MEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND
no. 288, d.d. 20 april 2006 INHOUD ALGEMEEN
1
Komende vergaderingen
1
VVNH-rapportageformulier 2005 UITERLIJK 4 mei a.s. retour
1
Alternatieven voor brandcompartimentering?
1
Afstandcriterium "7,5 meter tot aan de erfgrens" versoepeld!
1
2de SHR themadag “Nieuwe materialen, wat houdt ons tegen?!” d.d. 10 mei 2006
2
Stand van het Naaldhouttriplex contingent
2
SOCIAAL
3
Europees Hof verbiedt afkoop vakantiedagen
3
Eerstedagsmelding per 1 juli 2006
3
Zorgplicht werkgever
3
Digitale Atex-leidraad
3
Bedrijfsbezoeken Arbo
3
- Bijlagen:
-
VVNH-rapportageformulier 2005; Voorschriften m.b.t. de buitenopslag van hout; Inschrijfformulier + programma themamiddag SHR d.d. 10 mei 2006; Aanmeldingsformulier Digitale Atex-leidraad; Aanmeldingsformulier Bedrijfsbezoeken Arbo.
Ref.: FdB/HBe Nr. : 0610569
VVNH Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen Westeinde 6, 1334 BK Almere-Buiten, Postbus 1380, 1300 BJ Almere, Telefoon 036-5321020, Fax 036-5321029, E-mail
[email protected]
MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN ALGEMEEN Komende vergaderingen Donderdag Woensdag Woensdag Woensdag Woensdag Maandag Maandag Dinsdag Dinsdag Donderdag Donderdag Woensdag
11 17 31 31 7 12 12 13 13 22 7 27
Mei Mei Mei Mei Juni Juni Juni Juni Juni Juni September September
2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006
Bestuur Naaldhout Bestuur Technische Zaken Bedrijfscommissie Bestuur VVNH Stuurgroep Promotie & Voorlichting Commissie De Boer PBH (reservedatum) Commissie Arbo-overleg Bestuur SIVAG Ledenvergadering Bestuur Hardhout Bestuur Plaatmateriaal
’s middags in Almere ’s middags in Almere ’s ochtends in Woerden ’s middags in Almere ’s middags in Vianen ’s middags in Almere ’s middags in Almere ’s ochtends in Almere ’s ochtends in Almere Nog niet bekend ’s middags in Almere ’s middags in Almere
hallen en - loodsen, schrijft het Bouwbesluit enkele hetzij beperkte - mogelijkheden voor, namelijk: 1) het aanbrengen van een sprenkler installatie of 2) het aanbrengen van brandscheidende wanden, waarmee de opslag wordt gecompartimenteerd tot opslagcompartimenten van max. 1000 m² of 3) een alternatieve manier met gelijke prestatie. De eerste twee opties zijn kostbaar of vaak moeilijk uitvoerbaar, vanwege beperkingen die voortkomen uit de gewenste logistiek of bestaande dakconstructie. De vraag is of er reeds alternatieven voor deze twee opties zijn ontwikkeld en geïnstalleerd? Indien u een alternatieve manier heeft gevonden, vernemen wij dat graag van u. Wellicht dat uw ervaringen, zowel voor uw bedrijf met terugwerkend kracht, als wel voor alle overige leden, die met het probleem worden geconfronteerd, gunstig kunnen uitpakken. U kunt uw ervaringen telefonisch of per mail doorgeven aan ondergetekende op 036-5321020 of
[email protected].
VVNH-rapportageformulier 2005 UITERLIJK 4 mei a.s. retour Donderdag 13 april jl. is het VVNH rapportageformulier 2005 per post aan alle leden verstuurd. Het formulier is eenvoudiger dan voorgaande jaren. De vragen hebben alleen betrekking op de hoeveelheid (duurzaam geproduceerd-) hout en plaatmaterialen, die u in 2005 heeft geïmporteerd en/of heeft verhandeld. De gegevens hebben we nodig voor het ijken en het sturen van het VVNH beleid. Het is dan ook van groot belang dat alle leden hieraan meewerken, zo ook uw bedrijf. U wordt daarom verzocht het formulier uiterlijk op donderdag 4 mei a.s. aan de Stichting Probos (Postbus 253, 6700 AG Wageningen, faxnummer 0317–410247, e-mailadres:
[email protected]) toe te sturen. Uw gegevens worden
door Probos strikt vertrouwelijk behandeld en alleen de geanonimiseerde en opgetelde cijfers worden door hen aan de VVNH beschikbaar gesteld. Heeft u géén formulier ontvangen, dan treft u alsnog een exemplaar bijgevoegd aan. Het formulier staat op het besloten ledendeel van de VVNH-website, www.vvnh.nl. Heeft u vragen of wenst u ondersteuning bij het invullen, dan kunt u contact opnemen met de heer Paul van de Heuvel op het VVNH-secretariaat 036-5321020.
(Van den Heuvel / A. de Boer) Afstandcriterium "7,5 meter tot aan de erfgrens" versoepeld! Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk is het Ministerie van VROM bereid om aan onze voorstellen tegemoet te komen en het afstandcriterium van "7,5 meter tot aan de erfgrens" voor houtopslagen op het buitenterrein te versoepelen. Anders dan aanvankelijk de bedoeling was, wordt het Besluit Bouw- en Houtbedrijven niet meer aangepast, maar stuurt Staatssecretaris Van Geel binnenkort een brief aan alle gemeenten met het verzoek de voorgestelde versoepeling toe te passen. Het genoemde besluit wordt niet meer aangepast omdat dit besluit samen met enkele andere besluiten zal worden samengevoegd tot één nieuw besluit, het zogeheten
(Van den Heuvel / A. de Boer) Alternatieven voor brandcompartimentering? Houtondernemingen worden geconfronteerd met eisen, die gesteld worden aan de binnenopslag van hout. In het kader van het verkrijgen van een nieuwe- of aangepaste gebruiksvergunning, maken gemeenten gebruik van het Bouwbesluit. Voor een veilig gebruik van houtopslag-
1
20-04-06 / no. 288
MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN "Omgevingsbesluit", dat naar het zich laat aanzien in januari 2007 van kracht moet worden. Het spreekt voor zich dat de versoepeling daarin wel wordt meegenomen. De tekst, zoals die zal gaan luiden, treft u bijgevoegd. U mag hem desgewenst vrijelijk gebruiken. Bedenk hierbij echter dat zolang de brief van de staatssecretaris niet is verzonden uw gemeente nog niet of onvoldoende ervan op de hoogte zal zijn. Voor vragen of ondersteuning richting uw gemeente kunt u contact opnemen met ondergetekende op telefoonnummer 036-5321020 of via de e-mail
[email protected]. (Van den Heuvel / A. de Boer) 2de SHR themadag “Nieuwe materialen, wat houdt ons tegen?!” d.d. 10 mei 2006 SHR organiseert dit jaar 4 themamiddagen. De eerste over houten gevelbekleding heeft op 1 februari jl. plaatsgevonden en was zeer succesvol. De tweede themamiddag van dit jaar vindt plaats op 10 mei a.s. voor de houtverwerkende industrie en haar toeleveranciers, de lijm- en coatingsindustrie , de meubel- en interieurbranche. Het onderwerp deze keer is “nieuwe materialen”. Hieronder scharen ze niet alleen de diverse varianten van gemodificeerd hout die de markt nu bereiken of bereikt hebben, maar ook de zogenaamde houtcomposiet materialen zoals WPC’s (wood polymer composite). De ontwikkelingen op dit gebied zijn dusdanig dat het de moeite waard is om in een breed verband over de kansen en obstakels met elkaar van gedachten te wisselen. Het programma en aanmeldingsformulier treft u bijgaand aan. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met SHR op telefoonnummer 0317-425422 en/of de website raadplegen www.shr.nl. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met ondergetekenden. (Van den Heuvel / A. de Boer)
Stand van het Naaldhouttriplex contingent Het contingent was bij aanvang op 1 januari jl. 650.000 m³ groot. De stand per 12 april jl. bedraagt 173.828 m3. Ter vergelijking: Op 13 april 2005 bedroeg het nog resterende deel van het contingent 125.222 m3. (Van den Heuvel / A. de Boer)
2
20-04-06 / no. 288
MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN behoort te treffen en zodanige aanwijzingen behoort te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden als gevolg van onvoldoende onderhoud en onveiligheid van die werktuigen en gereedschappen schade lijdt. In het bijzonder geldt dat voor werktuigen en gereedschappen die naar hun aard een veiligheidsrisico meebrengen. Dit geldt ook als de gereedschappen en werktuigen door de werkgever van een derde zijn ingehuurd, aldus de Hoge Raad. De werkgever dient zich dan eerst, alvorens dergelijke gereedschappen en werktuigen aan zijn werknemers ter beschikking te stellen, ervan te vergewissen dat deze in goede staat van onderhoud zijn en niet onveilig zijn. Een werkgever kan, als hij de zorg voor de veiligheid van de werktuigen en gereedschappen waarmee hij de arbeid doet verrichten, overlaat aan een daartoe, objectief gezien, gekwalificeerde werknemer, daarmee niet volstaan: hij blijft ingevolge artikel 7:658BW verplicht zodanige maatregelen te nemen en zodanige aanwijzingen te verschaffen als redelijkerwijs nodig zijn om de werknemer in staat te stellen en ertoe te brengen ook daadwerkelijk de nodige zorg voor de veiligheid in acht te nemen.
SOCIAAL Europees Hof verbiedt afkoop vakantiedagen Het Europees Hof in Luxemburg heeft beslist dat werkgevers wettelijk verplichte vakantiedagen die aan het eind van het jaar overblijven, niet mogen afkopen. Werknemers moeten die later alsnog opnemen. Het wettelijk aantal vakantiedagen bedraagt bij een 5daagse werkweek 20. Het aantal in onze CAO bedraagt 24. 4 zijn dan bovenwettelijk. De CAO verbiedt in art. 32.4 de uitbetaling van vakantiedagen. Dat geldt voor zowel de bovenwettelijke als voor de wettelijke dagen. Wel is in artikel 38 een beperkte uitruil van vakantieen roostervrije dagen geregeld. Volgens art. 38 lid 3 mogen er 3 vakantie- en 4 roostervrije dagen worden ingeruild. In 38 lid 2 staat waar de ingeruilde dagen voor aangewend kunnen worden. Dat zijn: - extra pensioenaanspraken; - fietsregeling; - bijdrage auto van de werkgever. (F. de Boer)
Deze recente uitspraak leert ons nogmaals dat de werkgever moet zorgen dat het materiaal waarmee de werknemer moet werken niet onveilig is. Aan nieuwe werknemers moeten veiligheidsinstructies gegeven worden. Als de werkgever de zorg voor veiligheid heeft overgelaten aan een werknemer ontslaat hem dat niet van zijn zorgplicht.
Eerstedagsmelding per 1 juli 2006 Per 1 januari jl. is de Melding Sociale Verzekeringen en de Melding Dienstverband vervallen. De gegevens die verstrekt werden via beide meldingen zijn nu een onderdeel van de loonaangifte zoals deze met ingang van 2006 wordt gedaan.
(F. de Boer)
Per 1 juli 2006 wordt de eerstedagsmelding ingevoerd. Werknemers die voor het eerst bij u komen werken moeten worden aangemeld bij de Belastingdienst met de zogenoemde ‘Opgaaf eerstedagsmelding’. Naast de gegevens die op de eerstedagsmelding worden gevraagd, moet de werkgever op grond van de huidige regelgeving nog steeds een aantal gegevens opvragen op de loonbelastingverklaring. De eerstedagsmelding moet door de werkgever bij de Belastingdienst worden ingediend voor aanvang van de werkzaamheden. De loonbelastingverklaring moet door de werkgever aan de werknemer worden uitgereikt zodra hij inhoudingsplichtige wordt ten aanzien van de werknemer. De werknemer dient de loonbelastingverklaring in te vullen en te ondertekenen en voor de eerste loonbetaling aan de werkgever te verstrekken.
Digitale Atex-leidraad In het vorige Mededelingenblad hebben wij een bijeenkomst aangekondigd over de presentatie van de digitale Atex-leidraad. De locatie was toen nog niet bekend. Dat is Mercure Hotel te Nieuwegein, aanvang 15.00 uur. Vanaf 14.30 uur is de zaal open. U kunt zich hiervoor nog opgeven d.m.v. het bij deze Mededelingen gevoegde aanmeldingsformulier. (F. de Boer) Bedrijfsbezoeken Arbo Binnenkort worden bedrijven met 10 werknemers of meer door een VVNH-medewerker benaderd voor een afspraak met een arboadviseur van het KRC Hout. Ook bedrijven met minder dan 10 werknemers komen voor een afspraak in aanmerking, maar zij worden niet actief benaderd. Zij kunnen zich aanmelden d.m.v. het bij deze Mededelingen gevoegde formulier. Uw bedrijf wordt gratis doorgelicht op arborisico’s. Als u daarna nog verder geadviseerd wilt worden bijv. bij
(F. de Boer) Zorgplicht werkgever De zorgplicht van de werkgever ingevolge artikel 7:658BW brengt met zich mee dat hij ten aanzien van werktuigen en gereedschappen zodanige maatregelen 3
20-04-06 / no. 288
MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN de aanpak van de RI&E of het plan van aanpak dan heeft u nog recht op een gratis adviesgesprek. Omdat wij ca. 150 bedrijven moeten bellen voor een afspraak zoudt u ons helpen als u ons laat weten of u hiervoor in aanmerking wilt komen. De bezoeken zullen in de eerstkomende maanden plaatsvinden. Op het bij dit Mededelingenblad gevoegde formulier kunt u aangeven of u een afspraak wilt maken. (F. de Boer)
Consumentenprijsindexcijfers (2000=100) Alle huishoudens
Alle huishoudens afgeleid
2005 Januari Februari Maart Oktober November December
111,5 112,1 113,1 114,0 113,8 113,2
109.3 109,9 110,9 111,8 111,6 111,0
2006 Januari Februari Maart *)
112,9 113,3 114,2
111,1 111,6 112,4
*) voorlopig cijfer Bron: CBS (F. de Boer / Bergman)
4
20-04-06 / no. 288
Directie Klimaatverandering en Industrie Programma Bedrijven en Overheden mr F.H. van den Bercken Voorstel voor een nieuw voorschrift betreffende de buitenopslag van hout, op te nemen in het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer en het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Voorschrift 1.6.11 komt te luiden: 1.6.11 a. De opslag van brandbare stoffen binnen de inrichting, doch buiten een tot de inrichting behorend bouwwerk is zodanig dat die opslag bij brand geen onaanvaardbare risico’s oplevert voor een naast de inrichting gelegen kampeerterrein als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, of derde lid, van de Wet op de openluchtrecreatie, speeltuin of een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet, dat niet wederrechterlijk is gebouwd. b. Indien op het naast de inrichting gelegen perceel geen kampeerterrein, speeltuin of gebouw als bedoeld in onderdeel a, aanwezig is, maar volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan en de bij dat plan behorende voorschriften op dat perceel een kampeerterrein of speeltuin mag worden gevestigd of een gebouw mag worden gebouwd, geldt het in onderdeel a gestelde ten opzichte van dat kampeerterrein, die speeltuin of dat gebouw zodra het kampeerterrein of de speeltuin op dat perceel is gevestigd of het gebouw op dat perceel is gebouwd. c. Aan onderdeel a of b is in elk geval voldaan, indien de brandbare stof hout is en de opslag daarvan bij brand gedurende ten minste 60 minuten, bepaald volgens de publicatie “Rekenmethode stralingsbelasting opslag van brandbare stoffen”, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, geen grotere stralingsbelasting veroorzaakt dan 15 kW/m²: 1°. op de perceelsgrens van de inrichting, indien het naast de inrichting gelegen perceel een kampeerterrein of een speeltuin is, en 2°. op de naar de inrichting toegekeerde uitwendige scheidingsconstructie van een in onderdeel a of b bedoeld gebouw. d. Bij ministeriële regeling worden nadere voorschriften gegeven voor de toepassing van de rekenmethode, bedoeld in onderdeel c. Daarbij kan worden bepaald dat die methode ook van toepassing is op de opslag van andere brandbare stoffen dan hout. e. Indien uitvoering wordt gegeven aan de tweede volzin van onderdeel d, is onderdeel c van overeenkomstige toepassing. f. In afwijking van onderdeel c mag ook op andere wijze dan genoemd in dat onderdeel worden aangetoond dat ten minste wordt voldaan aan de in onderdeel c genoemde stralingsbelasting gedurende in dat onderdeel genoemde periode.
Toelichting: Dit voorschrift geeft een regeling voor de opslag in de open lucht van brandbare, nietmilieugevaarlijke stoffen op het perceel van een inrichting. Daarbij gaat het met name om het voorkomen van brandoverslag naar percelen die naast een inrichting liggen. Niet elk naast de inrichting gelegen perceel behoeft bescherming tegen brandoverslag. Daarom is deze regeling alleen van toepassing op bestaande en toekomstige kampeerterreinen, speeltuinen en gebouwen op een naast een inrichting gelegen perceel (onderdelen a en b). Het van toepassing zijn van deze regeling op toekomstige situaties (onderdeel b) betekent dat de inrichting zich zal moeten aanpassen aan die toekomstige situaties. Het gaat daarbij alleen om toekomstige situaties die kunnen worden gerealiseerd op grond van het geldende bestemmingsplan. Het hierna volgende een voorbeeld moge dit verduidelijken. Naast een palletbedrijf bevindt zich op honderd meter afstand van de perceelsgrens van dat bedrijf de buitenmuur van een school. In dat geval moet de stralingsbelasting worden gemeten op die naar de houtopslag van dat bedrijf gekeerde buitenmuur van die school. Wanneer de school overeenkomstig het in het ter plaatse geldende bestemmingsplan aangegeven bouwblok wil uitbreiden met een lokaal, waardoor de buitenmuur van de school op bijvoorbeeld vijftig meter van de perceelsgrens van het palletbedrijf komt te staan, zal de stralingsbelasting moeten worden gemeten op die nieuwe buitenmuur. Zolang van de mogelijkheid van een extra lokaal geen gebruik wordt gemaakt, moet de stralingsbelasting worden gemeten op de buitenmuur op honderd meter van de perceelsgrens. Zodra echter het extra lokaal is gebouwd, moet de stralingsbelasting worden gemeten op de nieuwe buitenmuur op vijftig meter van de perceelsgrens. Om aan die eis te kunnen voldoen, kan het noodzakelijk zijn dat de houtopslag op het terrein van het bedrijf na het bouwen van het extra lokaal verder van de perceelsgrens moet gaan plaatsvinden dan wel dat het palletbedrijf op zijn terrein extra brandwerende voorzieningen moet treffen. Het bedrijf kan geen rechten ontlenen aan de oude situatie om dergelijke voorzieningen niet te hoeven treffen. In onderdeel a is een gekwalificeerd doelvoorschrift ofwel functionele eis gegeven voor de buitenopslag van brandbare stoffen in het algemeen. Onderdeel b geeft aan dat de eis van onderdeel a ook geldt voor toekomstige situaties. In onderdeel c is een gekwantificeerd doelvoorschrift ofwel een prestatie-eis gegeven voor de buitenopslag van de brandbare stof hout. Wanneer aan deze prestatie-eis is voldaan, is ook voldaan aan de in onderdeel a of b gegeven functionele eis. Het geven van een vergelijkbare prestatie-eis voor andere brandbare stoffen, zoals autobanden of kunststofproducten, is nog niet mogelijk, omdat de rekenmethode, bedoeld in onderdeel c, daar nog niet geschikt voor is. Daarom is in onderdeel d bepaald dat bij ministeriële regeling de rekenmethode ook kan worden aangestuurd voor andere brandbare stoffen. Daarvan zal eerst sprake kunnen zijn zodra de rekenmethode ook is toegesneden op andere brandbare stoffen. De krachtens dat onderdeel te geven nadere voorschriften hebben met name betrekking op welke uitgave van de rekenmethode het gaat. Zodra bij ministeriële regeling is bepaald dat de rekenmethode ook geldt voor andere in die regeling genoemde brandbare stoffen, is volgens onderdeel e onderdeel c, ook van toepassing voor de buitenopslag van die andere brandbare stoffen. Dat betekent dat de in dat onderdeel gegeven prestatie-eis geldt. In onderdeel f is aangegeven dat de drijver van een inrichting ook op andere wijze dan voorgeschreven in onderdeel c, mag aantonen aan het bevoegd gezag dat er geen sprake kan zijn van brandoverslag gedurende een uur nadat een brand is uitgebroken.
Programma Themamiddag Nieuwe materialen, wat houdt ons tegen?! Woensdag 10 mei 2006 van 15:00 – 19:00 uur SHR Hout Research Nieuwe Kanaal 9b, 6709 PA WAGENINGEN
Op woensdag 10 mei a.s. organiseert SHR Hout Research de tweede themamiddag van dit jaar voor de houtverwerkende industrie en haar toeleveranciers, de lijm- en coatingsindustrie , de meubel- en interieurbranche. Het onderwerp deze keer is “nieuwe materialen”. Hieronder scharen we niet alleen de diverse varianten van gemodificeerd hout die de markt nu bereiken of bereikt hebben, maar ook de zogenaamde houtcomposiet materialen zoals WPC’s (wood polymer composite). De ontwikkelingen op dit gebied zijn dusdanig dat het de moeite waard is om in een breed verband over de kansen en obstakels met elkaar van gedachten te wisselen. Algemeen kunnen we vaststellen dat er nog duidelijk een rem zit op grootschalige toepassing van nieuwe materialen. De redenen hiervoor zijn niet altijd even duidelijk en inzicht hierin is essentieel voor een verdere ontwikkeling. Hierover willen wij graag met u in discussie gaan. Vragen die o.a. aan de orde gesteld zullen worden zijn: •
Is het vooral de (hogere) prijs van het nieuwe materiaal die een grootschaliger gebruik in de weg staat?
•
Of is het de (nog) beperkte beschikbaarheid?
•
Zijn het de onbekendheid met en de industriële ver- en bewerkbaarheid van het materiaal?
•
Of zijn het de “slechte” verhalen of eigen ervaringen die het enthousiasme geluwd hebben?
Alleen door het gezamenlijk aan te pakken en verder te ontwikkelen kan het grootschaliger toepassen van “nieuwe” materialen in de houtverwerkende industrie naar een hoger plan gebracht worden. 14:30 - 15:00
Ontvangst met koffie en thee.
15:00 - 15:15
Inleiding door R. Wigboldus.
15:15 - 15:45
Nieuwe materialen; stand van ontwikkeling, voordelen en bedenkingen van toepassing van nieuwe materialen in de houtverwerkende industrie. Door Bôke F. Tjeerdsma (SHR)
16: 45 -16:15
Afwerking van nieuwe materialen. Door Niels Lutke Schipholt (SHR)
16:15 - 17:00
Discussie over de ervaringen, mogelijkheden, voordelen en bedreigingen van het toepassen van nieuwe materialen in de houtverwerkende industrie.
17:00 - 17:30
Rondleiding door het laboratorium en aansluitend een drankje.
18:00
Luxe broodmaaltijd met warme snack.
Inschrijfformulier themamiddag Nieuwe materialen, wat houdt ons tegen?! Woensdag 10 mei 2006 van 15:00 – 19:00 uur SHR Hout Research Nieuwe Kanaal 9b, 6709 PA WAGENINGEN Hierbij schrijf ik mij in voor de themamiddag ‘Nieuwe materialen, wat houdt ons tegen?!’ van woensdag 10 mei 2006 bij SHR Hout Research te Wageningen Bedrijf
:…………………………………………………………………………
Voorletters en achternaam
: dhr. / mw. ……………………………………………………………
Adres
: …………………………………………………………………………
Postcode en plaats
: …………………………………………………………………………
Telefoonnummer
: …………………………………………………………………………
E-mailadres
: …………………………………………………………………………
Aanwezig bij broodmaaltijd
: ja / nee
De kosten die aan deze middag verbonden zijn (€ 50,- p.p.), maak ik over op rekening: ABN AMRO bank 55.65.47.055 t.n.v. Stichting Hout Research, Wageningen onder vermelding van Themamiddag ‘Nieuwe materialen’ en de naam van de deelnemer. Formulier faxen naar: SHR Hout Research t.a.v. Jos Gootjes 0317 – 467 399 U kunt zich ook per e-mail opgeven voor deze middag,
[email protected]
Digitale leidraad Atex Dinsdag 25 april a.s. 14.30 uur
Wij nemen met ………….. person(en) deel aan de presentatiemiddag “Digitale leidraad Atex”
Bedrijf: Person(en): • • • • Emailadres:
S.v.p. dit formulier faxen aan: Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen T.a.v.: mevrouw Wilma van Kreuningen Faxnummer: 036 – 532 10 29 *****
Ref.: FdB/HBe D.d.: 20 april 2006
Bedrijfsbezoeken Arbo
Naam bedrijf:
__________________________________________________
Bezoekadres:
__________________________________________________
Postcode / Plaats:
__________________________________________________
Naam contactpersoon:
Dhr. / Mw. ________________________________________
Contactpersoon is bereikbaar onder telefoonnummer:
______ - _________________
minder dan 10 werknemers 10 of meer werknemers
Bovengenoemd bedrijf wil benaderd worden voor een afspraak met een arboadviseur.
S.v.p. het formulier retourneren naar: Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen T.a.v. De heer Mr. F.A. de Boer Postbus 1380, 1300 BJ Almere Fax: 036 – 532 10 29