Blokkade SI-gewricht bij lage rugpijn Pijnpoli
00
U krijgt binnenkort een behandeling voor pijn laag in de rug. De informatie in deze folder kan u helpen zich op deze behandeling voor te bereiden De anesthesioloog / pijnspecialist heeft met u besproken dat uw pijnklachten behandeld gaan worden door een blokkade van het SI-gewricht. Op de Pijnpoli werken 3 pijnspecialisten. Er wordt geprobeerd om de behandeling te laten uitvoeren door de pijnspecialist die u gesproken heeft op de pol. Dit lukt niet altijd.
Wanneer blokkade van het SI-gewricht? Pijnklachten laag in de rug kunnen soms uitgaan van het SI (sacro-iliacaal) gewricht. Dit is het gewricht tussen de rug en het bekken. Beter nog tussen het sacrum (heiligbeen) en het ileum (bekkenkamvleugel, zie tekening). Dit gewricht kan pijn geven door slijtage of door kleine veranderingen als gevolg van een ongeluk. De pijn straalt soms uit naar de flank, de bil, de lies of het bovenbeen, soms zelfs tot in de voet. Dit komt doordat de zenuwen die naar het been gaan in de buurt van het SI gewricht lopen. Als het gewricht op de zenuw drukt veroorzaakt dit pijn. De behandeling bestaat uit het inspuiten van medicijnen in het gewricht.
1
Voor de behandeling Geef vóór de behandeling aan of u allergisch bent voor corticosteroïden*, contrastmiddel, verdovingsmiddelen, pleisters of jodium. * Corticosteroiden (ontstekingsremmers) zorgen ervoor dat de irritatie van het gewricht en de zenuw afneemt.
Als u (mogelijk) zwanger bent, meldt dit dan bij uw eerste bezoek aan de polikliniek. Tijdens de behandeling wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen. Deze zijn mogelijk schadelijk voor het ongeboren kind.
Hoe bereidt u zich voor? Nuchter blijven U voor de behandeling minimaal 6 uur nuchter blijven (of u heeft naar aanleiding van uw aandoening andere instructies gekregen). Dit is om te voorkomen dat voedsel in de luchtwegen terecht kan komen indien u moet braken voor en na de anesthesie. Dit houdt in dat u de avond voor de behandeling na 24:00 uur niets meer mag eten. Wordt u 's middags behandeld, dan mag u die dag een licht ontbijt gebruiken in de vorm van beschuit met zoet beleg (geen vleeswaren of kaas). U mag wel water, thee (zonder melk) of limonade drinken tot 2 uur voor de behandeling. Het is zelfs verstandig omdat u zo minder kans heeft op uitdroging. Medicijngebruik De pijnspecialist heeft tijdens het polibezoek met u besproken welke medicijnen u wel en niet mag innemen voor de behandeling. Indien u bloedverdunnende medicijnen of medicijnen bij diabetes gebruikt zal de pijnspecialist u vertellen of u hiermee wel of niet moet stoppen en hoe lang voor de behandeling u zou moeten stoppen. Als u nuchter moet blijven neemt u uw medicijnen op de nuchtere maag in. Dit kunt u het beste doen met wat water.
2
Dag van de behandeling Voor de behandeling • Doe sieraden, zoals een horloge, ringen of armband af • Doe piercings bij voorkeur uit • Draag geen make-up of nagellak • Draag bij voorkeur geen kunstnagels (uitgezonderd professioneel aangebrachte nagels) • Gebruik geen crème op de huid. De stickers van de bewakingsapparatuur bij de anesthesie zijn dan niet goed te bevestigen. • Uw bril, lenzen en gebitsprothese blijven op het Dagcentrum. In overleg met de pijnspecialist kan hiervan afgeweken worden. • Een hoorapparaat kan het beste inblijven, zodat u ons op de behandelafdeling kunt verstaan. De ingreep vindt plaats in dagbehandeling, dat wil zeggen dat u een aantal uren in het ziekenhuis verblijft. U hoeft geen pyjama e.d. mee te brengen, tenzij u dit zelf prettiger vindt om na de behandeling te dragen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip op het Dagcentrum (route 32). Daar krijgt u een operatiehemd aan en wordt u, als u aan de beurt bent, met het bed naar de Operatieafdeling gebracht. U krijgt een infuusnaald in uw arm. Dit om bij een allergische reactie op de medicijnen onmiddellijk tegenmedicatie te kunnen geven.
3
Behandeling De behandeling gebeurt op de operatiekamer omdat daar onder steriele omstandigheden gewerkt kan worden en de benodigde apparatuur aanwezig is. U zult onder andere 2 televisiemonitors zien en een röntgenapparaat. Deze toestellen zijn nodig om de juiste behandelplaats te zoeken. Tijdens de behandeling ligt u op uw buik. Als u in de goede houding ligt wordt door middel van röntgendoorlichting gezocht naar de juiste behandelplaats. Deze plaats wordt gemarkeerd en ontsmet met een koude ontsmettingsvloeistof. Daarna legt de arts steriele doeken rond de plaats van behandeling. De huid wordt plaatselijk verdoofd. Dit kan even een brandend, gespannen gevoel geven. Als de verdoving is ingewerkt zoekt de arts met de röntgen het SI-gewricht op dat vermoedelijk uw pijn veroorzaakt. Vervolgens wordt een dunne naald in het SI-gewricht gebracht. Zodra de naald op de goede plaats zit, wordt de plaats gecontroleerd met röntgencontrastvloeistof en wordt verdovingsvloeistof in combinatie met corticosteroïden ingespoten. Tijdens het inspuiten van de medicijnen ontstaat soms een drukgevoel en uitstraling in de benen. Dit is normaal. Door het SIgewricht te verdoven probeert de specialist vast te stellen of het gewricht inderdaad de oorzaak van de pijn is.
4
Mogelijke complicaties Bloeduitstorting: deze kan ontstaan als een bloedvaatje is geraakt. Dit veroorzaakt een blauwe plek en soms ook wat napijn. Dit gaat normaal gesproken over. • Spierpijn op de plaats waar geprikt is. • Napijn: na de behandeling met radiofrequente stroom kan napijn optreden die enkele dagen tot weken kan aanhouden, u kunt hiervoor een pijnstiller innemen (Paracetamol 4-6 maal daags 2 tabletten van 500 mgr). • Doof gevoel / tijdelijke krachtsvermindering in de benen: dit kan enkele uren duren en komt door de verdoving. •
Bij kortdurende behandelingen zie je zelden bijwerkingen van corticosteroïden. Soms geven ze bij daarvoor gevoelige personen de volgende klachten: • Warmteopwellingen • Roodheid en zwelling van het gezicht • Vochtophoping en hoge bloeddruk • Hoge bloedsuikerwaarden bij suikerziekte • Maagklachten • Slapeloosheid • Licht gevoel in het hoofd Als u een van bovengenoemde klachten heeft, zou dit binnen enkele dagen moeten verbeteren. Verbeteren de klachten niet neem dan contact op met uw huisarts of met de arts van de Pijnpoli.
5
Na de behandeling Na de behandeling gaat u naar de Recovery. Als alle controles goed zijn wordt u teruggebracht naar het Dagcentrum waar u nog enige tijd in bed blijft. Als de controles goed zijn en u zich goed voelt, geeft de verpleegkundige aan dat u naar huis mag. Houdt rekening met een totale opnameduur van 3 á 4 uur. U mag de eerste 24 uur na de behandeling niet actief deelnemen aan het verkeer. Zorg dat een volwassen persoon u naar huis brengt. Deze persoon moet in staat zijn u te helpen of hulp in te roepen als het nodig is. Het is niet goed voorspelbaar of deze methode bij u helpt. Dit zal bij controle op de Pijnpoli beoordeeld worden. Hiervoor maakt u een afspraak ongeveer 6 weken na de behandeling.
Weer thuis Zodra de verdoving is uitgewerkt mag u alles doen wat u kunt. Blijf actief, maar doe het een aantal dagen rustig aan.
Heeft u nog vragen ? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de Pijnpoli. Telefoon: 0495 – 57 25 37. Op werkdagen (uitgezonderd woensdag) van 09:00 - 15:30 uur.
6
R353.05 2013-12
1204220