Mededelingen; actueel nieuws t.b.v. de Algemene Ledenvergadering Btg ZWS d.d. 24 november
Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad) Op 16 september jl. heeft het bestuur van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) i.o. vastgesteld dat de achterbannen van de betrokken kolommen (onderwijs, werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en kenniscentra) instemmen met de formele start van de SBB per 1 januari 2012. De structuurnotitie waarin doel en uitwerking van de stichting wordt geschetst is aan de minister van OCW aangeboden. Zij zal deze met een beleidsreactie aan de Tweede Kamer sturen. Direct na 16 september is gestart met het voordragen en benoemen van de vertegenwoordigers in het bestuur en de in te stellen thema-adviescommissies. Per 1 januari 2014 moeten de besturen van de kenniscentra paritair zijn samengesteld. Er is afgesproken om vooruitlopend op de formele start al te werken in de geest van wat beoogd wordt. Dat gebeurde eerder dit jaar al in de commissie Hermans/Van Zijl en dat wordt voortgezet in de thema-adviescommissies die in 2011 al met hun werkzaamheden zijn gestart (Kwalificeren en Examineren) of zullen starten (BPV, Doelmatigheid opleidingenaanbod). Een van de hoofddoelen van de SBB is meer synergie en efficiëntie te bereiken in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en zo de grote bestuurlijke drukte daadwerkelijk te verminderen. Thema-adviescommissies De thema-adviescommissie Kwalificeren & Examineren is als eerste ingesteld omdat de minister het bestuur van SBB heeft verzocht haar nog dit jaar te adviseren over de herziening van de kwalificatiestructuur en de inkorting van de niveau 4-opleidingen, twee onderwerpen uit haar Actieplan Focus op Vakmanschap. Namens de MBO Raad zitten in deze thema-adviescommissie Frans Veringa (voorzitter), René van Gils en Harry de Bruijn. Voor het advies over de inkorting van niveau 4 opleidingen wordt het voorwerk gedaan door een projectgroep onder leiding van Antoinette Knoet. Insteek is te komen tot een eerste lijst van opleidingen waarvan kan worden gesteld dat ze vier jaar moeten blijven, op basis van wettelijke beroepsvereisten en/of op basis van een aantal criteria zoals deze door de projectgroep zijn geformuleerd. De minister hanteert als richtsnoer dat deze lijst ongeveer 15% van de niveau 4opleidingen bevat. Bij de criteria gaat het onder andere over de relatie met opleidingen van voor 1995, de mate waarin opleidingen overal daadwerkelijk in vier jaar worden aangeboden en de studeerbaarheid. Daarnaast wordt door de MBO Raad bij de instellingen geïnventariseerd hoeveel studenten in het
NAD/198728/2011
vierde leerjaar van een niveau 4-opleiding staan ingeschreven, om op die manier een indruk te krijgen van de aantallen waar het om gaat (en daarmee van de te realiseren bezuiniging). Aan de achterbannen (paritaire commissies en btg’s) zal worden gevraagd te adviseren over de opleidingen die aan de criteria voldoen. Hierbij zal een indicatie van het aantal opleidingen per kwalificatiestructuur worden aangegeven op basis van de eigen analyse door de projectgroep aan de hand van de criteria. Het advies dient nog dit jaar te worden afgerond. Voor het advies over de herziening van de kwalificatiestructuur wordt het voorwerk gedaan door een projectgroep onder leiding van Wim Streumer (directeur ECABO). Insteek van de MBO Raad hierbij is dat er wordt gewerkt aan drie aspecten: - een vermindering van het aantal kwalificaties (door diploma’s toe te kennen op het niveau van kwalificatiedossiers, lege kwalificaties te verwijderen en overlappende kwalificaties samen te voegen); - een vereenvoudiging van de dossiers en grotere vergelijkbaarheid onderling op basis van heldere structuurprincipes; - een vergroting van de flexibiliteit door een opbouw in 50-30-20 (kern, specialisatie/verdieping, keuzeruimte) en een betere benutting van de keuzeruimte. Ook dit advies moet eind dit jaar worden opgeleverd. Wat betreft het onderwerp examinering wordt aan SBB voorgesteld de implementatie van de sectorale examenprofielen het komende jaar te ondersteunen en het bureau van de MBO Raad te verzoeken een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden hiervoor (zoals uitgewerkt in een projectplan). Medio 2012 kan dan op basis van ervaringsgegevens worden vastgesteld of de examenprofielen aan het doel beantwoorden en hoe zij het beste (wettelijk) kunnen worden verankerd. De thema-adviescommissie BPV zal het werk van de huidige begeleidingscommissie bpv-protocol (inclusief bpv-monitor) voortzetten. De begeleidingscommissie bpv-protocol is op 1 november voor het laatst bij elkaar gekomen en heeft de secretaris verzocht in een overdrachtsdocument vast te leggen welke activiteiten/aspecten overgedragen zouden moeten worden aan de thema-adviescommissie BPV. Het bestuur van SBB kan op basis van dit overdrachtsdocument de opdracht aan de themaadviescommissie nader formuleren. Naar verwachting zal het in ieder geval gaan om - Onderhoud van het landelijke bpv-protocol (belegd bij de TAC); - Onderhoud van de sectorale bpv-protocollen (onder regie van de TAC BPV, uitvoering belegd bij de kenniscentra); - De huidige bpv-monitor en het bepalen van gezamenlijk beleid naar aanleiding van de huidige bpv-monitor. Onderwerpen waar de MBO Raad voorstelt het initiatief te nemen binnen het kader van de SBB: - model praktijkovereenkomst. De afspraken die onderwijs en bedrijfsleven daar samen over maken, kunnen in SBB verband worden besproken. Maar de regie zou bij de instellingen moeten liggen. De POK heeft ook een rol in de bekostiging en wordt tevens met studenten afgesloten. Hier moet naar de juiste balans worden gezocht. - Het vervolgtraject voor de bpv-monitor.
NAD/198728/2011
2/8
De thema-adviescommissie Doelmatigheid is nog niet bij elkaar gekomen. De programmamanager Macrodoelmatigheid (Hans Corstjens) wil deze commissie graag benutten als klankbord voor wat er in de vijf pilots (Limburg, Brabant, Rotterdam, Twente, Noord-Nederland) gebeurt. Uitwerking 30+ arrangement: (deels uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad en N. Adèr) Voor wat betreft de regelgeving rond het 30+ arrangement is er niets nieuws te melden. Op dit moment zijn de kaders van 30+ reeds te vinden op de website steunpunt voor bestuurders. Doel van dit Steunpunt is eenduidige en actuele informatie over onder andere het Actieplan beschikbaar stellen, zodat leden binnen hun instellingen aan de slag kunnen met de noodzakelijke voorbereidingen. Het Steunpunt is bereikbaar voor bestuurders van mbo-instellingen. Bij het Steunpunt kunnen leden terecht met vragen over het Actieplan, bekostiging en bedrijfsvoering. Het bureau van de MBO Raad is bezig om de uitwerkingsaspecten van 30+ helder te maken en op een aantal onderdelen af te stemmen met sociale partners. Aanvullende documenten met als doel om helderheid te geven over uitwerking van het arrangement, dan wel over de wijze waarop landelijke, sectorale en regionale aspecten worden verbonden zullen dan ook volgen. De Btg ZWS heeft op 31 oktober een werkconferentie met sociale partners gehouden over ‘de inzet van EVC in het kader van het 30 plus arrangement’. Genodigden waren naast sociale partners uit Z&W en MBO Raad, Btg ZWS ook OCW, VWS, Kenniscentrum EVC, leden examencommissies en EVC aanbieders. De dag was waardevol om elkaars standpunten, voetangels en klemmen in de procedure en de verzilvering van EVC te begrijpen en te delen. Tevens zijn er naast het benomen van de knelpunten ook een aantal mogelijke oplossingsrichtingen benoemd. Deze dienen verder te worden geadresseerd en opgepakt te worden. Gastoudertrajecten: (M. Bonekamp)) Zoals al eerder tot u gekomen en nader gecommuniceerd in een recente BiB (Beleidsinformatie Beroepsonderwijs) is er een memo met begeleidende brief van Anky Veldman als voorzitter van de Btg ZWS verschenen. Voor alle volledigheid hierbij het bericht uit de BiB. Inventarisatie opleidingen tot gastouder (kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn) Een aantal roc’s heeft de afgelopen maanden contact gezocht met de bedrijfstakgroep Zorg, Welzijn en Sport over opleidingstrajecten Helpende Zorg en Welzijn tot gastouder bij collega-roc’s. De duur en invulling van de trajecten riepen kritische vragen op. De kerngroep van de bedrijfstakgroep heeft daarop besloten de slapende taskforce Gastouderschap de opdracht te geven de vragen te inventariseren en een passend antwoord/standpunt als MBO Raad te formuleren. Het memo ‘Helpende Zorg en Welzijn en gastouderschap’ van de btg ZWS loopt vooruit op regelgeving zoals de minister die in 2013 van kracht wil laten zijn. De notitie Helderheid is op bekostiging van onderwijstrajecten in het algemeen en op die van gastoudertrajecten in het bijzonder van toepassing. Accountants zullen daarop controleren. Het is uiteraard aan de onderwijsinstelling zelf keuzes te maken in opleidingsconstructies en de verantwoording daarvan.
NAD/198728/2011
3/8
Bijlagen Memo ‘Helpende Zorg en Welzijn en gastouderschap’ Brief btg ZWS over gastouderschap Eerder verschenen Wijziging bekostigingsvoorwaarden gastouders V&VN en mbo-Verpleegkundige niveau 4: (N. Adèr) In september jl. hebben Helma Hoebink, Jenny Drost en Nicoline Adèr een gesprek gehad met de directeur van V&VN en de projectleider van het project Verpleegkundigen en Verzorgenden in 2020. Uit het gesprek is gebleken dat V&VN vanuit VWS de opdracht heeft om 1 beroepsprofiel op te leveren voor de verzorgende, verpleegkundige en de verpleegkundig specialist. De mogelijke veronderstelling dat de verzorgende-ig niveau 3 en mbo-verpleegkundige niveau 4 eventueel zouden kunnen samenvallen in 1 beroepsprofiel hebben de MBO Raad Btg vertegenwoordigers nader toegelicht, daar de Btg ZWS vertegenwoordigers de doelgroepen (studenten) en het profiel van beide opleidingen sterk verschillend van elkaar vinden. Deze maand levert de stuurgroep van V&VN het project op en zal er in januari 2012 een invitational conference plaatsvinden voor het mbo-veld. Uiteraard zal ook de Btg ZWS daar vertegenwoordigd zijn. Mede naar aanleiding van deze bijeenkomst en andere signalen die tot ons komen zal er een (vervolg)gesprek plaatsvinden met het ministerie van VWS rondom deze ontwikkelingen. Besluit opleidingseisen Verpleegkundige 2011: (N. Adèr) Het nieuwe Besluit opleidingseisen voor mbo- en hbo-verpleegkundigen is op 6 juli 2011 in de Staatscourant gepubliceerd en op 1 augustus in werking getreden. Dit opleidingsbesluit biedt de kaders en richtlijnen voor de opleidingseisen van mbo- en hbo-verpleegkundigen vanuit de Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Het opleidingsbesluit is aangescherpt en bijgesteld, mede vanwege de beroepsgerichte kwalificatiestructuur. ‘Evidence based’ werken De aanscherping zit met name in het ‘evidence based’ werken dat steeds meer wordt gevraagd in de beroepsuitoefening van verpleegkundigen. De bijstellingen gaan in plaats van urentoedelingen voor specifieke vakken in op de aspecten van de beroepsuitoefening voortvloeiend uit de Wet BIG om het brede karakter van de opleidingsgebieden te borgen. Opleidingsuren Daarnaast zijn de opleidingsuren nog eens helder verwoord. In de opleiding tot verpleegkundige moeten 1535 klokuur aan beroepsgerichte vakken (exclusief de algemene, generieke eisen aan taal en rekenen en vanaf 2012 Engels) verantwoord kunnen worden, evenals 2300 klokuren beroepspraktijkvorming. Maatwerktrajecten Met de toename van allerlei maatwerktrajecten voor specifieke doelgroepen die met name in de bblvariant in samenwerking met het bedrijfsleven zijn ontwikkeld, is het van belang het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 te verwerken en verantwoorden in de diverse curricula. Bijlagen Integrale tekst wet BIG Staatsblad opleidingseisen verpleegkundige EU-richtlijn 2005 erkenning beroepskwalificaties Taalniveau Pedagogisch Werk niveau 3 en 4 en Onderwijsassistenten:
NAD/198728/2011
4/8
(N. Adèr)De Btg ZWS is recent door OCW benaderd voor een gesprek bij OCW met directie kinderopvang en SZW om het te hebben over het taalniveau van de pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten. Vanuit recente onderzoeken onder zittende medewerkers bij het basisonderwijs als ook in de VVE (Vroeg- en Voorschoolse Opvang) blijkt dat het taalniveau van deze medewerkers te wensen over laat en niet toereikend is om de taalontwikkeling van jonge kinderen afdoende te stimuleren. Naar aanleiding hiervan zijn tevens Kamervragen gesteld. Beide zaken waren de directe aanleiding om met de Btg ZWS en Calibris in gesprek te gaan. Daar waar er vanuit verschillende gremia gevraagd wordt om voor de PW niveau 3 opleiding referentieniveau 3F op te nemen is er in het overleg aan de orde gekomen dat het wenselijk is om nu niet overhaast dergelijke ingrijpende keuzes te maken met mogelijke (niet beoogde) effecten op de instroom en haalbaarheid voor deze groep studenten op het behalen van een diploma PW 3. Insteek is om het gewenste taalniveau van Pedagogisch Medewerkers niveau 3 en 4 en Onderwijsassistenten in samenhang te beschouwen, middels een expertsessie na te gaan welk taalniveau de reële beroepspraktijk vraagt om van daaruit te bezien welke aanpassingen in het kwalificatiedossier benodigd zijn. Daarnaast is er overeen gekomen om het project Leesbevordering voor Pedagogisch Werk en Onderwijsassistenten (uitgevoerd door het Cinop) te verlengen in samenspraak/betrokkenheid met de branchecommissie Welzijn. Daarnaast is er afgesproken om het thema VVE in PW opleidingen op een branchebijeenkomst te agenderen en aldaar met een deskundige de dialoog aan te gaan wat er nodig is en te bespreken wat al wel of juist niet gebeurt aan taalactiviteiten binnen opleidingen PW 3 en/of 4. Tevens kan Calibris op basis van de expertsessie een servicedocument ontwikkelen als hulpmiddel voor scholen om versneld VVE meer eenduidig in curricula op te nemen. Monitors (uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad) Tevredenheid studenten Op dit moment zijn de voorbereidingen voor de JOB monitor 2012 in volle gang. Van de 66 instellingen zijn er op dit moment 65 instellingen die meedoen aan de JOB monitor. Op 5 december 2011 start de enquêteperiode die zal lopen tot 30 maart 2012. De afnameperiode is hiermee aanzienlijk ingekort. De voorlopige resultaten zullen onder embargo al op 16 april beschikbaar zijn voor de instellingen. De uiteindelijke resultaten van de JOB monitor 2012 worden op 15 juni 2012 landelijk gepresenteerd. Tevredenheid regionaal bedrijfsleven Deze meting staat in het actieplan. De MBO Raad streeft ernaar om in deze meting ook de recent verschenen BPV-monitor te incorporeren tot één tevredenheidsmonitor bedrijfsleven. Hierbij zouden afspraken in de sector rond het digitaal evalueren van elke BPV-periode gemaakt moeten worden zodat deze data voor een belangrijk deel als (data)input bij deze meting kunnen dienen. Voor het andere deel dat betrekking heeft op de tevredenheid over de opgeleide studenten zal binnenkort in gezamenlijke regie met OCW en VNO/NCW-MKB een pilot worden gestart. Inzet is daarbij om een goed meetinstrument te ontwikkelen waarin een correcte terugkoppeling naar de individuele instellingen voorop staat. Medewerkerstevredenheid Naast de bestaande meting tevredenheid deelnemers (JOB Monitor) is dit een derde, geheel nieuw te ontwikkelen indicator/monitor die werd genoemd in het actieplan. Er liggen momenteel voorstellen van meerdere externe partijen die gevraagd zijn om een integraal onderzoek uit te voeren onder de ca. 55.000 werknemers in de mbo-sector. Daarbij is de vraag geweest om een beperkte tevredenheidsmeting uit te voeren met minimale inspanning en goede
NAD/198728/2011
5/8
mogelijkheid tot terugkoppeling naar de instelling. Uitgangspunt is dat instellingen hiermee volledig kunnen voldoen aan de wens van OCW. Onderwijstijd: (deels uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad en N. Adèr) Themaonderzoek inspectie De inspectie heeft het themaonderzoek onderwijstijd 2010 afgerond. OCW zal dit binnenkort met een beleidsreactie toesturen aan de Tweede Kamer. Inspectie en OCW hebben de MBO Raad informeel geïnformeerd dat er ten opzichte van vorig jaar niet of nauwelijks sprake is van verbetering. Op basis van nader onderzoek van een aantal casussen naar de oorzaken van de onvoldoendes voor onderwijstijd kan worden geconcludeerd dat de oorzaken van de onvoldoendes zeer divers zijn. Het gaat bijvoorbeeld om onderwijsinvulling die men wil laten aansluiten bij recente beleidsontwikkelingen (innovatie onderwijs, aandacht voor topsport), misinterpretatie van regels of van eerdere inspectiebezoeken, vergissingen en slordigheden. Deze veelheid aan oorzaken wordt ook door de Inspectie waargenomen. Een andere rode draad die met name door de Inspectie wordt waargenomen, is dat de instellingen soms onzorgvuldig met de planning en de registratie omgaan. Daarom kijkt de MBO Raad op welke manier zij de onderwijsinstellingen beter in dit dossier kan ondersteunen door de informatievoorziening verder aan te scherpen. Dit zal in ieder geval betekenen dat het servicedocument 850 wordt geactualiseerd en onder de aandacht van de leden (verenigd in de diverse netwerken) wordt gebracht. Daarbij moet scherp in het oog worden gehouden dat het servicedocument gaat over de huidige wetgeving en nog niet over de maatregelen die straks uit het Actieplan van de minister voort zullen vloeien. Daar in de sector van ZWS relatief veel onvoldoendes zijn gevallen zal er (waarschijnlijk) aansluitend op de Algemene Ledenvergadering van 22 maart een bijeenkomst zijn waarbij de inspectie nader op dit thema zal ingaan, specifiek gericht op de bevindingen binnen ZWS. Om vast in uw agenda op te reserveren! Beroepskolom: (deels uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad en N. Adèr) Vernieuwing beroepsgerichte programma’s vmbo De beroepsgerichte programma’s binnen de sectoren Techniek, Economie en Zorg & Welzijn worden vernieuwd. Daarnaast onderzoeken de verschillende intersectorale platforms de mogelijkheid om te komen tot één sectoraal programma waarin ook de sector Groen kan worden meegenomen. De MBO Raad heeft zitting in de algehele regiegroep en levert tevens in overleg met SPV diverse deskundigen vanuit het veld voor verschillende werkgroepen. De voornaamste doelen van deze programmavernieuwing zijn:
Aantrekkelijk en een toekomstbestendig onderwijsaanbod dat aansluit bij de huidige (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het mbo.
Aantrekkelijk door verbeterde aansluiting en een curriculum dat past bij de actuele ontwikkeling.
Toekomstbestendig door een opzet die ook organiseerbaar is bij een dalend leerling- aantal.
Herkenbaar en overzichtelijk onderwijsaanbod waarbij leerlingen weten waarvoor ze kiezen. Dit houdt o.a. in één (of twee) kernprogramma’s per sector. Met ruimte voor keuzeprogramma’s en mogelijkheden om regionaal diversiteit aan te brengen in samenwerking met
NAD/198728/2011
6/8
het mbo en bedrijfsleven. Het vervolgonderwijs is hierin leidend. Ter voorbereiding hierop zijn er door SPV drie adviezen voor de drie sectoren uitgebracht. Hierin zijn ook de btg’s betrokken geweest. Voor de MBO Raad vormen de beroepsgerichte programma’s het fundament van de beroepskolom. Aansluiting van het vervolgonderwijs (mbo) op de beroepspraktijk en de arbeidsmarkt dient te worden geborgd, waarin cyclische vakvernieuwing een belangrijk uitgangspunt vormt. De programma’s moeten ruimte bieden voor leerlingen die later (willen) kiezen en leerlingen die juist vroeg weten wat ze willen. Daarnaast is het belangrijk dat er programma’s zijn die goed aansluiten op de BOL en BBL. LOB-verankering in alle beroepsgerichte programma’s is essentieel en bij de vernieuwing dienen de ontwikkelingen in het mbo nadrukkelijk te worden meegenomen. Het gaat hierbij met name om de indeling van domeinen en kwalificatiedossiers. Aan de Btg ZWS is het verzoek gedaan om 3 docenten vanuit Z&W deel te laten nemen namens het mbo-onderwijs aan de vernieuwing en actualisatie van het beroepsgerichte programma Z&W. Hiervoor heeft u zeer recent een mailing ontvangen. Het is van belang dat het mboonderwijs ZWS goede input levert om de doorlopende leerlijn VMBO-MBO programmatisch beter te faciliteren. Wij hopen op goede representatieve mbo-kandidaten die hier een goede bijdrage aan kunnen en willen leveren. NCP NLQF: (uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad) Op 8 juli jl. heeft de minister van OCW het advies van de commissie Leijnse aan de voorzitter van de Tweede Kamer met een kabinetsreactie aangeboden. De minister heeft toen aangegeven dat ze het advies van de commissie overneemt met een aantal aanvullingen. Voor het mbo gaf ze aan: “Als over een specifieke mbo-kwalificatie het beeld bestaat dat de bereikte leerresultaten mogelijk uitstijgen boven het generiek vastgestelde kwalificatieniveau, kan het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs – bedrijfsleven voor die kwalificatie een herzieningsverzoek indienen bij het NCP (binnen een jaar nadat dit operationeel is geworden). Bij goedkeuring geldt ook voor deze kwalificaties dat de nieuwe niveauaanduiding in beginsel vier of zes jaar geldig is. Aldus wordt tegemoetgekomen aan de opvatting van de MBO Raad, dat in sommige gevallen mbo-4 opleidingen mogelijk een NLQF/EQF-niveau 5 verdienen”. Entreeopleidingen, passend onderwijs en vsv: (uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad) Entreeopleidingen De contouren van de entreeopleidingen beginnen steeds duidelijker vorm te krijgen, en daarmee ook de punten waar nog aandacht voor nodig is. De aandachtspunten betreffen vooral de instroom en de uitstroom van de entreeopleidingen. De vragen die naar voren komen zijn o.a.: Wat gebeurt er met de studenten die door een negatief bindend studieadvies de entreeopleiding moeten verlaten? Wat betekent de entreeopleiding voor de vso-ers en de Pro-leerlingen, maar ook wat betekent dit voor de groep 30+ers, of voor de mensen in de SW-bedrijven die tot nog toe de AKA-opleiding volgden? Waar houdt de verantwoordelijkheid van het onderwijs op en wie neemt dan de verantwoordelijkheid over? De MBO Raad is bezig al deze effecten in kaart te brengen, ter voorbereiding van het gesprek hierover met OCW, de VO-raad, de VNG etc.
NAD/198728/2011
7/8
Passend onderwijs Het wetsvoorstel Passend onderwijs is nog niet voorgelegd aan de Tweede Kamer. Daardoor is ook nog niet exact bekend wat er in het wetsvoorstel staat. Bij Passend onderwijs is steeds het woord “zorgplicht” genoemd. Er is wel bekend dat dit woord niet letterlijk in het wetsvoorstel voorkomt. Dat neemt echter niet weg dat het mbo al een zorgplicht voor studenten met een handicap of chronische ziekte heeft vanuit de Wet Gelijke Behandeling. M.a.w. wat betreft de zorgplicht zal er voor de mboinstellingen niet veel veranderen. Wat wel verandert is dat de mbo-instellingen de zorg die ze bieden zowel intern als extern inzichtelijk moeten maken (ook wel het zorgprofiel genoemd). Daarnaast zal al in de onderwijsovereenkomst moeten worden vastgelegd hoe de instelling de student zal ondersteunen in zijn (door handicap of beperking) specifieke behoefte aan onderwijsondersteuning. Dit brengt met zich mee dat al bij de intake duidelijk moet worden hoe de onderwijsbehoefte van de jongere eruit ziet. Omdat deze punten voor de instellingen op een aantal punten zullen leiden tot andere werkwijzen heeft de MBO Raad financiële middelen aangevraagd bij OCW die kunnen worden ingezet (mogelijk via MBO Diensten) om de scholen voor te lichten en te ondersteunen bij hoe zij een en ander het beste kunnen aanpakken. Domeinen: (uit: actuele onderwijsthema’s voor de AV van de MBO Raad) Nu het wetsvoorstel BKS in de Eerste Kamer is aangenomen, is de wettelijke verankering van opleidingsdomeinen een feit. De wetswijziging zal per 1 januari 2012 van kracht zijn. Dit betekent dat de onderwijsinstelling per 1 augustus 2012 de (extra) mogelijkheid krijgt om studenten in een opleidingsdomein in te schrijven en hun een opleidingsprogramma aan te bieden dat breder is dan een kwalificatiedossier. Deze mogelijkheid wordt toegankelijk voor (bol) studenten op niveau 2, 3 of 4 die nog niet precies weten voor welke kwalificatie of welk kwalificatiedossier zij willen worden opgeleid. De MBO Raad zal de domeinindeling en de achterliggende kwalificatiedossiers (Boomstructuur) ook dit jaar actualiseren aan de hand van de mutaties in de kwalificatiestructuur 2012-2013. De domeinindeling en de boomstructuur voor 2012-2013 zal in 2012 voor het eerst formeel door de minister van OCW worden vastgesteld. Dat zal zij naar verwachting tegelijkertijd doen met de kwalificatiestructuur voor 2012-2013. De opleidingsdomeinen kunnen nu al een rol spelen in de voorlichting aan aankomend mbostudenten. Op Competent City is de website www.mbostad.nl gelanceerd. Deze portal is gebaseerd op de indeling in de opleidingsdomeinen. De VO-raad en het SPV overwegen bovendien om de indeling in de opleidingsdomeinen ook te gaan gebruiken voor hun opleidingenaanbod.
NAD/198728/2011
8/8