RCT Onderzoeksverslag
Medicatie Evaluatie Pijn-Poli
?
“een wit pilletje met een gleufje”
2
Medicatie Evaluatie Pijn-Poli “een wit pilletje met een gleufje”
Onderzoeksverslag
Ter verkrijging van het certificaat Master Advanced Nursing Practice aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Presentatie op woensdag 22 oktober 2008 om 10.00 uur door Christianus Titus Maria Terwiel geboren op 31 maart 1962 te Rijswijk
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
3 Titel: Onderzoeksverslag: Medicatie Evaluatie Pijn-Poli Verkorte titel: MEPP Datum: 28-8-2008
Hoofdonderzoeker: Chris Terwiel Verpleegkundig specialist, nurse practitioner i.o. Afdeling pijnbestrijding Alysis Zorggroep Ziekenhuis Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem Telefoonnummer 088-005.88.88 sein 3231 E-mail:
[email protected] Opdrachtgever: Hilga te Mebel Zorgmanager perioperatief centrum Alysis Zorggroep E-mail:
[email protected] Medisch hoofd afdeling pijnbestrijding: Michel Terheggen Anesthesioloog/pijnbestrijder/mentor Alysis Zorggroep E-mail:
[email protected] Onafhankelijk apotheker: Katja Kerkvliet Ziekenhuisapotheker Alysis Zorggroep E-mail:
[email protected] Eerste beoordelaar: Joke Mintjes Directeur Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) Lector Acute Intensieve Zorg Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) E-mail:
[email protected] Statisticus: George Borm Radboud University Nijmegen Medical Centre Department of Epidemiology and Biostatistics E-mail:
[email protected]
De onderzoeksgegevens zijn verzameld van half mei tot en met juli 2008.
© C.T.M. Terwiel Niets uit deze productie mag worden gereproduceerd in welke vorm dan ook, zonder toestemming van de auteur.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
4 Summary In too many cases medication being used is unclear, this can lead to hazardous situations (1,2,3,4,7) for patients. The MEPP-investigation was conducted at the outpatient pain-clinic at Rijnstate Hospital of the Alysis Healthcare Group in Arnhem, the Netherlands. This study had two main goals: 1) demonstrate that current practice gives an inadequate list of medication being used and 2) demonstrate that an AML -current medication list- to be completed by the patient at home, gives a more reliable representation of medication being used than current practice. The research population consisted of 55 patients. 26 Patients were randomized to the control group, 29 patients to the intervention group. The intervention consisted of requesting patients to fill in their current medication on a blank form which was sent to them by post prior to their visit to the outpatient pain-clinic. This list was subsequently compared to the list issued by the pharmacy. For the control group, medication noted in the medical file was compared to the list issued by the pharmacy, after which patients were contacted by phone to ask if the latter was correct. The results are as follows. In the control group almost 50% of the medication being taken was not recorded in the medical file. In the intervention group the AML was almost 100% reliable. In fact, the AML showed a more complete list, because non-prescription medication was included, whereas the medication list issued by the pharmacy only shows prescription medication. More than 60% of the research population buys non-prescription medication, in many cases at the pharmacy or drugstore. Samenvatting Het is lang niet altijd duidelijk welke medicijnen iemand gebruikt. Hierdoor kunnen onveilige situaties ontstaan voor de patiënt (1-2-3-4-7). Het MEPP-onderzoek is gedaan op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep in Arnhem. Het onderzoek had twee doelstellingen: 1) aantonen dat er met de huidige werkwijze een onvolledig beeld van het medicijngebruik verkregen werd en 2) aantonen dat een AMO – actueel medicijn overzicht – door de patiënt thuis in te vullen, een meer betrouwbare weergave gaf van het werkelijke medicijngebruik dan de conventionele handelwijze. De onderzoekspopulatie bestond uit 55 patiënten, 26 in de controle groep en 29 in de interventie groep. Vooraf zijn de patiënten gerandomiseerd. De interventie bestond uit het door de patiënten thuis in te vullen van de actuele medicijnen op een blanco medicijnlijst die voorafgaande aan de afspraak op de pijnpoli was toegezonden. De thuis ingevulde medicijnopgaven van de patiënten werden vergeleken met de uitgiftelijsten van de apotheek. Van de controle groep werd het medicijngebruik dat in het dossier was genoteerd, vergeleken met de uitgiftelijsten van de apotheek. Als extra controle werden daarna alle patiënten gebeld om te vragen of de opgaven correct waren. Het onderzoek leverde de volgende resultaten. In de controle groep werd bijna 50% van het aantal gebruikte medicijnen niet in het dossier vermeld. In de interventie groep waren de AMO’s bijna 100% betrouwbaar. Omdat op de AMO’s ook de zelfzorgmedicatie stond vermeld, zijn deze vollediger dan het overzicht van de apotheek. Meer dan 60% van de gehele onderzoekspopulatie koopt zelfzorgmedicatie, in veel gevallen bij de apotheek of drogist.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
5 Inhoudsopgave
Summary
4
Samenvatting
4
Verklaring van originaliteit
6
Introductie
7
Probleemstelling
8
Methode
9
Resultaten
12
Discussie
19
Conclusies
21
Aanbevelingen voor de praktijk
22
Literatuurlijst
23
Bijlagen
24
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
6 Verklaring van originaliteit
Hierbij verklaar ik, Chris Terwiel geboren 31 maart 1962 te Rijswi,,jk als auteur van dit onderzoeksverslag, dat deze studie niet eerder is uitgevoerd. Indien ik gebruik heb gemaakt van reeds eerder verricht onderzoek door anderen dan wordt dit in de tekst vermeld. Het onderzoek is door mijzelf uitgevoerd, met ondersteuning van Joke Mintjes, Michel Terheggen, Katja Kerkvliet en Georg Borm. Toestemming voor dit onderzoek is verleend op 14 mei 2008 door de Raad van Bestuur van de Alysis Zorggroep. Het LTC nummer van deze studie is LTC 527/270408.
Chris Terwiel 8 augustus 2008
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
7 Introductie In Nederland worden jaarlijks 19.000 mensen met spoed opgenomen in het ziekenhuis door een vermijdbare medicatiefout. De vermijdbare ziekenhuisopnames kosten Nederland jaarlijks 86,7 miljoen euro (1). Veel fouten worden gemaakt op het gebied van informatieoverdracht. In 25% van de gevallen gaat het om het ontbreken van informatie en bij 3% is de informatie onjuist (3). Uit onderzoek blijkt dat op de polikliniek voor cardiologie van het Atrium Medisch Centrum te Kerkrade, er gemiddeld bij alle patiënten wel iets fout gaat met betrekking tot de medicatie. Er treden significant meer fouten op, wanneer iemand meer verschillende medicijnen gebruikt (7). Verder blijkt dat pijnstillers – in het bijzonder de NSAID’s – een verhoogd risico geven op bijwerkingen en als gevolg daarvan een ziekenhuisopname genereren. Ouderen hebben sowieso een hogere kans op een ziekenhuisopname. Naast de sociale context, is de frequente polyfarmacie bij ouderen een risicofactor voor het optreden van bijwerkingen (4). Omdat er veel fout gaat op het gebied van geneesmiddelengebruik, komt er op initiatief van de inspectie van de gezondheidszorg een richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens’. Deze richtlijn is ontwikkeld door: ActiZ, GGZ Nederland, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN en ZN. Daarin wordt een belangrijke toegevoegde norm veilige medicatieoverdracht geformuleerd: “Er is altijd een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar bij elk contact met een behandelaar. Bij een spoedopname is er zo snel mogelijk, doch binnen 24 uur, een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar” (6). Naar aanleiding van het HARM-rapport neemt de Raad van Bestuur van de Alysis Zorggroep de medicatieveiligheid als onderdeel van patiëntveiligheid op in haar beleid. Op 26 oktober 2007 stuurt de Raad van Bestuur een brief aan alle medewerkers in de zorg. In deze brief wordt gesproken over het belang van patiëntveiligheid. Als aandachtstrekker wordt er een flyer meegestuurd (zie bijlage) waarin meerdere aspecten van patiëntveiligheid worden belicht, waaronder het medicijngebruik. Hierin wordt de patiënt opgeroepen een lijst te maken van alle medicijnen die hij of zij gebruikt en deze lijst mee te nemen, het zogenaamde AMO (actueel medicijn overzicht). Echter, de patiënt ziet deze flyer pas in het ziekenhuis en heeft dan al een afspraak op de polikliniek of elders. Op de pijnpoli in Arnhem komen per jaar 800-900 nieuwe patiënten voor een consult op de polikliniek. Het is lang niet altijd duidelijk wat de patiënt aan medicatie gebruikt. Sommigen weten goed wat ze slikken, anderen komen met een lijstje en weer andere patiënten geven een omschrijving van de tabletten. Er zijn ook patiënten die niet weten wat ze slikken. NSAID’s zijn vrij verkrijgbaar zonder recept en staan niet op de uitdraai van de apotheek. Wanneer onduidelijk is welke medicijnen een patiënt gebruikt of heeft gebruikt, wordt het lastig om een weloverwogen beleid te maken voor de pijnbehandeling. Dit onderzoek wil graag een bijdrage leveren aan de veiligheid van de patiënt op het gebied van medicatieoverdracht en probeert een antwoord te vinden om aan de nieuwe norm te voldoen.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
8 Probleemstelling Op de pijnpoli is geen gestructureerde werkwijze voorhanden om een volledig actueel medicijn overzicht van de patiënt te verkrijgen. Discrepanties tussen het werkelijke medicatie gebruik en de opgegeven medicatie door patiënt, zorgen voor een onveilige situatie voor de patiënt. Wanneer niet duidelijk is welke medicijnen een patiënt gebruikt, komt de patiëntveiligheid in gevaar. De patiënt loopt een groter risico wanneer hij/zij meerdere medicijnen gebruikt en zelfzorgmedicatie gebruikt. Om de betrouwbaarheid van de opgave van medicijnen te vergroten is het idee ontstaan om patiënten thuis een actueel medicijn overzicht in te laten vullen en dit overzicht mee naar de arts te nemen. Het voordeel zou kunnen zijn, dat de patiënten thuis de medicijndoosjes erbij kunnen pakken om het overzicht compleet te krijgen. Het doel van dit onderzoek is om deze hypothese te toetsen. Doelstelling Aantonen dat er significant minder discrepanties voorkomen op het actueel medicijn overzicht (AMO) wanneer patiënten voorafgaand aan het eerste consult op de pijnpoli gevraagd worden om een AMO in te vullen ten opzichte van patiënten die niet vooraf een AMO invullen, maar dit ter plekke moeten opgeven wanneer zij in gesprek zijn met de arts. Hoofdvragen: 1. In welke mate is de informatie over het actuele medicijngebruik van de patiënt betrouwbaar, in termen van juiste naam medicijn en juiste dosering, wanneer op het eerste consult van de pijnpoli aan de patiënt wordt gevraagd welke medicijnen hij gebruikt? 2. Neemt de betrouwbaarheid toe van een actueel medicijn overzicht, in termen van juiste naam medicijn en juiste dosering, wanneer een patiënt voorafgaand aan het eerste consult op de pijnpoli thuis een medicijnlijst invult? Deelvragen: 1. Hoeveel medicijnen, door de patiënt opgegeven, komen overeen met de uitgiftelijst van de apotheek? 2. Hoeveel medicijnen ontbreken op de lijst van de patiënt vergeleken met de lijst van de apotheek? 3. Hoeveel medicijnen ontbreken op de uitgiftelijst van de apotheek vergeleken met de lijst van de patiënt? 4. Hoeveel doseringsfouten komen voor in termen van milligrammen en frequentie? 5. Hoeveel pijnpatiënten kopen zelfzorgmedicatie? 6. Neemt het aantal discrepanties toe naarmate er meer medicijnen worden gebruikt? 7. Heeft het opleidingsniveau invloed op het aantal discrepanties?
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
9 Methode Populatie De populatie bestond uit patiënten met pijnklachten die voor een eerste afspraak met de anesthesioloog / pijnbestrijder naar de pijnpoli van de Alysis Zorggroep kwamen. Deze pijnpatiënten konden verschillende aandoeningen en klachten hebben. Het mochten zowel benigne als maligne aandoeningen zijn. De pijn mocht acuut of chronisch van aard zijn. Inclusiecriteria: Patiënten die voor het eerste consult op de pijnpoli komen 18 jaar of ouder Goede beheersing van de Nederlandse taal Exclusiecriteria: Patiënten die geen medicijnen gebruiken, zowel in het dossier als in de vragenlijst. Ethiek Het onderzoeksvoorstel is ter beoordeling aangeboden aan de Commissie Mensgebonden Onderzoek (CMO) Regio Arnhem – Nijmegen. Op 21 april 2008 heeft deze het onderzoek beoordeeld als niet WMO-plichtig (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek). Het oordeel van de commissie luidt als volgt: deelnemende patiënten worden weliswaar gerandomiseerd maar zij worden verder niet aan WMO-plichtige handelingen onderworpen en de “experimentele arm” van het onderzoek interfereert niet noemenswaardig met de reguliere behandeling. Hierna is het onderzoeksvoorstel beoordeeld en akkoord gegeven door de lokale toetsingscommissie van de Alysis Zorggroep. Randomisatie De onderzoekspopulatie werd vooraf gerandomiseerd in twee groepen: een controle groep en een interventie groep. De patiënten waren allemaal geblindeerd. Zij wisten vooraf niet, dat zij meededen aan een onderzoek. De controle groep werd op de reguliere wijze benaderd en kon niet weten dat het medicijngebruik werd vergeleken met de uitgiftelijst van de apotheek. De interventie groep kreeg voorafgaand aan het polibezoek een brief thuis waarin de afspraak stond vermeld en tevens ontvingen zij een blanco medicijnoverzicht met het verzoek dit overzicht ingevuld mee te nemen naar de afspraak. Deze blindering was gedaan om het gedrag van de patiënten niet te beïnvloeden. De artsen konden in dit onderzoek niet worden geblindeerd, omdat zij tijdens het anamnesegesprek het medicijngebruik moesten uitvragen en bij de interventie groep moesten zij naar het medicijnoverzicht vragen. De artsen wisten dus aan het begin van het consult in welke groep de patiënten waren gerandomiseerd. Interventie De interventie bestond uit het opsturen van een blanco medicijnoverzicht aan patiënten voorafgaand aan het eerste consult op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep, met de vraag om thuis het actuele medicijngebruik te noteren en deze lijst mee te nemen naar het eerste bezoek. Formulieren Voor dit onderzoek zijn de onderstaande formulieren gebruikt: 1. randomisatieformulier, dit formulier gaf aan in welke groep de patiënt was gerandomiseerd. Zo konden de onderzoekers in één oogopslag zien in welke groep iemand was gerandomiseerd. 2. patiënteninformatie, hierin werd aan de patiënt uitleg gegeven over het onderzoek. 3. toestemmingsformulier, hier werd aan de patiënten een handtekening gevraagd voor het meedoen aan de studie en tevens voor het opvragen van de gegevens bij de apotheek.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
10 4. vragenlijst, hierin werd gevraagd naar demografische gegevens, het aantal behandelaars, de naam van de verstrekkende apotheek, het aantal medicijnen en of iemand zelfzorgmedicatie kocht en zo ja waar deze gekocht werd. 5. blanco medicijnlijst, hierop moesten alle actuele medicijnen worden ingevuld (interventie groep). 6. begeleidende brief, waarin uitleg stond over het invullen van de medicijnlijst (interventie groep). Deze formulieren (zie bijlagen) werden als volgt gebruikt in de twee groepen: controle groep interventie groep 1. randomisatieformulier 1. randomisatieformulier 2. patiënteninformatie 2. begeleidende brief 3. toestemmingsformulier 3. blanco medicijnlijst 4. vragenlijst 4. patiënteninformatie 5. toestemmingsformulier 6. vragenlijst Er werden 60 enveloppen gevuld met formulieren voor de controle groep en 60 enveloppen voor de interventie groep. Alle enveloppen waren aan de buitenkant identiek. Alle 120 enveloppen stonden door elkaar in één doos. Uitwerking De secretaresse van de afdeling pijnbestrijding plande de nieuwe patiënten in en nam daarbij willekeurig een enveloppe uit de doos. De secretaresse maakte de enveloppe open en wanneer bleek dat de patiënt in de interventie groep viel, dan stuurde zij de blanco medicijnlijst met de informatiebrief gelijktijdig met de afspraak op naar het huisadres van de patiënt. De overige formulieren bleven in de enveloppe en werden in het dossier gedaan. Wanneer de patiënt in de controle groep zat, dan werd de gehele inhoud van de enveloppe in het dossier gedaan en gebruikte de arts deze aan het einde van het consult. De arts kreeg de instructie om bij de patiënten in de controle groep het medicijngebruik uit te vragen tijdens het eerste consult. Pas aan het einde van het consult mocht de arts de patiënt vragen om mee te doen met het onderzoek en gaf hij de enveloppe met vragenlijst en toestemmingformulier mee. De patiënt kreeg de gelegenheid om vragen te stellen en werd verzocht om de vragenlijst thuis in te vullen en te retourneren in de bijgesloten enveloppe. De arts tekende alvast het toestemmingsformulier. Bij de patiënten in de interventie groep moest de arts naast het uitvragen van de medicijnen ook gebruik maken van de door de patiënt van tevoren thuis ingevulde medicijnlijst. Hij nam de medicijnlijst in ontvangst en vroeg aan de patiënt om mee te doen aan het onderzoek. De patiënt kreeg de gelegenheid om vragen te stellen en werd gevraagd om de vragenlijst thuis in te vullen en te retourneren in de bijgesloten enveloppe. De arts tekende alvast het toestemmingsformulier. Wanneer de vragenlijsten en toestemmingsformulieren niet binnen twee weken retour waren, werd door de onderzoeker een herinneringstelefoontje gepleegd met de patiënt. Controle De interventie groep werd vergeleken met de controle groep. De mensen uit de controle groep hadden de reguliere werkwijze gehad. De reguliere werkwijze bestond uit het uitvragen van het medicijngebruik tijdens het anamnesegesprek tussen de arts en de patiënt. De overdracht van medicijngegevens kon zowel mondeling als schriftelijk zijn. De verzamelde vragenlijsten werden geanalyseerd. Nadat er toestemming was van de patiënt, werd het medicijnoverzicht bij de openbare apotheek opgevraagd. De medicijnen die tijdens het eerste consult zijn opgegeven door MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
11 de patiënten werden vergeleken met het overzicht van de openbare apotheek. De interventie groep overhandigde de thuis ingevulde medicijnlijst aan de arts, die de lijst aan het patiëntendossier toevoegde. Peildatum was de dag waarop de patiënt op consult was bij de afdeling pijnbestrijding. Er werd gekeken naar: Naam medicament: komt de naam overeen Voorgeschreven dosering: klopt het aantal milligrammen en de frequentie van toediening Aantal geneesmiddelen Onderzocht werden alle medicijnen die de patiënt gebruikte, inclusief zelfzorgmedicatie. Homeopathische middelen werden niet meegenomen in het onderzoek evenals oog- en oordruppels, anticonceptiemiddelen, crèmes, shampoos en incontinentiemateriaal. Nadat de medicijnopgave uit het dossier was vergeleken met de opgave van de apotheek, werd de patiënt gebeld om te vragen of de medicatie zoals opgegeven in het dossier correct was en om te vragen of er nog medicatie ontbrak. Outcome Met beschrijvende statistische methoden werden de volgende uitkomsten berekend: Geslacht, leeftijd en opleidingsniveau Aantal medicijnen in dossier Aantal medicijnen bij apotheek Aantal medicijnen in vragenlijst Aantal medicijnen niet vermeld in dossier t.o.v. de lijst van de apotheek Aantal medicijnen dat ontbreekt bij de apotheek t.o.v. van de lijst van de patiënt/dossier Het aantal discrepanties in medicijnnamen tussen de patiënt en de apotheek Het aantal fouten in de milligrammen Het aantal fouten in de frequentie van inname Het aantal discrepanties nadat de patiënten zijn gebeld Koopt iemand zelfzorgmedicatie Waar koopt iemand zelfzorgmedicatie Vergelijkbaarheid van de groepen De vergelijkbaarheid van de groepen werd gemeten met de volgende maten: Geslacht Leeftijd Opleidingsniveau Statistiek De verzamelde gegevens zijn middels het softwarepakket Statistical Products and Service Solutions (SPSS) 15.0 verwerkt. De gegevens zijn anoniem verwerkt. Om een significant verschil aan te tonen is een lineaire regressieanalyse gedaan. In een lineaire regressieanalyse wordt een schatting of voor de hand liggende voorspelling gemaakt tussen een afhankelijke variabele en een of meer onafhankelijke variabelen. De afhankelijke variabele geeft het verschijnsel weer dat verklaard moet worden en wordt ook wel verklarende variabele genoemd (5). Als afhankelijke variabele is “aantal discrepanties na bellen met patiënt vergeleken met dossier” ingevoerd.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
12 Resultaten Populatie De onderzoekspopulatie bestond uit 63 patiënten, waarvan er 55 evalueerbaar waren. Acht patiënten zijn geëxcludeerd omdat zij de Nederlandse taal niet goed beheersten (N3) of omdat zij geen medicijnen gebruikten (N5). Van de 55 patiënten zaten er 26 in de controle groep en 29 in de interventie groep. In de controle groep zaten 14 mannen en 12 vrouwen. In de interventie groep zaten 9 mannen en 20 vrouwen. Verhouding man/vrouw is 42% mannen en 58% vrouwen. Zie figuur 1. Figuur 1 “Verdeling tussen mannen en vrouwen in beide groepen”
30
geslacht man vouw Bars show counts
Aantal
20
10
0 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
De leeftijden liepen uiteen van 22 tot 92 jaar. De gemiddelde leeftijd was 57 jaar voor de controle groep en 59 jaar voor de interventie groep. De mediaan voor de controle groep was 56 en voor de interventie groep 58 jaar, zie figuur 2. De gestratificeerde leeftijden uit de vragenlijst werden niet gebruikt. Figuur 2 “Leeftijdsopbouw van de beide groepen” 100
leeftijd
80
60
40
20 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
13 Figuur 2 is een boxdiagram ook wel boxplot genoemd. Het lijkt op een doos met snorharen. De doos bevat 50% van de waarnemingen. De streep in de doos vertegenwoordigt de mediaan. De lijnen boven en onder de doos lopen tot de kleinste en grootste waarnemingen. De breedte van de doos is altijd het zelfde en heeft geen waarde. Boxdiagrammen zijn vooral nuttig voor het vergelijken van verdelingen. Soms zijn er uitschieters in de waarnemingen, deze worden met een rondje o of sterretje * aangegeven (9). De populatie bestond voornamelijk uit laag tot middelbaar opgeleide personen. Van de 55 patiënten waren er 5 hoger opgeleid, 2 in de controle groep en 3 in de interventie groep. De controle groep en interventie groep zijn vergelijkbaar met elkaar op de volgende punten: Geslacht: meer vrouwen in de interventie groep (Spearman’s rho Correlatie p 0,09). Leeftijd: weinig verschil (Pearson Correlatie p 0,752). Opleidingsniveau: weinig verschil (Spearman’s rho Correlatie p 0,738). Zie bijlagen. Bijna alle patiënten beheersten de Nederlandse taal volledig, met uitzondering van 3 personen, die de Nederlandse taal redelijk beheersten. Gegevens uit het dossier In de controle groep gaven de patiënten gemiddeld 2,73 medicijnnamen op aan de arts. In de interventie groep was dat 4,66. In beide groepen was het minimum aantal medicijnen 0 of 1 en het maximale aantal medicijnen respectievelijk 9 en 11. De mediaan van de controle groep was 2 en van de interventie groep 4. Zie figuur 3.
aantal soort medicijnen bron: patient/dossier
Figuur 3 “Aantal medicijnen vermeld in het dossier van de beide groepen”
10,0
7,5
5,0
2,5
0,0 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
14 Gegevens van de apotheek Volgens de uitgiftelijsten van de apotheek gebruikten de controle patiënten gemiddeld 4,19 medicijnen en de interventie patiënten gemiddeld 4,76 medicijnen. In beide groepen was het minimum aantal medicijnen 1 of 0 en het maximale aantal medicijnen respectievelijk 11 en 13 medicijnen. De mediaan was voor de controle groep 3 en de interventie groep 4. Zie figuur 4.
aantal soort medicijnen bron: apotheek
Figuur 4 “Aantal medicijnen volgens opgave van de apotheek van de beide groepen”
12
8
4
0 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
Gegevens uit de vragenlijst Uit de vragenlijst kwam naar voren dat de controle patiënten gemiddeld 4,27 medicijnen gebruiken en de interventie groep 4,34 medicijnen. In beide groepen was het minimum 1 of 0 en het maximum aantal medicijnen 10 of meer. De mediaan bedroeg in de controle groep 3 en in de interventie groep 4. Zie tabel 2. Niet vermelde medicijnen in dossier en apotheek Het aantal medicijnnamen dat niet in het dossier stond vermeld vergeleken met de uitgiftelijst van de apotheek, bedroeg voor de controle groep gemiddeld 2,31 en voor de interventie groep 0,83. In beide groepen was het minimum aantal 0 en het maximum aantal respectievelijk 9 en 4. De mediaan voor de controle groep was 2 en voor de interventie groep 0. Het aantal medicijnnamen dat niet bij de apotheek bekend was, bedroeg bij de controle groep gemiddeld 0,58 en bij de interventie groep 0,76. In beide groepen lag het minimum op 0 en het maximum respectievelijk op 2 en 4. De mediaan voor de controle groep was 0 en voor de interventie groep 1. Zie tabel 2.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
15 Discrepanties tussen dossier en apotheek Het aantal discrepanties van medicijnnamen tussen dossier en apotheek bedroeg in de controle groep gemiddeld 2,65 en voor de interventie groep 1,59. In beide groepen lag het minimum op 0 en het maximum op respectievelijk 9 en 6. De mediaan voor de controle groep was 2 en voor de interventie groep 1. Opgemerkt moet worden dat er in de controle groep één patiënt was zonder discrepanties en dat er in de interventie groep 7 patiënten waren zonder discrepanties. Het gemiddeld aantal fouten in milligrammen en frequenties bleef beperkt tot 1,04 respectievelijk 1,08 voor de controle groep en 0,28 voor zowel fouten in milligrammen als fouten in frequenties voor de interventie groep. Zie figuur 5.
aantal discrepanties medicijnnaam
Figuur 5 “Aantal discrepanties van medicijnnamen tussen dossier en opgave apotheek van de beide groepen”
8
6
4
2
0 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
16 Discrepanties na bellen met de patiënt Het aantal discrepanties bleek in de interventie groep statistisch significant (p 0,001) minder te zijn dan in de controle groep nadat de patiënten waren gebeld om navraag te doen over de juistheid van het medicijngebruik. Het aantal discrepanties van medicijnnamen was in de controle groep gemiddeld 2,00 en in de interventie groep 0,07. In beide groepen lag het minimum op 0 en het maximum in de controle groep op 9 en in de interventie groep op 2. De mediaan was 2 in de controle groep en bedroeg 0 in de interventie groep. Zie figuur 6. Het kwadraat van de meervoudige correlatiecoëfficiënt is R2 0,748. Dat wil zeggen dat er een grote kans is dat er een lineair verband bestaat tussen de variabelen. Wanneer deze 1 zou zijn, dan is er een rechte lijn waarneembaar. SPSS corrigeert voor het aantal onafhankelijke variabelen en het aantal waarnemingen (5). De aangepaste R2 is 0,711 (Adjusted R Square). Zie bijlage.
aantal discrepanties na bellen met patient
Figuur 6 “Aantal discrepanties na telefonische controle met de patiënt van beide groepen”
8
6
4
2
0 controle groep
interventie groep
controle of interventie groep
Zelfzorgmedicatie Op de vraag of de patiënt zelfzorgmedicatie kocht, antwoordde 30,8% van de controle groep en 37,9% van de interventie groep met “nee” en respectievelijk 65,4% en 63,1% met “ja”. De meeste mensen kopen hun zelfzorgmedicatie bij de apotheek en drogist. Zie tabel 2.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
17 Discrepanties weinig vs veel medicijnen Om de vraag te kunnen beantwoorden of het aantal discrepanties toeneemt wanneer er meer medicijnen worden gebruikt zijn de twee groepen opgesplitst in vier subgroepen: controle groep weinig medicijnen, controle groep veel medicijnen, interventie groep weinig medicijnen en interventie groep veel medicijnen. “Veel medicijnen” is gedefinieerd als 6 of meer medicijnen. De vier groepen zien er in aantallen patiënten als volgt uit:
Tabel 1 “Veel medicatie vs weinig medicatie”
aantal aantal aantal aantal
patiënten met weinig medicijnen patiënten met veel medicijnen discrepanties bij weinig medicijnen gemiddeld discrepanties bij veel medicijnen gemiddeld
Controle groep N 21 N5 2,52 3,2
Interventie groep N 19 N 10 1,68 1,4
Door de kleine aantallen in de groepen, kon er geen statistiek bedreven worden. Opleidingsniveau Het opleidingsniveau is grofweg verdeeld in twee groepen, geen t/m middelbaar beroepsonderwijs en een groep vanaf hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs t/m universiteit. In de controle groep (N 26) zaten 2 hoger opgeleiden en in de interventie groep (N 29) zaten 3 hoger opgeleiden. Dit zijn te kleine aantallen om statistiek mee te bedrijven. Zie figuur 7.
aantal discrepanties na bellen met patient vergeleke n met dossier
Figuur 7 “Aantal discrepanties na bellen met patiënt in relatie tot het opleidingsniveau van de patiënt van beide groepen”
ople idingsniv eau geen t/m midde lbaarberoepsonderwijs hoger al g voorb onderwi js t/m uni versi tei t
8
Pies show counts 6
4
2
MEPP-studie
controle groep
interventie groep
controle of inte rv entie groe p
Chris Terwiel
2008
18 Tabel 2 “Belangrijkste gemiddelden,medianen, Std Deviaties en correlaties”
* = Pearson Correlatie ** = Spearman’s rho Correlatie
Sig. 2-tailed
controlegroep N 26
interventiegroep N 29
2,73 2,273 0 9 2,00
4,66 2,907 1 11 4,00
0,009*
4,19 2,940 1 11 3,00
4,76 3,388 0 13 4,00
0,513*
4,27 2,539 1 10 of meer 3,00
4,34 3,097 0 10 of meer 4,00
0,922*
2,31 2,462 0 9 2,00
0,83 1,338 0 4 0,00
0,007*
0,58 0,703 0 2 0,00
0,76 0,951 0 4 1,00
0,428*
2,65 2,416 0 9 2,00
1,59 1,593 0 6 1,00
0,056*
2,00 2,078 0 9 2,00
0,07 0,371 0 2 0,00
0,001*
30,8% 65,4%
37,9% 62,1%
0,474**
30,8% 19,2% 42,3% 3,8%
37,9% 31,0% 27,6% 0,0%
0,186**
aantal medicijnen in dossier gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan aantal medicijnen bij apotheek gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan aantal medicijnen in vragenlijst gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan niet vermelde medicijnen in dossier gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan ontbrekende medicijnen bij apotheek gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan discrepanties tussen dossier/apotheek gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan discrepanties na bellen met patiënt gemiddeld Std. Deviatie minimaal maximaal mediaan zelfzorgmedicatie kopen nee ja waar zelfzorgmedicatie kopen nergens apotheek drogist warenhuis MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
19 Discussie Het doel van deze studie was om aan te tonen dat er significant minder discrepanties voorkwamen op het actueel medicijn overzicht (AMO) wanneer patiënten voorafgaand aan het eerste consult op de pijnpoli gevraagd werden om een AMO in te vullen ten opzichte van patiënten die niet vooraf een AMO invulden, maar ter plekke moesten opgeven welke medicijnen zij gebruikten wanneer zij in gesprek waren met de arts. Deze doelstelling is in ruime mate gehaald door patiënten zelf thuis een actueel medicijnoverzicht in te laten vullen. Er is een statistisch significant (p 0,001) verschil aangetoond in het aantal discrepanties van medicijnen tussen de beide groepen van deze RCT. Hier kan uit worden opgemaakt dat patiënten zeer goed in staat zijn om een actueel medicijnoverzicht in te vullen en te presenteren aan de arts op het spreekuur. Deze studie toont ook aan, dat de AMO’s ingevuld door de patiënten betrouwbaarder zijn dan het medicatieoverzicht van de apotheek. Dit is grotendeels te verklaren doordat ruim 60% van de onderzochte patiënten zelfzorgmedicatie gebruikt en deze noteert op de AMO. Deze studie toont verder aan dat op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep bij de reguliere intake van nieuwe patiënten - dus zonder invulling van een AMO vooraf - geen volledig medicatieoverzicht werd verkregen. Gemiddeld werden er per patiënt 2,65 medicijnen gemist in het dossier in vergelijking met de uitgiftelijst van de apotheek. Uit eerder onderzoek (7) kwam ook al naar voren dat er bij veel patiënten iets niet klopte in het medicijngebruik. Om het medicijnoverzicht vollediger te krijgen, werd in deze studie gekeken naar het effect op de betrouwbaarheid als patiënten thuis zelf een actueel medicijnoverzicht invulden. Het grote voordeel van het thuis invullen van het medicijnoverzicht was, dat de mensen de medicijndoosjes erbij konden pakken. In de reguliere setting wisten veel mensen niet uit het hoofd te vertellen welke medicijnen zij gebruikten. De uitspraak: “een wit pilletje met een gleufje” staat hiervoor symbool. NSAID’s staan met 5,1% op de derde plaats in het HARM-onderzoek (1) van vermijdbare medicijngerelateerde ziekenhuisopnames. Omgerekend zijn dat bijna 1000 patiënten per jaar in Nederland. Aangezien deze medicijnen vrij verkrijgbaar zijn en slecht in kaart gebracht worden, valt hier nog de nodige winst te behalen. Wanneer een digitaal systeem voor AMO’s wordt ingevoerd, dan zal deze zelfzorgmedicatie op de een of andere manier zichtbaar moeten zijn, tenminste als we echt de risico’s voor de patiënt willen beperken. Of een digitaal medicijnoverzicht daadwerkelijk alle medicijnen weergeeft, zal verder onderzocht moeten worden. Deze onderzoeksgegevens zijn relevant voor de verbetering van de patiëntveiligheid. Deze nieuwe manier van werken kan daar een bijdrage aan leveren. Mogelijk is deze werkwijze een aanloop naar een door de patiënt en voorschrijver bij te houden medicijnpaspoort. Zodat in de toekomst niet alleen naar de medicijnen van de patiënt wordt gevraagd, maar ook naar het medicijnpaspoort. Beperkingen van het onderzoek Patiënten waarbij geen medicijngebruik werd opgegeven, zijn geëxcludeerd. Hierdoor zijn deze patiënten niet gecontroleerd met de uitgiftelijst van de apotheek. Hierdoor is het onbekend of deze gegevens daadwerkelijk juist zijn. Tijd is een belemmerende factor geweest, hierdoor zijn de subgroepen van weinig vs veel medicijnen niet goed onderzocht. In tabel 1 wordt echter wel een trend waargenomen; het aantal medicijnen heeft in de interventie groep geen invloed op de kwaliteit van de AMO in tegenstelling tot de controle groep, waar het aantal discrepanties toeneemt. Eveneens kan er geen statistische waarde worden toegekend aan de invloed van het opleidingsniveau vs het aantal MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
20 discrepanties. Figuur 7 wekt echter de suggestie dat hoger opgeleiden minder discrepanties geven. Voor een gefundeerde uitspraak, moet meer onderzoek worden gedaan. Alleen personen die de Nederlandse taal goed beheersten, hebben deelgenomen aan het onderzoek. Daarmee weten we niets van de effecten bij personen die de Nederlandse taal niet of minder machtig zijn. Bias Artsen zijn van te voren ingelicht over het onderzoek, hierdoor bestaat de kans dat ze de medicijnen beter hebben uitgevraagd en genoteerd in het dossier bij de patiënten in de controle groep. In de controle groep zaten 6 patiënten waarbij na het bellen geen discrepanties zijn aangetoond. In de interventie groep waren dat 28 patiënten.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
21 Conclusies Deze studie heeft aangetoond dat het probleem op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep goed is op te lossen door het invoeren van een AMO. De mate van betrouwbaarheid neemt significant (p 0,001) toe wanneer een patiënt thuis zijn AMO invult. Het overzicht is zelfs nog beter dan dat van de apotheek, omdat de zelfzorgmedicatie wordt meegenomen in het overzicht. Hierdoor is de betrouwbaarheid bijna 100%. Ruim 60% van de onderzoekspopulatie koopt zelfzorgmedicatie. Het merendeel koopt deze medicijnen bij de apotheek en/of drogist. Op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep wordt bij de huidige manier van werken geen compleet overzicht verkregen van het medicijngebruik. Gemiddeld wordt bijna 50% van het aantal gebruikte medicijnen niet in het dossier genoteerd. Dit kan leiden tot onveilige situaties voor de patiënt. Door de nieuwe manier van werken wordt een veel completer beeld verkregen van het medicijngebruik van de pijnpatiënt. Deze nieuwe methode van werken helpt om het probleem van de onduidelijke medicatieoverdracht tijdens het eerste consult op de pijnpoli op te lossen. Tegelijkertijd voldoet deze nieuwe methode aan de nieuwe eisen die gesteld worden in de richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens’ van de NVZA(6). De richtlijn schrijft als basis voor een veilige overdracht van medicatiegegevens voor dat er bij elk contact met een voorschrijver altijd een actueel medicatieoverzicht beschikbaar is waarop het medisch handelen wordt gebaseerd. Middels de invoering van de AMO kan aan deze norm - in ieder geval voor het eerste consult - worden voldaan.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
22 Aanbevelingen voor de praktijk Het is voor de pijnpoli sterk aan te bevelen om de hierboven omschreven interventie als standaard op te nemen in het intakeproces. Hierdoor zal in een groot aantal gevallen een compleet overzicht ontstaan van het medicijngebruik. In de gevallen waarbij het niet mogelijk is een AMO van de patiënt te ontvangen, zal navraag bij de apotheek noodzakelijk blijven. Om aan te tonen of de patiëntveiligheid verhoogd wordt door het AMO, zal verder onderzoek nodig zijn. Er zal ook nader onderzocht moet worden of patiënten in staat zijn om zelf een medicijnpaspoort te beheren. De digitale versie van het AMO zal naar verwachting van de onderzoeker niet alle medicijnen weergeven, met name de zelfzorgmedicatie zoals de NSAID’s zullen onopgemerkt blijven. Juist bij deze medicijnen komen veel bijwerkingen voor die leiden tot (onnodige) ziekenhuisopnames (1).
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
23 Literatuurlijst (1)
Bemt van den, P.M.L.A. et. al., Hospital Admissions Realated to Medication (HARM), nov. 2006 (2)
Coolen van Brakel, R.J.W.M., Wie niet vooruitgaat, gaat achteruit, DGV Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik, 2006 (3)
Foekema, H., Fouten worden duur betaald, TNS NIPO, 2004 (4)
Groot, de M. et. al., Groot gebruik, groot risico, 1.0 -20080212, 2007 (5)
Huizingh, E., Handleiding SPSS 14 voor Windows, Sdu Uitgevers bv, Den Haag 2006 (6)
NVZA, Richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens’, 1.0 -20080212, 2008 (7)
Munnecom, M.P.M. et. al., Medicatieoverzicht openbare apotheken als gouden standaard, Pharmaceutisch Weekblad nr. 28|29, 2005 (8)
Polit, D.F., Beck, C.T., Nursing Research, Wolters Kluwer eighth edition, 2008 (9)
Slotboom, A., Statistiek in woorden, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1996
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
24 Bijlagen 1. Brief Raad van Bestuur 2. Schema studieopzet 3. Randomisatieformulier: controle groep 4. Randomisatieformulier: interventie groep 5. Patiënteninformatie interventie groep 6. Patiënteninformatie controle groep 7. Toestemmingsformulier interventie groep 8. Toestemmingsformulier controle groep 9. Vragenlijst MEPP 10. Medicijnlijst 11. Begeleidende brief bij medicijnlijst 12. Lineaire regressie analyse met behulp van SPSS 13. Pearson Correlatie analyse met behulp van SPSS 14. Spearman’s rho Correlatie analyse met behulp van SPSS 15. Flyer voor patiënten
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
25 Brief Raad van Bestuur
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
26 Schema studieopzet randomisatie
stratificatie
outcome
60
25 1-5 medicijnen
controle groep 6>
toestemming + VL
120
i.c.
medicijnen
50
Aantal
patiënt
Discrepanties
bellen
100
navraag 25
discrepanties
Aantal Discrepanties
20 populatie
uitval
SPSS
60
medicijnen interventie 6> medicijnen
MEPP-studie
toestemming + VL
25 1-5
50
Aantal
patiënt
Discrepanties
bellen navraag
25
discrepanties
Aantal discrepanties
Chris Terwiel
2008
27 Randomisatieformulier: controle groep
versie: 5 april 2008
Deze patiënt is gerandomiseerd in de:
controle groep
SUA: Dit betekent dat de gehele inhoud van de enveloppe in het dossier gaat. ARTS: Pas aan het einde van het consult wordt uitleg aan de patiënt gegeven door de arts en worden de patiënteninformatie, de vragenlijst en toestemmingformulier, inclusief retourenveloppe, meegegeven aan de patiënt.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
28 Randomisatieformulier: interventie groep
versie: 5 april 2008
Deze patiënt is gerandomiseerd in de:
interventie groep
SUA: Dit betekent dat de medicijnlijst met begeleidende brief naar de patiënt wordt opgestuurd. De overige formulieren gaan in het dossier. ARTS: Neemt bij het consult de medicijnlijst in ontvangst. Pas aan het einde van het consult wordt uitleg aan de patiënt gegeven door de arts en worden de patiënteninformatie, de vragenlijst en toestemmingformulier, inclusief retourenveloppe, meegegeven aan de patiënt.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
29 Patiënteninformatie over MEPP-onderzoek
versie: 16 maart 2008-1
Geachte heer/mevrouw, In Nederland worden jaarlijks 19.000 mensen met spoed opgenomen in het ziekenhuis door een vermijdbare medicatiefout. Om de veiligheid rond het medicijngebruik te vergroten onderzoekt de Alysis Zorggroep of door het invoeren van een medicijnlijst het aantal fouten kan worden verkleind. Wij willen u vragen of u bereid bent om met dit onderzoek mee te doen? Wat houdt dit onderzoek in? U heeft vooraf aan uw bezoek op de polikliniek voor pijnbehandeling een medicijnlijst ingevuld en overgedragen aan de arts. Deze gegevens zullen worden vergeleken met de gegevens van uw apotheek. Om een beter beeld te krijgen van de onderzoeksgroep wordt u gevraagd om de bijgesloten vragenlijst in te vullen en terug te zenden in de bijgeleverde enveloppe. Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk behandeld en alleen gebruikt voor het onderzoek. Door deel te nemen aan dit onderzoek, geeft u toestemming aan de onderzoekers om bij uw eigen apotheek uw medicijngebruik op te vragen. Vragen? Mocht u vragen hebben over het onderzoek dan kunt u bellen met de polikliniek voor pijnbehandeling en vragen naar: C. Terwiel, K. Doornenbal of J. Marée. Het telefoonnummer van de pijnpoli is 026-378.77.25 en is op werkdagen bereikbaar. Onafhankelijke apotheker: C.T.M. Kerkvliet, telefoonnummer: 026-378.63.00
Met vriendelijke groet,
C.T.M. Terwiel Verpleegkundig specialist Hoofdonderzoeker MEPP
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
30 Patiënteninformatie over MEPP-onderzoek
versie: 16 maart 2008-2
Geachte heer/mevrouw, In Nederland worden jaarlijks 19.000 mensen met spoed opgenomen in het ziekenhuis door een vermijdbare medicatiefout. Om de veiligheid rond het medicijngebruik te vergroten onderzoekt de Alysis Zorggroep of door het invoeren van een medicijnlijst het aantal fouten kan worden verkleind. Wij willen u vragen of u bereid bent om met dit onderzoek mee te doen? Wat houdt dit onderzoek in? U heeft zojuist een gesprek gehad met de anesthesioloog/pijnbestrijder, daarin is u gevraagd welke medicijnen u gebruikt. Deze gegevens willen wij controleren met de gegevens van uw apotheek. Om een beter beeld te krijgen van de onderzoeksgroep wordt u gevraagd om de bijgesloten vragenlijst in te vullen en terug te zenden in de bijgeleverde enveloppe. Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk behandeld en alleen gebruikt voor het onderzoek. Door deel te nemen aan dit onderzoek, geeft u toestemming aan de onderzoekers om bij uw eigen apotheek uw medicijngebruik op te vragen. Vragen? Mocht u vragen hebben over het onderzoek dan kunt u bellen met de polikliniek voor pijnbehandeling en vragen naar: C. Terwiel, K. Doornenbal of J. Marée. Het telefoonnummer van de pijnpoli is 026-378.77.25 en is op werkdagen bereikbaar. Onafhankelijke apotheker: C.T.M. Kerkvliet, telefoonnummer: 026-378.63.00
Met vriendelijke groet,
C. Terwiel Verpleegkundig specialist Hoofdonderzoeker MEPP
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
31 TOESTEMMINGSVERKLARING* voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek:
Medicatie Evaluatie Pijn-Poli (MEPP)
- Ik ben naar tevredenheid over het onderzoek geïnformeerd. Ik heb de schriftelijke informatie (versiecode:16 maart 2008-1) goed gelezen. Ik ben in de gelegenheid gesteld om vragen over het onderzoek te stellen. Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord. Ik heb goed over deelname aan het onderzoek kunnen nadenken. Ik geef toestemming om mijn medicijngegevens bij mijn apotheek op te vragen. Ik heb het recht mijn toestemming op ieder moment weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden behoef op te geven. - Ik stem toe met deelname aan het onderzoek. Naam
:
Geboortedatum
:
Handtekening
:
Datum:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Ondergetekende verklaart dat de hierboven genoemde persoon zowel schriftelijk als mondeling over het bovenvermelde onderzoek geïnformeerd is. Hij/zij verklaart tevens dat een voortijdige beëindiging van de deelname door bovengenoemde persoon, van geen enkele invloed zal zijn op de zorg die hem of haar toekomt. Naam
:
Functie
:
Handtekening
:
Datum:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
* Dit formulier is bestemd voor onderzoek met personen van 18 jaar en ouder die wilsbekwaam zijn. Bij dit soort onderzoek moet door de betrokkenen zelf toestemming worden verleend.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
32 TOESTEMMINGSVERKLARING* voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek:
Medicatie Evaluatie Pijn-Poli (MEPP)
- Ik ben naar tevredenheid over het onderzoek geïnformeerd. Ik heb de schriftelijke informatie (versiecode:16 maart 2008-2) goed gelezen. Ik ben in de gelegenheid gesteld om vragen over het onderzoek te stellen. Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord. Ik heb goed over deelname aan het onderzoek kunnen nadenken. Ik geef toestemming om mijn medicijngegevens bij mijn apotheek op te vragen. Ik heb het recht mijn toestemming op ieder moment weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden behoef op te geven. - Ik stem toe met deelname aan het onderzoek. Naam
:
Geboortedatum
:
Handtekening
:
Datum:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Ondergetekende verklaart dat de hierboven genoemde persoon zowel schriftelijk als mondeling over het bovenvermelde onderzoek geïnformeerd is. Hij/zij verklaart tevens dat een voortijdige beëindiging van de deelname door bovengenoemde persoon, van geen enkele invloed zal zijn op de zorg die hem of haar toekomt. Naam
:
Functie
:
Handtekening
:
Datum:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
* Dit formulier is bestemd voor onderzoek met personen van 18 jaar en ouder die wilsbekwaam zijn. Bij dit soort onderzoek moet door de betrokkenen zelf toestemming worden verleend.
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
33 Vragenlijst MEPP
versie 24 maart 2008
Geslacht o Man o Vrouw Leeftijd o 18-30 o 31-40 o 41-50 o 51-60 o 61-70 o 71-80 o 81 of ouder Beheerst u de Nederlandse taal? o Volledig o Redelijk o Matig o Nauwelijks Wat is u hoogste opleiding geweest? o Geen o Lagere school o Lager beroepsonderwijs o Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs o Middelbaar beroepsonderwijs o Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs o Hoger beroeps onderwijs o Universiteit Ik ben onder behandeling bij: o Huisarts o Specialist naam:_________________________ functie_____________________ naam:_________________________ functie_____________________ naam:_________________________ functie_____________________ naam:_________________________ functie_____________________ naam:_________________________ functie_____________________ o Anders naam:_________________________ functie_____________________ naam:_________________________ functie_____________________
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
34 Bij welke apotheek bent u ingeschreven? naam:_________________________ plaats______________________ Hoeveel verschillende soorten medicijnen gebruikt u? o Geen o 1 o 2 o 3 o 4 o 5 o 6 o 7 o 8 o 9 o 10 of meer Koopt u voor eigengebruik zelfzorgmedicijnen (medicijnen zonder recept verkrijgbaar)? o Ja o Nee o Weet niet Zo ja, waar koopt u deze zelfzorgmedicijnen? o Apotheek o Drogist o Warenhuis o Anders, nl. ……………………….. Opmerkingen:
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
35 Naam:
geboortedatum:
NAAM MEDICIJN
STERKTE
datum van vandaag:
DAGDOSERING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
36 Begeleidende brief bij medicijnlijst
versie 5 april 2008
Geachte heer/mevrouw, U heeft binnenkort een afspraak op de polikliniek voor pijnbestrijding. Om uw actuele medicijngebruik overzichtelijk in beeld te krijgen, wordt u gevraagd om de meegezonden medicijnlijst volledig in te vullen en mee te nemen naar uw afspraak. Hoe vult u deze lijst in? Bij naam medicijn vult u de naam in dat op het doosje is vermeld, bijvoorbeeld: Paracetamol. Bij sterkte vult u het aantal milligrammen in dat op het doosje is vermeld, bijvoorbeeld: 500 mg. Bij dagdosering vult u het aantal tabletten in en hoe vaak per dag, bijvoorbeeld: 4 x daags 2 tabletten. Voorbeeld:
NAAM MEDICIJN 1
Paracetamol
STERKTE
500 mg
DAGDOSERING
4 x daags 2 tabletten
Vragen? Mocht u vragen hebben dan kunt u bellen met de polikliniek voor pijnbehandeling en vragen naar: C. Terwiel, K. Doornenbal of J. Marée. Het telefoonnummer van de pijnpoli is 026-378.77.25 en is op werkdagen bereikbaar.
Met vriendelijke groet,
Medewerkers polikliniek voor pijnbehandeling
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
37 Lineaire regressie analyse met behulp van SPSS REGRESSION /MISSING LISTWISE /STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT discrbellen /METHOD=ENTER groep1of2 meddos medapo nietindos nietinapo foutmg foutfreq
.
Regression Variables Entered/Removed(b)
Model 1
Variables Entered
Variables Removed
aantal fouten in frequentie, aantal soort medicijnen bron: apotheek, aantal soort medicijnen niet in apotheek bekend, controle of interventie groep, aantal soort medicijnen niet in dossier genoemd, aantal fouten in mg, aantal soort medicijnen bron: patiënt/dossier(a)
Method
.
Enter
a All requested variables entered. b Dependent Variable: aantal discrepanties na bellen met patiënt vergeleken met dossier Model Summary Adjusted R Std. Error of R R Square Square the Estimate ,865(a) ,748 ,711 ,935 a Predictors: (Constant), aantal fouten in frequentie, aantal soort medicijnen bron: apotheek, aantal soort medicijnen niet in apotheek bekend, controle of interventie groep, aantal soort medicijnen niet in dossier genoemd, aantal fouten in mg, aantal soort medicijnen bron: patiënt/dossier Model 1
ANOVA(b)
Model 1
Regression Residual Total
Sum of Squares 121,925 41,057 162,982
df 7
Mean Square 17,418
47 54
F 19,939
Sig. ,000(a)
,874
a Predictors: (Constant), aantal fouten in frequentie, aantal soort medicijnen bron: apotheek, aantal soort medicijnen niet in apotheek bekend, controle of interventie groep, aantal soort medicijnen niet in dossier genoemd, aantal fouten in mg, aantal soort medicijnen bron: patiënt/dossier b Dependent Variable: aantal discrepanties na bellen met patiënt vergeleken met dossier
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
38 Coefficients(a) Unstandardized Coefficients Model 1
Standardized Coefficients
B 1,370
Std. Error ,539
-,843
,314
aantal soort medicijnen bron: patiënt/dossier
,073
aantal soort medicijnen bron: apotheek
(Constant)
t
Beta
,014
-,245
-2,684
,010
,214
,117
,342
,734
-,137
,223
-,250
-,614
,542
aantal soort medicijnen niet in dossier genoemd
,703
,239
,838
2,947
,005
aantal soort medicijnen niet in apotheek bekend
,086
,256
,042
,338
,737
aantal fouten in mg
,418
,333
,242
1,257
,215
-,689
,494
controle of interventie groep
aantal fouten in frequentie
-,241 ,350 -,139 a Dependent Variable: aantal discrepanties na bellen met patiënt vergeleken met dossier
MEPP-studie
Sig.
2,543
Chris Terwiel
2008
39 Pearson Correlatie analyse met behulp van SPSS CORRELATIONS /VARIABLES=groep1of2 meddos medapo aantalmed nietindos nietinapo discrep discrbellen leeftijd /PRINT=TWOTAIL NOSIG /STATISTICS DESCRIPTIVES /MISSING=PAIRWISE .
Correlations controle of interventie groep controle of interventie groep
Pearson Correlation
1
Sig. (2-tailed) N
55
aantal soort medicijnen bron: patiënt/dossier
Pearson Correlation
aantal soort medicijnen bron: apotheek
Pearson Correlation
aantal medicijnen uit vragenlijst
Pearson Correlation
0,014
Sig. (2-tailed)
0,922
,349(**)
Sig. (2-tailed)
0,009
N
55 0,09
Sig. (2-tailed)
0,513
N
55
N
55
aantal soort medicijnen niet in dossier genoemd
Pearson Correlation
aantal soort medicijnen niet in apotheek bekend
Pearson Correlation
0,109
Sig. (2-tailed)
0,428
aantal discrepanties medicijnnaam
Pearson Correlation
-,360(**)
Sig. (2-tailed)
0,007
N
55
N
55 -0,259
Sig. (2-tailed)
0,056
N aantal discrepanties na bellen met patiënt vergeleken met dossier leeftijd
55
Pearson Correlation
-,560(**)
Sig. (2-tailed)
0.001
N
55
Pearson Correlation
0,044
Sig. (2-tailed)
0,752
N
55
** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
40 Spearman’s rho Correlatie analyse met behulp van SPSS NONPAR CORR /VARIABLES=groep1of2 geslacht opleiding kopen waar /PRINT=SPEARMAN TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE .
Nonparametric Correlations
Spearman's rho controle of Correlation interventie groep Coefficient
controle of interventie groep
1 Sig. (2-tailed) . N geslacht
55
Correlation Coefficient 0,231 Sig. (2-tailed) 0,09 N
55
opleidingsniveau Correlation Coefficient 0,046 Sig. (2-tailed) 0,738 N koopt iemand zelfzorgmedicatie
55
Correlation Coefficient -0,099 Sig. (2-tailed) 0,474 N
55
waar koopt Correlation iemand zelfzorg- Coefficient medicatie -0,181 Sig. (2-tailed) 0,186 N
MEPP-studie
55
Chris Terwiel
2008
41 Flyer voor patiënten, zie punt 4
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008
42
MEPP-studie
Chris Terwiel
2008