Adviesformulier Reg. numme □
Het college van B. en W.
Agendanummer:
□
De burgemeester
Datum:
□
De secretaris
Afdeling/team:
WH/Veiligheid
K
Het managementteam
Adviseur:
T. Harte
02-11-2011
'f,
r. manager:
Par
\ :
,. v ^
secretaris
Onderwerp:
Mede-advies afdeling:
Bibob-beleid gemeente L angedijk
□
BMO
M
WH
□
Beleid en Projecten
D
Publiekszaken
□
Openbare Werken
M
Financiën/C
AT)
Gevraagde b e s l i s s i n g ( e n ) :
1. Kennis te nemen van het voorgestelde Bibob beleid gemeente L angedijk; 2. Toetsen van het advies op integraliteit; 3. Het advies ter besluitvorming aan het college van B&W voor te leggen. Korte toelichting
Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Het is voortgekomen uit de wens van de overheid om meer mogelijkheden te krijgen om de vervlechting tussen boven- en onderwereld tegen te gaan. Met dit voorstel komt de gemeente tegemoet aan de wenselijkheid van de wetgever tot beleidsvorming in het kader van de Wet Bibob. Het advies is in het MT van 26 oktober 2011 behandeld. De opmerkingen zijn verwerkt in dit aangepaste advies.
Relevante stukken:
Toelichting op voorstel Bibobbeleid Is er met de financiële consequenties in de begroting rekening gehouden? Is het onderwerp vertrouwelijk? Voorlichting (actieve openbaarheid)? Inspraak? Advies Ondernemingsraad Geraamde behandeltijd (in minuten) van onderwerp in de fora
Aankruisen wat van toepassing is ja
nee
D
R
D D D D
E E E IS
Conf.adv.
Conf. aantek. secr.
Bespr.
Forum
Burg.
Datum
Weth.
Raad
Weth.
Datum Weth.
Inform, min. Meningsv.
Weth. Moet er rekening worden gehouden met fatale termijn, zo ja welke
D
Route ter afdoening
E
Secr
Aantekening secretaris:
B. en W. besluit:
De secretaris,
OPSLAAN: Adviesformulier Bibob-beleid gemeente L angedijk
De burgemeester,
Adviesformulier Reg a
Het college van B. en W.
Agendanummer:
O
De burgemeester
Datum:
□
De secretaris
Afdeling/team:
WH/Veiligheid
□
Het managementteam
Adviseur:
T. Harte
15-11-2011
nummer.
Par. manager:
Par secretaris:
Onderwerp:
Mede-advies afdeling:
Bibob-beleid gemeente L angedijk
D
BMO
IS
WH
0
Beleid en Projecten
□
Publiekszaken
□
Openbare Werken
^
Financiën L
V
^ /
fj\\
Gevraagde beslissing(en):
1a. De Wet Bibob toepassen op vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet ('natte horeca') m.u.v. paracommerciële inrichtingen en slijterijen; 1b. De Wet Bibob toepassen op exploitatievergunningen op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente L angedijk. 2. De Wet Bibob toepassen op vergunningen voor seksinrichtingen op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente L angedijk. 3. De Wet Bibob vooralsnog niet toe te passen op omgevingsvergunningen activiteit bouwen. 4. De Wet Bibob toepassen op omgevingsvergunningen activiteit milieu op grond van artikel 2 . 1 , onder e, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo. 5. Het vastgestelde beleid ter kennisgeving aan de gemeenteraad toe te sturen. Korte toelichting
Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Het is voortgekomen uit de wens van de overheid om meer mogelijkheden te krijgen om de vervlechting tussen boven- en onderwereld tegen te gaan. Met dit voorstel komt de gemeente tegemoet aan de wenselijkheid van de wetgever tot beleidsvorming in het kader van de Wet Bibob. Relevante stukken:
Toelichting op voorstel Bibobbeleid Is er met de financiële consequenties in de begroting rekening gehouden? Is het onderwerp vertrouwelijk? Voorlichting (actieve openbaarheid)? Inspraak? Advies Ondernemingsraad Geraamde behandeltijd (in minuten) van onderwerp in de fora
Aankruisen wat van toepassing is ja
nee
D
M
D D D D
ia ia H IE!
Conf.adv.
Conf. aantek. secr.
Bespr.
Forum
Burg.
Datum
Weth.
Raad
Weth.
Datum Weth.
Inform, min. Meningsv.
Weth. Moet er rekening worden gehouden met fatale termijn, zo ja welke
D
Route ter afdoening
ia
Secr.
Aantekening secretaris:
B. en W. besluit:
De secretaris,
OPSLAAN: Adviesformulier Bibob-beleid gemeente L angedijk
De burgemeester,
Toelichting op voorstel Bibob-beleid Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. De Wet is voortgekomen uit de wens van de overheid om meer mogelijkheden te krijgen om de vervlechting tussen boven- en onderwereld tegen te gaan. De parlementaire onderzoekscommissie Van Traa (onderzoeksgroep Fijnaut) concludeerde in 1995 een verwevenheid tussen onder- en bovenwereld. Criminelen maakten gebruik van legale ondernemingen om misdrijven te plegen. Er werd daarbij gebruikt gemaakt van beschikkingen en opdrachten van de overheid. De Wet Bibob is een zet van de overheid om de criminele infrastructuur aan te pakken en criminelen niet langer onbedoeld te faciliteren. De Wet Bibob is ingevoerd om als overheidsorgaan aan malafide ondernemers geen beschikkingen af te geven zodra aannemelijk is gemaakt dat het dreigt te worden, of is misbruikt voor strafbare feiten. In sommige gevallen vragen criminele organisaties aan de overheid beschikkingen waarmee ze vervolgens criminele activiteiten continueren of afschermen. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en het ontstaan van machtsposities. Ook komt het voor dat legale personen of bedrijven overtredingen begaan of misdrijven plegen met gebruikmaking of het verkrijgen van bepaalde vergunningen of subsidies. Met de Wet Bibob is de preventie en bestrijding van criminaliteit niet langer alleen taak van politie en justitie, maar ook van het bestuur. Tot op heden heeft de gemeente Langedijk geen Bibob beleid ontwikkeld. De aanwezigheid van criminaliteit in georganiseerd verband is in Langedijk niet uit te sluiten. De Wet Bibob kan de gemeente een extra instrument in handen geven om de integriteit te controleren van partners met wie zij zaken doet. Het gaat om partners waar een bepaalde rechtsverhouding een aanknopingspunt vormt, bijvoorbeeld aanvragers van bepaalde vergunningen en subsidies. Aanleiding Voorop wordt gesteld dat de Wet Bibob facultatieve wetgeving is, de gemeente heeft geen wettelijke verplichting om uitvoering te geven aan de Wet. Het voornemen tot het opstellen van een Bibob beleid is bepaald in de Kadernota Duurzame Veiligheid 2009-2012. Het onderwerp valt onder het veiligheidsveld "Integriteit en Veiligheid", specifiek binnen het thema "Georganiseerde Criminaliteit." Het volgende staat beschreven: I n t e g r i t e i t en V e i l i g h e i d Thema Georganiseerde criminaliteit
Specifieke inzet • Bibob beleid • Hennepconvenant
Op dit moment nog niet gedefinieerd.
Dit voorstel is een effectuering van de nota DV. Tevens is in het collegeprogramma 2010-2014 aangegeven dat het Bibob beleid in 2011 en 2012 een activiteit is in het programma veiligheid Het vastgestelde Bibob beleid wordt ter kennisname aan de gemeenteraad toegestuurd. Probleemstelling De georganiseerde misdaad nestelt zich in de lokale gemeenschap. Een investering in café of kroeg als dekmantel om zwart geld, verkregen uit bijvoorbeeld hennepteelt, wit te wassen. De georganiseerde misdaad kan daarbij gebruik maken van lokale infrastructuren en faciliteiten. Ogenschijnlijk legale activiteiten kunnen een dekmantel zijn waarachter een criminele wereld schuil gaat. De gemeente Langedijk en ondernemers bieden de inwoners voorzieningen. De voorzieningen kunnen interesse wekken van investeerders/ondernemers waar wij de gezichten niet van kennen en die wij niet in het oog hebben. Het kan afbreuk doen aan de ons kent ons cultuur. Hét instrument om daar iets tegen te doen, is de bestuurlijke aanpak. De gemeente kan haar ogen niet sluiten en wil ongewenste ontwikkelingen die een voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit vormen tegengaan.
Het initiatief voor een Bibob beleid komt niet zozeer voort uit een schrijnend probleem in de gemeente Langedijk. Er kan echter wel gesteld worden dat er sprake is van een trend waarbij de georganiseerde criminelen door de intensieve aanpak hun heil elders zoeken in gemeenten die in mindere mate een bestuurlijke aanpak hanteren. Uit een O-meting door het RIEC blijkt dat Langedijk een van de laatst overgebleven gemeenten in Noord-Holland Noord is zonder Bibob beleid. Het risico om een aantrekkelijke gemeente te worden voor de georganiseerde criminaliteit ligt op de loer. De verplaatsing van problemen wordt verondersteld doordat de criminelen niet zijn verdwenen, ze verleggen hun activiteiten naar andere plaatsen. Het is te vergelijken met een waterbed: duwen op een gedeelte van de matras leidt ertoe dat het water naar een ander deel van de matras stroomt. Er bestaat echter geen overtuigend bewijs dat problemen op grote schaal naar andere gemeenten verplaatsen. Bibob-beleid Met dit voorstel komt de gemeente tegemoet aan de wenselijkheid van de wetgever tot beleidsvorming in het kader van de Wet Bibob zoals is verwoord in de Memorie van Toelichting op de Wet Bibob (pagina 42 e.V.). In samenwerking met de gemeente Langedijk en Schermer heeft Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) de regionale uitvoeringsmap Bibob ontwikkeld. Dit naar een model van het RIEC Rotterdam-Rijnmond. In de regionale Commissie COOV (Criminaliteitsbeheersing Openbare Orde & Veiligheid) van 24 juni 2011 is de uitvoeringsmap vastgesteld voor de regio Noord-Holland Noord. De uitvoeringsmap beschrijft de volledige toepassingsmogelijkheden van de Wet Bibob. De gemeente kan het lokale beleid modulair vaststellen en kiezen voor een gefaseerde invoer. De uitvoeringsmap is niet bij dit voorstel gevoegd aangezien het regionaal is vastgesteld, het bevat geen beleidskeuzes en kan meer worden gezien als een naslagwerk voor de gemeente Met beleidsvorming wordt bij toepassing van de Wet Bibob uniformiteit gecreëerd (uitsluiten van mogelijke willekeur) en worden de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht genomen en nader uitgewerkt. Er is veel aandacht voor de zorgvuldigheid hetgeen van groot belang is bij de toepassing van een ingrijpend middel als Bibob. Preventie De aanpak van criminaliteit bestaat niet alleen uit opsporen en vervolgen aan de achterkant maar tegelijkertijd ook inzetten op preventie. Van de Wet Bibob gaat een preventieve werking uit. De kans om in een situatie te belanden waar later met veel inspanning uit moet worden gekomen (zie bijvoorbeeld Amsterdam) wordt met de preventieve inzet van de Wet Bibob verkleind. Met de toepassing van de Wet Bibob kunnen misstanden aan het licht komen en criminele activiteiten worden blootgelegd waarvan tot nu toe wordt verondersteld deze niet aanwezig zijn in Langedijk. Als er vermoedens zijn van crimineel misbruik van een vergunning, biedt de huidige praktijk onvoldoende mogelijkheden om hier nader onderzoek naar te verrichten. Het toepassen van de Wet Bibob verruimt de mogelijkheden voor de gemeente. Toepassingsgebieden De Wet Bibob geeft de gemeente een extra weigeringsgrond- en intrekkingsgrond. bestuursorgaan heeft hiervoor een aanknopingspunt nodig in de vorm van een: • Vergunning • Overheidsopdracht • Subsidie
Het
Er wordt lokaal gekozen voor een gefaseerde invoering van de Wet Bibob, te beginnen met vergunningen. De uitvoering op de gebieden overheidsopdracht en subsidie is prematuur, landelijke ontwikkelingen worden op de voet gevolgd en kunnen leiden tot bijstelling of herziening van het gemeentelijk beleid. De Wet Bibob is niet van toepassing op alle vergunningen. De reikwijdte is wettelijk beperkt tot een aantal branches of activiteiten. Het is aan het lokale bestuur om beslissingen te nemen ten aanzien van de reikwijdte. Binnen een aangewezen branche (bv. horeca) is het niet mogelijk
verder onderscheid te maken. Het is nagenoeg niet mogelijk om nadere indicatoren te bepalen. Er is geen geldige motivatie om de ene ondernemer wel en andere niet te toetsen. Door de hele branche aan te wijzen wordt uniformiteit gecreëerd en willekeur voorkomen. Het biedt duidelijkheid voor de burgers en ondernemers en is het inzichtelijk voor de betrokkenen. Geadviseerd wordt te kiezen voor een gefaseerde invoer van de Wet Bibob op het gebied van vergunningen op de volgende onderdelen: Drank- en horeca Vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet ('natte horeca') en exploitatievergunningen horeca op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. In de gemeente Langedijk zijn verspreid over de dorpskernen momenteel ongeveer 50 vergunningen (peildatum 1 januari 2011) verleend op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Het horecabeleid van de gemeente introduceert een exploitatievergunningstelsel vanuit de motivering bij overlast effectiever op te kunnen treden. Aanvragen voor exploitatievergunningen kunnen getoetst worden op grond van de Wet Bibob. Vanwege de omvang wordt de invoer van het exploitatievergunningstelsel verspreid over een jaar ingevoerd om de lasten te spreiden. Bovendien krijgen ondernemers ondersteuning bij het aanvragen van de exploitatievergunning en eventueel bij het invullen van het Bibob vragenformulier. Voor het exploiteren van een drank- en horeca-inrichting zijn in bepaalde gevallen twee vergunningen noodzakelijk. Er vindt niet afzonderlijk op beide aanvragen een Bibob toets plaats. Een ondernemer doorloopt éénmalig de Bibob toets bij het aanvragen van een exploitatievergunning en artikel 3 DHW vergunning. Overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de onderneming is aanleiding voor een nieuwe Bibob procedure. Paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank en Horecawet (zoals dorpshuis, buurthuis, clubhuis of kantine van een sportvereniging) waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht vallen niet onder de Bibob. In het kader van administratieve lasten heeft in 2009 het toenmalige Ministerie BZK aan burgemeesters kenbaar gemaakt slijterijen uit te zonderen van de Wet Bibob. Gevraagde beslissing: • De Wet Bibob toepassen op vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet ('natte horeca') m.u.v. paracommerciële inrichtingen en slijterijen; • De Wet Bibob toepassen op exploitatievergunningen horeca op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. Coffeeshops De nota drugsbeleid 'Drugs: Deur Dicht' (april 1999) stelt een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops in de Langedijk. Er is regionaal gekozen voor een concentratie van coffeeshops in de meer stedelijke gebieden. Een coffeeshop in Langedijk ligt derhalve niet in de lijn der verwachting. Indien het nulbeleid wijzigt dient het Bibob beleid te worden herzien zodat coffeeshops vallen onder het toepassingsbereik van het gemeentelijk Bibob beleid. Seksinrichtingen (begripsbepaling in artikel 3.1 APV Langedijk) Vergunningen op grond van artikel 3.4 en 3.10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. De gemeente heeft in beginsel voor alle mogelijke locaties bezwaar tegen prostitutie. Het 'paraplu-bestemmingsplan prostitutiebeleid' (2000) van de gemeente Langedijk sluit prostitutie in de gehele gemeente nagenoeg uit. Er is echter een vrijstellinggrond opgenomen waardoor het theoretisch mogelijk is dat een prostitutie-inrichting zich kan vestigen in de gemeente. Gevraagde beslissing: De Wet Bibob toepassen op vergunningen op grond van artikel 3.4 en 3.10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk.
Speelautomaten hal Vergunningen op grond van artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de Kansspelen. Om een speelhal of een speelautomatenhal te exploiteren, moet de gemeente beschikken over een kansspelverordening. In Langedijk is op dit moment niet een dergelijke verordening van kracht. Mocht er een verordening vastgesteld worden dient het Bibob beleid te worden herzien. Omgevingsvergunning, activiteit bouwen Omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen op grond van artikel 2.1 onder a, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo (voorheen artikel 44a en 59 van de Woningwet). De gemeente kan de integriteit en achtergrond van ondernemers waar zij zaken mee doet toetsen aan de hand van de Wet Bibob. Onder andere de wijze van financiering van bouwprojecten kan inzichtelijk worden gemaakt. Het risico dat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zal worden gehanteerd voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten of het plegen van strafbare feiten, zal zeker niet in alle gevallen aanwezig zijn. In het kader van administratieve lasten heeft in 2009 het toenmalige Ministerie BZK aan burgemeesters kenbaar gemaakt particulieren die een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aanvragen uit te zonderen van de Wet Bibob. Om de reikwijdte verder toe te spitsen op de voornaamste risico's kan gekozen worden voor een minimale aanneemsom als ondergrens en het aanwijzen van risicocategorieën. In Langedijk wordt een gefaseerde invoer van het Bibob instrument voorgesteld om eerst op kleine schaal ervaring op te doen en bepaalde routines in te slijpen. Vervolgens kan het bereik worden vergroot. Voorgesteld wordt het onderdeel bouwen in eerste instantie uit te sluiten. Gevraagde beslissing: De Wet Bibob niet toepassen op omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen. Omgevingsvergunning, activiteit milieu Omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu op grond van artikel 2 . 1 , eerste lid onder e, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo (voorheen artikel 8.10, 8.20 en 8.25 van de Wet Milieubeheer). Uit enkele grote strafzaken en onderzoeken ('Schijn bedriegt' en een onderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum) blijkt dat het werkveld milieu uitermate gevoelig is voor criminele handelingen. Dit kan variëren van het overtreden van milieuregels, een combinatie van overtreding van milieuregels, tot het gebruiken van bedrijven als dekmantel voor criminele handelingen. Het is wenselijk dat de gemeente het Bibob instrument kan inzetten binnen het werkveld milieu. Het gaat uitsluitend om vergunningspichtige milieubedrijven, inrichtingen met een meldingsplicht vallen niet onder het toepassingsbereik. Voorbeelden van bedrijven die onder het bereik vallen zijn: • afvalbe- en verwerkingsbedrijven • chemische bedrijven, zeefdrukkerijen en metaalbewerkingsbedrijven • autosloperijen en autoschadebedrijven • vuurwerkopslagplaatsen Gevraagde beslissing: De Wet Bibob toepassen op omgevingsvergunningen activiteit milieu op grond van artikel 2.1, onder e, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo.
Financiën De kosten van een Bibob-advies bedragen op dit moment voor een beschikking €500 per te onderzoeken eenheid, met een maximum van €5.000 per advies. Het is onbekend hoe vaak per jaar advies bij het Landeijk bureau Bibob aangevraagd zal worden. Het maakt het lastig een schatting te maken van de kosten. De kosten uitten zich daarnaast in de ambtelijke inzet voor het uitvoeren van een integriteitstoets. De kosten van de uitvoering van het Bibob-beleid kunnen gedekt worden door een verhoging van de leges in geval van een Bibob-toets. Een nadeel is dat het draagvlak bij ondernemers minder wordt en goedwillende ondernemers de dupe van een kleine groep kwaadwillenden. Geadviseerd wordt de leges voorlopig niet te verhogen. Nadat ervaring is opgedaan met het verrichten van integriteitsonderzoeken kan een inschatting worden gemaakt van de kosten. Er kan dan bijvoorbeeld gekozen worden de kosten te dekken door een verhoging van de leges in geval van een Bibob-toets. Daarbij is een gedeeltelijke restitutie van de leges mogelijk wanneer de ondernemer toch bonafide blijkt te zijn. Er is een structureel bedrag van €3.000 geraamd voor de invoering van Bibob, de kosten kunnen in eerste instantie worden gedekt uit het budget Openbare Orde en Veiligheid Het uitvoeren van de lichte toets kan worden weggezet binnen de bestaande werkzaamheden. Een Bibob onderzoek is arbeidsintensief en tijdrovend. Wanneer de gemeente te maken krijgt met een diepgaande toets is deze piekbelasting nauwelijks op te vangen binnen de huidige capaciteit. Er is niet uitgesloten dat er externe capaciteit wordt aangewend om te ondersteunen bij een diepgaand integriteitsonderzoek. De Wet Bibob is een vorm van risicobeleid. Indien een uitspraak van de gemeente in een Bibob dossier leidt tot een rechtelijke uitspraak bestaat de mogelijkheid dat de gemeente als verliezende partij met een claim wordt geconfronteerd om geleden schade te vergoeden. Om rekening te houden met financiële risico's wordt geadviseerd deze in het betreffende beleid van de gemeente op te nemen. Organisatie Volgens de Memorie van Toelichting van de Wet Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het bestuursorgaan dient eerst te bekijken of bestaande weigerings- c.q. intrekkingsgronden mogelijkheden bieden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Door middel van onderzoek dient de gemeente eerst zelf te proberen te achterhalen of zij de Wet Bibob kan toepassen. Het onderzoek vindt plaats met behulp van het vragenformulier Bibob. Artikel 30 Wet Bibob maakt het in dit verband mogelijk om bij de formulieren die gehanteerd worden voor het aanvragen van een vergunning extra vragen op te nemen over de financiering en zeggenschapstructuur van de aanvrager of houder van een vergunning. Als de gemeente zelf voldoende informatie heeft weten te verzamelen waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3 Wet Bibob kan de gemeente rechtstreeks overgaan tot weigering of intrekking van de vergunning. Het niet meewerken aan het invullen van het Bibob vragenformulier mag door de gemeente worden uitgelegd als een ernstig gevaar op crimineel misbruik en kan dus direct leiden tot intrekking of weigering van de vergunning. Kortom, alvorens advies wordt aangevraagd aan het landelijk Bureau Bibob, dienen eerst de gangbare minder vergaande mogelijkheden te zijn benut. De Wet Bibob is door de wetgever vanwege het ingrijpende karakter daarvan nadrukkelijk bedoeld als ultimum remedium. Werkwijze Naast de beleidsontwikkeling is reeds gestart met het vastleggen van interne werkprocessen (Squit XO) en het opleiden van betrokken medewerkers. Er zijn afspraken gemaakt met betrokken medewerkers van de afdeling W H en Financiën. De afspraken worden achtervervolgens kort toegelicht.
Een Bibob toets is procesmatig gezien te verdelen in zes fasen, de fasen zijn verder uitgewerkt in de regionale uitvoeringsmap Bibob: 1
Versturen vragenformulier
2
Ontvankelijkheids fase
3
Eigen huiswerk fase
4
Controle fase
5
Bibob adviesfase
6
Besluitvormings fase
De Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid is het coördinatiepunt Bibob en heeft een adviserende functie en fungeert als contactpersoon en aanspreekpunt, zowel intern als extern, op het gebied van Bibob. De afdeling W H is eigenaar van het vergunningverleningproces als geheel en de toetsingsgrond Bibob als onderdeel daarvan. Het bewaken van de behandeltermijn is een belangrijke taak voor de behandelend vergunningverlener. Voor het onderdeel Bibob worden werkprocessen opgesteld en geïntegreerd in de huidige werkwijze, waaronder in Squit XO. Vanaf fase 3 wordt een Bibob casusoverleg bij elkaar geroepen bestaande uit in ieder geval een medewerker openbare orde en veiligheid, medewerker APV en een financieel medewerker. Het team behandelt de aanvraag op het onderdeel Bibob, het zogeheten eigen huiswerk wat onder meer inhoudt: het beoordelen van het ingevulde Bibob-vragenformulier, het inwinnen van adviezen (o.a. politie i.v.m. antecedenten) en het raadplegen van openbare bronnen en half open bronnen. Het resulteert in een tussentijdse beoordeling of er n.a.v. adviezen voor de gemeente zelfstandige weigeringgronden voorhanden zijn. Het casusoverleg wordt opgeheven wanneer een beslissing inzake het dossier is genomen. RIEC (Regionaal informatie en expertise centrum) Langedijk heeft ingestemd met het convenant RIEC. Bij de uitvoering van het Bibob-proces kan het RIEC ondersteuning bieden en uitwisseling van informatie bevorderen. In de Wet Bibob is wel een geheimhoudingsplicht opgenomen. Het betekent dat informatie verkregen uit Bibobadviezen (nog) niet gedeeld mag worden met het RIEC. Na de beoogde wetswijziging zal dit wel mogelijk worden. Informatiedeling met handhavingspartners dient ook met grote terughoudendheid plaats te vinden. Het RIEC kan wel informatie inwinnen bij partners (Belastingdienst, politie, openbaar ministerie) t.b.v. de beoordeling van het Bibob-dossier, maar geen informatie teruggeven om voor andere doeleinden te gebruiken. Wetswijziging Een wijziging van de Wet Bibob is aanstaande. De werking van de Wet wordt uitgebreid naar headshops, vechtsportevenementen, de vastgoedsector en de exploitatie van kansspelautomaten vanwege de vatbaarheid voor criminele beïnvloeding in deze branches. De Wet Bibob beperkt zich niet alleen meer tot branches waar de gemeente een faciliterende rol heeft. Door de introductie van de sluitingsbevoegdheid kan de gemeente ook optreden in gevallen waar een rechtsverhouding ontbreekt. Daarnaast worden er verbeteringen aangebracht ten aanzien van de rechtsbescherming, informatiepositie van bestuursorganen en de tipfunctie Openbaar Ministerie. Ook wordt er een landelijk register geïntroduceerd aan de hand waarvan kan worden nagegaan of een bepaalde ondernemer al eerder aan een Bibobtoets is onderworpen en wat daarvan het resultaat is. Andere onderwerpen in deze wetwijziging is een verdere uitwerking van het begrip strafbaar feit, een onafhankelijke Kwaliteitscommissie Bibob en een verlenging van de termijn voor het landelijk Bureau Bibob om een advies te geven. Communicatie De communicatie rond de invoering van de Wet Bibob zal zowel intern als extern gericht zijn. Intern zal aan de medewerkers voorlichting worden gegeven over de achtergronden en de uitvoering van de wet. Van belang is dat medewerkers zich ook realiseren dat de Wet Bibob een geheimhoudingsplicht bevat en overtreding van deze verplichting kan leiden tot strafvervolging.
Extern zal de voorlichting gericht zijn op de ondernemers die te maken krijgen met de inzet het Bibob instrumentarium. Aandachtspunt hierbij is te voorkomen dat ondernemers gecriminaliseerd voelen doordat zij het aanvraagformulier moeten invullen. Bij communicatie richting deze doelgroepen zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden bestaande communicatiekanalen (website en publicaties) en zal contact worden gezocht de belangenvertegenwoordigers (Koninklijke Horeca Nederland en/of bedrijfskring).
van zich de van met
Evaluatie Het is wenselijk om twee jaar na de implementatie een evaluatie te houden van het gemeentelijk Bibob-beleid. Naar aanleiding van ervaringen die met het instrumentarium zijn opgedaan kan worden bezien of aanpassing van het beleid wenselijk is. De evaluatie wordt gehouden door de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid en de medewerkers die in de praktijk met het instrumentarium werken. De volgende zaken dienen in ieder geval geëvalueerd te worden: • Is er een zekere sprake van verweving van onder- en bovenwereld in de gemeente Langedijk? • Is het toepassingsbereik voldoende toereikend? Is uitbreiding of misschien inperking aan de orde? • Komen de kosten overeen met de schatting en kunnen deze gedekt worden uit het aangewezen budget? • Is de gemeentelijke organisatie in staat om de Bibob-toets uit te kunnen voeren? • Zijn de werkprocessen geïmplementeerd en werkbaar? Inwerkingtreding Het Bibob beleid wordt van kracht na officiële publicatie in Langedijk Informeert van 8 december 2011.