Alle Schiedammers doen mee! Aanvalsplan laaggeletterdheid 2008 – 2010 Gemeente Schiedam
.
Afdeling Educatie & Welzijn
Alle Schiedammers doen mee! Aanvalsplan laaggeletterdheid 2008 – 2010 Gemeente Schiedam
Gemeente Schiedam Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling Educatie & Welzijn Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadserft1 3112 DZ Schiedam t
010 246 59 99
f 010 246 59 76 w www.schiedam.nl
Inhoud 1.
Inleiding......................................................................................... 2
1.1
Schiedamse situatie ........................................................................ 2
1.2
Reikwijdte lokale aanvalsplan .......................................................... 2
1.3
Doelstellingen ................................................................................ 3
1.4
Leeswijzer ...................................................................................... 3
2.
Laaggeletterdheid: schets van de problematiek ................................ 3
3.
Kaders en kengetallen ..................................................................... 4
3.1
Landelijk aanvalsplan ..................................................................... 4
3.2
Provincie en Stadsregio Rotterdam .................................................. 4
3.3
Schiedamse kengetallen .................................................................. 4
4.
Schiedamse doelstellingen .............................................................. 6
4.1
Doelstelling lokale aanvalsplan ....................................................... 6
4.2
Bewustwording en taboedoorbreking ................................................ 6
4.3
Werkzoekenden ............................................................................... 7
4.4
Werkenden ..................................................................................... 7
4.5
Leesbevordering ............................................................................. 7
4.6
Kind en gezin ................................................................................. 7
5.
R a p p o r t a g e e n e va l u a t i e . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6.
Begroting actieplan 2008 - 2010 ....................................................... 8
Bijlage 1: Laaggeletterdheid in Schiedam op wijkniveau t.o.v. Nederland ....... 9 Bijlage 2: Laaggeletterdheid in Schiedam op wijkniveau t.o.v. Schiedam ...... 12
1
Verwijderd: 2
1. Inleiding Een goede beheersing van de Nederlandse taal is een voorwaarde om te kunnen participeren in de Schiedamse samenleving. Dat geldt voor deelname aan opleidingen en werk, als vrijwilliger, als ouder die betrokken wil zijn bij de school van zijn of haar kind, en/of als werkzoekende op zoek naar een baan. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, lopen bijvoorbeeld tegen problemen op in de volgende situaties: -
-
Geletterdheid is de vaardigheid om gedrukte en
bij het invullen van formulieren of het schrijven van
geschreven informatie te gebruiken om te functioneren in
een kort briefje;
de maatschappij, om persoonlijke doelstellingen te bereiken
bij het lezen van werkinstructies, folders, bijsluiters bij medicijnen of straatnamen.
en om persoonlijke kennis te ontwikkelen. Laaggeletterdheid is het onvermogen daartoe.
1.1 Landelijke context Schiedam telt ongeveer 9.700 laaggeletterden tussen de 15 en 74 jaar, dat is ongeveer 17% van de totale bevolking in deze 1
leeftijdscategorie . Hiervan zijn ruim 6.500 van autochtone afkomst en 3.200 van allochtone afkomst. In het Schiedamse collegeprogramma ‘Alle Schiedammers’ is het actief meedoen van alle Schiedammers aan de Schiedamse samenleving een belangrijk aandachtspunt. Daarbij wil het college groepen die daarbij belemmeringen ondervinden ondersteunen om een zo actief mogelijk aandeel aan de Schiedamse samenleving te hebben. Vandaar dat in het College Werk Programma als doelstelling is opgenomen om te komen met een lokaal aanvalsplan laaggeletterdheid.
1.2 Reikwijdte lokale aanvalsplan Laaggeletterdheid komt voor bij zowel allochtone als de autochtone bevolking. Daarbij kent de aanpak van laaggeletterdheid zowel een preventief aspect als een curatief aspect. Binnen het Schiedamse inburgeringsbeleid wordt al ruim aandacht besteed aan de laaggeletterde inburgeraars. Het aanvalsplan heeft daarom alleen betrekking op de autochtone bevolking. Het voorkomen van laaggeletterdheid valt onder het Schiedamse Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB). Dit richt zich vooral op de leeftijdsgroep van 2 tot 12 (voor- en vroegschoolse educatie en primair onderwijs) en de leeftijdsgroep 12 tot 16 jaar (voortgezet onderwijs). Het aanvalsplan laaggeletterdheid ‘Alle Schiedammers doen mee!’ richt zich dus vooral op de autochtone laaggeletterden, waarbij hoofdzakelijk aandacht wordt besteed aan curatieve maatregelen. Aanvullend daarop zullen ook een aantal maartregelen in preventieve zin worden ingezet, gericht op de doelgroep 12 tot 16 jaar. Hoewel het aanvalsplan zich vooral richt op de aanpak van laaggeletterdheid onder de autochtone bevolking, wordt in dit aanvalsplan de totale doelgroep in beeld gebracht om zodoende een compleet beeld van de problematiek te schetsen. Dit geldt zowel voor het aanvalsplan als de gegevens die zijn opgenomen in de bijlagen.
1
Vooronderzoek laaggeletterdheid in de Stadsregio Rotterdam, CINOP ’s Hertogenbosch, juni 2006. 2
1.3 Doelstellingen De belangrijkste doelstellingen van het Schiedamse aanvalsplan laaggeletterdheid zijn: -
20% meer deelnemers aan trajecten voor laaggeletterden t.o.v. 2006;
-
aansluiten bij de landelijke en regionale communicatieactiviteiten;
-
organiseren van workshops voor klantmanagers Werk en Inkomen;
-
met tenminste 10 Schiedamse werkgevers afspraken maken over de scholing van laaggeletterde werknemers;
-
realiseren van makkelijk leespleinen en uitvoeren van workshops taalkr8! bij VMBO-scholen
-
bij vijf basisscholen uitvoeren van een themadag laaggeletterdheid.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zal eerst nader worden ingegaan op de problematiek van de laaggeletterdheid. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een beeld gegeven van de omvang van de problematiek op landelijk, regionaal en Schiedams niveau. Hoofdstuk 4 gaat in op de belangrijkste doelstellingen van het actieplan en de daarbij uit te voeren maatregelen. Tot slot geeft hoofdstuk 5 weer hoe over de uitvoering van het aanvalsplan wordt gerapporteerd en bevat hoofdstuk 6 de begroting.
2. Laaggeletterdheid: schets van de problematiek Laaggeletterde volwassenen hebben relatief lage inkomens en minder kans op werk. Zij zijn vaker werkloos. Als zij een baan hebben, is die van laag niveau, met minder kans op opleiding of training verzorgd door de werkgever. Laaggeletterden nemen nauwelijks deel aan het maatschappelijk leven in buurten, scholen, bewonersgroepen, verenigingen, etc. Als doelgroep zijn zij moeilijk te bereiken omdat zij niet lezen en zich maatschappelijk isoleren. Zij hebben vaak een negatief maatschappijbeeld en laag zelfbeeld en zijn moeilijk te activeren omdat zij zich schamen voor hun laaggeletterdheid, of dit verdringen. Laaggeletterdheid onder ouderen komt veel voor, veel meer dan onder jongeren. Dit komt natuurlijk door de stijging van de onderwijsparticipatie en het werkniveau in de afgelopen decennia. Veel ouderen geven aan problemen te hebben met de taal- en rekentaken waar ze in hun dagelijks leven mee geconfronteerd worden. De toenemende bureaucratisering, digitalisering en automatisering versterken dit nog. Er is een duidelijk verband tussen laaggeletterdheid en sociaal-economische positie, geslacht en etniciteit. Van de mensen in de laagste inkomenscategorie is 32% functioneel analfabeet. Laaggeletterden vervullen in onze maatschappij de ongeschoolde of laaggeschoolde functies: in de schoonmaak, groenonderhoud, logistiek en distributie, zorg en horeca. Deze functieniveaus correleren met een lage beloning zonder loopbaanperspectief. Veel laaggeletterden zijn werkzaam in gesubsidieerde arbeid, zoals in sociale werkplaatsen. Hiernaast zijn veel laaggeletterden werkloos of niet actief op de arbeidsmarkt (huisvrouwen). Het zijn meer vrouwen dan mannen, vooral in gezinnen met een traditionele rolverdeling. Het komt zowel in de stad als op het platteland voor. In de steden is het geconcentreerd in achterstandswijken met goedkope huurwoningen. Het aantal laaggeletterden in Nederland van circa 1,5 miljoen bestaat uit 1 miljoen autochtonen en 0,5 miljoen allochtonen (13% van de NL bevolking). De laaggeletterdheid heeft binnen de allochtone groep nog een aparte karakteristiek van volledig analfabetisme en onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal. Het eerste komt vooral onder vrouwen voor die in hun land van herkomst geen onderwijs hebben gevolgd en wat, gecombineerd met het tweede, een vrijwel volledig maatschappelijk isolement tot gevolg heeft. Binnen de groep van 1,5 miljoen laaggeletterden zijn er 250.000 ‘echte analfabeten’.
3
3. Kaders en kengetallen 3.1 Landelijk aanvalsplan In december 2005 is door het ministerie van OCW het landelijk aanvalsplan laaggeletterdheid 2006-2010 ‘Van A tot Z betrokken’ gelanceerd. In het landelijke aanvalsplan staat de opgroeiende, lerende en werkende mens centraal. Het plan volgt de levensloop van een individu van voor- en vroegschoolse educatie tot en met de volwasseneneducatie. Het plan gaat uit van de gedachte dat er zowel gewerkt moet worden aan het voorkomen van laaggeletterdheid als het bestrijden van laaggeletterdheid. Gemeenten hebben een belangrijke rol in het landelijke plan. De gemeenten zijn immers lokale overheid, publieke werkgever, uitvoerder van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling (WMO), inkoper van volwasseneneducatie (WEB) en inburgeringstrajecten (WI). De gemeente voert de regie over lokale en regionale samenwerkingsarrangementen op het gebied van scholing, onderwijs en leesbevordering. Nieuw in het plan is de betrokkenheid van het bedrijfsleven; 6% van de werkende beroepsbevolking is laaggeletterd en daarom wordt er extra aandacht besteed aan de bewustwording bij werkgevers. Het landelijke actieplan richt zich op bewustmaking van de problematiek, taboedoorbreking en werving van cursisten. Voor de uitvoering van het plan is er in de periode 2006 -2010 jaarlijks € 4.000.000 beschikbaar. De belangrijkste uitvoeringsorganisaties zijn het CINOP, de stichting Lezen & Schrijven en de stichting Expertisecentrum ETV. Deze 3 instellingen leveren ondersteunende diensten aan gemeenten bij het vormgeven van gemeentelijk beleid op laaggeletterdheid.
3.2 Provincie en Stadsregio Rotterdam In mei 2006 heeft de provincie Zuid Holland een provinciaal aanvalsplan laaggeletterdheid opgesteld voor de periode 2008-2010. Hiermee wil de provincie regio’s en gemeenten stimuleren om de problematiek van de laaggeletterdheid aan te pakken en om de opgedane kennis uit te wisselen. Ook binnen de Stadsregio Rotterdam zijn deze actieplannen verder opgepakt. Zo is door de Stadsregio een onderzoek uitgevoerd naar de laaggeletterdheid binnen onze regio en is het regionaal aanvalsplan 2
laaggeletterdheid ‘Grenzen verleggen’ opgesteld . Tevens is eind 2006 een regionaal projectleider aangesteld die als belangrijkste taak heeft de regionale communicatie en informatie rond laaggeletterdheid op elkaar af te stemmen, het stimuleren van een toename van het aantal trajecten voor laaggeletterden op Rijnmond niveau en het bevorderen van kennisuitwisseling tussen alle betrokkenen. Als uitwerking van hiervan heeft de Stadsregio in april 2007 een communicatieplan opgesteld, dat ervoor zorgt dat de communicatieactiviteiten binnen de Stadsregio Rotterdam op elkaar worden afgestemd. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van eenduidige logo’s, tramactie i.s.m. Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen en themadagen op de basisscholen in de regio.
3.3 Schiedamse kengetallen Uit het vooronderzoek dat door het CINOP door de Stadsregio Rotterdam is uitgevoerd blijkt dat Schiedam ongeveer 9.700 laaggeletterden telt in de leeftijdsgroep tussen de 15 en 74 jaar. Dat is ongeveer 17% van de totale bevolking in deze leeftijdscategorie. Laaggeletterdheid correleert hoog met:
2
-
laag opleidingsniveau,
-
niet-werkenden,
-
werkeloosheid,
-
etniciteit, en
-
leeftijd.
Meer informatie over de activiteiten van de Stadsregio Rotterdam: www.ral.stadsregio.info 4
De vergelijking tussen de landelijke cijfers en die van Schiedam op deze kenmerken is als volgt:
50% 45% 40%
Schiedam
35% 30% 25% 20%
Landelijk
15% 10% 5% 0% laag opgeleid niet-werkend
werkloos
allochtoon
55-74 jaar
Figuur 1: Het gemeentelijk percentage per variabele vergeleken met het landelijk percentage Hieruit blijkt dat Schiedam op elk van deze kenmerken hoger scoort dan landelijk. Het percentage laaggeletterden in Schiedam komt overeen met dat in de stadsregio Rotterdam, maar ligt hoger dan landelijk. Dat is het gevolg van het feit dat Schiedam nog steeds veel kansarme groepen herbergt. Figuur 2 geeft een vergelijking tussen het landelijke percentage laaggeletterden, het percentage op Stadsregioniveau en het gemeentelijke percentage. Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat binnen de Stadsregio het percentage laaggeletterden in Rotterdam zo’n 22% bedraagt. Daarna volgt Schiedam met 17%, terwijl de overige gemeenten lager scoren.
18%
17%
17%
16% 13%
14% 12% 10% Schiedam
Stadsregio Rotterdam
Landelijk
Figuur 2: Het landelijk percentage laaggeletterden in vergelijking met het regionaal en gemeentelijk percentage Als gekeken wordt naar de kenmerken van laaggeletterden op wijkniveau, dan blijkt dat laaggeletterdheid relatief veel voorkomt in de wijken Oost, Nieuwland (laag opgeleid, werkloos en allochtoon), Zuid en Groenoord (laag opgeleid en leeftijd). Een vergelijking van de cijfers van de verschillende kenmerken op wijkniveau met totaal Nederland en totaal Schiedam is opgenomen in bijlage 1 en bijlage 2. Zoals hierboven is aangegeven zijn er ongeveer 9.700 laaggeletterden in Schiedam. Dat is hoger dan landelijk, maar komt overeen met het gemiddelde van de regio Rijnmond. Dat het hoger ligt dan landelijk komt doordat de sociale infrastructuur van Schiedam als ‘vrij zwak’ kan worden getypeerd, wat zich uit in een achterblijvend opleidingsniveau, een inkomensniveau onder het landelijk gemiddelde, een relatief hoge werkloosheid en een hoog aandeel autochtonen (> 20%). Het versterken van de sociale infrastructuur heeft hoge prioriteit (MOP, 2005-09, p.50).
5
4. Schiedamse doelstellingen Zowel in de landelijke plannen als het regionale plan ‘Grenzen verleggen’ is een stijging van het aantal trajecten voor laaggeletterden de belangrijkste doelstelling. Om dit te bereiken zijn een aantal hier aan gerelateerde doelstellingen geformuleerd. Het gaat daarbij om: -
het bespreekbaar maken van laaggeletterdheid en taboedoorbreking;
-
aanpak m.b.t. werkzoekenden;
-
aanpak m.b.t. werkenden;
-
leesbevordering; en
-
kind en gezin.
Deze doelstellingen zijn vertaald naar de Schiedamse situatie.
4.1 Doelstelling lokale aanvalsplan Bij de inkoop van volwasseneneducatie is altijd ruim aandacht geweest voor de problematiek van de laaggeletterdheid. Van het totale aanbod dat bij Zadkine Educatie wordt ingekocht, heeft het NT-1 aanbod (cursussen voor laaggeletterden/analfabeten) een belangrijke plaats ingenomen. Landelijk is er vanaf 2000 bij veel gemeenten het accent verlegd naar de inkoop van NT-2 trajecten (Nederlands als tweede taal). Door die verschuiving is het NT-1 aanbod vaak verdwenen. Vanaf 2000 zijn er in Schiedam echter 3
jaarlijks zo’n 100 NT-1 trajecten ingekocht. In 2006 bedroeg het aantal NT-1 trajecten bijna 150 . Doordat er altijd al veel aandacht is geweest voor de inkoop van trajecten voor laaggeletterden, zal het lastig zijn om daar een substantiële verhoging in te realiseren. Toch wordt een stijging van 20% van het aantal trajecten in 2010 t.o.v. 2006 haalbaar geacht. Het totaal aantal in te kopen NT-1 trajecten komt daarmee op 180. Binnen het budget voor volwasseneneducatie is hiervoor ruimte, temeer daar een gedeelte met financiering vanuit het bedrijfsleven kan worden gerealiseerd (zie 4.4).
4.2 Bewustwording en taboedoorbreking Om de doelstelling van het aanvalsplan te realiseren (20% meer trajecten voor laaggeletterden) is communicatie een belangrijk instrument. In het regionale communicatieplan van de Stadsregio zijn een aantal communicatiemiddelen opgenomen die regionaal worden ingezet en ook lokaal kunnen worden ingezet. De communicatie richt zich zowel op de laaggeletterde zelf als op de omgeving van de laaggeletterde. Regionale activiteiten die worden ingezet zijn bijvoorbeeld spotjes op regionale zenders, uitzendingen via ETV en het verspreiden van informatie via websites en regionale bladen. Deze regionale activiteiten kunnen worden verstekt door op lokaal niveau hierop zoveel mogelijk op aan te sluiten. Vanuit de Stadsregio worden hiervoor een groot aantal communicatiemiddelen beschikbaar gesteld. Tijdens de uitvoering van het Schiedamse aanvalsplan zullen in ieder geval de volgende middelen worden ingezet:
3
-
radio en tv spotjes (via lokale zenders);
-
billboards en posters;
-
verspreiden van herkenningswijzers;
-
verzenden van mailing aan relevante organisaties;
-
inzet van ambassadeurs;
-
relevante ontwikkelingen via persberichten.
Zie jaarverslag Sociale Redzaamheid 2006 ROC Zadkine - Gemeente Schiedam 6
Met de communicatie-uitingen zal zoveel als mogelijk worden aangesloten bij bepaalde relevante activiteiten, zoals de week van de alfabetisering, de week van het leren, start van het cursusjaar, etc.
4.3 Werkzoekenden Laaggeletterdheid komt onder werkzoekenden relatief veel voor. Om duurzame uitstroom richting werk te realiseren is het voor uitkeringsgerechtigden belangrijk om te kunnen lezen en schrijven. Ook voor de bedrijfsvoering van de afdelingen Werk en Inkomen, het CWI en UWV is dit belangrijk omdat er veelal schriftelijk met de cliënten wordt gecommuniceerd. Om hierop goed in te kunnen spelen, is het belangrijk dat de klantmanagers in hun klantcontacten laaggeletterdheid kunnen herkennen. Hiervoor zullen de klantmanagers in 2008 getraind worden in herkenning van de laaggeletterdheid zodat de cliënten direct doorverwezen kunnen worden naar een cursus. In samenwerking met de stichting Lezen en Schrijven zullen daarom een aantal workshops worden georganiseerd. Ook zal onderzocht worden of die eventueel breder kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld bij de stadswinkel.
4.4 Werkenden Van de werkende beroepsbevolking is landelijk gezien 6% laaggeletterd. Voor steeds meer beroepen wordt het noodzakelijk dat de werknemers kunnen lezen en schrijven, ook bij beroepen waar dit in het verleden niet het geval is. Hierbij kan gedacht worden aan het lezen van werk- en veiligheidsinstructies, het invoeren van data in de computer, etc. Het is daarom ook belangrijk om in samenwerking met het bedrijfsleven te werken aan de laaggeletterdheid onder het personeel. Hiertoe zal in 2008 een mailing aan alle Schiedamse bedrijven worden gestuurd om werkgevers bewust te maken over de omvang van de laaggeletterdheid, de consequenties daarvan voor de bedrijfsvoering en de voordelen en mogelijkheden van het bestrijden van de laaggeletterdheid binnen het eigen bedrijf. In 2007 is hiervoor al een start gemaakt, door in samenwerking met de BGS een aantal WSW-ers te scholen, waarbij vanuit de middelen volwasseneneducatie cofinanciering plaats vindt. Doelstelling is om gedurende de periode van het aanvalsplan laaggeletterdheid met tenminste een tiental Schiedamse bedrijven de laaggeletterdheid binnen het eigen bedrijf aan te pakken. In het lokaal sociaal akkoord is dit ook opgenomen als een van de aandachtspunten.
4.5 Leesbevordering In de aanpak van laaggeletterdheid is de leesbevordering een belangrijk onderdeel. Laaggeletterden hebben in het verleden het lezen vermeden en dit vaak laten uitvoeren door derden. Leesbevordering draagt bij aan het blijven oefenen met lezen. Dit is noodzakelijk om de eenmaal aangeleerde geletterdheid op niveau te houden. Bij het aanpakken van de leesbevordering heeft de bibliotheek een belangrijke rol. Om hieraan invulling te geven is de bibliotheek bezig met het invoeren van een ‘Makkelijk Leesplein’. Het makkelijk leesplein is bedoeld voor iedereen die wat meer moeite heeft met lezen. Hiervoor zijn in het makkelijk leesplein speciale boeken aanwezig die ook op een aangepaste manier worden gepresenteerd. Daarnaast vindt er een goede afstemming plaats tussen de bibliotheek en Zadkine Educatie, zodat deelnemers aan trajecten laaggeletterdheid zo goed mogelijk gebruik kunnen maken van de aangeboden faciliteiten. Een andere belangrijke activiteit in het kader van de leesbevordering is het organiseren van taalkr8! op VMBO scholen. De stichting Lezen en Schrijven heeft vanuit het landelijke aanvalsplan alle VMBO scholen een promotie DVD toegezonden. Taalkr8! maakt taal op een aansprekende manier onder docenten en leerlingen bespreekbaar. Jongeren zijn tijdens de workshops op een creatieve manier bezig met taal. Bij de workshops wordt ook samengewerkt met de bibliotheek. Doelstelling van het aanvalsplan op het gebied van leesbevordering is om op de hoofdvestiging van de bibliotheek in Schiedam een makkelijk leesplein te realiseren en te stimuleren dat deelnemers aan trajecten hier veelvuldig gebruik van maken. Daarnaast zal taalkr8! op de Schiedamse VMBO scholen worden uitgevoerd.
4.6 Kind en gezin In de inleiding is al gezegd dat het voorkomen van laaggeletterdheid geen specifiek onderdeel uitmaakt van dit aanvalsplan omdat het al voldoende aandacht krijgt vanuit het onderwijsachterstandenbeleid. Toch kunnen basisscholen een belangrijke rol spelen in de bewustmaking van de problematiek van de laaggeletterdheid en bij de werving van deelnemers. Zo is in 2007 al gestart met een themadag op basisschool De Peperklip, waarbij in groep 7 en 8 de kinderen op een leuke wijze zijn geïnformeerd over het belang
7
van lezen en schrijven. Daarnaast zijn ook docenten geïnformeerd en is er op een ouderavond aandacht geschonken aan laaggeletterdheid. Doelstelling van dit aanvalsplan is om op een vijftal basisscholen in Schiedam een themadag te organiseren.
5. Rapportage en evaluatie Om over de voortgang van dit aanvalsplan te rapporteren zal jaarlijks in februari een rapportage worden opgesteld, waarin een terugblik wordt gegeven op het aantal uitgevoerde activiteiten en de toename van het aantal trajecten in het voorgaande jaar. Na afloop van het aanvalsplan zal een eindevaluatie worden opgesteld.
6. Begroting actieplan 2008 – 2010 De begroting geeft een overzicht van de actiepunten uit het aanvalsplan en de daarvoor beschikbare middelen.
Kosten
Product 160 trajecten NT-1
2008
2009
2010
256.000,00
170 trajecten NT-1
272.000,00
180 trajecten NT-1
288.000,00
wervingscampagne ROC
14.000,00
14.000,00
communicatiemiddelen
10.000,00
7.500,00
workshops, trainingen
10.000,00
7.500,00
14.000,00
Totale kosten
290.000,00 301.000,00 302.000,00
Rijksbijdrage educatie
266.000,00 278.000,00 290.000,00
Dekking
2008 cofinanciering bedrijfsleven
2009
4.000,00
8.000,00
Gemeente Schiedam
15.000,00
15.000,00
Stadsregio Rotterdam
5.000,00
Totale dekking
2010 12.000,00
290.000,00 301.000,00 302.000,00
Doelstelling aanvalsplan: in 2010 20% meer trajecten voor laaggeletterden t.o.v. 2006
8
Bijlage 1: Laaggeletterdheid in Schiedam op wijkniveau t.o.v. Nederland 40
Percentage (%)
35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos
allochtoon
Centrum
Totaal Nederland
werkloos
allochtoon
55-74 jaar
60
Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
Oost
55-74 jaar
Totaal Nederland
40
Percentage (%)
35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos West
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
9
60
Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Zuid
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
70
Percentage (%)
60 50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Nieuwland
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
70
Percentage (%)
60 50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Groenoord
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
10
Percentage (%)
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos Kethel
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
60 Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Woudhoek
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
40 Percentage (%)
35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos Spaland Svea
allochtoon
55-74 jaar
Totaal Nederland
11
Percentage (%)
Bijlage 2: Laaggeletterdheid in Schiedam op wijkniveau t.o.v. Schiedam 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos Centrum
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
60 Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Oost
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
12
Percentage (%)
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos West
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
60 Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Zuid
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
70 Percentage (%)
60 50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Nieuwland
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
13
70 Percentage (%)
60 50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos
Percentage (%)
Groenoord
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos Kethel
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
60 Percentage (%)
50 40 30 20 10 0 Laag opgeleid
werkloos Woudhoek
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
14
Percentage (%)
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Laag opgeleid
werkloos Spaland Svea
allochtoon
55-74 jaar
Schiedam
15