gemeente Eindhoven
A
Dienst Algemene en Publiekszaken
Advisering & Ondersteuning, Afd. Juridische
Geadresseerden
Zaken & Int. Veiligheid Van mr. M. Schavemaker Kamer 3.01 Telefoon (040) 238 22 76 18 april 2006
Memo Betreft staatssteun en diensten van algemeen economisch belang.
1.0 Inleiding In toenemende mate ontstaat binnen de gemeente Eindhoven het besef dat het begrip staatsteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna te noemen: EG-Verdrag) een belangrijke rol speelt bij de beoordeling van de activiteiten die de gemeente ontplooit. Doel van dit memo is om een kort overzicht te geven van het begrip staatssteun om vervolgens dieper in te gaan op diensten van algemeen economisch belang. Deze diensten vervullen namelijk een essentiële rol binnen de gemeente Eindhoven en worden -onder bepaalde, uitdrukkelijke, voorwaarden- niet geacht ongeoorloofde staatssteun in te houden. Bij de analyse van diensten van algemeen economisch belang zal met name aandacht worden besteed aan de vraag op welke wijze de paramaters om compensatie te kunnen verlenen moeten worden ingericht teneinde onverenigbare staatssteun te voorkomen. 2.0 Staatssteun Het is niet de bedoeling van dit memo om uitvoering op het begrip staatssteun in te gaan. Verwezen wordt naar diverse handboeken en www.europadecentraal.nl. Voor de volledigheid zal echter in korte hoofdlijnen het begrip staatssteun worden uiteengezet. Ingevolge artikel 87, eerste lid, van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen van de staat met staatsmiddelen bekostigd die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemers of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ongunstig beïnvloedt. Uit deze definitie blijkt dat het begrip staatssteun uit diverse criteria is opgebouwd.
A 1) de staat. Hieronder vallen ook decentrale overheden. Daarnaast wordt dit begrip door de Commissie en het Hof ruim geïnterpreteerd. De regels kunnen niet worden omzeild door bijvoorbeeld een autonoom bedrijf op te richten om steunmaatregelen te verstrekken. 2) met staatsmiddelen bekostigd. Alles dat direct of indirect door de gemeente wordt gefinancierd, kan hieronder vallen (subsidies, lagere grondprijzen, lagere belastingen/rente etc.). 3) begunstiging. Dit betekent dat een economisch voordeel wordt ontvangen, dat onder normale marktvoorwaarden niet zou zijn verkregen; beoordeling aan de hand van het Market Economy Investor Principle. 4) bepaalde. Dit betekent dat op selectieve wijze steun wordt toegekend. Binnen een gemeente (een beperkt deel van het grondgebied van de lidstaat) is hiervan bijna altijd sprake. Algemeen economische maatregelen vallen hier niet onder. 5) ondernemingen/producties. Dit begrip wordt ruim uitgelegd: elke eenheid die een economische activiteit (goederen of diensten) aanbiedt, ongeacht de rechtsvorm (stichtingen en verenigingen en onderdelen van de gemeente voor zover tegen betaling werkzaamheden worden verricht ) en wijze van financiering. Een winstoogmerk is dan ook niet vereist. Hieronder vallen dus onder meer zorginstellingen, woningcorporaties, musea, bioscopen, ziekenhuizen, theaters, regionale omroep en betaald voetbal. Slechts indien geen sprake is van een economisch karakter, is geen sprake van een onderneming (b.v. welzijnswerk voor zover alleen van zuiver sociale aard, scholen en kerken). 6) mededinging (dreigen te) vervalsen voor zover het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig wordt beïnvloed. Deze laatste voorwaarde wordt bijzonder snel aangenomen. De jurisprudentie hieromtrent is ook uitermate onvoorspelbaar. Derhalve wordt door Europa Decentraal aangeraden om veiligheidshalve aan te nemen dat aan dit criterium wordt voldaan. Gelet op de ruime invulling van de afzonderlijke criteria kan worden aangenomen dat diverse activiteiten van de gemeente Eindhoven onder het begrip staatssteun kunnen vallen. Vervolgens is van belang dat in het derde lid van artikel 87 EG-Verdrag bepaalde steunmaatregelen worden aangewezen die wel verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt. In dat kader heeft de Raad van Ministers diverse vrijstellingsverordeningen vastgesteld.
2
A Voor bepaalde verordeningen geldt dat indien aan de voorwaarden van de verordening is voldaan, aanmelding bij de Commissie niet noodzakelijk is. Zo is er de ‘de minimis’-vrijstelling voor steun die minder bedraagt dan € 100.000,- in drie jaar (dit bedrag zal in de toekomst waarschijnlijk worden verhoogd naar € 150.000,-). Mochten deze vrijstellingsverordening geen uitkomst bieden, dan moet de steun bij de Commissie worden aangemeld. In dat kader is tevens van belang dat de Commissie enkele richtsnoeren heeft vastgesteld. Deze richtsnoeren geven enig inzicht in de vraag hoe de Commissie de steun zal beoordelen. Naast het voldoen aan voormelde vrijstellingsverordeningen, bestaat er nog een mogelijkheid om te voorkomen dat steun ongeoorloofd is. In dat geval moet een dienst van algemeen economisch belang worden opgericht. Conform recente jurisprudentie valt compensatie voor een dergelijke dienst namelijk niet binnen de werkingssfeer van artikel 87, eerste lid, van het EG-Verdrag. In de volgende paragrafen wordt hierop dieper ingegaan. 3.0 Diensten van algemeen economisch belang 3.1 Wat wordt hieronder verstaan? In de artikelen 16 en 86 van het EG-Verdrag wordt gesproken over diensten van algemeen economisch belang. Dit begrip wordt niet nader in het verdrag gespecificeerd. Artikel 86 van het EG-Verdrag heeft het alleen over een “toevertrouwde bijzondere taak.” Belangrijk uitgangspunt in de rechtspraak is dat lidstaten (en dus de gemeente) over een ruime beoordelingsmarge beschikken ten aanzien van de aard van de diensten die als een dienst van algemeen economisch belang kunnen worden aangemerkt. Dit is het gevolg van het feit dat in de gemeenschapsregeling hierover niets wordt geregeld.1 Wel beoordeelt de Commissie of hier geen kennelijke fouten worden gemaakt.2 De activiteiten mogen namelijk niet ten goede komen aan concurrentiële sectoren en de steun mag niet hoger zijn dan noodzakelijk is om de toevertrouwde bijzondere taak te vervullen. Dit is met name het geval als de betrokken activiteit zich niet geheel door specifieke kenmerken onderscheidt van andere
1
Meer in het bijzonder het subsidiariteitsbeginsel. S. Janssen geeft aan dat de bevoegdheid van de Commissie om controle te houden op DAEB door Altmark wordt beperkt. Voorheen had de Commissie ingevolge artikel 87, derde lid, van het EG-Verdrag de mogelijkheid om controle te houden. Thans echter alleen naar aanleiding van een klacht. S. Janssen in: Journal of Network Industries, Volume 5 (2004), No. 2.
2
3
A economische activiteiten of wanneer de activiteit reeds op bevredigende wijze wordt verricht door ondernemingen die volgens de regels van de markt werken. In de handreiking “Goed op weg met breedband” van het Ministerie van Economische Zaken wordt er voor gewaarschuwd dat de vrijheid van de overheid om deze diensten te definiëren, niet zo groot is als over het algemeen wordt aangenomen.3 Samenvattend dient een dienst van algemeen economisch belang in ieder geval te voldoen aan de volgende criteria: 1) er mag geen communautaire regelgeving zijn over de betreffende dienst. Een dergelijke regeling heeft immers voorrang. 2) de diensten moeten voldoen aan algemene behoeften van burgers. Dit is met name het geval indien de diensten niet zijn gericht tot een bepaalde categorie van gebruikers.4 Het betreft dus de behoefte van de bevolking in het algemeen en niet speciaal dat van bedrijven. 3) door bepaalde eigenschappen moet de dienst van algemeen economische belang zich onderscheiden van normale commerciële diensten. Bijvoorbeeld omdat de markt er niet in voorziet. Let op: deze omstandigheden kunnen per plaats verschillen (b.v. breedband). 4) de toepassing van de verdragregels (met name mededinging en vrij verkeer) moet de vervulling van de bijzondere taak verhinderen.5 5) het belang van de gemeenschap mag niet worden geschaad. Voorbeelden van diensten van algemeen en economisch belang zijn (onder omstandigheden): post, telecom, verwerking van afval, energie, vervoer, publieke televisie en radio, sociale woningbouw, ziekenhuizen, lokale radio, kinderopvang, etc. Hieronder zal worden ingegaan op de eisen die door het Hof en de Commissie aan diensten van algemeen economisch belang worden gesteld. 3.2 Altmark In 2003 heeft het Hof een arrest gewezen inzake een Duits transportbedrijf, genaamd Altmark. In dit arrest zijn de omstandigheden uiteengezet wanneer
3
Ook F.D. Schild geeft aan dat nog niet voldoende duidelijk is wat onder een dienst van algemeen economisch belang valt. Ars Aequi 2006, nr. 3, p. 182187. 4 Non Paper, p. 8. 5 Arrest Hof 10 juli 1991, zaak C-179/90 (Porto di Genova).
4
A een dienst van algemeen economisch belang niet valt onder artikel 87, eerste lid, van het EG-Verdrag. Er is in dat geval dus geen sprake van staatssteun. Voldaan moet worden aan de volgende criteria: 1) de onderneming moet daadwerkelijk zijn belast met de uitvoering van een openbaredienstverplichting. Deze verplichting moet duidelijk zijn omschreven. Dit kan blijken uit wetgeving en/of vergunningen.6 2) de parameters waarop de compensatie wordt berekend, moeten vooraf op een objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld. Hierop wordt in paragraaf 3.5 van deze notitie nader ingegaan. 3) de compensatie mag niet hoger zijn dat nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbare dienstverplichting geheel of gedeeltelijk te dekken. Hierbij moet rekening worden gehouden met de opbrengsten alsmede een redelijke winst uit de uitvoering van die verplichtingen. 4) de kandidaat moet worden gekozen in het kader van een openbare aanbesteding. Wanneer dit niet is gebeurd moet de noodzakelijke compensatie worden berekend op basis van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming, zou hebben gemaakt. Het vorenstaande betekent dat de gemeente bij het oprichten van een dienst van algemeen economisch belang volgens de Altmarkt-criteria in het besluit of de overeenkomst met de uitvoerder duidelijk de openbaredienstverplichting moet definiëren en opleggen. Ook moeten de berekening van de compensatie en de wijze waarop geleden verliezen worden gecompenseerd in dat besluit of die overeenkomst duidelijk en objectief worden vastgelegd. Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan hoeft de compensatie niet te worden aangemeld. De voorwaarden 3 en 4 verschillen van de hieronder te behandelen vrijstellingsbeschikking van de Commissie. In die beschikking wordt namelijk getoetst aan artikel 86, tweede lid, van het EG-Verdrag. Dit leidt tot de volgende verschillen.:7 •
bij Altmark mogen kosten die worden gecompenseerd -in het licht van de vierde voorwaarde- niet verder gaan dan de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming maakt (efficiënte
6
Expliciet in een wettelijk voorschrift, subsidiebeschikking, contract opgenomen (alleen bij aanmelding bij de Commissie ligt dit anders). 7 B. Hessels ziet dit niet als een verschil, maar als een nadere uitleg van Altmark (Gemeentestem 2004, 7211, p. 405-412).
5
A •
onderneming). Dit criterium kan leiden tot problemen. 8 In de vrijstellingsbeschikking wordt een goed beheer niet vereist. Altmark vereist in beginsel een openbare aanbesteding. In de vrijstellingsbeschikking wordt dit niet vereist.
3.3. Vrijstellingsbeschikking In de beschikking van de Commissie d.d. 28 november 2005 wordt ten aanzien van diensten van algemeen economisch belang die niet onder de Altmarkcriteria vallen, aangegeven wanneer compensatie desondanks verenigbaar kan zijn met de gemeenschappelijke markt.9 Er is dus wel sprake van staatssteun (anders dan bij Altmark), maar de steun is gerechtvaardigd. De beschikking is van toepassing op een viertal categorieën van diensten van algemeen economisch belang: 1) ondernemingen met een jaaromzet voor belastingen van minder dan 100 miljoen euro gedurende twee boekjaren voorafgaande aan het toewijzen van een dienst van algemeen economisch belang en een compensatie van minder dan 30 miljoen euro. Hieronder kunnen dus veel diensten vallen. De drempel van 30 miljoen euro moet worden bepaald aan de hand van het jaargemiddelde dat de waarde vertegenwoordigt van de compensatie die tijdens de duur van het contract over een periode van vijf jaar wordt toegekend. 2) ziekenhuizen en woningcorporaties voor zover de lidstaat de activiteiten als van algemeen economisch belang aanmerkt. 3) lucht/zeeverbindingen 4) luchthavens In een officieel besluit moet dan wel het volgende worden opgenomen: 1) 2) 3) 4)
de aard en de duur van de openbaredienstverplichting de betrokken onderneming en het grondgebied de aard van alle uitsluitende of bijzondere rechten die zijn toegekend de parameters voor de berekening, de controle en herziening van de compensatie 5) de regeling om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.
8
Zie ook mr. E. Schotanus, Voordeel versus compensatie, M/M 2005, nr. 7. In de literatuur worden vraagtekens gesteld bij de wettelijke basis van deze beschikking (B. Hessels, Gemeentestem 2004, 7211, p. 405-412. Ik laat dit onderwerp verder buiten beschouwing.
9
6
A Wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan hoeft de compensatie niet te worden aangemeld. Overigens dienen gegevens met betrekking tot een dienst van algemeen economisch belang ingevolge deze vrijstellingsbeschikking tien jaar te worden bewaard. Het compensatiebedrag mag niet hoger zijn dan hetgeen nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichting geheel of gedeeltelijk te dekken. Zoals reeds is aangegeven wordt hier dus niet de voorwaarde gesteld -zoals in Altmark- dat de onderneming “goed beheerd” moet zijn. Wat precies onder inkomsten en kosten wordt verstaan, zal in paragraaf 3.5 worden toegelicht. 3.4 Kaderregeling Ten slotte heeft de Commissie op 29 november 2005 ook een communautaire kaderregeling inzake staatsteun vastgesteld (2005/c 297/04). Deze kaderregeling geldt voor een periode van zes jaar. Uitgangspunt van de kaderregeling is om een uiteenzetting te geven onder welke omstandigheden staatssteun op grond van artikel 86, tweede lid, van het EG-Verdrag, is toegestaan indien niet wordt voldaan aan de Altmark criteria en de steun niet onder de vrijstellingsbeschikking valt. Let wel, ingevolge de kaderregeling moet deze compensatie worden aangemeld. Daarin is eigenlijk ook het verschil met de vrijstellingsbeschikking van de Commissie gelegen. Voor de rest zijn de criteria nagenoeg hetzelfde. Alleen met betrekking tot overcompensatie wordt een extra uitleg gegeven. In paragraaf 3.5 wordt hier verder op ingegaan. 3.5 Parameters 3.5.1 Algemeen Omdat voor zowel Altmark, de vrijstellingsbeschikking en de kaderregeling soortgelijke criteria gelden, zal hierna in het algemeen worden ingegaan op de vraag hoe de parameters voor compensatie kunnen worden ingericht. Duidelijk is dat alleen voor een concreet gedefinieerde dienst van algemeen economisch belang compensatie mag worden verleend. In dat geval kunnen zich drie situaties voordoen: 1) de onderneming verricht uitsluitend een dienst van algemeen economisch belang
7
A 2) de onderneming verricht meerdere diensten van algemeen economisch belang 3) de onderneming verricht naast een dienst van algemeen economisch belang nog andere economische activiteiten. Voor zover situatie 2 en 3 zich voordoen moet sprake zijn van gescheiden interne boekhoudingen met betrekking tot de kosten/inkomsten en parameters. Wel kan bij situatie 3 worden besloten dat eventuele winst die niet voortvloeit uit activiteiten van de dienst van algemeen economisch belang geheel of gedeeltelijk voor de financiering van de dienst van algemeen economisch belang wordt bestemd.10 De financiering van een dienst van algemeen economisch belang kan op vier manieren plaatsvinden (mag ook worden gecombineerd): 1) bijdrage door de gebruikers van de dienst van algemeen economisch belang 2) compensatie door de lidstaat (gemeente) 3) compenseren van winstgevende en niet winstgevende activiteiten indien sprake is van uitsluitende rechten11 4) commerciële activiteiten die de dienst van algemeen economisch belang mede financieren. Ter illustratie bij 4 kan worden gewezen op het feit dat de Commissie bij publieke omroepen een tweeledige financieringsregeling (overheidsmiddelen en reclame-inkomsten) accepteert, zolang de mededinging op de relevante markten niet zodanig wordt beïnvloed dat strijdigheid met het communautair belang bestaat.12 Het bedrag dat aan compensatie mag worden verleend, kan op verschillende wijzen worden berekend. In het algemeen geldt dat de kosten, inkomsten en redelijke winst van een dienst van algemeen economisch belang tegen elkaar worden afgezet. Zo worden de netto extra kosten die een onderneming maakt om een dienst van algemeen economisch belang te vervullen, berekend.13 Soms is een dergelijke berekening echter niet mogelijk. Zo worden in de vervoerssector onder omstandigheden de vermindering van de lasten tegen de vermindering van de ontvangsten van de onderneming tegen elkaar afgezet.14
10
Artikel 5 van de Vrijstellingsbeschikking. Zoals bijvoorbeeld in de postsector. Tot een bepaalde hoogte is dit mogelijk. 12 Mededeling van de Commissie 2001/c 17/04, pagina17/23. 13 Beschikking Commissie 12 maart 2002 (Poste Italiane Spa). 14 Verordening 1191/69 (o.a. verplichtingen op het gebied van vervoer over de weg). 11
8
A In de telecomsector worden de nettokosten van het aanbieden van het netwerk met en zonder universele dienstverplichting tegen elkaar afgezet (rekening houdend met eventuele voordelen).15 Er is voor deze gevallen dan ook sector specifieke regelgeving ontwikkeld. Bij de beoordeling welke parameters moeten worden toegepast zal eerst moeten worden bezien of sector specifieke regelgeving van toepassing is. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet de compensatie gelijk zijn aan de kosten van de bijzondere dienst en een redelijke winst minus inkomsten. In dit memo zal dit verder worden uitgewerkt. Uitdrukkelijk wordt er op gewezen dat de parameters geen beoordelingsruimte mogen overlaten bij het beoordelen en vaststellen van de compensatie. Op het moment namelijk dat de mogelijkheid bestaat dat achteraf nog aanvullende compensatie wordt verleend of bepaalde criteria nader kunnen worden ingevuld, is de steun hoogstwaarschijnlijk onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. De parameters moeten ook zeer precies in tijd en omvang worden vastgelegd (bijvoorbeeld de totale kosten van een project, de kosten voor rekening van de gemeente -percentueel en tot welk absoluut maximum- en de afbakening in tijd). Ten slotte is van belang dat de parameters ook niet het resultaat mogen zijn van onderhandelingen; de Commissie heeft er op gewezen dat indien sprake is van een openbare aanbestedingsprocedure, terwijl de parameters van tevoren tijdens onderhandelingen met de inschrijvers zijn vastgesteld, de parameters niet -zoals Altmark vereist- van tevoren zijn vastgelegd. 3.5.2 Kosten Onder kosten worden alle kosten verstaan die direct zijn gerelateerd aan het beheer van de dienst van algemeen economisch belang. Voor zover de onderneming naast een dienst van algemeen economisch belang ook nog een andere economische activiteit ontplooit, moeten aan de dienst van algemeen economisch belang worden toegerekend: • •
15
alle variabele kosten voor zover uitsluitend ten behoeve van de dienst van algemeen economisch belang duidelijke uitsplitsing van de vaste kosten over de dienst van algemeen economisch belang en de overige economische activiteiten
Richtlijn 2002/22/EG
9
A •
•
volgens de beginselen van de analytische boekhouding. De kosten van andere activiteiten van dienst van algemeen economisch belang mogen niet worden verrekend met de kosten van de dienst van algemeen economisch belang. Voor zover voor beide activiteiten dezelfde middelen worden gebruikt (personeel, uitrusting, vaste installaties) dienen de kosten te worden uitgesplitst aan de hand van objectief rechtvaardigbare criteria. Controle door een accountant verhoogt de betrouwbaarheid. 16 een passende vergoeding voor het voor de dienst van algemeen economisch belang bedoelde kapitaal (voor zover niet willekeurig vastgesteld). de kosten van investeringen (met name ten behoeve van de infrastructuur), voor zover deze noodzakelijk zijn voor de dienst van algemeen economisch belang.
3.5.3. Redelijke winst Een dienst van algemeen economisch belang is gerechtigd om een redelijke winst te genereren. Dit percentage mag in de regel niet hoger liggen dan het percentage in de betrokken sector in de laatste jaren. Mocht een dergelijke vergelijking niet mogelijk zijn, dan dient een vergelijking te worden gemaakt met ondernemingen uit andere lidstaten of ondernemingen uit een vergelijkbare sector. Dit betreft een casuïstische beoordeling. Uitgangspunt bij het bepalen van een redelijke winstmarge is het rendement op investeringen, waarbij ook rekening mag worden gehouden met het risico dat een onderneming loopt bij het verrichten van een dienst van algemeen economisch belang. Tevens mogen stimulerende criteria worden ingevoerd, waarbij de te behalen redelijke winst afhankelijk wordt gesteld van de kwaliteit van de dienst en de productie-efficiëntie.17 3.5.4. Inkomsten Hieronder vallen alle door met de dienst van algemeen economisch belang behaalde inkomsten. Te denken valt aan belastingvrijstellingen- en verminderingen, kapitaal, compensatie, subsidies, zachte leningen, afzien van winst, het niet terugvorderen van verschuldigde bedragen en het afzien van een normale vergoeding voor diensten.18 Wanneer voordelen in natura worden toegekend (b.v. gebruik van kantoor) wordt ervan uitgegaan dat hiermee kosten worden vergoed waarvoor anders
16 17 18
Non Paper, p. 25. Vrijstellingsbeschikking p. 312/72. Non Paper, p. 21.
10
A financiering moet worden gezocht. Indien deze voordelen mede ten goede komen aan commerciële activiteiten die geen dienst van algemeen economisch belang vormen, moet het bruto-subsidie-equivalent worden bepaald en in aanmerking worden genomen bij de berekening.19 De lidstaat (gemeente) kan ook beslissen dat inkomsten van andere economische activiteiten voor de financiering van de dienst van algemeen economisch belang worden aangewend. Voor zover bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend die verband houden met een dienst van algemeen economisch belang die een hogere winst opleveren dan een redelijk winst, moeten deze voordelen bij de inkomsten worden gevoegd. 3.5.5. Overcompensatie Bij het oprichten van de dienst van algemeen economisch belang moeten duidelijke en objectieve criteria worden vastgesteld om te bepalen op welke wijze wordt berekend of sprake is van overcompensatie en op welke wijze en binnen welke termijn de overcompensatie moet worden terugbetaald. Overcompensatie is namelijk niet noodzakelijk om een dienst van algemeen economisch belang te beheren en wordt daarom in beginsel als onverenigbare steun gekwalificeerd. Het is van belang om aandacht te besteden aan het bepalen van de criteria/parameters op grond waarvan overcompensatie wordt vastgesteld en waaruit overcompensatie zou kunnen bestaan. Hieraan wordt namelijk door de Commissie kritisch getoetst!20 Deze criteria/parameters dienen te worden gekoppeld aan de daadwerkelijke resultaten. Of sprake is van overcompensatie moet regelmatig, in ieder geval jaarlijks, aan de hand van de vooraf vastgestelde criteria/parameters worden getoetst.21 22
19
Non Paper, p. 26. Voorbeeld : AVR Nuts ontvangt tegen “markttarief” brandstof van AVR Industrie. Omdat AVR Industrie als enige leverancier de winstmarge kan bepalen, kan sprake zijn van overcompensatie (compensatie blijft binnen dezelfde holding). 21 Non paper, p. 26. 22 Bijvoorbeeld na afsluiting van de rekeningen van het boekjaar van de onderneming, Verordening 1191/69 (vervoer per spoor, weg). 20
11
A Eventuele overcompensatie mag ook een jaar later worden verrekend. In de vrijstellingsbeschikking is in het kader van sociale huisvesting de “over te hevelen overcompensatie” vastgesteld op tien procent van de jaarlijkse compensatie. In de kaderregeling wordt tien procent van de jaarlijkse compensatie gehanteerd. Voor zover de staat (gemeente) aandeelhouder is van een openbaar bedrijf moet de overcompensatie op marktconforme wijze als kapitaal worden ingebracht in de onderneming.23 In het algemeen geldt dat indien het voor het beheer van de dienst van algemeen economisch belang noodzakelijk is dat overcompensatie van meer dan tien procent wordt toegestaan, dit bij de Commissie moet worden aangemeld. Overcompensatie kan ook worden aangewend ter financiering van andere door dezelfde onderneming beheerde diensten van algemeen economisch belang. Dit moet dan wel duidelijk in de boekhouding worden verantwoord. 3.6 Overige opmerkingen In het Non Paper wordt door de Commissie aangegeven dat een openbare dienst voor een beperkte duur moet worden toegewezen. De Commissie acht een periode van vijf jaar gepast. Op grond van de aard van de investeringen zijn uitzonderingen mogelijk, mits goed gemotiveerd.24 Tevens is in de Transparantierichtlijn de verplichting opgenomen om een gescheiden boekhouding te voeren. Omdat deze eis ook terugkomt in respectievelijk de vrijstellingbeschikking en de kaderregeling, heeft deze verplichting feitelijk geen toegevoegde waarde.
msc/EN06008445
23 24
Non paper, p. 27. Non paper, p. 19.
12