Mee kunnen doen in Hengelo Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Burger en cliëntparticipatie Uitwerkingsnotitie III
Gemeente Hengelo, juli 2006
“Mee kunnen doen in Hengelo”: Uitwerkingsnotitie Burger en cliëntenparticipatie
Inhoud 1 2 3 4
Inleiding ..................................................................................................................... Wat staat er in de WMO ................................................................................................ WMO platform Hengelo ................................................................................................. Vervolg discussie burger- en cliëntparticipatie .................................................................
3 4 4 6
2
“Mee kunnen doen in Hengelo”: Uitwerkingsnotitie Burger en cliëntenparticipatie
1
Inleiding
De WMO wordt ook wel een participatiewet genoemd. Meedoen in de samenleving is het devies van de WMO. Hiermee wordt vooral gedoeld op de doelstelling van de wet. Als het gaat om de verantwoordelijkheden van de overheid in het kader van de wet is de WMO de eerste wet die gebaseerd is op het zogenaamde “horizontale sturingsmodel”. Het Rijk geeft de kaders aan maar de gemeente moet het beleid en de voorzieningen afstemmen op de behoefte van de burgers maar ook samen met die burgers, de zorginstellingen en andere lokale partijen. De gemeente moet het resultaat van het WMO-beleid inzichtelijk maken voor de lokale samenleving. Concreet betekent dit dat de gemeente moet zorgdragen voor participatie en verantwoording. Participatie door betrokkenen te betrekken bij het opstellen van beleid en uitvoering. Verantwoording kan door het inzichtelijk maken van de resultaten, bijvoorbeeld door deel te nemen aan benchmarking. Burgerparticipatie moet in het kader van de WMO in brede zin worden toegepast en moet verder gaan dan alleen belangenbehartiging. Het zal dan ook niet alleen bij de start van de wet aan de orde zijn maar een doorlopend punt van aandacht moeten blijven. Burger -
en cliëntenparticipatie draagt bovendien bij aan de kwaliteit van beleid: Het geeft inzicht in wensen en behoeften; Er wordt een draagvlak gecreëerd voor de keuzes en prioriteiten; Er ontstaat meer betrokkenheid van de burgers; Betere, doordachte besluitvorming.
In de workshop cliëntenparticipatie op de WMO-conferentie op 20 april zijn al een aantal punten ten aanzien van dit onderwerp aan de orde geweest. Pas op om teveel vanuit een specifieke instelling of organisatie te denken; Naast een WMO platform of cliëntenraad regelmatig een thematische benadering kiezen en zo nu en dan een bredere discussie organiseren als aanvulling; Aandacht is nodig voor de faciliteiten en voorwaarden om een WMO platform goed te laten functioneren; Betrek de huidige adviesraden bij de vervolgvoorstellen; Een WMO platform moet het gemeentelijk beleid toetsen, suggesties voor het beleid aandragen en een bijdrage kunnen leveren in de beleidsontwikkeling. Ook is tijdens de workshop een overzicht gemaakt van de doelgroepen die in principe vertegenwoordigd zouden moeten zijn in het platform WMO: lichamelijk gehandicapten verstandelijk gehandicapten chronisch zieken arbeidsgehandicapten ggz - patiënten mantelzorgers vrijwilligers in de zorg gebruikers van mantelzorg gebruikers van vrijwilligers in de zorg ouderen allochtonen jeugd en jongeren bijstandsgerechtigden
3
“Mee kunnen doen in Hengelo”: Uitwerkingsnotitie Burger en cliëntenparticipatie
2
Wat staat er in de WMO
art. 11 Het college betrekt ingezetene van de gemeente en belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van beleid, krachtens artikel 150 Gemeentewet. Het college stelt ingezetenen en belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen vroegtijdig in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen. Het college verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid. Het college dient bij de voorbereiding op het beleid ook rekening te houden met de belangen en behoeften van ingezetenen die dat zelf niet goed kenbaar kunnen maken. art. 12 Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Het college voegt bij het voorstel tot vaststelling door de gemeenteraad een motivering toe hoe de belangen van personen die betrokken zijn geweest bij de voorbereiding hebben gewogen. Verder is van belang dat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ook voor de WMO geldt en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector is met ingang van de WMO van toepassing op elke aanbieder van maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten moeten jaarlijks een tevredenheidsonderzoek uit voeren onder de gebruikers van maatschappelijke ondersteuning. Met de clienten (vertegenwoordiging) moet overlegd worden over de inhoud van het onderzoek en uiteraard ook over de resultaten.
3
WMO platform Hengelo
Rekening houdend met de wet en de aandachtspunten voortkomende uit de workshop cliëntenparticipatie op 20 april en de randvoorwaarden zoals in 5.1 beschreven kan de burger- en cliëntparticipatie in Hengelo als volgt worden ingevuld. Uitgangspunt van de burger- en clientenparticipatie is drie onderdelen die samen een balans bieden tussen georganiseerde en ongeorganiseerde belangen en tussen gebruikers en belangenbehartigers. De drie a. b. c.
onderdelen zijn: WMO-platform Hengelo Raadpleging Breed overleg
Schema cliëntenparticipatie WMO Raadpleging
4
“Mee kunnen doen in Hengelo”: Uitwerkingsnotitie Burger en cliëntenparticipatie
WMO-platform
Breed overleg
a. Een vast platform WMO Heeft tot taak de formele advisering over beleid en uitvoering. De samenstelling moet een afspiegeling zijn van gebruikers en klanten van de WMO. Voor een deel vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties en voor een deel burgers op persoonlijke titel. Er zal een onafhankelijk voorzitter moeten worden gezocht. Vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn uit: ouderenorganisaties organisaties van gehandicapten organisaties van vrijwilligers en van mantelzorgers organisatie van gebruikers GGZ
o o o o
Aan de werving van ‘betrokken burgers’ zal veel aandacht geschonken moeten worden. Het moet gaan om mensen die: woonachtig zijn in de betreffende gemeente; betrokkenheid hebben bij een of meerdere onderdelen van de WMO; een netwerk hebben waardoor ze (veel) signalen krijgen uit de samenleving en niet alleen hoeven uit te gaan van hun eigen ervaring; goed kunnen luisteren en goeie vragen kunnen stellen; met anderen samen een goede doorsnee opleveren van de lokale bevolking
o o o o o
Om tot een goede doorstroming te komen, is een zittingstermijn van bijvoorbeeld twee jaar, met een verlenging van twee jaar een goed uitgangspunt.
b. Raadpleging op basis van thema’s uit de WMO Het WMO-platform kan zelf initiatief nemen om groepen klanten te raadplegen over specifieke kwesties of onderdelen. Dit kan door bijvoorbeeld klanttevredenheidsonderzoeken. Wanneer er gekozen wordt voor een niet al te groot (en daarmee flexibel) WMO-platform is het belangrijk om goede afspraken te maken over het raadplegen van de directe gebruikers van voorzieningen. Het platform heeft de mening van de directe gebruikers nodig om haar advies samen te stellen. Het raadplegen van de doelgroep kan op twee momenten plaats vinden: -
Het WMO-platform kan de gebruikers van voorzieningen raadplegen voordat er advies over die voorzieningen wordt gegeven; Het platform kan ná het formuleren van een conceptadvies onder de betreffende doelgroep(en) nagaan of er voldoende draagvlak daarvoor is.
De raadpleging kan op allerlei manieren gebeuren. Een paar voorbeelden: -
mensen die in het afgelopen jaar een woningaanpassing hebben aangevraagd, worden uitgenodigd voor een bijeenkomst; allochtone inwoners worden op de markt naar hun mening gevraagd; jongeren worden via internet gevraagd een ‘poll’ in te vullen; chronisch zieken die aan huis gebonden zijn worden (mondeling) geënquêteerd door bedrijven die dit onderzoek als vrijwilligerswerk adopteren.
5
“Mee kunnen doen in Hengelo”: Uitwerkingsnotitie Burger en cliëntenparticipatie
c. Breed Overleg (stedelijk of per wijk) Een breed overleg van organisaties die met belangenbehartiging of dienstverlening te maken hebben. Het brede overleg zou twee keer per jaar bijeen kunnen komen en is belangrijk als inspiratiebron en als klankbord voor het WMO-platform. De functie van het Breed Overleg is om de breedte van de samenleving te vertegenwoordigen, en daarmee signalen op te vangen en door te geven. Ook dient het Breed Overleg als kritisch klankbord. Aan het Breed Overleg kunnen deelnemen: Belangenorganisaties van (potentiële) cliënten, zoals bijvoorbeeld ouderenbonden; Lotgenotenverenigingen zoals bijvoorbeeld de Vereniging van Alzheimerpatiënten; Actiegroepen en kerkelijke werkgroepen die zich met de situatie van de cliënten/patiënten bezig houden; Groepen die actief zijn op aangrenzende beleidsterreinen, zoals huurderverenigingen van serviceflats; Verder zijn er organisaties die weliswaar aanbieders van zorg zijn, maar wel uitsluitend met vrijwilligers werken. Daarmee zijn ze ook weer ´gebruiker´van de WMO, en kunnen ze een nuttige inbreng leveren in het Breed Overleg.
4
Vervolg discussie burger- en cliëntparticipatie
De stappen om te komen tot een goede burger- en cliëntparticipatie te komen moeten zorgvuldig worden uitgewerkt. Dit “driehoek model” is in mei 2006 aan partijen voorgelegd. Het is de bedoeling om te komen tot een nadere uitwerking. Een Hengelose variant. Het “model” laat immers nog veel open. Een afvaardiging uit eerder genoemde doelgroepen en organisaties zal worden gevraagd de verdere discussie over de invulling van het WMO-platform ter hand te nemen. Er moet daarbij worden gedacht aan het opstellen van profiel voor leden van het WMO-platform, de sollicitatie procedure, de vorming van werkgroepen en het uitwerken van de randvoorwaarden (professionele ondersteuning, budget ed.) voor een WMO-platform.
6