InnoVisie Magazine voor onderwijsmanagers
z
Nummer 0, maart 2009
MBO
Netwerken z Streaming media voor de zapgeneratie z De ontwikkeling van een visie op digitaal leermateriaal z Ruimte voor innovatie
2
Van de redactie
Netwerken! Op de CvI managementconferentie 2009 staat het delen van ervaringen en elkaar ontmoeten centraal: NETWERKEN! U bent niet de enige die keihard bezig is om cgo geïmplementeerd te krijgen en het mbo te moderniseren. Uw netwerk kan u helpen om de juiste keuzes te maken. Misschien heeft uw collega al een succesvolle implementatie achter de rug. Of kunt u leren van zijn of haar fouten. Op een managementconferentie als deze kunt u inspiratie opdoen, uw kennis vergroten en voorbeelden van innovatie ervaren. Kennisnet ondersteunt deze conferentie vanzelfsprekend en verzorgt workshops en presentaties. Van het bewezen succes van het ambassadeursprogramma tot de presentatie van onze inhouse workshops. Van de marktplaats mbo, de plek om kennis te vinden over de implementatie van cgo, tot de wijze waarop u visie kunt ontwikkelen op het (zelf) maken van (digitaal) leermateriaal. Is anderhalve dag per jaar voldoende om als manager goed op de hoogte te blijven? Wij denken van niet. En wij vermoeden ook dat u goed geïnformeerd wilt zijn over de (on)mogelijkheden van ict in het onderwijs. Dat u wilt lezen over de ervaringen van andere mbo-instellingen daarmee. Daarom lanceren wij op de managementconferentie 2009 een proefexemplaar van InnoVisie. Een exemplaar dat u als manager uitnodigt om te reageren op de vraag hoe u op de hoogte wilt worden gehouden. Dat horen we graag van u terug. Wij blijven het hele jaar doorwerken aan slimme netwerken. Fysiek en virtueel. Op verschillende lagen van mbo-instellingen. Over diverse thema’s. Samen met u en uw collega’s gaan wij op zoek naar antwoorden op urgente vragen die u hebt als directeur of manager in het onderwijs. Daarbij zijn wij ervan overtuigd dat deze antwoorden ook te realiseren zijn door de juiste inzet van ict. Jan-Kees Meindersma sectormanager mbo
Leraar24 online
Marktplaats MBO2010
Wat vindt u van InnoVisie?
Minister Plasterk heeft op 28 januari Leraar24, een online platform voor verdere professionalisering van docenten gelanceerd. Ook voor het mbo wordt specifiek materiaal ontwikkeld door het consortium van Teleac/NOT, Ruud de Moor Centrum (Open Universiteit), SBL en Kennisnet. Op Leraar24 vinden docenten nu al video’s over onder andere mediawijsheid en gedragsproblemen van leerlingen. In totaal ontwikkelt Leraar24 in 2009 voor het mbo 25 uur video, verdeeld over ongeveer vijftig thema’s. www.leraar24.nl z
Op de marktplaats van MBO2010, de vindplaats van kennis over de invoering van cgo, vindt u snel de informatie die u nodig heeft in uw eigen instelling. De basis van de marktplaats is kennisdeling. Dus deel ook uw documenten met andere instellingen. U zult zien dat dit meer kennis oplevert! www.marktplaatsmbo.nl z
Kennisnet wil managers in het mbo op effectieve wijze informeren over de ontwikkelingen en innovaties op het gebied van ict en onderwijs. En u hiermee helpen bij het realiseren van uw onderwijsvisie. Dit is een proefexemplaar met een beperkt aantal pagina’s. Wij horen graag uw mening hierover. Zijn de onderwerpen relevant en worden ze voldoende uitgediept? Leest u andere bladen die u al van deze informatie voorzien? Zou dit blad als los magazine moeten verschijnen of als onderdeel van een bestaand blad? Of misschien alleen digitaal? En zou u een gratis abonnement nemen? Allemaal vragen die alleen u kunt beantwoorden, om ons inzicht te geven in de vorm en inhoud waarmee Kennisnet u kan ondersteunen in uw dagelijkse praktijk.
Kennisnet-ambassadeur Hoe kunt u het gebruik van ict waarborgen binnen het onderwijs? Dit is een van de vragen waarmee een medewerker van uw instelling zich als Kennisnet-ambassadeur bezighoudt. Hoe kunt u uw visie op ict en onderwijs vertalen in beleid en aanpak? Vraag het uw ambassadeur! Hebt u nog geen Kennisnet-ambassadeur? Neem dan contact op met een van onze relatiemanagers Sander Peters (
[email protected]) of John Hanswijk (
[email protected]). z InnoVisie MBO • Nummer 0, maart 2009
Workshops voor managers Kennisnet kan op verzoek binnen mboinstellingen workshops organiseren voor managers. Ons workshopprogramma voor managers bestaat op dit moment uit: • een workshoptraject ‘Flexcollege’ waarbij u antwoorden kunt vinden op vraagstukken rond het flexibiliseren van het onderwijsprogramma (www.herontwerpschool.nl); • workshops over trends in ict en nieuwe media, effectieve inzet van ict in het onderwijs en het succesvol implementeren van ict. Kijk hiervoor op: managermbo.kennisnet.nl/workshops Op aanvraag zijn ook maatwerktrajecten mogelijk. Meer informatie bij Leo Bakker, programmamanager mbo:
[email protected]. z
Ga naar managermbo.kennisnet.nl en vul de online enquête in. z
Interview
3
Streaming media voor de zapgeneratie “Dynamischer onderwijs is pure noodzaak”
Marleen Lemstra hoopt na de zomer de eerste conclusies te trekken uit het Ankerproject.
Mbo-vestigingsdirecteur Marleen Lemstra van Helicon Opleidingen startte anderhalf jaar geleden een proef met streaming media op haar school. Het management had een duidelijke visie: dynamischer onderwijs, met lesmaterialen die de zapgeneratie enthousiasmeren. De schoolleiding besloot zoveel mogelijk studenten video’s te leren maken, zodat zij deels zelf verantwoordelijk werden voor de ontwikkeling van videoleermaterialen.
Onderwijs dynamiseren In de visie van Helicon Opleidingen is dynamiseren van het onderwijs noodzakelijk om de aandacht van studenten vast te houden. Lemstra: “Als we niet vernieuwen, luiden we het failliet van het onderwijs in.” Maar een tijdelijke videohype organiseren is één ding; video als nieuw dynamisch medium structureel inbedden in het onderwijsproces is iets heel anders. Om die verankering kracht bij te zetten en goed te kunnen monitoren, meldde Lemstra het initiatief aan bij Kennisnet als een zogenoemd Ankerproject. In een serie van dergelijke projecten werkt Kennisnet samen met de deelnemers in een kenniskring aan het optimaal opschalen of breed implementeren van ict-toepassingen in het onderwijs.
Dicht bij de docent Lemstra: “Zo’n streaming media-initiatief kent uiteraard hobbels. Het belangrijkste is dat het dicht bij de docenten blijft. Zij krijgen al zoveel vernieuwingen over zich heen. Er wordt altijd verwacht dat ze het er maar ‘bij’ doen. Daarom hebben we veel moeite gedaan om ons team enthousiast te krijgen. We hebben een teamdag georganiseerd en iedereen kreeg de mogelijkheid om een cursus te volgen. Bovendien hebben we geïnvesteerd in tijd voor de projectleiders en docenten, goede apparatuur en tools, en goede documentairemakers om de cursussen te geven. Die kijken met een frisse blik en stellen andere eisen aan de studenten.”
Enthousiasme zekeren Nu onderzoekt de school in het kader van het Ankerproject hoe de video’s didactisch structureel kunnen worden ingezet. De bedoeling is dat ze in een beeldbank komen, met bronnen erbij en achtergrondinformatie voor de lesopbouw. “Op die manier krijgen we zicht op de didactische meerwaarde. Hier is een sleutelrol weggelegd voor docenten. Zij moeten de beeldbank aanvullen en gebruiken”, zegt Lemstra. “Ook hier geldt dat we het enthousiasme continu proberen te zekeren. Dat doen we mede
door voortdurend onze visie voor ogen te houden: dynamischer en eigentijdser onderwijs. Maar ook door docenten bewust te maken van de uitdaging. Voor velen van hen is dit nog onbekend terrein. Wat gaat er nog allemaal gebeuren in de digitale wereld? Daar proberen we ons zo goed mogelijk op voor te bereiden.”
Eerste conclusies Het videoproject is wel een zaak van de lange adem. Lemstra: “Het Ankerproject loopt tot het eind van dit jaar. We hopen na de zomer de eerste conclusies te trekken. Dan weten we of de video’s een eigen plaats in de leermiddelenmix hebben. Ondertussen moeten we opletten dat we niet in oude patronen vervallen. Het eerste jaar hebben we het project intuïtief aangepakt en dat liep heel goed. Het tweede jaar maakten we vanuit onze schoolse blik een reader. Dat was een misser. Zo’n reader is een typisch voorbeeld van ‘ouderwets’ materiaal waarmee studenten nou juist niet aan de slag willen. Bovendien: studenten kunnen zóveel meer met beelden dan we hadden gedacht.” z
4
Digitaal leermateriaal
De ontwikkeling van een visie op digitaal leermateriaal De onderwijsmanager had niet veel gelegenheid gehad om de ontwikkelingen bij zijn ict-coördinator te volgen. Enthousiast vertelde zij over haar digitale klas en de digitale cursus bloemschikken die zij had gemaakt. Haar leerlingen konden nu zelf de benodigde kennis, opdrachten, achtergrondinformatie en filmpjes tot zich nemen. Een boek was niet meer nodig. De manager was toch wel wat verrast door deze snelle ontwikkelingen. Maar voordat hij enkele kritische vragen kon stellen, riep iemand van een andere opleiding: “Dat wil ik ook graag gaan doen, wat kan ik overnemen?” “Ho ho”, meldde de manager van die opleiding, “daar wil ik eerst wel eens even grondig naar kijken.” Dit is een praktijkvoorbeeld uit een workshop met een groep onderwijsmanagers en ict-coördinatoren. Managers in een mbo-instelling worden geconfronteerd met enthousiaste docenten die aan de slag willen met de mogelijkheden die ict hun biedt. En met een grote groep docenten die zich deze vraag niet stelt. Het kan ook zo uit uw praktijk gegrepen zijn. Maar waarom zou een manager zich bezighouden met een vraagstuk over de inzet van digitaal leermateriaal? Er zijn immers meer dan voldoende vragen die aandacht vergen: invoering van cgo, personeelsverloop, werving van deelnemers, teruglopende budgetten, uitval.
Managementrol verandert Een manager kan zich echter niet onttrekken aan de ontwikkelingen in de maatschappij, waarin digitale informatie de overhand neemt. Niet alleen de nieuwe generatie deelnemers vindt een digitale leeromgeving vanzelfsprekend, ook docenten gaan er steeds meer het nut van inzien. Voor het mbo maken uitgeverijen steeds vaker volledig digitale leermiddelen. Ook de Onderwijsraad benadrukt het belang van het gebruik van open (digitaal) leermateriaal in het onderwijs.1 En competentiegericht onderwijs en flexibel leren zijn niet mogelijk zonder de inzet van digitale middelen.2 ‘Van ontzorgen naar zorgen’: een slogan van het Ontwikkelcentrum met de manager in het achterhoofd.3 Tot nu toe heeft u als manager het leermiddelenbeleid goed kunnen regelen met uitgevers, distributiehuizen InnoVisie MBO • Nummer 0, maart 2009
en het eigen docententeam. Eigenlijk was uw bemoeienis hierin beperkt. Af en toe een nieuwe methode, of een vervanging van een aantal zelf ontwikkelde leeropdrachten. Met de opkomst van digitaal leermateriaal wordt dit anders. U moet als onderwijsmanager nadrukkelijk weer zelf gaan zorgen voor een aantal zaken met betrekking tot leermateriaal.
mensen op vrijwillige basis een encyclopedie maken, of zelfs schoolboeken, zoals de minister onlangs aankondigde (Wikiwijs). Of digitaal gaan toetsen, wat direct nakijktijd van docenten bespaart. Open, gratis materiaal versus materiaal van commerciële uitgevers. Materiaal delen tussen onderwijsinstellingen.
Belangrijke vragen Waar moet ik dan voor zorgen? Hoe vertaal ik onze onderwijsvisie naar de inzet van digitaal leermateriaal? Waarin moet de instelling investeren? Of kunnen we door het zelf ontwikkelen van materiaal of het gebruik van materiaal van internet geld besparen? Kunnen al mijn docenten zelf wel leermateriaal ontwikkelen? Is dat nu wel efficiënt? Waarom zou ik ervoor kiezen daarvoor tijd vrij te maken? Zou de oplossing veel eerder liggen in het stimuleren van het maken van arrangementen van leermateriaal? In hoeverre helpt het gebruik van digitaal leermateriaal bij de invoering van cgo? Om antwoorden te kunnen geven op deze vragen, moet een manager op zijn minst een aantal ontwikkelingen volgen en op hoofdlijnen weten waar de mogelijkheden, maar ook de knelpunten bij de inzet van digitaal leermateriaal liggen. Een manager moet weet hebben van algemene trends met betrekking tot digitalisering, die ook gevolgen zullen hebben binnen het beroepsonderwijs. Zoals het laagdrempelig zelf kunnen maken van video’s en die kunnen delen of downloaden via bijvoorbeeld YouTube. Met een grote groep (onbekende)
Invoering in samenhang Op basis van meerdere jaren onderzoek is gebleken dat succesvol gebruik van digitaal leermateriaal alleen kan worden bereikt door de zaken in samenhang aan te pakken. Het heeft weinig zin om docenten te scholen in de inzet van ict en vervolgens te weinig computers beschikbaar te hebben. Om onderwijsinstellingen hierbij te ondersteunen heeft Kennisnet een model ontwik-
5
Zoek en vind leermateriaal keld waarin deze samenhang centraal staat: Vier in Balans.4 Vier in Balans bestaat uit vier pijlers die werken als communicerende vaten. De vier pijlers zijn (1) visie, (2) ictinfrastructuur, (3) digitaal leermateriaal en (4) deskundigheid. Visie De eerste pijler is het ontwikkelen en implementeren van een visie op de inzet van digitaal leermateriaal. Binnen een opleiding of instelling moet een heldere, gedeelde visie zijn op (1) de mate van flexibiliteit die bereikt moet worden met (digitaal) leermateriaal, (2) de mate van variëteit in vormen van leermateriaal die leerlingen aangeboden dienen te krijgen (blended learning) en (3) de mate waarin docenten het leermateriaal en de leerlijnen zelf vorm dienen te geven. Ict-infrastructuur De tweede pijler is de ict-infrastructuur die nodig is om digitaal leermateriaal probleemloos in te zetten. Instellingen hebben de afgelopen tien jaar sterk geïnvesteerd in hun technische infrastructuur. Docenten kregen hiermee de beschikking over computers, digitale schoolborden, (draadloze) internetverbindingen, elektronische leeromgevingen en andere functionaliteiten. Is dit voldoende? Kunnen docenten en leerlingen ook daadwerkelijk met de tools aan de slag? Nauwgezet overleg en afstemming met ict-management is hierbij onontbeerlijk. Waarbij u als manager het voortouw moet nemen, door in dialoog met de ict-afdeling duidelijk te laten zien welke ambities u hebt in het onderwijsproces. Door met
@
Arrangeer leermateriaal
@
elkaar het gebruik van (leertechnologische) standaarden bij leveranciers af te dwingen, moet alles vervolgens ook moeiteloos met elkaar kunnen gaan werken. Niet voor niks zijn de afgelopen jaren met alle relevante spelers in het onderwijsveld standaarden opgesteld voor de manier waarop digitaal leermateriaal toegankelijk, vergelijkbaar en vindbaar wordt. Digitaal leermateriaal De derde pijler is het digitale leermateriaal zelf. Welke educatieve content is beschikbaar? Zijn er voldoende materialen op de markt of is voor een kleine opleiding zelf ontwikkelen de enige optie? Kan en wil je delen met andere instellingen en hoe wil je dat gefaciliteerd hebben? En welke rol wil je dat informele internetbronnen, zoals web 2.0-toepassingen, in het onderwijsproces spelen? Een instelling moet de nodige zaken regelen om docenten en deelnemers eenvoudig toegang te geven tot de verschillende leermaterialen. Naast financiële kaders moeten ook organisatorische kaders als auteursrecht en licentievormen worden gedefinieerd. Deskundigheid Ten slotte is daar de pijler van deskundigheid. Zijn docenten voldoende competent om ook daadwerkelijk digitaal materiaal in het onderwijsproces toe te passen? Zij moeten wennen aan en oefenen met het werken in een elektronische leeromgeving of intranet. Informatievaardigheden van deelnemers, maar ook van docenten worden steeds belangrijker. En de aloude praktijk van docenten die hun standaard leermate-
Ontwikkel leermateriaal riaal wijzigen en aanvullen met eigen materiaal, om beter in te spelen op individuele leertrajecten van studenten, heet in de digitale wereld ‘arrangeren’. De keuze voor leermateriaal is niet nieuw. Wel de manier van samenstellen en de daarbij behorende tools. De digitale wereld biedt zoveel meer mogelijkheden en vormen, maar kunnen docenten deze mogelijkheden ook goed benutten om op efficiënte wijze tot relevante onderwijsarrangementen te komen?5
Extra zorg, extra kans De onderwijsmanager staat in deze tijd voor een extra zorg, maar ook een extra kans. Om met de inzet van digitaal leermateriaal het onderwijs aantrekkelijker, flexibeler, gevarieerder en daarmee effectiever te maken. Meer informatie vindt u op managermbo.kennisnet.nl. z
Bronvermeldingen: 1 onderwijsraad.nl/publicaties/2008/ onderwijs-en-open-leermiddelen 2 marktplaatsmbo.nl 3 Van ontzorgen naar zorgen, Ontwikkelreeks, Ontwikkelcentrum, 2009 4 onderzoek.kennisnet.nl/vierinbalans 5 digitaalleermateriaalmbo.kennisnet.nl
6
Innovatie
Ruimte voor innovatie
Mobiel leren Studenten leren vaktermen op hun telefoon. In een tussenuur, in de bus, tijdens het wachten... Bijvoorbeeld met het online overhoorprogramma op de mobiel: m.wrts.nl van Digitale School.
Innoveren is een werkwoord. Het gebeurt niet v anzelf. Innoveren is ook een kwestie van organiseren. Innovatieve organisaties geven hun medewerkers tijd en financiële ruimte om creativiteit om te zetten in nieuwe producten en diensten of slimmere processen. Hoe is innovatie binnen uw instelling georganiseerd? Is het belegd in een centrale stafdienst? Of krijgen uw docenten bewust ruimte voor innovatie? En hebt u al een digitaal lab, waar uw docenten kunnen experimenteren met nieuwe technologieën? Een broedplaats voor innovatie in didactiek waar allerlei expertise bij elkaar komt? Dit digitale lab was een idee uit een creatieve brainstorm door innovatoren in het onderwijs, verenigd in het netwerk Innoveertig. Dit bestaat uit mensen in verschillende functies, werkzaam in het po, vo en het mbo. Op deze laatste pagina vindt u nog drie ideeën voor innovatie in het mbo. Voor u ter inspiratie. Of om meteen te gaan doen. z
Collectieve kennisbank Studenten leggen iedere dag kort vast wat ze geleerd hebben en delen deze notities met elkaar. Hierdoor ontstaat een collectieve kennisbank. Bijvoorbeeld via www.evernote.com.
Estafetteteam Het model om tot nieuw onderwijsmateriaal te komen, is weinig vernieuwend. Een docent ontwikkelt. Een andere docent voert de redactie. Intervisie in het schrijfproces is beperkt. Leermateriaal ontwikkelen in een estafetteteam is een nieuw model. Docent A begint met het maken van leermateriaal. Na een week geeft hij het stokje door aan docent B. Docent B schrijft er een deel bij. Na een week stuurt zij het naar docent C. En zo gaat het verder tot het hele team aan de beurt is geweest. Samen ontwikkelen: tijdsefficiënt en kwaliteit geborgd.
Colofon InnoVisie is een gratis magazine voor onderwijsmanagers die werkzaam zijn in het middelbaar beroepsonderwijs. In het blad staat de praktische gebruikswaarde van ict in het onderwijs centraal. InnoVisie is een uitgave van Stichting Kennisnet. Van InnoVisie bestaat ook een aparte uitgave voor het primair en voortgezet onderwijs. Het blad is ook digitaal (pdffile) beschikbaar op managermbo.kennisnet.nl. InnoVisie MBO • Nummer 0, maart 2009
Hoofdredactie en eindredactie: Sylvia Hoyinck > Coördinatie: Point to Point Communicatie > Tekstbijdragen: Point to Point Communicatie, Leo Bakker, Sylvia Hoyinck, Jan-Kees Meindersma, Sander Peters > Fotografie en vormgeving: Point to Point Communicatie > Druk: Veenman Drukkers, Rotterdam > ISSN: 1877-7147
Reacties en suggesties:
[email protected]. Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.
Kennisnet. Leren vernieuwen. kennisnet.nl