Medicijnen en hart- en vaatziekten
De Nederlandse Hartstichting heeft deze informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld, maar kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid, volledigheid en actualiteit ervan. Bovendien gaat het om algemene informatie waar niet zonder meer medische conclusies voor een individueel geval aan kunnen worden verbonden. Voor een juiste beoordeling van uw eigen situatie, dient u dus altijd te overleggen met uw arts of andere professionele hulpverlener. De eerste uitgave van deze brochure is tot stand gekomen met medewerking van dr. J.H. Kingma (cardioloog), mw. drs. J. van Engeldorp Gastelaars (apotheker), mw. drs. A.C.A.M. Lelie- van der Zande (apotheker Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apothekers (WINAP), dr. S. Thomas (huisarts Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)), mw. drs. M. Andela (voorlichtingskundige Consumentenbond), mw. J. Baltus-van der Veer (Unie van Katholieke Bonden en Ouderen (Unie-KBO), onder redactie van Maarten Evenblij. De brochure is geactualiseerd in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nederlandse Hartstichting.
Colofon Illustraties: Ben Verhagen / Comic House, Oosterbeek Opmaak en druk: Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht Copyright: Nederlandse Hartstichting Uitgave: juni 2011 (versie 2.1)
Inhoud
Inleiding 3 Het gezonde hart
4
Het gebruik van medicijnen
6
Pijn op de borst of hartkramp (Angina pectoris)
8
Hartinfarct (Myocardinfarct)
10
Hartfalen (Decompensatio cordis)
12
Hartritmestoornissen 13 Beroerte (Cerebro Vasculair Accident, afgekort CVA)
16
Aneurysma van de buikaorta
17
Diep veneuze trombose (DVT) en longembolie
19
Vernauwing van de slagaders in de benen (Etalagebenen)
20
Vernauwing de halsslagader
21
Hoge bloeddruk (Hypertensie)
22
Te hoog cholesterolgehalte in het bloed (Hypercholesterolemie) 23 De geneesmiddelen
24
Meer informatie
43
Geneesmiddelenindex 44
Inleiding Bij de behandeling van hart- en vaatziekten worden verschillende medicijnen gebruikt. De informatie op de bijsluiter van deze medicijnen is vaak ingewikkeld geschreven en moeilijk te lezen. Ook is het voor patiënten niet altijd duidelijk waarom de arts een bepaald medicijn voorschrijft. Aanvullende informatie kan dan nuttig zijn. Deze brochure is vooral bestemd voor hart- en vaatpatiënten en hun omgeving en geeft informatie over pijn op de borst, hartinfarct, hartfalen, hartritmestoornissen, beroerte, aneurysma van de buikaorta, trombose en longembolie, vernauwing van de slagaders in de benen, vernauwing in de halsslagader, hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte in het bloed. De verschillende medicijnen die hierbij worden voorgeschreven vindt u allemaal in deze brochure. Eerst wordt de werkzame stof van het medicijn genoemd en daarachter de merknaam of merknamen. Een merknaam kunt u herkennen aan de ® die erachter staat. Sommige medicijnen dragen de naam van de werkzame stof. De informatie is beperkt tot medicijen die via de mond worden ingenomen. De brochure geeft algemene informatie. Deze informatie kan nooit in de plaats komen van het persoonlijk advies van uw eigen arts en apotheker. Volg hun advies op, ook als dat afwijkt van wat u in deze brochure kunt lezen.
3
Het gezonde hart Het hart is een spier, ongeveer zo groot als een vuist, die als een pomp werkt. Door samen te knijpen (een hartslag) stuwt het hart het bloed via de slagaders naar het lichaam. Gemiddeld verwerkt het hart per minuut vier tot vijf liter bloed. Het bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen naar organen en spieren in het hele lichaam en voert afvalstoffen af naar de nieren en de lever. Het hart is opgebouwd uit een rechterhelft en een linkerhelft. Elke helft bestaat uit een boezem (atrium) en een kamer (ventrikel). Een hartklep verbindt de rechterboezem met de rechterkamer. Ook tussen de linkerboezem en de linkerkamer zit een klep. De beide kamers zijn met de grote slagaders verbonden. Vanuit de rechterkamer gaat deze naar de longen en heet daarom longslagader. Vanuit de linkerkamer gaat deze naar het lichaam en heet grote lichaamsslagader of aorta. De kleppen voorkomen dat het bloed terugstroomt.
Bovenste holle ader
Aorta
Longader
Longslagader Linkerboezem
Rechterboezem
Longader Aortaklep Mitralisklep
Onderste holle ader Pulmonalisklep Tricuspidalisklep
Linkerkamer
Rechterkamer Bouw van het normale hart n = zuurstofrijkbloed
n = zuurstofarm bloed
4
In de rechterboezem zit de gangmaker van het hart, de zogenaamde sinusknoop. Deze knoop bepaalt het ritme van het hart. De sinusknoop geeft een elektrische impuls af die zich via de hartwand verspreidt. Deze impuls zorgt ervoor dat het hart samentrekt: eerst de boezems, direct daarna de kamers. Op dat moment wordt het bloed het lichaam ingepompt. Een gezond hart trekt in rust 60 à 70 keer per minuut samen. Dat zijn de hartslagen. Het bloed dat vanuit het lichaam terugkeert naar de rechterboezem van het hart, is zuurstofarm. Uit de rechterboezem komt het bloed in de rechterkamer en daarna in de longslagader. In de longen wordt koolzuur afgegeven en zuurstof opgenomen. Hierna komt het zuurstofrijke bloed in de linkerboezem en de linkerkamer, die het bloed via de aorta het lichaam in pompt. Om al dit zware werk te kunnen doen heeft het hart ook zélf bloed nodig. Dat krijgt het via twee kransslagaders. Deze zijtakken van de grote lichaamsslagader heten zo, omdat ze als een soort krans om het hart heen lopen. De kransslagaders vertakken zich vele malen en voorzien zo het hart van zuurstof en voedingsstoffen.
Grote lichaamsslagader/Aorta
Kransslagaders
n = zuurstofrijkbloed
n = zuurstofarm
bloed
5
Het gebruik van medicijnen Als u een medicijn inneemt komt het via maag en darm in het bloed terecht. Het bloed brengt het medicijn in het hele lichaam, ook op de plaats waar het werken moet. Als het medicijn zijn werk heeft gedaan, verlaat de werkzame stof het lichaam weer. Daar zorgen de lever en de nieren voor. Vrijwel alle medicijnen hebben naast de werking waarvoor u ze inneemt ook een onbedoelde werking. Dit wordt een bijwerking genoemd. In de patiëntenbijsluiter en in deze brochure kunt u lezen welke bijwerkingen een medicijn kan veroorzaken. Dit wil echter niet zeggen dat deze bijwerkingen ook altijd optreden. Met de juiste dosering en zorgvuldig gebruik zullen bijwerkingen meestal niet optreden. Sommige bijwerkingen zult u echter moeten accepteren, omdat ze ontstaan doordat het lichaam moet wennen aan een nieuw geneesmiddel. In deze brochure staan zij onder het kopje: “In het begin van de behandeling kunt u …....” Andere bijwerkingen kunnen ernstiger gevolgen hebben. Neem dan contact op met uw arts. Dit wordt ook in de brochure vermeld.
6
Medicijnen en ouderen
Als u ouder wordt, werken uw nieren minder goed. Dit betekent dat sommige medicijnen langer in uw lichaam blijven. U heeft dan meer kans op bijwerkingen. Ouderen hebben hierdoor van bepaalde medicijnen een lagere dosis nodig. Uw arts houdt hier rekening mee bij het voorschrijven.
Stel vragen aan de dokter
Vraag uw arts wat u van een medicijn kunt verwachten. Zullen de klachten helemaal verdwijnen door het medicijn? Moet u het medicijn voor korte of langere tijd gebruiken? Kunnen er bijwerkingen optreden? Vertel uw arts altijd welke andere medicijnen u gebruikt. Vergeet hierbij niet de middelen die u zelf bij de drogist of apotheker gekocht heeft, zonder voorschrift van uw arts. Ook deze medicijnen kunnen de werking van andere geneesmiddelen versterken of verminderen. Een geneesmiddelenkaart kan hierbij nuttig zijn. Hierop kunt u alle medicijnen noteren die u gebruikt. Dan weet u wat u slikt. Uw apotheek heeft zo’n kaart voor u: het Geneesmiddelen Paspoort. U kunt bij uw apotheek meestal ook een overzicht krijgen van de medicijnen die u gebruikt.
7
Het gebruik van medicijnen
•
• •
Neem het medicijn in volgens de aanwijzingen op het etiket. Houdt u aan de voorgeschreven dosis en verander deze nooit op eigen initiatief. Stop liever niet zelf met de behandeling. Dit kan soms ongewenste effecten hebben. Als u last heeft van hinderlijke bijwerkingen, kunt u met uw arts of apotheker naar een oplossing zoeken. Veel mensen denken dat alcohol verboden is als zij medicijnen gebruiken. Meestal is er echter geen bezwaar tegen matig alcoholgebruik. Bent u gewend een borreltje voor het eten of slapen gaan te nemen? Dan hoeft u dat niet te laten.
Aarzel niet om uw arts of apotheker te raadplegen als u twijfelt over de bijwerking van een medicijn.
Persoonlijk advies
Als u graag een persoonlijk advies wilt over uw medicijngebruik, dan kunt u bij uw apotheek een gesprek of consult aanvragen. Dit is een gratis service van uw apotheek.
Pijn op de borst of hartkramp (Angina pectoris) Angina pectoris wordt wel ‘pijn op de borst’ of ‘hartkramp’ genoemd. De verschijnselen zijn een beklemmende, drukkende of benauwende pijn midden op de borst. Het voelt soms alsof er een knellende band om de borst zit. De pijn kan uitstralen naar onderkaak, armen of rug. Ook kan iemand misselijk worden. Vrouwen kunnen ook andere verschijnselen hebben, zoals kortademigheid. Ook kunnen zij al een tijd last hebben van ongewone moeheid en slecht slapen. Zoals de naam ‘hartkramp’ al suggereert, is angina pectoris een soort kramp van de hartspier. Ter vergelijking: De spieren in uw benen willen niet meer en doen pijn als u veel kniebuigingen achter elkaar maakt. Dat komt doordat de aanvoer
8
van het bloed de vraag van de spieren niet aan kan. Daardoor krijgen de spieren niet voldoende zuurstof. Dat kan ook bij het hart gebeuren. Maar bij angina pectoris ontstaat het tekort aan zuurstof doordat de kransslagaders, die de hartspier van bloed voorzien, in meer of mindere mate vernauwd zijn. Die vernauwing wordt veroorzaakt door een opeenhoping (plaque) van witte bloedcellen en vetachtige stoffen, waaronder cholesteroldeeltjes. De vorming van zo’n plaque wordt slagaderverkalking of atherosclerose genoemd. Het bloed kan daardoor minder gemakkelijk door de vaten heen stromen. Een kenmerk van de pijn is dat deze optreedt in aanvallen, bijvoorbeeld bij inspanning, bij heftige emoties, na een zware maaltijd, of als men ineens van de warmte in de kou komt. De klachten van angina pectoris ebben na enkele minuten rust langzaam weg. Medicijnen die bij angina pectoris worden voorgeschreven, verlagen de behoefte aan zuurstof, vertragen de hartslag en voorkomen afsluiting door stolsels. Tot deze geneesmiddelen behoren: nitraten, calcium-antagonisten, bètablokkers, antistollingsmiddelen, plaatjesremmers en overige geneesmiddelen zoals ivabradine.
9
Hartinfarct (Myocardinfarct) Het hartinfarct is een plotselinge afsluiting van één van de bloedvaten die de hartspier van bloed voorzien (de kransslagaders). Een deel van het spierweefsel krijgt geen zuurstof meer. Het verliest z’n pompkracht en sterft langzaam af. Er ontstaat een litteken. Een aantal van ons krijgt tijdens zijn of haar leven één of meer kleine ‘hartinfarctjes’ waar we niets van merken. De bloedvaatjes die daarbij verstopt raken zijn dan zó klein dat slechts een heel klein gebiedje van de hartspier afsterft en in littekenweefsel verandert. Hoe groter het bloedvat dat afgesloten wordt, des te groter zal het gebied van de hartspier zijn dat afsterft. Een klein bloedpropje kan al voldoende zijn om een vernauwde doorgang in een kransslagader af te sluiten. Zelden is alleen een enkel bloedpropje verantwoordelijk voor zo’n afsluiting. Meestal zijn al eerder door slagaderverkalking of vaatwandbeschadiging ruwe plekken aan de binnenkant van het bloedvat ontstaan die tot vernauwing hebben geleid.
infarctgebied
10
Ook gaat soms een periode van stress (negatieve spanningen) vooraf aan een hartinfarct. De verschijnselen van een hartinfarct zijn een beklemmende, drukkende of benauwende pijn midden op de borst die vaak uitstraalt naar onderkaak, armen of rug. De pijn duurt óók in rust langer dan vijf minuten en kan gepaard gaan met zweten en misselijkheid.
Vrouwen hebben daarnaast vaker dan mannen een of meer van de volgende klachten: pijn in de bovenbuik, onderkaak, nek, rug, tussen de schouderbladen, kortademigheid, extreme moeheid, duizeligheid, onrustig gevoel, angst, snelle ademhaling, misselijkheid, braken. De klachten kunnen verschillen per persoon. Ze kunnen heel plotseling of heel geleidelijk ontstaan.
Het is belangrijk om direct het alarmnummer 112 te bellen, zodat de patiënt snel in het ziekenhuis is. Daar wordt geprobeerd het bloedvat weer open te krijgen met medicijnen die het bloedstolsel oplossen. Hierdoor krijgt het spierweefsel achter het stolsel weer zuurstof en raakt het niet onherstelbaar beschadigd. Vrouwen kunnen ook andere verschijnselen hebben, zoals kortademigheid. Ook kunnen zij al een tijd last hebben van ongewone moeheid en slecht slapen. Medicijnen die na een hartinfarct worden voorgeschreven, dienen om een volgend infarct door een nieuw stolsel te voorkomen en klachten van angina pectoris, hartritmestoornissen en hartfalen tegen te gaan. Tot deze geneesmiddelen behoren: bètablokkers, antistollingsmiddelen, bloedvetverlagende middelen, plaatjesremmers, ACE-remmers, angiotensine-II-antagonisten, nitraten en calcium-antagonisten.
11
Hartfalen (decompensatio cordis of verminderde pompkracht) Het na een hartinfarct beschadigde gebied van de hartspier verliest z’n pompkracht. Het littekenweefsel dat op deze plek is ontstaan, wordt een zwakke plek in de verder zo stevige spierwand van het hart. Die watslappe plek kan bij elke slag gaan uitpuilen. Net zoals een zwakke plek in een ballon naar buiten stulpt als je in de ballon knijpt. De pompkracht van het hart vermindert. Wanneer daardoor te weinig bloed het lichaam in wordt gepompt, spreekt men van hartfalen of decompensatio cordis. Tachtig procent van het hartfalen ontstaat direct of na verloop van jaren na één of meer doorgemaakte hartinfarcten. Veroudering kan dit proces versnellen: de hartspier verliest z’n veerkracht. De rek is eruit. Ook langdurige hoge bloeddruk werkt hartfalen in de hand. Het hart heeft dan vele jaren tegen een zo hoge bloeddruk in moeten pompen dat hij het uiteindelijk opgeeft. Eerst zet de hartspier net zo op als de spieren van een body-builder, maar daarna wordt de spier steeds slapper of stijver en verliest hij steeds meer van z’n kracht. Tot het hart zijn taak om het bloed door het hele lichaam te vervoeren niet meer aankan. Hierdoor ontstaan klachten als vermoeidheid, kortademigheid en benauwdheid. Geringe lichamelijke inspanning (bijvoorbeeld de afwas doen) kan dan al problemen geven. Soms krijgen mensen last van dikke enkels of een blauwe huidskleur. Medicijnen die bij hartfalen worden voorgeschreven verbeteren de pompkracht van het hart en verlagen de bloeddruk. Tot deze geneesmiddelen behoren: digoxine, RAS-remmers, angiotensine-II-antagonisten, plasmiddelen, calcium-antagonisten, bètablokkers en soms nitraten.
12
Hartritmestoornissen Bij een hartslag trekken eerst de boezems samen om het bloed naar de kamers te verplaatsen en dan trekken de kamers samen om het bloed naar de longen of naar de rest van het lichaam te sturen. De elektrische prikkel die hiervoor nodig is, ontstaat in de sinusknoop, een klein regelcentrum in de rechterboezem. Terwijl de boezems door deze prikkel samentrekken, komt de elektrische prikkel bij de atrio-ventriculaire knoop (AV-knoop), midden in het hart. Vanaf de AV-knoop gaat de prikkel via de bundel van His en de Purkinjevezels vertraagd naar de kamers. De kamers moeten eerst al het bloed uit de boezems binnen hebben, voordat ze het zelf weer weg kunnen pompen.
Sinusknoop
Linkerboezem AV knoop
Rechterboezem
Bundel van His Linkerkamer
Rechterkamer Purkinjevezels Geleidingssysteem
ECG
Een elektrocardiogram (ECG) kan al deze fasen goed in beeld brengen. De hoge piek betekent dat de elektrische activiteit van de kamers, die uit dikkere spieren bestaan en krachtig moeten pompen, veel groter is dan van de boezems.
13
Normaal maakt een gezond hart in rust 60 à 70 slagen per minuut. Bij inspanning kan het aantal hartslagen oplopen tot 160 à 180 per minuut. Tijdens de slaap kan het dalen tot 30 à 40 slagen per minuut. Aan de pols is het hartritme goed te voelen. Bij een gezond hart volgen de hartslagen elkaar steeds in een regelmatig tempo op. ‘Ik schrok zo dat mijn hart ervan oversloeg’. Iedereen voelt zijn hart wel eens overslaan, maar niemand zal er onmiddellijk mee naar de dokter gaan. Dat gebeurt meestal pas als het zo vaak voorkomt dat men er veel last van krijgt. Bijvoorbeeld omdat men er niet van kan slapen, of er niet door kan werken. Naast overslaan van het hart kan het hart ook zomaar op hol slaan. Dat wordt een tachycardie genoemd. Even plotseling als zo’n aanval begint, kan het ritme ook weer normaal worden. Een zéér veel voorkomende tachycardie van de hartboezems is het fibrilleren, of fladderen. Boezemfibrilleren kan plotseling ontstaan na een borrel of een sterke kop koffie, maar ook zomaar, bijvoorbeeld tijdens de slaap. Men kan zich erg gejaagd voelen en soms ook angstig. Toch zijn deze klachten eerder lastig dan gevaarlijk. Vaak gaat zo’n aanval na een paar uur vanzelf over. Soms moet een op hol geslagen boezem met medicijnen of een elektroshock worden gestopt in het ziekenhuis. Boezemfibrilleren en boezemfladderen komen niet alleen in aanvallen voor, maar kunnen ook blijven bestaan en chronisch worden. Dit komt vooral bij ouderen voor. De verschijnselen zijn dan minder uitgesproken als bij een acute aanval en zijn vaak heel draaglijk. Een gevaarlijke complicatie van chronisch boezemfibrilleren is dat zich bloedstolseltjes in de hartboezems kunnen vormen. Uit voorzorg krijgen mensen met chronisch boezemfibrilleren dan ook meestal plaatjesremmers of antistollingsmiddelen. Dit om te voorkomen dat stolseltjes vanuit het hart in de hersenen terechtkomen en zo een herseninfarct (beroerte) veroorzaken.
14
Naast ritmestoornissen van de hartboezems zijn er ook ritmestoornissen van de hartkamer. Deze moeten altijd in de gaten gehouden worden, al zijn ze bijna altijd goedaardig en gaat het meestal om overslagen.
Echt gevaarlijk kunnen de tachycardieën van de hartkamers zijn, die korte of langere tijd na een infarct optreden door het litteken dat dan ontstaat. Soms gaat het hart zo snel dat fibrilleren ontstaat. Het hart staat dan als het ware stil. Reanimatie is dan nodig. Met een elektroshock van een defibrillator kan het hartritme worden hersteld. Tenslotte zijn er nog hartritmestoornissen die rondlopen van de boezems naar de hartkamers en weer terug. Deze tachycardieën zijn vrij zeldzaam en worden vaak chirurgisch behandeld. Medicijnen die bij boezemfibrilleren gebruikt worden vertragen het te snelle hartritme en voorkomen de vorming van bloedstolsels. Tot deze geneesmiddelen behoren digoxine, calciumantagonisten, bètablokkers, plaatjesremmers en antistollingsmiddelen. Anti-aritmica worden gebruikt om aanvallen van boezemfibrilleren of kamertachycardie te behandelen en/of te voorkomen.
15
Beroerte (Cerebro Vasculair Accident, afgekort CVA) Als de zuurstofvoorziening naar de hersenen plotseling wordt onderbroken, spreken we over een beroerte. De zuurstofvoorziening kan ophouden omdat:
• •
Een bloedvat in de hersenen wordt afgesloten door een bloedstolsel. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen geen zuurstof meer. Dan is er sprake van een herseninfarct. Een bloedvat in de hersenen scheurt of openknapt, waardoor het bloed zich in het hersenweefsel ophoopt. Dit noemt men een hersenbloeding.
Bij ongeveer 80 procent van de mensen met een beroerte is sprake van een herseninfarct. Bij 20 procent van de mensen gaat het om een hersenbloeding. Van de mensen die een beroerte krijgen is 20 procent jonger dan 65 jaar. Een hersenbloeding komt relatief vaker voor bij jongere mensen. Een beroerte kan ingrijpende lichamelijke en psychische gevolgen hebben en is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit. De belangrijkste symptomen van een beroerte zijn plotselinge eenzijdige verlammingsverschijnselen in gezicht, arm en/of been en spraakstoornissen.
Mond
Scheve mond?
Arm
Verlamde arm en/of been?
Spraak
16
Onduidelijke spraak?
Wanneer iemand een of meer van deze verschijnselen vertoont, dan heeft hij of zij waarschijnlijk een beroerte. Het is belangrijk om dan direct 112 te bellen, want bij snel ingrijpen zijn de gevolgen van een beroerte te beperken. De patiënt wordt in het ziekenhuis opgenomen op een speciale afdeling voor patiënten met een beroerte (stroke unit). Als het om een herseninfarct gaat, kan de patiënt in aanmerking komen voor een behandeling met medicijnen zodat het stolsel oplost en de hersenen weer zuurstof krijgen. Deze behandeling wordt trombolyse genoemd. De verdere behandeling is vooral gericht op het voorkomen en eventueel behandelen van complicaties. De behandeling op langere termijn is vooral gericht op het voorkomen van een nieuwe beroerte. De arts zal leefstijladviezen geven als stoppen met roken, zoveel mogelijk in beweging blijven en gezond eten. Meestal moet iemand daarnaast ook levenslang medicijnen innemen: plaatjesremmers (die ervoor zorgen dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren), cholesterolverlagers en medicijnen die een te hoge bloeddruk omlaag brengen.
Aneurysma van de buikaorta De medische term voor een aneurysma van de buikaorta is ‘aneurysma aorta abdominalis’ (afgekort AAA), wat betekent een verwijding van de lichaamsslagader in de buikholte. De grote lichaamsslagader of aorta is het hoofdkanaal voor het transport van het bloed van het hart naar alle plaatsen in het hele lichaam. Hij loopt in een boog van het hart via de borstkas naar de onderbuik. Hij komt uit de linkerkamer van het hart. Het hart pompt het zuurstofrijke bloed via de lichaamsslagader het lichaam in. In de buik heeft de lichaamsslagader vertakkingen naar de organen (maag, darmen, lever, nieren, alvleesklier, het ruggenmerg) en twee slagaders naar de benen. Het aneurysma ligt meestal vóór de splitsing naar de benen.
17
Veel mensen merken er niets van dat ze een aneurysma hebben. Een aneurysma kan scheuren als de vaatwand te zwak is geworden voor de druk van het bloed. Hoge bloeddruk is daarom een groot risico.
Halsslagaders Hart Aorta
Bekkenslagaders Liesslagaders
Beenslagaders
Aneurysma
Het slagadersysteem
Zolang de doorsnee van het aneurysma kleiner is dan 5 centimeter, is de kans op scheuren klein. Een aneurysma kan geopereerd worden als de doorsnee 5 tot 5,5 cm is. Er zijn 2 mogelijkheden: de klassieke operatie via de buik, waarbij (onder algehele narcose) een kunststof bloedvatprothese in het aneurysma wordt gelegd en de operatie via de slagader in de lies, waarbij (onder lichte verdoving) een endoprothese naar het aneurysma wordt geschoven.
18
Bij de behandeling van het aneurysma van de buikaorta is allereerst stoppen met roken heel belangrijk. Medicijnen die kunnen worden voorgeschreven zijn middelen die ervoor zorgen dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren (plaatjesremmers), de groei van het aneurysma vertragen (statines) en een hoge bloeddruk bestrijden (antihypertensiva).
Diep veneuze trombose (DVT) en longembolie Bloed vervoert zuurstof, voedings- en afvalstoffen door het lichaam via de bloedvaten. Dat zijn de slagaders, aders en haarvaten. Als iemand een wondje heeft, dan moet het bloed zo snel mogelijk stollen zodat er zo min mogelijk bloed verloren gaat. Bloed stolt door bloedplaatjes, stollingseiwitten en speciale enzymen. Dit wordt het stollingssysteem genoemd. Ook vitamine K, dat in de darmen wordt gemaakt, speelt een stollingsbevorderende rol. Maar ook als er geen wondje is, kunnen in een bloedvat soms stolsels ontstaan. Het antistollingssysteem van het lichaam zorgt ervoor dat zo’n stolsel afbreekt, zodat het niet een bloedvat kan afsluiten. Als het evenwicht tussen het stollings- en antistollingssysteem is verstoord, kan trombose optreden. Bij een diep veneuze trombose heeft een stolsel een ader (vene) diep tussen spieren geheel of gedeeltelijk afgesloten. Dit gebeurt meestal in de benen of in het bekken. Als (een deel van) een stolsel loslaat, met het bloed meestroomt en in een bloedvat van de longen vast komt te zitten, ontstaat een longembolie.
Longembolie
19
Een deel van de long krijgt geen bloed en zuurstof meer. Iemand kan kortademig worden of pijn krijgen bij de ademhaling of soms bij het hoesten een beetje bloed opgeven. De behandeling van een trombose of longembolie is het gedurende tenminste vijf dagen onder de huid inspuiten van direct antistollende middelen (laagmoleculairgewichtheparines). Daarmee wordt vaak al gestart vóórdat de diagnose trombose definitief is vastgesteld. Zodra de diagnose is gesteld, wordt ook een medicijn voorgeschreven dat vitamine K tegenwerkt (vitamine K-antagonist). Daarnaast worden voor langere tijd antistollingsmiddelen (coumarines) voorgeschreven. Hiervoor is controle bij de trombosedienst nodig.
Vernauwing van de slagaders in de benen (etalagebenen) Als de slagaders in de benen door slagaderverkalking te nauw zijn geworden, kan het bloed niet goed meer doorstromen zodat de spieren te weinig zuurstof krijgen. Dit veroorzaakt een stekende, krampende pijn in de benen, zodat iemand alleen nog maar kan stilstaan en wachten tot de pijn overgaat. De term ‘etalagebenen’ is ontstaan omdat mensen in een winkelstraat dan net kunnen doen alsof ze een etalage willen bekijken. De medische term is ‘claudicatio intermittens’, wat letterlijk betekent: ‘mank lopen met tussenpozen’.
20
De aandoening ontwikkelt zich naar gelang de ernst van de klachten in vier stadia. Als de aandoening in stadium I of II verkeert, kunnen de verschijnselen goed teruggedrongen worden door te stoppen met roken en veel te lopen. In stadium III en IV is een dotter- of stentbehandeling in het ziekenhuis noodzakelijk. Als deze behandeling niet mogelijk is of niet genoeg zal helpen, komt de patiënt in aanmerking voor een operatie: een bypass of een endarteriëctomie. Medicijnen die aan patiënten met vernauwde slagaders in de benen worden voorgeschreven, zijn middelen die ervoor zorgen dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren (plaatjesremmers) en middelen die het cholesterol verlagen (statines, want die hebben een gunstig effect op het proces van slagaderverkalking). Per patiënt wordt bekeken of medicijnen die een hoge bloeddruk verlagen (antihypertensiva) of bloedglucose-verlagende tabletten en/of insuline (anti-diabetica) moeten worden voorgeschreven. Als een operatie of dotterbehandeling heeft plaatsgevonden, dan worden nog steeds de plaatjesremmers en statines voorgeschreven. Bij sommige bypass-operaties worden antistollingsmiddelen voorgeschreven, waarvoor controle bij de trombosedienst nodig is.
Vernauwing in de halsslagader Een vernauwing in de halsslagader ontstaat door slagaderverkalking. Bij dit proces hechten zich op beschadigde plaatsen van de binnenwand van een slagader witte bloedcellen en vetachtige stoffen (waaronder cho lesteroldeeltjes). Op deze ‘plaque’ ontstaan stolsels die uit bloedplaatjes bestaan. De plaque groeit naar binnen aan en vernauwt de slagader, waardoor het bloed er niet goed meer doorheen kan stromen. De stolsels kunnen losschieten, door de bloedstroom meegevoerd worden en in een bloedvat van de hersenen de bloedtoevoer afsluiten. Als iemand een vernauwde halsslagader heeft, dan hoeft hij daar niets van te merken. Maar wanneer een stolsel de bloedtoevoer in de hersenen afsluit, kan iemand een TIA (een voorbijgaande beroerte) of een beroerte krijgen.
21
Wanneer iemand een TIA heeft gehad en er is met een duplex-onderzoek een vernauwing in een halsslagader geconstateerd, dan worden middelen voorgeschreven die ervoor zorgen dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren (plaatjesremmers) en middelen die het cholesterol verlagen (cholesterolverlagers).
Kan iedereen een hoge bloeddruk krijgen? In principe kan iedereen een hoge bloeddruk krijgen, al lijkt het in bepaalde families meer voor te komen dan bij andere. Erfelijke aanleg en/of factoren in de familie spelen dan ook zeker een rol. Hoge bloeddruk kan op elke leeftijd voorkomen, maar naarmate mensen ouder worden neemt de kans daarop toe. Tot 55 jaar komt hoge bloeddruk meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Boven die leeftijd zijn juist de vrouwen in de meerderheid. Dit heeft voor een deel te maken met de overgang. Tot de overgang lijken vrouwen een natuurlijke bescherming te hebben tegen hart- en vaatziekten. Of dat door de vrouwelijke geslachtshormonen komt (oestrogenen), is nog onduidelijk. Bovendien worden veel vrouwen na de overgang zwaarder. Dit kan leiden tot een verhoging van de bloeddruk. Vrouwen die tijdens hun zwangerschap een hoge bloeddruk hebben, ontwikkelen op latere leeftijd ook vaak een hoge bloeddruk. Ook mensen die op jongere leeftijd al een wat hogere bloeddruk hebben dan hun leeftijdgenoten, kunnen op oudere leeftijd eerder een te hoge bloeddruk krijgen.
22
Te hoog cholesterolgehalte in het bloed Net als hoge bloeddruk, veroorzaakt een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (hypercholesterolemie) geen directe klachten. Maar op den duur leidt het tot het nauwer worden van de slagaders (slagaderverkalking of atherosclerose). Hierdoor krijgen de achterliggende organen (bijvoorbeeld het hart of de hersenen) te weinig of - als een bloedstolsel losschiet - helemaal geen bloed meer. Een hartinfarct, beroerte of andere vaatziekten kunnen het gevolg zijn. De oorzaken van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed zijn: het eten van veel verzadigd vet (dat zit in vet vlees en vette vleeswaren, roomboter, margarine in wikkel, volvette kaas, volle melkproducten, koekjes, chocolade, gebak en snacks), overgewicht, erfelijke aanleg en diabetes mellitus. Een traag werkende schildklier kan ook een oorzaak zijn. Naast cholesterol komen er ook triglyceriden (het gewone vet) in het bloed voor. Hoe lager het gehalte in het bloed, hoe beter het is. Een te hoog gehalte in het bloed wordt hypertriglyceridemie genoemd. Het cholesterol- en triglyceridegehalte in het bloed kan worden verlaagd met een gezonde leefstijl: niet roken, een gezonde voeding met zo min mogelijk verzadigde vetten, voldoende bewegen en afvallen bij overgewicht. Afhankelijk van de hoogte van het cholesterolgehalte en de aanwezigheid van meerdere risicofactoren (hoge bloeddruk, roken, overgewicht) worden medicijnen voorgeschreven. Mensen met hart- en vaatziekten of diabetes mellitus of een erfelijke aanleg voor een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (erfelijke hypercholesterolemie) krijgen altijd medicijnen voorgeschreven. Om de te hoge hoeveelheid bloedvetten (cholesterol en triglyceriden) te verlagen, kunnen bloedvetverlagende middelen worden gebruikt.
23
De geneesmiddelen Digoxine
Van oudsher is vingerhoedskruid (Digitalis) een belangrijke bron van digoxine. Nu komt digoxine uit de fabriek. Het belangrijkste effect van digoxine is de versterkende invloed op de pompfunctie van het hart. Het vergroot de kracht waarmee het hart zich samentrekt en het verlaagt tegelijkertijd het hartritme bij patiënten met een te snel ritme. Het gevolg daarvan is dat het hart rustiger en krachtiger gaat werken. Het middel zorgt er ook voor dat het hart als het vergroot en verdikt is, weer kleiner wordt. Bij hartfalen (decompensatio cordis) is het een veel gebruikt middel. Ook bij boezemfibrilleren en boezemfladderen (snelle slag van de boezem) wordt digoxine gegeven. Met name om te voor komen dat de hartkamer het snellere ritme van de boezem gaat overnemen. Oudere mensen hebben minder digoxine nodig dan jongere mensen. Daarom moet van tijd tot tijd worden bekeken of de dosis kan worden verminderd of zelfs volledig kan worden gestopt met het gebruik van digoxine. Bijwerkingen: Bij een te hoge dosis digoxine kunt u last krijgen van verminderde eetlust, misselijkheid, pijn in de onderbuik en diarree. Ook komen vermoeidheid, langzame of onregelmatige hartslag, wazig zien of gekleurde ringen (halo’s) zien rond voorwerpen, slaperigheid, verwardheid, rusteloosheid of een depressief gevoel voor. Raadpleeg uw arts als u last heeft van een van deze verschijnselen.
Digoxine-preparaten Stofnaam
In de handel als
Digoxine Lanoxin®
24
Nitraten
Nitraten en nitrieten verslappen de spieren van de bloedvaten, waardoor deze zich verwijden en meer bloed doorlaten. Daardoor daalt de bloeddruk. Vooral bij hartkramp (angina pectoris) worden nitraten gebruikt om het zuurstofverbruik van het hart te verminderen. Door snelle verwijding van de bloedvaten wordt er tijdelijk minder bloed aan het hart aangeboden. Dit ontlast het hart en vermindert de druk op de borst. Ook mensen met hartfalen (decompensatio cordis) die niet voldoende reageren op een behandeling met digoxine en plasmiddelen, krijgen soms nitraten voorgeschreven. Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kan duizeligheid, een snelle polsslag, blozen, hoofdpijn, misselijkheid en rusteloosheid optreden. Bij het gebruik van nitraatbevattende pleisters kan de huid pijnlijk en rood worden. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Een enkele keer komt het voor dat mensen, kort nadat zij een nitraattablet onder de tong hebben gelegd, flauwvallen. Deze bijwerking is, hoewel zeer hinderlijk en schrikaanjagend, niet ernstig. Ook wordt tegenwoordig vaak een spray voor onder de tong voorgeschreven. Overleg met uw arts wat te doen. Nitraten Stofnaam
In de handel als
Isosorbidedinitraat Cedocard®; Isordil®; Isosorbidedinitraat Isosorbidemononitraat Isosorbidemononitraat; Mono-Cedocard®; Promocard® Nicorandil Ikorel® Nitroglycerine Deponit T®; Minitran®; Nitro-Dur®; Nitroglycerine; Transiderm-Nitro®; Nitrolingual®
25
RAS-remmers
Deze zijn onder te verdelen in Angiotensine II-antagonisten, Angiotensine Converterend Enzym (ACE)-remmers en Renineremmers. Ze worden voorgeschreven bij hoge bloeddruk. Angiotensine II-antagonisten zijn in staat om de angiotensine II-receptor te blokkeren (angiotensine is het hormoon met een vaatvernauwend en bloeddrukverhogend effect). Dat zorgt voor een verwijding van de bloedvaten en zo voor een daling van de bloeddruk. ACE-remmers verlagen de bloeddruk door een verwijding van de bloedvaten in de uiteinden van het lichaam zoals de bloedvaten in armen, benen, vingers en tenen. Renineremmers zorgen ervoor dat er minder angiotensine beschikbaar is waardoor de bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt. Naast bloeddrukpatiënten kunnen ook mensen met hartfalen (decompensatio cordis) ACE-remmers en Angiotensine II-antagonisten voorgeschreven krijgen. Ze worden ook voorgeschreven ter voorkoming van hartfalen na een hartinfarct. Angiotensine II-antagonisten Stofnaam
In de handel als
Candesartan Atacand®; Atacand Plus®* Eprosartan Teveten®; Teveten Plus®* Irbesartan Aprovel®; CoAprovel®* Losartan Cozaar®; Cozaar PLus®*; Hyzaar®*; Fortzaar®* Olmesartan Olmetec®; Olmetec HCTZ®*; Sevikar®** Telmisartan Micardis®; Micardis Plus®*; Kizalmono®; Kizalkomb®* Valsartan Diovan®; Co-Diovan®*; Exforge®** * Dit preparaat bevat ook een plasmiddel. ** Dit preparaat bevat ook een calcium-antagonist.
26
Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van kriebelhoest, smaakverlies, diarree, hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van koorts of koude rillingen, huiduitslag, opgezwollen gezicht, handen of voeten of als u plotseling moeilijk kunt slikken of ademen. ACE-remmers Stofnaam
In de handel als
Benazepril Cibacen® Captopril Capoten®; Capozide®*; Captopril; Captopril /Hydrochloorthiazide Cilazapril Vascase® Enalapril Co-Renitec®*; Enalapril; Renitec®; Renitec Plus®*; Lertec®** Fosinopril Newace®; Diurace®* Lisinopril Zestoretic®*; Zestril® Perindopril Coversyl®; Coversyl Plus®; Coveram®**; Cosimil®*;Cotomil®* Quinapril Acupril®; Acuzide®* Ramipril Tritace®; Tritazide®* Trandolapril Gopten®; Tarka®** Zofill Zofil® * Dit preparaat bevat zowel een ACE-remmer als een plasmiddel. ** Dit preparaat bevat zowel een ACE-remmer als een calcium-antagonist.
27
Calcium-antagonisten
Calcium speelt een rol bij de samentrekking van spiercellen in de bloedvaten. Stoffen die de werking van calcium remmen, de zogenaamde calciumantagonisten, zorgen ervoor dat calcium moeilijk deze spiercellen binnen kan komen. Sommige calcium-antagonisten werken sterk op het hart en verlagen daar het hartritme en de kracht van de hartslag. Andere werken juist sterk op de spieren in de bloedvaten, wat tot verwijding van bloedvaten leidt. De calcium-antagonisten worden voorgeschreven bij hartkramp (angina pectoris), bij hoge bloeddruk en bij hartritmestoornissen. Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van obstipatie (verstopping), diarree, duizeligheid, blozen of opvliegers, hoofdpijn, misselijkheid of vermoeidheid. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van ademhalingsproblemen, huiduitslag, opgezwollen enkels, voeten of onderbenen of een ongewone hartslag. Calcium-antagonisten Stofnaam In de handel als Amlodipine Norvasc®; Exforge®***; Sevikar®***; Coveram®** Barnidipine Cyress® Diltiazem Diltiazem Tabletten; Tildiem®; Felodipine Plendil® Isradipine Lomir® Lacidipine Motens® Lercanidipine Lerdip®; Lertec®** Nicardipine Cardene® Nifedipine Adalat oros®; Nifedipine Nitrendipine Baypress® Verapamil Isoptin®; Tarka®**; Verapamil HCL; Verapamilum
28
* Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een bètablokker bevat. ** Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een ACE-remmer bevat. *** Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een Angiotensine II-antagonist bevat.
Anti-aritmica (middelen tegen hartritmestoornissen)
Bij hartritmestoornissen kan een groot aantal verschillende medicijnen worden gebruikt. Elk daarvan beïnvloedt de prikkelgeleiding in het hart, of de prikkelbaarheid van de hartspiercellen. Omdat er verschillende oorzaken van ritmestoornissen zijn, kan geen algemeen recept voor het gebruik van de diverse medicijnen worden gegeven. Een arts zal voor iedereen afzonderlijk de aard en de dosering van het medicijn moeten bepalen. Sommige van de voorgeschreven medicijnen doen meer dan alleen het hartritme reguleren. Ze werken bijvoorbeeld ook op de spiercellen in de bloedvaten en het maagdarmkanaal. Bijwerkingen: Algemeen: Bijwerkingen zoals die hier zijn genoemd verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Amiodaron In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van obstipatie (verstopping), hoofdpijn, verminderde eetlust, misselijkheid of een bittere of metaalachtige smaak. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van kortademigheid, koorts, ongevoelige of tintelende vingers of tenen, trillende handen, overgevoeligheid voor zonlicht of blauwgrijze verkleuring van gezicht, nek en armen. Disopyramide In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van een droge mond of keel, obstipatie (verstopping) of wazig zien. Neem contact op met uw arts als u moeilijk kunt plassen of last krijgt van pijn op de borst, duizeligheid of flauwvallen, ongewone hartslag, kortademigheid, opgezwollen voeten of onderbenen, of een snelle gewichtstoename.
29
Fenytoïne In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van obstipatie (verstopping), duizeligheid, slaperigheid of ongewoon sterke haargroei op lichaam en gezicht. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van pijnlijk of opgezwollen tandvlees, verwardheid, ongecontroleerde oogbewegingen, opgezette klieren in nek of oksels, stemmingsveranderingen, huiduitslag of jeuk, gebrabbel of gestotter, trillen of beven. Flecaïnide In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van wazig zien, het zien van puntjes of duizeligheid. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van pijn op de borst, onregelmatige hartslag, kortademigheid, opgezwollen voeten of onderbenen, trillen of beven. Kinidine In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van een bittere smaak, diarree, huiduitslag met jeuk, verminderde eetlust, misselijkheid of maagpijn. Neem contact op met uw arts als u slecht gaat zien of last krijgt van duizeligheid of flauwvallen, ernstige hoofdpijn, oorsuizingen of gehoorverlies of problemen met ademhalen. Propafenon In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van een bittere of metaalachtige smaak, duizeligheid, droge mond, hoofdpijn, misselijkheid of huiduitslag. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van een onregelmatige hartslag, pijn op de borst, kortademigheid of opgezwollen voeten of onderbenen.
30
Anti-aritmica Stofnaam
In de handel als
Amiodaron Amiodaron; Cordarone® Disopyramide Disopyramide; Ritmoforine® Fenytoïne Diphantoïne®; Fenytoïnenatrium; Epanutin®; Diphantoïne Z® Flecaïnide Tambocor® Kinidine Kinidine Propafenon Rytmonorm®; Propafenon Twee calcium-antagonisten werken ook anti-aritmisch: Diltiazem Diltiazem Tabletten; Tildiem® Verapamil Isoptin®; Verapamil HCL; Tarka®; Verapamilum Een bètablokker met een anti-aritmische werking: Sotalol Sotacor®; Sotalol HCL * Dit preparaat bevat ook een ACE-remmer
Bètablokkers
Bètablokkers blokkeren de werking van de zogeheten bèta-adrenerge receptoren. Deze bèta-receptoren zitten voornamelijk op de cellen van het hart en in de bloedvaatjes in spieren, longen en baarmoeder. Door het blokkeren van deze bèta-receptoren kunnen de stresshormonen, waaronder adrenaline, hun werk niet meer doen. Hierdoor wordt het hartritme verlaagd en de pompkracht en de hoeveelheid bloed die het hart per minuut het lichaam inpompt verminderd. Bètablokkers worden daarnaast veel gebruikt na een hartinfarct, bij hartkramp (angina pectoris), bij hoge bloeddruk en bij sommige hartritmestoornissen. Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van duizeligheid, lichte slaperigheid, koude handen en voeten, onrustige slaap, vermoeidheid of minder zin in
31
seks. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van kortademigheid, flauwvallen, verwardheid, hallucinaties, nachtmerries, huiduitslag, ongewoon langzame hartslag of opgezwollen enkels, voeten of onderbenen.
Bètablokkers Stofnaam
In de handel als
Acebutolol Acebutolol; Sectral® Atenolol Atenolol; Atenolol/Chloortalidon*; Tenoretic®* Betaxolol Kerlon® Bisoprolol Emcor®; Emcoretic®*; Bisoprololfumaraat Carvedilol Eucardic® Celiprolol Dilanorm® Esmolol Brevibloc® Labetalol Labetalol HCl; Trandate® Metoprolol Metoprolol; Metoprololtartraat; Selokeen®; Selokomb®* Nebivolol Nebilet® Oxprenolol Oxprenolol Pindolol Viskeen® Propranolol Propranolol; Propranolol HCI Sotalol Sotacor®; Sotalol HCL * Preparaten die behalve een bètablokker ook een plasmiddel bevatten.
Plasmiddelen (diuretica)
Door gebruik van plasmiddelen verliest men extra vocht. Plasmiddelen zijn werkzaam in de nieren. Door het verlies van extra vocht met de urine wordt het bloedvatensysteem minder ‘gevuld’. De bloeddruk gaat daardoor omlaag.
32
Bovendien wordt het hart enigszins ontlast doordat het niet zoveel bloed hoeft rond te pompen. Er zijn verschillende soorten plasmiddelen: de zwakwerkende plasmiddelen (thiaziden), de sterkwerkende plasmiddelen en de kaliumsparende plasmiddelen. De zwakwerkende plasmiddelen hebben slechts een gering ontwaterend effect en worden gebruikt bij hoge bloeddruk en chronisch hartfalen (decompensatio cordis). De sterkwerkende plasmiddelen hebben een snelle en krachtige werking. Ze worden daarom vaak voor korte tijd gebruikt. De kaliumsparende plasmiddelen hebben slechts een beperkt ontwaterend effect. Deze groep is belangrijk als in het lichaam een te laag kaliumgehalte dreigt te ontstaan. Ze worden vrijwel altijd in combinatie met een ander plasmiddel gegeven.
1 De zwakwerkende plasmiddelen (thiaziden) Bijwerkingen In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van duizeligheid, verminderde eetlust, maagpijn, diarree en minder zin in seks. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van pijnlijk of moeilijk plassen, teerachtige ontlasting, bloed in urine of ontlasting, koorts of koude rillingen, gewrichtspijn, pijn onder in de rug of in de zij, huiduitslag, ernstige maagpijn met misselijkheid en braken, ongewone bloeding of blauwe plekken, gele ogen of huid, spierkramp. Zwakwerkende plasmiddelen Stofnaam
In de handel als
Chloortalidon Atenolol / Chloortalidon***; Chloortalidon; Tenoretic®*** Chloorthiazide Chloorthiazide Epitizide Dyta-Urese®*; Epitizide*; Triamtereen / Epitizide*
33
Zwakwerkende plasmiddelen (vervolg) Stofnaam In de handel als Hydrochloorthiazide Acuzide®**; Atacand Plus®; Captopril / Hydrochloorthiazide**; CoAprovel®****; Co-Diovan®****; Co-Renitec®**; Cozaar Plus®****; Diurace®**; Dytenzide®*; Emcoretic®***; Hydrochloorthiazide; Hydrochloorthiazide / Amiloride*; Hyzaar®****; Fortzaar®****; Kinzalkomb®****; Micardis Plus®****; Olmetec HCTZ®****; Rasilez HCT®*****; Hydrochloorthiazide Renitec Plus®**; Selokomb®***; Teveten Plus®****,Triamtereen / Hydrochloorthiazide*; Tritazide**; Zestoretic®** Indapamide Fludex®; Indapamide * Preparaten die behalve een plasmiddel uit deze groep ook een plasmiddel uit een andere groep bevatten. ** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een ACE-remmer bevatten. *** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een bètablokker bevatten. **** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een Angiotensine II-remmer bevatten. *****Preparaten die behalve een plasmiddel ook een renineremmer bevatten.
2 De sterkwerkende plasmiddelen Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van duizeligheid, hoofdpijn of buikpijn. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
34
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van teerachtige ontlasting, bloed in urine of ontlasting, koorts of koude rillingen, gewrichtspijn, pijn onder in de rug of in de zij, pijnlijk of moeilijk plassen, oorsuizingen of gehoorverlies, huiduitslag, ernstige maagpijn met misselijkheid en braken, ongewone bloedingen of blauwe plekken, gele ogen of huid, spierkramp. Sterkwerkende plasmiddelen Stofnaam
In de handel als
Bumetanide Furosemide
Burinex®; Bumetanide Furosemide; Lasiletten®; Lasix®
3 De kaliumsparende plasmiddelen
Kaliumsparende plasmiddelen of ‘kaliumspaarders’ voorkomen dat het kaliumgehalte in het bloed te laag wordt. Dat is bijvoorbeeld ongewenst als u ook digoxine slikt. Bij een te lage kaliumspiegel is de kans op bijwerkingen van digoxine namelijk groter. Bijwerkingen: In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid, buikkrampen, diarree en hoofdpijn. Canrenoïnezuur en spironolacton remmen het hormoon aldosteron. Bij vrouwen kan dit pijnlijke borsten, verlaging van de stem, snellere haargroei, onregelmatige menstruatie en zweten veroorzaken. Bij mannen kan dit vergrote borsten en impotentie tot gevolg hebben. Deze verschijnselen verdwijnen meestal als uw lichaam aan het geneesmiddel gewend raakt. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van huiduitslag of jeuk, koorts of koude rillingen, pijn onder in de rug of in de zij, pijnlijk of moeilijk plassen. Gebruikt u triamtereen? Dan kunt u last krijgen van teerachtige ontlasting, bloed in urine of ontlasting, een branderig gevoel in de tong, kapotte mondhoeken, kleine
35
rode vlekjes op de huid, ongewone bloedingen of blauwe plekken. Raadpleeg uw arts wanneer één van deze bijwerkingen optreedt. Kaliumsparende plasmiddelen Stofnaam In de handel als
Amiloride Hydrochloorthiazide / Amiloride* Spironolacton Spironolacton Triamtereen Dyta-Urese®*; Dytenzide®*; Hydrochloorthiazide / Triamtereen; Triamtereen; Triamtereen / Epitizide*; Triamtereen / Hydrochloorthiazide* * Preparaten die behalve een plasmiddel uit deze groep ook een plasmiddel uit een andere groep bevatten.
Antistollingsmiddelen (anti-coagulantia), ook wel ‘bloedverdunners’ genoemd
De ingeburgerde naam bloedverdunners is feitelijk niet juist, want deze middelen verdunnen het bloed niet. Wel zorgen de antistollingsmiddelen of anti-coagulantia (letterlijk: anti-klontermiddelen) ervoor dat het bloed minder snel stolt. Ze onderdrukken de diverse stollingsmechanismen in het bloed, zodat minder gemakkelijk bloedpropjes ontstaan. De antistollingsmiddelen worden gebruikt na een hartinfarct om te voorkomen dat nieuwe afsluitingen ontstaan en bij bepaalde vormen van hartkramp (instabiele angina pectoris). Ook bij boezemfibrilleren worden ze wel voorgeschreven om te voorkomen dat er bloedpropjes ontstaan die in de hersenen terecht kunnen komen. Na chirurgische ingrepen aan de bloedvaten en bij bepaalde vormen van vaatziekten kan de arts antistollingsmiddelen voorschrijven. Buiten het ziekenhuis worden alleen de zogenaamde coumarines gebruikt. Het duurt even voor het effect van deze medicijnen merkbaar wordt. Ook nadat met de medicijnen gestopt is, duurt het nog enkele dagen tot weken voordat ze uitgewerkt zijn.
36
Bijwerkingen: Als u coumarines gebruikt, staat u onder regelmatige controle van de Trombosedienst. Neem contact op met deze dienst of met uw huisarts als u last krijgt van onverklaarbare blauwe plekken of ongewone bloedingen. Bijvoorbeeld een bloedneus, een wond die blijft bloeden, hevige of onverwachte menstruatie, bloed in de urine of de ontlasting, ophoesten of uitbraken van bloed of iets dat er uit ziet als koffiedik. Soms komen verstopping, teerachtige ontlasting, buikpijn, maagpijn, misselijkheid of huiduitslag voor. De werking van coumarines kan worden versterkt door alcohol en door een aantal geneesmiddelen. De Trombosedienst heeft daarover een folder. Antistollingsmiddelen Stofnaam
In de handel als
Acenocoumarol Fenprocoumon
Acenocoumarol Marcoumar®; Fenprocoumon
Plaatjesremmers (trombocyten-aggregatieremmers)
De plaatjesremmers zorgen ervoor dat de bloedplaatjes (trombocyten), die verantwoordelijk zijn voor het klonteren van bloed, minder goed werken. Doordat ze niet goed meer samenklonteren of doordat de bloedplaatjes zich niet meer goed aan de wand van de bloedvaten kunnen hechten, treedt minder snel ongewenste stolling in de vorm van trombose of embolie op. De plaatjesremmers worden voorgeschreven na een hartinfarct om de kans op een tweede hartinfarct te verkleinen. Ook na een herseninfarct (beroerte) worden die middelen voorgeschreven.
Bij bepaalde vormen van hartkramp (instabiele angina pectoris) en bij boezemfibrilleren worden soms plaatjesremmers gebruikt. In Nederland worden o.a. acetylsalicylzuur (Aspirine®) en carbasalaatcalcium (Ascal®) als plaatjesremmers gebruikt. Carbasalaatcalcium is een vorm van acetylsalicylzuur die beter in water oplost en daarom minder bijwerkingen geeft.
37
Bijwerkingen: Er is slechts een kleine hoeveelheid acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium nodig voor remming van de klontering van bloedplaatjes. Daarom komen bijwerkingen weinig voor. Soms treden buikpijn of maagpijn, brandend maagzuur of misselijkheid op. Bij astmapatiënten kan benauwdheid voorkomen. Neem dan contact op met uw huisarts. Plaatjesremmers Stofnaam
In de handel als
Acetylsalicylzuur Acetylsalicylzuur; Acetylsalicylzuur Cardio; Acetylsalicylzuur Neuro; Accod; Alka-Seltzer®; APC®; Aspirine Protect®; Aspegic®; Aspro®; Chefarine®; Migrafin® Carbasalaatcalcium Ascal®; Ascal Cardio®; Carbasalaatcalcium Clopidogrel Plavix®; Iscover Dipyridamol Persantin® Dipyridamol/Acetylsalicylzuur Asasantin®
Bloedvetverlagende middelen
Om de te hoge hoeveelheid bloedvetten (cholesterol en triglyceriden) te verlagen kunnen bloedvetverlagende middelen worden gebruikt. Deze middelen worden meestal pas voorgeschreven als aanpassing van de voeding na drie maanden geen of te weinig effect heeft, en als er meerdere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn. Mensen met hart- of vaatziekten of diabetes mellitus of een erfelijke aanleg voor een hoog cholesterolgehalte (erfelijke hypercholesterolemie) krijgen vrijwel altijd medicijnen voorgeschreven. Er zijn verschillende middelen. De eerste keuze zijn de cholesterolsynthese-remmers die de aanmaak van cholesterol
38
remmen. Als die medicijnen niet worden verdragen, dan kunnen galzuurbindende harsen worden voorgeschreven. Deze verlagen indirect het cholesterolgehalte in het bloed. Fibraten worden voorgeschreven als ook het triglyceridegehalte is verhoogd. Nicotinezuurderivaten verhogen het HDL-cholesterol. Ezetimibe wordt alleen voorgeschreven aan patiënten met een sterk verhoogd LDLcholesterolgehalte in het bloed, dat onvoldoende wordt verlaagd met andere cholesterolverlagende medicijnen. Bijwerkingen: Algemeen: Bijwerkingen zoals die hier zijn genoemd verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Cholesterolsyntheseremmers In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van obstipatie (verstopping), diarree, brandend maagzuur, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid of huiduitslag. Neem contact op met uw arts bij koorts, spierkrampen, ongewone vermoeidheid of zwakheid. Als u pravastatine gebruikt ook bij wazig zien. Galzuurbindende harsen In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van oprispingen (boeren), opgeblazen gevoel, verstopping, diarree, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken of maagpijn. Neem contact op met uw arts bij zwarte teerachtige ontlasting, hevige maagpijn en bij plotseling gewichtsverlies. Ook bij huiduitslag of irritatie van de tong en het gebied rond de anus. Fibraten In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van diarree, winderigheid, brandend maagzuur, misselijkheid of buikpijn. Neem contact op met uw arts bij koorts of koude rillingen, pijn op de borst, rug of zij, onregelmatige hartslag, kortademigheid en bij hoest of heesheid.
39
Nicotinezuurderivaten In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van een rode huid, blozen, hoofdpijn, misselijkheid en buikpijn. Neem contact op met uw arts bij huiduitslag, jeuk of plotselinge kortademigheid of plaatselijke zwelling van keel, lippen of gezicht. Cholesterolabsorptieremmers In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid, buikpijn, verstopping, winderigheid of diarree. Neem contact op met uw arts bij huiduitslag, jeuk, zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel, spierpijn, spierzwakte, spierkramp en gewrichtspijn. Omega-3-vetzuurpreparaten Deze middelen worden gemaakt uit visolie. Zure oprispingen, met de geur of smaak van vis, komen zelden voor. Ook andere maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, een opgeblazen gevoel, winderigheid, obstipatie of juist diarree, komen zelden voor. U kunt deze klachten dan verminderen door het middel bij het eten in te nemen. Zeer zelden komen huiduitslag en acne, hoofdpijn, duizeligheid, verandering van smaak en een droge neus voor. Neem contact op met uw arts als u teveel last heeft van één van deze bijwerkingen. Leveraandoeningen komen ook zelden voor. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan uw arts. Bloedvetverlagende middelen Stofnaam
In de handel als
Cholesterolsyntheseremmers Atorvastatine Fluvastatine Pravastatine Rosuvastatine Simvastatine
Lipitor® Lescol® Selektine® Crestor® Zocor®
40
Galzuurbindende harsen Colestyramine Questran®;
Questran-A®
Fibraten Bezafibraat Ciprofibraat Gemfibrozil
Bezalip® Modalim®; Hyperlipen® Lopid®
Nicotinezuurderivaten Acipimox Nicotinezuur Xantinolnicotinaat
Nedios®; Olbetam® Niaspan® Complamin®
Cholesterolabsorptieremmers Ezetimibe Ezetrol® Omega-3-vetzuurpreparaten Omega-3-vetzuren Omacor® Combinatieproduct Ezetimibe / Simvastatine Inegy®
Overige geneesmiddelen
Als bij angina pectoris bètablokkers niet werken of niet mogen worden gebruikt, dan kan de arts ivabradine voorschrijven. Soms wordt ivabradine naast een bètablokker voorgeschreven. Ivabradine vertraagt de hartslag. Hierdoor heeft het hart minder zuurstof nodig wat de kans op een aanval van angina pectoris vermindert. Bijwerkingen: De belangrijkste bijwerkingen van ivabradine zijn plotseling oplichtende heldere vlekken in het gezichtsveld, wazig zien, trage hartslag, hoofdpijn en duizeligheid. Overige bijwerkingen vindt u in de bijsluiter.
41
Mocht u last krijgen van kortademigheid of als u na enkele dagen nog steeds maagdarmklachten heeft, neem dan contact op met uw arts. Stofnaam
In de handel als
Ivabradine
Procorolan®
42
Meer informatie? Met vragen over uw medicijnen kunt u terecht bij uw eigen arts. Als u graag een persoonlijk advies wilt over de medicijnen die u gebruikt of als u op zoek bent naar achtergrondinformatie over uw medicijnen of als u vragen heeft over de bijwerkingen van uw medicijn, dan kunt u bij uw apotheek een gesprek of consult aanvragen. Dit is een gratis service van uw apotheek. Op de website www.apotheek.nl kunt u terecht voor betrouwbare informatie over medicijnen. Hier kunt u ook uw vraag stellen aan de web-apotheker. Bij het Meldpunt Medicijnen kunt u uw ervaringen kwijt over uw medicijngebruik, bijvoorbeeld als het medicijn niet goed werkt, of als het bijwerkingen geeft, of als het niet wordt vergoed. Meldpunt Medicijnen Postbus 3089 3502 GB Utrecht E-mail:
[email protected] Website: www.meldpuntmedicijnen.nl Wilt u meer weten over hart- en vaatziekten of een gezonde leefstijl, bel dan met de Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting: 0900 3000 300, van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 13.00 uur (lokaal tarief). De Nederlandse Hartstichting geeft brochures uit over gezonde voeding, meer bewegen, roken, hoge bloeddruk, te hoog cholesterol, overgewicht, diabetes mellitus en over diverse hart- en vaatziekten. U kunt deze brochures bestellen of downloaden via de website: www.hartstichting.nl.
43
Geneesmiddelenindex ® = geregistreerde naam
Accod 38 Acebutolol 32 Acenocoumarol 37 ACE-remmers 11, 26, 27 Acetylsalicylzuur 37, 38, 46 Acetylsalicylzuur Cardio 38 Acetylsalicylzuur Neuro 38 Acipimox 41 Acupril® 27 Acuzide® 27, 30, 34 Adalat oros® 28 Alka-Seltzer® 38 Amiloride 34, 36 Amiodaron 29, 31 Amlodipine 28 Angiotensine II-antagonisten 26 Anti-aritmica 29,31 Anti-coagulantia 36 APC® 38 Aprovel® 26,46 Asasantin® 38 Ascal® 37, 38 Ascal Cardio® 38 Aspegic® 38 Aspirine Protect 38 Aspro® 38 Atacand 26 Atacand Plus® 26, 34 Atenolol / Chloortalidon 33 Atenolol 32 Atorvastatine 40
44
Barnidipine 28 Baypress® 28 Benazepril 27 Bètablokkers 9, 11, 12, 15, 31, 32, 41 Betaxolol 32 Bezafibraat 41 Bezalip® 41 Bisoprolol 32 Bisopropololfumuraat 35 Bloedvetverlagende middelen 11, 23, 38, 40 Brevibloc® 32 Bumetanide 35 Burinex® 35 Calcium-antagonisten 9, 11, 28, 31 Candesartan 26 Canrenoïnezuur® 35 Capoten® 27 Capozide® 27 Captopril 27 Captopril / Hydrochloorthiazide 27, 34 Carbasalaatcalcium 37,38 Cardene® 28 Carvedilol 32 Cedocard® 25 Celiprolol® 32 Chefarine® 38 Chloortalidon 33 Chloorthiazide 33 Cholesterolabsorptieremmers 40, 41 Cholesterolsyntheseremmers 39, 40 Cibacen® 27 Cilazapril 27 Ciprofibraat 41 Clopidogrel 38
45
CoAprovel® 26, 34 Co-Diovan® 26, 34 Colestyramine 41 Complamin® 41 Co-Renitec® 27, 34 Cordarone® 31 Cosimil® 27 Cotomil® 27 Coumarines 36, 37 Coveram® 27, 28 Coversyl® 27 Coversyl Plus® 27 Cozaar® 26 Cozaar Plus® 26 Crestor® 40 Cyress® 28 Deponit T® 25 Digitalis 24 Digoxine 12, 15, 24, 25, 35 Dilanorm® 32 Diltiazem 28, 31 Diovan® 26 Diphantoïne® 31 Diphantoïne Z® 31 Dipyridamol 38 Dipyridamol /Acetylsalicylzuur 38 Disopyramide 29, 31 Diurace® 27, 34 Diuretica 32 Dyta-Urese® 33, 36 Dytenzide® 34, 36 Emcor® 32 Emcoretic® 32, 34 Enalapril 27
46
Epanutin® 31 Epitizide 33, 36 Eprosartan 26 Esmolol 32 Eucardic® 32 Exforge® 26, 28 Ezetimibe 39, 41 Ezetrol® 41 Felodipine 28 Fenprocoumon 37 Fenytoïne 30, 31 Fenytoïnenatrium 31 Fibraten 39, 41 Flecaïnide 30, 31 Fludex® 34 Fluvastatine 40 Fosinopril 27 Fortzaar® 26, 34 Furosemide 35 Galzuurbindende harsen 39, 41 Gemfibrozil 41 Gopten® 27 Hydrochloorthiazide 27, 34, 36 Hydrochloorthiazide / Amiloride 34, 36 Hydrochloorthiazide / Triamtereen 36 Hyperlipen® 41 Hyzaar® 26, 34 Ikorel® 25 Indapamide 34 Inegy® 41 Irbesartan 26 Iscover® 38 Isoptin® 28, 31 Isordil® 25
47
Isosorbidedinitraat 25 Isosorbidemononitraat 25 Isradipine 28 Ivabradine 9, 41, 42 Kerlon® 32 Kinidine 30, 31 Kinzalkomb® 34 Kizalmono® 26 Labetalol 32 Labetalol HCl 32 Lacidipine 28 Lanoxin® 24 Lasiletten® 35 Lasix® 35 Lercanidipine 28 Lerdip® 28 Lertec® 27, 28 Lescol® 40 Lipitor® 40 Lisinopril 27 Lomir® 28 Lopid® 41 Losartan 26 Marcoumar® 37 Metoprolol 32 Metoprololtartraat 32 Micardis® 26 Micardis Plus® 26, 34 Migrafin® 38 Minitran® 25 Modalim® 41 Mono-Cedocard® 25 Motens® 28 Nebilet® 32
48
Nebivolol 32 Nedios® 41 Newace® 27 Niaspan® 41 Nicardipine 28 Nicorandil 25 Nicotinezuur 41 Nicotinezuurderivaten 39, 40, 41 Nifedipine 28 Nitraten 9, 11, 12, 25 Nitrendipine 28 Nitro-Dur® 25 Nitroglycerine 25 Nitrolingual® 25 Norvasc® 28 Olbetam® 41 Olmesartan 26 Olmetec® 26 Olmetec HCTZ®* 26, 34 Omacor® 41 Omega-3-vetzuren 41 Omega-3-vetzuurpreparaten 40, 41 Oxprenolol 32 Perindopril 27 Persantin® 38 Pindolol 32 Plasmiddelen® 25, 32, 33, 34, 35, 36 Plavix® 38 Plendil® 28 Pravastatine 39, 40 Procorolan® 42 Promocard® 25 Propafenon 30, 31 Propranolol 32
49
Propranolol HCl 32 Questran® 41 Questran-A® 41 Quinapril 27 RAS-remmers 12, 26 Ramipril 27 Rasilez HCT® 34 Renineremmers 26 Renitec® 27 Renitec Plus® 27, 34 Ritmoforine® 31 Rosuvastatine 40 Rytmonorm® 31 Sectral® 32 Selektine® 40 Selokeen® 32 Selokomb® 32, 34 Sevikar® 26, 28 Simvastatine 40, 41 Sotacor® 31, 32 Sotalol 31, 32 Sotalol HCL® 31, 32 Spironolacton 35, 36 Tambocor® 31 Tarka® 27, 28, 31 Telmisartan 26 Tenoretic® 32, 33 Teveten® 26 Teveten Plus® 34 Thiaziden 33 Tildiem® 28, 31 Trandate® 32 Trandolapril 27 Transiderm-Nitro® 25
50
Triamtereen 33, 36 Triamtereen / Epitizide 33, 34, 35, 36 Triamtereen / Hydrochloorthiazide 36 Tritace® 27 Tritazide 27, 34 Trombocytenaggregatieremmers 37 Valsartan 26 Vascase® 27 Verapamil 28, 31 Verapamil HCL 28, 31 Verapamilum 28, 31 Viskeen® 32 Xantinolnicotinaat 41 Zestoretic® 27, 34 Zestril® 27 Zocor® 40 Zofenapril 27 Zofill® 27 “Deze tekst is afkomstig uit de brochure ‘Medicijnen en hart- en vaatziekten’ van de Hartstichting. Iedereen kan deze en andere brochures downloaden via de website van de Hartstichting, www.hartstichting.nl”. De afbeeldingen mogen alleen worden gebruikt in de context van deze brochuretekst, dus niet als losse bestanden. Mocht u dat wél willen, dan dient hier apart toestemming voor te worden gevraagd, en zijn er kosten aan verbonden. Veel succes met uw patientenvoorlichting. Met vriendelijke groet, Karin Hommen Communicatieadviseur Voorlichting
51
52
53
06-2015-7346
Adressen Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Tel: algemeen: 024 - 361 11 11 Hartkatheterisatie Volg route 769, zone D3 Contact 024 - 361 45 35 ( maandag tot en met vrijdag van 8.00 -17.00 uur) Holding HCK Volg route 769, zone D3 Contact 024 - 361 97 40 (maandag tot en met vrijdag van 7.30 - 20.00 uur Verpleegafdeling Cardiologie Volg route 747, zone C4 Contact 024 - 361 89 65 Afdeling Hartbewaking Volg route 770, zone D3 Contact 024 - 361 89 61 Afdeling Eerste Hart Hulp Ingang Spoed Eisende Hulp Geert Grooteplein 22 6525 GA Nijmegen Intern volg route 761, zone D0 Contact 024 - 361 45 37 www.radboudumc.nl/zorg/afdelingen/cardiologie Radboud universitair medisch centrum