ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VOOR DE OPLEIDING TOT
Medewerker fastservice COHORT 2011-2012
Niveau : 2 Leerweg : BBL Crebocode : 94190
1
Inleiding Voor u ligt de onderwijs- en examenregeling voor de opleiding tot Medewerker fastservice. Deze OER geeft een volledig beeld van de aangeboden opleiding Medewerker fastservice van SVO Fastserviceopleidingscentrum. Het document bevat alle elementen die de W.E.B. aangeeft. In deze regeling wordt beschreven: - de inrichting van het Competentiegericht Onderwijs - de inrichting van de toetsing - de inhoud van de kwalificatie ‘Medewerker fastservice’ o programma onderwijs o beroepspraktijkvorming o examinering - het examenreglement en reglement deelnemer - een index De geldigheidsduur van deze OER is gekoppeld aan de geldigheidsduur van de onderwijsovereenkomst. De onderwijsovereenkomst wordt aangegaan voor twee jaar, dus van 1 september 2011 tot en met 31 augustus 2013. Vastgesteld door het bevoegd gezag van SVO opleidingen. Houten, april 2011
2
Inhoudsopgave
3
1. 1.1.
Inrichting Onderwijs Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie over de inrichting van Competentiegericht Onderwijs; de uitgangspunten, de opdrachten, de beroepspraktijkvorming en de organisatie daarvan.
1.2.
Competentiegericht Onderwijs
Het uitgangspunt bij de SVO opleidingen is het competentiegerichte onderwijsmodel. Dit onderwijsmodel heeft als doel: ‘aansluiting bij het bedrijfsleven’. Om dat te bereiken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: - De beroepscontext staat centraal: leren in de context. - De verantwoordelijkheid voor het leerproces ligt bij de deelnemer; de trainer begeleidt het leerproces. - Competenties; een competentie is het vermogen adequaat te handelen in een bepaalde situatie. Hiervoor moet de deelnemer beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en houdingaspecten (VAKI’s). - De persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer staat centraal. - Een plenaire sessie faciliteert het leren in het bedrijf. - Actief leren: deelnemer gaat actief aan het werk (door middel van praktijkgerichte opdrachten en activerende werkvormen).
De BBL-opleiding volgt een competentiegericht curriculum. De kerntaken, werkprocessen en competenties die in het kwalificatieprofiel zijn vastgesteld, vormen hiervoor de basis.
Op de plaats van “hij” kan in het gehele document ook “zij” gelezen worden.
4
Het opleiden bij SVO Fastservice opleidingscentrum ziet er in schema als volgt uit:
EVC
Kerntaken/ werkprocessen
ROL SVO BeroepBPV vastgesteld ROLinPraktijk-begeleider KP
Werkpl
Individuele/groeps- begeleiding op lesdagActiverende leervormen:(praktijkgerichte-opdrachten)Bijhouden Begeleiding BPV Praktijk-gerichte voortgang:portf opdrachten m.b
Deelexamens
Praktijkexamen
Vanuit de BPV-beroepspraktijkvorming wordt de deelnemer begeleid in zijn competentieontwikkeling door de praktijkbegeleider en vanuit school door de trainer. Op de lesdag wordt gewerkt activerende leervormen.
5
1.3.
Inrichting onderwijs Met betrekking tot de uitvoering van de lesdag zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: Aanpak - De lesdag vindt plaats op de leslocatie en de BPV vindt plaats in het leerbedrijf. - De lesdagen bestaan uit plenaire sessies, opdrachten en portfoliogesprekken. - De deelnemer werkt tijdens de les, in het leerbedrijf en thuis aan de praktijkgerichte opdrachten, aan de vragen over de theorie en aan diagnostische toetsen. - Elke lesdag is aan de praktijk gerelateerd en daarmee is de BPV altijd een onderdeel van de lesdag. - Feedback op de opdracht wordt gegeven door de praktijkbegeleider, de trainer en de deelnemer naar aanleiding van het resultaat en het leerproces. - De deelnemers werken aan verschillende competenties/kerntaken; dit gebeurt op basis van het portfolio en de werkzaamheden in de BPV. - De voortgang van de deelnemer wordt bijgehouden in zijn portfolio. Tijdens de lesdagen worden een aantal praktijkgerichte opdrachten gegeven, besproken en uitgewerkt waarin de volgende elementen terugkomen: 1. werkoverleg en planning; 2. praktijk; 3. toepassing van theorie in de praktijk (middels instructielessen, opdrachten, vragen); 4. samenwerken in groepen; 5. reflectie van de opdracht. De inhoud van de praktijkgerichte opdrachten staat beschreven in het digitale leeromgeving (LearningOnLine – LOL)
1.4.
Praktijkgerichte opdrachten De deelnemers ontvangen praktijkgerichte opdrachten waaraan zowel in de praktijk als op de lesdag gewerkt wordt. De opdrachten waaraan gewerkt wordt zijn praktijkgericht en worden individueel uitgevoerd. Gedurende een aantal weken wordt aan deze opdrachten gewerkt. Het onderwijs wordt ingericht rondom het uitvoeren van die opdracht. De taken die een deelnemer binnen zo’n opdracht uitvoert zijn afhankelijk van de competenties die hij moet ontwikkelen.
6
Inhoud praktijkgerichte opdrachten - De inhoud van de opdrachten worden bepaald door de kerntaken en de werkprocessen die bij de kerntaken horen. - De inhoud van leren, loopbaan en burgerschap zijn in een aantal opdrachten verwerkt. Deze worden bijgehouden in de ontwikkelmeter waarin de volgende aspecten terugkomen: houding, samenwerking, communicatie, leren en functioneren als medewerker in een organisatie.
1.5.
Portfolio Voor elke deelnemer wordt een digitaal portfolio bijgehouden. Hierin kan de deelnemer zelf bewijsmateriaal en opdrachten plaatsen. De trainer, praktijkbegeleider en loopbaanadviseur kunnen er hun bevindingen en beoordelingen plaatsen. Alle betrokkenen kunnen op deze wijze de voortgang van de deelnemer volgen. − In het digitale portfolio zijn de bewijsmaterialen opgenomen, de verplichte (waaronder de resultaten van vragen/toetsen/praktijkgerichte opdrachten) en de extra bewijsmaterialen. − In het digitale portfolio zijn alle kerntaken en competenties opgenomen (middels het POD), voorzien van criteria zodat de deelnemer, de trainer en de praktijkbegeleider weten waaraan de deelnemer moet voldoen. − Het aangeleverde bewijsmateriaal wordt door de trainer en/of praktijkbegeleider voor akkoord getekend. − Het aanleveren van voldoende bewijsmateriaal, dat aan de gestelde criteria voldoet, is voorwaardelijk voor deelname aan de deelexamens en uiteindelijk het praktijkexamen. − De ontwikkeling van de deelnemer wordt regelmatig besproken tijdens het portfoliogesprek tussen trainer en deelnemer.
1.6.
Beroepspraktijkvorming Vanuit de beroepspraktijk wordt de deelnemer in zijn competentieontwikkeling ondersteund door de praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider heeft hiervoor in het digitale portfolio de beschikking over de praktijkgerichte opdrachten. De praktijkgerichte opdrachten sluiten aan bij de werkzaamheden van de deelnemer. Er wordt in de beroepspraktijkvorming gestreefd naar diversiteit aan werkvormen. Aan de hand van de praktijkgerichte opdrachten en de theorie oefent de deelnemer onder begeleiding/toezicht van de praktijkbegeleider de praktische onderdelen van de opleiding. De praktijkbegeleider en de Loopbaanadviseur (Loba) van het SVO Fastservice Opleidingscentrum onderhouden contact omtrent de deelnemer en zijn opleiding waarbij de Loba de praktijkopleider kan ondersteunen bij zijn taak.
7
2. 2.1.
Inrichting Examinering Organisatie toetsing: deelexamen en praktijkexamen
Uitvoering toetsing De invulling van het onderwijs is gebaseerd op thema’s die verbonden zijn aan de kerntaken uit het kwalificatiedossier. Ter afsluiting wordt per groep thema’s een deelexamen afgenomen. Wanneer alle deelexamens behaald zijn (met minimaal een 5,5) en de ontwikkelmeter en taalpeil schrijven als voldoende is beoordeeld mag de deelnemer zich inschrijven voor het praktijkexamen. Dit praktijkexamen (PED) levert een beoordeling op, die onbeperkt geldig blijft. Deelexamen o Een deelexamen beslaat één of meerdere kerntaken of gedeeltes van kerntaken. o Het deelexamen is een theoretische toets of een praktijktoets. o Elk deelexamen wordt individueel beoordeeld. o Het deelexamen is voorzien van een toetsmatrijs en beoordelingsdocument. Ontwikkelmeter o De ontwikkelmeter is het hulpmiddel om de competenties van leren, loopbaan en burgerschap te meten. o De onderdelen van de ontwikkelmeter moeten als voldoende worden beoordeeld. Taalpeil Schrijven o Het taalpeil schrijven is het hulpmiddel om Nederlands schrijven op 2F niveau te meten. o De onderdelen van het taalpeil schrijven moeten bij de laatste beoordeling als voldoende worden beoordeeld Praktijkexamen (PED) o Een praktijkexamen omvat alle kerntaken. o In een praktijkexamen worden de bepaalde competenties beoordeeld aan de hand van prestatie-indicatoren. o Het praktijkexamen is voorzien van een beoordelingsdocument.
8
Organisatie toetsing Deelexamens o Een deelnemer mag aan een deelexamen deelnemen als hij tijdig (=minimaal 7 dagen) voldoende (goedgekeurde) bewijsmaterialen heeft verzameld in zijn portfolio voor de betreffende thema’s. o Het deelexamen wordt op de leslocatie afgenomen en beoordeeld door de trainer. o De deelnemer krijgt drie kansen om een deelexamen te halen. o De beoordelingen worden centraal geregistreerd in het leerlingvolgsysteem. Ontwikkelmeter o In het portfoliogesprek kijken mentor en leerling terug op de uitgevoerde opdrachten en reflecteren op de onderdelen van de ontwikkelmeter. o De mentor en leerling vullen samen de ontwikkelmeter in. o De laatste beoordeling doet de mentor. Taalpeil schrijven o Drie praktijkgerichte opdrachten worden op de onderdelen van de taalpeil schrijven beoordeeld. o De docent Nederlands voert de derde beoordeling uit die voorwaardelijk is voor het deelnemen aan het praktijkexamen. Praktijkexamen Aanmelding o Een deelnemer mag aan het praktijkexamen deelnemen als hij voor elk deelexamen afzonderlijk ten minste een 5,5 scoort. de ontwikkelmeter en taalpeil schrijven als voldoende is beoordeeld. de POD voldoende heeft afgerond. o De trainer beoordeelt het portfolio van de deelnemer en als dit volledig is wordt de deelnemer uitgenodigd om het praktijkexamen (PED) af te nemen. o Het praktijkexamen wordt naar het leerbedrijf gestuurd . Uitvoering o Het praktijkexamen wordt per bedrijf gepland in de BPV. Het praktijkexamen wordt geregistreerd bij het examenbureau. o De deelnemer krijgt twee kansen om het praktijkexamen te halen. o De beoordelingen worden centraal geregistreerd in het leerlingvolgsysteem.
9
2.2.
EVC
Bij de intake kan in kaart worden gebracht of de deelnemer in aanmerking komt voor een EVC-traject. Wanneer hij voldoende (werk)ervaring heeft kan ander bewijsmateriaal aangeleverd worden ten aanzien van de competenties in het portfolio in plaats van de verplichte toetsen. Het EVC-bewijsmateriaal wordt beoordeeld door het examenbureau. Wanneer hij relevante diploma’s en/of certificaten heeft kan dit ook in het portfolio geplaatst worden, wat door het examenbureau eventueel gehonoreerd wordt als voldoende bewijsmateriaal.
2.3.
Borging door het examenbureau
De gang van zaken met betrekking tot toegang en toelating tot de toetsing, aanwezigheidsverplichting, ziekte/overmacht, laatkomers en de oproep tot het examen is geheel conform het gestelde in het algemeen Examenreglement van de opleiding. Dit geldt ook voor termijnen van inzagerecht, de geheimhouding, de fraudebepalingen de onregelmatigheden en de te nemen maatregelen. Zie voor deze zaken bijlage 3: het Examenreglement. Bezwaar en beroep Een commissie van beroep kan oordelen over zaken die in de ogen van de deelnemer geleid hebben tot een onjuiste beoordeling voor het praktijkexamen (proeve van bekwaamheid), reflectiegesprekken of aanvullende opdrachten. De deelnemer dient binnen zes werkdagen na inzage en bespreking van het werk, dan wel de beoordeling contact op te nemen met het examenbureau. Indien geen overeenstemming tussen de deelnemer en het examenbureau (daarin ondersteund door examinatoren en examenleiders) ontstaat, kan de deelnemer tot maximaal vier werkdagen schriftelijk bezwaar indienen bij de examencommissie (zie bijlage 2). De examencommissie overlegt over de te ondernemen stappen. Indien nodig legt de voorzitter het bezwaar/ het beroep voor aan de commissie van beroep. (zie bijlage 2) De commissie hoort alle partijen en neemt een beslissing bij meerderheid van stemmen. Zie voor de procedure het Examenreglement (bijlage 3).
10
3.
Inhoud Medewerker fastservice
3.1
Verantwoording en voorbehoud
Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op het door de minister vastgestelde kwalificatiedossier. De inhoud van het examen over het hele traject van een jaar is in principe in deze regeling vastgelegd. Het is echter mogelijk dat er nog veranderingen worden aangebracht, omdat onderwijs in beweging en aan verandering onderhevig is. Dit kan betekenen, dat de hieronder weergegeven programmering in de loop van het komende jaar nog wordt bijgesteld. Eventuele wijzigingen worden zo snel mogelijk aan de deelnemer, de exameninstelling en de toezichthouder op het onderwijs meegedeeld. De door de deelnemer behaalde onderdelen blijven echter geldig. De wijzigingen zullen hoogstens betrekking hebben op onderdelen die nog niet getoetst of geëxamineerd zijn. Bij onvolkomenheden in dit reglement beslist de voorzitter van de examencommissie. Kerntaken, werkprocessen en competenties De vastgestelde kerntaken en werkprocessen van een medewerker fastservice zijn opgenomen in de bijlage 4: Om een kerntaak goed uit te kunnen voeren, moet de deelnemer beschikken over verschillende competenties (kennis, inzicht, vaardigheden en houding). In de tabel in bijlage 4 wordt een compleet overzicht van alle competenties voor de opleiding Medewerker fastservice gegeven. Deze competenties hebben waarde in de context van het beroep zoals beschreven in de kerntaken en de beroepscontext van de Medewerker fastservice. In het kwalificatieprofiel zijn géén certificeerbare eenheden opgenomen.
11
3.2
Inhoud onderwijs
Het onderwijs wordt vorm gegeven op basis van 9 thema’s die gekoppeld zijn aan de kerntaken die in het beroep voorkomen waar een beginnende beroepsbeoefenaar mee geconfronteerd wordt. Thema 0 Introductie & Planning 1. Voedingsleer
2. Warenkennis 3. Drankenkennis 4. Kwaliteitszorg en hygiëne
5. Sociale Hygiëne en Hospitality 6. Apparatuur en Werkinstructie 7. ARBO, BHV en Milieu
8. Productie en Distributie
9. Kassabeheer en Bedrijfsformules
Leren, loopbaan & burgerschap Nederlands Werkprocessen
Instrumenten Opdrachten tijdens de opleiding Praktijkgerichte opdracht: Het lekkerste en gezondste fastservicemenu Theorievragen: Voedingsleer Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Warenkennis Theorievragen: Warenkennis Diagnostische toets Theorievragen: Drankenkennis Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Ken jij je bedrijfsrichtlijnen Praktijkgerichte opdracht: Hygiëne, wat doe jij er aan? Theorievragen: Kwaliteitszorg en hygiëne in de horeca Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Weet wat er leeft! Theorievragen: Sociale Hygiëne en Hospitality Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Back to the basic Theorievragen: Apparatuur en Werkinstructie Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Arbeidsomstandigheden Praktijkgerichte opdracht: Veiligheid Praktijkgerichte opdracht: Milieu Theorievragen: ARBO, BHV en Milieu Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: Productietechnieken Praktijkgerichte opdracht: Distributietechnieken Theorievragen: Productie en Distributie Diagnostische toets Praktijkgerichte opdracht: De 6 P’s Praktijkgerichte opdracht: Verkoopgesprek Theorievragen: Kassabeheer en Bedrijfsformules Diagnostische toets Ontwikkelmeter, voortganggesprekken tijdens de opleiding Opdrachten tijdens de opleiding PraktijkOpleidingsDocument
12
Leren, loopbaan en burgerschap is vormgegeven in de ‘kerntaak’ Functioneren als werknemer binnen en buiten het bedrijf. De onderwerpen ‘leren en loopbaan’ komen in het onderdeel ‘introductie en planning’ in het curriculum naar voren. Middels het thema ‘Voedingsleer’ en de daarbij horende opdracht(en) komen de volgende burgerschapsonderdelen in de opleiding naar voren: - Functioneert als kritisch consument - Zorgt voor de eigen gezondheid. De volgende onderdelen zijn geïntegreerd in de beroepscontext: - Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding - Functioneert als medewerker in een arbeidsorganisatie - Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte. Kerntaken / Werkprocessen 1. Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen/wegen om passende leerdoelen te bereiken 2. Stuurt de eigen loopbaan 3. Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding 4. Functioneert als medewerker in een arbeidsorganisatie 5. Functioneert als kritisch consument 6: Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte 7. Zorgt voor de eigen gezondheid
Competenties niv 2 + extra niv.3/4 A-J-M-N-P-Q-W J-M-N-O-P-W
Opleiding
A-D-M-N-U-W G-M-N-U-W A-M-N H-M-N
Introductie en planning
A-E-F-N-U-V H-N-P-U-V A-E-J-M-N H-J-M-N-P A-D-E-F-N-Q
In de beroepscontext
A-E-F-M-N M-N
Voedingsleer
Schema: Kerntaken van LL&B in de opleiding
13
Introductie en planning
In de beroepscontext
Voedingsleer In de beroepscontext
3.3
Inhoud toetsing
Overzicht opleiding en toetsing Medewerker fastservice (94190)
Warenkennis
Drankenkennis Kwaliteitszorg en hygiëne in de horeca
Sociale Hygiëne en Hospitality Apparatuur en Werkinstructie
Praktijkgerichte opdracht: Het lekkerste en gezondste fastservicemenu Theorievragen: Voedingsleer Praktijkgerichte opdracht: Warenkennis Theorievragen: Warenkennis Theorievragen: Drankenkennis Praktijkgerichte opdracht: Ken jij je bedrijfsrichtlijnen Praktijkgerichte opdracht: Hygiëne, wat doe jij er aan? Theorievragen: Kwaliteitszorg en hygiëne in de horeca Praktijkgerichte opdracht: Weet wat er leeft! Theorievragen: Sociale Hygiëne en Hospitality Praktijkgerichte opdracht: Back to the basic Theorievragen: Apparatuur en Werkinstructie
14
Praktijkopleidingsdocument (POD)
Voedingsleer
Toetsing Deelexamen thema 0,1,2,3
Praktijkopleidingsdocument (POD)
Thema Introductie & Planning
Opleiding / portfolio Bewijsmateriaal Opdracht:en tijdens de opleiding
Deelexamen thema 4,5,6
ARBO, BHV en Milieu
Kassabeheer en Bedrijfsformules
Leren, loopbaan & burgerschap Nederlands
Opleiding / portfolio Bewijsmateriaal Praktijkgerichte opdracht: Productietechnieken Praktijkgerichte opdracht: Distributietechnieken Theorievragen: Productie en Distributie Praktijkgerichte opdracht: Arbeidsomstandigheden Praktijkgerichte opdracht: Veiligheid Praktijkgerichte opdracht: Milieu Theorievragen: ARBO, BHV en Milieu
Toetsing Praktijkopleidingsdocument (POD)
Thema Productie en Distributie
Praktijkgerichte opdracht: De 6 P’s Praktijkgerichte opdracht: Verkoopgesprek Theorievragen: Kassabeheer en Bedrijfsformules Ontwikkelmeter, voortganggesprekken tijdens de opleiding
Deelexamen thema 7,8,9
Ontwikkelmeter: functioneren als werknemer binnen en buiten het bedrijf Leestoets Luistertoets Schrijfpeil
Opdrachten tijdens de opleiding
Praktijkexamen Medewerker fastservice
In het toetsplan is de koppeling beschreven tussen thema’s en kerntaken/werkprocessen
15
3.4
Beroepspraktijkvorming
De deelnemer neemt de geplande activiteiten uit de praktijkgerichte opdrachten mee naar de praktijk. Aan de hand van het praktijkgerichte opdrachten en het PraktijkOpleidingsDocument (POD) behandelt de praktijkbegeleider de praktische onderdelen van de opleiding.
3.5
Studiebelastinguren per deelnemer
Studiebelasting per deelnemer in uren 94190 Plenaire sessies, theorie
Uren 190 uur
Portfoliogesprekken trainer
2 uur
Praktijkgerichte opdrachten
32 uur
Theorievragen
20 uur
Zelfstudie
30 uur
P.O.D. Praktijk Opleidingsdocument
32 uur
Theorie examen
4,5 uur
Praktijkexamen
8 uur
Beurs / excursie / diploma-uitreiking
20 uur
Totaal
338.5 uur
Hoeveel uur een deelnemer per jaar moet besteden aan een opleiding wordt uitgedrukt in ‘studiebelastinguren’ (sbu’s). Deze studiebelastinguren bestaan uit begeleide en onbegeleide uren. De onbegeleide uren zijn de uren die de deelnemer zelfstandig aan de opleiding besteedt.
16
Bijlage 1 Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging en –stimulering van het onderwijs geschiedt door: de Inspectie van het Onderwijs, zij ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en valt organisatorisch onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Inspectieadressen De contactgegevens van het hoofdkantoor - tevens inspectiekantoor Utrecht - staan hieronder. Postbus: 2730, 3500 GS Utrecht Bezoekadres Park Voorn 4, 3544 AC Utrecht : Telefoon:
(030) 669 06 00
Faxnummer: (030) 662 20 91 E-mail:
[email protected]
http://www.onderwijsinspectie.nl/
De kwaliteitsborging en –stimulering omvat zowel een proces- als een productborging.
17
Bijlage 2 Examencommissie en Commissie van Beroep De examencommissie van de opleiding bestaat uit de unitmanager opleidingen, een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en de opleidingscoördinator. De organisatie en de uitvoering van het examen wordt door het bevoegd gezag opgedragen aan het examenbureau van SVO. De samenstelling van de examencommissie en de Commissie van Bezwaar vindt u hieronder Functie in examencommissie Voorzitter Lid
Naam C. Zwierstra Zelfstandige slagerijen 1. Dhr. J. Lantinga 2. Dhr. H. Redert Supermarktkanaal 1. Dhr. M. van Zwetzelaar 2. Dhr. A. van Venrooij Roodvleesindustrie 1. Dhr. H.J.M. Snels 2. Dhr. T. Legters Witvleesindustrie 1. Dhr. C. van den Berg Vleeswarenindustrie 1. Dhr. H. van Leijden Onderwijs SVO 1. Dhr. R. Konings 2. Dhr. J. Kakebeeke Kenniscentrum SVO 1. Dhr. H. Wolters Examenbureau 1. Dhr. H. van Dijk
Functie in Commissie van Beroep Voorzitter Secretaris/plaatsvervangend voorzitter Lid
Naam S.J. de Vries B.J. Holkenborg B.W.A. Cornelissen
18
Bijlage 3 Relevante Wetsartikelen De regeling van de examens Artikel 1 Begrippenlijst Bij dit reglement hoort een begrippenlijst. De begrippenlijst is onderdeel van dit reglement. Artikel 2 lid 1 Toegang en toelating Degenen die aan de onderwijsinstelling als deelnemer zijn toegelaten, hebben toegang tot de examenvoorzieningen. Aan toegang tot de examenvoorzieningen zijn de volgende aanvullende voorwaarden verbonden: - Voor toegang tot bepaalde toetsen of examenonderdelen kan vereist worden dat andere toetsen of examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd; - Deelnemers kunnen deelnemen aan het praktijkexamen van de opleiding waarvoor zij zich hebben ingeschreven aan de onderwijsinstelling, binnen de voor de opleiding gestelde cursusduur en aan alle overige examenonderdelen die de onderwijsinstelling organiseert als zij het onderwijs dat hen daartoe door de onderwijsinstelling is aangeboden hebben gevolgd en met inachtneming van het gestelde in artikel 10 lid 2 van dit reglement en de nadere regeling omtrent het onderwijs in de onderwijs- en examenregeling. Artikel 2 lid 2 Extraneï Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan zich als examendeelnemer laten inschrijven. Aan de inschrijving is de volgende voorwaarde verbonden: - Overleggen van een verklaring van werkgever, onderwijsinstelling of andere instantie, waaruit het bevoegd gezag de conclusie kan trekken dat toegang tot de examinering zinvol is. Artikel 3 lid 1 Aanmelding Kandidaten melden zich digitaal aan voor het praktijkexamen. Artikel 3 lid 2 Aanwezigheid Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de examenonderdelen waarvoor zij zich hebben aangemeld en die voor hen zijn georganiseerd. Kandidaten die niet aan een examenonderdeel hebben deelgenomen, overleggen aan de examenleider een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. De examenleider oordeelt over de geldigheid van het verzuim. Voor kandidaten die naar het oordeel van de examenleider een geldige reden hebben, komt de eerstvolgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid.
19
Voor kandidaten die naar het oordeel van de examenleider geen geldige reden hebben, telt de verzuimde toetsgelegenheid mee als een gemaakte toets en wordt het aantal toetsgelegenheden dat men zou hebben ingevolge artikel 10 lid 1 van dit reglement hierdoor beperkt. Artikel 4 lid 1 Vrijstelling / erkenning van andere resultaten Het examenbureau kan op verzoek van de kandidaten (via de mentor) diploma’s, certificaten, studie- of ervaringsresultaten erkennen die aan een andere instelling zijn behaald. Artikel 4 lid 2 Verzoeken Verzoeken om vrijstelling dienen schriftelijk te worden ingediend, vergezeld van gewaarmerkte kopieën van cijferlijsten, certificaten en/of diploma’s. Artikel 5 Examenprogrammering De deelexamens zijn voor een heel cursusjaar gepland. Het praktijkexamen die op het bedrijf worden afgenomen vinden plaats volgens planning, in overeenstemming met het bedrijf. Alle gegevens met betrekking tot de inhoud en de organisatie van het examen worden in de examenprogrammering bekend gemaakt. De examenprogrammering is te vinden in de onderwijs- en examenregeling. Artikel 6 lid 1 Fraudebepalingen Het examenbureau treft maatregelen tegen kandidaten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat gehoord. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen van een wettelijk vertegenwoordiger. Artikel 6 lid 2 Onregelmatigheden Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: - Op frauduleuze wijze verkrijgen van antwoorden, dan wel een gunstige beoordeling; - Niet opvolgen van instructies van surveillanten; - Gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. Verder staat het ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel Artikel 6 lid 3 Maatregelen De maatregelen bedoeld in dit artikel, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: - Ongeldigheidverklaring van de uitslag van de bedoelde toets; - Uitsluiting van (verdere) deelname aan toetsing; - Ongeldig verklaren van een of meer onderdelen van het reeds afgelegde examenonderdeel;
20
-
Bepalen, dat het diploma of de certificaten slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examenonderdeel in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen.
Artikel 6 lid 4 Kennisgeving De inspectie en alle partijen die betrokken zijn bij de onderwijsovereenkomst die op de opleiding van toepassing is, worden van de genomen maatregel, bedoeld in dit artikel, lid 3, schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 7 lid 1 Vaststelling uitslag toetsing Het examenbureau stelt de uitslag van het praktijkexamen vast binnen 14 dagen na afname van de proeve. Slechts in incidentele gevallen kan hiervan afgeweken worden. In voorkomend geval meldt het examenbureau dit onder opgave van redenen aan de betrokkenen. Artikel 7 lid 2 Bewaarperiode en inzage Het schriftelijke en, zover mogelijke, praktische werk wordt gedurende zes maanden na afloop van de toetsing bewaard. De toetsresultaten, verzameld in het leerlingvolgsysteem blijven bewaard. Belanghebbenden kunnen schriftelijk een verzoek tot inzage in het werk indienen bij het examenbureau. In overleg wordt afspraak gemaakt om ten kantore van het examenbureau één en ander in te zien. Artikel 7 lid 3 Bekendmaking resultaten De resultaten van het praktijkexamen wordt schriftelijk binnen 2 weken na afleggen van het praktijkexamen bekend gemaakt. De resultaten van de deelexamens worden binnen 2 weken bekend gemaakt en zijn digitaal beschikbaar voor betrokken medewerkers Artikel 8 Bewijsstukken Bij het met goed gevolg afleggen van een toets wordt, conform artikel 7.4.6 lid 1 van de WEB, door de examencommissie een bewijsstuk uitgereikt; in geval van een kerntaak een resultatenoverzicht en bij het praktijkexamen een diploma. Artikel 9 lid 1 Uitslagregels Per deelexamen wordt door het examenbureau vastgesteld of de kandidaat daarvoor geslaagd is of niet. De eindwaardering hiervoor wordt weergegeven met een cijfer. - gezakt = 1 tot 5,4 - geslaagd = 5,5 tot 10 Artikel 9 lid 2 Geslaagd voor kerntaak De kandidaat is voor een kerntaak geslaagd indien voldaan is aan de eisen die in de examenprogrammering aan de behaalde resultaten worden gesteld.
21
Artikel 9 lid 3 Geslaagd voor examen De kandidaat is voor het volledige examen geslaagd indien alle deelexamens zijn behaald, de ontwikkelmeter en taalpeil schrijven met een voldoende afgerond, aan alle vereisten voor de beroepspraktijkvorming is voldaan en als afsluiting het praktijkexamen als voldoende beoordeeld. Artikel 10 lid 1 Meer toetsgelegenheden De kandidaat heeft het recht om een deelexamen ten minste drie keer af te leggen en het praktijkexamen ten minste twee keer af te leggen. Artikel 10 lid 2 Advies voortgang opleiding Het bevoegd gezag adviseert de kandidaat die na de toetsgelegenheid niet aan de eisen van het praktijkexamen heeft voldaan, over de voortgang van de opleiding. Artikel 11 Beroepspraktijkvorming Het bevoegd gezag beoordeelt of de aan de binnen de opleiding gestelde competenties is voldaan. Dit doet zij aan de hand van de vereisten die op de examinering van toepassing zijn. Artikel 12 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij beschikking krijgt over gegevens waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter kent, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Artikel 13 Afwijkende toetsing Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan het examenbureau toestaan dat een toets in afwijkende vorm wordt afgenomen. De afwijkende vorm moet voldoen aan de beoogde doelstelling en de toetstechnische eisen. Artikel 14 Toezicht De inspectie houdt namens de minister toezicht op de examens. Artikel 15 Examenbureau Het examenbureau ziet toe op de uitvoering van het vastgestelde programma conform de regels van deze regeling. De toetsing waarop dit reglement/programma van toepassing is, wordt onder toezicht van het examenbureau afgenomen. Het examenbureau brengt jaarlijks verslag uit op basis van de door de examencommissie aangereikte informatie. Artikel 16 Examencommissie Het bevoegd gezag stelt, in samenwerking met examenbureau, een examencommissie in ten behoeve van het vaststellen, de organisatie en de afname van examenonderdelen. De feitelijke uitvoering wordt door het examenbureau gecontroleerd en bewaakt.
22
Artikel 17 Commissie van Beroep Samenstelling commissie van beroep: Voorzitter : S.J. de Vries Secretaris : B.J. Holkenborg Overige leden : B.W.A. Cornelissen Adres : Dorpsstraat 52, 7136 LN Zieuwent Artikel 18
Onvoorziene omstandigheden
23
In omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het examenbureau en deelt de genomen beslissing zo spoedig mogelijk mede aan de betrokkenen en aan de examencommissie.Bijlage 4 Schema’s kwalificatiedossier
Fastservice Uitstroom
1.1 Maakt de gastenruimte bedrijfsklaar 1.2 Voert voorbereidende werkzaamheden uit voor het productie- en distributieproces 1.3 Voert productiewerkzaamheden uit 1.4 Houdt de productie- en distributieruimtes schoon gedurende de shift 1.5 Voert afrondende werkzaamheden in de productie- en distributieruimte uit 1.6 Onderhoudt apparatuur en gereedschap en voert eenvoudige reparaties uit
Bedrijfsleider fastservice
Maakt bedrijfsruimtes bedrijfsklaar en bereidt en/of assembleert fastserviceproducten
1e Medewerker fastservice
Werkproces
Medewerker Fastservice
Kerntaak 1
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X
X
X
n.v.t.
X
X
Uitstroom
2.1 Beantwoordt de telefoon en neemt de boodschap/bestelling aan 2.2 Verkoopt fastserviceproducten 2.3 Bedient en beheert de kassa 2.4 Distribueert bestellingen 2.5 Gaat om met risico- en ongewenst gedrag 2.6 Handelt in het kader van bedrijfshulpverlening 2.7 Vangt klachten van gasten op en handelt deze af
24
Bedrijfsleider fastservice
Verkoopt fastserviceproducten en verleent gastvrijheid aan gasten
1e Medewerker fastservice
Werkproces
Medewerker Fastservice
Kerntaak 2
X
X
X
X X X X
X X X X
X X X X
n.v.t.
X
X
X
X
X
Uitstroom
3.1 Controleert de voorraad en bestelt 3.2 Ontvangt en controleert grondstoffen en goederen 3.3 Transporteert grondstoffen en goederen en slaat deze op
Bedrijfsleider fastservice
Beheert de voorraad en bestelt
1e Medewerker fastservice
Werkproces
Medewerker Fastservice
Kerntaak 3
X X
X X
X X
X
X
X
Uitstroom
4.1 Assisteert bij beleidsontwikkeling 4.2 Maakt analyses voor begrotingen en kostprijzen en doet voorstellen 4.3 Voert de dagadministratie uit 4.4 Bewaakt budgetten 4.5 Ondersteunt bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers 4.6 Voert functionerings- en beoordelingsgesprekken 4.7 Plant en verdeelt de werkzaamheden 4.8 Begeleidt medewerkers en stuurt medewerkers aan 4.9 Motiveert en stimuleert samenwerking in het team 4.10 Bewaakt en evalueert processen en procedures op de werkvloer 4.11 Voert werkoverleg 4.12 Rapporteert aan de Manager/ondernemer fastservice
25
Bedrijfsleider fastservice
Geeft leiding en voert beheerstaken uit
1e Medewerker fastservice
Werkproces
Medewerker Fastservice
Kerntaak 4
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
X X
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
X X X
n.v.t.
n.v.t.
X
n.v.t.
X
X
n.v.t.
X
X
n.v.t.
X
X
n.v.t.
X
X
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
X
X X
S
T
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
U Omgaan met verandering en aanpassen
X
Niet van toepassing
26
R
Instructies en procedures opvolgen
X
Q
Kwaliteit leveren
X
P
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Plannen en organiseren
X
O
Leren
X
M N
Creëren en innoveren
X
L
Onderzoeken
Formuleren en
K
Analyseren
J
Materialen en middelen inzetten
I Presenteren
G
Vakdeskundigheid toepassen
H Overtuigen en
F
Relaties bouwen en netwerken
1.6
E
Ethisch en integer
1.5
D
Samenwerken en overleggen
1.4
C
Aandacht en begrip tonen
1.3
Voert voorbereidende werkzaamheden uit voor het productie- en distributieproces Voert productiewerkzaamhede n uit Houdt de productie- en distributieruimtes schoon gedurende de shift Voert afrondende werkzaamheden in de productie- en distributieruimte uit Onderhoudt apparatuur en gereedschappen en voert eenvoudige reparaties uit
B
Begeleiden
1.2
A
Aansturen
Werkprocessen 1.1 Maakt de gastenruimte bedrijfsklaar
Competenties Beslissen en activiteiten initiëren
Kerntaak 1 Maakt bedrijfsruimtes bedrijfsklaar en bereidt en/of assembleert fastserviceproducten
X
Omgaan Omgaan met met verandering verandering en en
Formuleren Formuleren en en
AandachtAandacht en begripen begrip
X X
Instructies Instructies en procedures en procedures opvolgenopvolgen Kwaliteit leveren Kwaliteit leveren Op de behoeften Op de behoeften en en verwachtingen verwachtingen van de van de ‘klant’ richten ‘klant’ richten Plannen en Plannen organiseren en organiseren Leren
Leren
Creëren en Creëren innoveren en innoveren Onderzoeken Onderzoeken Analyseren Analyseren Materialen Materialen en middelen en middelen inzetten inzetten
Presenteren Presenteren
Begeleiden Begeleiden
27
Vakdeskundigheid Vakdeskundigheid toepassen toepassen
Overtuigen Overtuigen en en Relaties bouwen Relaties en bouwen en netwerken netwerken Ethisch en Ethisch integeren integer Samenwerken Samenwerken en en overleggen overleggen
Aansturen Aansturen BeslissenBeslissen en activiteiten en activiteiten initiëren initiëren
Niet van toepassing Handelt in het kader van bedrijfshulpverlening
X Vangt klachten van gasten op en handelt deze af 2.7
X 2.6
X
X X X Gaat om met risico- en ongewenst gedrag
X Distribueert bestellingen
2.5
X X X
X X
X
X X X
X
X X
Controleert de voorraad en bestelt Werkprocessen 3.2 Ontvangt en controleert grondstoffen 2.1 Beantwoordt en de telefoon goederen en neemt de boodschap/bestelling 3.3 Transporteert aan grondstoffen en goederen 2.2 Verkoopt en slaat deze op fastserviceproducten 2.3 Bedient en beheert de kassa
X 2.4
I
H
G
F
E
D
C
B
X
U
T
S
R
Q
O
M N
L
K
J
J
A
X
Competenties
P
U T S R P
Q O M N L I
K H G F D
E C A
B
3.1
Competenties Kerntaak 3 Beheert de voorraad en bestelt Kerntaak 2 Verkoopt Werkprocessen fastserviceproducten en verleent gastvrijheid aan gasten
Index Wat
Waar
Hoofdstuk
Hoe het onderwijs er uit ziet Welke certificaten je kunt halen Wat je doet in het onderwijs en in de beroepspraktijk Hoe je het diploma kunt halen Welke regels er zijn voor het examen Welke (aanvullende) regels er zijn op het gebied van toetsing Wanneer je recht hebt op vrijstellingen Hoe de borging van de examens geregeld is Bij wie je terecht kunt bij problemen Hoe het nieuwe onderwijs (CGO) eruit ziet Hoe de beroepspraktijkvorming eruit ziet
Onderwijsregeling Certificeerbare eenheden Inhoud Medewerker fastservice Inhoud toetsing Examenreglement Organisatie toetsing
1.3 t/m 1.6 3.1 3.2 3.3 3.3 bijlage 3 2.1
Inrichting examinering Kwaliteitsborging
2.2 bijlage 1
Examencommissie Inrichting onderwijs Inrichting onderwijs
bijlage 2 1.2 1.6
28