruiken van ruimtes. Het onderwijs kent lange vakantieperiodes en dan worden veel ruimtes niet benut. Tegelijkertijd heeft Saxion op gezette tijden behoefte aan extra ruimtes. Zo wordt voor grotere gezelschappen uitgeweken naar het Wilminktheater in Enschede en de schouwburg in Deventer en worden leslokalen bij gehuurd. Met de opkomst van digitaal toetsen ontstaat wellicht ook de behoefte aan grotere toetsruimten. We leven in een deeleconomie en moeten daar zelf ook gebruik van maken. In het kader van efficiënt gebruik gaan we onderzoeken om met regionale partners samenwerkingsverbanden aan te gaan over het (meer en beter) gezamenlijk benutten van elkaars ruimtes. Met bedrijven en instellingen kunnen we samen investeren in ruimtes. Demografische gezien is de verwachting dat het aantal studenten dat bij Saxion studeert, na een gestage groei in de afgelopen jaren, zich rond 2020 gaat stabiliseren. Daarna zal er een zekere afname in aantallen reguliere studenten zichtbaar zijn. Met een beschikbare ruimte van 4,4 m2 per student behoort Saxion al tot de meest efficiënte
7
ruimtegebruiker in het hbo. Daarvan wordt ca 58% (2,6 m2) ook daadwerkelijk ingezet voor onderwijs, de rest (1,8 m2) betreft werkplekken voor medewerkers en algemene ruimtes. De voorziene stijging in studentenaantallen in de komende vijf jaar van nog geen 1% kan nog met bestaande ruimtes opgevangen worden door verdere efficiency aanpassingen. Het aantal studenten in de reguliere bachelor zal de komende jaren niet wezenlijk veranderen. De komende jaren is er derhalve uit oogpunt van studentenaantallen geen behoefte aan extra lesruimtes. De beschikbare ruimte per student voldoet en hoeft niet te veranderen. 3.2. Assortiment Saxion heeft een breed assortiment bachelor opleidingen. We voorzien op dit moment geen wezenlijke veranderingen in dit assortiment, afgezien van mogelijke samenvoeging van opleidingen of veranderingen in afstudeerrichtingen. Dit zijn wijzigingen die de efficiency van onderwijs vergroten, maar geen wezenlijk effecten hebben op het aantal studenten of het aantal lessen. Het assortiment bachelor-onderwijs zal niet een dusdanige wijziging krijgen dat dit effect heeft op het ruimtebeslag. Bij deze status-quo in het assortiment, moeten we de eigenheid van opleidingen bewaren. Studenten zijn niet een groot massa, maar individuen die bewust gekozen hebben voor een specifieke opleiding van Saxion en willen zich ook herkennen in een eigen (leer)omgeving. Met name startende studenten hebben behoefte aan een eigen, kleinschalige leeromgeving. De Open Transparante Stimulerende WerkOmgeving (OTSWO) waar studenten dicht bij eigen docenten kunnen werken is hierin een belangrijk ankerpunt. Behoud de eigenheid en kleinschaligheid van opleidingen waar studenten, zeker die in het 1e en 2e jaar, een eigen, herkenbare omgeving hebben dicht bij docenten en ondersteuning van de opleiding. We zien een belangrijke ontwikkeling in de toename van masteronderwijs, de groei van de Saxion Parttime School en de opkomst van Associate Degrees. Saxion bedient daardoor meer groepen naast het bacheloronderwijs. Het parttime-onderwijs zal grotendeels plaatsvinden in de ruimten voor het bacheloronderwijs. De onderwijsvormen wijken mogelijk wat af, maar door kleinere groepsgroottes kan met een flexibele inrichting de ruimte na elkaar worden gebruikt. Dit geldt ook voor speciale groepen als de Toptalent School. Hiervoor worden extra activiteiten ontwikkeld die grotendeels samenvallen met de dynamiek en tijdstippen van de parttimeschool. Ook die activiteiten vragen geen extra ruimten, maar kunnen prima verzorgd worden in aanwezige lesruimtes.
8
Ons assortiment aan ruimten is behoorlijk divers en alles wat we aanbieden aan onderwijsvormen kan daarin plaatsvinden. De aantallen niet-bachelor studenten en de ontwikkelingen daarin worden structureel gemonitord en de groei hiervan wordt vertaald in ruimtevraag. Naast het kunnen verzorgen van lessen, is ook de uitstraling van master- en deeltijdonderwijs een punt van aandacht. We moeten voorkomen dat we dit onderwijs als een ‘sluitpost’ beschouwen, dat ergens tussendoor wordt gegeven. Ook studenten aan de Saxion Parttime School verwachten een adequate leeromgeving, die past bij hun belevingswereld. Dit start met een eigen, herkenbare ruimte, zoals die aanwezig is op de locaties in Enschede en Deventer. Avondonderwijs stelt ook vragen aan aanwezige faciliteiten zoals de beschikbaarheid van (goede) maaltijden, verse koffie en thee, een printshop, beveiligde parkeerplaatsen, verwarming, ICT-faciliteiten e.d. Een student (of bedrijf) die veel geld betaalt voor een master- of deeltijdopleiding, wil daar ook een passende omgeving voor terug zien. Het is belangrijk om hier terdege rekening mee te houden. Niet alleen met het inroosteren, maar ook met de keuze en aankleding van lesruimtes en ontmoetingsruimtes. Deeltijd- en avondonderwijs dient speciale aandacht te krijgen in de vorm van een eigen, herkenbare leeromgeving, inspirerende ontmoetingsruimtes en adequate faciliteiten. 3.3. Onderwijs In het onderwijs is een trend merkbaar die we de T-shaped professional noemen. Een student met een stevige kennisbasis op het vakgebied (de stam) én kennis heeft over de wijze waarop deze kennis in combinatie met andere kennisdomeinen in de praktijk kan worden toegepast (de armen). De basis wordt gevormd in de eerste twee jaren van de studie. Hier vindt de kennisgroei plaats op inhoud, op het verkrijgen van kennis over het vakgebied en de wijze waarop dat vakgebied zich ontwikkelt. Dit is doorgaans klassikaal les, waar geleerd wordt de basiskennis toe te passen op praktijkvragen. De eerste twee studiejaren zal voornamelijk opgebouwd zijn met traditionele hoor- en werkcolleges, projectonderwijs en zelfstudie in de bestaande ruimtes. Voor de basis van elke opleiding (jaar 1 en 2) is bestaande ruimte aanwezig, die ook ruimschoots aan alle vragen en wensen voldoet. De werkvormen in het onderwijs gaan de komende jaren veranderen. Kennisoverdracht en –duiding blijft de essentie, tegelijkertijd wordt meer tijd ingeruimd voor interdisciplinair samenwerken van studenten. Werkvormen waarbij na een gezamenlijke aftrap studenten in groepen samenwerken om de resultaten te delen met elkaar nemen toe. Scrumsessies, lean-sessies, fieldlabs, werkateliers, basecamps gaan in aantal en omvang toenemen. De verandering zal met name in de oudere jaars klassen plaats vinden waar meer multidisciplinair en probleemoplossend worden gewerkt. Studenten (en docenten) willen daartoe flexibele ruimtes hebben, die multi-inzetbaar zijn en waar basisinrichting voor handen is. Ze bouwen hun eigen leeromgeving, naar wat op dat moment belangrijk is.
9
Er ontstaan, met name in jaar 3 en 4 van de opleiding, nieuwe onderwijsvormen die vragen om flexibele, zelfvormbare, rijke leeromgevingen. Multidisciplinair onderwijs kan in principe wel in bestaande leslokalen plaatvinden, mits deze makkelijk naar eigen wensen om te vormen zijn tot bijvoorbeeld een scrumruimte. Naast deze flexibiliteit in inrichting is er behoefte bij studenten om werkstukken/spullen in het lokaal te laten. De trend naar meer multidisciplinair afstuderen en stages heeft wel tot gevolg dat dit minder bij een bedrijf of instelling en meer op Saxion zelf gebeurt. Ook de opkomst van een researchsemester in het 3e of 4e jaar en de vorming van een LT-Lab waar 3e en 4e jaars studenten een deel van hun opleiding volgen maakt dat deze studenten meer op Saxion aanwezig zullen zijn dan nu het geval is. De ruimere afstudeermogelijkheden bieden ook steeds meer ruimte om op andere manieren af te studeren, waarbij Saxion als thuisbasis ingezet kan worden. Door de beschikbaarheid van ruimtes digitaal te kunnen beheren en reserveren (door docent en student), wordt het gebruik van deze ruimtes verbeterd. In het kader van multidisciplinair samenwerken kan er dan uiteraard geen sprake meer zijn van ‘eigen’ ruimtes van een academie of dienst. Meer multidisciplinair samenwerken heeft als consequentie dat er meer flexibele ruimtes nodig zijn, die voor iedereen te reserveren en te gebruiken zijn. Digitalisering van de samenleving heeft ook intrede gedaan in het onderwijs. Digitaal onderwijs, open online courses, digitaal toetsen, online portfolio’s, blackboard, connect en andere digitale systemen bieden andere interactiemogelijkheden tussen docenten en studenten, alsook de studenten onderling. Digitalisering van lesstof vraagt om ruimtes (opnamestudio’s) waar lessen opgenomen en gemonteerd kunnen worden, danwel de mogelijkheden om lessen in de klas op te nemen. De eerste webinars die Saxion heeft verzorgd zijn veel belovend, maar maken de behoefte aan dergelijke ruimte ook direct zichtbaar. In het kader van digitalisering heeft Saxion behoefte aan opnameruimtes voor hoorcolleges en webinars. Door de digitalisering gaan we op andere manieren samenwerken en krijgen op andere wijze kennis tot ons. Dit verandert de inhoud van het hoorcollege van primair kennisoverdracht naar meer kennisduiding. Tegelijkertijd zien we meer multidisciplinair onderwijs ontstaan, waarbij grotere groepen studenten college gaan volgen. Dit is een beweging die effect kan hebben op het aantal en de grootte van collegezalen. Door digitalisering van onderwijs zal de vraag naar interactieve, flexibele, speelleeromgevingen toenemen. Blended learning betekent niet dat studenten minder op Saxion aanwezig zijn. De ontmoeting blijft van groot belang, maar bovenal samenwerken aan praktijkcases. ICT moet een enabeler worden om, voor werken aan projecten naast het ingeroosterde onderwijs, zelf de beschikbare onderwijs- en werkruimte te vinden en te reserveren.
10
3.4. Onderzoek De afgelopen vijftien jaar heeft onderzoek een prominente positie verkregen op het hbo. Saxion heeft ruim 40 lectoraten die, samen onderzoekdocenten en studenten, onderzoek aan maatschappelijke vraagstukken. Met Living Technology heeft Saxion daarbij een sterke focus gelegd op de impact van techniek op de beroepsvorming. Onderzoek vergt eigen ruimtes voor het ontwikkelen van prototypes en het uitvoeren van testen. Saxion heeft inmiddels de beschikking over verschillende labs waar dit type onderzoek uitgevoerd kan worden. Dit varieert van observatieruimtes voor sociaal en zorg gerelateerd onderzoek, tot chemisch-fysische laboratoria en het Fablab voor prototypeontwikkeling. Momenteel zijn er binnen Saxion veertien laboratoria en werkplaatsen die specifiek voor onderzoek zijn aangemerkt. Deze bevinden zich allen in de vestiging Enschede. De totale omvang van deze ruimten bedraagt 800 m2 functioneel nuttig oppervlak (fno). Daarnaast zijn er nog ruimten die voor onderzoek en onderwijs worden gebruikt. In aanvulling hierop bouwen we samen met het werkveld aan specialistische Fieldlabs op gebieden als Flexible Manufacturing, Smart textile materials, Systems Engineering en Clean Technology. Deze labs zijn cruciaal voor het doen van betekenisvol onderzoek. De verwachting is dat de behoefte aan eigen en gezamenlijke praktijklaboratoria alleen maar zal toenemen. De nieuwe hightech labs op de Stadscampus in Enschede zijn hiervoor een belangrijke start geweest. De vraag is echter of al deze labs in de gebouwen van Saxion moeten komen, of dat deze op locatie van onze partners kunnen (moeten) komen. Zo werken we nauw samen met het Thermoplastisch Research Centre (TPRC), Mesa+ en het Watertechnologylab omdat daar specialistische apparatuur beschikbaar is die te duur of omvangrijk is om zelf aan te schaffen. Betekenisvol praktijkgericht onderzoek vereist continue investering in onderzoeksapparatuur, -faciliteiten en laboratoria. In samenwerking met het werkveld werkt Saxion aan de ontwikkeling van de Stadscampus met een goede balans tussen eigen laboratoria en labs bij of met het werkveld. Kennis- en arbeidsintensief onderzoek vraagt om meer vaste onderzoeksruimtes voor studenten. De lectoraten beschikken doorgaans over eigen werkruimten, voor studenten is dat nog maar mondjesmaat geregeld. Studenten dienen (ook) de mogelijkheid te hebben tot een eigen ruimte waar ze (binnen randvoorwaarden) hun onderzoek kunnen uitvoeren. Prototypes of demonstrators die worden opgebouwd kunnen daar blijven staan, langdurig onderzoek kan hier (semi)permanent uitgevoerd worden en lange termijn onderzoek krijgt een eigen plek in Saxion. Het bouwen van een betonkano bijvoorbeeld vergt nu eenmaal een eigen onderzoeksruimte. Voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek door multidisciplinaire groepen studenten, zijn speciale, tijdelijke, afgeschermde en afsluitbare onderzoeksruimte beschikbaar. Disseminatie van onderzoeksresultaten in de vorm van seminars, het presenteren van demonstrators of het een permanente (open) tentoonstelling van onderzoeksresultaten draagt bij aan kennisoverdracht richting bedrijven en instelling. Het presenteren van het
11
track-record van Saxion is belangrijk voor het aangaan van (nieuwe) samenwerking en het verkrijgen van overheidsfinanciering. Met de nieuwe hightech labs in Enschede is openheid van onderzoek versterkt, maar dit kan nog veel verder gaan. Saxion ontbeert een grote, eigen representatieve theaterruimte waar we een congres van 250+ toehoorders kunnen verzorgen. Hiervoor wijken we al snel uit naar andere locaties, buiten Saxion, met verlies van eigenheid. Ook een centrale presentatieruimte van onderzoeksresultaten zou bijdragen aan betere exposure van het werk van de lectoraten. Hierbij kunnen we zoveel mogelijk gebruik maken van de eigen omgeving, zoals de beeldschermen aan de Saxiongevel aan de M.H.Tromplaan in Enschede. We moeten (meer) ruimte bieden aan de presentatie van onderzoeksresultaten, in, met of door de gebouwen van Saxion. We onderzoeken de bouw of ontwikkeling van een multifunctionele ruimte voor grotere groepen, die ook op te splitsen zijn voor meerdere kleiner groepen 3.5. Ondernemerschap We stimuleren ondernemerschap bij onze studenten. Het Centrum voor Ondernemerschap en het Saxion Startupcenter zijn hierin een belangrijk aanjager. Binnen het onderwijs neemt ondernemerschap een belangrijke positie in. We enthousiasmeren studenten om een eigen onderneming te beginnen en zijn hier ook zeer succesvol in. Steeds meer studenten zien het hebben van een eigen bedrijf als een reëel alternatief voor een carrière in loondienst. We kunnen op gebied van ondernemerschap een volgende stap maken door startend studentondernemers, naast coaching, ook een fysieke ruimte aan te bieden gedurende de eerste jaren van hun onderneming. Dit moet een inspirerende en uitdagende omgeving, die past bij het ondernemen. Mogelijk dat de herontwikkeling van het voormalige ziekenhuis van Medische Spectrum Twente (MST) aan het Ariënsplein in Enschede, het terrein van de oude gasfabriek in Deventer en het Ketelhuis aan de Veldhuisstraat te Apeldoorn hiervoor geschikte locaties zijn. In samenwerking met lokale exploitanten gaan we deze mogelijkheden verder onderzoeken. We onderzoeken de ontwikkeling van eigen incubators voor startend (student)ondernemerschap in zowel Enschede, Deventer als Apeldoorn. Er zijn de ideeën en mogelijkheden van een ontwikkeling aan het Ariënsplein in Enschede. Een vergelijkbare ontwikkeling kan ook worden onderzocht voor Deventer. Afhankelijk van de ervaring in Enschede en Deventer kunnen ook de wenselijk- en mogelijkheden in Apeldoorn worden onderzocht. Ondernemers maken onderdeel uit van het ecosysteem waar Saxion in opereert. Kleine, startende, maar ook gevestigde bedrijven, nemen studenten mee in hun onderzoek en ontwikkeling. Hierdoor vindt een wisselwerking plaats die vanzelf leidt tot nieuwe bedrijvigheid en kansen. We werken hiervoor samen met ondernemers en overheden aan nieuwe financiële modellen, waarin we als Saxion samen met partners investeren in innovatie, ondernemerschap en valorisatie. Saxion financiert maximaal datgene dat bij haar primaire taken behoort. We kunnen daarbij aantrekkelijk zijn voor(startende) bedrijven om in de nabijheid van Saxion een (werk)plek te vinden, maar ook een podium
12
bieden voor markt- of productontwikkeling. Saxion als launching customer. Dit zouden we breder kunnen trekken richting performance arts, beeldende kunst en bijvoorbeeld videoarts. Kunst en cultuur zijn vormen van maatschappelijk ondernemerschap die ook een goede plek binnen Saxion verdienen. Saxion kan door het aanbieden van interessante lezingen (zoals de reeks Studium Generale) zelf bijdrage aan culturele ontwikkeling. Door ook hierbij met de insteek van Living Technology te programmeren, versterken we ons profiel als UAS met focus op LT. Saxion werkt mee aan een podium voor ondernemers in brede zin, van bedrijven, tot kunst, performing art en cultuur, met een link naar Living Technology. Hiervoor dienen centrale, openbare voorzieningen beschikbaar te komen of worden gemaakt. De financiële bijdrage van Saxion blijft beperkt tot verstrekken van ruimte voor primaire doelstelling; haar eigen studenten en onderzoek. De constructie waarin de bijdrage wordt gegoten, in combinatie met andere stake-holders, kan vernieuwend zijn. 3.6. Internationalisering Als UAS heeft Saxion een internationale oriëntatie. Dit heeft betrekking op samenwerking, op buitenlandstages en het aantrekken van buitenlandse studenten, professionals en (gast)docenten. Waar het gaat om het waarmaken van deze ambities zal de woonruimte voor de internationale studenten in kwantitatieve en kwalitatieve zin op orde moeten zijn. Saxion is primair verantwoordelijk voor de huisvesting van de 1 e jaars niet-EU student. In de UAS-gedachte voelen we ons verantwoordelijk voor de (eerste, tijdelijke) huisvesting van elke buitenlandstudent of expert die uit het buitenland komt om bij te dragen aan het onderwijs of onderzoek van Saxion. We realiseren ons dat de omvang van deze groep moeilijk is te voorspellen, sterk kan fluctueren en kan verschillen in urgentie. We gaan samen met [regionale] partners, zoals DUWO in Deventer, afspraken maken over het aanbod van (tijdelijke) woonruimte van verschillende niveaus. Op het moment dat een buitenlandse student zich aanmeldt voor een (deel van een) opleiding, voor een nader te bepalen termijn, levert Saxion gegarandeerd een kamer. Voor aanmelding na de gestelde datum wil Saxion een inspanning leveren, maar is de EU-student zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van een kamer. We zetten ons in om te voorkomen dat een EU-student op het station staat zonder kamer. Ook voor de expert die voor een beperkte periode wordt uitgenodigd is het belangrijk dat we op tijd geschikte ruimte beschikbaar hebben. Deze opvang verschilt per stad, zowel in vraag en aanbod, als de wijze waarop de huisvesting georganiseerd is. We willen hierin samen optrekken met partners, zoals DUWO, met een duidelijk verantwoordelijkheidsbesef aan onze zijde, zonder financiële [leegstand-]risico’s te lopen. Huisvesting van studenten en buitenlandse (gast)experts, ongeacht land van herkomst, is (mede) een verantwoordelijkheid van Saxion. In samenwerking met lokale partners bieden we huisvesting voor deze groep. Huisvesting zal voor toelating van internationale studenten geen belemmering moeten zijn. Saxion draagt financieel alleen het risico voor huisvesting van non-EU studenten.
13
3.6.1 non-EU, eerste jaars en short-stay Het aantal buitenlandstudenten [eerste jaars non-EU en shortstay] is in Deventer redelijk stabiel. Voor Enschede voorzien we een gestage groei met 5% per jaar. Het aantal beschikbare kamers in Deventer is de laatste vier jaar niet verandert en bedraagt momenteel 178. In Enschede is het aantal kamers voor buitenlandstudenten gestegen van 82 in 2011 naar 165 eind 2015. Apeldoorn heeft zes kamers. Het huidige aanbod aan kamers is divers van kwaliteit. Van relatief nieuwe kamers in the Heights in Deventer tot antikraak in Enschede. Vanuit een goed gastvrijheidsprincipe is het streven om de kwaliteit van the Heights bij elke kamer te realiseren. Voor Deventer wordt in de nabije toekomst gezocht naar vervangende kamers voor Rust Roest. De planning is om dit in 2017 te realiseren. Voor Apeldoorn wordt op termijn gezocht naar vervangende ruimte voor de huidige kamers. De timing waarin dit aan de orde is, is nog onbekend. In Enschede wordt gestreefd naar het huren van kamers op de Ariënspleinlocatie en het afstoten van het huidige aanbod. Het huidige aanbod in Enschede is deels niet voldoende van kwaliteit [anti-kraak] of deels te duur of contracten lopen af. Alle nieuwe huisvesting wordt in huurconstructies geregeld. Er is nog één pand in eigendom; getracht wordt om dit pand te verkopen. Saxion streeft naar langlopende huurcontracten voor 80% van de voorziene vraag, de overige 20% vullen we in met kortere huurcontracten om fluctuaties op te vangen. We streven daarbij naar een goed woonkwaliteitsniveau voor onze studenten. 3.7. Professionalisering van medewerkers Medewerkers van Saxion gaan meer multidisciplinair samenwerken. Dit geldt voor docenten èn ondersteuning. De taken van de backoffice worden, mede door digitalisering, efficiënter en in uitvoering beperkter. Dit is een beweging die nog wel even door zal lopen. De ondersteuning moet goed vindbaar zijn voor studenten en medewerkers, zowel fysiek als (in toenemende mate) digitaal. Centrale aanspreekpunten zijn hierin belangrijk. Aanspreekpunten voor medewerkers en studenten dienen eenduidig, toegankelijk en beschikbaar te zijn. Onderscheid in de kwaliteit van de werkplek tussen verschillende afdelingen werkt samenwerking over en weer niet in de hand. Werkplekken zullen waar mogelijk gedeeld worden. Door digitalisering van werkruimtes en –plekken is het mogelijk om werkplekken of vergaderruimtes te reserveren. Evenals in het gebruik voor (project)onderwijs, zouden medewerkers ruimtes zelf ruimtes te kunnen boeken met behulp van moderne technologie. Ook hier geldt dat in het kader van multidisciplinair samenwerken er geen sprake meer kan zijn van ‘eigen’ vergaderruimtes van afdelingen, diensten of academies. Delen is het devies Werkplekken dienen deels universeel te zijn, gedeeld te worden en beschikbaar te zijn via moderne technologie. Een deel van de werkplekken op academies zal dichtbij de beginnende studenten liggen voor een goed contact. De overige ruimten kunnen worden gebruikt om over de academies, diensten, etc samenwerking te bevorderen.
14
Door inzet van technologie, kunnen medewerkers zich inloggen en wordt voor anderen duidelijk wie waar aan het werk is, of in vergadering zit. Dit vereenvoudigt de mogelijkheid om elkaar te vinden en te ontmoeten. Zo kunnen we meer intelligentie toevoegen aan de ruimtes van Saxion, ook plugins voor laptops, oplaadpunten voor smartphones, video-conferencing via Apple-tv en adaptieve verlichting, verwarming en luchtverversing zal worden onderzocht en geïmplementeerd. Werkplekken kunnen toenemen in intelligentie door embedded sensing en het gebruik en ondersteunen van digitale technieken. 4.
Uitvoeringsprogramma
Op basis van voornoemde ontwikkelingen is een uitvoeringsprogramma gemaakt. Op basis van groei, krimp en wendbaarheid in onderwijs en onderzoek, zijn mogelijke projecten beschreven. Voor andere en nieuwe ontwikkeling die nu nog niet zijn te voorzien worden op basis van businesscases bepaald of en hoeveel ruimte beschikbaar kan worden gesteld. De huidige koppeling tussen studentenaantallen en hoeveelheid ruimte blijft bestaan. Hierdoor worden de huisvestingmiddelen per studenten blijvend gematched met de kosten per student. Voornoemde ontwikkelen leiden tot zes actielijnen voor de komende periode. 1.
Huurportefeuille
We bouwen niet bij, maar vangen groei/krimp van het aantal studenten op door het aanpassen van de huurportefeuille. De verwachting is dat het aantal studenten nog enkele jaren groeit, daarmee dus ook de ruimtebehoefte. Deze behoefte wordt ingevuld door het beperkt bijhuren. Dezelfde verwachting laat op termijn een demografische krimp zien, dus een terugloop in aantal bachelor studenten. De stijging van het aantal internationale studenten, de parttimestudenten en cursisten en het aantal AD-studenten staat daar tegenover. Het saldo van groei en krimp is slecht te voorspellen. Mocht er minder ruimte nodig zijn dan vindt door het afstoten er een herschikking plaats van functies in de eigen gebouwen. Momenteel wordt 9% van de gebouwen in Enschede gehuurd, hetgeen dient als flexibele schil. Op termijn kunnen deze huurlocaties worden afgestoten. De groei van het aantal studenten tot 2024 vraagt eerder extra ruimten t.o.v. nu; daarna wordt begonnen met het afstoten van de huidige huurlocaties. Een verder gaande samenwerking met partners kan ook betekenen dat ruimten in de eigen gebouwen mede gebruikt gaat worden door die partners. Jaarlijks wordt dit ingepast en het resultaat vergeleken met de benodigde externe verhuur.
15
Tabel groeiprognoses; OCW referentieraming totaal aantal hbo studenten in Nederland en CBScijfers van 18-23 jarigen in regio’s Zuidwest Overijssel [Salland], Twente, Veluwe en Achterhoek
2.
Reguliere aanpassing
Door de onderwijskundige ontwikkelingen zijn jaarlijks aanpassingen nodig. Door optimalisatie of veranderingen in de organisatie van opleidingen en academies en diensten worden aanpassingen aan ruimte gevraagd (Saxion Parttimeschool, mogelijke samenvoeging van CE en SB). We richten ons op het gebruiken van toekomstbestendige oplossingen, waardoor extra of nieuwe (vervolg) aanpassingen voorkomen worden. De investeringen van de afgelopen jaren in dergelijke aanpassingen belopen gemiddeld k€560. Op basis van een businesscase wordt besloten om nieuwe ruimten voor nieuwe functies te maken. De investeringsruimte is momenteel k€400. 3.
Valorisatie
Opdrachten vanuit het werkveld worden multidisciplinair uitgevoerd door studenten en onderzoekers van Saxion, samen met werknemers van bijv. opdrachtgever of andere bedrijven. De oplossingen die worden bedacht kunnen nieuwe bedrijvigheid opleveren en/of studenten een onderneming starten of afstuderen in eigen bedrijf. Een deel van deze activiteiten worden opgepakt als onderdeel van de opleidingen en vindt dus plaats in reguliere onderwijsruimte die al wordt betaald door Saxion. Start-up en valorisatie kan plaats (gaan) vinden in speciale incubatorruimtes bij Kennispark of het Saxion Startup Centre [Ariënsplein], waarbij deze huisvesting betaald kan worden uit huurpenningen van de start-up (in-cash, in-kind of in de vorm van participaties). 4.
Onderzoeksruimten
De vele aansprekende nieuwe onderzoekrichtingen worden vroegtijdig doorgewerkt naar de ruimtelijke gevolgen. Zo zijn voor nanotechnology, E-texlabs en labs voor Health and Well-being concrete vragen. Nieuwe onderzoeksruimten of uitbreiding van bestaande faciliteiten kunnen worden gevraagd. Door vooraf o.b.v. businesscase te beslissen of een nieuwe specifieke ruimte wordt gemaakt is de financiering in control.
16
5.
Vervanging door externe huurlocaties
Indien gewenst kunnen externe locaties worden verplaatst, bijvoorbeeld als de kwaliteit en/of waardering te wensen over laat. We moeten dan rekening houden met aanpassingen die nodig zijn om een locatie geschikt te maken voor onderwijs of onderzoek. De hiermee gepaard gaande investeringen zouden op kortere termijn moeten worden afgeschreven [i.v.m. wendbaarheid]. Ook onderzoeken we continu het gebruik van gehuurde ruimtes en of hier nog een mogelijke efficiencyslag mogelijk is. Zo onderzoeken we de businesscase van de huur van het Ariënsplein in Enschede, als vervanging van de huur van ITC en Snelliusstraat te Enschede. 6.
Kamerverhuur
De internationale studenten betalen voor het gebruik van de kamer die door Saxion ter beschikking wordt gesteld. Deze huuropbrengst moet kostendekkend zijn voor de (kamer)huur die Saxion betaalt. Kritisch punt bij de verhuur is het leegstandrisico dat Saxion hierin neemt. Een goed langetermijnprognose en interne afspraken over taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden beperkt het risico tot een minimum. 5.
Financiële kaders.
Voor het behoud, aanpassen en ontwikkelen van huisvesting zijn gelden noodzakelijk. Het gaat dan zowel om gelden voor regulier onderhoud, voor kleine aanpassingen in voorzieningen als het gereed maken van huurpanden voor specifieke doeleinden. Maar ook het verlaten van gehuurde panden kost geld voor het aanpassen van eigen panden om het inkrimpen mogelijk te maken. Ons uitgangspunt is dat we niet investeren in nieuwe, eigen gebouwen, maar huren op basis van korte en middellange termijn prognoses. Voor het bekostigen van onze huisvestingsplannen zijn vier financiële bronnen aan te wijzen. 1.
De huidige en toekomstige ruimte in de kapitaaldienst. Dit betreft het aandeel huisvestingskosten in de bekostigingsbijdrage die we ontvangen op basis van het aantal ingeschreven studenten. De omvang van de kapitaaldienst fluctueert al naar gelang het aantal ingeschreven studenten. Daarnaast komt er (extra) financiële ruimte door de aflossing van huidige leningen.
2.
Substitutie van kosten van eigen huisvesting, door deze om te zetten in huur of andere andere financiële constructies. Huren geeft ook extra flexibiliteit in relatief snel kunnen opvangen van fluctuaties in de ruimtevraag.
3.
Het ontginnen van nieuwe financiële arrangementen zoals het toekomstfonds, subsidies en partnerships. Daardoor zijn we niet meer zelf volledig drager van de huisvestingskosten, maar dele de kosten (tijdelijk) met derden. Dit kan bijvoorbeeld door het samen met het werkveld ontwikkelen van onderzoekomgeving, het verhuren van incubatorruimtes voor start-ups of het met andere partijen samen ontwikkelen van ruimtes voor deelgebruik. Het verhuren van lokalen aan bedrijven of laboratoria aan het werkveld levert inkomsten.
4.
Huurpenningen door de verhuur van woonruimtes aan internationale studenten,
17
Deze financiële bronnen kunnen ingezet worden, passend binnen de financiële kaders die hiervoor zijn afgesproken:
De inkomsten per student [huisvestingsdeel] zijn per jaar groter dan de kosten voor huisvesting. Ook voor de langere termijn.
De huidige ruimte-efficiency in m2/student blijft minimaal gelijk;
De consequenties blijven binnen de financiële kentallen van Saxion (bijv. solvabiliteit, rentabiliteit);
De liquiditeitspositie van Saxion biedt ruimte voor het doen van investeringen.
18
6.
Financiële gevolgen langere termijn huisvesting
Hieronder zijn de investeringen beschreven, de gevolgen voor de exploitatie en de mogelijkheden om te investeren. 6.1 Investeringsbehoefte Er is een inschatting gemaakt van de te verwachten investeringen. Deze inschatting is gemaakt, los van de vraag wie de investeringen gaat doen; Saxion of bijvoorbeeld een verhuurder van vastgoed. De investeringen zijn deels gebaseerd op concrete plannen voor de komende 2 tot 3 jaar en deels op basis van de ervaringen van de laatste 10 jaar. De gemiddelde investeringsbehoefte op de langere termijn is ca k€800 /jr. Over aanvullende plannen zal o.b.v. van een businesscase en eigen financiering separaat worden besloten.
Schema investeringen per actielijn van het uitvoeringsprogramma [hfdst 4.]
6.2 Investeringsruimte Tot nu toe is jaarlijks k€400 als investeringsruimte beschikbaar. De afgelopen jaren is besloten tot extra verbouwprojecten. De investeringen en de gevolgen voor de exploitatie worden doorgerekend, waarbij de ondergrenzen en streefwaarden voor de financiële kentallen, zoals liquiditeit en solvabiliteit randvoorwaarden zijn. Financiering van de investeringen zal, voor zover dit kan plaatsvinden binnen de bandbreedten van de kentallen, plaatsvinden vanuit eigen liquiditeit of extern aan te trekken financiering. Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van investeringssubsidies en de mogelijkheid om nieuwe panden reeds in verbouwde staat te huren, waardoor geen investering uit eigen middelen noodzakelijk is. Verder kan voor deze investeringen gebruik gemaakt worden van middelen die in de meerjarenbegroting reeds zijn gereserveerd voor investeringen in nieuw beleid.
19
6.3 exploitatiegevolgen De gevolgen voor de exploitatie van de langere termijn plannen zijn doorgerekend. De extra huur en de afschrijvingen van investeringen zijn afgezet tegen de exploitatieruimte in het budget dat beschikbaar is voor huisvesting. Er is structureel ruimte binnen het huisvestingsbudget. Voor 2016 is besloten deze ruimte in te zetten voor extra middelen voor het onderwijs. Vanaf 2017 is er ruim € 2 mln exploitatieruimte binnen het huisvestingsbudget voor nieuwe huisvestingsplannen. Gezien het feit dat het huisvestingsbudget een vast percentage bedraagt van de totale rijksbijdrage, loopt het huisvestingsbudget op indien vanaf 2018 extra middelen worden ontvangen vanwege de invoering van het stelsel van studievoorschot. Daarnaast ontstaat extra ruimte in het huisvestingsbudget door aflossingen op leningen en het aflopen van afschrijvingstermijnen van bestaande activa. Uit onderstaand overzicht blijkt dat de nieuwe huisvestingsplannen passen binnen de ruimte van het huisvestingsbudget.
20
7.
Conclusies
Uit het voorgaande trekken we de volgende strategische conclusies: 1.
Onderwijs verandert, onderzoek groeit, studenten die meer gaan experimenteren, start-ups die ontstaan, bedrijfjes die in co-creatie onderzoek doen, dat vraagt om andere en wellicht soms meer ruimtes. Dit vereist flexibiliteit en andere financiële constructies dan zelf kopen of bouwen.
2.
Een verdergaande samenwerking met het werkveld zal meer leiden tot het delen van gebouwen, ruimten en faciliteiten. In bijvoorbeeld het Ariënsplein kan samen met partners een nieuw huisvestingsconcept ontstaan waaruit nieuwe economische impulsen ontstaan.
3.
Door andere vormen van onderwijs kan de vraag naar de leeromgeving per studenten toenemen. Ook al voorzien we een stabilisatie van het aantal studenten, de vraag naar extra ruimtes kan los daarvan wel ontstaan.
4.
De bestaande leeromgeving dient qua inrichting flexibelere en qua uitvoering intelligenter te worden. Dat betekent dat we gaan investeren in multifunctioneel meubilair, dat makkelijk in een andere setting gebracht kan worden. Daarnaast investeren we in de digitale aansluiting van leslokalen;
5.
Om te voldoen aan de vraag naar meer digitale leervormen (open courses, digitaal toetsen) investeren we in het inrichting van een opnamestudio voor webinars, MOOC’s en andere vormen van video-onderwijs. Op een aantal plekken (leslokalen) plaatsen we hiervoor ook professionele opname apparatuur;
6.
Om het multidisciplinair samenwerken te stimuleren en mogelijk te maken, komt er een digitaal reserveringssysteem, waarin studenten, docenten en medewerkers leer-, project-, vergader of ontmoetingsruimte kunnen reserveren;
7.
De rol van deeltijdonderwijs neemt fors toe. Meer masteronderwijs en de groei van de Saxion part Timeschool vraagt om adequate faciliteiten. Dit behoeft investering in zowel passende leer- en ontmoetingsruimtes, als catering en zaken op gebied van toegang en veiligheid;
8.
Met de groei in buitenlandstudenten (EU en niet-EU) en de toename van het aantal buitenlandse gastdocenten, gastonderzoekers en andere experts, ontstaat de noodzaak om de (tijdelijke) huisvesting van onze buitenlandse gasten te verbeteren. We zien het als onze verantwoordelijkheid dat een bezoeker aan Saxion de beschikking heeft over passende woonruimte. Dit wordt een selectiecriterium in de toelating van buitenlandstudenten.
21