Inspectieverslag brandweer Harelbeke Technische Brandweerinspectie (brandpreventie, bluswatervoorziening, voorafgaande interventieplannen, kazernering) Civiele Veiligheid Brandvoorkoming en gebouwen § + 32 2 500 21 02 ¨ + 32 2 500 23 65
Inspecteur:
ir. Angelique Reper
Datum:
7 april 2006
Plaats:
Kazerne, Twee-Bruggenstraat 2 te 8530 Harelbeke
Aanwezig:
Kpt. Eddy Glorieux – Brandweer Harelbeke; Lt. Patrick Desplenter – Brandweer Harelbeke; Kpl. Thierry Verhaege – Brandweer Harelbeke; ir. Angelique Reper – FOD Binnenlandse Zaken; ir. Jan DE SAEDELEER – FOD Binnenlandse Zaken.
[email protected]
Dit is het verslag van het inspectiebezoek door de technische brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. Het inspectieverslag en zijn besluiten zijn uitsluitend gebaseerd op de ingevulde vragenlijst, de aanvullende informatie gegeven tijdens het bezoek zelf en het onderzoek van de stukken (brandpreventieverslagen, politiereglementen,…). De besluiten van de inspectie volgen na elk deelaspect. Bij de verschillende luiken zijn ook actiepunten opgenomen. Voor de bepaling van de prioriteit ervan dienen volgende regels te worden gerespecteerd: Actie uit te voeren ten laatste 1 jaar na ontvangst van het verslag
Prioriteit 1 Onmiddellijke actie Prioriteit 2 Maatregelen nemen Prioriteit 3 Aandacht vereist
Actie uit te voeren tegen volgend inspectiebezoek (2 jaar) Actie uit te voeren op langere termijn
Dit inspectieverslag is opgemaakt rekeninghoudende met de voorschriften van NBN-EN 45004 / ISO 17020 voor keuringsinstellingen.
Luik I.
Identificatie van de brandweerdienst
Dit luik bevat voornamelijk algemene informatie betreffende de brandweer. Aan de hand van deze gegevens wordt een gegevensbank met adressen bijgehouden die de FOD Binnenlandse Zaken raadpleegt om informatie uit te wisselen met de brandweer. Type:
Z
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 1/17
Blad
Hoofdpost: §(adm) ¨ e-mail
Officier-dienstchef: § e-mail
Twee-Bruggenstraat 2 8530 Harelbeke 056 73 34 11 056 73 34 19
[email protected] GLORIEUX Eddy 056 32 50 80
[email protected]
Beschermde gemeenten:
HARELBEKE
Luik II.
Beleid inzake brandpreventie
Luik II handelt over het beleid inzake brandpreventie van de brandweerdienst. Het betreft hier in de eerste plaats de algemene richtlijnen, de wettelijke verplichtingen op alle niveaus en de documentatie die hiervoor beschikbaar is.
II.1
Algemeen beleid
II.1.1 Algemeen beleid van de brandweer ten overstaan van de brandpreventie. Het beleid richt zich vooral op het verstrekken van adviezen voor brandvoorkoming van gebouwen of inrichtingen, in opdracht van de burgemeester. Afspraken omtrent het brengen van meer systematiek in de behandeling van bestaande inrichtingen ontbreken. De brandweer staat ter beschikking van de bouwheer of de architect voor het verstrekken van voorafgaande inlichtingen betreffende de te nemen maatregelen qua brandpreventie. Dit is meestal beperkt tot die gevallen waarin de architect op voorhand een bespreking met de brandweer houdt. De dienstverlening aangaande de brandpreventie is gratis. Controles achteraf, na realisatie van het gebouw of inrichting, gebeuren niet systematisch. II.1.2 Gemeente(n) die niet tot de beschermde gemeenten beho(o)r(t)(en) waarin de brandweer, in toepassing van artikel 22bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, belast is met de opdrachten inzake brandpreventie. Geen.
II.2
Gemeentelijke politiereglementen
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 2/17
Blad
II.2.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE van de gemeentelijke politiereglementen inzake brandpreventie. HARELBEKE Titel
Toepassingsgebied
Datum bekrachtiging
Algemene Gemeentelijke Politieverordening
Dansgelegenheden
19/10/1992
Vrij toegankelijke instellingen van tijdelijke aard
laatste wijziging: 20/12/2004
Logementshuizen Bevoorradingspunten van bluswater Interventie bij rampen
Enkele inhoudelijke opmerkingen: Hoofdstuk 5, art. 35.2: in de formulering ‘Brandbare stoffen die een brandvertragende behandeling hebben ondergaan, zijn uitzonderlijk toe te laten, indien zij door de behandeling voor de ontvlambaarheid in klassen 1 of 2 (Franse proef) en voor de vlamuitbreiding in klasse 1 (Engelse proef) komen’, wordt vaag verwezen naar een Franse en een Engelse Proef. Men dient de hier bedoelde proeven concreet te benoemen. Hoofdstuk 5, art. 35.9: ‘De verschillende graden van weerstand tegen brand dienen te worden toegepast overeenkomstig de bepalingen van de norm NBN 713.020’. Hoofdstuk 5, art. 36.7.2: het is niet de taak van de brandweercommandant, maar deze van de burgemeester om voorafgaandelijk toelating te verlenen tot bijvoorbeeld het in dit artikel besproken opstapelen van stro of hooi binnen of tussen de inrichtingen van tijdelijke aard, die vrij toegankelijk zijn. II.2.2
Toepassing en regelmatige bijwerking van deze politiereglementen. Voor dansgelegenheden en instellingen van tijdelijke aard, die vrij toegankelijk zijn, verwijst de brandweer naar het politiereglement (resp. naar de artikelen 35 en 36). Ook aangaande het plaatsen van kerstbomen in openbare gebouwen, verwijst men naar het politiereglement.
II.2.3 Stappen ondernomen vanuit de brandweer om het ontwerp of de aanpassing van politiereglementen te promoten. De brandweer doet voorstellen aan de burgemeester aangaande op te nemen brandpreventiemaatregelen in de Algemene Gemeentelijke Politieverordening. Er werd vanuit de brandweer b.v. een voorstel geformuleerd tot aanpassing van het politiereglement met betrekking tot het plaatsen van kerstbomen in openbare gebouwen. Het voorstel werd opgenomen in het politiereglement bij de wijziging ervan op 20 december 2004.
II.3
Documentatie
II.3.1 Bijgehouden syllabus met alle reglementeringen inzake brandpreventie, ook betreffende de arbeids- en de milieuveiligheid. Ja. II.3.2 Belgische en Europese normen inzake brandpreventie. Ja.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 3/17
Blad
II.3.3 Normen waarover de brandweer beschikt: NBN B 61-001 Stookafdelingen en schoorstenen (1986)
;
NBN S 21-100 Reddings- en brandweermaterieel – opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder (1986)
;
NBN S 21-205 Brandbeveiliging van de gebouwen – Hotels en gelijkaardige inrichtingen – Algemene eisen (1992)
;
NBN EN 671-1 Vaste brandbestrijdingsinrichtingen – Slangstelsel – Deel 1: Slanghaspels met vormvaste slang (2001)
;
NBN S 21-208-1 Brandbeveiliging van gebouwen - Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) - Deel 1: Grote onverdeelde ruimten met een bouwlaag (1995)
;
II.3.4 Technische documentatie (o.a. tijdschriften) inzake brandpreventie waarover de brandweerdienst beschikt. Belgisch Brandtijdschrift en Technische Dossiers, ANPI, Roof Belgium, Inforgas / ATI, PREBES veiligheidsnieuws, CONSTRUCTIEF, Brandveilig Gebouw.
Besluit en opmerkingen Beleid inzake brandpreventie
1.
2.
De brandweerinspectie stelt vast dat het beleid inzake brandpreventie in ontwikkeling is: -
het ontbreekt nog aan systematiek in de controles na de realisatie van gebouwen of inrichtingen en aan systematiek in de controles van bestaande gebouwen,
-
het opstellen van de brandpreventieadviezen zal in de loop van 2006 geïnformatiseerd worden aan de hand van het programma AbiFire,
-
de brandweer participeert in het maken van afspraken binnen de werkgroep brandvoorkoming van de hulpverleningszone van West -Vlaanderen.
De brandweerinspectie heeft enkele inhoudelijke opmerkingen op het politiereglement. Deze werden vermeld in voorgaand punt II.2.1.
Luik III. III.1
Strategie inzake brandpreventie
Voorafgaande interventieplannen
III.1.1 Opdrachtgever tot het maken van een interventieplan. De burgemeester geeft, op aanraden van de brandweer, opdracht tot het maken van een interventieplan. III.1.2 Interventieplannen – welke gebouwen, gebouwencomplexen en installaties. Voor sommige bedrijven of instellingen zijn voorafgaande interventieplannen beschikbaar. In totaal ongeveer een 5-tal, wat beperkt is. Er zijn geen selectiecriteria vastgelegd om deze bedrijven of instellingen te bepalen. De brandweer stelt een lijst beschikbaar van bedrijven of instellingen met voorafgaande interventieplannen. III.1.3 Opstellen van de interventieplannen - richtlijnen. De interventieplannen worden opgesteld door de brandweer van Harelbeke volgens volgende richtlijnen: Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 4/17
Blad
-
KB van 19 juni 1990 tot vaststelling van de wijze van opmaken van rampenplanning voor hulpverlening, rondschrijven van 11 juli 1990 in verband met rampenplannen voor hulpverlening, uitvoeren van de wet inzake de risico’s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten: art. 15 van het KB van 8 november 1967.
De voorafgaandelijke interventieplannen zijn niet geïnformatiseerd. Bij de opmaak van de plannen maakt men gebruik van kleurenvoorstellingen, zonder symbolen. In de toekomst zullen de interventieplannen worden ingevoerd in AbiRiskMatrix. Bij nazicht van enkele concrete gevallen merkt de brandweerinspectie op dat het gebruik van kleurenvoorstellingen in plaats van symbolen niet echt handig en overzichtelijk is. De plannen zijn niet altijd voorzien van alle brandtechnische informatie. III.1.4 Periodiek bijhouden van deze dossiers. Er zijn geen afspraken gemaakt voor herziening van de interventieplannen. De inhoud van de dossiers wordt bijgehouden op initiatief van de bedrijven. In de praktijk gebeurt dit vaak moeizaam en meestal naar aanleiding van een bezoek of oefeningen van de brandweer.
III.2
Vorming gegeven aan burgers, bedrijven of instellingen De brandweer is betrokken bij de vorming op het vlak van brandpreventie van het personeel van: - gemeentelijke gebouwen: stadspersoneel, - scholen, - OCMW-gebouwen, - privé-bedrijven: op vraag van het bedrijf. De brandweer organiseert opendeurdagen, zij is soms met een preventiestand aanwezig op evenementen, zij doet schoolbezoeken en informeert groepen (senioren, gezinsraad,…) over het thema ‘brandveiligheid thuis’. Verder is de brandweer betrokken bij evacuatie-oefeningen in de volgende gevallen: - OCMW, - bepaalde scholen en kinderopvangtehuizen. De brandweer wordt hiervoor gevraagd of doet zelf voorstellen bijvoorbeeld naar de scholen toe.
Besluit en opmerkingen Strategie inzake brandpreventie
3.
De brandweer is eerder reactief aangaande het opstellen van de voorafgaandelijke interventieplannen (VIP). Nochtans kunnen dergelijke plannen een doeltreffende en snelle tussenkomst van de brandweer in de hand werken. Daarom meent de brandweerinspectie dat inspanningen noodzakelijk zijn om gestandaardiseerde gebruiksvriendelijke interventieplannen uit te werken die snel kunnen geraadpleegd worden tijdens de interventie. De informatie op de interventieplannen moet direct nuttig zijn voor de interventie en tegelijk ook beknopt. Meer bepaald dienen deze interventieplannen op een gestructureerde en eenvormige wijze te worden samengesteld. Zij dienen minstens volgende informatie te bevatten: - inlichtingen over bereikbare personen, bouwwijzen van het gebouw, potentiële gevaren, aanwezige actieve brandbeveiligingsmaatregelen,
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 5/17
Blad
- een liggingsplan met toegangswegen, hoofdingangen, hoofdafsluiters, bluswatervoorzieningen, sleutelkluis, noordpijl, schaal,…; - de grondplannen met uit- en toegangen, hoofdschakelaars en -afsluiters, trappen, potentiële gevaren (opslagplaatsen van gevaarlijke producten,…), aanwezige actieve brandbeveiligingsmaatregelen (detectie, sprinklers, RWA,… incl. synoptisch bord en bedieningsborden), schaal,… Actie: De eenvormigheid van de voorafgaandelijke interventieplannen moet bewaakt worden door begeleiding van de bedrijven bij het opstellen van de plannen. Prioriteit: 2. Actie: In elke gemeente die behoort tot het beschermde gebied van de territoriaal bevoegde brandweer wordt een gemeentelijk coördinatiecomité en een veiligheidscel opgericht. Prioriteit: 1. 4.
De brandweerinspectie meent dat de brandweer van Harelbeke voldoende beschikbaar is voor het geven van vorming aan burgers, bedrijven of instellingen.
Luik IV.
Omvang van de brandpreventieopdrachten
HARELBEKE
IV.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE in welke van de volgende gevallen om een onderzoek gevraagd wordt.
In het kader van stedenbouwkundige vergunningen voor: appartementsgebouwen
A
kantoorgebouwen
A
winkels, cafés en andere publiek toegankelijke gebouwen
A
industriegebouwen
A
In het kader van verkavelingsvergunningen voor: woningen
S
ambachtelijke zones
M
klasse 1
M
klasse 2
A
klasse 3
A
In het kader van milieuvergunningen voor:
In het kader van wettelijk voorgeschreven attesten voor: ziekenhuizen
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 6/17
nvt
Blad
rustoorden, serviceflats, dienstencentra
A
voetbalstadia
A
kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang
A
logiesverstrekkende en openluchtrecreatieve bedrijven (hotels en campings)
A
kamerwoningen en studentenkamers
nvt
In het kader van gemeentelijke politieverordeningen voor: lokalen met dansgelegenheid
S
publiek toegankelijke inrichtingen
A
In het kader van aanpassingen aan de openbare weg voor: zone 30
nvt
snelheidsbeperkende maatregelen zoals drempels, asverschuivingen
nvt
eenrichtingsverkeer
nvt
In het kader van grote volkstoelopen (openlucht manifestaties,…)
S
Andere Betekenis van de letters:
Altijd, Meestal, Soms, Zelden of Nooit, - (niet van toepassing).
IV.2 Signalisatie van de bluswatervoorzieningen - regelmatige controle op goede werking. IV.2.1 Signalisatie van de hydranten overeenkomstig de omzendbrief van 14 oktober 1975. De hydranten zijn overeenkomstig de omzendbrief van 14 oktober 1975 gesignaliseerd. IV.2.2 Periodieke controle van de werking van de hydranten: frequentie en methode. Dit gebeurt jaarlijks als vrije oefening in de maanden juli en augustus. De verzamelde opmerkingen worden doorgegeven aan de watermaatschappij. Uitgevoerde controles zijn signalisatie, bereikbaarheid, bruikbaarheid en werking. De hydranten worden niet nat beproefd.
IV.2 Controle op de brandpreventie. IV.2.1 Afspraken, gemaakt met de burgemeester(s), omtrent een systematische controle van bepaalde gebouwen (scholen, bioscopen, winkelcentra, cafés,…). Er zijn geen formele afspraken. IV.2.2 Controleonderzoek ter plaatse uitgevoerd na de beëindiging van de bouwwerken (brandpreventieverslag naar aanleiding van een stedenbouwkundige of milieuvergunning). Niet systematisch. Enkel op vraag van de architect of bouwheer.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 7/17
Blad
Besluit en opmerkingen Omvang van de brandpreventie-opdrachten
5.
Voor de gebouwen of inrichtingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, krijgt de brandweer een brandpreventie-opdracht. In verband met verkavelingsvergunningen, lokalen met dansgelegenheid of aanpassingen aan de openbare weg, gebeurt dit niet systematisch. De brandweerinspectie stelt voor aan de burgemeester om ook hiervoor afspraken te maken met de brandweer. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer aangaande de brandpreventieopdrachten voor bepaalde gebouwen of inrichtingen (ook buiten het kader van een stedenbouwkundige vergunning) en het systematisch betrekken van de brandweer bij aanpassingen aan de openbare weg,… . Prioriteit: 2.
6.
De brandpreventie dient niet enkel op papier geregeld te zijn, maar ook in de praktijk toegepast te worden. Daartoe is de controle achteraf een onontbeerlijke schakel in het proces: een meer systematische controle a posteriori van de voorgeschreven maatregelen is voor een aantal categorieën van gebouwen dan ook wenselijk. Actie: De burgemeester en de brandweer maken afspraken over welke categorieën van gebouwen dienen te worden gecontroleerd en met welke frequentie dat dient te gebeuren. Prioriteit: 2
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 8/17
Blad
Luik V.
Procedures
V.1 Procedures voor brandpreventieopdrachten. V.1.1 Opdrachtgever tot het uitvoeren van een onderzoek: burgemeester / technische dienst / particulier / brandweer V.1.2 Schriftelijke / mondelinge instructies omtrent de dossiers die men voor onderzoek naar de brandweer moeten zenden? Met betrekking tot de dossiers waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, wordt er aan de Dienst Stedenbouw gevraagd het inlichtingenblad, dat eenvormig is voor de hulpverleningszone, te laten invullen door de bouwheer / architect. V.1.3 Bedrag van de retributie, indien deze aangerekend wordt voor de opdrachten. Geen. V.1.4 Instructies aan de architecten omtrent de informatie die op de plannen moeten vermeld zijn (bvb. brandweerstand van deuren). Wanneer de architect / bouwheer contact opneemt met de brandweer voor het indienen van de stedenbouwkundige vergunning, deelt de brandweer de noodzakelijke informatie mee aan de betrokkenen. Op het inlichtingenblad opgesteld binnen de hulpverleningszone, dat door de Dienst Stedenbouw aan de architect of bouwheer wordt meegegeven, worden b.v. de waarden van de voorziene brandweerstanden door de architect ingevuld. Indien deze waarden niet voldoen, contacteert de brandweer de architect. In het brandpreventieadvies bij de stedenbouwkundige vergunning geeft de brandweer instructies aan de hand van de wettelijke voorschriften (b.v. KB van 7 juli 1994). V.1.5 Advies in de preventieverslagen gehanteerd voor bouwprojecten waarvan op plan inbreuken vast te stellen zijn op de regelgeving: gunstig onder voorwaarden / ongunstig. Wanneer op de ingediende plannen inbreuken geconstateerd worden, wordt het advies ‘Gunstig onder voorwaarden’ gehanteerd. Het is aan te raden om in deze gevallen in het besluit nogmaals duidelijk de opgenomen voorwaarden te hernemen of ernaar te verwijzen. Wanneer de inbreuken van die aard zijn dat de plannen moeten aangepast worden of dat het gebouw een onvoldoende krijgt qua brandveiligheid (structuren, uitgangen), is het raadzaam te opteren voor een ‘Ongunstig advies’. V.1.6 Handtekeningen op de preventieverslagen De officier-dienstchef ondertekent de preventieverslagen. V.1.7 Preventieverslagen opgestuurd naar burgemeester / technische dienst / bouwheer / architect / inspectie / andere De verslagen worden via de technische dienst verstuurd naar de burgemeester.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 9/17
Blad
V.1.8 Bewaring van de dossiers (met of zonder plannen, duur, op adres of op nummer,…) De dossiers met plannen worden permanent bewaard in hangmappen. Deze worden alfabetisch gerangschikt op naam van bouwheer of bedrijf. De adviezen zelf worden per jaar, chronologisch bewaard in ringmappen. Het is niet raadzaam om de dossiers op naam van bouwheer of bedrijf te rangschikken, gezien namen niet altijd eenduidig bepaald zijn of permanent ongewijzigd blijven. V.1.9 Realisatie van de eenvormigheid van de brandpreventieadviezen. Men tracht de eenvormigheid van de adviezen te bewaren door: - het nationaal typeverslag inzake brandvoorkoming (omzendbrief van 18 juni 1991) te volgen, - de rubrieken van het KB van 7 juli 1994 te volgen, - afspraken te maken binnen de werkgroep brandvoorkoming van de hulpverleningszone. Het is aan te raden om het advies een vaste vorm en structuur te geven waarbinnen de inhoud kan gewijzigd worden volgens het besproken project.
V.2 Procedures voor bluswatervoorziening. V.2.1 Aanspreekpunt bij de brandweer voor alle onderwerpen, vragen,… die betrekking hebben op bluswatervoorzieningen. De officier-dienstchef. V.2.2 Identificatie van zwakke punten in de bluswatervoorziening. Eenmaal per jaar houden de vrijwilligers in het kader van een vrije oefening een algemene hydrantencontrole, waarbij zij de zwakke punten verzamelen. V.2.3 Plannen van het openbaar waterleidingnet. De plannen zijn op papier beschikbaar in de seinkamer. Deze plannen dateren van 1985 en zijn niet meer up –to-date. De meest recente plannen dateren van 1999, maar worden elders in de kazerne opgeborgen en niet gebruikt. Het is raadzaam om een recent stel plannen van het openbaar waterleidingsnet bij de watermaatschappij aan te vragen en deze ter beschikking te stellen in de seinkamer. V.2.4 Plannen van waterwinplaatsen (stromend of stilstaand water). De waterwinplaatsen zijn bekend, maar zijn niet op plan aangeduid, noch beschikt de brandweer over een inventaris van deze plaatsen. V.2.5 Tijdelijke en permanente wijzigingen van de voorzieningen - bekendmaking aan de brandweer. Deze informatie is niet beschikbaar. V.2.6 Afspraken met de watermaatschappij betreffende het verhogen van de druk in geval van nood. Er bestaan geen vaste afspraken hieromtrent. V.2.7 Advies van de brandweerdienst bij de aanleg of aanpassingen van het openbare waterleidingsnet. De watermaatschappij vraagt systematisch advies aan de brandweer bij de aanleg of aanpassingen van het openbaar waterleidingsnet.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 10/17
Blad
V.3 Procedures voor voorafgaandelijke interventieplannen. V.3.1 Gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waarvoor geen interventieplan bestaat, maar waarvoor het aangewezen is er een op te stellen. Voor de gebouwen van AG Plastics is het aangewezen om een interventieplan op te stellen.
Besluit en opmerkingen Procedures
7.
Bij de uitbouw van de procedures betreffende de opdrachten inzake brandpreventie, bluswatervoorziening en voorafgaande interventieplannen zou men meer aandacht kunnen besteden aan het uitwerken en vastleggen van procedures: schriftelijk vastleggen van afspraken en te ondernemen stappen, … Actie: Er worden procedures opgesteld voor het afhandelen van de brandpreventieopdrachten, voor het opstellen van de voorafgaande interventieplannen en voor het garanderen van de bluswatervoorziening. Prioriteit: 2.
8.
Het is niet raadzaam om de brandpreventiedossiers alfabetisch, op naam van bouwheer of bedrijf te rangschikken. Gegevens zoals namen zijn niet altijd eenduidig bepaald en blijven niet noodzakelijk ongewijzigd in de toekomst. Actie: De bewaring van de dossiers gebeurt bij voorkeur op adres. Prioriteit: 3
9.
De brandweer dient bij voorkeur te beschikken over de meest recente plannen van het openbaar waterleidingsnet. Het is raadzaam deze plannen steeds in de seinkamer ter beschikking te stellen. Actie: De brandweer maakt afspraken met de watermaatschappij, zodat zij steeds geïnformeerd blijft over de laatste wijzigingen van het waterleidingsnet. De brandweer dient te beschikken over de voor hen relevante, laatst bijgewerkte plannen van het net. Deze dienen in de seinkamer ter beschikking gesteld te worden. Prioriteit: 1.
10.
De waterwinplaatsen zijn niet geïnventariseerd. Actie: De brandweer inventariseert de waterwinplaatsen, bij voorkeur op plan, met inbegrip van gegevens over bereikbaarheid en grootte. Prioriteit: 2.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 11/17
Blad
Luik VI.
Personeel
VI.1 Personeel voor brandpreventie-opdrachten. VI.1.1 Lijst van het personeel voor brandpreventie-opdrachten. Beroeps / Vrijwilliger
Datum brevet Technicus Brandvoorkoming
Kpt. (Dienstchef)
V
04/05/1983
advies bij stedenbouwkundige vergunningen, controlebezoeken
Lt.
V
19/12/1988
controlebezoeken + verslagen,
Naam en voornaam
Graad / Functie
GLORIEUX Eddy DESPLENTER Patrick
Taak / specialisatie bij brandpreventieopdrachten
vertegenwoordiging in de werkgroep brandpreventie vd hulpverleningszone.
VI.1.2 Aanvullingen bij de lijst. De officier-dienstchef behandelt de preventieopdrachten. Een back-up is niet voorzien. VI.1.2 Vorming van het personeel. VI.1.2.1 Bijscholing, vorming, studiedagen,… op regelmatige tijdstippen, noodzakelijk om bij te blijven in de materie, voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. De vrijwilligers nemen steeds deel aan bijscholingen, vormingen, enz… als deze zich voordoen buiten de werkuren. Binnen de werkuren nemen zij deel wanneer zij zich kunnen vrijmaken. VI.1.2.2 Vrije toegang tot de documentatie, normen, syllabi voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. Ja.
VI.2 Werkbelasting van het personeel voor brandpreventie-opdrachten. VI.2.1 Schatting van het aantal mandagen/jaar gepresteerd, in de brandweerdienst, voor volgende opdrachten. Aantal mandagen/jaar Raming 2005 met huidige bezetting (1 mandag = 8 uur) Adviezen en controles inzake brandpreventie Opleiding en permanente vorming in het kader van de brandpreventie
>75 mandagen / jaar 3 à 4 opleidingen / jaar
Opstellen en bijhouden interventieplannen
>6 mandagen / jaar
Andere opdrachten
>2,5 mandag / jaar
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 12/17
Blad
VI.2.2 Schatting van de gemiddelde tijd die verloopt tussen het ontvangen van een opdracht inzake brandpreventie en het verzenden van het verslag. Ongeveer 1 tot 3 weken. VI.2.3 Voldoende mensen en middelen voor de brandweer om zich op een snelle en kwaliteitsvolle wijze van zijn taak inzake brandpreventie te kwijten. Voor de huidige manier van werken heeft de brandweer voldoende mensen en middelen voorhanden. Om meer systematiek in het brandpreventie- en het controlebeleid te kunnen voeren, vindt de brandweer het wenselijk om in de toekomst beroepspersoneel aan te werven.
Besluit en opmerkingen Personeel
11.
De brandweerinspectie stelt vast dat er momenteel voldoende personeel voorzien is om de brandpreventie-opdrachten te kunnen verwerken. Toch is het aanbevolen om aan een back-up te denken. Op deze manier kunnen de opdrachten ook tijdig worden afgewerkt wanneer een dossierbehandelaar afwezig is en blijft de continuïteit van de dienstverlening qua brandpreventie gegarandeerd. Actie: De gemeente verzekert de back-up en de continuïteit voor de brandpreventieopdrachten. Prioriteit: 3.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 13/17
Blad
Luik VII.
Brandpreventie-opdrachten
VII.1 Gebouwen of instellingen waarvoor een brandpreventie-opdracht werd ontvangen. Naam van gebouw of instelling
Adres
Opdrach t
Datum laatste onderzoek –
(kruis aan als ja)
Opmerkingen
Hoofdbibliotheek Harelbeke
Eilandstraat 2
:
02/2/1999 (uitbreiding)
Res. Sublima (NECCAL)
Zuidstraat
:
15/06/2003
:
02/03/2006 (mail) 13/03/2006 (brief)
Bedrijvenpark Deltapark OCMW woon- en zorgcentrum ‘Leiezicht’
Vrijdomkaai 31
:
02/04/2002
Service Flats ‘De Beiaard’
Hospitaalstraat 6
:
05/02/2003 (laatste bezoek)
Stedelijk Forestiersstadion
Stasegemsesteenweg 23
:
27/07/2003 18/03/2002 12/12/2002
Bed & Breakfast ‘Landhuis De Warande’
Klein Harelbekestraat 39
De Gavers Provinciaal Domein
Eikenstraat 131
:
05/04/2002 (jeugdcentrum) 18/05/2005 (zwempaviljoen)
Jeugdcentrum ‘t Sas
Twee – Bruggenstraat 30
:
1981
Project ‘De Kosterij’ (app,- en winkelcomplex)
Stasegemdorp
:
18/11/1998 2001: laatste bezoek
Hotel ‘Shamrock’
Gentsesteenweg 99
:
07/10/2005 19/02/2003
Kinderdagverblijf ‘Wellecome’
Korenbloemstraat en Gaversstraat
:
25/06/2003
Vrij Technisch Instituut
Stasegemsesteenweg 40
:
1990 (exploitatie-aanvraag)
Houtmagazijnen F Lefevere
Generaal Deprezstraat 2
:
11/04/2001
Verbrandingsoven
Kortrijksesteenweg 264
:
15/02/2003
Detailcontrole van het dossier ‘ADDUCTOR INVEST NV, Marktstraat 85-87-89’ (niet in bovenstaande lijst) levert op: -
vooral de wetgeving (incl. bijlagen) waarop de brandweer de controle baseert, dient te worden opgenomen in het brandpreventieverslag; de lezer van het verslag heeft weinig boodschap aan een opsomming van alle andere van toepassing zijnde wetgevingen;
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 14/17
Blad
-
-
verwijzingen naar wetgeving kunnen best daar in het advies opgenomen worden, waar de wetgeving van toepassing is; in punt 4 (bouw) van het verslag wordt een grens aan de toegelaten rookontwikkeling van materialen en stoffen opgelegd door gebruik te maken van het opaciteitscijfer; dit is noch gestandariseerd, noch in regelgeving opgenomen; het besluit is eerder algemeen te noemen en bevat geen concrete aanbevelingen. Dit kan eenvoudig worden opgelost door hier de voorschriften waaraan niet werd voldaan, concreet te hernemen of ernaar te verwijzen.
Detailcontrole van het dossier ‘Oningedeelde ruimte op de eerste verdieping - advies technofuif’ (niet in bovenstaande lijst) levert op: -
-
-
-
de controle dient enkel te gebeuren op basis van de van toepassing zijnde wetgeving; VLAREM is b.v. niet van toepassing op deze eenmalige gebeurtenis; bij verwijzing naar de Algemene Politieverordening dient men specifieker te verwijzen naar de van toepassing zijnde artikelen uit de verordening (en dit niet enkel in het besluit van het verslag); er wordt rekening gehouden met een maximale bezetting van 1 persoon / 3 m², dit is geen realistische bezettingsgraad voor een technofuif, deze zal veel hoger liggen; in punt 3 (compartimentering – evacuatie) wordt aangaande de uitgangen en de draaizin van de deuren, de uitspraak ‘dit is niet het geval’ gedaan, zonder daarbij concreet aan te duiden over welke uitgangen of deuren het precies gaat. Het is beter om deze informatie concreet mee te delen; in punt 9 (bijzondere voorschriften voor dansgelegenheden) wordt vermeld dat ‘aan de in de APV opgelegde voorwaarden niet is voldaan’. De afkorting APV wordt nergens verduidelijkt, men kan dan ook beter de volledige omschrijving ‘algemene politieverordening’ gebruiken. Bovendien wordt niet verduidelijkt aan welke voorwaarden uit de algemene politieverordening niet is voldaan. Enige verduidelijking hieromtrent is nodig; het besluit en de erin opgenomen aanbevelingen zijn vrij algemeen. Ook hier kan dat eenvoudig worden opgelost door de voorschriften waaraan niet werd voldaan, concreet te hernemen in het besluit of ernaar te verwijzen.
VII.2 Overzicht PER BESCHERMDE GEMEENTE van het aantal brandpreventiedossiers die het voorbije jaar zijn behandeld.
HARELBEKE
Aantal dossiers
Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning
42
Aanvraag van een milieuvergunning
0
Controles op verzoek van de burgemeester
13
Ziekenhuizen, bejaardenvoorzieningen en andere verzorgingsinstellingen
0
Hotels, campings, kamphuizen,…
5
Scholen
6
Andere
0
TOTAAL
66
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 15/17
Blad
VII.2 Kwaliteit van de brandpreventieverslagen. De kwaliteit van de brandpreventieverslagen voldoet. De verschillende voorschriften die van toepassing zijn op het gebouw worden behandeld. De belangrijkste punten voor verbetering zijn (zie ook bemerkingen bij detailcontroles onder VII.1) : - vooral de wetgeving (incl. bijlagen) waarop de brandweer de controle baseert, dient te worden opgenomen in het brandpreventieverslag; de lezer van het verslag heeft weinig boodschap aan een opsomming van alle andere van toepassing zijnde wetgevingen; - verwijzingen naar de regelgeving, normen,… kunnen best daar in het advies opgenomen worden, waar deze van toepassing zijn (b.v. NBN EN 1838 bij de eisen voor de veiligheidsverlichting); - de controle dient enkel te gebeuren op basis van de van toepassing zijnde wetgeving; - de besluiten van de verslagen zijn eerder algemeen te noemen en bevatten geen concrete aanbevelingen. Dit kan eenvoudig opgelost worden door in het besluit de voorschriften waaraan niet werd voldaan, concreet te hernemen of ernaar te verwijzen; - bij het vermelden van wetgevingen of verordeningen dient men ook te verwijzen naar de van toepassing zijnde artikelen daaruit; - bij het bepalen van de bezettingsgraad van een compartiment dient men, wanneer de realistische bezettingsgraad de theoretische overtreft, rekening te houden met de realistische bezettingsgraad; - wanneer niet voldaan wordt aan voorschriften uit wetgevingen of verordeningen, dient men duidelijk te vermelden over welke wetgeving of verordening het gaat en ook duidelijk te omschrijven wat niet voldoet en waaraan het niet voldoet.
Besluit en opmerkingen Brandvoorkomingsopdrachten
12.
Het is noodzakelijk om meer aandacht te besteden aan de vorm en de inhoud van de brandpreventieverslagen: het besluit is te algemeen, er wordt wetgeving aangehaald die niet van toepassing is en de vorm van het document wordt niet consequent gehanteerd voor alle verslagen. Actie: De brandweer verbetert de vorm, de inhoud en vooral het besluit van de brandpreventieverslagen. Prioriteit: 2.
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 16/17
Blad
Luik VIII.
Kazernering
Dit luik was niet opgenomen in de vragenlijst. Hierin zijn punten opgenomen omtrent het gebouw en de functies die erin zijn ondergebracht, zoals zij aan bod kwamen tijdens het inspectiebezoek.
Besluit en opmerkingen Kazernering
13.
De kazernering is in orde, met uitzondering van enkele details zoals: - de parkeerplaatsen dienen niet als opslagruimte voor autowrakken gebruikt te worden; - de kleedruimte bevindt zich bij voorkeur niet in de garage zelf; - de polyvalente zaal dient opsplitsbaar te zijn zodat leslokaal en kantine van elkaar gescheiden kunnen worden; - het persluchtlokaal dient beter onderhouden te worden.
Opgemaakt te Brussel op: Ingenieur-inspecteur ir. Angelique Reper
Ingenieur-inspecteur ir. Jan De Saedeleer
Verslag Brandweerinspectie 7/04/2006 - Brandweer Harelbeke 17/17
Adviseur-generaal ir. Stefaan Maekelberg
Blad